geld

Miljoenennota 2012: plannen voor de zorg

De zorguitgaven zullen deze kabinetsperiode veruit het hardste groeien van alle overheidsuitgaven. Dat blijkt uit de Miljoennennota 2012 die sinds donderdag online staat. In absolute termen groeien de uitgaven voor zorg van 61,2 miljard euro dit jaar naar 63,5 miljard in 2012. Aan het einde van de kabinetsperiode zal 74,4 miljard euro naar de zorg gaan.

Daarmee stijgen de zorguitgaven fors sneller dan de economische groei en dat gaat ten koste van andere sectoren. Op dit moment geeft een modaal huishouden gemiddeld meer dan 20 procent van het inkomen uit aan de zorg. Zonder maatregelen zou dat stijgen tot bijna 40 procent. Als de zorguitgaven zo snel blijven groeien vormt dat een bedreiging voor de arbeidsparticipatie en kan het leiden tot welvaartsverlies, zo waarschuwt het Kabinet.

Investeringen
Maatregelen zijn dus geboden, zo valt te lezen in de Miljoenennota 2012. Al eerder maakte het kabinet bekend dat het overschrijdingen terug gaat halen, maar er wordt ook geïnvesteerd. Deze kabinetsperiode gaat het om een bedrag van 15 miljard euro. Dat geld gebruikt het kabinet onder meer om het functioneren van de arbeidsmarkt in de zorg te verbeteren. Een bedrag van 852 miljoen euro gaat naar scholing voor medewerkers. Ook wordt het geld gebruikt voor de inzet van 12.000 extra medewerkers per 2014. Onlangs sloot de staatssecretaris daarover een convenant met de sector.

Bezuinigingen
Bezuinigd wordt er onder meer op het verzekerde pakket. Zo wordt dieetadvisering, gebruik van maagzuurremmers en begeleiding bij stoppen met roken niet langer vergoed. De beweegkuur wordt niet meer in het pakket opgenomen en de vergoeding voor logopedie wordt beperkt.

Ggz en cure
Grote klappers maakt het kabinet met de bezuinigingen op de ggz ter waarde van 576 miljoen euro, de pgb-maatregelen en de tariefkorting van 132 miljoen euro op de huisartsenzorg. Ook de medisch specialisten leveren in.

Langdurige zorg
Ook over de herziening van de langdurige zorg wordt al langer gesproken. Donderdag maakte de staatssecretaris de plannen voor het pgb bekend. De budgetten voor het pgb en zorg in natura worden vanaf 2014 samengevoegd. Het kabinet onderzoekt of de toegang tot de AWBZ beperkt kan worden voor mensen met een IQ tussen 70 en 85. De kwetsbaarse mensen in de samenleving moeten wel op goede zorg kunnen blijven rekenen. Zorg en wonen worden in de toekomst gescheiden zodat de AWBZ alleen nog over zorg gaat.

Kwaliteit
Ondanks de bezuinigingen moet de kwaliteit van de zorg de komende jaren verbeteren. Het kabinet gelooft in dat kader sterk in het opstellen van zorgstandaarden. Daarvoor wordt in 2012 het Kwaliteitsinstituut geïntegreerd in het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Het Kwaliteitsinstituut moet in 2013 operationeel zijn, maar volgend jaar worden al een aantal pilots gestart gericht op de ontwikkeling van professionele standaarden. Het Kwaliteitsinstituut zal vanaf 2013 ook de taken van Zichtbare Zorg overnemen. In de langdurige zorg start een experiment met regelarme zorginstellingen.

Veiligheid
De Inspectie voor de Gezondheidszorg krijgt jaarlijks 10 miljoen euro extra in verband met de uitbreiding van het takenpakket. Zo moet de IGZ meer toezicht houden op de zorg voor kwetsbare groepen zoals ouderen. Daarvoor moeten de inspecteurs vaker de werkvloer bezoeken, onder meer door het gebruik van mystery guests. Er wordt straks minder papieren verantwoording afgelegd en de IGZ zet de omslag naar meer proactief toezicht door. Voor het verbeteren van patiëntveiligheid door invoering van veiligheidsmanagementsystemen heeft het kabinet in 2012 3,5 miljoen euro over.

Meer artsen
Volgens het Kabinet zijn vanaf 2025 een kwart meer artsen nodig. Met het oog daarop moeten meer huisartsen en specialisten worden opgeleid. Samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat VWS momenteel onderzoeken op welke wijze en in welk tempo er vanaf 2012 meer artsen opgeleid kunnen worden. Ook worden hierover gesprekken gevoerd met relevante koepels.

Taakherschikking
Al langer wil het kabinet taken van medisch specialisten naar huisartsen en andere zorgverleners overdragen. Nieuwe beroepsbeoefenaren zoals verpleegkundig specialisten en physician assistants kunnen eenvoudige routinematige taken overnemen. Daarom zijn er meer opleidingsplaatsen nodig voor die nieuwe beroepsgroepen in de zorg. Het kabinet onderzoekt hoe dat betaald kan worden.

Bron:
Skipr

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Geld en financieel

Nieuw! Praat en lees mee op het Forum over Vrije Tarieven in 2012

Welke gevolgen heeft vrije prijsvorming? Worden patiënten kronenshoppers? Gaan tandartsen een jarenlang gemiste inflatiecorrectie in hun tarieven verwerken? Op dit forum vindt u meningen, feiten en informatie.

Wat betekent vrije prijsvorming in de praktijk?
Vanaf 1 januari 2012 start het experiment met de vrije tariefvorming. Tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici mogen dan zelf bepalen wat ze voor een behandeling vragen. Klinkt mooi, maar wat betekent het in de praktijk?

Gaan de prijzen omhoog? Of juist omlaag?
Wat is eigenlijk de juiste prijs? En betaalt een patiënt voor een vulling altijd het zelfde bedrag? Of juist niet? En hoe leg je dat dan uit? Moet je nu minder kwalitatieve materialen gaan inkopen tegen lagere kosten? Hoe meet je de kwaliteit van je praktijk? En de servicegraad? Wat houdt service eigenlijk in? Hoe ga je om met patiënten die een kroon bij een collega kopen, hun tanden bij een cosmetisch instituut laten bleken en een vulling door uw eigen praktijk willen laten leggen? Het experiment streeft naar transparantie, maar bestaat transparantie eigenlijk wel? Brengt het nieuwe systeem de collegialiteit onder druk? Wat verwacht men van de beroepsvereniging? Hoe zullen verzekeraars zich gaan opstellen?

