Guinness Book of Records plaats voor verst openen van mond

Guinness Book of Records plaats voor verst openen van mond

De grootste collectie tuinkabouters? De meest behaarde familie? De hond met de langste tong? Al deze records zijn te vinden in het Guinness Book of Records – net als die van de man die zijn mond het verst kan openen van iedereen.

8,8 centimeter
De Duitse Bernd Schmidt veroverde zijn plaats in het Guiness Book of Records door zijn mond maar liefst 8,8 centimeter te openen. Hiermee heeft hij de voormalige, Amerikaanse, recordhouder verslagen met 2 millimeter.

Bron: YouTube

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z, Video
ANT stuurt minister Schipper brief over taakherschikking

ANT stuurt minister Schippers brief over taakherschikking

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) heeft op 28 september een brief gestuurd naar minister Schippers van VWS over de voorgenomen taakherschikking. In de brief onderbouwt de ANT waarom zij – samen met de KNMT – tegen het experiment taakherschikking is. In de eerste alinea wordt ook duidelijk dat de minister elk inhoudelijk overleg over dit onderwerp met de beroepsgroep tot nu toe weigerde.

Geen dialoog
In de hoop een dialoog op gang te krijgen, stuurde de ANT op 19 juli een brief aan minister Schipper met een lijst vragen. “Eigenlijk een verzoek om de minimale informatie waar zorgverleners en patiënten recht op hebben om evidence based een weloverwogen mening te kunnen formuleren voor de consultatieronde die is ingezet”, zegt de ANT in de brief. De minister heeft op geen enkele vraag geantwoord, volgens de ANT. “Met name hebben wij voorgesteld om tot een bestuurlijk overleg te komen. De reactie daarop van uw kant is meer dan teleurstellend geweest. Een botte weigering is wellicht nog de beste kwalificatie. Wij krijgen daarom de indruk een dialoog met de doven te voeren”, schrijft de ANT.

Rondetafelgesprek Tweede Kamer
De ANT-brief van begin juni was voor de Tweede Kamer aanleiding om zich uitgebreid te laten informeren over de mondzorg in Nederland. De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport houdt daarom op 3 oktober een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer ter voorbereiding van een algemeen overleg met de minister van VWS.

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
studeren - student

Ouders en de mondgezondheid van hun kinderen – proefschrift verdediging

Onlangs verdedigde Maddelon de Jong-Lenters haar proefschrift over de rol van ouders en familie wat betreft cariës, obesitas en problematisch gedrag bij kinderen. De volledige naam van het proefschrift is “Just add positivity? – Dental caries, obesity and problem behaviour in children: the role of parents and family relations.”

Kwalitatieve studie
Doel van deze kwalitatieve studie was om de perspectieven van ouders te bestuderen op de mondgezondheid van hun kinderen. Hierbij werd ook gekeken naar wat zij zien als beperkingen en kansen voor professionele support om een goede mondgezondheid bij kinderen te stimuleren. Er werden zes focusgroep interviews gehouden met ouders uit verschillende sociaaleconomische klassen en van verschillende afkomst. De uitkomsten werden vervolgens geanalyseerd door middel van een content analysis.

Tandenpoetsen
Er werden vele invloeden op mondgezondheid opgemerkt door de ouders, zowel op niveau van het kind, familie en de omgeving. Invloed op het tandenpoetsgedrag van het kind werden vooral gemerkt in de directe familie omgeving van het kind, waaronder in de kennis van de ouders, de waarde die de ouders hechten aan het tandenpoetsen van het kind en ook het poetsgedrag van de ouders zelf werd bevonden van belang te zijn.

Suggesties vanuit ouders
De consumptie van suikerrijke voeding en drankjes bleek voornamelijk te worden beïnvloed door de directe familie omgeving en externe factoren, als school, reclames, televisie, supermarkten en de prijs van de suikerrijke producten. Ook kwamen er vanuit de ouders verschillende suggesties naar boven voor professionele support op het gebied van mondgezondheid. Zo was er vraag naar meer duidelijke informatie met een positieve invalshoek, strengere voedingsregels op scholen en een meer veelzijdige aanpak van mondzorgproblemen vanuit artsen. Deze suggesties kunnen in de toekomst goed meegenomen worden in de ontwikkeling van het tegengaan van cariës en preventieve ingrepen.

Bekijk hier het volledige proefschrift

 

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z

Voormalig tandartsassistente gaat verduisterd geld terugbetalen aan tandarts

Een voormalig tandartsassistente (37) uit Middelburg gaat het geld dat ze bij haar werkgever verduisterd heeft terugbetalen. Dit werd bekend tijdens de zitting van de Middelburgse rechtbank op maandag 19 september.

Duizenden euro’s gefraudeerd
Gedurende de jaren 2003 tot en met 2008 heeft de vrouw duizenden euro’s van de tandartsenpraktijk waar zij werkzaam was in eigen zak weten te steken. Een accountant detecteerde de fraude toen hij meerdere onduidelijke en curieuze zaken in de kasboeken van de praktijk aantrof.

Vonnis
De vrouw werd vorig jaar al een voorwaardelijke celstraf van twee maanden en een taakstraf van 80 uur opgelegd. Het Openbaar Ministerie wenste echter ook de terugbetaling van het gehele bedrag. Om deze reden moest de vrouw voor de rechtbank verschijnen. Hier kwam naar voren dat zij reeds een betalingsregeling met haar voormalig werkgever aan het schikken is.

Reactie
Op verzoek van officier van justitie Gunnar van der Hofstede neemt de rechtbank de niet ontvankelijk verklaring van het OM in overweging. De uitspraak volgt op 3 oktober.

Bron: PZC

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Waarom de samenwerking tussen huisarts, tandarts en mondhygiënist niet van de grond komt

Waarom de samenwerking tussen huisarts, tandarts en mondhygiënist niet van de grond komt

U wilt overleggen met een huisarts over uw medisch gecompromitteerde patiënt maar krijgt nul op het request. Lieneke Steverink-Jorna hield een interview met drie huisartsen over samenwerking met tandartsen en mondhygiënisten: We willen wel samenwerken, maar….

