samenwerken

Hoe verloopt de samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten? Vul de vragenlijst in

Dagelijks werken tandartsen en mondhygiënisten met elkaar samen. Dit kan fysiek in hetzelfde gebouw zijn of op afstand waar elk op een andere locatie werkt. Hoe ervaren zowel tandartsen als mondhygiënisten de samenwerking? Wij hebben een vragenlijst hierover gemaakt. Doe mee en vul de vragenlijst anoniem in!

 

 

Aan de hand van de totale uitkomsten schrijven wij een samenvatting hierover die je binnenkort op dentalinfo.nl kunt lezen.

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Mondgezondheid van patiënten na een beroerte

Mondgezondheid van patiënten na een beroerte

Volgens een studie gepubliceerd in Gerodontology is er een verband tussen een hoge body mass index (BMI) in combinatie met een lage spiermassa en een slechte mondgezondheid bij oudere patiënten die een beroerte hebben gehad. Het onderzoek benadrukt het feit dat de tandheelkundige en algehele gezondheid aangepakt moet worden.

Verband

Volgens de auteurs is er een verband tussen een hoge body mass index, ook wel obesitas, en de mondgezondheid bij patiënten die een beroerte hebben gehad. Er zijn interventies die zich richten op activiteiten van het dagelijks leven (ADL) en de kwaliteit van leven (QOL) om de mond- en algemene gezondheid van de patiënten te verbeteren.

Onderzoek

Tijdens het onderzoek naar een potentieel verband tussen lichaamssamenstelling en mondgezondheid werden 760 oudere volwassen patiënten opgenomen die na een beroerte een revalidatietraject ondergingen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 71 jaar. Volgens de studie hadden 34 patiënten sarcopenische obesitas en werd de mondgezondheid beoordeeld met behulp van de herziene mondelinge beoordelingsgids (ROAG).

Resultaten

Uit het onderzoek is gebleken dat een verminderde gezondheid sterk verband houdt met sarcopenische obesitas. Volgens de auteurs zijn er verschillende mechanismen achter deze associatie zoals ontstekingen, verminderde fysieke activiteit en ondervoeding als gevolg van orale problemen die het kauwen en slikken belemmeren.

Conclusie

Er is een associatie tussen mondproblemen en sarcopenische obesitas na ene beroerte. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de interventies die zich richten op mondgezondheid en sarcopenische obesitas betere resultaten opleveren dan wanneer er alleen op beide aandoeningen wordt gericht. Daarnaast is het aangeraden om in het revalidatieprogramma ook ADL en QOL aan te pakken.

Bron:
Gerodontology

 

 

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Tandontwikkeling in de baarmoeder onderzocht bij muizen

Tandontwikkeling in de baarmoeder onderzocht bij muizen

Uit een dierstudie gepubliceerd in Nature Cell Biology blijkt dat snijtanden zich ontwikkelen als gevolg van een opbouw van mechanische druk in het weefsel. Dit onderzoek kan leiden tot een beter inzicht in hoe geboorteafwijkingen ontstaan.

Embryonale ontwikkeling

Tijdens de embryonale ontwikkeling is de glazuurknoop, die gevormd wordt als gevolg van een opbouw van mechanische druk in het weefsel, erg belangrijk voor de groei en vorming van het tandglazuur. De glazuurknoop is het belangrijkste signaalcentrum voor de tandontwikkeling. Een menselijke foetus begint ongeveer zes weken na de zwangerschap tandvlees te vormen en na negen weken ontwikkelt de foetus knoppen waaruit de uiteindelijke tanden groeien.

Onderzoek

Om het proces van tandontwikkeling in een embryo te onderzoeken werden laboratoriumstudies uitgevoerd bij een muizenfoetus. Een muizenfoetus ontwikkelt zich namelijk op dezelfde manier als een mensen, maar in een veel kortere tijd. Tijdens de ontwikkeling van de glazuurknoop werden weefsels die de tandknop van de foetale muis bevatten verzameld om verschillende experimenten uit te voeren. De locatie van de cellen en de signalen die worden uitgezonden werden bestudeerd.

Resultaten

Uit het onderzoek is gebleken dat wanneer een tandknop gaat groeien en delen, deze een mechanische druk uitoefent in het midden van het weefsel. Rondom de plek waar de glazuurknoop zich vormt, liggen celkernen en filamenteuze actinevezels in een cirkelvormig patroon. De kracht leidt tot het stoppen met delen van deze cellen waardoor de glazuurknoop wordt gevormd. Volgens onderzoekers zorgt de celproliferatie voor stressaccumulatie in het weefsel waardoor omringende cellen zich mechanisch verzetten tegen deze spanning. Dit leidt uiteindelijk tot het ontstaan van een cirkelvormig patroon van de structurele en mechanische weefsels.

Conclusie

Er is meer onderzoek nodig om de specifieke mechanismen van de druk die ontstaat te begrijpen.

Bron:
Nature Cell Biology

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Onderzoek naar DNA-gel om tanden te vullen

Onderzoek naar DNA-gel om tanden te vullen

Onderzoekers aan de Tandheelkunde faculteit van de Universiteit van Toronto hebben onderzoek gedaan naar botregeneratie met behulp van DNA-nanotechnologie. Mogelijk kan deze technologie tanden herstellen waardoor de noodzaak van het vullen van gaatjes vermindert.

DNA-gel

Wanneer twee DNA-oplossingen met elkaar worden gemengd ontstaat er een DNA-gel. Tot nu toe hebben voorlopige studies laten zien dat het injecteren van DNA-gel kan zorgen voor het induceren van mineralen om bot te herstellen en botgenezing te bevorderen. Deze resultaten worden gebruikt om te bepalen of DNA-gel hetzelfde effect heeft op de tanden. Er wordt onderzocht of DNA-gel kan zorgen voor remineralisatie van dentine wanneer het wordt blootgesteld aan menselijke cellen en speeksel.

Toekomst

Op dit moment leiden materialen voor het vullen van tanden tot verzwakking van de tanden, in plaats van dat de tanden juist sterker worden gemaakt. Daarom zou het onderzoek veelbelovend zijn om dentine van de tand opnieuw op te bouwen. Daarnaast kan het gebruik van DNA mogelijk als regeneratief hulpmiddel worden gebruik en daarmee het aantal patiënten dat aanvullende invasieve tandheelkundige behandelingen nodig heeft beperken. Het uiteindelijke doel is om de DNA-gel te kunnen toepassen om meer genezing te bevorderen.

Bron:
University of Toronto

 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
Verband tussen patiënten met scoliose en kaakgewrichtsklachten

Verband tussen patiënten met scoliose en kaakgewrichtsklachten

Patiënten met scoliose zijn vatbaarder voor temporomandibulaire dysfuncties (TMD’s). Een studie gepubliceerd in Clinical Radiology onderzocht met behulp van echografie of er een verband is tussen misvorming in de wervelkolom en het kaakgewricht (TMJ).

Patiënten met scoliose

Patiënten met scoliose kunnen vatbaarder zijn voor temporomandibulaire stoornissen (TMD’s) en ervaren vaak een verhoogde spierstijfheid in de kauwspieren. Om te onderzoeken of er een verband is tussen scoliose en gewrichtsdysfunctie, is er klinisch onderzoek en echografie gebruikt om het kaakgewricht te onderzoeken.

Onderzoek

Het onderzoek werd gedaan bij 50 patiënten tussen de 12 tot 18 jaar en idiopatische scoliose en bij 50 gezonde personen. Er werd klinisch onderzoek gedaan bij alle personen. Echografische evaluaties werden gedaan om het kaakgewricht en de kauwspieren te beoordelen. De bilaterale TMJ-ruimte, de verticale meting tussen de condyluskop en de glenoïdfossa werden gemeten.

Resultaten

De incidentie van temporomandibulaire dysfuncties was significant hoger bij de groep scoliosepatiënten dan bij de controlegroep. Een toename van een eenheid gemeten met elastografie leidde tot een 4,81 keer hogere kans op schijfverplaatsing. Daarnaast was er een verband tussen de ernst van de scoliose en de mate van stijfheid van de kauwspieren. De gemiddelde dikte van de kauwspieren in rust was 8,91 mm bij de groep scoliose patiënten en 9,41 mm bij de groep gezond patiënten. Er is een negatieve correlatie gevonden tussen scoliose en de dikte van de kauwspieren. Ook lieten de resultaten zien dat bij patiënten met scoliose een negatieve correlatie werd waargenomen tussen de ernst van de kromming en de mondopening.

Conclusie

Deze studie laat zien dat scoliose een oorzakelijke factor kan zijn voor temporomandibulaire gewrichtsklachten. Daarnaast kan echografie een hulpmiddel zijn voor diagnose van TMD. Het is verstandig dat patiënten met idiopatische scoliose regelmatig gescreend worden op TMD om vroegtijdig te kunnen starten met therapie. Er waren geen beperkingen voor het onderzoek.

Bron:
Clinical Radiology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
tandpasta

Combinatie van ferumoxytol en stannofluoride effectief tegen cariës

Volgens een nieuwe studie van de Universiteit van Pennsylvania kan de combinatie van ferumoxytol en stannofluoride zorgen voor eliminatie van tandcariës bij patiënten met een hoog cariësrisico.

Cariës

Cariës is de meest voorkomende mondziekte die zorgt voor afbraak van gemineraliseerd tandweefsel. Ondanks het fluoridegebruik blijft cariës een wereldwijd probleem. De huidige behandelingen met fluoride zijn niet voldoende om cariës te voorkomen bij patiënten met een hoog cariësrisico of een lage speekselproductie. Overmatig gebruik van fluoride kan leiden tot toxiciteit en risico’s.

