Alpe dHuZes is een actie waarbij deelnemers hardlopend, wandelend of fietsend op een dag tot maximaal zes keer de Alpe dHuez beklimmen om zo veel mogelijk geld in te zamelen in voor wetenschappelijk onderzoek naar kanker. Een van deze onderzoeken ontwikkelt een techniek met behulp van licht dat in de mond kan aantonen dat er zich verderop in het lichaam tumoren ontwikkelen. Zo kan kanker in een vroeg stadium worden ontdekt.
Lichtmeting
De onderzoekers hopen dat met een eenvoudige lichtmeting op de wang voorspeld kan worden of zich in de long, luchtpijp of spijsverteringskanaal een tumor ontwikkelt. Met behulp van deze lichtmeting kan er iets gezegd worden over de moleculen en structuur van het weefsel. Niet alleen over het weefsel waar het licht op gericht is, maar ook over het weefsel eromheen.
Onderscheid
Als uit het onderzoek blijkt dat met een lichtmeting onderscheid kan worden gemaakt tussen personen met en zonder tumor, is vervolgonderzoek nodig om aan te tonen dat de techniek geschikt is voor screening. De voorwaarde voor screening is dat de methode simpel, compact, goedkoop, eenvoudig, snel en pijnloos moet zijn.
Bij de tandarts
De onderzoekers hopen dat de techniek ooit gebruikt zal worden als korte screening tijdens een reguliere tandartscontrole. Omdat de patiënt al met zijn of haar mond open ligt, kan een snelle meting gedaan worden dat weinig extra moeite kost. Naast dat onderzocht wordt of een lichttechniek gebruikt kan worden voor het vroeg opsporen van kanker, kijkt men ook of andere ziekten zoals Alzheimer en de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium ontdekt kunnen worden.
Onderzoek
Het onderzoek maar maakt deel uit van het Van t Hoff-programma waarin TNO samenwerkt met gezondheidsfondsen, ziekenhuizen en industrie.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/alpe-d-huzes.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-12-07 00:00:002018-11-22 16:00:22Alpe dHuez zamelt geld in voor opsporen kanker met lichttechniek in de mond
Gaatjes bij jonge kinderen zijn wereldwijd nog steeds een groot probleem. Veel kinderen krijgen hiermee te maken, wat de kans op gaatjes in de toekomst alleen maar vergroot.
Probiotische kauwtabletten onderzocht Een onderzoeksteam van de Faculteit van Gezondheidswetenschappen en Medische Wetenschappen van de Universiteit van Kopenhagen heeft nu het effect van probiotische kauwtabletten bij kinderen onderzocht, en dan met name in een kwetsbare en multiculturele omgeving. 132 kinderen tussen de 2 en 3 jaar kauwden een tablet per dag. Sommige tabletten werden verrijkt met een van drie verschillende soorten probiotica, terwijl andere tabletten placebo-tabletten waren. Verder werd er tweemaal per dag gepoetst met een fluoride tandpasta gepoetst.
Minder cariës Gedurende het onderzoek werd de staat van de gebitjes bijgehouden. Hieruit werd de conclusie gevormd dat het kauwen op de tabletten wel degelijk tot minder cariës leidt. Verdere studies hopen vast te kunnen stellen wat de ideale dosis van deze tabletten is, om zo gaatjes bij jonge kinderen zo veel mogelijk te bestrijden.
Ketens. Ze werden wel eens negatief de cowboys van de mondzorg genoemd. Ook kwam onlangs een keten bij het televisieprogramma De Monitor slecht in beeld omdat de intake was afgesproken bij een tandarts wat later geen tandarts maar de manager bleek te zijn. Maar let op, het aantal tandartspraktijken werkzaam binnen een keten groeit gestaag. Een interview met Marc Rooker van RDW Tandartsen en Willem-Jan Hens en Henk Noorlag van Samenwerkende Tandartsen over hun drive voor het opzetten en werken in een mondzorgketen.
Waarom bent u een keten gestart? Rooker: Dat is ontstaan toen ik mijn vriend en collega René de Wit ontmoette in 2009. We hadden allebei het idee dat de tandheelkundemarkt ging veranderen, mede door de opkomst van ketens om ons heen. In 2012 hebben we besloten om onze praktijken samen te voegen. Op deze manier konden we niet alleen als tandarts werken, maar ook echt ondernemen. We hebben daarvoor wat tijd aan de stoel opgeofferd om zo meer ruimte te hebben voor de organisatie en uitbreiding van onze praktijken. We hadden allebei de ambitie om niet meer fulltime aan de stoel te werken, maar wel om dit af te wisselen met managementtaken. Hens vertelt dat Alexander Melis – de oprichter van Samenwerkende Tandartsen – al 11 jaar geleden de verandering in de tandheelkunde zag waarbij ketenvorming een goede oplossing zou kunnen zijn voor diverse problematieken. Noorlag verduidelijkt: Veel jonge tandartsen wilden of konden niet investeren in een eigen praktijk. Tandartsen die het vak wel echt mooi en leuk vonden, maar geen zin hadden in de steeds groter wordende administratieve belasting. Bovendien wilde een groeiend aantal (vrouwelijke) tandartsen parttime werken. Dat geldt nu nog steeds.
Hoe ziet uw werkweek eruit? Rooker: Mijn werkweek is zeer afwisselend en divers. Ik werk nog twee dagen als tandarts. Daarnaast is er veel tijd nodig voor allerhande organisatie werkzaamheden. Nagenoeg elke week wordt er vergaderd over het personeel. Over hun functioneren en ook over nieuw aan te nemen medewerkers. Ook wordt er veel tijd genomen voor instructie aan medewerkers en het verwerken van deze instructies in protocollen. Daarnaast zijn we elke week op pad voor de acquisitie van praktijken. Dat gebeurt vaak s avonds en in het weekend. Daarnaast ben ik ben nagenoeg elke dag dat ik niet aan de stoel werk, minimaal anderhalf tot twee uur kwijt aan mailafhandeling.
Hens: Mijn werkzaamheden bestaan veelal uit overleg hebben op verschillende niveaus binnen onze organisatie. Dagelijks heb ik contact met onze regiomanagers over de operationele onderwerpen die spelen. De onderwerpen zijn zeer divers.
Noorlag: Naast werken in de praktijk als tandarts doe ik de dagelijkse directiezaken, zoals gesprekken met nieuwe tandartsen houden, vragen op zorginhoudelijk gebied beantwoorden, second opinions doen, garantieregelingen treffen, vergaderingen en nog veel meer.
Zijn alle praktijken per keten nu precies hetzelfde? Bij RDW Tandartsen zijn het allemaal groepspraktijken die in de basis gelijk zijn van opzet. Een praktijk heeft minstens vier stoelen. Rooker vertelt: We proberen zoveel mogelijk disciplines onder te brengen. We werken naast tandartsen – met preventie assistentes, mondhygiënisten, tandprothetici, orthodontisten, pedodontologen en implantologen. Daar hebben we stoelen voor nodig, en dat kan alleen als er drie maar eigenlijk minimaal 4 stoelen zijn. Bij Samenwerkende Tandartsen werkt het een beetje anders. Wij hebben een diversiteit aan praktijken en ook aan modellen qua werken. Alle mogelijke manieren van werken zijn te vinden in onze keten: solistische praktijken, meerkamerconcepten, preventie agendas, mondhygiënisten, innovatie op QLF-gebied, jeugdzorg, diverse specialisme zoals orthodontie, implantologie en parodontologie en ZBC kaakchirurgie zijn te vinden in onze keten.
Kunt u gemakkelijk tandartsen vinden voor de ketens? Volgens Samenwerkende Tandartsen was het de afgelopen jaren vooral moeilijk om goede medewerkers te vinden in het oosten van het land. Maar op dit moment zijn we uit deze dip gekomen. Alles gaat nu eenmaal in een golfbeweging. Hierbij gaat rust je te allen tijde redden. Rooker: Tandartsen vinden lukt over het algemeen wel, maar het zijn vaak wel onervaren tandartsen. Ervaren tandartsen vinden is het lastigst. Ervaren tandartsen beginnen namelijk vaker hun eigen praktijk, vaak ook in een maatschap. Dus de spoeling is wat dunner. In het oostelijke deel van Nederland is inderdaad het aantal reacties op een vacature minder. Men zoekt toch graag vaak de grote stad op en dan is de Randstad wel favoriet. Echter, in het oosten is ongelooflijk veel werk te verzetten, met genoeg professionele uitdagingen. Want ook in het oosten wordt kwaliteit zeer gewaardeerd en hier wordt ook geld aan uitgegeven.