Lieneke Steverink-Jorna interviewde haar broer Paul Jorna, huisarts in Rosmalen en bestuurslid zorggroep Beroemd, met een zus werkzaam als tandarts en een zus werkzaam als mondhygiënist. Vervolgens reageerde Niels Rossen, huisarts te Venray met een eigen Youtube-kanaal, op dit interview. Ook Bart Timmers, huisarts in ’s Heerenberg die vooral bekend staat om zijn aanmoedigingen tot E-health, gaf zijn reactie.

Wat leert een huisarts tijdens de opleiding over de mond?
Dit is afhankelijk van de diverse curricula in het land. Paul: “In mijn tijd leerde ik anatomie en mondziektes herkennen. Ik heb ook twee weken op de KNO-afdeling gewerkt tijdens mijn co-schappen.” Niels heeft ook twee weken co-schappen KNO gedaan: “Dit was vooral gericht op chirurgie zoals tonsillectomie en tumoren. We hebben maar een klein deel over mondziekte gehad: voornamelijk herkenning en verwijs-indicaties. Ik heb geen stage/ervaring opgedaan met mondhygiëne.” Bart: “Ik heb wel korte co-schappen gelopen, maar heb niet het idee dat ik veel over mondziektes weet.”

Op welke manier sta je open voor samenwerken met de tandarts en mondhygiënist?
Paul: “Het moet vooral weinig tijd kosten. Voor de mondhygiënist zou ik me qua verwijzing hetzelfde kunnen voorstellen als bij de podotherapeut voor chronische zorg.”

Is het gewenst dat de tandarts overleg pleegt over het wel/niet stoppen met bloedverdunners?
“Belangrijk bij het stoppen met trombolytica is dat de tandarts dit beslist op basis van de gegevens die hij kan opvragen bij de huisarts met toezegging van de patiënt en/of als de patiënt de gegevens meeneemt naar de tandartspraktijk. Wij kunnen dit als huisarts niet beslissen, want het is afhankelijk van de ingreep en de bloedingsneiging. Huisartsen kunnen dit niet inschatten terwijl je als tandarts in dient te kunnen schatten hoe belangrijk het is om te ontstold te worden.”

Tandartsen moeten dus maar niet samenwerken met de huisarts?
Niels: “Dat zeg ik niet, maar samenwerken met de tandarts begint met een achterstand doordat tandartsen zich heel lang niet collegiaal hebben opgesteld. Tandartsen zullen zelf het initiatief moeten nemen om deze achterstand en negatieve beeldvorming weg te werken, voordat wij een goede samenwerking kunnen realiseren. De ondersteuners van de tandarts, zoals mondhygiënisten, volgen pas daarna.”

In de NHG-standaard van diabetes staat dat bij last van bloedend tandvlees er verwezen moet worden naar de tandarts/mondhygiënist. In hoeverre is dit in de praktijk geïmplementeerd? Geven patiënten aan hier last van te hebben? Wordt er doorgevraagd?
Paul: “Dat eerste gebeurt nooit. Patiënten geven niet uit zichzelf bij ons aan hiervan last te hebben. Belangrijk is de harde eindwaarde. Dus niet zo zeer of het bloedsuikergehalte bij een diabeet daalt door behandeling van een mondhygiënist maar of hij daardoor minder kans heeft op hart- en vaatziektes. Dat is pas interessant en reden om echt je best te doen om je patiënt zo ver te krijgen dat hij naar een mondhygiënist gaat. Ik zou dan wel eerst hierover meer bevestiging via wetenschappelijke onderzoekscijfers willen zien.“

Niels: “De diabetes mellitus zit bij ons in een protocol van de ketenzorg met de praktijkondersteuner die dit keurig volgt. Dus er wordt zowel naar de podotherapie als naar de tandarts verwezen. Daarbij doet zich het praktische probleem voor dat de tandarts vaak geld kost voor de patiënt en om die reden alsnog vermeden wordt ondanks ons advies. Dit is geen belemmering voor de andere paramedici.” Bart: “Ik kan het alleen maar eens zijn met Paul. Ik vrees dat het ook bij ons nogal eens onderbelicht blijft. Ik ben een klein beetje (ten goede) bevooroordeeld omdat ik via social media een mondhygiënist ken, jij dus!”

Is het dan ook niet gewenst dat de mondhygiënist naar de praktijk belt als een diabeet of anders medisch gecompromitteerde parodontitis blijkt te hebben?
Paul: “Dat is inderdaad niet gewenst, want we doen hier toch niks mee. Het levert overlast op omdat het op dit moment niet geïmplementeerd is binnen de DBC’s (red: Diagnose Behandel Combinaties) en er zal door de tandheelkunde gelobbyd moeten worden bij de zorgverzekeraars.” Niels: “Het heeft pas zin om de huisarts te bellen als er consequenties aan onze kant kunnen zijn, maar in dit geval is het zinvoller als de mondhygiënist de tandarts informeert en daar het juiste beleid gevoerd kan worden. Wij zouden met deze informatie niets veranderen aan ons beleid, het heeft dus geen gevolgen.” Bart: “Ik snap de weerstand tegen (nog meer) telefoontjes, maar toch vind ik het lastig te accepteren dat we een kwaliteitsverbetering zouden laten liggen. Wel is het belangrijk je te realiseren dat de gemiddelde huisartsenpraktijk inmiddels aan alle kanten uitpuilt door alle extra eisen, kwaliteitscriteria en samenwerkingsverbanden die steeds maar weer gevraagd en opgelegd worden. Dus een oplossing met een grote mate van praktisch inzicht en realisme is wenselijk.”