Heel veel vragen en vooralsnog heel weinig antwoorden.

Daarom hebben is er nu een forum als centrale plaats waar iedereen kan meepraten en meelezen over alles wat met vrije tariefvorming in de mondzorg te maken heeft. U vindt daar antwoorden, meningen, nieuws en informatie over dit onderwerp.

Klik hier om naar het forum te gaan

Volg ons op Twitter

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
berekenen - premie

Nederland vreest voor premiestijging van 8 procent

Nederlanders verwachten dat de premie van de zorgverzekering met 8 procent zal gaan stijgen per 1 januari 2012. Daarnaast denken ze dat het eigen risico met ruim 25 euro omhoog zal gaan. Ruim 8 procent van de Nederlanders is van plan om per 1 januari over te stappen naar een andere verzekeraar. 50 procent weet het nog niet. Dat blijkt uit onderzoek van Verzekeringssite.nl. Het onderzoek is uitgevoerd voordat de plannen van de regering uitlekten.

Eigen risico stijgt met 50 euro
Inmiddels is bekend geworden dat het eigen risico in 2012 met 50 euro stijgt. Dat is twee keer zoveel als consumenten hadden verwacht. Volgens de miljoenennota stijgt de zorgpremie met ongeveer 1%. Maar volgens verzekeraar Menzis zal de stijging ongeveer 2 tot 3 keer zo hoog zijn. Consumenten verwachten met 8% een nog veel hogere stijging. Ook wordt de basisverzekering uitgekleed. Voor chronisch zieken komen de eerste twintig fysiotherapiebehandelingen voor eigen rekening. Dieetadvies, maagzuurremmers en het stoppen met roken-programma zullen verdwijnen uit het basispakket.

Aanvullen eigen vermogen
Van De Nederlandsche Bank (DNB) moeten de zorgverzekeraars gezamenlijk 500 miljoen euro extra aan eigen vermogen hebben. Dat zou in principe geen probleem moeten zijn, want de meeste verzekeraars hebben al genoeg geld in kas. Toch zullen een aantal verzekeraars hun eigen vermogen moeten gaan aanvullen. Dit kan ook gevolgen gaan hebben voor de premie. DNB maakt zich ook zorgen om de te lage premie van de autoverzekering. Naar aanleiding van die bezorgdheid hebben diverse autoverzekeraars de premie verhoogd.

Meer overstappers verwacht
“Vorig jaar kozen uiteindelijk 900.000 mensen voor een andere verzekeraar. Dat komt neer op 5,5 procent. Terwijl vorig jaar rond deze tijd nog maar 3 procent aan gaf te willen overstappen. Nu geeft 8 procent van de Nederlanders aan dat ze van plan zijn om over te stappen. Daarnaast is de groep twijfelaars ook een stuk groter. 50 procent van de Nederlanders geeft aan nog niet te weten of ze bij hun huidige verzekeraar blijven. Vorig jaar twijfelde 30 procent, hierdoor verwachten wij dat er meer mensen gaan switchen”, aldus Erik Hordijk van Verzekeringssite.nl.

Veel Nederlanders laten nog te veel geld liggen
“Wij verwachten dat de premie weer flink stijgt. Half november ontvangen consumenten een aanbieding van hun huidige zorgverzekeraar. Het is aan te raden om de aanbieding voor de zorgverzekering goed te vergelijken met andere zorgverzekeringen, want waarschijnlijk kunnen zij honderden euro’s per jaar besparen door over te stappen,” aldus Erik Hordijk.

Nieuwe zorgverzekering
Elke verzekerde heeft tot 1 januari 2012 de tijd om de oude zorgverzekering op te zeggen. Aanmelden voor een nieuwe zorgpolis kan tot 1 februari 2012. Wanneer de verzekerde niets doet, blijft hij automatisch verzekerd bij zijn huidige zorgverzekering.

Bron:
Verzekeringssite.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
bleken tanden

Schoonheidssalons mogen geen tanden bleken

Het Verbond der Vlaamse Tandartsen voert rechtszaken tegen schoonheidssalons en wellnesscentra die tanden bleken. Dat kan niet, vinden de tandartsen: bleaching is een medische ingreep en mag alleen door een tandarts uitgevoerd worden.

Een schoonheidsinstituut uit Heist-op-den-Berg en een wellnesscenter uit Mechelen moesten gisteren om die reden voor de rechter verschijnen. Bovendien maakten ze reclame voor het tandenbleken.

De rechter gaf het verbond gelijk: het witter maken van tanden is een medische ingreep. En daar mag geen reclame gemaakt worden. De rechter legde geen van beide handelszaken een straf op.

Bron:
De Standaard

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
pillenpotje

Derde gebruikt niet voorgeschreven medicijnen

Het aantal mensen dat medicijnen zonder recept gebruikt is even hoog als het aantal dat voorgeschreven medicijnen gebruikt.

Ongeveer een derde van de Nederlanders gebruikte vorig jaar niet voorgeschreven medicijnen. Ongeveer 15 procent gebruikt zowel wel als niet voorgeschreven geneesmiddelen, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag bekendgemaakt.

Dertigers en kinderen tot 4 jaar gebruiken de meeste niet voorgeschreven medicijnen. Het gaat om ongeveer 40 procent.
Het gebruik is ook gemiddeld hoger onder vrouwen en hoogopgeleiden. Lager opgeleiden gebruiken juist meer voorgeschreven medicijnen.

Homeopathische middelen
Gemiddeld vier op de tien vrouwen tegenover bijna 3 op de tien mannen gebruiken medicijnen zonder recept. Vrouwen gebruiken vooral vitamines, mineralen, homeopathische middelen en medicijnen tegen reuma en gewrichtspijn.

Bij mannen richt het gebruik zich vooral op pijn- en koortswerende middelen en medicijnen tegen verkoudheid.