Waarom zou iemand bij uw keten willen werken? Samenwerkende Tandartsen: Omda t zorg voor onze patiënten centraal staat. Ons primaire proces is daar helemaal op gericht en niet op omzet of winst maken. Dat is voor ons heel prettig werken. Rooker: Werken in een van onze RDW-Tandartsenpraktijken betekent dat je nog steeds veel zelfstandigheid hebt, er genoeg management is om allerhande randzaken voor je op te lossen en daardoor meer focus ligt bij je patiënt. Ik wil nogmaals benadrukken dat er in geen geval van je verwacht wordt dat je met targets moet werken. Het enige waar we naar kijken is, of je winst in een gezonde relatie tot je omzet staat.
Hoe gaat u om met scheve ogen? Toch wordt er met enige regelmaat met scheve ogen gekeken naar grote praktijken en ketens. Bijvoorbeeld door de zorgverzekering maar ook door collega’s. Hoe ga je hiermee om? Hens: Rustig onze eigen koers varen. Wij weten waar we voor staan, namelijk voor kwaliteit in de tandheelkunde. Wij investeren hier goed in middels het ondersteunen van young professionals op de werkvloer, ons zorginhoudelijk adviesorgaan het Consilium bestaande uit 10 senior tandartsen uit verschillende praktijken, diverse overlegstructuren voor baliemedewerkers, hoofdassistenten, mondhygiënisten en het intercollegiale overleg voor alle tandartsen en kaakchirurgen. Noorlag vult aan: Door de goede naam die wij als Samenwerkende Tandartsen inmiddels hebben, merken we dat er steeds minder met scheve ogen wordt gekeken. Rooker geeft toe: Ja, ik weet dat er nog al een negatieve sfeer rondom ketens hangt. Dat zal ik niet ontkennen. Er wordt vaak gedacht dat ketens alleen maar op de kwantiteit van de behandelingen letten en niet op de kwaliteit. Daar herkennen we ons niet in. Uiteraard wordt er bij elke medewerker gekeken en besproken hoeveel en wat er gedaan wordt. Maar in geen geval wordt een medewerker onder druk gezet om meer te presteren. Dat doen we wel met de kwaliteit. Als bijvoorbeeld de cofferdam niet gebruikt wordt bij een endontische behandeling, volgt er een gesprek met verzoek. Er is wel eens kritiek, maar ik geloof in onze aanpak en die koers wil ik aanhouden.
In hoeverre moeten de medewerkers zich voegen naar uw beleid? Hens reageert kort maar krachtig: Het is nooit mijn beleid. Onze naam zegt het al: samenwerking, goed luisteren naar elkaar en open staan voor goede argumenten zijn belangrijk en, denk ik, ook het succes voor een goede toekomst. Noorlag knikt: Wij hanteren geen strakke lijn en hard beleid. Samenwerking en goed overleg vinden we belangrijker. Rooker is nog wat uitgebreider: Tandarts-medewerkers hebben veel zelfstandigheid. Hoe ze precies hun vak willen uitoefenen, is iets waar we ze niet in willen sturen. We monitoren wat ze doen, en bespreken op zn tijd wel een casus. Ik geloof er niet in dat elke tandarts op dezelfde manier kan indiceren en behandelen. Ik zie heel veel tandartsen van dezelfde universiteit afkomen, maar met een totaal andere manier van werken. Maar wel allemaal met een tevreden patiëntengroep. De besprekingen zijn vaak boeiende discussies over hoe je het een en ander moet aanpakken. Bijna altijd komt naar voren dat er meerdere wegen naar Rome leiden en communicatie het toverwoord is.
In hoeverre kunnen u en uw praktijken als ‘commercieel’ gezien worden? Hens: Ik denk dat ik best wel als commercieel gezien kan worden. Mijn achtergrond is immers commerciële dienstverlening. Echter, ik ben niet snoeihard commercieel. Ik werk niet voor niets in de zorg. Aangezien er circa 180 tandartsen en ruim 400 andere zorgprofessionals in onze praktijken werken die de zorg voor onze patiënten waarborgen, hoef ik me slechts met de randzaken en voorwaarden bezig te houden. En wat mij betreft mag daar best een commerciële touch aan zitten. Noorlag: Ik ben in eerste instantie tandarts en dus zorgverlener. Uiteraard dient een bedrijf – ook een tandartspraktijk – wel winst te maken om te kunnen blijven investeren in de toekomst. Rooker: Als ik commercieel hoor, dan denk ik aan kwantiteit. En dat is niet ons uitgangspunt. We kijken naar onze praktijken als bedrijf. Dat betekent dat we een goed product moeten leveren en dat er meer geld moet binnenkomen dan er uitgaat. Met die basis kijken we naar alle mogelijke manieren om ons tandheelkundige bedrijf beter te maken en gezond te houden. En ja, als we meer omzet en meer winst maken, dan is een deel van onze doelstelling bereikt. Maar we willen wel dat dit komt doordat we duurzame kwaliteit leveren.
Hoe ziet u de toekomst van de mondzorg? Samenwerkende Tandartsen : Wij zijn van mening dat het individualistische op termijn er steeds meer van af zal gaan. De meeste jonge tandartsen willen graag in groepsverband werken. Ze willen kennis en vaardigheden opdoen, kennis delen en van elkaars specialisme gebruik maken. Daarnaast zal ook het parttime werken – gezien de samenstelling van de beroepsgroep – steeds naar voren komen. Investeren in een solistische praktijk en daarbij voldoen aan wet- en regelgeving wordt steeds lastiger. Kortom kansen voor groepspraktijken en ketens. Waarbij we willen aantekenen dat ons inziens de kleine solistische praktijk ook nog wel zal blijven bestaan. Het tandheelkundig landschap zal, denken wij, nog meer evenredige diversiteit gaan vertonen. Ook Rooker geeft dit aan: De mondzorg zal zich steeds meer als teamwork profileren. Praktijken zullen dus meerdere stoelen hebben, met meerdere disciplines. Al dan niet als onderdeel van een keten. Een tandarts die alles kan met de huidige wetenschap, bestaat niet. We hebben specialisten nodig. Gebundeld onder één dak is het meest aantrekkelijk en efficiënt voor zowel de patiënt als de zorgverlener. De solo praktijk zal in veel gevallen verdwijnen.
Marc Rooker studeerde in 1995 af als tandarts en startte na zijn dienstplicht in de praktijk van zijn vader. Na vijf jaar ging hij verder als tandarts-waarnemer en in 2005 begon hij zijn eigen praktijk in Kampen. In 2006 nam hij de praktijk van zijn vader over in Genemuiden. In 2012 startte hij RDW Tandartsen, samen met collega René de Wit.
Willem-Jan Hens is operationeel directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Hij heeft een horeca-opleiding gevolgd en werkte vijftien jaar in deze branche. Inmiddels werkt hij al weer dertien jaar in de tandheelkunde en stond hij aan de basis van de ketenvorming.
Henk Noorlag is werkzaam als tandarts-directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Naast deze functie werkt hij nog drie dagdelen per week als tandarts in de praktijk Samenwerkende Tandartsen Dongen. Hij studeerde af in de Tandheelkunde in 1980 en werkte als tandarts bij de Koninklijke Luchtmacht in Duitsland. Van 1981 tot 2009 had hij zijn eigen praktijk in Dongen en Waspik.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-12-07 00:00:002015-12-07 00:00:00Wat is de drive van de mensen achter een keten?
Van A (Adhesion) tot Z (Zirkonium). Een update over de materiaalkeuze door prof. dr. Markus Blatz, hoogleraar Restoratieve Tandheelkunde in Philadelphia. Verslag van het NVVRT-congres.