Ferumoxytol en stannofluoride

Ferumoxytol is een ijzervervanger en kan stannofluoride (SnF2) stabiliseren. De combinatie van deze 2 stoffen zorgt voor een beschermende laag op het tandglazuur die bescherming biedt tegen verdere demineralisatie van het glazuur.
De combinatie van stoffen verstoorde de orale microbiota niet en had ook geen nadelige effecten op omliggende weefsels. Er wordt verwacht dat fer en fluoride elkaars werking stimuleren en daarmee cariës effectief aangepakt kan worden zonder er een te hoge concentratie van fluoride hoeft worden toegediend.

Resultaten

Wanneer Fer werd gemengd met SnF2 werd de antimicrobiële werking vergroot. In het knaagdiermodel werd ontdekt dat de effecten van Fer in combinatie met SnF2 opmerkelijk effectief was in het voorkomen van tandcariës, waardoor cavitatie van het glazuur volledig werd geblokkeerd.

Conclusie

De auteurs schreven dat de combinatie van stoffen een gerichte therapie zou kunnen zijn voor patiënten met een hoog cariësrisico die vatbaar zijn voor cariogene biofilmaccumulatie, zonder een overmatige blootstelling aan fluoride. Er zijn echter meer studies nodig om de interactie tussen fluoride en ferumoxytol te onderzoeken en de werkzaamheid van de beschermende glazuurfilm te bepalen.

Bron:
Nature

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z, Uncategorized
experiment met taakherschikking

Tweede Kamer neemt motie experiment mondhygiënist aan: Zorginstituut gaat vervolgonderzoek doen

Tijdens het debat in de Tweede Kamer op 19 december over het toekennen van de drie zelfstandige bevoegdheden aan mondhygiënisten is een motie aangenomen. Uit deze motie volgt een verzoek van de Tweede Kamer aan het ministerie van VWS om het Zorginstituut Nederland een opdracht te geven om het beroep van mondhygiënist te laten toetsen voor regulering in het zware regime van de Wet BIG.

Minister Agema van VWS heeft aangegeven het oordeel van de Tweede Kamer te zullen volgen. De motie werd ingediend door Tweede Kamerleden Mariska Rikkers-Oosterkamp (BBB) en Judith Tielen (VVD) om het besluit van VWS ongedaan te maken en de mondhygiënisten de zelfstandige bevoegdheid voor de drie voorbehouden handelingen te verlenen.

NVM-mondhygiënisten: “Goed nieuws”

“Goed nieuws voor de mondhygiënisten! Mooi dat de Tweede Kamer het positieve evaluatierapport van MUMC+ op waarde heeft geschat, en groen licht heeft gegeven voor een vervolgstap in de verlening van het zelfstandig functioneren van de mondhygiënisten in het kader van de wet BIG.”, aldus Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten.

KNMT beraadt zich op vervolgstappen

De KNMT zegt zich te beraden op vervolgstappen. “Voorafgaand aan en ook nog tijdens het debat heeft ons bestuur in verschillende contacten met Tweede Kamerleden en ambtenaren onze zienswijze naar voren gebracht. We analyseren nu de uitkomst van het besluit van de Tweede Kamer en beraden ons op te nemen vervolgstappen.”

Experiment tot 1 juli 2025

Het Experiment Tijdelijke zelfstandige bevoegdheid mondhygiënisten startte op 1 juli 2020 en loopt tot 1 juli 2025. Tijdens het experiment mag een deel van de mondhygiënisten zonder tussenkomst van een tandarts primaire caviteiten boren, verdoving toedienen en röntgenfoto’s maken. Ook is het tuchtrecht van toepassing voor deze mondhygiënisten.
Hoe lang het traject bij Zorginstituut Nederland gaat duren is ook nog niet bekend.

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Applicatie van zilverdiaminefluoride bij pediatrische patiënten om cariës te voorkomen

Applicatie van zilverdiaminefluoride bij pediatrische patiënten om cariës te voorkomen

Volgens een studie gepubliceerd in JAMA pediatrics kan Zilverdiaminefluoride (SDF) net zo goed werken als tandheelkundige afdichtingsmiddelen om cariës te voorkomen bij pediatrische patiënten.

Onderzoek

Er is onderzoek gedaan naar het verschil in effectiviteit van SDF en sealants voor het stoppen en voorkomen van cariës bij schoolgaande kinderen met ouders met een laag inkomen. Er is een klinische studie uitgevoerd van februari 2018 tot juni 2023 op basisscholen in New York. Kinderen van 5 tot 13 jaar werden gerandomiseerd om SDF of glasionomeercement restauraties en atraumatic restaurative treatment (ART) te ontvangen. 4100 kinderen werden uiteindelijk opgenomen in de analyse.

Resultaten

In totaal werden 7418 kinderen ingeschreven en gerandomiseerd. Na de eerste behandeling voltooiden 4100 deelnemers de follow-up. De prevalentie van cariës aan het begin van de studie was 27,2% voor de experimentele groep en 26,2% voor de controlegroep. De prevalentie van deelnemers zonder nieuwe cariës of vullingen bij elke observatie was vergelijkbaar in beide groepen. De incidentie van cariës bij kinderen behandeld met SDF was 10,2 per 1000 tandjaren en in de groep behandeld met glasionomeercement en ART 9,8 per 1000 tandjaren.

Conclusie

Volgens de auteurs kunnen meer kinderen snel met SDF worden behandeld omdat het een korte inwerktijd per tand heeft. Het onderzoek kent een aantal beperkingen waaronder het afhaken van deelnemers. De toepassing van SDF resulteerde in een vrijwel gelijke cariësincidentie vergeleken met behandeling met glasionomeercement en ART. SDF is dus effectief en kan gebruikt worden bij de preventie van cariës bij pediatrische patiënten.

Bron:
JAMA pediatrics

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Titanium en zirconia een vergelijking in implantologie

Titanium en zirconia: een vergelijking in implantologie

Verslag van de lezing van prof. dr. Curd Bollen tijdens het symposium Société Céramique van de NVOI. Hij vertelde onder andere over materiaaleigenschappen, osseointegratie: titanium versus zirconia, kostenanalyse en de voor- en nadelen van één- en twee-fasen systemen.

Een historisch perspectief

De ontwikkeling van implantologie is het resultaat van pionierswerk van verschillende onderzoekers. Voor titanium zijn namen als Leonard Linkow, André Schroeder en Per-Ingvar Brånemark essentieel geweest. Aan de zijde van zirconia staan Willi Schulte en Sammi Sandhaus centraal.

In de vroege dagen introduceerde Schulte keramische implantaten zoals het Tubingen-implantaat, dat na tien jaar een succespercentage van 92,5% behaalde. Vervolgens ontwikkelde hij de crystalline bone screw van Sandhaus, maar deze implantaten bleken met een succespercentage van slechts 25% na vijf jaar niet duurzaam. Aluminiumoxide, het eerst gebruikte keramisch materiaal, kon osseointegreren, maar had te weinig breuksterkte en verdween in de jaren ’90 van de markt. Zirconiumdioxide (zirconia) verving dit materiaal vanwege zijn superieure fysische eigenschappen.

Materiaaleigenschappen: chemisch, mechanisch en biologisch

Zirconia onderscheidt zich met indrukwekkende eigenschappen:

  • Chemisch: lage warmte- en elektrische geleiding, chemisch inert en corrosiebestendig.
  • Mechanisch: een buigsterkte van 900 MPa, compressiesterkte van 2000 MPa en een hoge fractuurweerstand. Echter, zirconia kan slijtage van antagonisttanden veroorzaken.
  • Oppervlak: het gladde oppervlak leidt tot minder plaque-adhesie, een gezondere mucosa en betere adaptatie van de weke delen rondom het implantaat.

Osseointegratie: titanium versus zirconia

Hoewel titanium en zirconia vergelijkbare osseointegratie-capaciteiten hebben, zijn er nuances:

  • Zirconia: Kan tot 15% meer bot-implantaatcontact realiseren na laser verruwing, wat op lange termijn gunstig kan zijn.
  • Titanium: Heeft een snellere initiële osseointegratie, wat het beter geschikt maakt voor immediate loading-situaties.

Deze eigenschappen maken titanium en zirconia beide geschikt, maar afhankelijk van de klinische situatie kan de keuze variëren.

Kostenanalyse en praktische componenten

Beide materialen zijn prijzig, met zirconia als de duurdere optie. Implantaten kosten tussen de €250 en €500, terwijl abutments variëren van €125 tot €375. Eén-fase keramische implantaten zijn financieel aantrekkelijker, omdat ze minder componenten en arbeidsintensieve procedures vereisen. Healing abutments van PEEK bieden een microbiologisch voordeel ten opzichte van titanium, maar ze zijn 50 keer minder sterk dan zirconia en daardoor slechts eenmalig te gebruiken. Dit is in de praktijk geen probleem, aangezien healing abutments doorgaans slechts kort in gebruik zijn. Elk systeem heeft specifieke instructies voor abutment torque. Dit kan soms verwarrend zijn.

Indicaties en esthetiek

Zirconia’s witte kleur biedt een natuurlijker esthetisch resultaat, wat vooral belangrijk is bij recessies rond implantaten in de esthetische zone. Zeker bij patiënten met een dun gingiva biotype is de witte kleur een absoluut voordeeel. In vergelijking met titaniumschroeven die metaalkleurig zijn, wordt een witte zirconia-schroef esthetisch beter geaccepteerd. Ideaal zou een gingivakleurige schroef zijn.

Indicaties voor zirconia-implantaten zijn divers:

Alle indicaties zijn mogelijk:

  • solitaire tandvervangingen;
  • partiële bruggen;
  • overkappingsprotheses in de boven- of onderkaak;
  • volledige bruggen op 4 tot 8 implantaten.

Zirconia is vooral geschikt voor patiënten met specifieke esthetische wensen of met een voorkeur voor metaalvrije oplossingen. Deze laatste groep van patiënten neemt de laatste tijd sterk toe.