Hoe ouder, hoe hoger het gebruik van voorgeschreven medicijnen, zo blijkt uit de CBS-cijfers. Van de baby’s en kinderen tussen 0 en 4 jaar heeft 15 procent voorgeschreven medicijnen, bij 75-plussers is dat gestegen naar bijna 80 procent.

Bron:
NU.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Gesloten

Bevel tot sluiten voor tandartspraktijk in Kerkrade

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft op 8 september aan Centrum voor Tandheelkunde en Orale Implantologie in Kerkrade het bevel gegeven te sluiten. Tijdens een onaangekondigd bezoek constateerde de IGZ ernstige risico’s voor patiënten.

In het Centrum voor Tandheelkunde en Orale Implantologie werken twee tandartsen, de heren Schlebach-Heckman en Pawlowski. Beide tandartsen voldoen niet aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg, waardoor ernstige risico’s ontstaan voor de gezondheid van patiënten. Ze moeten daarom direct stoppen met hun werkzaamheden.

Onaangekondigd bezoek
Op 5 september bracht de IGZ een onaangekondigd bezoek aan de praktijk. Aanleiding voor dat bezoek was een berisping door het Regionaal Tuchtcollege waartegen nog een hoger beroep loopt. De IGZ constateerde tijdens het bezoek ernstige tekortkomingen. Zo voldeed de gebruikte röntgenapparatuur niet aan de Nederlandse wet- en regelgeving en was tandarts Pawlowski niet bevoegd om de röntgenapparatuur te gebruiken. Een van de röntgenapparaten werd met plakband bij elkaar gehouden.

Ook op het gebied van de hygiëne en infectiepreventie bleken verschillende zaken niet in orde. De ruimte voor het reinigen, desinfecteren en steriliseren voldeed niet aan de wettelijke normen. In de operatie-/behandelkamer werd hechtdraad aangetroffen waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum verstreken was. In de behandelkamer trof de inspectie materiaal voor vullingen aan waarvan de uiterste gebruiksdatum zelfs al in 2005 verlopen was. Daarnaast lagen in de lades gebruikte en gevulde spuiten door elkaar waarvan bovendien de inhoud niet duidelijk was. Eveneens vond de inspectie instrumenten in de lades waarvan niet kon worden aangegeven of dit al gebruikt of nog schoon was.

Deze bevindingen waren voor de inspectie reden om het Centrum voor Tandheelkunde en Orale Implantologie met onmiddellijke ingang te sluiten. De praktijk mag pas weer open als de inspectie heeft kunnen vaststellen dat de beide tandartsen weer voldoen aan de voorwaarden om verantwoorde zorg te kunnen leveren.

Bron:
IGZ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
vraagteken - vragen

Welke vragen kunt u zich stellen bij de overgang naar vrije prijsvorming?

Bent u goed voorbereid op vrije prijsvorming? VvAA en de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) hebben in twee Informatiekaarten de gevolgen en mogelijke maatregelen van het driejarig experiment ‘vrije prijsvorming in de mondzorg’ inzichtelijk gemaakt voor tandarts en patiënt.

Bekijk hier de kaart Gevolgen vrije prijsvorming

Bekijk hier de kaart Vragen vrije prijsvorming

Informatiekaarten
Per 1 januari 2012 zijn er geen wettelijke maximumtarieven meer en worden verdergaande eisen gesteld aan transparantie van prijs, kwaliteit en prestatie. Dit kan gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering, strategie en concurrentiepositie van tandartsen en hun relatie met de patiënt. De Informatiekaarten helpen tandartsen om keuzes maken over te nemen maatregelen in hun praktijk.
VvAA en ANT hebben alle aandachtsgebieden omtrent vrije prijsvorming verkend en geanalyseerd. De Informatiekaarten geven gestructureerd weer waar een tandarts, mondhygiënist, tandprotheticus of orthodontist mee te maken krijgt bij de invoering van vrije prijsvorming in de mondzorg. De eerste Informatiekaart toont de gevolgen voor zowel de patiënt als de tandarts op het gebied van informatie, relatie tandarts-patiënt, strategie, concurrentie, keuzevrijheid, bedrijfsvoering en financiën. De tweede Informatiekaart (beschikbaar medio september) is een checklist die de tandarts helpt de juiste maatregelen te nemen in zijn praktijk. Deze kaart is ook een goede leidraad voor het informeren van patiënten.

Argumentenfabriek
De kaarten van VvAA en ANT zijn tot stand gekomen onder begeleiding van de Argumentenfabriek. De Argumentenfabriek is een onafhankelijk analysebedrijf dat organisaties helpt bij het inzichtelijk maken van complexe problemen door het visualiseren van informatie. Hiervoor maakt De Argumentenfabriek kaarten en filmpjes.

Bron:
VVAA

Lees meer over: Ondernemen, Tarieven, Thema A-Z
kronen

Patiënten stellen behandeling voor kronen, bruggen en implantaten uit

Door hoge tandartskosten en magere verzekeringen laten mensen steeds vaker de behandelingen voor kronen, bruggen en implantaten schieten.

Dat meldt de branchevereniging van tandtechnici (VLHT). Een ingreep met meerdere implantaten of kronen kost al gauw duizenden euro’s. Zorgverzekeraars herkennen de geluiden.

„De behandelingen met kronen en bruggen zijn zeer conjunctuurgevoelig”, erkent zorgverzekeraar Uvit (o.a. Univé en VGZ). „In mindere tijden kiezen mensen er voor een dergelijke behandeling uit te stellen”, aldus een woordvoerder.

„Het aantal porseleinen en gouden kronen dat wordt besteld, wordt steeds minder. Mensen hebben er geen geld voor”, aldus Wolter Jagt van de VLHT.

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
dossier, map

Werkt u volgens de praktijkrichtlijn Patiëntendossier?

Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Welke gegevens moet het patiëntendossier bevatten en waarom? Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Infectiepreventie draait om het voorkomen van infectieuze ziekten, ook binnen het tandheelkundige team. Ziektekiemen zoals legionella, tuberculose bacteriën, herpes en MRSA. Een patiënt kan het team besmetten, het team de patiënt en door kruisbesmetting kan zelfs de ene patiënt de andere besmetten. Misschien is zelfs een tandartspraktijk verantwoordelijk geweest voor de verspreiding van EHEC. Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Bovendien bevordert het de transparantie.