Vind je dat er landelijk genoeg aandacht is voor de mond binnen de (huis)artsenzorg?
Paul: “Nou… eigenlijk… denk ik niet, want ik denk dat het binnen de chronische zorg geïmplementeerd zou kunnen worden, maar het moeilijke is dat er een hele andere geldstroom in zit. Maar ik denk wel dat met name mondhygiënisten rechtstreeks onder contract kunnen worden gesteld als er moeite wordt gedaan bij de huisartsen. Dan kom je als mondhygiënist in dienst van de huisarts. Dat betekent dat je handelingen verricht die  worden uitbetaald door de zorggroep van de huisartsen en die zorggroep heeft het dan voor jou uit onderhandeld met de verzekeraar. In dit geval ligt de eindverantwoordelijkheid bij de huisarts. Echter, de moeilijkheid zal zijn, in alle eerlijkheid, de kwaliteitsbeleving van de patiënt. Naar de podotherapeut willen ze altijd wel graag, zo van “Oh lekker, mijn voeten laten behandelen”, maar lekker hun gebit laten behandelen zal niet zo snel opkomen bij de mensen. Dat is een heel belangrijke reden waarom men er niet zo happig op zal zijn.” Niels: “Ik heb nu al patiënten die zich naar de kaakchirurg laten verwijzen omdat ze geen geld voor de tandarts willen uitgeven. De realiteit is gewoon dat er een financiële muur tussen de huisarts en de mondzorg in staat. Wil je de mondhygiënist in de huisartszorg onderbrengen dan zal er echt eerst geld voor vrijgemaakt moeten worden uit het budget van de mondzorg, zodat het niet het zoveelste voorbeeld wordt waarbij de huisarts meer zorg gaat leveren voor hetzelfde beperkte budget. Om de kwaliteit van de mondzorg bij onze patiënten te verbeteren, zal mijns inziens ofwel deze zorg weer in het basispakket moeten komen, ofwel de verzekeraar zal bij specifieke indicaties alsnog meer moeten gaan vergoeden. Patiënten zal ik niet kunnen overtuigen eigen geld hieraan uit te geven onder de huidige omstandigheden.” Bart knipoogt: “Toch nog wel wat zendelingenwerk te verrichten he!”

Concluderend
Concluderend kan ik stellen dat tijd, geld, overtuigingen, druk en ervaringen vooralsnog in de weg liggen voor een prettige samenwerking om tot een kwalitatief hoge zorg te komen bij de medisch gecompromitteerde. Hierbij nodig ik beroepsverengingen in de mondzorg, huisartsenzorg en zorgverzekeraars op om op dit interview te reageren.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Usain Bolt

Usain Bolt wint Olympische Spelen met ernstige tandinfectie

Usain Bolt heeft tijdens de Olympische Spelen negen gouden medailles veroverd. Echter heeft de grootste sprinter uit de atletiekgeschiedenis deze behaald met ernstige tandproblemen.

Abces
Volgens de Braziliaanse krant Globo had Bolt last van een pijnlijk gebitsabces tijdens de Olympische Spelen. Als de infectie in het wortelkanaal terechtkomt, kan het weefsel verder ontstoken raken en afsterven. De atleet is hiervoor nog behandeld in het Olympisch Dorp voordat hij weer naar huis vertrok.

Drukbezocht
Veel atleten ondergingen een tandheelkundige behandeling in het Olympisch dorp. Volgens onderzoek hebben tijdens de Olympische Spelen in 2012 meer dan 1900 atleten de tandarts bezocht.  55 procent had een gaatje en driekwart had tandvleesaandoeningen.

Alan Campbell
Door een ontstoken verstandskies miste de Britse roeier Alan Campbell bijna de Olympische Spelen in 2008. De infectie had zich verspreid door het lichaam, waardoor hij twee maanden voor de Spelen een operatie moest ondergaan. Campbell geeft sindsdien hoge prioriteit aan mondhygiëne en blijft weg van suikerhoudende voedingsmiddelen en dranken. Aldus Campbell: “Ik zeg niet dat je met goede mondhygiëne Usain Bolt kan verslaan, maar je behaalt wel betere resultaten. Daar ben ik nu van overtuigd”.

Bron: flotrack.org

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Levensduur en risicoanalyse van restauratietypen

Levensduur en risicoanalyse van restauratietypen

Voor een posterieure restauratie kan gekozen worden uit een directe of indirecte techniek. Een overzicht van wat er qua levensduur verwacht kan worden van verschillende restauratietypen, zowel vanuit de gegevens van klinische universiteitsstudies als het werk van de Nederlandse tandarts.

Verslag van de lezing van Dr. Niek Opdam, universitair hoofddocent aan het Radboudumc en onderzoeker restauratieve tandheelkunde.

Directe of indirecte techniek bij posterieure restauratie
Voor een posterieure restauratie kan gekozen worden uit een directe of indirecte techniek. Voor directe restauraties heeft het composiet het amalgaam definitief verdrongen, voor indirecte restauraties wisselen de vernieuwingen qua materialen elkaar in snel tempo af. Traditioneel heeft de indirecte restauratie de reputatie een langere levensduur te hebben, maar de adhesieve tandheelkunde heeft ervoor gezorgd dat composieten posterieur een goede levensduur kunnen bereiken.

Hoe kijk je naar de levensduur? We zijn geneigd om te kijken naar de levensduur van de restauratie, maar misschien is de levensduur van het element wel belangrijker. Het advies van Niek Opdam is om de risicoanalyse te betrekken bij behandelplanning. Want wat te doen bij een hoog-risicopatiënt (bruxisme, cariës)?

Restauratieve keuzes posterior

  • Fysische eigenschappen: sterkte en slijtvastheid
  • Esthetiek: functioneel of Italiaanse school?
  • Direct versus indirect
    • Operator skills versus Tandtechnieker skills
    • Direct composiet versus indirect composiet/kermiek/CADCAM
      • Minimaal adhesief versus traditioneel
      • Adhesief subgingivaal restaureren en cementeren
    • Levensduur van verschillende opties

Minimaal invasief of traditioneel prepareren? Niek Opdam adviseert minimaal invasief adhesief te werken. Van de verschillende behandelopties is het belangrijk om de levensduur te weten.

Levensduur restauraties
De levensduur van composiet posteriorrestauraties is goed. Onderzoek uit Denemarken heeft resultaten van al dertig jaar, waarbij zelfs nog met verouderde composieten werd gewerkt en een calciumhydroxideonderlaag. Het jaarlijks faalpercentage is 1.6% –  1.1%. (Pallesen, van Dijken)
Met als kanttekening: de studies zijn onder ideale omstandigheden uitgevoerd in de universiteit. De faalpercentages liggen hoger bij practice-based studies, namelijk rond de 2%.

Direct versus indirect
Traditionele kronen blijken het niet veel beter te doen met jaarlijks falen van zo’n 1%. Het verschil tussen direct versus indirect is dus niet dramatisch.

Restauratieve cyclus
De restauratieve cyclus is de levensduur van een element. Na de eerste interventie volgt een volgende interventie, wat resulteert in een groter defect en een grotere restauratie. Hierdoor is er meer kans op complicaties (endo/fractuur), met uiteindelijk elementverlies tot gevolg.