Corrosie en biocompatibiliteit

Titanium is niet volledig immuun voor corrosie, vooral niet in aanwezigheid van galvanische corrosie (bijvoorbeeld in combinatie met amalgaamvullingen of orthodontische apparatuur). Dit kan elektrochemische reacties veroorzaken die metalen ionen en nanopartikels vrijmaken. Zirconia vertoont deze problematiek niet.

Zirconia heeft een gladder oppervlak, wat minder plaque-adhesie en betere weefselintegratie oplevert. De zachte weefselaanhechting is vaak steviger en gezonder dan bij titanium.

Voordelen en nadelen van één- en twee-fase systemen

  • Één fase zirconia-implantaten:
    Voordelen: eenvoudiger procedure, minder laboratoriumtijd en -kosten, geen metalen onderdelen, geen microlekkage.
    Nadelen: blootstelling aan krachten direct na plaatsing en verhoogd risico op cementresten bij plaatsing in de esthetische zone.
  • Tweefase zirconia-implantaten:
    Voordelen: geschikter bij botaugmentatie en meer prothetische opties mogelijk.
    Nadelen: complexere procedure en hogere kosten.

Praktische richtlijnen en technologie

Werken met zirconia vereist aanpassing van bestaande technieken:

Boorsnelheden en instrumenten: de meeste zirconia-implantaten zijn niet zelftappend, waardoor onderpreparatie geen optie is. Keramische boren zijn duurzamer dan metalen boren en genereren minder warmte.
Fabrikant-specifieke instructies: elke fabrikant biedt eigen handleidingen voor plaatsing, abutment-torque en nabewerking.

Persoonlijke conclusies van prof. dr. Curd Bollen

Zirconia biedt veel voordelen, maar vereist een aanzienlijke leercurve, zelfs voor ervaren titanium-implantologen. Prof. dr. Bollen adviseert tandartsen om cursussen en trainingen te volgen om zich aan deze nieuwe technieken aan te passen. Hij benadrukt het belang van pragmatiek: niet elk gat hoeft gevuld te worden, en “over-implantatie” moet worden vermeden. Succes in zirconia-implantologie zal net zoals bij titanium tijd, ervaring en innovatie vereisen.

Afsluiting

Titanium en zirconia vertegenwoordigen elk hun eigen voordelen in de implantologie. Zirconia biedt een toekomstgericht, esthetisch en metaalvrij alternatief, maar moet gezien worden als een complementaire optie naast titanium.

Curd Bollen is professor Stomatologie, Yerevan State Medical University (Jerevan, Armenië) en senior lecturer voor Tipton Training Academy (Birmingham, UK). Hij is specialist parodontoloog (B) & implantoloog (NL). Hij schreef meer dan 65 wetenschappelijke artikelen in internationale tandheelkundige tijdschriften en meer dan 25 in nationale tijdschriften. Hij is mede-auteur van 10 boeken/hoofdstukken in boeken. Tevens is hij hoofdredacteur van de “Journal of Dental Health, Oral Disorders & Therapy” en de “Journal of Dental Reports”. Hij is ambassadeur van de CleanImplant Foundation en Key Opinion Leader (KOL) voor Z-Systems en Bio3.

 

Verslag van de lezing van prof. dr. Curd Bollen, door Camil Chakir, tijdens het symposium Société Céramique van de NVOI

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Thema A-Z
De rol van de gebitsbeschermer op het hockeyveld

De rol van de gebitsbeschermer op het hockeyveld

Verhalen over ernstig dentaal trauma wanneer een hockeybal of -stick het gebit van een hockeyspeler raakt, komen vaker voor dan wenselijk is. Wat is de prevalentie van dentaal letsel binnen de hockeysport? Wat zijn de voor- en nadelen van de gebitsbeschermers die op de markt zijn? Kirsten van Vliet vertelde hierover tijdens haar lezing bij de cursus van ACTA Dental Education.

De eerste hockeyclub in Nederland werd opgericht in 1892 in Amsterdam en komt voort uit het ijshockey. Het is begonnen op gras. De sticks werden steeds korter en krommer. In 2017 stonden er meer dan 250.000 leden ingeschreven bij de KNHB.

Dentaal letsel binnen hockey

Er is één grote studie gedaan over de prevalentie van soorten letsel in hockey. Hieronder de meest voorkomende letsels:

  1. Letsel aan onderste extremiteiten: 13-77%
  2. Hoofd en aangezichtsletsel (met hierbij ook tandletsel): 2-50%
  3. Letsel aan de bovenste extremiteiten: 0-44%

Voor een nieuwe studie hebben ze vragenlijsten uitgezet bij Nederlands hockeyclubs. 1000 vragenlijsten zijn uiteindelijk geïncludeerd. Hierbij wordt onderzocht hoe vaak tandletsel voorkomt binnen de hockeysport.

Hieruit kwam naar voren dat 187 personen (ongeveer 20%) ooit wel eens tandletsel gehad heeft binnen de hockey carrière.

Bijna 70% had een bitje in tijdens het oplopen van het letsel. Eenzelfde vragenlijst is ook afgenomen bij een internationaal toernooi. Daarbij was bij 29% sprake van oraal letsel en had bijna 46% zijn bitje in tijdens het oplopen van het letsel.

Tijdens wedstrijd

Het letsel wordt vooral veroorzaakt door contact met een bal en vooral tijdens de wedstrijd. Het ontstaat minder bij trainingen en toernooien. Er vindt meer tandletsel plaats dan letsel van de lip of de kaak. Er was een significant verschil tussen mensen die een bitje dragen: deze maken meer dentale trauma’s mee. Dat voelt tegenstrijdig: waarom heb je meer risico op tand/lip letsel met een bitje? Mogelijk neemt een speler meer risico met het dragen van het bitje? Uit de vragenlijst kwam naar voren dat 90% zich wel veiliger voelt, maar dat 65% aangeeft niet meer risico te nemen.

In Nederland gaat het grootste deel van de mensen met een dentaal trauma naar de tandarts. Internationaal gezien wordt iets vaker het ziekenhuis bezocht.

Bitjes

In Nederland hebben veel mensen een bitje en gebruiken ze deze bijna allemaal: ongeveer 95%. In Nederland is er sinds 2015 een verplichting vanuit de KNHB om bij wedstrijden een bitje te dragen. Officieel moet de scheidsrechter dit ook controleren. Dat wordt in de praktijk niet altijd gedaan. Bij trainingen is een bitje niet verplicht.

De meest gebruikte bitjes zijn de op maat gemaakte bitjes (44-55%). Deze hebben de beste pasvorm. Het grootste nadeel van bitjes is dat communiceren met elkaar lastiger is. Hoe dikker bitjes zijn, hoe oncomfortabeler ze vaak zitten. Daarnaast neemt de speekselproductie toe, wat veel mensen als vervelend ervaren.

Ook in andere sporten worden bitjes gebruikt om te beschermen tegen tandletsel. Dit zijn vergelijkbare bitjes: ze worden allemaal gemaakt van EVA (ethylvinyl acetaat). Dit is een copolymeer van polyetheen en vinylacetaat.

Er zijn drie soorten bitjes

  • Standaard fit
  • Boil and bite (het is een thermoplastisch materiaal: vervormt bij warmte)
  • Custom made

Effect van bitjes

Op ACTA is een test gedaan op PMMA-modellen om te beoordelen hoe de verschillende bitjes scoren. Hierbij werden hockeyballen van verschillende hoogtes om de modellen laten vallen. Het PMMA komt qua hardheid beter overeen met de werkelijkheid dan gipsmodellen. Er zijn vijf verschillende bitjes getest en de dikte van de bitjes is gemeten. De resultaten werden vergeleken met een model zonder bitje.
Het allerdunste bitje, de SISU, is qua resultaten nagenoeg gelijk aan de controlegroep. Het dikste bitje, de shock dokter, gaf veel betere resultaten. Het lijkt erop dat hoe dikker de bumper, hoe meer bescherming het bitje geeft. In dit onderzoek kon het dikste bitje de krachten van ballen tot 40 km per uur opvangen. Bij professionals gaat het over balsnelheden tussen 80-140 km per uur.

Een groot gemis in dit onderzoek is dat PMMA-modellen geen goede vergelijking zijn van de werkelijkheid. Er is bijvoorbeeld geen parodontaal ligament wat in de mond wel aanwezig is om krachten op te vangen.

Eerste hulp met dentaal ongeluk

Bij avulsies in het melkgebit doe je geen reïmplantatie. Is het element niet gevonden dan moet er wel een solo gemaakt worden om te beoordelen of het element niet geïntrudeerd is. Wanneer er vermoeden is op aspiratie moet ook nog een X-thorax gemaakt worden.

Bij een blijvend element is tijd key. Het element kan eventueel afgespoeld worden bij contaminatie. De droge tijd moet zo kort mogelijk gehouden worden en het element moet bij de kroon en niet bij de wortel vastgepakt worden. Het element kan het beste bewaard worden in melk, speeksel of fysiologisch zout.

Coaches

Coaches scoorden redelijk op de vragenlijst over dentaal trauma en hoe hier mee om te gaan. Zij hadden gemiddeld drie van de vijf vragen goed: een krappe voldoende. Er was een significant verschil indien iemand een (para)-medisch beroep had of hiervoor een opleiding volgde. Ook coaches die al langer dan tien jaar in het vak zaten, scoorden beter. Er was geen verschil tussen mensen die hierover onderwijs hebben gehad of niet. Terwijl er wel interesse is voor meer onderwijs over dit onderwerp.