Verloop van infectie
Eerst is er sprake van transmissie: De bacterie verhuist van de bron, zoals unitwater of de vorige patiënt, naar de volgende patiënt. Hier vestigt de bacterie zich en wordt de kolonisatie gestart. De bacterie past zich aan aan het ecosysteem en weerstaat (of niet) de gastheerreactie. Een mens bestaat uit zo ontzettend veel bacteriën dat men zich kan afvragen of een mens een ‘mens’ is of een kolonie bacteriën. Een mens bevat namelijk minder cellen dan bacteriën. We leven dan ook in een dynamisch evenwicht met onze microflora.

Waarom is de tandartspraktijk nu zo gevaarlijk?
Waarom wordt er ineens zo streng geïnspecteerd in de tandartspraktijk terwijl voetballers straffeloos op het veld spugen er hier vervolgens doorheen sliden? Het verschil is dat voetballers uitgebreid getest zijn op hun gezondheid. Onze patiënten zijn dit vaak niet. Ze kunnen van alles onder de leden hebben en dit verspreiden via tandheelkundige instrumenten. Bovendien mogen onze patiënten van ons verwachten dat ze niet ziek worden van een tandheelkundige behandeling

Zijn pathogenen gevaarlijker dan vroeger?
De pathogenen van vroeger, zoals veroorzakers van de pest, de vliegende tering, cholera en de Spaanse griep hebben we aardig onder controle. Dit komt door de invoering van hygiëne maatregelen en antibiotica. Maar dit heeft een keerzijde. Nu hebben we te maken met MRSA, EHEC en noem het maar op. Antibitiotica-resistentie is een groot probleem. We moeten zorgen dat we weer goed gaan letten op die hygiëne. In 1995 is hiervoor de richtlijn van de werkgroep Infectie Preventie (WIP) in het leven geroepen voor de tandheelkundige praktijk, welke in 2007 herzien is. De aanbevelingen voor mondzorgers zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de literatuur en de expertise van professionals.

De cijfers
Dat infectiepreventie echt nodig is, blijkt wel uit de cijfers. Op zich is de kans van het oplopen van HIV bij een prikaccident met bloed van een HIV-positieve patiënt niet zo hoog (0,3-0,6%), maar dit is bij een prikaccident met bloed van een hepatitispatiënt veel hoger. Oké, gelukkig hoort het hele team wel gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B (37-62% kans), maar steeds frequenter heeft een hepatitis-B patiënt ook hepatitis C. Vooral bij verslaafden moet men hier verdacht op zijn. Tegen Hepatitis-C zijn we niet gevaccineerd. Hepatitis is via bloed en via slijmvliezen (!) overdraagbaar, dus een stuk gemakkelijker dan HIV wat enkel via bloed overdraagbaar is.

De kans op overdracht van het Herpes Simplex Virus (HSV) is hoog. Het leidt niet frequent tot ziekte, maar bedenkt u zich wel dat de aerosol 2 meter hoog kan komen…Het komt op uw armen en gezicht.

Ook komt overdracht van de griep voor binnen de tandheelkundige praktijk. De spreker vond het aan te raden om het team de griepprik te laten halen. Primair ter preventie van overdracht, maar een spin-off is natuurlijk de continuering van de praktijkvoering tijdens zo een epidemische periode. Uiteraard is gevaccineerd zijn geen vrijbrief voor onhygiënisch handelen en moeten dan nog steeds de overige hygiëne maatregelen getroffen worden.

Tuberculose, komt dat nog voor?

Tuberculose (TBC) komt weinig voor onder autochtonen Nederlanders. Onder allochtonen komt het echter wel regelmatig voor. En deze mensen krijgen wij ook in de stoel. Gelukkig is er niet vaak sprake van open TBC, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden. Er is immers een stijgende incidentie van TBC in Nederland. Bovendien is er resistentievorming tegen gangbare antibiotica.

In de USA is daarom een richtlijn opgesteld waarin patiënten met de volgende symptomen apart behandeld moeten worden:

  • Meer dan 3 weken hoesten
  • Gebrekkige eetlust
  • Gewichtsverlies
  • En andere symptomen op een TB-lijst

Hoe kun je nu zien of de patiënt wellicht een ziekte onder de leden heeft, zoals tuberculose?

Het patiëntendossier
En hier komt het patiëntendossier te voorschijn: Laat duidelijk op de kaart naar voren komen dat er sprake is van een (besmettelijke) ziekte. Het dossier moet op zijn minst het volgende bevatten:

  • Medische anamnese
    Denk daarbij aan:
    – Gegevens over allergie, diabetes, reuma, hartafwijkingen, bloedafwijkingen, epilepsie
    – Orale en dentale afwijkingen
    – Systemische aandoeningen, waaronder besmettelijke ziektes
    – Ziekenhuisverleden
    –  Medicatie
    – Reactie op anesthesie
    – Genetische aandoeningen
  • Tandheelkundige historie en anamnese
  • Status praesens
  • Röntgenfoto’s
  • De gegevens die de tandarts met instemming van de patiënt van zijn voorganger heeft overgenomen
  • Gegevens betreffende informed consent inzake voor de patiënt ingrijpende verrichtingen/behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties
  • Tandheelkundige gegevens:
    1.  De verslaglegging van de tandarts-patiënt contacten (consulten)
    Het verdient aanbeveling de volgende gegevens op te nemen:
    – De data waarop de contacten hebben plaatsgevonden (ook geannuleerde afspraken en afspraken die niet zijn nagekomen)
    – De klacht/hulpvraag/wens
    – Het uitgevoerde onderzoek, diagnose en indicatiestelling

    2. Het behandelplan
    – Tot op het moment van voltooiing van de behandeling
    – Met aantekeningen van essentiële afwijkingen van het plan
    – Bij plannen voor langere termijn, rekening houdend met informatie over de redenen waarom die termijn in acht genomen wordt. Tussentijds kunnen hierin immers wijzingen voorkomen

    3. Verder:
    – Verrichtingen (besteed extra aandacht aan het noteren van deels of volledig mislukte verrichtingen) en de naam van de behandelaar
    – Verstrekte tandheelkundige adviezen en behandelvoorstellen, inclusief reacties van de patiënt/mate van medewerking van patiënt
    – Rapportages van bacteriologische onderzoeken
    – Modelanalyse
    – Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    – Recepturen

Als u netjes het patiëntendossier bijhoudt, is er zicht op het welbevinden van de patiënt en kan er gemakkelijk worden geconstateerd of de patiënt ziek is. Bij een (kans op) besmettelijke ziekte dient u een risico inschatting te maken hoe groot de kans is dat u uzelf of uw volgende patiënten besmet.