Tegenwoordig is er een andere behandeling van cariës waarbij we centraal meer cariës laten zitten om pulpa-exponatie te voorkomen. Door te werken volgens de moderne cariologie is een langere levensduur van elementen mogelijk.
Systematic reviews geven een jaarlijks faalpercentage tussen de 1-2% van directe posterieure composiet restauraties.

Problemen met RCT’s is dat risicogroepen vaak worden geëxcludeerd, zoals patiënten die bruxeren. Verder zijn de onderzoeksomstandigheden ideaal, dus het echte faalpercentage ligt in de algemene praktijk hoger dan 1-2%, waar veel risicopatiënten zijn. Daarom zijn risicofactoren volgens Opdam belangrijk voor behandelingsplanning op individueel niveau. Daarbij moet het gaan om echt klinisch falen, geen surrogaat uitkomsten. Dus geen microlekkage, maar wel echte cariës onder de vulling. En is er bewijs uit onderzoek dat de risicofactor invloed heeft? En hoe groot is de invloed dan van de risicofactor op overleving?

Verschillende risico’s hebben verschillende consequenties voor restauratief behandelplan:

  • Parodontaal: wellicht op de lange termijn meer risico
  • Cariësrisico: invloed van dit risico is veel groter dan parodontaal
  • Bruxisme: bepaalt materiaalkeuze
  • Biologische prijs van de behandeling: meer tandheelkunde is meer risico
  • Bij veel aanwezig risico: richtlijn is om terughoudender met ingrijpen te zijn
  • Secundaire cariës vaker bij composiet, grotere kans op breuk bij amalgaam

Amalgaam vertoont meer breuk van knobbels, composiet toont meer secundaire cariës.
Laag risicopatiënten zijn na 12 jaar stabiel voor composiet, voor amalgaam geldt een hogere faling, hierbij is meer breuk (Opdam, 2010).

Meer tandheelkunde, meer risico’s
Niet bij iedere afwijking van de norm is er sprake van een probleem. Laat informed consent aan de orde komen: moderne tandheelkunde is shared decision making. Informed consent is de uitleg van alle opties met voor- en nadelen. De patiënt beslist en de tandarts legt het vast. Er zijn risico’s op patiëntniveau en op element niveau. Cariësrisico, bruxisme en endodontische behandeling zijn factoren die een grote rol spelen.

Levensduur klasseII restauratie in Nederland
Posterior restauraties gaan gemiddeld  zo’n 12 jaar mee. Dat is best goed. (Laske, 2016)
Glasionomeer (GIC) en compomeer doen het slechter, maar je kunt niet zo maar hardmaken dat GIC en compomeer slechter zijn. Indicatiebias speelt hierbij een grote rol, omdat glasionomeercement bijvoorbeeld meer als tijdelijke restuaratie en bij hoog risicosituaties wordt toegepast.

Levensduur kronen in de algemene praktijk
Faalpercentage is 2,4% na 10 jaar.

Verschillen tussen tandartsen
Er zijn grote verschillen tussen tandartsen, de operateur geeft dus ook een risico. De ene tandarts kiest eerder voor vervanging dan de andere. Is dit goede zorg? Opdam omschrijft dit als de proactieve tandarts versus de reactieve tandarts. Je hebt tandartsen die problemen voor willen zijn en tandartsen die afwachten. Dit is een wellicht een verklaring voor het verschil in jaarlijkse faalpercentages van verschillende algemene praktijken die betrokken zijn geweest bij klinische studies.

Posterior restaureren
Een risicofactor is het veranderen van tandarts. Risicoanalyse is de kern van de diagnose, waarbij het patiëntrisico en de tandarts waarschijnlijk gelden als de belangrijkste factoren. Opdam spreekt liever van hoogrisico in plaats van contra-indicatie. Want is het hard bewezen? Contra-indicatie is erg zwart-wit.
Bij werken volgens informed consent beheert de patiënt zelf zijn risico’s. Leg de keuzes daarom voor aan de patiënt. Kies voor shared decision making: de patiënt beslist, de tandarts legt het vast.
Wanneer bij een patiënt bijvoorbeeld sprake is van een hoog risico dan kunt u zeggen dat er wel een brug gemaakt kan worden, maar dat er een groter risico is op falen.

Take home message

  • Train uw vaardigheden
  • Herken de bruxist
  • Vermijd overbehandeling

Dr. Niek Opdam is universitair hoofddocent aan het Radboudumc. Naast onderwijs doet hij onderzoek op het terrein van de restauratieve tandheelkunde met als speciale aandachtsgebieden de levensduur van restauratief werk in de algemene praktijk, secundaire cariës en gebitsslijtage. Hij promoveerde op zijn proefschrift ‘Clinical procedures for posterior composite restorations’. Hij schreef meer dan 60 artikelen in internationale tijdschriften en hij geeft veel lezingen en cursussen in binnen- en buitenland. Hij is voorzitter van de Academy of Operative Dentistry European Section en van de Practice-based Research Scientific Group van de IADR. Opdam heeft een parttime verwijspraktijk in Ulft met als differentiatie de adhesieve tandheelkunde. In zijn praktijk behandelt hij veel patiënten met gebitsslijtage.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts en docent UMCG, voor dental INFO van de lezing van Niek Opdam tijdens het congres Posterior2016 van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
geld

Miljoenennota: Tandvervanging tot 23 jaar in basispakket

Op 20 september werd tijdens Prinsjesdag bekend gemaakt dat de collectieve zorguitgaven in 2017 van 67,1 naar 65,8 miljard euro zullen stijgen. Tandvervanging zal voortaan tot 23 jaar worden vergoed.

Wijzigingen in basisverzekering
Ook al zullen de zorgkosten naar verwachting gaan stijgen – het eigen risico gaat niet omhoog, en blijft daarmee hangen op 385 euro. De premie van de basisverzekering zal waarschijnlijk met slechts €3,50 per maand stijgen. In ruil hiervoor worden onder andere enkele plastische chirurgische ingrepen, fysiotherapie bij etalagebenen en tandvervanging tot 23 jaar aan het pakket toegevoegd.

Tandvervangingen
Eerder werden tandvervangingen vergoed tot 18 jaar. Dit wordt nu dus verlengd tot en met 23 jaar. Het gaat hierbij om fronttandvervangingen met implantaten onder bepaalde omstandigheden. Zo moet het een snij- of hoektand betreffen die niet is aangelegd of vóór het 18e levensjaar in zijn geheel is verloren bij een ongeval.