Keuze materiaal Belangrijke factoren die een rol spelen bij de keuze van het materiaal zijn:
Contaminatie
Sterkte van het materiaal
Omvang van de preparatie
Regio waar restauratie wordt geplaatst
Translucentie van het materiaal
Keuze voor adhesieve of conventionele hechting
Zachte weefsels
Er wordt steeds meer volledig keramiek en steeds minder metaal toegepast bij kroon- en brugwerk.
Behandelplan: een belangrijke stap Elke kwalitatief goed materiaal heeft een plek in de tandheelkunde, maar het moet slim gebruikt worden. Ook zijn er nog steeds goede indicaties voor goud, vindt prof. Blatz. Het hebben van een behandelplan is een belangrijke stap om tot een goed resultaat te kunnen komen. Er moet bekeken worden welk materiaal bij welke patiënt past en niet omgekeerd. Vaak wil een tandarts een bepaald materiaal gebruiken en denkt dan niet na of dit ook past bij de patiënt.
Ontwikkelingen in de VS In de VS lopen de ontwikkeling van materialen en de toepassing hiervan bij de universiteiten vaak langs elkaar heen. Ontwikkeling van materialen gaat snel en het is belangrijk dat hierop wordt geanticipeerd vanuit de universiteit. De VS is tandheelkundig gezien erg traditioneel. Er wordt nog steeds veel amalgaam en goud gebruikt. Volledig keramiek en CAD/CAM zijn wel in opkomst. De VS loopt achter op Europa wat betreft digitaal scannen. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat het scannen veel gebruikt wordt voor inlays en onlays. Deze zijn niet populair in de VS, omdat deze worden niet worden vergoed door verzekeringsmaatschappijen. Als je naar percentages in de markt kijkt dan zie je dat:
– 89% van de laboratoria biedt CAD/CAM aan. – 24% voert 3D printen in huis uit.
– 24% stuurt alles naar het laboratorium. – 8% stuurt een deel naar het laboratorium en houdt een deel in huis. – 31% heeft een scanner in huis om afdrukken te maken. – 37% heeft een scanner en freesmachine in huis.
Veel tandartsen beseffen vaak niet hoe groot het verschil in resultaat kan zijn als je zelf scant en het doorstuurt, alles zelf maakt of alles doorstuurt naar laboratorium. Het uit huis sturen van CAD/CAM is met 10% afgenomen. Het is belangrijk om te begrijpen dat zodra je alle voorzieningen zelf in huis hebt, je ook de volledige verantwoordelijkheid draagt over wat je produceert. Veel tandartsen willen niet de volledige verantwoordelijkheid van het eindproduct en laten daarom het freeswerk elders maken.
Scantechnieken De scantechnieken zijn erg veranderd. Laserscanners zijn populair geworden en worden ook voor afdrukken gebruikt. De vijanden bij het scannen in de mond zijn vocht en reflectie. Daarom is het soms lastig om een nat oppervlak correct te scannen. Om een deel van deze problemen te verhelpen wordt gebruik gemaakt van een poeder wat de reflectie reduceert.
De vraag die vaak naar voren komt als het gaat om scanners, is: Hoe precies zijn scanners? Prof. Blatz: Heel erg precies en de precisie is onafhankelijk van het materiaal wat gescand wordt.
Gipsmodellen minder nauwkeurig Uit een studie die is uitgevoerd in Zwitserland komt naar voren dat gipsmodellen significant minder nauwkeurig zijn dan CAD/CAM, onafhankelijk van de scantechnologie en het materiaal die gebruikt worden.
Software De software die gebruikt wordt bij CAD/CAM is belangrijk. Sommige mensen denken dat tandtechniekers niet meer nodig zullen zijn maar deze mening deelt Prof. Blatz niet. Hij is van mening dat alleen de instrumenten veranderen. Zo wordt steeds vaker de muis van de computer gebruikt in plaats van het boetseer instrument. Ook supra structuren kunnen op deze manier makkelijk ontworpen worden.
Typen software systemen Er zijn verschillende typen software systemen:
Open systemen Als de restauratie in huis gemaakt wordt en je de verantwoordelijk over het gehele product draagt.
Gesloten systemen Je hebt hierbij geen toezicht op de uitvoer van scan die je hebt aangeleverd aan het lab. Het product wordt uit huis geproduceerd.
Parameters voor kwaliteit eindproduct Veel verschillende parameters hebben uit eindelijk invloed op de kwaliteit van het eindproduct. De belangrijkste zijn:
Maat van de boor van de freesmachine
Vorm van de preparatie: wel/geen scherpe randen
Uitgebreidheid van de restauratie
Krimppercentage van het materiaal
Freesmachines Elke freesmachine heeft andere doeleinde. Zo is de ene freesmachine meer geschikt voor enkelvoudige indirecte restauraties en is de andere freesmachine meer geschikt voor uitgebreider kroon- en brugwerk. Meest toegepaste freesmachines zijn:
3 + 1 assen: Geschikt voor conventioneel kroon- en brugwerk
5 assen: Geschikt voor onder andere barconstructies voor implantaten, supra structuren en frames. Deze freesmachine is uitgebreider en logischerwijs duurder.
Keuze van een freesmachine Parameters die bijdrage aan de keuze van de freesmachine:
Grootte van de productie
Materiaal wat gebruikt wordt
Soort product dat vervaardigd wordt
80% van de enkelvoudige kronen wordt geproduceerd door de freesmachine met 3 + 1 assen in de VS. Bepalende esthetische parameters voor materiaal en restauratie keuze zijn:
Behoefte van de patiënt, leeftijd, geslacht, wens.
Vorm van de preparatie.
Plan met digitaal beeld Tegenwoordig wordt veel gebruik gemaakt van digitale producten voor het maken van een plan. Populair is het Digital Smile Design. Het positieve hieraan is dat er goed wordt gekeken naar de patiënt en er een individueel plan wordt gemaakt voor de patiënt. Nadeel is dat de analyse aan de hand van een 2D-beeld wordt uitgevoerd.
Voor voorspelbare resultaten zijn 3D-beelden onmisbaar. Deze worden ook veel voor onderzoek gebruikt.
Onderzoek wat gedaan is met behulp van 3D-beelden laat zien dat er:
Een correlatie bestaat tussen de vorm van de tanden bij mannen en vrouwen
Geen correlatie is tussen de vorm van tanden en de vorm van het gezicht.
Doel van nieuwe ontwikkelingen zoals het Digital Smile Design en het aanleveren van 3D-scanbeelden zorgt voor betere communicatie met het lab. Als we alleen afdrukken opsturen is het lastiger voor de technieker om goed werk af te leveren, dus hoe meer informatie er wordt aangeleverd, des te beter het eindresultaat is.
Factoren materiaalkeuze De keuze voor materiaal is gebaseerd op de volgende factoren:
Betreffende casus
Grote variëteit in materialen
Functioneel aspect
Keuze voor voorbewerking van het materiaal
Keramieken met een basis van silica hebben een matrix die is opgebouwd uit glaspartikels en zijn hierdoor broos en fragiel. Veneers hebben een hoge overlevingskans ondanks de beperkte sterkte. De klinische ervaring van de tandarts, behandelplanning, aanwezigheid van glazuur en het gebruikte hechtsysteem zijn van belang voor het slagingspercentage.
Het falen van kronen en veneers kan ook te maken hebben met een verkeerde materiaalkeuze en zegt niet per se iets over een slechte kwaliteit van de kroon of de preparatie.
Grootste vijand van adhesieve tandheelkunde De grootste vijand bij adhesieve tandheelkunde is contaminatie tijdens het cementeren. Voor het preparatieontwerp is het behoud van zoveel mogelijk glazuur belangrijk. Er moet niet worden geprepareerd als dit niet noodzakelijk is. De preparatie is afhankelijk van de aanwezigheid glazuur en ook van de kwaliteit van het glazuur en/of dentine waarmee gewerkt wordt. Bij veel verkleuring moet je meer weghalen. Dit is niet wenselijk is als je kijkt naar de kwaliteit van hechting aan het glazuur.