Los van de overdracht van patiënt op patiënt is er ook nog de overdracht van behandelunit naar patiënt.

Hoe vaak controleert u het water van uw unit(s)?
Ondanks het feit dat ACTA zijn waterkwaliteit in de tandartsunits goed op orde heeft dankzij een actief test en decontaminatie beleid, kampt ACTA momenteel met een grote contaminatie met legionella (non-pneumophila) dankzij een fout in de waterleiding aansluitingen van de nieuwbouw van ACTA.

Wist u dat meer dan 80% van de waterleidingen in units in Nederland meer dan 5.000 KVE/ml bacteriën bevatten? Terwijl de norm 200 KVE/ml is?

Ook veel (Gram-negatieve) bacteriën in water kan COPD veroorzaken bij behandelaars en maakt behandelaars gevoeliger voor andere infecties! In sommige praktijken is het water uit de unit zelfs te vergelijken met urine van een urineweginfectiepatiënt. We hebben als behandelaars een inspanningsverplichting dus zorg ervoor dat uw water wordt gecontroleerd. Legionella-controle is elke 6 maanden nodig. Uit de reacties vanuit de zaal bleek dat er maar enkelen dit wel eens lieten controleren.

Conclusie
Concluderend stelde de heer Soet dat men een reëel risico loopt op infectieziekten bij de tandarts. Door hygiëneregels kan men deze risico’s inperken. Door transparant te zijn kunnen we zorgen voor veiligheid van het team en de patiënt.

Bron:
Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Hans de Soet is microbioloog en werkzaam als Ass. Professor Preventieve Tandheelkunde bij ACTA. Ook hij is Voorzitter van de adviescommissie Infectie Preventie ACTA.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
boren

Tandartsboor verleden tijd?

Gaatjes in tanden en kiezen hoeven straks niet meer geboord. Britse onderzoekers gaan ze met een eiwitzalfje te lijf.

Zenuwslopend en pijnlijk geboor in het gebit behoort straks tot het verleden. Tandheelkundigen van de universiteit van Leeds hebben namelijk een compleet andere manier ontdekt om gaatjes te verwijderen. Ze hebben een eiwitmengsel ontwikkeld dat het tandbeen aanzet om het gaatje zélf te dichten.

Dat mengsel hoeft alleen maar op de aangetaste tand te worden gesmeerd. Het eigenlijke wonderingrediënt (verder voorzien van enkele hulpstoffen) is het eiwit P 11-4. Dat dringt door in de scheurtjes veroorzaakt door het zuur, en vormt daar een draderig netwerk dat calcium vasthoudt en daarbij een uitstekende steiger vormt voor nieuw tandbeenweefsel. Net dat steuntje in de rug dat de aangetaste tand nodig heeft. Een eerste test, uitgevoerd bij een kleine groep volwassenen met een begin van een gaatje, was zeer positief.

Bron:
De Pers

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Producten
Antibiotica

GGD Nederland adviseert Kamerleden over antibioticaresistentie

Antibioticaresistentie vormt een groeiende bedreiging voor de hele volksgezondheid. GGD Nederland heeft de vaste Kamercommissie voor VWS per brief geïnformeerd over de risico’s die zij constateert en heeft daarbij aanbevelingen gedaan voor te ondernemen stappen. Centraal in deze aanbevelingen staan: de naleving van de meldingsplicht van zorginstellingen, verbetering van monitoring en communicatie, en landelijk inzicht in uitbraken in ziekenhuizen.

Nog geen 100 jaar geleden kwamen er in Nederland epidemieën met hoge sterftecijfers voor. Dankzij de basis van de publieke gezondheid: sanitair, riolering, schoon drinkwater, vaccinaties en antibiotica is daar een einde aan gemaakt. Inmiddels lijkt goede openbare gezondheid van de Nederlandse bevolking een gegeven. Toch is een nieuwe epidemie met een hoog sterftecijfer niet ondenkbaar. Door veelvuldig gebruik van antibiotica in de veterinaire en humane sector dreigen steeds meer bacteriën resistent te worden. Een bijkomend probleem is dat er weinig nieuwe antibiotica op de markt komen.

Sterfteoorzaak
Antibioticaresistentie is een wereldwijd probleem. Jaarlijks sterven in Europa alleen al 25.000 patiënten als gevolg van antibioticaresistente bacteriën. In de afgelopen jaren is in Nederland een alarmerende toename van resistentie opgemerkt die wordt veroorzaakt door de ESBL-bacterie, waarbij de meest gangbare en veilige antibiotica niet meer voor behandeling van infecties gebruikt kunnen worden.

Integrale aanpak
Om antibioticaresistentie als volksgezondheidsprobleem het hoofd te bieden is een integrale aanpak nodig. Daarvoor doet GGD Nederland onder andere de volgende aanbevelingen:

  • Wettelijke basis voor de meldingsplicht bij antibioticaresistente stammen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen bij de GGD
  • Strikte toepassing van hygiënemaatregelen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen
  • Een betere monitoring van de resistentieproblematiek
  • Onderzoek naar cruciale factoren bij verspreiding van resistente (ziekenhuis) bacteriën

Bron:
GGD Nederland

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
ouderen

Wetsvoorstel flexwerk 65-plussers in de maak

Met een aantal voor werkgevers en 65-plussers aantrekkelijke maatregelen wil minister Kamp van Sociale Zaken een ‘lichter arbeidsrechtelijk regime’ regelen voor mensen die willen doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer.