Bronnen: Skipr, Zilveren Kruis

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Tips voor het bepalen van de perfecte kleurtoon

Tips voor het bepalen van de perfecte kleurtoon

Wetenschap maakt het mogelijk om nauwkeurig de kleur van de tanden te bepalen. Hoe meer informatie u kan doorgeven aan de tandtechnicus, hoe beter. Idealiter werkt hij met foto’s voor een volledig beeld van de patiënt. Wilt u echter snel beslissen, dan volgen hier enkele tips om dit zo precies mogelijk te kunnen doen.

Kleurtoon bepalen vóór de behandeling
De tanden van de patiënt zullen tijdens de behandeling uitdrogen. Bepaal daarom meteen bij binnenkomst van de patiënt de kleurtoon, zodat de tanden nog voldoende gehydrateerd zijn.

Natuurlijke verlichting
U kunt het beste gebruik maken van natuurlijk licht of daglichtlampen. Probeer het gebruik van sterke boven verlichting te vermijden.

Wees snel
Het vermogen van het oog om een kleur te definiëren vermindert na ongeveer vijf seconden. Langdurig naar de tanden staren maakt het moeilijker om de kleuren te onderscheiden. Wees snel en vertrouw op uw instinct.

Felle kleur lippenstift
Als een patiënt een felle kleur lippenstift op heeft, kan de contrasterende kleur uw waarneming in de war brengen. Bedek de lippen met een neutrale blauwe/grijze kaart of gewoon met uw vinger.

Second opinion
De wetenschap heeft aangetoond dat vrouwen meer kleuren kunnen zien en een beter vermogen hebben om kleuren te definiëren.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Internet vol met tandenborstelvergelijkingen met headset iPhone 7

Internet vol met tandenborstelvergelijkingen met headset iPhone 7

Tim Cook, CEO van Apple, presenteerde afgelopen week de nieuwe iPhone 7. Al snel hierna stond internet vol met grappige vergelijkingen op de draadloze headset die bij deze nieuwe smartphone geleverd gaat worden, in de vorm van tandenborstels.

Gebruiksvoorwerpen
Het duurde niet lang voordat de eerste vergelijkingen van de oortelefoons van de nieuwe iPhone 7 op internet verschenen. Met een beetje fantasie lijken deze namelijk verdacht veel op gebruiksvoorwerpen als tandenborstels en föhns.

iphone 7

https://twitter.com/YoungHANDS0ME/status/774185624697868288

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
ouderentandarts

Nieuwe aanpak om mondgezondheid ouderen te verbeteren

Er is een nieuwe multidisciplinaire aanpak om de mondgezondheid van kwetsbare ouderen te verbeteren. In de nieuwe aanpak – ontwikkeld in het project De Mond Niet Vergeten! – werken thuiszorgteams, huisartspraktijken, tandartsen en andere mondzorgverleners samen aan de mondgezondheid van ouderen. Dat is hard nodig want op dit moment heeft 80% van de ouderen een matige tot slechte mondgezondheid als zij worden opgenomen in een verpleeghuis.

Gevolgen
Claar Wierink, projectteamlid en tandarts-geriatrie: ‘De gevolgen van een slechte mondgezondheid zijn ernstig, zeker voor kwetsbare ouderen. Dat is over het algemeen nog te weinig bekend. Naast pijn, kauw- en slikproblemen en infecties in de mond, kan een slechte mondzorg ernstige gevolgen hebben voor de algehele gezondheid en het welzijn. Ondervoeding bijvoorbeeld, maar ook longontsteking, hart- en vaatziekten en een slecht instelbare bloedsuikerspiegel bij diabetes. Een slecht verzorgd gebit kan bovendien problemen geven in het sociale contact.’

In de pilot van het project De Mond Niet Vergeten! werd het afgelopen jaar in drie regio’s (Amsterdam Noord, Rotterdam Vreewijk, Hardenberg) bij 192 kwetsbare thuiswonende ouderen de mondgezondheid gescreend. Hierbij werd gekeken of zij problemen in de mond hebben en of zij problemen ondervinden met de eigen gebits- en mondverzorging en het bezoek aan de mondzorgpraktijk.

Problemen met mondzelfzorg
Wierink: ‘Bij bijna een van de vijf ouderen (18%) in deze pilot werden problemen met de mondzelfzorg gezien. Zij hadden hulp nodig bij de dagelijkse mondverzorging. Ruim twee van de vijf (41%) hadden klachten waar een mondzorgprofessional bij nodig is; niet goed kunnen kauwen, het niet dragen of loszitten van het kunstgebit en een droge mond waren de belangrijkste klachten. Toch is tandartsbezoek niet vanzelfsprekend; bijna zeven van de tien (68 %) hadden het tandartsbezoek te lang over geslagen.’

Implementatiepakket
Op basis van de uitkomsten van de pilot is nu een implementatiepakket samengesteld waarmee zorgverleners zelfstandig aan de slag kunnen.

Het implementatiepakket van De Mond Niet Vergeten! is te vinden op www.demondnietvergeten.nl en bestaat uit:

  • Online scholingsmateriaal en instructiefilms voor professionals, maar ook voor ouderen zelf en hun mantelzorgers
  • Screenings- en verwijsinstrument
  • Het Poetsboek, over alles wat nodig is voor een gezonde mond
  • Publieksfolder en wachtkamerposter
  • Draaiboek voor implementatie en samenwerking in de eerste lijn informatie over mondgezondheid.
Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
practice pink

Henry Schein steunt opnieuw KiKa

In oktober lanceert Henry Schein Practice Pink, zijn jaarlijks terugkerende
marketingprogramma gekoppeld aan goede doelen. Via dit programma worden klanten in de gelegenheid gesteld roze producten te kopen, variërend van zorgproducten en producten voor de praktijk tot kleding.

Gedurende de hele maand zal een deel van de opbrengst uit de verkoop van deze producten worden gedoneerd aan KiKa (Stichting Kinderen Kankervrij) om de strijd tegen kanker te steunen. KiKa heeft als doel, het werven van fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Daarnaast richt KiKa zich op het geven van voorlichting. *) Een overzicht van de verkrijgbare Practice Pink-producten en informatie over de manier waarop dit initiatief kan worden gesteund zijn te vinden op www.henryschein.nl.