Kirsten van Vliet heeft in 2015 de opleiding geneeskunde afgerond aan het Amsterdam UMC, waarna ze op ACTA de bachelor Tandheelkunde heeft voltooid. Haar interesse in zowel de genees- als tandheelkunde resulteerde in het starten een PhD-traject over tandletsel in de hockeysport bij de afdeling MKA-chirurgie van het Amsterdam UMC. Met onder meer publicaties over de effectiviteit van verschillende gebitsbeschermers en het kennisniveau van hockeycoaches over spoedeisende hulp bij dentaal letsel, snijdt ze belangrijke onderwerpen aan waar tot voor kort nog maar weinig over bekend was binnen de hockeysport. Daarnaast is Kirsten arts in opleiding tot radioloog. Hiervoor is ze regelmatig te vinden op de afdeling Radiologie en Nucleaire geneeskunde van het Amsterdam UMC.

Verslag voor dental INFO, door tandarts Paulien Buijs, van de lezing van Kirsten van Vliet tijdens de ACTA Dental Education cursus Trauma: van dento-alveolair tot aangezicht.

Bekijk ook:

ACTA congres: Persoonlijk leiderschap in de Mondzorg

Tijdens dit congres op 24 mei behandelen we essentiële onderwerpen zoals het doorbreken van terugkerende patronen in zowel professionele als persoonlijke contexten, het vinden van balans tussen specialisatie en een bevredigend werkleven en het belang van zelfbewustzijn bij besluitvorming. We verkennen hoe het aangeven van grenzen cruciaal is voor probleemoplossing en hoe zingeving bijdraagt aan een duurzame carrière.
Lees meer over ACTA congres: Persoonlijk leiderschap in de Mondzorg

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
voortand

Tandanalysehulpmiddelen om esthetische restauraties te standaardiseren

In het Journal of Esthetic and Restorative Dentistry is een studie gepubliceerd over analysehulpmiddelen om restauraties in het voorste maxillaire gebied te ontwerpen. Het doel van de studie is om het effect te onderzoeken van ontwerpen met verschillende esthetische tandheelkundige proporties, gemaakt met een digitaal glimlachontwerpprogramma, op de esthetische perceptie van individuen van verschillende leeftijden, geslachten en opleidingsniveaus.

Tandanalysehulpmiddelen

Tandanalysehulpmiddelen zoals gouden proportie (GPR) en esthetische tandheelkundige proporties (RED) kunnen worden gebruikt door tandartsen om restauraties voor de bovenste incisieven te standaardiseren. De analysehulpmiddelen helpen bij het ontwerpen van de verhoudingen van de incisieven.

Onderzoek

Onderzoekers hebben het onderzoek uitgevoerd om de effecten van verschillende esthetische tandverhoudingen te onderzoeken. De verschillende tandverhoudingen zijn gecreëerd met behulp van een digitaal glimlachontwerpprogramma voor individuen van verschillende leeftijden, geslachten en tandheelkundige opleidingsniveaus. Er werden ovale en vierkante tandvormen gebruikt en de volgende vier tandverhoudingen werden gebruikt: GPR, gouden percentage (GPE), Preston-verhouding (P) en RED.
16 verschillende glimlachontwerpen werden voorgelegd aan 480 vierde- en vijfdejaars tandheelkundestudenten, tandartsen, specialisten en mensen zonder tandheelkundige achtergrond om de ontwerpen te beoordelen. Van de beoordelaars waren 381 tussen de 18 en 30 jaar oud, en de andere beoordelaars waren 30 jaar en ouder.

Resultaten

Het GPR-ontwerp scoorde lager dan de RED en de GPR had de laagste score bij mannelijke modellen met een ronde tandvorm. De scores van RED- en P-verhoudingen waren hoger in vrouwelijke modellen vergeleken met andere verhoudingen. Beoordelaars van 30 jaar en ouder zonder tandheelkundige achtergrond scoorden over het algemeen hoger op alle ontwerpen.

Conclusie

Een beperking van het onderzoek is het feit dat er slechts twee basistandvormen geëvalueerd. Om natuurlijker uitziende restauraties te bereiken moeten combinaties van basistandvormen worden overwogen.
Er moet in de toekomst meer onderzoek worden uitgevoerd om het ontwerpen van glimlachen beter te evalueren.
Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat jonge patiënten en mensen met een tandheelkundige opleiding hoge esthetische verwachtingen hebben.

Bron:
Journal of Esthetic and Restorative Dentistry

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
Orale immunotherapie voor pinda-allergie

Orale immunotherapie voor pinda-allergie

Om mensen met een pinda-allergie ongevoelig te maken kan orale immunotherapie gebruikt worden. Gedurende een bepaalde periode worden mensen blootgesteld aan kleine hoeveelheden pinda’s om minder reactie te veroorzaken. Volgens een nieuwe studie gepubliceerd tijdens een bijeenkomst van het American College of Allergy, Asthma and Immunology is er een speciaal samengestelde tandpasta die gebruikt kan worden voor orale mucosale immunotherapie (OMIT).

Tandpasta voor orale mucosale immunotherapie

De speciaal samengesteld tandpasta zorgt ervoor dat allergene pinda-eiwitten naar de mondholte worden gebracht. Deze therapie zorgt voor het geven van kleine hoeveelheden pinda’s in de loop van de tijd om de reactie van het lichaam op pinda’s te verminderen. Tijdens het 48 weken durende onderzoek deden 32 volwassenen in de leeftijd van 18 tot 55 jaar met een pinda-allergie mee. De deelnemers kregen een oplopende dosis pindatandpasta of een placebo in de verhouding 3:1.
De veiligheid en verdraagbaarheid van de deelnemers werden goed gecontroleerd.

Resultaten

De deelnemers die de tandpasta kregen verdroegen allemaal de hoogste dosis en er traden geen matige of ernstige systemische reacties op. De niet-systemische bijwerkingen waren lokaal meestal lokaal en mild zoals orale jeuk.

Conclusie

OMIT lijkt een veilige en makkelijke manier voor volwassenen met voedselallergieën. Er zijn echter lange termijn onderzoeken gepland om te evalueren of de tandpasta’s ook langdurige bescherming bieden tegen inname van pinda’s.

Bron:
American College of Allergy, Asthma & Immunology

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
taakherschikking 400 230

Besluitvorming experiment zelfstandige bevoegdheid mondhygiënisten: KNMT vraagt Tweede Kamer om steun | NVM-mondhygiënisten dient een WOO-verzoek in om alle documenten in te zien

Het Ministerie van VWS besloot onlangs om het Experiment Tijdelijke zelfstandige bevoegdheid mondhygiënisten geen vervolg te geven. De KNMT vraagt de Tweede Kamer nu om steun terwijl NVM-mondhygiënisten verbijsterd is en een WOO-verzoek indiende om alle documenten over de besluitvorming in te zien.

Onderzoek

“Wij onderschrijven de conclusie van de minister dat het onderzoek naar de resultaten van het experiment onvoldoende bewijs levert dat de uitbreiding van de zelfstandige bevoegdheid van mondhygiënisten om zonder tussenkomst van een tandarts kleine gaatjes te boren, verdoving toe te dienen en röntgenfoto’s te maken significant tijd en kosten bespaart”, schrijft de KNMT.
Bekijk de brief die de KNMT schreef aan de Tweede Kamer

WOO-verzoek

NVM-mondhygiënisten is verbijsterd en verontwaardigd over het stopzetten van het Experiment en heeft nu een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo), gedaan om alle informatie, correspondentie en documenten over het Experiment ‘Tijdelijke zelfstandige bevoegdheid mondhygiënisten’ openbaar te maken vanaf 1 januari 2020 tot en met heden. Dat houdt niet alleen alle stukken van het ministerie van VWS in, maar ook alle correspondentie tussen het ministerie en allerlei partijen in de mondzorg en de wetenschap. Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “In het belang van onze leden willen we dat de onderste steen boven komt. Deze besluitvorming ligt totaal niet in de lijn van onze constructieve gesprekken met het ministerie van VWS, het positieve rapport van MUMC+ en de ervaringen van patiënten.

NVM-mondhygiënisten stuurde een open brief aan het KNMT-bestuur  als reactie op de KNMT brief aan de Tweede Kamer.

Tweede Kamer

Volgens de KNMT hebben Tweede Kamerleden Mariska Rikkers-Oosterkamp van BBB en Judith Tielen van de VVD aangegeven de conclusies van de minister niet te delen. De twee Kamerleden zullen mogelijk bij het komende debat hun aangehouden motie alsnog indienen, waarbij ze mondhygiënisten de 3 in het experiment onderzochte voorbehouden handelingen definitief willen toekennen.

Bronnen:
KNMT
NVM-mondhygiënisten

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Sporttandheelkunde Het waarom, het hoe en welke mondbeschermer is de beste

Sporttandheelkunde: Het waarom, het hoe en welke mondbeschermer is de beste?

Sport en tandheelkunde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; sport kan van invloed zijn op de mondgezondheid en omgekeerd kan het gebit de geleverde sportprestaties weer beïnvloeden.
Het congres Sporttandheelkunde van ACTA ging hier uitgebreid op in. Lees het verslag van Stravos Avergerinos, voorzitter EA4SD, Roel de Maat en Yasmijn van der Zander, gespecialiseerd in sporttandheelkunde.

De eerste spreker tijdens het congres Sporttanddeelkunde was Stravos Avgerinos. Hij sprak in het Engels en is afkomstig uit Duitsland. Hij gaf aan hoe er over de wereld al veel aandacht is voor sporttandheelkunde. Vreemd genoeg is deze tak van sport nog steeds niet erkend. Dat terwijl het een rijke geschiedenis kent. Het begon allemaal met Asklepios, een Griekse held uit de mythologie en de God van de Geneeskunst. Maar hij was al eerder in Afrika actief en in India onder een andere naam. Hij hield zich toen al bezig met preventie. Herodicus was de eerste die zich bezig hield met sportgeneeskunde. Hij leefde in de 5e eeuw. Hippocrates zou beïnvloed zijn door Herodicus.

Hij zei: “Soms is het beter om te weten wie ziek is dan te weten wat de ziekte heeft.”