De minister wil doorwerken gemakkelijker maken. Hij streeft ernaar begin volgend jaar een wetsvoorstel hierover in te dienen.

Voorgestelde aanpassingen

Door Kamp voorgestelde aanpassingen:

  • Meer tijdelijke arbeidsovereenkomsten (arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd) achter elkaar bij dezelfde werkgever dan normaal is toegestaan.
  • Werkgevers met personeel van 65 jaar en ouder dat ziek wordt, krijgen ontheffing van de verplichting om 104 weken het loon door te betalen.
  • De leeftijdsgrens van 65 jaar in het minimumloon schrappen om doorwerken aantrekkelijker te maken.

Door 65-plussers net als hun jongere collega’s recht te geven op ten minste het minimumloon hoopt Kamp verdringing te voorkomen. Er zou anders het risico zijn dat werkgevers jonger personeel inwisselen voor ouderen, omdat zij goedkoper zijn.

Keten van arbeidscontracten
Kamp wil de keten van arbeidscontracten voor bepaalde tijd voor werknemers van 65 jaar en ouder doorbreken. De regel is nu dat als in een periode van 36 maanden meer dan drie arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met een tussenpoos van niet meer dan drie maanden, de laatste arbeidsovereenkomst geldt als arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
inspectie - vergrootglas

Verscherpt toezicht Accres Tandartsenpraktijken opgeheven

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft per 26 augustus het verscherpt toezicht op Accres Tandartspraktijken locaties Anna Paulowna, Den Helder, Hippolytushoef, Medemblik en Purmerend opgeheven. De inspectie constateerde dat het bestuur van de Accres Tandartspraktijken B.V. haar verantwoordelijkheid heeft genomen en dat medewerkers zich bewust zijn van het belang van kwaliteit en veiligheid als onderdeel van het dagelijks handelen.

Verbetering in gang gezet
Afgelopen maanden bracht de inspectie onaangekondigde bezoeken aan de locaties. Uit deze bezoeken bleek dat Accres Tandartspraktijken de nodige verbeteringen in gang had gezet. De inspectie constateerde dat kwaliteitsdoelstellingen zijn vastgesteld en gecommuniceerd. Bovendien zijn verantwoordelijkheden toebedeeld aan vaste personen. Tot slot zijn de medewerkers zich bewust van het belang van kwaliteit en veiligheid in het dagelijks handelen. Dit is voor de inspectie reden om het verscherpt toezicht op te heffen.

Historie
Op 31 januari 2011 gaf de inspectie Accres Tandartsenpraktijken in Den Helder, Medemblik en Purmerend het bevel om met ingang van 2 februari 2011 de praktijk te sluiten. Aanleiding voor deze bevelen waren inspectiebezoeken waaruit onder andere bleek dat niet werd voldaan aan de richtlijnen voor infectiepreventie. Op 25 februari 2011 zijn de bevelen voor de locatie Den Helder en Medemblik opgeheven en op 8 april is het bevel voor de praktijk in Purmerend opgeheven aangezien de Accres Tandartspraktijken aan de randvoorwaarden voldeden. Toch constateerde de inspectie dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid nog onvoldoende werd genomen. Ook waren kwaliteit en veiligheid onvoldoende geïntegreerd in het dagelijks handelen. Om deze redenen stelde de inspectie alle locaties van Accres Tandartsenpraktijken vanaf 25 februari onder verscherpt toezicht.

Blijven volgen
De inspectie zal de ontwikkelingen bij Accres Tandartspraktijken blijven volgen. Binnen drie maanden zal zij de diverse locaties bezoeken om te kijken of de stijgende lijn van verbeteringen wordt vastgehouden.

Bron:
IGZ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
diploma - geslaagd

Noors eredoctoraat voor UvA-tandheelkundige Bob ten Cate

Prof. dr. Bob ten Cate, hoogleraar Experimentele preventieve tandheelkunde aan de UvA, ontvangt op 1 september het eredoctoraat van de Universiteit van Oslo (Noorwegen). Het eredocoraat wordt aan hem toegekend vanwege zijn leidende rol in het internationaal tandheelkundig onderzoek. De toekenning vindt plaats ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Universiteit van Oslo.

Verdiensten
Ten Cate (1949) studeerde Scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en promoveerde in 1979-– eveneens aan de RUG – op onderzoek naar remineralisatie van het glazuur. Hij bracht als een van de eersten in kaart hoe het gebruik van fluoride werkt tegen tandbederf, een van de belangrijkste ontdekkingen in de preventieve tandheelkunde. Tandbederf onder de bevolking is hierdoor sterk afgenomen.

Publicaties en veel aanzien
Ten Cate heeft een indrukwekkend aantal publicaties in toptijdschriften op zijn naam staan en geniet internationaal veel aanzien onder vakgenoten. Hij ontving verschillende prijzen voor zijn werkzaamheden. Ten Cate was actief als hoofdredacteur van Caries Research, en hij was president van de European Organization for Caries Research en van de International Association for Dental Research. In 2007 werd hij door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benoemd tot Akademiehoogleraar. Daarnaast is hij prorector van de Universiteit van Amsterdam.

Bron:
UvA Persvoorlichting / ACTA

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
vakantie

Meerderheid werknemers wil na vakantie niet aan het werk

59 procent van de medewerkers ziet er tegenop om na de vakantie weer aan de slag te gaan.

Een kwart (25 procent) van de werknemers heeft hierdoor zelfs moeite om van de vakantie genieten. Dit blijkt uit een opiniepeiling op Monsterboard.nl onder 451 bezoekers.

Ruim een derde (34 procent) van de vakantiegangers zegt er tegenop te zien om weer aan het werk te gaan, maar geeft aan wel te kunnen genieten van de vakantie.

Werkstress
Een kwart van de respondenten zegt tijdens de vakantie geen last te hebben van werkstress. Voor hen is het geen probleem om tijdens de vakantie het werk los te laten. Voor 7 procent draagt het vooruitzicht om na de vakantie weer aan de slag te gaan juist bij aan het vakantieplezier. Eén op de tien werknemers (10 procent) zegt tijdens de vakantie af en toe door te werken.