Sinds 2005
Henry Schein introduceerde het programma in 2005 in de Verenigde Staten, waarbij de nadruk lag aanvankelijk op borstkanker. In de loop van de jaren is het programma uitgebreid naar de bestrijding van meer vormen van kanker, waaronder kinder- en mondkanker. Sinds de oprichting is meer dan USD 1,1 miljoen ingezameld ter ondersteuning van verschillende initiatieven en programma’s om de toegang tot gezondheidszorg, preventie en onderwijs voor kankerpatiënten te verbeteren.

Positieve bijdrage leveren
“Het vervult Henry Schein met trots dit belangrijke programma ook in geheel Europa te implementeren. In 2015 maakte het Federale Bureau voor de Statistiek van Duitsland bekend dat kanker de op een na meest voorkomende doodsoorzaak is in het land, na hart- en vaatziekten. Het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2014 gaf aan dat in 2012 in Europa 3,4 miljoen nieuwe gevallen van kanker waren vastgesteld. We hopen dat we mede door de gulheid van onze klanten, leveranciers en leden van Team Schein een positieve bijdrage kunnen leveren aan het leven van talloze patiënten en hun familie,” aldus Simon Gambold, Vice President Marketing European Dental Group van Henry Schein.

Henry Schein Cares
Practice Pink maakt deel uit van Henry Schein Cares, het wereldwijde
programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein. Henry Schein Cares beoogt de toegang tot de zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en onderwijs; voorbereiding op noodgevallen en noodhulp; en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg. Een belangrijk deel van dit werk bestaat uit het bieden van steun aan kankerpatiënten en hun familie.

*) Bron: KiKa

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Stopknop

Stopknop bij Nijmeegse tandarts

Angstige patiënten zijn goed op hun plaats bij de Nijmeegse tandarts Patrick Vadasz. Op zijn stopstoel is sinds een aantal maanden stopknop te vinden. Patiënten kunnen hierop drukken op het moment dat het hen wat teveel wordt.

Verminderen van angst
Patrick verzon dat het hebben van een stopknop bij veel patiënten hun angst zou kunnen verminderen, omdat zij op deze manier meer controle hebben over de behandeling. Patrick: “Ik wilde eigenlijk zo’n hele grote rode knop, maar het is een saaie garagedeurschakelaar geworden.” De knop is sinds zijn onthulling, drie maanden geleden, al een aantal keer gebruikt.

Uitgeschakeld
Op het moment dat er op de knop wordt gedrukt worden alle apparaten direct uitgeschakeld en gaat Patrick even het gesprek aan met de patiënt. De reden voor het drukken wordt achterhaald. “Dat vinden ze echt fijn, dat ik die tijd neem. Maar van de meeste patiënten hoor ik dat ze al rustiger worden omdat ze weten dat ze op de knop kunnen drukken als ze dat willen.”

Bron: RTL nieuws

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Selfie-video tandenpoetsen kan mondhygiëne verbeteren

Selfie-video tandenpoetsen kan mondhygiëne verbeteren

Nieuw onderzoek heeft aangetoond dat video-opnames van het tandenpoetsen kunnen bijdragen aan een betere mondgezondheid. Het onderzoek is gepubliceerd in de Indian Journal of Dental Research.

Onderzoek

Voor het onderzoek hebben deelnemers twee weken lang ‘selfie-video’s’ tijdens het tandenpoetsen gemaakt met behulp van een smartphone. De onderzoekers hebben de video’s geanalyseerd en zagen een toename in de nauwkeurigheid van de poetsbewegingen een een algehele verbetering van 8% van de tandenpoetstechniek.

Feedback

‘Vaak wordt tandenpoetsen verkeerd aangeleerd,’ zegt Lance Vernon, co-auteur van het onderzoek. ‘Het kost een hoop tijd en energie om het aangeleerde gedrag te veranderen. Het huidig onderzoek suggereert dat met behulp van selfies, mensen makkelijker en sneller feedback kunnen ontvangen van een tandheelkundige professional om hun poetstechniek te verbeteren’.

mHealth

Selfies worden steeds vaker gebruikt om progressie van ziekten en de effectiviteit van de behandeling te evalueren. Deze nieuwe manier van het verzamelen van gegevens staat bekend als mobiele gezondheidszorg, of ‘mHealth’. ‘Het is een begin van een mHealth strategie om nieuwe gewoonten te creëren, waardoor tandartsen en patiënten zich meer kunnen richten op preventie. Tandheelkunde selfies en andere ‘mHealth’ strategieën kunnen belangrijk worden voor de preventie en diagnose in de toekomst.’

Bronnen:
Indian Journal of Dental Research
dental.case.edu

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Nieuwe behandeling zou parodontale ziekteverwekkers volledig kunnen uitroeien

Nieuwe behandeling zou parodontale ziekteverwekkers kunnen uitroeien

Een microbiologische laserbehandeling zou parodontale ziekteverwekkers volledig kunnen uitroeien. Dit blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in de European Journal of Clinical Microbiology and Infectious Diseases.

Parodontitis
Parodontitis is een complexe, multifactoriële ziekte en chronische aandoening van de steunweefsels van de gebitselementen dat leidt tot ontsteking en afbraak van bindweefsel en kaakbot.

Perioblast
Volgens de onderzoekers zou de nieuwe methode, genaamd Perioblast, de pathogenen effectief kunnen verwijderen, waardoor tandextractie of chirurgische ingrepen niet meer nodig zijn. De laser verwijdert selectief  geïnfecteerde weefsels waardoor de paradontale bacteriën worden vernietigd, zonder schade toe te brengen aan andere weefsels. De laserbehandeling zou ook werken bij een agressieve vorm van parodontitis.

Resultaten
2683 patiënten hebben de behandeling ondergaan. Uit de resultaten blijkt dat bij 100% van de patiënten de mondgezondheid significant verbeterd was.

Bron:
readbyqxmd.com

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Mini-symposium taakherschikking door ANT en KNMT

Compilatie van mini-symposium taakherschikking

Op woensdag 7 september organiseerde de ANT samen met de KNMT een mini-symposium over de door de minister van VWS voorgenomen taakherschikking in de mondzorg.
Bekijk de compilatie van het mini-symposium.

