ia - toekomst

Real-time PCR. Diagnostiek van de toekomst

De tandheelkundige diagnostiek bevindt zich in een stroomversnelling. Vooral de intrede van moleculaire biologie in de jaren 90 van de vorige eeuw, betekende een belangrijke stap voorwaarts.

De afgelopen decennia is er veel veranderd binnen de tandheelkundige diagnostiek. Was men vroeger nog uitsluitend aangewezen op traditionele microbiologische kweektechnieken, nu kan men gebruik maken van een scala aan moderne technieken.
Aan de grondslag van de moleculaire technieken ligt de polymerase kettingreactie, oftewel de PCR (Polymerase Chain Reaction). Deze PCR-techniek maakt het mogelijk om zoveel identieke kopieën van een DNA streng te maken, als gewenst is. Zodoende kan men aan voldoende materiaal komen om diagnostiek op uit te voeren.

Briljant in zijn eenvoud
De PCR is al in het begin van de 80-er jaren van de vorige eeuw ontwikkeld door Kary Mullis. De techniek achter de PCR is briljant in al zijn eenvoud en bestaat uit drie fasen. In de eerste fase wordt het dubbelstrengs DNA gesplitst door het te verhitten. In fase 2 wordt de temperatuur verlaagd waardoor er kleine stukjes DNA (de primer) kunnen koppelen. Deze primer is zo gekozen dat alleen het gewenste DNA vermeerderd wordt. In fase 3 wordt de temperatuur weer verhoogd, waardoor het enzym DNA-polymerase de DNA keten kan verlengen.

Deze drie stappen samen worden een cyclus genoemd. Afhankelijk van de hoeveelheid materiaal dat nodig is, wordt een aantal cycli herhaald. Uiteindelijk heeft men dus een bepaalde hoeveelheid identieke DNA strengen. Helaas is het niet zo dat het DNA bij elke cyclus verdubbelt. Dit is alleen het geval in de exponentiële fase als bijvoorbeeld van alle reagentia nog voldoende voorhanden is. Na verloop van tijd kunnen reagentia op raken. Hierdoor zal de reactie vertragen en vindt er geen verdubbeling meer plaats. Deze fase wordt ook wel lineaire fase genoemd. Na verloop van tijd zal de reactie zelfs stoppen en is de plateaufase bereikt.

In deze fase vindt, traditioneel, de meting plaats. Omdat nooit met zekerheid te zeggen is hoeveel uitgangsmateriaal er aanwezig is geweest, is de traditionele PCR techniek niet geschikt om exacte aantallen te bepalen. Dit nadeel kan men omzeilen, door bij elke cyclus de hoeveelheid DNA te meten. Deze techniek noemt men real-time PCR of kwantitatieve (quantitative) PCR. Deze vorm van PCR is kwantitatief omdat de hoeveelheid DNA in een sample precies kan worden bijgehouden.

Exacte hoeveelheid DNA
Op dit moment zijn er verschillende technieken om het DNA te meten, waarvan de SYBR green en de TAQ-MAN methode de meest gebruikte zijn. Beide technieken geven meer fluorescerend licht naarmate er meer DNA gevormd wordt. Als er ook een bekende hoeveelheid DNA van een standaard meegenomen wordt, kan de exacte hoeveelheid DNA in het uitgangsmateriaal bepaald worden. Op dit moment is de real-time PCR de meest nauwkeurige methode om DNA te meten. De voordelen van real-time PCR zijn legio: snelle, nauwkeurige en kwantitatieve resultaten, waarbij het niet belangrijk is of het uitgangsmateriaal levend of dood is. Ook dode cellen hebben tenslotte DNA.

Een ander groot voordeel is dat, theoretisch gezien, alles wat DNA bevat, bepaald kan worden. Zo kunnen niet kweekbare bacteriën als de Treponema denticola geanalyseerd worden, maar ook schimmels, gisten en virussen. Het belangrijkste nadeel van de real-time PCR is dat je met een gesloten vraagstelling werkt, echter zal dit binnen de meeste vakgebieden van de tandheelkunde geen problemen opleveren, omdat vaak al vaststaat welke micro-organismen de problemen veroorzaken.

Heden
De afgelopen jaren heeft de real-time PCR een grote vlucht genomen in de medische wetenschap. Waren er in 1995 slechts 42 artikelen met real-time PCR als onderwerp, vorig jaar was dat al gestegen tot bijna 23.000. En het einde is nog lang niet in zicht. Wekelijks verschijnen er nieuwe artikelen waarin real-time PCR toepassingen beschreven worden, variërend van voedselveiligheid tot tumoronderzoek. Ook binnen de tandheelkunde stijgt de populariteit van de real-time PCR. Op dit moment kunnen er al een groot aantal paropathogenen gekwantificeerd worden via de real-time PCR techniek, maar bijvoorbeeld ook Candida albicans en het herpesvirus.

Toekomst
In theorie kan de real-time PCR methode gebruikt worden voor de diagnostiek van alle DNA bevattende (micro)organismen. In vele tandheelkundige branches spelen micro-organismen een belangrijke rol. Hierbij kan men denken aan endodontie, implantologie en parodontologie. Het lijkt een kwestie van tijd voor de real-time PCR een vaste plaats heeft verworven binnen de dentale diagnostiek.

In de praktijk
U heeft een patiënt in de stoel met verdiepte pockets. U bent onder andere benieuwd hoeveel bacteriën er in de pocket van uw patiënt aanwezig zijn en daarom neemt u met behulp van een paperpoint een monster. Dit stuurt u dezelfde dag nog op naar een gespecialiseerd laboratorium. Aangekomen in het laboratorium vinden de volgende handelingen plaats:

  • Het DNA wordt door middel van een extractiemethode uit het monster gehaald. Hiertoe worden de bacteriën kapot gemaakt, waardoor de celinhoud met daarin het DNA vrijkomt.
  • Een kleine hoeveelheid van het extract wordt samen met een bekende hoeveelheid DNA in het real-time PCR apparaat geplaatst. Ook worden er positieve en negatieve controles meegenomen om te controleren of de PCR reactie succesvol verloopt.
  • Per cyclus wordt bijgehouden hoeveel DNA er gevormd is.
  • De hoeveelheid in het extract wordt vergeleken met de bekende hoeveelheid.
  • Nu kan het aantal bacteriën in het uitgangsmateriaal uitgerekend worden.
  • U ziet dat er veel bacteriën in de pocket van uw patiënt aanwezig zijn en u besluit de pocket grondig te gaan schoonmaken.

Uitgelicht: De bepaling van het totaal aantal bacteriën door middel van de real-time PCR techniek.
Eén van de eerste toepassingen van de real-time PCR techniek binnen de tandheelkunde was de bepaling van het totaal aantal bacteriën. Dit kan bijvoorbeeld gaan over het totaal aantal bacteriën in een ontstoken pocket, maar ook over het totaal aantal bacteriën in het speeksel van uw cariës risico patiënt.