Dat is uiteindelijk de basis achter gepersonaliseerde geneeskunde. Dit is ook de bron van sportgeneeskunde en de daarop volgende sporttandheelkunde.

Alleen tandheelkundigen kunnen dit!

Sporters zijn unieke en bijzondere mensen, vervolgde Avgerinos na deze geschiedenisles. Het is belangrijk om je te beseffen dat alles wat wij bij fanatieke sporters in de mondzorg doen hun prestaties beïnvloeden, zowel negatief als positief. Het gaat ook niet alleen over wat we doen maar ook over wat we juist laten in de behandeling van atleten. We behandelen geen tanden, we behandelen patiënten. Wij zijn verantwoordelijk voor dat kleine gebied omdat niemand anders dat kan. We zijn dus mede verantwoordelijk voor de prestaties van professionele sporters. We zullen in het team rond het team moeten komen. Daarvoor moeten we ons wel nog bewijzen, alhoewel de bekendheid de laatste jaren behoorlijk gegroeid is.

Rescueboxes

Avgerinos vertelde dat spelers altijd zullen blijven spelen. Ze laten zich niet stoppen en dat is iets om mee rekening te houden. Ook bij trauma, sporten ze door met alle gevolgen van dien. Er is vaak niemand aanwezig die weet wat er gedaan moet worden. Trauma komt onder sporters veel voor. Daarom is preventie zo belangrijk met bijvoorbeeld mondbeschermers. Er zullen bovendien ‘rescueboxes’ moeten komen zodat bij avulsie de tand op de juiste manier bewaard kan worden.

Ingebouwde occlusie verbetert sportprestaties

Een goede occlusie is daarnaast ook belangrijk. Deze kan in een mondbeschermer gebouwd worden. Alleen tandartsen kunnen voor goede occlusie zorgen en dus moet een mondbeschermer door een tandheelkundige gemaakt worden. Anders wordt de prestatie juist negatief beïnvloed. Deze spreker gelooft er echt in dat een mondbeschermer met ingebouwde occlusie de prestatie positief kan beïnvloeden. Ook de tongpositie hierbij is van belang. Hij liet hier ons ook video’s van sporters laten zien maar het zou ook een placebo-effect kunnen zijn. Er is hier ook evidence voor maar nog niet zeer overtuigend.

De invloed van parodontitis

Als laatste haalde hij parodontitis aan. Het lichaam werkt hierdoor zeker niet optimaal en zou zelfs levensbedreigend kunnen zijn. Het zou ook kunnen dat het te intensief sporten de parodontitis hielp ontwikkelen.

De sporttandarts

Tandarts Roel de Maat nam het stokje over en vertelde dat hij eens een professioneel wielrenner in de stoel kreeg en het toen vreemd vond dat hij zulke grote gebitsproblemen had. Deze wielrenner vertelde dat zijn collega’s ook gebitsproblemen ervaarden. En dat terwijl ze prima betaald worden en met dat geld van alles kunnen, maar het werd dus niet bij de tandarts uitgegeven. Maar ze kunnen wel uit de Tour de France vallen puur omdat ze kiespijn hebben. Zo kwam hij op het idee om zijn expertise bij professionele sporters aan te bieden.

Waarom zou jij zelf als tandheelkundige samenwerken met sporters en hun clubs? Hierop antwoordde zei hij: “Als je aan het begin van een seizoen een ploeg screent dan kan je ze fysiek optimaal laten beginnen. Ook hun partner en kinderen kun je bedienen. Zij komen vaak uit een ander land dus het is fijn dat je ze van zorg kunt voorzien in het land waar ze op dat moment zijn. Ook kan je uiteraard bij trauma opvang bieden.”

Hoe begin je?

Hoe gaat Roel de Maat aan de slag? Hij begint met een soort focusonderzoek bestaande uit een mondonderzoek, bitewings, OPT en 3Dscan. Veel sporters hebben cariës en dus wordt het risico hiervan ingeschat. Aan de hand daarvan wordt er een behandelplan gemaakt en wordt er meteen overlegd zodat er geen trainingen gemist hoeven worden. Je moet dus zelf als sporttandarts vrij flexibel in de planning zijn. Zo komt voetbalclub Vitesse altijd in juni, want dan is de selectie bekend en op zaterdag komt dan het gehele team langs. Ze hebben dan ook meerdere afspraken bijvoorbeeld voor steunzolen. Denk er ook aan dat zo’n speler zomaar ineens ingepland moet worden. Als je meerdere kamers hebt, valt er meestal wel iets te organiseren.

Splints bij sporters

De Maat en zijn team hebben ook het Nederlands Elftal gescreend. Ze hebben toen een mobiele tandartspraktijk langs de lijn gezet. De bevindingen waren best choquerend. Bijna 40% moest acuut behandeld worden, voor behandelings als  endo’s , diepe caviteiten restaureren en M3’s verwijderen. Daarna konden ze zonder klachten het WK doorstaan. Uiteraard worden er ook stabilisatiesplints gemaakt. Hij ziet dit soms ook bij voetballers en ook bij F1 coureurs. Maar de coureurs moeten ook goed kunnen drinken, dus Roel heeft er gaatjes in gemaakt. Maar helaas konden ze dan niet met de pits communiceren. Dus helaas zijn de bitjes in de prullenbak beland na de trainingen. Ook Roel kent voorbeelden van betere prestaties bij stabilisatiesplinten maar durft hier geen harde uitspraken over te doen.

Waarom hebben voetballers zoveel problemen?

De verklaring dat er zoveel problemen onder de voetballers waren, is waarschijnlijk dat ze niet veel tijd hadden om de tandarts te bezoeken en als ze tijd hadden dit dan snel moest omdat deze tandarts maar weinig tijd had. Ook zijn de voetballers vaak uit het buitenland afkomstig of hebben lage SES. Frapant is dat dit vooral onder de mannelijke voetballers voorkomt. Bij de vrouwelijke voetballers hoefde hij niet eens te komen. De mannen laten zich namelijk pamperen en de Leeuwinnen zorgen veel beter voor zichzelf, merkte de Maat als laatste op.

Welke mondbeschermer is de beste?

De derde spreker was Yasmijn van der Zander. Zij is tandarts en in opleiding tot tandarts voor maxillofaciale prothetiek.  Zij heeft onderzoek gedaan naar mondbeschermers. Iedere tandarts krijgt wel eens te maken met aangezichtstrauma als gevolg van een sportongeval. De benodigde behandelingen bij dergelijke trauma’s is ons allen bekend. Echter is voorkomen uiteraard altijd beter dan genezen. Een mondbeschermer kan de oplossing bieden, maar welke mondbeschermer biedt de beste bescherming? Uit hoeveel lagen moet een mondbeschermer bestaan en wat is de beste materiaalkeuze?

Prevalentie van dentaal trauma

Allereerst sprak Van der Zander over de prevalentie van dentaal trauma. Dit verschilt sterk per leeftijd, regio en sociale klasse. Er is geen gestandaardiseerde manier waarop dit wordt bijgehouden. De oorzaken zijn gelegen in vallen, geweld, mishandeling, ruzie, fietsongelukken en dan pas komen de sport en verkeersongevallen. Mannen zijn hierbij vaker betrokken dan vrouwen. Als oorzaak worden gedragsfactoren genoemd. Bij kickboksen komt het letsel het vaakst voor.

Wat is een mondbeschermer?

Een mondbeschermer is een hoefijzervormige beschermhoes gemaakt van een flexibele kunststof. Hij loopt van hoog buccaal via occlusaal naar palatinaal en bedenkt hierbij niet het gehele palatum omdat dit oncomfortabel is voor de sporter. Een mondbeschermer werk als een schokdemper, het absorbeert energie en als er een klap op komt, treedt er vervorming van het materiaal op. De energie die niet wordt opgenomen, komt op de tanden terecht en kan alsnog voor letsel zorgen. Een mondbeschermer beschermt de gebitselementen, de botstructuren daaromheen en de weke delen. Het heeft tevens een dempend effect tussen boven- en onderkaak. Wanneer geen bescherming wordt gedragen en de onderkaak klapt plotseling tegen de bovenkaak, worden de bovenincisieven naar voren gedrukt en breken ze. De boven- en onderincisieven werken in dat geval als een beitel.

Gevolgen van slechte bescherming

Wat als het toch fout gaat? Dan treedt er trauma op en de ernst is afhankelijk van de richting, de kracht en het aangrijpingspunt. De weke delen kunnen beschadigd raken met latere littekens tot gevolg, dentaal en/of ossaal letsel kan plaatsvinden en er kan een hersenschudding optreden. Qua dentaal letsel kunnen er fracturen optreden, luxaties of avulsies. Botbreuken van de processus alveolaris en/of de aangezichtsbeenderen kunnen optreden.

Drie verschillende mondbeschermers

Er zijn 3 verschillende mondbeschermers.

  • Prefab
    De prefab mondbeschermer is een voorgevormde mondbeschermer die je direct kunt dragen. Er is hierbij dus geen afdruk gemaakt. Hij wordt op zijn plek gehouden doordat de persoon dicht bijt. Hij is goedkoop maar op de Nederlandse markt nauwelijks nog verkrijgbaar.
  • Boil & Bite
    De Boil & Bite mondbeschemer leg je in warm water van 70 graden Celsius. Daarna vormt hij zich in de mond verder af. Natuurlijk wel enigszins afgekoeld en daarom is de pasvorm niet optimaal. Hij kan uit verschillende lagen bestaan. De kosten zijn ongeveer 40 euro.
  • Op maat
    Een op maat gemaakte (individuele) mondbeschermer is gemaakt door een tandarts in samenwerking met het tandtechnisch laboratorium. Hiervoor is een  alginaatafdruk of een digitale scan nodig. Deze mondbeschermer kent de beste pasvorm. De kosten liggen rond de 120 euro. Ook hier zijn verschillende diktes mogelijk.