Doel van het symposium was om vast te stellen wat het verschil is tussen taakherschikking en taakdelegatie en wat de consequenties van een eventuele wetswijziging kunnen zijn. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de: VVD, SP, NZa, IGZ, Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland en de Consumentenbond.

Gastsprekers waren:
Dr. E. Berkhout – Voorzitter sectie Orale Radiologie ACTA
R. Bos – Secretaris Ivoren Kruis
Dr. W. Brands – Voorzitter KNMT
Dr. D. Slot – Epidemioloog en mondhygiënist, universitair docent afdeling Radiologie ACTA
M. van Splunter – Voorzitter NVM
J.W. Vaartjes – Voorzitter ANT
N. Vos – Tandarts, oud lid werkgroep mondzorg van het Capaciteitsorgaan

Bron: YouTube, ANT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Video
Tandpasta met hoog fluoridegehalte kan witte plekken op tanden voorkomen

Tandpasta met hoog fluoridegehalte kan witte plekken op tanden voorkomen

Vele studies hebben aangetoond dat bij 85 procent van de mensen die een beugel draagt, witte vlekken ontstaan om de brackets door de tandplak die op de tanden blijft zitten. Als de plak te lang blijft zitten ontkalkt daar het glazuur. Een Zweeds onderzoek suggereert dat een tandpasta met een hoog fluoridegehalte voorkomt dat er witte vlekken ontstaan. Dit soort tandpasta bevat vier keer zoveel fluoride als normale tandpasta.

Onderzoek
Ruim 400 mensen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De helft van deze deelnemers gebruikten een tandpasta met een hoog fluoridegehalte. De anderen kregen een tandpasta met een normaal fluoridegehalte. Van elke patiënt is een gebitsfoto genomen voor en na de behandeling. De gemiddelde behandelingsduur was 20 maanden.

Resultaten
De resultaten toonden aan dat bij ongeveer 45 procent van de mensen die de normale tandpasta gebruikt, witte vlekken waren ontstaan ten opzichte van 34,6 procent van de mensen die een tandpasta gebruikte met een hoog fluoridegehalte. Gecombineerd met goede mondverzorging kan dit soort tandpasta dus helpen het tandverval tegen te gaan.

Bron:
Asnanportal.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
dossiers

Zorgverzekeraar mag patiëntendossier inzien

De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een voorstel van minister Schippers om zorgverzekeraars toestemming te geven een patiëntendossier in te zien bij vermoeden van fraude. Na de inzage moet de patiënt wel worden geïnformeerd door de zorgverzekeraar. Zorgverzekeraars krijgen toegang tot het dossier via een zorgverlener.

Teleurgesteld
Patiëntenfederatie Nederland is teleurgesteld over de gang van zaken. “Wij vonden en vinden dat de patiënt voorafgaand aan een onderzoek moet worden geïnformeerd”, zegt directeur Dianda Veldman in een verklaring. “Sterker nog: hij moet toestemming geven aan de verzekeraar. Jammer dat de Tweede Kamer dat niet heeft willen toestaan. Ik heb nog geen enkele reden gehoord waarom een patiënt niet vooraf om toestemming kan worden gevraagd. Wij blijven aandringen op een goede regeling. Het dossier is van de patiënt. Die bepaalt wie er in mag kijken en waarom.”

Bestrijden fraude in zorg
Minister Schippers verwacht met deze werkwijze fraude in de zorg te kunnen bestrijden. Vorig jaar werd er voor 11 miljoen euro gefraudeerd. 1,4 miljoen hiervan was voor rekening van patiënten en 9,6 miljoen fraude werd door zorgverleners of tussenpersonen gepleegd, zegt de Privacy Barometer.

Lees meer over: Ondernemen, Patiëntendossier, Thema A-Z, Wet- en regelgeving, Zorgverzekeringen
Zwangere vrouwen hebben veel kans op gingivitis

Zwangere vrouwen hebben veel kans op gingivitis

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat zwangere vrouwen veel kans hebben op matige tot zeer ernstige gingivitis. Regelmatige hulp om een goede mondgezondheid te behouden zou kunnen helpen om nadelige uitkomsten van de zwangerschap te voorkomen. Het onderzoek werd gepresenteerd op de International Association voor Dental Research (IADR) meeting in Seoul, Zuid-Korea.

Verschillende factoren
Tussen de 40 en 80 procent van alle 600 onderzochte zwangere vrouwen had gingivitis. De vrouwen waren tussen de acht en 24 weken zwanger. Er werd ook bestudeerd of leeftijd, studiegebied en/of demografische factoren hier nog effect op hebben.

Leeftijd speelt rol
Studiegebied en leeftijd op het moment van zwangerschap bleken een rol te spelen. Zo bleken jongere vrouwen meer kans te hebben om gingivitis op te lopen. Daarentegen zijn oudere vrouwen juist gevoeliger voor parodontale ziektes.

Zwangerschapsduur
Zwangerschapsduur en etniciteit speelt geen rol bij kans op gingivitis, zo bleek. Of iemand acht of 24 weken zwanger was maakte geen significant verschil.

Oplettendheid voor tandartsen
Hoofdonderzoeker Michael Reddy wil alle tandartsen erop wijzen om op de hoede te zijn voor de kansen op gingivitis bij zwangerschap. “Zwangerschapsgingivitis is niet per sé onschadelijk, en een ingreep kan noodzakelijk zijn voor de gezondheid van moeder en kind.”, aldus Dr. Reddy.

Bron: EurekAlert

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
impact van digitalisering op de praktijk

De impact van digitalisering op de mondzorgpraktijk

Digitalisering dringt steeds verder de tandartspraktijk binnen. U krijgt er steeds meer mee te maken. Om u up-to-date te brengen vertelt prof.dr. Daniël Wismeijer in dit interview meer over de huidige digitale technologie en lezingen die tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk worden aangeboden.

Digitalisering dringt steeds verder de tandartspraktijk binnen. U heeft en krijgt er steeds meer mee te maken en dat is voor velen een bijzonder spannende en uitdagende ontwikkeling. Om u up-to-date te brengen over de meest recente ontwikkelingen op het gebied van digitalisering in de dagelijkse praktijk vindt 18 november 2016 het Congres Digitaal in de tandartspraktijk plaats in RAI Amsterdam. Een congresdag over de klinische tandheelkunde van morgen. In het volgend interview vertelt Prof.dr. Daniël Wismeijer, moderator van dit congres, meer over de huidige digitale technologie en over de lezingen die tijdens het congres worden aangeboden.