Uit onderzoek is gebleken dat alle bacteriën op aarde een conservatief stukje DNA hebben. Van de Thermophilus aquaticus in de geiser van Yellowstone tot aan de Chryseobacterium greenlandensis in een gletsjer op Groenland. Verschillende bedrijven en universiteiten hebben een primer, een stukje synthetisch DNA, ontwikkeld dat uitsluitend bindt aan dit conservatief stukje DNA. Dit is mogelijk door de unieke eigenschappen van het DNA dat opgebouwd is uit verschillende basenparen. A koppelt alleen met T en C koppelt alleen met G. De volgorde van de basenparen van de primer kan zo gekozen worden dat er een unieke binding met het conservatieve stukje DNA bewerkstelligd kan worden. Door een standaard met een bekende hoeveelheid DNA mee te laten lopen, kan ook in het monster de hoeveelheid DNA en daarmee ook de hoeveelheid bacteriën bepaald worden.

Bron: Bio2Dental

 

 

Lees meer over: Diagnostiek, Mondhygiëne, Thema A-Z
spoelen

Wortelkanaalbehandeling? Spoelen moet!

Een geslaagde wortelkanaalbehandeling bevrijdt de patiënt van pijn en zorgt voor de terugkeer van een normale functie. Voor een duurzaam resultaat is spoelen van essentieel belang. Dat stelt tandarts-endodontoloog Michiel de Cleen.

De Cleen sprak op 30 september tijdens de praktijkgerichte nascholingsdag Dental Review 2011 over de levensduur van endodontisch behandelde gebitselementen. Welke factoren zijn beslissend voor een duurzaam behoud? De Cleen deed verslag van de nieuwste inzichten op dit gebied. Die verkreeg hij tijdens een recent congres van de American Association of Endodontists in Texas.

Goed spoelen
De Cleen benadrukte het belang van goed spoelen. “Bij een kanaalbehandeling werken vijlen en ruimers niet afdoende. Met onze instrumenten raken we niet alle delen van de kanaalwand, waardoor meer dan de helft daarvan niet wordt geprepareerd.”
Irrigatie dient hier vier doelen:

  • desinfectie
  • het oplossen van pulpaweefsel
  • het smeren van vijlen en ruimers
  • het afvoeren van debris

Minstens twee spoelmiddelen
Aangezien er niet één spoelmiddel is dat al deze kwaliteiten in zich heeft, adviseert De Cleen er minstens twee te gebruiken. Daarbij is er de keuze uit:

  • natriumhypochloriet
  • calciumbinders als EDTA, citroenzuur en MTAD
  • chloorhexidine

Natriumhypochloriet
Om natriumhypochloriet kan niemand heen, stelt De Cleen: “Hypochloriet is de eerste, tweede en derde keus, vanwege het weefseloplossend vermogen en de goede microbiële en smerende werking. Bovendien werkt het snel, is het gemakkelijk verkrijgbaar en goedkoop.”

De ideale concentratie is minstens 3%. Dan is het middel ook in staat lipopolysacchariden (kleverige celwandbestanddelen) te inactiveren. Maar belangrijker nog dan de concentratie zijn de hoeveelheid en frequentie. Hoe meer spoelmiddel wordt gebruikt, hoe beter de desinfecterende werking. En: hoe vaker er wordt gespoeld, hoe beter.

De effectiviteit van natriumhypochloriet kan nog worden verhoogd door verwarming. “Vijf graden verwarmen verdubbelt de werkzaamheid”, stelt De Cleen. Ook ultrasone activatie verbetert de prestaties: “Eén minuut ultrasone irrigatie aan het einde van de reiniging van het kanaal lijkt voldoende.”

Combinatie met chloorhexidine
De ideale combinatie van spoelmiddelen is volgens De Cleen die van natriumhypochloriet en chloorhexidine, ook wel ‘het werkpaard onder de spoelmiddelen’ genoemd. Grote voordelen van dit middel zijn de effectiviteit tegen resistente micro-organismen, de lage toxiciteit en de substantiviteit (het werkt na gebruik door).

Calciumbinders
Natriumhypochloriet kent ook nadelen. Het is toxisch, vlekt en corrodeert het instrumentarium. Het werkt na gebruik niet door, is onvoldoende werkzaam tegen E. faecalis en laat de smeerlaag intact.
Calciumbinders als EDTA, MTAD en citroenzuur pakken de smeerlaag wel aan. De Cleen adviseert natriumhypochloriet en EDTA of citroenzuur om en om te gebruiken. De behandeling kan volgens hem het best worden afgesloten met EDTA, omdat dit het beste middel is voor een gladde kanaalwand.

Surfactants
Een nieuwe en interessante ontwikkeling is volgens De Cleen de toevoeging van surfactants (zeepachtige schoonmaakmiddelen). Spoelmiddelen bereiken daardoor nog beter de verborgen hoekjes en gaatjes. Het ultieme laatste spoelmiddel dat De Cleen in Texas leerde kennen is Qmix 2-in-1 van Dentsply. Of dat in Nederland verkrijgbaar wordt, blijft nog even de vraag.

Bron:
Verslag door dental INFO, tijdens de Dental Review 2011, georganiseerd door Mark Two Communications, 30 september 2011, Jaarbeurs Utrecht

Michiel de Cleen is tandarts-endodontoloog in Amsterdam. De Cleen is in 1988 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna was hij tot 1995 als docent verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Naast de werkzaamheden in de praktijk is Michiel de Cleen mede-auteur van een aantal boeken over de endodontologie en tandletsels en een veelgevraagd cursusdocent op dit gebied.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Scholing, Thema A-Z
caries - tandarts

Moeten tandartsen in 2012 hun borst nat maken?

Veel zorgverleners in de mondzorg verwachten in 2012 stevige onderhandelingen te moeten voeren met zorgverzekeraars. Die laatste zouden kunnen aansturen op pittige tariefonderhandelingen terwijl zorgverleners juist hopen op compensatie van de jarenlang gemiste inflatiecorrecties.

Keiharde prijsonderhandelingen?
Gemiste inflatiecorrecties, aangescherpte hygiëne-eisen en toegenomen papierwerk hebben volgens zorgverleners kostenverhogend gewerkt. Tijd om die kostenverhoging nu eindelijk eens in de tarieven te verwerken, zeggen ze. Het is onduidelijk hoe zorgverzekeraars zich zullen opstellen, maar de markt vreest dat ze zullen inzetten op keiharde prijsonderhandelingen.