Beste uit de test

De schokabsorptiecapaciteit van al deze verschillende mondbeschermers is onderzocht. De individuele mondbeschermers hebben de beste schokabsorptiecapaciteit. Dat komt door de betere pasvorm. Het meest gangbare materiaal is ethyleenvinylacetaat (EVA) en die komt ook als beste uit de test. Het is eenvoudig te gebruiken bij fabricage. Soms bestaat de mondbeschermer uit meerdere lagen, maar dit geeft geen significante verschillen in schokabsorptiecapaciteit. Omdat een sporter comfortabel moet kunnen ademen en praten, mag de mondbeschermer niet te dik worden.  Drie tot vier mm in totaal is het meest voordelig voor wat betreft de schokabsorptie én het comfort voor de sporter. Occlusaal wordt een dikte van 2 mm aangehouden

Bij dragen van een beugel

Bij het dragen van een beugel is er het boil-and-bite-beugelbitje, die je bij lage tempratuur kunt afvormen en langer kunt bewerken in de mond. Het voordeel is dat je hem meerdere keren kunt verwarmen en zo tijdens het gehele beugeltraject kunt dragen doordat je hem steeds kunt aanpassen.

Goed alternatief

EVA mondbeschermers zijn al jaren de standaard. Maar er zijn ook nadelen. De lagen kunnen loslaten, het is moeilijk schoon te houden en de retentie is soms matig.

IJshockeyers werden onderzocht op naleving van het dragen van mondbeschermers. 45% gaf aan er nooit eentje te dragen. Reden hiervoor is ongemak, functiebeperking en onnodig lijken. Een tip is om een mondbeschermer te maken via Clik.fit. Het voordeel is dat deze mondbeschermer volledig digitaal vervaardigd wordt en daardoor een perfecte pasvorm heeft. Doordat de pasvorm goed is, komt hij niet meer los. Hij hoeft niet uitgenomen te worden om te communiceren, zit prettig en je kunt er goed mee ademhalen. Dit stimuleert om hem te dragen. Hij is ook nog eens heel hygiënisch omdat je hem kunt uitkoken. Vergeleken met de EVA is de schokabsorptie nog beter. Tevens kan de mondbeschermer direct naar de patiënt thuis opgestuurd worden.

 

Stravos Avgerinos is een internationale spreker op het gebied van sporttandheelkunde. Hij is bestuurslid van de European Association for Sports Dentistry (EA4SD) en werkzaam als tandarts met specialisatie cosmetische tandheelkunde.

Roel de Maat is in 2000 afgestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en heeft zich daarna in implantologie gespecialiseerd en is lid van de NVOI. Hij houdt zich bezig met algemene tandheelkunde en in het bijzonder met uitgebreid kroon- en brugwerkconstructies. Hij is werkzaam bij Tandpark.

Yasmijn van der Zander is na haar afstuderen aan de slag gegaan als algemeen tandarts en werkt daarnaast bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in Nijmegen. Hier volgt zij op dit moment de differentiatie-opleiding tot Tandarts Maxillofaciale Prothetiek (MFP). Daarbij richt zij zich met name op ernstige prothese problematiek, aangeboren tandheelkundige afwijkingen, niet-aangeboren tandheelkundige afwijkingen en implantologie.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dentalinfo.nl van de lezing van Stavos Averginos, Roel de Maat en Yasmijn van der Zander tijdens het congres Sporttandheelkunde van ACTA Dental Education.

 

Bekijk ook:

ACTA congres: Persoonlijk leiderschap in de Mondzorg

Tijdens dit congres op 24 mei behandelen we essentiële onderwerpen zoals het doorbreken van terugkerende patronen in zowel professionele als persoonlijke contexten, het vinden van balans tussen specialisatie en een bevredigend werkleven en het belang van zelfbewustzijn bij besluitvorming. We verkennen hoe het aangeven van grenzen cruciaal is voor probleemoplossing en hoe zingeving bijdraagt aan een duurzame carrière.
Lees meer over ACTA congres: Persoonlijk leiderschap in de Mondzorg

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Sporttandheelkunde, Thema A-Z
Casper Bots

Dr. Casper Bots over zijn rol als Dentist Counselor: “Mijn doel is om andere tandartsen te inspireren en vernieuwd perspectief te geven”

“Juist op kruispunten in het leven of wanneer je behoefte hebt aan een duidelijke richting en koers.”
Dr. Casper Bots heeft veel geleerd van zijn werk als tandarts en vooral van zijn reis als ondernemer. Als praktijkhouder pakt hij dat op een heel bijzondere manier aan. In een interview met hem, gaan we in gesprek over de vraag ‘‘Hoe houd je je werk als tandarts leuk en kom je tot zelfontplooiing?’

Hoe houd je als tandarts of mondhygiënist de balans in je werk/privé?

“Iedere tandarts doet dat uiteindelijk op zijn eigen manier. Na het beëindigen van mijn opleiding ben ik eerst als ZZP’er gaan werken in De Koepelgevangenis in Haarlem en bij diverse praktijken en daarna startte ik mijn eigen praktijk. Ik had een mooi doel voor ogen; na ongeveer 5 jaar hard werken is mijn praktijk ‘klaar’ en heb ik de controle over een goedlopende praktijk die draait als een geoliede machine. Hiermee had ik een ideaalbeeld voor ogen dat niet overeenkwam met de werkelijkheid, medewerkers vertrekken bijvoorbeeld ook weer een keer, je moet daarom flexibel zijn en kunnen schakelen. Als tandartsondernemer krijg je voortschrijdend inzicht en ik heb gemerkt dat het goed is om tenminste eenmaal per week te evalueren. Zo kijk ik terug en bereid me voor op wat gaat komen in de week die volgt. Zo kan ik goed plannen en houd de controle over mijn agenda waardoor ik werk en privé beter kan loskoppelen.”

Hoe profileert je praktijk zich ten opzichte van andere praktijken?

“We vinden het belangrijk dat er aandacht is voor helderheid en duidelijkheid en we hebben op een unieke wijze kernwaarden voor de praktijk geformuleerd. Dit hebben we onder leiding van Birgit Laemers gedaan door middel van een ‘Sense Storm ®’. Dit is een methode waarbij alle zintuigen worden aangesproken om op die manier associaties naar boven te halen. Die vervolgens weer worden gebruikt om te groeperen tot kernwaarden. Bij ons is “Vertrouwd en Betrokken” de pay-off. Hierdoor voelen patiënten als familie. Ze voelen zich gezien en gewaardeerd. Dezelfde methode heb ik ook gedaan voor mijn persoonlijke kernwaarden. Dat gaf antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’ maar ook uiteindelijk ‘Waar wil ik naar toe?’.”

Hoe bewaak je het teamgevoel en hoe zorg je dat je personeel goed functioneert en met plezier zijn werk doet?

“Werkplezier wordt bepaald en gestimuleerd door de manier van aanpak op meerdere vlakken. Het gaat daarbij om de structuur van de bedrijfsmatige communicatie en werkwijze, het zien van de medewerker als individu en de praktische faciliteiten die de praktijk biedt om goede mondzorg te verlenen.

We hebben regelmatig werkbesprekingen met het gehele team en iedereen weet wat er precies verwacht wordt door te werken aan de hand van vaste procedures en afspraken.

De visie die we als praktijk hanteren is dat we een werkklimaat willen creëren die bijdraagt aan werkgeluk. We hebben dat op allerlei manieren de afgelopen jaren gedaan. Ik besef hoe belangrijk het is dat het personeel zich gezien en gehoord voelt. Zo ervaart het personeel de ruimte en de veilige omgeving om zich te ontplooien. De mogelijkheid om diverse trainingen en opleidingen te volgen levert hieraan ook een belangrijke bijdrage. Hierdoor beschikken medewerkers over de benodigde skills en blijft de praktijk up-to-date en aansluiten bij de laatste ontwikkelingen. Mijn vrouw werkt als tandarts-geriatrie in de dependance van de praktijk, sinds kort voert zij met vaste regelmaat gesprekken met de medewerkers. Er wordt veel persoonlijke informatie gedeeld en zo krijgt de praktijk als het ware het karakter van een hechte familie. We hebben ook aandacht voor vitaliteit, want een gezonde medewerker zit beter in z’n vel en functioneert beter. Dit is in het belang van de medewerker zelf, de patiënt, de collega’s en de praktijk. Zo hebben we altijd worteltjes voor het grijpen liggen in de koelkast en stimuleren we de medewerkers om gezond te leven.
Een ander belangrijk aspect voor fijn en tevens veilig werken is dat er gewerkt wordt met goede apparatuur en gehoor- en oogbescherming.”

Hoe ga je om met stress en het voorkomen van overbelasting?

“In het verleden voelde ik zelf de werkdruk oplopen en hebben we een andere planning gemaakt waardoor ik weer meer tijd en ruimte creëerde om meer tijd te kunnen besteden aan mijn hobby’s zoals schilderen en pianospelen. Ik doe veel dingen naast elkaar, houd van afwisseling en dat past bij me en dat geeft me ook weer inspiratie voor mijn werk en zo daag ik mezelf continu uit. Ik neem dagelijks tussen de middag even afstand door een wandeling te gaan maken, dat geeft me rust en reflectie. Ik zorg ook dat ik drie tot 5 keer per week sport en mijn beweegmomenten pak, waardoor mijn fysieke en mentale belastbaarheid groter wordt. Dagelijks korte meditatiemomenten en eens per maand massage geven mijn lichaam en geest rust om daarna weer optimaal te kunnen functioneren.