Het resultaat is afhankelijk van het design van de preparatie en dit is afhankelijk van factoren zoals:
Aanwezigheid van glazuur
Aanwezigheid van restauraties
Verwerking van het materiaal: voorbewerking is materiaalafhankelijk.
Hechtsterkte Afhankelijk van de kristallisatie wordt de etstijd bepaald. Bij een hogere kristallisatie is een kortere etstijd nodig. Voor lithiumdisilicaat geldt 20 seconde met een 5% fosforzuur en voor veldspaatporselein geldt 2 minuten met 9,5% fosforzuur.
De sterkte en translucentie is materiaalafhankelijk:
Zirkonium heeft de hoogste sterkte, maar een lage translucentiecapaciteit.
Lithiumdisilicaat heeft lagere sterkte en een hoge translucentiegraad.
Het is wenselijk om de producten van één fabrikant te gebruiken van het hechtsysteem en niet een combinatie te maken van meerdere fabrikanten.
Bij gezond glazuur is de normale hechtsterkte 35MPa. Dit is maar 20 MPa indien er een glazuurdefect aanwezig is, bijvoorbeeld als glazuur hypoplastisch is. Dentine is lastiger voor hechting omdat het een nat oppervlak betreft.
Zelf-etsende hechtingssystemen hebben de voorkeur bij directe restauraties en apart etsen heeft de voorkeur bij indirecte restauraties.
Een dual cure activator is chemisch en licht uithardend. Licht uithardende hechtsystemen hebben de voorkeur omdat er een langere verwerkingstijd is en minder verkleuring plaatsvindt dan bij dual cure hechtsysteem. Het is belangrijk dat er lang genoeg wordt uitgehard en dat er rekening mee wordt gehouden dat het licht niet verder reikt dan 2.5mm. Indien deze afstand groter is, moet er worden overgestapt op een dual cure systeem.
Full contour zirkonium was eerst minder populair, maar wordt steeds esthetischer. Het is goedkoop om te fabriceren, makkelijk te verwerken en er is minder kans op chipping in vergelijking met glaskeramiek.
Zirkonium is minder slijtage gevoelig dan glazuur. Bestaat uit kleinere partikels waardoor dit minder snel slijt. Niet gepolijste keramieken zorgen voor meer slijtage dan vermindering van de ruwheid.
Alle lithiumdisilicaat kronen moeten gecementeerd worden met een adhesief cement. Nadelen:
Veel stappen waardoor er een grotere kans bestaat op lekkage.
Slechte cementatie (conventioneel) is gunstiger dan een slechte chemische hechting (adhesief).
Als contaminatie een grote rol speelt, is het beter om conventioneel te cementeren. Dit is minder ervaringsgevoelig.
Sterkste hechting Zirkonium wordt conventioneel gecementeerd. Wetenschappelijk is onderbouwd dat de sterkste hechting wordt bewerkstelligd als er wordt voorbehandeld met zandstralen en silaan of een ceramic primer. Dit zorgt voor een betere seal. (Quintessence Int 2008:39:11-6) Lithiumdisilicaat oppervlakken mogen nooit gezandstraald worden.
Markus Blatz is hoogleraar Restoratieve Tandheelkunde en hoofd van de afdeling Preventieve and Restoratieve wetenschappen aan de Universiteit van Pennsylvania in Philadelphia, waar hij ook het CAD/CAM Ceramic Center heeft opgericht. Blatz neemt de restauratieve tandheelkunde door van A(dhesie) tot Z(irkonia).Hij is een expert op het gebied van cementen en cementeren en heeft de afgelopen jaren heel veel onderzoek gedaan naar cementeren en de hechting aan Zirkonia.Ook zal hij een update geven van CAD/CAM technieken en keramiek en de nieuwe uitdagingen die er daardoor ontstaan.
Verslag door tandarts Nika van Koolwijk voor dental INFO van het NVVRT-congres Hou hou je HET heel?
Beginnende cariës kan worden gestopt, hersteld en voorkomen zonder te boren, concluderen onderzoekers van de Universiteit van Sydney na een zeven jaar durend onderzoek, gepubliceerd in Community Dentistry and Oral Epidemiology. Door preventie kan de noodzaak van boren met 30 tot 50 procent worden verminderd.
Anders omgaan met cariës en preventie “Dit onderzoek laat zien dat tandartsen anders moeten omgaan met cariës en dat preventie veel voordelen biedt vergeleken met de huidige manier van werken”, zegt Prof. Wendell Evans van de Universiteit van Sydney in een persbericht.
Vullingen vaak niet nodig
Vullingen zijn voor veel patiënten niet nodig. “Lange tijd werd gedacht dat beginnende cariës zich snel ontwikkelde en dat vroeg signaleren en verwijderen en vullen hiervan hiervan de de beste behandelmethode was”, zegt Evans. “Tandbederf ontwikkelt zich niet erg snel, blijkt na vijftig jaar onderzoek. Het duurt gemiddeld vier tot acht jaar voordat tandbederf van het glazuur bij de dentine komt.”
Caries Managment Systeem Evans ontwikkelde met zijn team het Caries Management System (CMS): een protocol voor het inschatten van risico op cariës, de interpretatie van röntgen en behandeling van beginnend tandbederf dat nog geen cariës is.
Het CMS omvat vier aspecten:
1. Applicatie van hoge concentratie fluoride lak op de plaatsen van beginnend tandbederf
2. Aandacht voor poetsvaardigheden van de patiënt
3. Beperken van het aantal suikerhoudende tussendoortjes en drankjes
4. Risico specifiek monitoren
Het CMS is succesvol getest op patiënten met een hoog cariës risico in een ziekenhuis in Australië. Vervolgens is de CMS behandeling getest in algemene praktijken in Australië. “Patiënten spelen een belangrijke rol bij de behandeling. Voor een succesvolle behandeling is een goede samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en patiënt van groot belang”, zegt Evans.
NOCPT methode in Nederland In 2013 kwam Erik Vermaire in zijn onderzoek ook al tot de conclusie dat je cariës kunt voorkomen of beheersen als je het systematisch aanpakt volgens de NOCPT-methode.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/boor.gif480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-12-07 00:00:002021-03-30 09:43:06Onderzoek: beginnende cariës kan worden gestopt zonder boren
De 92-jarige Ingeborg Wolf-Wimmer heeft een plaatsje veroverd in het Guiness Book of Records: ze is officieel het oudste mens ooit om een verstandskies te krijgen.
De Oostenrijkse vrouw, woonachtig in Luxemburg, had last van haar gebit toen ze haar tandarts bezocht. Deze keek wat er aan de hand was en zag tot zijn grote verbazing dat de ontwikkeling van een nieuwe verstandskies het probleem was.
Nadat haar record werd erkend zal Ingeborg komend jaar te vinden zijn in het Guiness Book of Records, waarmee ze een 80-jarige uit Zuid-Afrika van de troon stoot.
Ook dit jaar heeft Henry Schein Dental projecten van de Stichting African Dental Aid ondersteund door donatie van verschillende dentale producten. Van 11 tot 25 oktober 2015 heeft het African Dental Aid team minderbedeelde bevolkingsgroepen in Tanzania behandeld. In drie dorpen ten zuiden van Arusha en meerdere Masaï nederzettingen in het westelijke gedeelte van de Serengeti, heeft het team de lokale bevolking van tandheelkundige zorg voorzien.
De stichting African Dental Aid is in 2011 opgericht om kosteloze tandheelkundige zorg te bieden in Afrika. De projecten richten zich op de semi-nomadische volkeren. Deze volkeren leven overwegend in een dor en desolaat landschap zonder toegang tot medische diensten. Doordat de stichting is uitgerust met een dental field unit is, kan overal zorg geboden worden. De zorg die door African Dental Aid geboden wordt bestaat uit het verwijderen van gebitselementen (tevens chirurgisch) en het uitvoeren van restauraties.
Voor onze instrumenten en materialen zijn wij afhankelijk van onze donateurs. Elk jaar kunnen wij rekenen op de steun van Henry Schein, aldus Joost Berben, African Dental Aid. Doordat wij in tenten overnachten en opereren als een mobiele behandelkliniek, zijn wij in staat veel mensen te helpen op de meest afgelegen plaatsen.