Factureren wordt in 2012 hogere wiskunde
Hoge tarieven of lage tarieven, de zorgverzekeraars vergoeden in veel gevallen percentages van een tandheelkundig tarief. Er blijft dus een restbedrag over waarvoor de zorgverlener rechtstreeks bij de patiënt moet aankloppen. Omdat de vergoedingspercentages per verzekeraar en per behandeling kunnen verschillen wordt facturering een heel ingewikkeld en tijdrovend proces. Tandartsen die dat nog zelf willen doen, hebben straks geen tijd meer om aan hun patiënten te besteden. Veel zorgverleners zullen in 2012 overstappen op het uitbesteden van facturering en debiteurenbeheer.

Forum Vrije Tarieven 2012
Op het Vrije Tarieven forum op internet discussiëren tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici over de invoering van de vrije tarieven in 2012. Niet alleen over prijsstelling, maar ook over de kwaliteit van de dienstverlening en over het inrichten van goede service.

Hoe meet je de kwaliteit van je praktijk? En de servicegraad? Wat houdt service eigenlijk in? Hoe ga je om met patiënten die een kroon bij een collega kopen, hun tanden bij een cosmetisch instituut laten bleken en een vulling door uw eigen praktijk willen laten leggen? Het experiment streeft naar transparantie, maar bestaat transparantie eigenlijk wel? Brengt het nieuwe systeem de collegialiteit onder druk? Heb je nou wel of niet een website nodig? En hoe kom je dan aan zo’n website?

Meelezen of meepraten? Klik hier.
Volg ons op Twitter

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Rekening

Telegraaf waarschuwt voor nota tandarts

‘De rekening van de tandarts kan volgend jaar lelijke verrassingen opleveren voor zowel verzekeraar als patiënt’, zegt de Telegraaf.
‘Daarom waarschuwen verzekeraars dat patiënten vanaf volgend jaar goed moeten opletten en prijzen vergelijken voordat ze de mond opensperren voor de tandarts.’

Tekst van het artikel in de Telegraaf
Prijzen in de mondzorg worden met ingang van 1 januari vrijgegeven. Hoewel praktijken hun tarieven voor 2012 nog niet gepubliceerd hebben, twijfelen maar weinigen in de branche eraan dat de prijzen gemiddeld zullen stijgen zodra tandartsen die zelf kunnen vaststellen.

Hoe groot het deel van de rekening is dat straks nog door verzekeraars vergoed wordt, is straks nog meer dan nu al het geval is, afhankelijk van het soort polis dat een patiënt heeft.

Gaat het tarief van de tandarts daar overheen, dan moet de patiënt het restbedrag zelf betalen. Idee achter de liberalisering is dat tandartsen gaan concurreren op prijs en kwaliteit en patiënten gaan shoppen voor de beste behandeling tegen de laagste prijs.

Bron:
Telegraaf

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
vakantiegeld

Consumentenbond wil commissie medische missers

De Consumentenbond vindt dat er een onafhankelijke commissie moet komen die klachten over mogelijke medische missers beoordeelt. Volgens de Consumentenbond zijn patiënten terughoudend om officieel een klacht in te dienen over hun behandeling. Dat komt vooral omdat zij denken dat ze toch niet serieus genomen worden door de klachtenbehandelaar in het ziekenhuis.

Meldpunt
De Consumentenbond had afgelopen zomer een meldpunt geopend voor medische missers. 1900 mensen trokken aan de bel, meldde de bond maandag. Van hen had 23 procent officieel een klacht ingediend.

Advies
De commissie waar de Consumentenbond voor pleit, zou mensen kunnen adviseren of het zin heeft om een klacht in te dienen.

Bewijslast
De Consumentenbond pleit ook voor een verschuiving van de bewijslast. Nu is het aan de patiënt om bewijzen aan te dragen als hij vindt dat zorgverleners tekortschoten. Volgens de Consumentenbond komt het vaak voor dat een dossier niet goed wordt bijgehouden. Als dat laatste het geval is, moet de zorgverlener zich daarvoor verantwoorden.

Bron:
Skipr

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z
Geld

Minder naar tandarts en huisarts scheelt niet in portemonnee

Minder naar de huisarts gaan levert de consument geen financieel voordeel op, stelt de financiële vergelijkingssite Geld.nl. Veel mensen denken te kunnen besparen op de zorgkosten door minder naar de huisarts te gaan, blijkt uit een enquête die RTL Nieuws zondag presenteerde. “Maar dit is onzin”, zegt Paul Huibers van Geld.nl. “Huisartsbezoek valt immers niet onder het eigen risico en wordt dus altijd vergoed door je verzekeraar. Wie echt wil besparen, kan beter op zoek gaan naar een lagere premie en kiezen voor gecontracteerde zorg.”

Minder mensen overwegen naar de tandarts te gaan
Naast de huisarts overwegen veel mensen ook minder naar de tandarts te gaan, volgens RTL Nieuws. Ook dit levert geen kostenbesparing op. Huibers: “Tandheelkundige zorg voor iedereen vanaf 18 jaar wordt niet gedekt door de basiszorgverzekering. Deze kosten moet je dus altijd al zelf betalen, ongeacht het eigen risico.” Wie zijn of haar tandartskosten vergoed wil krijgen, zal hiervoor dus een aanvullende zorgverzekering moeten afsluiten. En ook voor kosten die vergoed worden vanuit een aanvullende verzekering, geldt dat deze niet onder het eigen risico vallen.

Verstandig besparen
Wie toch wil besparen op de zorgkosten kan beter kijken naar de premie, stelt Huibers. “Het wettelijke eigen risico is voor iedereen hetzelfde, ongeacht welke verzekeraar je hebt. Als je weet dat je deze kosten toch al kwijt bent, wil je natuurlijk niet ook nog eens heel veel premie betalen voor je zorgverzekering.”

De consument kan ook besparen door te kiezen voor gecontracteerde zorg. Indien je zorgverzekeraar afspraken heeft gemaakt met bepaalde zorgverleners, is het verstandig om daarvoor te kiezen wanneer je zorg nodig hebt. “Gecontracteerde zorgverleners bieden namelijk vaak een uitgebreidere vergoeding, waardoor je minder zelf hoeft te betalen”, aldus Huibers.

Het eigen risico gaat in 2012 omhoog naar 220 euro per jaar. Dat is 50 euro meer dan in 2011.

Bron:
Geld

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Kindergebit

Casus: Alveolaire lymphangioma bij kinderen

Een vijf maanden oud jongetje met Nigeriaanse ouders komt bij u in de praktijk met twee bilaterale orale laesies die al 3 maanden zichtbaar zijn. Wat is uw diagnose en behandeling?

Casus
Een vijf maand oud jongetje met Nigeriaanse ouders komt, na verwijzing door een specialist, bij u terecht. De reden van verwijzing is een gingivale afwijking in de onderkaak. De moeder vertelt dat er al drie maanden lang bilaterale orale laesies zichtbaar zijn. Volgens de moeder zijn de laesies zonder specifieke oorzaak ontstaan.