Bron:
NU

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
berekenen - premie

Marktwerking zorgverzekeraars nog ver te zoeken

Van marktwerking door zorgverzekeraars is nog weinig sprake. Dat stelt huisarts Glenn Mitrasing van De Vogelvrije Huisarts naar aanleiding van de Marktscan Zorgverzekeringsmarkt van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Mitrasing, die strijdt tegen de onverantwoordelijke kostenexplosie van zorgpremies, vraagt zich af of de NZa haar eigen marktscan wel begrijpt. “De NZa schrijft aan de minister dat er voor verzekerden ‘voldoende keuzevrijheid en concurrentie onder zorgverzekeraars’ bestaat. Ook meent de autoriteit dat de relatief geringe winst die overstappers kunnen behalen in combinatie met de nagenoeg gelijk gebleven opslagpremie ‘lijkt te wijzen op een concurrerende markt’. Uit de HH-index blijkt echter dat er van marktwerking in de zorg nergens in Nederland sprake is.”

Herfindahl-Hirschman-index
De huisarts wijst op de Herfindahl-Hirschman-index (HHI) in de marktscan. De HHI is een maatstaf voor marktconcentratie waarbij zowel het aantal aanbieders als hun relatieve omvang een rol speelt. De hoogte van deze index wordt bepaald door de marktaandelen van alle partijen – in dit geval zorgverzekeraars – te kwadrateren en bij elkaar op te tellen. Hoe hoger deze index is, des te hoger de concentratie in de markt is. Wanneer de HHI hoger is dan 1800 is er een reëel risico dat effectieve mededinging door eenzijdige machtsposities wordt belemmerd. Dan gaan mededingingsautoriteiten doorgaans kritisch kijken naar fusies en eventueel misbruik van machtsposities. Pas onder de 1000 kan gesproken worden van een niet-geconcentreerde markt. In de marktscan van de NZa komt naar voren dat het HHI-cijfer van Nederland neerkomt op 2105. Provinciaal gezien ligt het cijfer tussen de 1886 en 4508. “En dat is dan nog voor de door de NMa inmiddels goedgekeurde fusie van De Friesland met Achmea. De markt is sinds 2007 nagenoeg geheel verdeeld onder vier grote verzekeraars die gezamenlijk een onaantastbaar oligopolie vormen”, aldus Mitrasing.


Herfindahl-Hirschman-index uit de NZa-marktscan

‘Ruime keuze voor patiënt’
Volgens de NZa betekent een hoge HHI niet per se dat er geen concurrentie is. “Er zijn weliswaar een beperkt aantal spelers op de markt, maar er vindt wel degelijk een onderlinge concurrentiestrijd plaats”, legt NZa-woordvoerder Jaco van Lambalgen uit. “Uit de marktscan blijkt dat verzekerden voldoende mogelijkheden hebben om over te stappen en dat zij kunnen kiezen voor verschillende partijen. Regionaal valt er weliswaar weinig te kiezen, maar met de komst van internet en internetpolissen hebben verzekerden landelijk gezien ruime keuze.” Van Lambalgen stelt verder dat de inkoopmacht van zorgverzekeraars juist kan zorgen voor lagere prijzen voor de patiënt. Zij merkt daarbij op dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat over oneerlijke concurrentie. “Wij kijken met name naar de belangen van de patiënt, daarom voeren wij ook deze marktscan uit.”

Oplettendheid blijft geboden
De HH-index zegt inderdaad niet alles over concurrentie volgens Erik Schut, hoogleraar gezondheidseconomie en beleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Maar een hoge marktconcentratie betekent wel dat er extra oplettendheid geboden is. Het is daarom belangrijk dat de NZa goed te blijft kijken wat consumenten betalen en wat zij daarvoor terugkrijgen en of verzekeraars geen excessieve winsten maken”. Zo kunnen hoge winstcijfers duiden op prijsafspraken. “Maar tot aan 2009 maakten de zorgverzekeraars nog verlies op de basispremie, wat duidt op stevige prijsconcurrentie. Pas in 2009 zijn de verzekeraars voor het eerst sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet op de basisverzekering winst gaan maken.”
Schut merkt tot slot op dat keuzevrijheid geen garantie is voor goede marktwerking. “Als verzekerden kunnen kiezen uit verschillende verzekeraars die de prijzen en voorwaarden onderling op elkaar afstemmen, dan schieten zij met keuzevrijheid niet veel op. Daarom is het ook zo belangrijk dat er naast de vier grote, nog vijf kleine zorgverzekeraars zijn die kunnen fungeren als luis in de pels. Neem bijvoorbeeld DSW die elk jaar als eerste de basispremie bekendmaakt. Zij komen met een lage premie en dat houdt de grote partijen ook weer scherp.” De overname van De Friesland is daarom een kwalijke zaak, vindt de hoogleraar, die van oordeel is dat de NMa deze fusie niet had moeten goedkeuren. “Als alle kleintjes dadelijk opgegeten zijn door de grote spelers, dan komt de marktwerking steeds meer in het geding.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
zorg - geld

Zorgpremie mogelijk omhoog vanwege solvabiliteitseis

De Nederlandsche Bank (DNB) wil dat zorgverzekeraars vanaf volgend jaar meer eigen vermogen aanhouden. Dat kan tot een verhoging van de premie leiden, aldus het Financieele Dagblad.

Meer buffers
De solvabiliteitseis gaat, als het aan de centrale bank ligt, omhoog van 9 naar 11 procent voor de basisverzekering. De verhoging betekent dat de zorgverzekeraars gezamenlijk vijfhonderd miljoen euro meer aan buffers moeten aanhouden dan nu, zo schrijft het FD. Als de verzekeraars de hogere kapitaaleis van DNB helemaal doorberekenen in de premie, dan zou die volgend jaar per verzekerde met zo’n veertig euro stijgen.