Ik neem regelmatig de tijd om te checken hoe het mentaal met mezelf gaat en hoeveel stress ik ervaar, zo kan ik op tijd bijsturen. Hierdoor kan ik als verantwoordelijke tandarts in De Mondzorgkliniek een positieve mindset aannemen wanneer ik mijn patiënten behandel en het team aanstuur. Het gaat erom dat de balans in het team bewaakt wordt. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je een teamlid dat energie zuigt en de balans in het team verstoort ‘teruggeeft aan de arbeidsmarkt’. Het zijn moeilijke keuzes die je af en toe moet maken, maar uiteindelijk blijkt vaak dat je de juiste hebt genomen waardoor je weer verder kunt.”

Hoe zorg je voor een goede en prettige omgeving waar de patiënt de nodige mondzorg krijgt?

“Ten eerste is er weloverwogen te werk gegaan bij het bouwen van het praktijkgebouw. Dit is gedaan op basis van de kernwaarden die met de SenseStorm naar voren kwamen. Er is gezorgd voor voldoende daglicht en transparantie, en de kleuren en geluiddempende grote foto’s die gebruikt zijn voor de behandelruimtes zorgen voor een rustgevende sfeer. Daarnaast zien we iedere patiënt als een individu en we streven ernaar dat iedere patiënt het behandelmoment ervaart als prettig, want iedere patiënt is uniek. Zo spelen we bijvoorbeeld favoriete muziek af van de patiënt in de behandelkamer of komen we aan de behoefte tegemoet dat de patiënt extra uitleg wil krijgen over een behandeling.

Je hebt een onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van hoe een tandarts zijn werk en leven ervaart. Wat kwam daaruit naar voren?

“Dat is het onderzoek dat ik voor Dentist Experience opgezet heb, daarin werden ook de onderwerpen werkstress en werkplezier belicht. Ten eerste blijkt dat het contact met tevreden patiënten de tandarts veel voldoening geeft enerzijds maar anderzijds ervaart men ook een energie zuigend effect van dat contact. Ook beseffen patiënten vaak niet hoe zwaar het werk als tandarts is. Zo maak ik dagelijks mee dat patiënten snel oordelen dat een vulling in 15 minuten snel verdiend is. Ze beseffen niet dat er 5 jaar studie, 5 jaar promotieonderzoek, bij- en nascholing en 20.000 vullingen aan vooraf gingen.

Tevens kwam uit het onderzoek naar voren dat men veel plezier haalde uit werken met een fijn team, maar dat (veranderende) wet- en regelgeving en het contact met ziektekostenverzekeraars weer bijzonder veel energie kosten. Verzekeraars, maar ook mensen in het algemeen, tonen vaak wantrouwen jegens het beroep van tandartsen. Dat werkt niet prettig.”

Naast tandarts heb je ook een concept gecreëerd, de Dentist Experience, kun je daar iets meer over vertellen?

“Dit is een unieke manier en aanpak om je eigen kernwaarden, doelen, visie en richting te bepalen, samen met andere collega tandartsen. Vragen die beantwoord worden zijn: ‘Zit ik nog op het goede spoor?’ en ‘Doe ik nog wat bij mij past?’ In de vorm van een MasterCourse van 9 maanden verspreid over 6 modules gaan tandartsen onder begeleiding van mij en Birgit Laemers onder andere op zoek naar hun eigen unieke kernwaarden. Die worden vervolgens vertaald naar de keuzes zowel privé als in het werk en de wijze van bijvoorbeeld werken binnen de praktijk. Na de afronding van de Dentist Experience MasterCourse gaan tandartsen naar huis met vernieuwd en verfrist perspectief en een concreet stappenplan voor de ontwikkeling van hun praktijk voor de komende 3 tot 5 jaar. Binnenkort is er een sneak-preview. Voor meer informatie of aanmelding ga naar: www.dentistexperience.com

Dr. Casper P. Bots heeft sinds 2008 De Mondzorgkliniek in Bunschoten en is initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum en is voormalig hoofdredacteur bij de NTVT. Naast een bevlogen tandarts en praktijkeigenaar is hij ook oprichter van Dentist Experience, werkt hij parttime in een esthetische tandartspraktijk in Liverpool als tandarts en helpt hij de tandarts in de rol van ondernemer. Als Dentist Counselor inspireert en begeleidt hij vakgenoten om op zoek te gaan naar wie ze zijn en wat zij echt belangrijk vinden. Zo genereren ze weer een frisse blik op hun praktijk en formuleren ze hun missie voor de komende jaren met weer veel werkplezier in het voorruitzicht.

Interview door Petra van der Zwan van Gezond & Inzetbaar – auteur | leefstijlinterventies | gezondheidsonderzoeker – voor dentalinfo.nl met Casper Bots.

Lees meer over: Interview, Opinie, Thema A-Z, Werken met plezier
wortelresorptie

Dentaal trauma en resorptie

De prognose van elementen na dentaal trauma is in grote mate afhankelijk van een goede diagnose, de juiste behandeling en een goed vervolg. Hoe kun je het beste handelen? Wat zijn de verschillende soorten resorptie na trauma? Verslag van de lezing van endodontoloog Machteld Siers bij de cursus van ACTA-DE.

Resorptie is veelal een ongewenst proces. De enige vorm die we normaal vinden is de resorptie van melkelementen. De oorzaken van resorptie is altijd een trauma: dit kan chemisch, mechanisch of druk zijn. Dit zorgt dat er clastische activiteit van cellen ontstaat.
Grofweg kunnen er twee oorzaken aan te wijzen zijn:

  • Beschadiging van precement (extern) of predentine (intern)
  • Stimulatie van dentino-clasten

Soorten resorptie

Interne resorptie

Interne resorptie zien we heel weinig. We weten niet zo goed waarom dit fenomeen optreedt. Er is bij interne resorptie sprake van een vitale pulpa. Ondanks dit moet je een endodontische behandeling uitvoeren om het proces te stoppen.

Externe wortelresorptie

Externe wortelresorptie is iets wat we veel vaker zien. Eén van de vakgebieden waar dit veel voorkomt is bij de orthodontie. Door de orthodontische krachten ontstaat druk en door druk kan resorptie ontstaan. Vaak blijft dit binnen de perken en veroorzaakt het weinig problemen. Haal je de kracht van de elementen af, dat stopt de resorptie.
Resorptie kan ook ontstaan door een geïmpacteerd element. Het element drukt dan vaak op een beschadiging. Helaas is het vaak al te laat tegen de tijd dat je het opmerkt en is het element vaak verloren.

Risico op resorptie

Het risico op resorptie hangt samen met de hoeveel schade die ontstaat aan het parodontaal ligament.
Bij intrusies en alvulsies is deze schade het grootst. Er komt bij intrusie veel druk op het parodontaal ligament. De laterale luxatie geeft alweer iets minder schade.

Bij jonge kinderen die bezig zijn met de eerste wisselfase kan het soms moeilijk zijn om te zien of element geïntrudeerd is, omdat elementen in doorbraak zijn. Ouders kunnen dit soms beter beoordelen of er een tand verplaatst is na het trauma.
Bij een beperkt trauma zie je nog wel eens oppervlakte resorptie. Het bot is sneller met ingroei dan het parodontium. Dit is op de solo te zien als een klein hapje uit de radix. Neemt dit forsere vormen aan dan dreigt het risico op ankylose.

Avulsie

Avulsie geeft veel meer kans op resorptie en dan vooral op oppervlakte resorptie. Machteld geeft aan: “Zet een element in de spoeddienst altijd terug, ook al weet je dat de prognose heel slecht is. Spalk het element en vertel dat er een goed behandelplan moet komen. Zo heb je in ieder geval ook tijdelijk een oplossing voor het vaak esthetische probleem.“

Wanneer in een teruggeplaatst element na een avulsie geen endodontische behandeling wordt uitgevoerd, ontstaat er ontstekingsresorptie en dit kan heel snel gaan. Als er geen ontstekingsresorptie ontstaat, kan er ook vervangingsresorptie ontstaan. Het bot herkent niet meer wat element is en wat bot is. Aangezien bot steeds geremodelleerd wordt, wordt het element nu meegenomen in deze botombouw. Het element is uiteindelijk verloren, maar op latere leeftijd kun je goed implanteren.

Ankylose

Ankylose is een heel vervelend gevolg van een dentaal trauma De gelaatsgroei gaat door, maar het element niet. De enige optie die we hiervoor hebben is het ankylotische elementen verwijderen en een ander element autotransplanteren. Zolang dit element PDL heeft, gaat het PDL vanzelf weer bot maken. Je kunt een getransplanteerd element orthodontisch verplaatsen en het lichaam vormt automatisch bot eromheen.
Belangrijk is om op de leeftijd dat het trauma plaatsvindt al na te denken over een oplossing in de toekomst. Zeker bij autotransplantatie zien de behandelaars het kind liever op jonge leeftijd.

Cervicale externe wortelresorptie

Cervicale externe wortelresorptie is een gek fenomeen. Op de bite-wing zie je vaak een soort wolkig aspect. Ergens tussen de glazuur- en cementgrens is een onbeschermd gebiedje en vanuit het parodontium gaat een klein gaatje naar binnen. Dit graaft een soort gat in het dentine. Vaak merk je het pas op in een vergevorderd stadium.

Hoe de beschadiging op de wortel ontstaat weten we niet precies. We nemen aan iets van een trauma: het zou hevelen kunnen zijn, dentaal trauma, tandsteen verwijderen.
Wat opvallens is bij deze vorm van resorptie is at de pulpa tot het allerlaatste moment intact blijft. Het vindt relatief vaker plaats bij elementen in de bovenkaak, maar je kunt het tegenkomen door de hele mond heen. Waarschijnlijk zijn incisieven boven vaker aangedaan gezien het risico op trauma hier. Ook bij autotransplantatie is het een bekend probleem.
We geven vaak de orthodontist of de patiënt zelf de schuld. Mogelijk zou klemmen en knarsen bij kunnen dragen omdat dit zorgt voor hypoxie rondom de elementen. Het lijkt erop dat het vaak een combinatie is van meerdere oorzaken.