Tijdens het intra-orale onderzoek ontdekt u de aanwezigheid van twee laesies: Beide aan een kant van de mandibulaire kaakwal aan de linguale zijde. De laesie aan de rechterzijde is geel van kleur en heeft een diameter van 6 millimeter (zie afbeelding 1). Aan de linkerzijde heeft de laesie een diameter van 3-4 millimeter. Deze laesie heeft een blauwachtig aspect (zie afbeelding 2).


Afbeelding 1: Intra-orale lichtfoto


Afbeelding 2: Voorbeeld van een blauwachtige laesie

Diagnose
Er is sprake van alveolaire lymphangioma. Dit is een benigne aandoening die alleen voorkomt in de mond van kinderen met een donkere huidskleur. De aandoening is relatief zeldzaam en komt tussen de 2,2% en 4% voor bij gezonde kinderen met een donkere huidskleur. De man-vrouw-verhouding is 2:1. Klinisch lijken de laesies op een mucokèle of een eruptie cyste. De grootte varieert tussen de 1 en 9 millimeter. Vaak is er sprake van blauwachtige met vocht gevulde laesies. De karakteristieke plaats is de alveolaire rand van de mandibula ter plaatse van de eerste melkmolaar. De laesies kunnen ook op de maxillaire kaakwal of op de linguale zijde van de mandibulaire kaakwal voorkomen. Vaak zijn er meerdere laesies aanwezig.

Behandeling
De etiologie van alveolaire lymphangioma is niet bekend. Er is geen relatie tussen alveolaire lymphangioma en andere aangeboren afwijkingen. Er is mogelijk sprake van genetische etiologie omdat de aandoening alleen met kinderen met een donkere huidskleur voorkomt. Behandeling is conservatief. De laesies zullen vanzelf verdwijnen. Dit zal enkele maanden duren.
Over deze aandoening wordt weinig gerapporteerd in wetenschappelijk onderzoek. Ondanks dat er geen behandeling nodig is, is het goed om de juiste diagnose te kunnen stellen. Op deze manier kunnen de ouders gerustgesteld worden. Het is belangrijk om de aandoening te monitoren.

Casus
Ook bij het in de casus beschreven jongentje verdwenen de laesies volledig na twee maanden.

Bron:
Journal of the Irish Dental Association – Volume 55 nummer 3 – Juni/Juli 2009

Lees meer over: Casus, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Contract, deal, ondertekenen

Onderhandelen over uw arbeidscontract

U bent door de sollicitatierondes heen en hebt de baan gekregen. De verleiding is groot om meteen uw arbeidscontract te tekenen. Toch is dat niet verstandig. Een arbeidscontract bestaat uit afspraken met je werkgever, en het is niet de bedoeling daar later op terug te komen. Neem daarom je contact eerst mee naar huis om rustig door te nemen. Of overleg met mensen die er verstand van hebben.

Onderhandeltips

 

  • Bepaal wat u precies wilt bereiken. Bedenk hoeveel meer salaris u wilt hebben. Of hoeveel extra verlofdagen. Dit om te voorkomen dat u straks zit te stotteren en elk willekeurig voorstel aanneemt.
  • Zoek uit wat u waard bent. Wat heeft u voor diploma’s, werkervaring, en waardevolle eigenschappen en waarom zou uw werkgever u niet kunnen missen?
  • Loop zoveel mogelijk scenario’s door: “als hij dit zegt, doe ik dat”. Meestal begint zo’n gesprek informeel: “hoe gaat het ermee”, “mooi weer vandaag”. Daarna komt u bij het formele gedeelte en doet uw voorstel. Uw onderhandelaar hoeft niet per se met ja of nee te antwoorden. Hij kan ook een ander voorstel geven. U wilt bijvoorbeeld meer vrije dagen, waarop hij voorstelt dat u dan meer avond- of weekenddiensten moet draaien.
  • Bepaal vooraf uw grenzen: aan welke onderdelen in uw contract mag nog getornd worden en welke onderdelen zijn onbespreekbaar (tot hier en niet verder)?
  • Blijf altijd vriendelijk tijdens de onderhandelingen. Uw werkgever is iemand waarmee u een relatie gaat opbouwen. Daar moet u aan het einde van het gesprek nog mee door een deur kunnen.
  • Als uw onderhandelingen mislukt zijn, treur dan niet. Onderhandelen is niet gemakkelijk en u heeft het in elk geval geprobeerd.

Op welke momenten gaat u onderhandelen?

 

  • Bij een nieuwe baan
  • Als u een nieuwe functie krijgt aangeboden
  • Als u extra taken krijgt
  • Tijdens een functioneringsgesprek
  • Als uw collega’s een betere beloning krijgen

Bron:
Nursing

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
apneu

Patiënten met slaapapneu veel zieker dan nodig

Twee derde van de mensen met slaapapneu loopt hier langer dan 4 jaar mee rond voor het wordt ontdekt. Een derde zelfs langer dan 8 jaar. Dit bleek uit onderzoek onder 2700 patiënten dat werd uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van de ApneuVereniging.

Goed te behandelen
Door apneu stokt tijdens de slaap de ademhaling een groot aantal keer voor een aantal seconden. Door de opstapelende zuurstoftekorten ontstaan in de loop van de jaren bijkomende ziekten zoals hartfalen, hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes. Doordat mensen niet diep genoeg slapen hebben mensen minder energie en ontstaan er ook stemmingswisselingen (kort lontje). Dit wordt wel aangezien voor burn-out of depressie. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoek blijkt dat deze aandoeningen daadwerkelijk op grote schaal voorkomen bij de onderzochte patiënten. Dit was grotendeels te voorkomen geweest. Bij een tijdige en juiste diagnose is apneu zeer goed te behandelen en kunnen mensen met apneu gewoon voor 100% meedraaien in de samenleving.

Alertheid
Er moeten in Nederland 315.000 mensen met slaapapneu zijn. Sommigen houden gezien de vergrijzing en toenemend overgewicht rekening met het dubbele. Er zijn tot 2010 slechts 60.000 mensen gediagnosticeerd. Er lopen dus nog minimaal 255.000 mensen onbehandeld rond. Dit verklaart waarom mensen op grote schaal, vaak onherstelbare, bijkomende ziektes krijgen. De maatschappelijke kosten voor niet behandelde osas zijn zeer hoog. Behandeling kost slechts een fractie hiervan. Het bewustzijn over de gevaren van apneu moet hoger. Huisartsen en specialisten zouden alerter moeten zijn waardoor de aandoening sneller herkend wordt.