Wij zijn erg verheugd om African Dental Aid opnieuw te ondersteunen. Zij delen ons doel om de toegang tot zorg voor kansarme bevolkingsgroepen te vergroten en de stichting staat voor duurzame betrokkenheid, net zoals Henry Schein, zegt Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland.
Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein, probeert de toegang tot zorg voor minder-bedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van de focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en educatie, voorbereiding bij noodgevallen en noodhulp, en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/2015-12-04-henryschein-press-release-hsc-stichting-african-dental-aid-photo-nl.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-12-07 00:00:002016-07-04 15:13:14Henry Schein ondersteunt opnieuw African Dental Aid
Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: check bij anesthesie.
Situatieschets
De tandarts gaat een extractie verrichten. Na uitleg van de behandeling, krijgt de patiënt een verdoving. Na enkele minuten valt de patiënt flauw. Nadat hij weer bijgekomen is, wordt hem gevraagd of hij weet wat de oorzaak zou kunnen zijn. Nadat hij goed heeft nagedacht kon hij zich herinneren dat hij eerder is flauwgevallen na een verdoving, zo’n 10 jaar geleden. Na bestudering van het dossier blijkt dat de collega-tandarts al had geconcludeerd dat de patiënt allergisch is voor het conserveringsmiddel in het anestheticum.
Maatregel
Dit voorval wordt in de volgende praktijkvergadering besproken en bij verdoving worden de volgende maatregelen genomen:
1. De patiënt wordt gevraagd naar een up-date van de gezondheid en expliciet naar ervaringen met eerdere verdovingen.
2. Het dossier wordt nauwkeurig nagelezen.
3. De patiënt krijgt de gelegenheid om de bijsluiter van het anestheticum te lezen, er wordt gewezen op mogelijke bijwerkingen en gevraagd naar allergieën.
4. Indien sprake blijkt van een allergie voor het conserveringsmiddel in het anestheticum wordt dit extra opvallend in het dossier vermeld.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/139087937-verdoving-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-12-07 00:00:002021-10-07 11:15:43Verbeterpunt: Check bij anesthesie
Materiaalonderzoekers hebben een procedure ontwikkeld waarmee de ingewikkelde fijne structuur van biologische composietmaterialen, zoals tanden of schelpen, kan worden nagebootst. Zo kunnen synthetische materialen worden gecreëerd die net zo hard zijn als hun natuurlijke tegenhangers. De procedure en het resulterend materiaal kunnen worden toegepast in de tandheelkunde.
MASC
De onderzoekers waren in staat om sterk materiaal te produceren op basis van het constructieprincipe van tanden of zeeschelpen. De procedure wordt magnetically assisted slip casting (MASC) genoemd. De techniek is vergelijkbaar met 3D printen. Met behulp van onder andere een magnetisch veld en gemagnetiseerde keramische plaatjes, zoals aluminiumoxide bloedplaatjes, worden meervoudige lagen van micro-plaatjes gecreëerd.
Kunstmatige tand Om het potentieel van de MASC-techniek aan te tonen, hebben de onderzoekers een kunstmatige tand geproduceerd die dezelfde microstructuur heeft als een echte tand. Het oppervlak van de kunstmatige tand is net zo hard en heeft dezelfde structurele complexiteit als echt tandglazuur. De buitenkant van het materiaal moet nog wel worden verbeterd, voordat deze kan worden gebruikt voor tandprothesen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/156299563-kies-digitaal-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-12-07 00:00:002018-10-04 10:42:12MASC-techniek bootst structuur tand na
85% van de volwassenen laat hun tanden recht zetten vanwege psychosociale problemen. Met behulp van een gebitscorrectie hopen zij weer meer zelfvertrouwen te krijgen. Zowel in de privésfeer als op de werkvloer.
Zelfvertrouwen Orthodontisten hebben data vrijgegeven waaruit blijkt dat meer dan 85% van de patiënten een beugel wil vanwege psychosociale problemen. Van deze groep patiënten wil 42% meer zelfvertrouwen krijgen. Bijna 50% wil weer kunnen lachen op fotos en 3% wil een beugel omdat zij gepest wordt vanwege hun gebit.
Carrière Het creëren van carrièremogelijkheden was ook een van de redenen om te kiezen voor een orthodontische behandeling. Zo wil bijvoorbeeld 41% serieuzer worden genomen op werk, en een vijfde hoopt dat een gecorrigeerd gebit hen helpt om een nieuwe baan te krijgen.
Behandelplan Door de angsten, beweegredenen en wensen van de patiënt in kaart te brengen kan de orthodontist een behandelplan opstellen dat het beste bij de persoon past. Hij kan bijvoorbeeld de keuze voorleggen tussen een doorzichtige kunststof beugel of een linguale beugel.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/ortho-5002.jpg480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-12-07 00:00:002015-12-07 00:00:00Tanden rechtzetten voor meer zelfvertrouwen
Het toetsingskader van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat naast de WIP-richtlijn en stralingsbescherming ook in op de zorginhoudelijke richtlijnen. Uit recente IGZ rapporten blijkt dat praktijken moeite hebben aantoonbaar volgens deze richtlijnen te werken. Dit wordt mede veroorzaakt, doordat de meeste praktijken hun behandelbeleid niet hebben uitgeschreven. Hebt u dit in orde? Wat is een behandelbeleid en hoe stelt u dit op?
IGZ bevindingen
IGZ toetst praktijken op diverse zorginhoudelijke richtlijnen, waarvoor meerdere anonieme patiëntendossiers worden opgevraagd. Via dossieronderzoek wordt door IGZ beoordeeld of de praktijk aantoonbaar de zorginhoudelijke richtlijnen volgt. Uit verschillende IGZ rapporten zijn onder andere de volgende bevindingen afkomstig:
Er was geen kwaliteitsbeleid opgesteld.
De zorgaanbieder beschikte niet over sluitende protocollen voor een eenduidige werkwijze conform de bestaande richtlijnen.
Het (behandel)beleid taakdelegatie ontbrak met daarin in elk geval een beschrijving van de werkwijze, de noodzakelijke bevoegdheid en bekwaamheid, de wijze waarop toezicht op de kwaliteit wordt gehouden, hoe de werkwijze wordt geëvalueerd, de uit te voeren werkzaamheden, het scholingsbeleid, de wijze waarop de patiënt wordt geïnformeerd en toestemming verleent en de dossiervoering.
De afwijkingen van de landelijke richtlijnen waren niet onderbouwd.
Wat is een behandelbeleid?
Een behandelbeleid is een globale uiteenzetting van de vaste keuzes rond een behandeling, oftewel de praktijkspecifieke vertaling vanuit een algemene richtlijn. Dit houdt in dat de tandarts zijn eigen werkwijze vastlegt rondom onderwerpen als taakdelegatie, periodiek mondonderzoek, radiologie, verticale verwijzing en informatie en toestemming. Een behandelbeleid verhoudt zich als volgt tot een richtlijn en tot de behandeling en het patiëntendossier:
Bron: drs. P. Lakerveld, Senior Inspecteur, Team Mondzorg, Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit plaatje dient ter verduidelijking en betreft geen IGZ standpunt waaraan rechten kunnen worden ontleend.
IGZ is geïnteresseerd in uw werkwijze en wil dit graag uitgeschreven zien in een beleid. Met het beschrijven van uw werkwijze in een beleid kunt u aantonen aan IGZ op welke wijze u een richtlijn toepast (of ervan afwijkt). Daarnaast dient het ook twee andere doelen:
1. U kunt verifiëren of uw werkwijze in lijn is met een richtlijn.
2. U kunt uw werkwijze intern communiceren zodat uniform wordt gehandeld.
Een direct voordeel van het hebben van een beleid is, dat uw dossiervoering minder uitgebreid kan door te verwijzen naar uw standaard werkwijze zoals beschreven in uw beleid.