DNB bestrijdt dat de nieuwe eis consequenties voor de premies zal hebben. Volgens de toezichthouder hebben alle zorgverzekeraars nu al genoeg geld op de plank om aan de 11-procent-eis te voldoen. Zorgverzekeraars Nederland denkt daar anders over. Woordvoerder Wouter Kniest in de krant: “DNB verwacht dat verzekeraars een veiligheidsmarge boven op de verplichte solvabiliteit aanhouden. Hoe hoger de solvabiliteitseis, hoe dichter verzekeraars in de buurt van het minimum komen. Bij een eis van 11 procent is, als je uitgaat van een verplichting van anderhalf keer het minimum, een totale buffer van ruim zes miljard euro nodig, tegen vijf miljard euro nu.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tandenborstels

Jaarabonnement tandenborstels nu ook in Nederland en België

Via de website Wittere-tanden.com kunnen consumenten een tandenborstelabonnement nemen. Zij krijgen zo elke 3 maanden een nieuwe tandenborstel opgestuurd.

Initiatief uit België
Recent onderzoek van Test-Aankoop liet zien dat slechts de helft van de consumenten z’n tandenborstel elke drie maanden vervangt. Koen Claes en Michel Demoor, die elkaar al kennen uit hun studententijd, zagen hier een kans en ontwikkelden het tandenborstelabonnement. Dit abonnement bieden zij aan via de website wittere-tanden.com. Het abonnement wordt zowel in België als in Nederland aangeboden.

Het abonnement
De klanten van Wittere-tanden.com krijgen elke 3 maanden een nieuwe ecologische tandenborstel opgestuurd. De tandenborstel werd ontwikkeld door tandartsen en is gerecycleerd uit het plastic van o.a. yoghurtpotjes. Telkens gaat ook een deel van de opbrengst naar een goed doel.

Bron:
Wittere-Tanden.com

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
beoordeling - emoji - verdriet

Waardering voor arts die fout open bespreekt

Een arts uit het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem heeft in het personeelsblad erkend dat hij een fout heeft gemaakt bij de diagnostiek van een patiënte. De KNMG vindt dit een heel moedige stap. ‘Openheid over een fout verdient enorme waardering’, aldus KNMG-directeur beleid Lode Wigersma op radio Gelderland.

De patiënte was een oud-medewerkster van het ziekenhuis. Zij deed haar verhaal voor haar overlijden in het blad, waarop de arts reageerde, zo meldde De Gelderlander.

Fout
‘Er worden fouten gemaakt en er zullen nog fouten worden gemaakt. In plaats van ontkenning is het beter om je fouten te erkennen,’ aldus de arts. Hij had de diagnose prikkelbare darm bij de vrouw gesteld. Achteraf bleek er sprake te zijn van kanker. De arts zegt dat hij een inschattingsfout heeft gemaakt: ‘Ik heb nooit één moment getwijfeld aan de door mij gestelde diagnose. Totdat ik de scan zag.’ De patiënt is overleden. De IGZ onderzoekt de zaak.

Moed
In het blad steunt de ziekenhuisdirecteur het idee dat zijn personeel van de situatie kan leren. Het vergt moed je eigen fouten onder ogen te durven zien, aldus de directeur. Ook KNMG-directeur beleid Lode Wigersma onderstreept het belang van deze stap: ‘Dit is een goed voorbeeld om artsen ervan bewust te maken dat ze een fout kunnen maken en er open over moeten zijn. Een fout bespreken is iets anders dan aansprakelijkheid erkennen, wat soms nog wordt gevreesd. De Gedragscode Openheid over medische incidenten en betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid, de GOMA, is hierover duidelijk. Het gaat er echt om dat je je geweten ontlast en dat je je patiënt achteraf recht doet. Dat is de betekenis van een fout open bespreken. Dat mag en moet.’

Bron:
KNMG

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
werk - bureau

Flirten op het werk: wat mag wel en niet?

De helft van de Nederlanders flirt op het werk. Dit doen ze omdat het hun werk leuker maakt (38%), maar ook om iets voor elkaar te krijgen bij hun werkgever (11%). Zo blijkt uit onderzoek van vacaturesite JobTrack.nl onder 609 bezoekers.

Generaties
Er is echter een groot verschil tussen 45-plussers en jongeren: tweederde van de 45-plussers vindt flirten op de werkvloer echt niet kunnen, terwijl ruim 70 procent van de jongere generatie dit geen enkel probleem vindt.

“Wellicht denkt de jongere generatie minder in protocollen en hiërarchie, waardoor zij gemakkelijker flirten op het werk,” vertelt Marco de Weerd van JobTrack.nl. “Bij oudere werknemers staan hun principes hen waarschijnlijk wat meer in de weg.”

Mannen flirten liever dan vrouwen
Mannen flirten liever dan vrouwen: bijna de helft van de mannen vindt dat flirten het werk leuker maakt, tegenover een derde van de vrouwen. “Vrouwen blijken veel terughoudender te zijn als het gaat om flirten op het werk. Maar liefst 56 pro van de vrouwen bestempelt het zelfs als onprofessioneel,” aldus De Weerd.

Van de mannen vindt slechts iets meer dan een kwart van de ondervraagden flirten onprofessioneel. Met name jonge mannen hebben er geen moeite mee hun charmes in de strijd te gooien op de werkvloer.

Relaties op de werkvloer
Wanneer flirten uitloopt op echte relaties tussen collega’s moet u als werkgever gaan opletten. Met een speciale gedragscode voor relaties op het werk voorkomt u mogelijke amoureuze perikelen op de werkvloer. Een dergelijke gedragscode kan inhouden dat de betrokken werknemers hun relatie zo snel mogelijk melden, zodat u maatregelen kunt nemen om de werksfeer niet te verstoren.

Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat u met beide collega’s afspreekt dat ze niet in teveel projecten samenwerken. U moet daar ook niet te verkrampt mee omgaan, maar het kan ten koste gaan van het teamwerk en de productiviteit als een verliefd stelletje voortdurend meer met elkaar dan met het werk bezig is.

Gedragscode

 

  • Openheid en eerlijkheid over relaties.
  • Het te allen tijde melden van relaties bij de leidinggevende.
  • Het doorbreken – in overleg met het management – van hiërarchische lijn om de schijn van bevooroordeling te voorkomen.

Randgevallen

 

  • Het op het werk bespreken van privézaken die direct verband houden met de relatie.
  • Fysieke intimiteiten buiten werktijd wanneer collega’s herkenbaar zijn als medewerker van het bedrijf.

No go

  • Fysieke intimiteiten tijdens het werk.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z