Bron:
NVSAP

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
3D planning in de traumatologie

Minister ziet 3D misselijkheid niet als relevant probleem

Minister van Volksgezondheid Edith Schippers is niet van plan veel actie te ondernemen om de mogelijke gezondheidsrisico’s van 3D-beelden tegen te gaan. Uit medische kringen was zij hiertoe onder meer opgeroepen en Groen Links stelde er kamervragen over.

Aanvullend onderzoek niet nodig
Schippers erkent dat misselijkheid of duizeligheid na het kijken van 3D-beelden erg vervelend is, maar vindt aanvullend onderzoek naar de effecten niet nodig. Bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) zijn tot op heden geen klachten bekend, schrijft de minister. Ze wijst erop dat fabrikanten ouders nadrukkelijk ontraden om kinderen onder de 7 jaar naar 3D-televisie te laten kijken of 3D-computerspellen te laten spelen.

Wiebelig en instabiel
Mensen die langdurig naar 3D beelden kijken, kunnen na afloop wiebelig en instabiel worden. Hun toestand is vergelijkbaar met mensen die een paar glazen alcohol hebben gedronken en dit kan de rijvaardigheid beïnvloeden. Dit bleek recent uit een wetenschappelijke test van Jelte Bos, hoogleraar bewegingsleer aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en verbonden aan TNO. Het programma Kassa! besteedde er uitgebreid aandacht aan.

Schadelijk voor kinderen jonger dan zeven
Daarnaast is het kijken naar 3D beelden voor kinderen jonger dan zeven jaar schadelijk voor de ontwikkeling van hun ogen. Ze kunnen er zelfs een lui oog van krijgen, waarschuwt neurofysioloog Hans van der Steen van het Erasmus MC. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kinderogen tot 3 jaar diepte en ver kijken ontwikkelen. Als je dit ontwikkelingsproces verstoort door ogen te laten kijken naar 3D, kun je er zelfs schade ondervinden. Ook wijzen wetenschappers erop dat het bekijken van bijvoorbeeld 3D een onnatuurlijke situatie is en dat daarom negatieve gevolgen kunnen optreden.

Bron:
TVtotaal

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
geld

Zorgverzekering 80 euro duurder in 2012

De consument is in 2012 minimaal 80 euro meer kwijt aan de zorgverzekering, blijkt uit gegevens van de financiële vergelijkingssite Geld.nl. De basispremies stijgen naar verwachting met gemiddeld dertig euro op jaarbasis. Ook het eigen risico gaat per 1 januari met 50 euro fors omhoog, van 170 naar 220 euro. De zorgverzekering wordt in 2012 dus fors duurder.

DSW verhoogt premie met 36 euro
Zorgverzekeraar DSW kwam vandaag als eerste met de basispremie voor 2012. De premie bedraagt 102,50 per maand en stijgt daarmee 36 euro op jaarbasis. Een flinke stijging, vindt Paul Huibers van Geld.nl. “Het kabinet voorspelde tijdens Prinsjesdag nog dat de premie met 11 euro omhoog zou gaan. Zorgverzekeraar Menzis zei recent een stijging tussen 20 en 30 euro te verwachten. Maar met 36 euro op jaarbasis gaat deze stijging dus alle verwachtingen te boven.”

Hoger
Volgens Huibers betekent de stijging van DSW niet veel goeds voor de nog bekend te maken premies. “Gekeken naar eerdere jaren lag de premie van DSW altijd onder het gemiddelde van de premies van andere zorgverzekeraars. Met dat gegeven in het achterhoofd, is het dus goed mogelijk dat de premiestijging van de basisverzekering van andere zorgverzekeraars nog hoger zal uitvallen.” Overigens heeft het ministerie van VWS met haar schattingen ook altijd behoorlijk onder de gemiddelde werkelijke premies gelegen.

Overstappen
Alle verzekerden kunnen de komende weken een brief van hun zorgverzekeraar verwachten met daarin de premies voor 2012. Uiterlijk 15 november moeten alle premies voor 2012 bekend zijn. Doorgaans lopen de premies tussen verzekeraars behoorlijk uiteen, waardoor overstappen verstandig kan zijn. De huidige zorgverzekering opzeggen kan tot en met 31 december 2011. Aanmelden bij een nieuwe verzekeraar kan tot en met 31 januari 2012.

Bron:
Geld

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
slaapproblemen - snurken

Tandarts kan helpen bij snurken en slaapapneu

Tandartsen kunnen een belangrijke rol spelen bij de behandeling van snurkers en patiënten met slaapapneu. Een antisnurkbeugel biedt uitkomst.

Patiënten met slaapapneu gebruiken nu vaak CPAP (continue positieve luchtdruk behandeling), een pomp die ’s nachts de luchtwegen openhoudt. Het is behoorlijk ingrijpend om altijd met een masker op te moeten slapen, dus niet alle patiënten willen dit.

Een antisnurkbeugel is even effectief als CPAP bij de behandeling van milde vormen van slaapapneu. Dit blijkt uit een onderzoek van Ghizlane Aarab, promovendus van de Universiteit van Amsterdam.

MRA
Een mandibulair repositie apparaat (MRA) is een tandheelkundige behandeling. Het is een antisnurkbeugel die de onderkaak iets naar voren duwt, waardoor de luchtweg vergroot wordt. Een MRA is goedkoop, niet zo ingrijpend en simpel te fabriceren.

Klachten
Patiënten met slaapapneu hebben last van slaperigheid en vermoeidheid en worden niet uitgerust wakker. Daarnaast is snurken een veel voorkomende klacht.
Slaapapneu wordt ook geassocieerd met een verhoogde bloeddruk, hartinfarcten en herseninfarcten. Deze groep patiënten heeft bovendien een verhoogd risico op verkeersongelukken, omdat men tijdens het besturen van een motorvoertuig in slaap kan vallen.

Bron: Gezondheidsnet.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
roken

Rokers moeten meer zorgpremie betalen

Bijna 55 procent van de Nederlanders vindt dat rokers en mensen die veel alcohol drinken meer zorgpremie zouden moeten betalen. Bijna een kwart is voorstander van een hogere zorgpremie voor mensen die onvoldoende bewegen. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag naar buiten bracht.

Premie omhoog
Vooral niet-rokers vinden dat de premie van rokers omhoog moet. Van hen is 65 procent die mening toegedaan, tegenover 38 procent van de gelegenheidsrokers en 18 procent van de dagelijkse rokers.

Solidariteit
Het Nederlandse zorgstelsel is gebaseerd op solidariteit; iedere volwassene betaalt dezelfde premie voor de basiszorgverzekering, ongeacht leeftijd, gezondheid of kans op ziekte. Maar als het aan meer dan de helft van de Nederlanders ligt, komt daar verandering in.