Advies Voor elke zorginhoudelijke richtlijn kunt u een behandelbeleid uitschrijven, wat heel veel werk met zich meebrengt. Mijn advies is uw werkwijze allereerst voor de volgende onderwerpen uit te schrijven, nadat u zich uiteraard heeft vergewist van de inhoud van betreffende wet of richtlijn:
1. Beleid taakdelegatie (afgeleid vanuit Wet BIG)
Geef bijvoorbeeld een beschrijving van de werkwijze rondom taakdelegatie, de noodzakelijke bevoegdheid en bekwaamheid, de wijze waarop toezicht op de kwaliteit wordt gehouden, hoe de werkwijze wordt geëvalueerd, de uit te voeren werkzaamheden, het scholingsbeleid, de wijze waarop de patiënt wordt geïnformeerd en toestemming verleent en de dossiervoering.
2. Beleid informatie en toestemming (afgeleid vanuit de WGBO)
Geef bijvoorbeeld een beschrijving van op welke wijze de patiënt wordt geïnformeerd over (ingrijpende) behandelingen, de te leveren zorg, de begroting en alternatieve behandelopties. Leg verder vast op welke wijze u omgaat met de toestemming van de patiënt en de dossiervoering hieromtrent.
3. Beleid horizontale en verticale verwijzing (afgeleid van de richtlijnen Horizontale verwijzing en Verticale verwijzing)
Leg bijvoorbeeld vast voor welke zorg en wanneer u de patiënt verwijst, op welke manier de patiënt wordt verwezen, hoe omgegaan wordt met verwijsbrieven en terugrapportages en naar wie wordt verwezen. En op welke wijze u intercollegiaal overleg onderhoudt met collega tandartsen / specialisten.
4. Beleid radiologie (afgeleid vanuit de richtlijn Tandheelkundige Radiologie en European guidelines on radiation protection in dental radiology) Leg bijvoorbeeld vast in welke situaties röntgenfotos worden gemaakt, met welke frequentie bitewings worden gemaakt, hoe deze frequentie wordt bepaald, hoe uw dossiervoering is rondom indicatiestelling en beoordeling van fotos.
5. Beleid periodiek mondonderzoek (afgeleid van de richtlijn Periodiek Mondonderzoek) Leg bijvoorbeeld vast welke zaken tijdens iedere intake en ieder periodiek mondonderzoek worden beoordeeld (uitgesplitst naar volwassenen en jeugdigen), hoe de controle frequentie wordt bepaald en welke frequenties worden gehanteerd.
Door: Sjoerd Kuiken Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Zijn visie is gebaseerd op het ontwikkelde Praktijk Management Model. Nov 2015
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/afvinken-5002.jpg480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2015-11-23 00:00:002021-03-24 13:43:36IGZ vraagt naar uw behandelbeleid. Hebt u dit in orde?
De NVT WTA commissie kent eenmaal per jaar, onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NVT WTA-Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat in het verleden de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de toenmalige tandartsen Hamer en Duyvensz.
De NVT WTA Hamer Duyvenszprijs is tijdens de NVT Ledenavond op maandag 9 november 2015 uitgereikt aan Dr. Suzette V. van der Waal voor haar proefschrift:
A new strategy in root canal therapy There is a lot going on in endodontic disinfection
Dr. Suzette V. van der Waal heeft haar onderzoek verricht aan de Universiteit van Amsterdam en ACTA, afdelingen Cariologie, Endodontologie & Pedodontologie en Preventieve Tandheelkunde. Haar promotores waren: Prof.dr. P.R. Wesselink en Prof.dr. W. Crielaard.
Relevantie voor tandarts algemeen practicus
Van der Waal ontving deze prijs vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.
Nieuwe methode voor desintectie van geïnfecteerde wortelkanalen Het doel van het onderzoek was de ontwikkeling van een nieuwe methode voor desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen. Er werd een model ontwikkeld waarin het mogelijk was de bacteriële biofilm te bestuderen en kanaalirrigatie middelen zoals natriumhypochloride en calciumhydroxide te bestuderen op hun effectiviteit. Door middel van diffusie en osmose dringt het desinfectans door tot de biofilm en de bacteriën daarin. Dit leidt slechts traag tot celdood.
Daarom werden andere stressfactoren voor de bacteriën aan het desinfectans toegevoegd, zoals ook in de voedselindustrie gebeurt om eten langer vers te houden. Kaliumsorbaat, natriumchloride, tezamen aangepaste zoutoplossing MSS genoemd. In vitro werden wortelkanalen geïnfecteerd en vervolgens werd een desinfectans aangebracht te weten hypochloriet, hypochloriet met MSS en calciumhydroxid.
Hypochloriet met MSS bleek het meest effectief. Vervolgens werden hypochloriet concentratie en pH getest van oplossingen verkrijgbaar in de supermarkt of in een Dental Depot. Beide zijn effectief en 5 maanden houdbaar, hoewel de supermarkt oplossing met hypochloriet nogal varieerden in hun concentratie vrij chloor.
Vervolgens richt het proefschrift zich op calciumhydroxide dat ondanks zijn hoge PH, ook niet in combinatie met hypochloriet een weinig effectief middel is om bacteriën in een wortelkanaal biofilm te doden. Bovendien heeft Ca(OH)2 geen gunstige invloed op de genezing van de parodontitis apicalis.
Conclusies
De conclusies uit het proefschrift zijn van belang voor de tandarts algemeen practicus.
De zoutoplossing MSS lijkt veilig en draagt bij, samen met hypochloriet, tot een effectieve desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen.
De concentratie natriumhypochloride kan fors afwijken van de informatie op de verpakking, bij supermarkt verpakkingen meer dan bij de 2% hypochloriet verpakking van een Dental Depot.
CA(OH)2 kan bacteriën in biofilms niet elimineren.
Uitgangspunten NVT WTA Hamer Duyvenszprijs
De promovendus heeft zijn/haar wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd in een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.
Het onderwerp van de dissertatie moet (klinisch)tandheelkundig van aard zijn of te maken hebben met een randgebied van de tandheelkunde en moet bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/24467708-s-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-11-23 00:00:002016-09-13 11:52:20Suzette van der Waal winnaar NVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2015
Voor een goede behandeling van parodontitis patiënten is gedurende het protocol, naast gedegen klinisch onderzoek, ook nauwkeurig röntgendiagnostiek onmisbaar. Tips voor het stellen van een betere diagnose en prognose.
Een verslag van Lieneke Steverink-Jorna over de workshop van drs. Huffels tijdens de Cursus van Quality Practice Mondhygiëne. DPSI bepaling in relatie met röntgen
Bij het bepalen van de DPSI is het van belang onderscheid te maken tussen echte pockets en pseudopockets. Bij een echte pocket is sprake van klinisch aanhechtingsverlies; waarbij de punt van de pocketsonde apicaal van de glazuurcementgrens (GC-grens) komt te liggen. Bij pseudopockets ligt de punt van de pocketsonde op of coronair van de GC-grens. De GC-grens is bij een echtepocket met een fors gezwollen gingiva soms lastig te traceren. Een goed ontwikkeld tactiel gevoel tijdens het sonderen is noodzakelijk en kan door veelvuldig oefenen worden verkregen.
Bij voldoende subgingivale sondeer oefening kan men het onderscheid maken tussen bijvoorbeeld:
Glazuurcementgrens (GC-grens)
Tandsteen
Een restauratierand
Cariës
Dit onderscheid kan nog beter worden gemaakt door tijdens het klinisch onderzoek gebruik te maken van röntgenfotos; in het bijzonder (vertikale) BWs.
Vertikale BWs zijn geïndiceerd bij een DPSI 3- (met aanhechtingsverlies) en hoger. Bij een DPSI 3- met aanhechtingsverlies vindt men de volgende klinische kenmerken:
(bloedende) pockets van 4-5 mm
geen recessie boven de gemeten pocket
punt van de pocketsonde ligt apicaal van de GC-grens
In dit beginstadium van parodontitis (verdiepte pocket van 4-5 mm. met aanhechtingsverlies) zal bij een verhoogde ontstekingsgraad in de pocket, het corticaal bot van de botcrista als eerste worden aangetast. Het verdwijnen/vervagen van het corticale bot, zal afhankelijk van de kwaliteit van de opname zichtbaar gaan worden op (vertikale) BWs en solo-opnamen en kan alleen interdentaal en/of interradiculair worden waargenomen. De gemiddelde afstand van 2 mm. tussen de GC-grens en de botcrista (intacte situatie) ziet men toenemen.