Welke impact zal digitalisering hebben op diagnostiek?
“Een aantal sprekers gaan meer vertellen over de impact op de diagnostiek. Zo zal Erwin Berkhout het hebben over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitale radiologie in 2D/3D. Wat kan je bijvoorbeeld met 3D beeldvorming in de tandartspraktijk? Digitale beeldvorming kan bijdragen aan het stellen van een diagnose, maar kan ook worden ingezet om gebitsontwikkeling bij de patiënt te volgen. Omdat je een patiënt meestal maar om het halfjaar of jaar ziet, kun je met beeldopnames processen in de gaten te houden zoals gebitsslijtage of ontwikkeling van cariës. Zo kan je aan de hand van de beelden bepalen of een behandeling nodig is. Professor dr. Marie-Charlotte Huysmans zal in haar lezing ook meer vertellen over hoe cariësrisicoschatting digitaal kan worden toegepast in de algemene praktijk.”

En wat is de impact op de behandelsplanning en klinische uitvoering?
“Ik denk dat hier heel veel technologieën een rol gaan spelen. Digital smile design bijvoorbeeld is een techniek die je kan gebruiken om helder naar de patiënt over te brengen wat je precies voor hem kan doen en of dit voldoet aan zijn verwachtingen. Met de technologie kan je met behulp van foto’s en video’s laten zien hoe de glimlach na de behandeling eruit gaat zien. Ook kan je met digitale gereedschappen dingen maken. Zo kan je bijvoorbeeld met computersoftware orale implantanten ontwerpen waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van het bot dat daarvoor aanwezig is.  Daarnaast kunnen we in de nabije toekomst ook delen gaan robotiseren van wat er gebeurt in de tandartsenpraktijk. We kunnen bijvoorbeeld een machine een implantaat bij een patiënt laten plaatsen. Misschien is dat een gek idee, maar als je kijkt naar bijvoorbeeld hersenchirurgie is het gebruik van robots heel normaal. De digitale tools veranderen dus zeker wel de manier waarop je met patiënten omgaat en hoe je patiënten gaat behandelen. En ik denk dat dat patiënten ten goede gaat komen.”

Wanneer spreken we van een digitale praktijk?
“Computers , digitale röntgen, e-mail, internet, fotografie, praktijksoftware, sms, CAD-CAM, websites, whatsapp, intraorale scanner, 3D printen .. Omdat je een digitale röntgenfoto maakt, heb je nog geen digitale praktijk. Omdat je een sms’je stuurt naar de patiënt voor herinnering aan een afspraak, heb je nog geen digitale praktijk. Omdat je een online afspraak kan laten maken, heb je nog geen digitale praktijk.  Je hebt wel een digitale praktijk als alle genoemde onderdelen aan elkaar zijn geknoopt en netjes geïntegreerd zijn tot een vloeiende digitale workflow van begin tot eind. Zo kan je ook het maximale uit deze ontwikkelingen halen. En dit is dan ook een van de doelen van dit congres: hoe implementeer je als tandarts al deze stukjes gereedschap samen om je te ontwikkelen tot een digitale praktijk?”

Hoeveel kosten brengt dit met zich mee?
“De keerzijde is dat het een investering met zich mee brengt. Digitale gereedschappen worden snel afgeschreven. Maar dat betekent niet dat dat je er niet mee kan werken. Wat je wel ziet is dat de industrie heel veel innovaties inbouwt in de digitale gereedschappen, waardoor de lifecycle van wat je gebruikt niet zo lang is. Dat betekent dat je investering in je praktijkomgeving, zeker als je in een kleine setting zit, veel groter is dan als je in een praktijk werkt met meerdere tandartsen. Dan zijn de kosten per eenheid per tandarts een stuk lager. Ik denk dat dat zaken zullen zijn die heel veel mensen aan het denken zullen zetten en hun positie in de zorg gaan heroverwegen: zal ik investeren in al dit soort zaken als tandarts, moet ik misschien stoppen met mijn praktijk of moet ik mijn praktijk overdragen aan een tandarts, groep tandartsen of een keten die al meer geïnvesteerd heeft in de technologie en al een duidelijkere positie in de markt heeft gegeven?”

Dus wat zijn de stappen die je moet ondernemen om een digitale praktijk te worden?
“Je moet gaan nadenken over hoe je de technologie gaat implementeren en je moet jezelf afvragen: als ik die hele workflow wil, wat betekent dat dan voor mijn investering? Dan zal je ook moeten kijken naar de rol van de tandtechnicus: hoe kan hij mij helpen met het realiseren van de digitale workflow? En wat kan ik gezamenlijk doen met andere collega’s? Hoe kan ik zorgen dat mijn investering niet zo groot wordt dat ik straks qua inkomen onvoldoende uit mijn praktijk kan halen? En je moet je afvragen: kunnen we mee? Of moeten we kijken naar andere werkverbanden zodat de benodigde investeringen gedaan kunnen worden? Tijdens de congresdag zal een van mijn lezingen gaan over de huidige technologie voor zover deze nog niet volledig benut is en we kijken vooruit naar de consequenties van de digitale ontwikkelingen voor de tandheelkundige zorg.  Het tandheelkundig speelveld zal veranderen en alle spelers zullen opnieuw hun positie moeten bepalen. Dit geldt voor de zorgverlener, de tandtechnicus maar ook de dentale industrie.”

Meer informatie over het congres

Prof.dr. Daniël Wismeijer
De impact van digitalisering op de mondzorgpraktijkDaniël Wismeijer rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KUN en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar ACTA waar hij promoveerde. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd tot Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan ACTA. Speerpunten van het onderzoek zijn CAD/CAM in de implantologie en prothetiek, het stimuleren van botgroei in botdefecten en rondom implantaten, de behandeling van peri-implantitis en het 3D printen van tandheelkundige restauraties, implantaten en botsubstituten. In 1985 is hij de tandartsenpraktijk Ellecom gestart. In 1991 de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwezoom. Deze verwijspraktijk is nu ondergebracht in een groepspraktijk in Dieren waar nu 6 tandartsen werkzaam zijn.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z