Ouderen
Zeer weinig Nederlanders zijn van mening dat ouderen, mensen met een niet zo goede gezondheid en mensen bij wie genetisch is vastgesteld dat ze een grotere kans op ziekte hebben, meer premie moeten betalen.

Mening Nederlanders
In hoeverre mensen de laatste jaren anders zijn gaan denken over de mate van solidariteit, kan het CBS niet zeggen. Het is voor het eerst dat het instituut de mening van Nederlanders peilde over dit onderwerp.

Bron: Skipr

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tand - kapot - erosie

Proefschrift: de risico factoren van tanderosie bij kinderen in de 21e eeuw

Promotie: Dental erosion in children: risk factors: in daily life in the 21st century

Datum: 11 oktober 2011, 15.45 uur
Locatie: VU, Aula, Amsterdam
Spreker: Dien Gambon
Promotoren: Prof.dr. A. van Nieuw Amerongen (emeritis) en prof.dr. E.C.I. Veerman, Orale Biochemie ACTA
Copromotor: dr. H.S. Brand, Orale Biochemie ACTA

Op dinsdag 11 oktober a.s. verdedigt Dien Gambon haar proefschrift: Dental erosion in children: risk factors: in daily life in the 21st century.

Conclusie onderzoek risico factoren van tanderosie bij kinderen in de 21e eeuw

Een algemene conclusie van dit proefschrift is dat veel factoren in de 21ste eeuw kunnen leiden tot tanderosie bij (jonge) kinderen en adolescenten. Kennis van de risicofactorren en beschermende factoren zijn een voorwaarde om tanderosie te voorkomen. Vandaar dat ouders en kinderen uitgebreide en begrijpelijke informatie moeten krijgen over de risico’s die het eten en drinken van zure voedingsmiddelen met zich mee brengen en ook advies moeten krijgen over eet- en drinkgewoonten die tandvriendelijk zijn.

Bekijk het proefschrift

Bron:
ACTA


Download brochure proefschrift-gambon-2011.pdf
Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
tandbacterie

Nader inzicht in hechtingskracht mondbacteriën

Promotieonderzoek

Datum: 26 september 2011, 11.00 uur
Locatie: Aula Academiegebouw Rijksuniversiteit Groningen
Adres: Broerstraat 5 te Groningen

Promotor: H.J. Busscher, H.C. van der Mei en Y. Ren

Meer kennis over biofilm-adhesie nodig
Steeds meer mensen doen een beroep op orthodontische zorg. Het is daarom belangrijk dat er meer kennis beschikbaar komt over biofilm-adhesie, de hechting van bacteriën aan en rondom de materialen die de orthodontist in de mond plaatst. Immers: hechting van bacteriën kan leiden tot een scala aan problemen, zoals afbraak van tandglazuur en ontsteking van het tandvlees.

Hechtingskrachten
Van alle orthodontische materialen oefenen ruwe cementoppervlakken de sterkste hechtingskrachten uit op bacteriën die in de mond voorkomen, zo blijkt uit onderzoek dat UMCG-promovendus Li Mei met behulp van atomic force microscopy (AFM) verrichtte. Hierna hechten bacteriën zich het sterkst aan roestvrij staal en glazuur. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe krachtiger de hechting van de biofilm wordt, zo blijkt verder. Dit is te verklaren uit het ontstaan van zogeheten waterstofbruggen, toont Li Mei aan. Wanneer er speeksel voorkomt, neemt de hechtingskracht sterk af. Ook de mate van elektrische geleiding van een materiaal heeft invloed op de hechtingskracht. Wanneer aan een composiet quaternair ammonium wordt toegevoegd, vermindert de hechtingskracht van bacteriën.

Curriculum Vitae
Li Mei (Shandong, China, 1982) verrichtte zijn onderzoek aan de afdelingen Biomedische technologie en Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), waar hij ook na zijn promotie werkzaam blijft. De titel van zijn proefschrift luidt: “Bacterial adhesion forces and biofilm prevention on orthodontic materials”.

Bron:
UMCG

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z

Gezin is in 2012 900 euro meer kwijt aan zorgverzekering dan in 2006

De basisverzekering is sinds de invoering in 2006 flink uitgekleed, terwijl de uitgaven ervoor jaar na jaar zijn gestegen. De gemiddelde basisverzekering kostte in 2006 1060 euro, in 2012 betaalt de consument er gemiddeld 1270 euro voor. Dat is een premiestijging van bijna 20%.

Eigen bijdrage gestegen
Ook zijn de kosten die de verzekerden zelf moeten betalen fors gestegen. In 2006 kon iedereen die weinig of geen zorg nodig had maximaal 255 euro no-claim terugkrijgen van zijn verzekeraar. De invoering van het eigen risico in 2008 heeft de basisverzekering de afgelopen jaren fors duurder gemaakt. In 2008 bedroeg het eigen risico 150 euro, volgend jaar moet elke volwassene de eerste 220 euro aan zorgkosten zelf betalen. In 2006 kregen verzekerden gemiddeld 91 euro terug van hun verzekeraar door de no-claimkorting. In 2012 gebruikt elke verzekerde gemiddeld 135 euro van zijn eigen risico.

45% meer
De premiestijging en de stijging van het eigen risico hebben ervoor gezorgd dat de gemiddelde Nederlander sinds 2006 45% meer betaalt aan zorgkosten. Een gezin is daardoor in 2012 gemiddeld 900 euro meer kwijt aan zorg dan in 2006.

Gezin (2 volwassenen en 2 kinderen) 2006 2012
Gemiddelde premie basisverzekering (2 volw) € 2.121 € 2.541
Gemiddelde teruggave no-claimkorting * (2 volw) €  182 –
Gemiddelde betaling met eigen risico ** (2 volw)   € 270 ***
€ 1.938 € 2.811

* T/m 2007 kende de basisverzekering een no-claimkorting van max. 255 euro per volwassene
** Vanaf 2008 werd de no-claimkorting vervangen door het verplicht eigen risico
*** Gebaseerd op de begroting 2012 van het ministerie van VWS

Vergoedingen beperkt
Bovendien zijn de vergoedingen uit de basisverzekering de afgelopen zes jaar fors beperkt. Met name de vergoedingen voor fysiotherapie zijn sterk teruggebracht. In 2006 kregen chronisch zieken fysiotherapie vergoed vanaf de 10de behandeling. In 2012 moeten zij de eerste 20 behandelingen zelf betalen.

Geneesmiddelenvergoeding
Ook in de geneesmiddelenvergoeding is flink gesneden. Acetylcysteïne (slijmoplosser), cholesterolverlagers, medicijnen tegen erectiestoornissen, slaap- en kalmeringsmiddelen worden in 2012 beperkt of helemaal niet vergoed. In 2006 vielen deze geneesmiddelen nog binnen de basisverzekering.