Door de overprojectie is het interpreteren van botafbraak linguaal/palatinaal of vestibulair van een element onbetrouwbaar op BWs en solo-opnamen. Bij het vroegtijdig diagnosticeren van parodontitis is het dus van belang dat u bij kinderen bovenstaande klinische en röntgenologische kenmerken tijdens de periodieke controles waarneemt.
Röntgenfotos interpreteren Voor een optimale interpretatie van röntgenfotos is voldoende anatomiekennis, kennis over de kwaliteit van de röntgenopnames en 3D-inzicht onontbeerlijk.
Anatomiekennis Bij voldoende anatomiekennis kan men bij het waarnemen van botafbraak op een röntgenopname het onderscheid maken tussen het daadwerkelijke botniveau of een anatomische lijn (bijvoorbeeld de onderbegrensing van het jukboog vaak zichtbaar op een solo-opname van de bovenmolaren).
Kwaliteit röntgenopname Bij voldoende kennis over de röntgenopname kwaliteit (juiste verticale en horizontale inschietrichting, juiste centrering van de elementen op de röntgenopname, juist contrast) bent u beter in staat om de bruikbaarheid van de röntgenopname in te schatten voor uw diagnostiek. (bijvoorbeeld bij een duidelijk waarneembaar occlusaal vlak of een botniveau coronair afgebeeld ten opzichte van de GC-grens, maakt u duidelijk dat de röntgenopname te steil is ingeschoten; want bij een juist ingeschoten röntgenopname worden de knobbels van (pre-)molaren overlappend afgebeeld en dient het bot gemiddeld 2 mm. (intact bot) of meer (botafbraak) apicaal van de GC-grens te liggen).
Het beoordelen van solo opnamen met een verkeerd gekozen verticale en/of horizontale inschietrichting kunnen op basis van de parodontale diagnostiek de volgende interpretatieproblemen opleveren:
een moeilijker interpreteerbaar botniveau
een onjuiste inschatting van de hoogte van de wortelstam bij meer wortelige elementen
een onjuiste inschatting van de wortellengtes
3D-inzicht Bij voldoende 3D-inzicht bent u in staat om van een 2D-opname (BW, solo-opname) in combinatie met de klinische waarnemingen (parodontiumstatus) een 3D-beeld te vormen over het verloop van de botafbraak (bijvoorbeeld een doorlopend angulair botdefect van vestibulair naar approximaal).
Tijdens de lezing gaf de heer Huffels enkele nuttige tips voor het interpreteren van röntgenfotos.
De wortelstam Het röntgenologisch inschatten van de hoogte van de wortelstam bij meer wortelige elementen (afstand tussen GC-grens en het furkatiedak) kan handig zijn tijdens het subgingivaal pockets meten en/of reinigen. Afhankelijk van de hoogte van de wortelstam kan men beter inschatten of men een furkatieingang gaat tegenkomen of niet. De volgende regel kan men daarbij gebruiken: hoe groter de wortelspreiding hoe korter de wortelstam.
Wortelspreiding Het juist interpreteren van de wortelspreiding is tijdens het uitvoeren van het paro-protocol essentieel; want de mate van wortel spreiding geeft u info over:
de moeilijkheidsgraad van de (subgingivale) gebitsreiniging
het maken van een juiste keuze voor de interdentale hulpmiddelen tijdens de instructie mondhygiëne
de prognose van elementen (bijvoorbeeld elementen met weinig of geen wortelspreiding tonen vaak diepe wortelgroeven waar uiterst moeilijk kan worden gereinigd, dit maakt de prognose van het element vaak negatiever)
Wortellengte Het juist interpreteren van de wortellengtes op solo-opnamen is essentieel in de parodontale diagnostiek, dit om een juiste algemene diagnose te kunnen stellen en om de mate van botafbraak (de ernst) goed te kunnen inschatten.
Wortelcontouren Radices met (diepe) wortelgroeven hebben vaak een 8-vormige of niervormige doorsnede. In deze situatie worden er afhankelijk van de inschietrichting vaak dubbele wortelcontouren afgebeeld aan één zijde van een radix. Bij het waarnemen van een toenemende afstand tussen de wortelcontouren aan één zijde van de radix in apicale richting, heeft men vaak te maken met een diepe wortelgroeve of zelfs een wortelsplitsing. Naast het juist interpreteren van de wortelcontouren kan ook het verloop van het pulpakanaal behulpzaam zijn bij het bepalen van een (diepe)wortelgroeve of wortelsplitsing. Wanneer men bij het waarnemen van een solo-opname het pulpakanaal ziet vervagen of verdwijnen heeft men doorgaans te maken met een splitsing van het kanaal. Op dit niveau ontstaat aan de buitencontour van de radix een wortelgroeve die verder naar apicaal verdiept of soms zelfs splitst.
Het waarnemen van dubbele wortelcontouren op röntgenopnames is van belang, omdat dit de moeilijkheidsgraad van de (sub)gingivale gebitsreiniging kan verhogen en u een betere instructie kunt geven over de te gebruiken interdentale hulpmiddelen tijdens de mondhygiëne-instructie.
Röntgendiagnostiek is onlosmakelijk verbonden met het klinisch onderzoek De basis van uw parodontaal onderzoek bestaat uit een klinisch onderzoek (parodontiumstatus) en een röntgenonderzoek. Beide onderzoeken zijn noodzakelijk om alle onderdelen van het paroprotocol (intake, initiële behandeling, herbeoordeling, chirurgie/implantologie en nazorg) optimaal te kunnen uitvoeren. Maar röntgenfotos geven niet alle noodzakelijke info; vooral de 2D röntgenopname heeft zijn beperkingen. Zo moet er al fors interdentaal botafbraak (30% of meer) hebben plaatsgevonden voordat wij met het blote oog iets kunnen waarnemen op een röntgenopname gemaakt in een bepaalde inschietrichting. Dit is ook het geval bij het waarnemen van peri-apicale ontstekingen (primair endoprobleem of een endo-paro probleem). Ook het niveau van over geprojecteerd bot over radices is op 2D röntgenopnamen onbetrouwbaar!
3D röntgenopnamen kunnen in de nabije toekomst uitkomst bieden en een betrouwbaarder beeld geven over de botafbraak (type en ernst).
Nascholing is belangrijk De heer Huffels gaf gedurende de presentatie aan dat het de taak van de tandarts is om tijdens de intake de röntgenfotos te beoordelen en te bespreken met de patiënt. Die eindverantwoordelijkheid ligt niet bij de mondhygiënist. Toch moet de mondhygiënist de tandarts vaak uitleggen hoe de vork aan de steel zit, volgens toehoorders uit de zaal. Na afloop van de presentatie zei de heer Huffels dat in het kader van een juiste röntgeninterpretatie op parodontaal gebied, een aantal tandartsen nascholing zouden moeten volgen over dit onderwerp. Ik kan dit van harte aanbevelen, want tijdens de workshop kregen we vooral veel verhelderende dias met röntgenfotos te zien en die moet u gewoon gezien hebben!
Drs. R.A.M. Huffels is tandarts en werkzaam op de afdeling Conserverende en Preventieve Tandheelkunde, sectie Parodontologie en Orale Biochemie van ACTA.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de cursus van Quality Practice Mondhygiëne.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/153726366-rontgen1.jpg450450https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-11-23 00:00:002015-11-23 00:00:00Röntgendiagnostiek in het paroprotocol
Volgens nieuw onderzoek zouden patiënten bij een tandartsbezoek op drugs moeten worden getest. Drugsgebruik kan namelijk een negatieve invloed hebben op de mond- en algemene gezondheid.
Onderzoek Dit blijkt uit onderzoek van de Colombia University in Amerika. 1802 tandartsen hebben een survey ingevuld. Hieruit blijkt dat 77% van de Amerikaanse tandartsen patiënten op illegale drugs of geneesmiddelen test. Meer dan de helft van de tandartsen (54%) vindt dat zij verantwoordelijk zijn voor het testen van drugsgebruik. Met name jongere tandartsen zijn hier voorstander van. Drugs Een tandarts kan een drugsgebruiker soms snel identificeren. Bijvoorbeeld als een patiënt methamfetamine gebruikt, kan er sprake zijn van tandbederf en tandvleesontsteking. Deze patiënten komen dan ook vaak naar de tandarts voor een cosmetische behandeling.