Het vergoedingenpakket van de basisverzekering moest oorspronkelijk vergelijkbaar zijn met het pakket dat het ziekenfonds vergoedde. Daar is inmiddels nauwelijks meer sprake van nu ongeveer 90% van de verzekerden een aanvullende verzekering heeft afgesloten (bron: NZa).

Bron:
Independer

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Kindergebit

Kindertandheelkunde; als je het niet kan, moet je het niet doen – Jaap Veerkamp

Verslag van de lezing van Jaap Veerkamp over kindertandheelkunde tijdens de 8e Talking Points in Dentistry van GSK.

De spreker Jaap Veerkamp, werkzaam bij de sectie kindertandheelkunde van ACTA, begon zijn betoog met de dilemma’s die de zorg voor kindergebitten kent, zowel in de diagnostiek als in de behandeling. Kinderen moeten nu eenmaal anders benaderd worden dan volwassenen. Kinderen snappen het niet, willen het niet, kunnen het niet, hebben mondige ouders die bovendien andere prioriteiten hebben en internet voor waar aannemen. Kinderen onder de 5 jaar zijn het lastigst te behandelen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat maar liefst 80% van de behandelaars graag zou willen verwijzen. Verder blijkt dat tandartsen die meer zorg besteden aan de gebitten van jonge kinderen, dat later ook doen. De groep die kinderen behandelt, doet dat op alle terreinen (o.a. preventief, curatief).

Eerste twee jaar cruciaal

De gebitten van de meeste kinderen worden pas tussen het derde en zevende levensjaar voor het eerst door een tandheelkundig zorgverlener bekeken. Maar de eerste twee jaar na doorbraak zijn cruciaal. Zo is er een significant verschil in glazuurhardheid van opvolgende leeftijdsgroepen. Hoe jonger een tand hoe zachter het glazuur. En andersom: hoe langer een element in de mond zit, des te dikker de glazuurlaag wordt. Glazuur moet minimaal twee jaar “rijpen” voordat het een goede hardheid heeft. Juist in die fase moeten professionals ouders op de gevaren wijzen! Cariës die door hypomineralisatie ontstaat, verloopt sneller. Uit onderzoek bleek dat kinderen die heel vroeg gaatjes kregen, een 5 tot 6 keer grotere kans hebben op cariëstoename. Maar je weet pas wat er aan de hand is als je het ziet. En daar ligt nu net het probleem. Het is verdraaid lastig in een mond te kijken van heel kleine kinderen. Vaak als je één caviteit ziet, is er kans op nog veel meer caviteiten en stuit je veelal op een megaprobleem. Met andere woorden: zonder post eruptieve remineralisatie gaat het van kwaad tot erger. Daarom moet de nadruk op preventie liggen.

Gedrag bekijken

Bij de diagnostiek bij kinderen is het heel erg belangrijk naar het gedrag van het kind te kijken. Kan het kind bijvoorbeeld ijs eten? Kan hij wat hij normaal lekker vindt nu nog eten? Kijk wat er gebeurt als je een kies open boort. Bij heftige bloeding zal de kies eruit moeten. Is de bloeding niet heftig, dan kan er een kroon op. Een passende behandeling houdt waar mogelijk rekening met de leeftijd van het kind, is gebaseerd op röntgenfoto’s, is gekoppeld aan preventie en aan het geven van een toelichting aan de ouders. Door zo jong mogelijk foto’s te maken kan de professional de diagnose beter stellen. Ook kan hij met meer kracht een preventief beleid instellen. Als het niet lukt om foto’s te maken, leg dat dan aan de ouders uit.

Vooraf bespreken met ouders

Sowieso is het advies aan de professional dat hij altijd vooraf met de ouders bespreekt wat hij wel en wat hij niet kan doen. Hij geeft daarbij ook aan wat hij van de ouders verwacht. Mag hij bijvoorbeeld onder dwang de mond van het kind openen als die dat zelf niet doet? Hij kijkt daarbij altijd kritisch naar zijn eigen functioneren en zegt een keer sorry in een gesprek met de ouders. Sorry neemt veel stress weg en kan klachten voorkomen.

Resumerend

Tot slot en resumerend adviseerde Veerkamp: “Kies altijd een behandeling in het belang van het kind, realiseer dat cariës bij kinderen anders is en maak tijdig röntgenfoto’s. Daarbij is het beter om niet te restaureren dan slecht. Creëer optimale omstandigheden om de behandeling uit te voeren en maak bij twijfel een tweede foto. Onderschat het klinische beeld niet, maak eerder simpele restauraties en extraheer meer.”

Bron:
GSK

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
forum-vrije-prijzen-80

Een forum als discussieplaats over vrije prijsvorming

Per 1 januari 2012 start het experiment met de vrije prijsvorming in de mondzorg. De overheid streeft met deze maatregel vrije marktwerking na. Alles in de verwachting dat dit leidt tot betere kwaliteit tegen de juiste prijzen. Op zich een goed streven, maar voorlopig zijn nog veel vragen niet beantwoord.

Direct al veel vragen
Initiatiefnemer van het forum is DFA service, bekend als dienstverlener op het gebied van facturering en debiteurenbeheer. Directeur Bart Mulder over het forum: “Al vrij snel nadat de eerste plannen door het ministerie van VWS werden geopperd, kregen wij zeer inhoudelijke vragen van tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten.”

Hoe stel je een tarief vast?
Die vragen gingen volgens Mulder verder dan facturering en debiteurenbeheer. Zorgverleners zagen zich ineens geconfronteerd met de vraag hoe je een tarief eigenlijk vaststelt. En hoe dat tarief in relatie staat tot de kwaliteit die je levert. En hoe die kwaliteit dan bepaald, gemeten en gecommuniceerd moet worden. Of het mogelijk zou zijn om tarieven te differentiëren bij avondopenstelling van de praktijk enzovoort. Allemaal vragen waar niemand een antwoord op had.

Forum met nieuws, meningen en discussies
Bart Mulder: “Het beste dat je in zo’n geval kunt doen is alle informatie over vrije prijsvorming verzamelen en publiceren op een plaats waar je met collegae over het onderwerp van gedachten kunt wisselen. Daarom hebben wij www.vrijetarieven2012.nl online gebracht. Gewoon als steuntje in de rug voor alle zorgverleners in de mondzorg.”

Informatie vanuit de overheid
Op het forum vinden zorgverleners in de mondzorg informatie vanuit overheid en NZA, zorgverzekeraars en brancheverenigingen. Daarnaast kunnen tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprothetici feiten en meningen uitwisselen over tal van invalshoeken met betrekking tot vrije prijsvorming.

Brede professionele discussie
Het tarievengedeelte van het forum is het populairst, maar de discussies spelen zich op allerlei gebieden af: Moet je nu minder kwalitatieve materialen gaan inkopen tegen lagere kosten? Hoe meet je de kwaliteit van je praktijk? En de servicegraad? Wat houdt service eigenlijk in? Hoe ga je om met patiënten die een kroon bij een collega kopen, hun tanden bij een cosmetisch instituut laten bleken en een vulling door uw eigen praktijk willen laten leggen? Het experiment streeft naar transparantie, maar bestaat transparantie eigenlijk wel? Brengt het nieuwe systeem de collegialiteit onder druk?

Meelezen of meepraten?
Volg ons op Twitter

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Bezoek aan tandarts in buitenland groeit snel

Bezoek aan tandarts in buitenland groeit snel

Nederlandse tandartsen behoren tot de wereldtop, maar zijn vaak ook duur volgens de Telegraaf. Steeds meer mensen kiezen voor een behandeling in het buitenland.

Gids voor medisch toerisme
Speciale reisbureaus verzorgen complete reizen inclusief hotel en tandarts. Begin deze maand verscheen er zelfs een gids voor medisch toerisme, getiteld Flying Patients van Johan Dijkstra. Vooral Hongarije en Turkije zijn erg in trek als tandartsbestemmingen. De prijzen liggen daar gigantisch onder het Nederlandse niveau, maar de kwaliteit en service blijken amper te verschillen.

Rose Stoddart uit Bergschenhoek kan het weten. Zij vertrok naar Hongarije om haar gebit te laten repareren. Door langdurige stress begonnen haar tanden één voor één uit te vallen. In Nederland zou de behandeling die zij nodig had meer dan 9000 euro kosten, in Hongarije slechts 2700 euro. Haar gebit is nu hersteld met veertien porseleinen kronen en een brug.

‘Ik ben zo blij dat ik ben gegaan, mijn gebit ziet er echt geweldig uit’
Niet alleen het resultaat is super. De service was vijfsterren. Voor het eerst in mijn leven werd ik door een chauffeur opgehaald van het vliegveld. De kliniek had een appartement voor mij geregeld in het centrum van Boedapest. Na de eerste dag voelde ik me niet zo lekker. De verplegers kwamen soep brengen in het appartement. Dat is toch geweldig”, vertelt Rose opgewekt.

Hongarije en Turkije
Niet alleen Hongarije, maar ook Turkije is een favoriete tandenbestemming. Gerry Larasoms (43) uit Eindhoven vloog naar Antalya voor zes implantaten en een sinuslift. In plaats van 18.000 euro te betalen in Nederland, was ze in Turkije 8800 euro kwijt.

Onbetaalbaar
„In Nederland is zo’n behandeling gewoon onbetaalbaar. Ik heb altijd al last van mijn tanden gehad, een wortelkanaalbehandeling was voor mij dan ook de gewoonste zaak van de wereld. Een Nederlandse tandarts raadde een kunstgebit aan, maar dat wilde ik niet. Een collega van het vervoersbedrijf waar ik werk wees me op de mogelijkheden in Turkije. De spullen zijn daar net zo goed als in Nederland en je bent er lekker een paar dagen uit. Een vakantie en een splinternieuw gebit, wat wil je nog meer?”, aldus Larasoms.

Ook Gerda Mouw (54) uit Apeldoorn is lovend over de tandartsen in Antalya. Bij een zwaar ongeluk liep zij een dubbele kaakfractuur op. Haar tanden achter in het gebit werden verwijderd.

„Ik was altijd doodsbang voor de tandarts. Het was voor mij dan ook echt een stap om iets aan mijn gebit te laten doen. Maar ik ben daar zo lief opgevangen. De eerste sessie duurde bijna vier uur. Ik was kapot, maar zij hebben mij er doorheen gesleept. Met veertien kronen en acht implantaten ben ik weer helemaal compleet”, vertelt de eigenaresse van de cadeauwinkel Uniek in Apeldoorn. „Mijn vriendinnen zijn stinkend jaloers. Ik heb 15.000 euro bespaard, mijn angst overwonnen en een week onder de Turkse zon vertoefd.”

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Actueel, Tarieven, Thema A-Z

Winstgevendheid zorgsector daalt vijf procent

De winstgevendheid van zorginstellingen is in 2010 met bijna vijf procent afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dit blijkt uit een onderzoek van Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg. Intrakoop heeft de jaarverslagen van 1155 zorginstellingen in ons land geanalyseerd.

Opbrengsten
De kosten zijn met 6,3 procent sterker gestegen dan de opbrengsten, die met 5,8 procent zijn gestegen. De marktomgang van de zorgsector, uitgedrukt in bedrijfsopbrengsten bedraagt in 2010 ruim 52 miljard euro. De personeelskosten voor personeel in loondienst vormen met 62 procent de grootste kostenpost van zorginstellingen, gevolgd door inkoopgerelateerde kosten. Met 15,2 miljard euro maken inkoopgerelateerde kosten 30 procent uit van de totale kosten van de zorg. Zo’n 7 procent komt voor rekening van afschrijvingen, en dan zijn er nog enkele kleine overige kostenposten.

Matigend effect inkoop
De inkoopgerelateerde kosten zijn met 2,7 procent het minst gestegen van alle kosten. Het totaal aan inkoopgerelateerde kosten in 2010 bedraagt 15,2 miljard euro en vertegenwoordigt daarmee een aandeel van 30 procent in de totale kosten.

“De zorg is in deze tijd van economische malaise een groeimarkt. Met name de omzet van ziekenhuizen groeit met maar liefst 9,1 procent. Dat is aan de ene kant goed nieuws, maar aan de andere kant moet de zorg natuurlijk wel betaalbaar blijven. Inkoop levert daaraan een belangrijke bijdrage. Waar personeelskosten en afschrijvingen forse stijgingen laten zien, zorgt inkoop voor een matigend effect op de stijging van de totale kosten”, zegt Intrakoop-directeur Frank Kaptein.

Eigen vermogen
Ondanks de verminderde winstgevendheid stijgt het eigen vermogen van zorginstellingen in Nederland met 9,2 procent tot een totaal van 8,7 miljard euro in 2010. De gemiddelde solvabiliteit bedraagt 17 procent. De cure scoort hier significant lager dan de care.

Instellingen
Instellingen uit de middencategorie (50 tot 200 fte) presteren het best. Zij hebben met 6 procent de hoogste bedrijfsresultaatratio (jaarresultaat gedeeld door de opbrengsten). Instellingen die groter of kleiner zijn hebben gemiddeld een bedrijfsresultaatratio van 3 procent.

Personeelskosten
De kosten voor personeel in loondienst vormen met 62 procent de grootste kostenpost van zorginstellingen, gevolgd door inkoopgerelateerde kosten. Met 15,2 miljard euro maken zij 30 procent uit van de totale kosten van de zorg.

Bron:
Skipr

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z