Rol van de tandarts Volgens de onderzoekers moeten tandartsen leren signalen op te pakken van illegaal drugs- of geneesmiddelengebruik. Hiervoor is open communicatie tussen de tandarts en patiënt belangrijk. Tandartsen kunnen vervolgens de patiënt doorverwijzen voor behandeling en eventueel aanmoedigen om het drugsgebruik te stoppen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/89681325.jpg480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-11-23 00:00:002015-11-23 00:00:00Patiënt op drugs testen bij de tandarts?
Honderden Engelse patiënten moeten worden getest op HIV nadat bekend werd dat een tandarts disposable materialen, zoals ampullen van injectiespuiten, vaker gebruikte om kosten te besparen.
Testen
3200 patiënten zijn schriftelijk ingelicht over het incident met de aanbeveling om zich te laten testen voor HIV en hepatitis. 450 patiënten hebben na aanleiding van de brief een klacht ingediend en 252 patiënten laten een bloedonderzoek doen. De testen zijn met name bedoeld voor de hoog risicogroepen en voor eigen gemoedsrust. De patiënten zijn ervan verzekerd dat de kans klein is dat er overdracht van infecties zoals hepatitis B, hepatitis C en HIV heeft plaatsgevonden.
Schorsing
De desbetreffende tandarts was al ruim 26 jaar in dienst. Hij is door De Britse General Dental Council (GDC) geschorst tot oktober 2016.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/diabetes-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-11-23 00:00:002016-06-28 16:45:49Tandartspatiënten worden getest op HIV na hergebruik materialen
Jamie Oliver heeft onthuld dat, hoe graag hij dat ook zou willen, de Britse overheid op korte termijn nog niet met een belasting komt voor suikergebruik.
Suiker belasting Jamie Oliver, wereldberoemde chef kok, was verwikkeld in discussies met het gezondheidscommité van het Britse parlement, waarin hij naar eigen woorden een vaderfiguur vertegenwoordigde. Wat Oliver aangaf vooral van het parlement te willen, is duidelijkheid. Door duidelijke, en vooral ook eerlijke, informatie te verstrekken aan de Britse bevolking, zijn zij ook in staat om zelf een goede mening te vormen, en een beeld te krijgen van de situatie wat betreft de suiker belasting. Volgens Oliver gebeurt dit op dit moment niet.
Nationale gezondheid Oliver geeft aan zich zeer betrokken te voelen tot Britse ouders en iedereen die te maken heeft met de nationale gezondheid. Deze gezondheid is volgens hem een van de belangrijkste dingen waar de overheid zo hard mogelijk voor moet vechten. Een van de dingen die hierin moet gebeuren is, volgens Oliver, het invoeren van de zogenaamde sugar taks. Dit zou met name een deel van de oplossing voor obesitas bij kinderen kunnen zijn. Zoiets als een belasting is het enige wat hier tegen kan helpen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/152970130-suiker-mond1.jpg480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-11-20 00:00:002015-11-20 00:00:00Nog geen sugar tax voor Engeland
Dentaal freescentrum Advanced Dental heeft per 1 november Plandent Connect overgenomen. Plandent Connect gaat verder onder de naam Advanced Dental en is ook fysiek naar Veenendaal verhuisd, de locatie van Advanced Dental.
Visie Volgens de heer Hotter, directeur van Advanced Dental, past de overname van Plandent Connect perfect bij de visie van Advanced Dental. Hij zegt daarover: Wij stellen tandprothetici, laboratoria en daarmee ook tandartsen in staat om patiënten op het gebied van tandtechniek de beste oplossingen te bieden. Met het samenvoegen van de jarenlange ervaring, geavanceerde techniek, vakmanschap en persoonlijke betrokkenheid van beide bedrijven geven we hieraan een nog betere invulling.
Gespecialiseerd in frezen Advanced Dental is gespecialiseerd in het frezen van alle daartoe geëigende en voor tandheelkundige toepassingen beschikbare materialen en producten. Daaronder titanium Grade 5 steggen (ELI 23) voor alle merkenplatforms, zirkonium structuren voor kroon- en brugwerk, zirkonium etsbruggen, individuele titanium abutments op implantaten en e.max CAD kronen. Advanced Dental maakt daarvoor onder meer gebruik van de meest moderne volledig geautomatiseerde 5-assige DMG/Mori Seiki-freesmachines, gekoppeld aan 3D Imetric witlicht- en 3SHAPE-scanners.
Donderdag 14 november is het Wereld Diabetes Dag. Er wordt dan wereldwijd aandacht gevraagd voor diabetes. Mensen met diabetes hebben ook vaak problemen met hun tanden en tandvlees.
Ontdekking insuline Wereld Diabetes Dag wordt elk jaar gevierd ter gelegenheid van de geboortedag van de onderzoeker die insuline ontdekte in 1922. Dankzij deze ontdekking is diabetes geen dodelijke ziekte meer.
Geld inzamelen Door heel Nederland worden vele acties gevoerd om geld in te zamelen voor onderzoek naar diabetes. Zo houden basisscholen flesseninzamelingsacties en staan er in veel kantines op de toonbank een collectebus.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/diabetes6.jpg480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2015-11-13 00:00:002015-11-13 00:00:00Donderdag 14 november Wereld Diabetes Dag
De ontwikkelingen op het gebied van 3D printing gaan snel. Andreas Hermann en zijn team van de Universiteit van Groningen ontwikkelden een antimicrobieel plastic waarmee 3D implantaten geprint kunnen worden die bacteriën doden. Het team voegde antimicrobiële quaternaire ammoniumzouten toe aan bestaande materialen die voor implantaten gebruikt worden. Het materiaal met de zouten kan bacteriën doden wanneer deze ermee in contact komen zonder dat dit schadelijk is voor menselijke cellen, zegt Hermann tegen de New Scientist. Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad Advanced Functional Materials.
Resultaat De onderzoekers stelden vast dat het nieuwe materiaal meer dan 99 procent van de bacteriën doodde vergeleken met een uitkomst van minder dan 1 procent bij een implantaat zonder de toegevoegde zouten.
Verder onderzoek Verder onderzoek is nodig voordat het materiaal bij patiënten kan worden gebruikt omdat het team de monsters gedurende slechts zes dagen testte. In het vervolgonderzoek zal ook de wisselwerking met tandpasta onderzocht worden en de sterkte van het materiaal voor gebruik als dentaal implantaat.
Bron: Advanced Functional Materials The New Scientist
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/implantaat-500.gif480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2015-11-09 00:00:002015-11-09 00:00:00Onderzoekers ontwikkelen antimicrobieel plastic voor 3D implantaten
De wereldwijde markt voor orthodontie staat aan het begin van grote groei. De verwachtingen zijn om in 2020 een omzet te behalen van bijna 4 miljard dollar, wat een constante groei van 6,9% gedurende deze periode zal betekenen.
Meer orthodontie in Azië en Zuid-Amerika
Voornamelijk in Azië en Zuid-Amerika wordt grote groei verwacht. Reden voor dit is dat in ontwikkelingslanden veel meer gebitsproblemen voorkomen, gezien de vaak geringe mondzorg. Daarnaast helpen ook technologische verbeteringen en met name de groeiende economie in landen zoals India, China en Brazilië mee met de enorme groei in vraag naar orthodontie. Verwacht is dat vaste beugels het grootste aandeel hierin zullen gaan leveren
Vier regios
In het onderzoek werd de wereldwijde markt voor orthodontie geclassificeerd in vier regios, namelijk Noord-Amerika, Europa, Azië-Pacific en de RoW de rest van de wereld. Daarnaast is de markt ook geanalyseerd op nationaal niveau. Op dit moment is de markt het grootst in Noord-Amerika, gevolgd door Europa. Ondanks de groei in opkomst in Azië-Pacific zal dit hoogstwaarschijnlijk ook zo blijven.
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.