Aangezien de pulpa lang gespaard blijft, ervaren patiënten vaak geen pijn. Klinisch is het in sommige gevallen helemaal niet zichtbaar, pas als het proces vergevorderd is. Ook op de bite-wings is het een afwijkend beeld en daardoor lastig te spotten.

Behandeling externe cervicale resorptie

Er zijn veel verschillende classificaties voor externe cervicale wortelresorptie. De classificaties zijn vooral handig om aan te geven welke elementen nog zinvol zijn om te behandelen. Een klasse 1 of 2 is relatief beperkt tot het cervicale dentine, een klasse 3 breidt zich verder uit in het dentine van de kroon en wortel en bij een klasse 4 heeft het zich door bijna het hele element verspreid.

Bij een klasse 1 en 2 is een endodontische behandeling niet noodzakelijk. Het is immers een vitaal element. Als het beperkt is, behandeld je het op een vergelijkbare manier als een composiet vulling. Je wilt het volledige weefsel in het resorptiedefect weghalen, schoonmaken en vullen. Bij een klasse 2 kan het soms ook nog nodig zijn om een kleine flap te maken eventueel in combinatie met een kroonverlenging.

Helaas zit het ook vaak op een plek waar je slecht bij kunt. Is het niet voelbaar, dan kan de interne benadering beter zijn. Hierbij wordt het element geopend in de richting van het resorptie defect, het defect wordt goed schoongemaakt en het resorptieweefsel wordt verwijderd. Hiervoor kan eventueel natriumhypochloriet gebruikt worden. Daarna wordt een vulling gemaakt. Is de pulpa betrokken bij het defect, dan wordt deze afgedekt met een MTA-achtig materiaal.

Bij een klasse 3 defect is het aan te raden om een CBCT te maken om de uitgebreidheid van het defect te beoordelen. Hierbij zul je ook op de interne benadering aangewezen zijn.

Alternatieven behandelingen bij klasse 3 defect

  • Niets doen en bij klachten het element extraheren en vervangen. In sommige gevallen gaat het om een erg langzaam verlopend proces. Er zijn fases van resorptie en fases van herstel. Dus defect kan zich ook heel goed stabiel houden.
  • Orthodontische extrusie zodat het defect supra-gingivaal komt te liggen (mits de kroon wortelverhouding dit toestaat)
  • Intentional replantation (mits de wortel niet breekt bij extractie)

Bij endodontisch behandelde elementen gaat resorptie veel sneller. Waarschijnlijk doordat beschermde laagje rondom pulpa dan niet meer intact is.

Preventieve maatregelen om resorptie te voorkomen

  • Bij bleken goede afsluiting maken op het guttapercha en lage concentratie bleekmiddelen gebruiken, geen warmte toepassen en niet etsen
  • Lage orthodontische krachten gebruiken, met name bij tipping
  • Pas op met hevels bij extracties en chirurgische procedures waarbij het PDL kan beschadigen
  • Schat in wat de rol is van overbelasting en klemmen of knarsen

Meestal is het een op zichzelf staand proces, soms komt het voor op meerdere plekken in de mond. Er zijn enkele systemische aandoeningen die geassocieerd worden met externe cervicale resorptie: hyper- of hypothyreoidie, hyper- of hypofosfatemie, de ziekte van Paget, Papillon-Lefèvre syndroom, Turnersynroom en sclerodermie.

Machteld Siers heeft tandheelkunde gestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze is daarna gaan werken in een algemene praktijk, wat ze combineerde met de beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. Machteld is verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen als tandarts-docent, waar ze zich bezighoudt met studentenonderwijs en postacademisch onderwijs. Ook voert zij een algemene en verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag voor dental INFO, door tandarts Paulien Buijs, van de lezing van Machteld Siers tijdens de ACTA Dental Education cursus Trauma: van dento-alveolair tot aangezicht.

Lees meer over: Congresverslagen, Restaureren, Thema A-Z
jeugdig

Orthognatische chirurgie voor een jeugdige uitstraling

Een onderzoek dat onlangs gepubliceerd is in het Journal of Oral and Maxillofacial Surgery laat zien dat orthognatische chirurgie kan zorgen voor een jeugdige blik.
Bij patiënten met een retrusief profiel kan door chirurgie de specifieke hoek tussen de neus en bovenlip kleiner worden gemaakt waardoor de bovenlip langer en voller lijken.

Onderzoek

Bij patiënten met een retrusief profiel kan orthognatische chirurgie zorgen voor een verandering in de nasolabiale hoek en vermilliongebieden voor een jeugdige uitstraling.
Een retrospectieve studie heeft patiënten die in 2021 een bimaxillaire operatie ondergingen geëvalueerd. 27 proefpersonen waarvan 18 vrouwen en 9 mannen voldeden aan de inclusiecriteria en werden onderzocht. De gemiddelde leeftijd was 32,5 jaar.
De cefalometrische metingen werden gedaan op moment T0 (pre-operatief), T1 (1 maand na de operatie) en T2 (1 jaar na follow-up).

Resultaten

De resultaten laten zien dat alle metingen van het skelet significant toe waren genomen na de operatie. Alle patiënten ontvingen een algehele voorwaartse en verbredende beweging van het maxilla-mandibulaire complex. Twee patiënten ontvingen een lichte mandibulaire setback met maxilla naar voren en een rotatie van de mandibula tegen de klok in.
De lipparameters werden als volgt gecorreleerd: bij oudere patiënten nam de concaviteit van de bovenlip toe, bij gesegmenteerde maxillaire operaties en ouderen werd een grotere winst in labiale projectie waargenomen, daarnaast waren de veranderingen in de lengte van het bovenste vermillion stabieler bij de opwaartse beweging van de bovenkaak en de mandibulaire rotatie tegen de klok in.
De studie liet een uiteindelijke gemiddelde afname van de nasolabiale hoek zien en de concaviteit van de bovenlip werd significant gecorrigeerd na de operatie.

Conclusie

Het gewicht of body mass index van de patiënt werd tijdens de studie niet gemeten en zorgde voor beperkingen van de studie. Als conclusie kan worden getrokken dat er een jeugdiger uiterlijk van het bovenste vermillion en nasolabiale plooi kan worden verkregen wanneer er voldoende dentoskeletale ondersteuning wordt geboden.

Bron:
Journal of Oral Maxillofacial Surgery

 

 

Lees meer over: Chirurgie, Thema A-Z
antbiotica

NSAID’s verminderen risico op postoperatief delirium

Volgens een onderzoek dat werd gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van anesthesiology 2024 kunnen niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), zoals ibuprofen het risico van patiënten op postoperatief delirium helpen verminderen.

Postoperatief delirium

Een postoperatief delirium is een ernstige complicatie na een operatie die gepaard gaat met gezondheidsproblemen en zelfs overlijden. Er is sprake van een verandering in de mentale functie die verwarring kan veroorzaken. Om de complicatie te voorkomen gebruiken anesthesiologen verschillende methoden. Onderzoek heeft aangetoond dat een eenvoudige interventie zoals het geven van een NSAID een effectieve optie kan zijn.

Onderzoek

Onderzoekers hebben een grote database met medische dossiers geanalyseerd van patiënten die tussen 2014 en 2023 een operatie met anesthesie ondergingen.
De patiënten werden verdeeld in twee groepen: 18-64 jaar en 65 jaar of ouder. Ze kregen alleen paracetamol, salicylaat-NSAID’s en alleen niet-salicylaat-NSAID’s oraal of intraveneus toegediend op de dag van de operatie, vóór of tijdens de procedure. Het deliriumpercentage gedurende zeven dagen na de operatie werd onderzocht.

Resultaten

Patiënten van 18 tot 64 jaar die niet-salicylaat-NSAID’s kregen hadden 22% minder risico op een postoperatief delirium dan degene die paracetamol kregen.
Daarnaast had de groep die niet-salicylaat NSAID’s kregen een 70% lager risico op postoperatief delirium dan de patiënten die salicylaat-NSAID’s kregen in de groep van 18 tot 64 jaar.
Bij de patiënten van 65 jaar en ouder hadden de patiënten die niet-salicylaat NSAID’s kregen een 33% lager risico op een postoperatief delirium dan degene die paracetamol kregen.
En wanneer de groep van niet-salicylaat NSAID’s werd vergeleken met de salicylaat NSAIDs bij patiënten van 65 jaar en ouder bleek dat de niet-salicylaat NSAID groep een 45% lager risico op een posoperatief delirium had.

Conclusie

De studie laat zien dat niet-salicylaat NSAIDs zoals ibuprofen nog beter zullen zijn in het verminderen van het risico op een postoperatief delirium dan paracetamol zoals bleek uit andere recente onderzoeken.

Bron:
American Society of Anesthesiologists

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Diabetesmedicijn voor de behandeling van parodontale ziekten

Diabetesmedicijn voor de behandeling van parodontale ziekten

Een veelgebruikt diabetesmedicijn metformine, kan tandvleesaandoeningen behandelen. In de publicatie in het Journal of Translational Medicine hebben onderzoekers ontdekt dat metformine ontstekingen en suikerniveaus onder controle kan houden voor preventie van orale en systemische ziektes.

Parodontale ziekten

Parodontale ziekten komen wereldwijd voor en zijn geassocieerd met systemische aandoeningen zoals diabetes en obesitas. Op dit moment is het alleen mogelijk om tandvleesaandoeningen te behandelen doormiddel van reiniging om bacteriën te verwijderen. Parodontale ziekten zoals gingivitis en parodontitis kunnen volgens het onderzoek onder controle worden gehouden met een veelgebruikt medicijn tegen diabetes type 2, Metformine.

Metformine

Metformine is een geneesmiddel dat het suikermetabolisme kan moduleren en wordt daarom vaak gebruikt voor de behandeling van diabetes. Onderzoekers hebben ontdekt dat metformine ook kan leiden tot preventie van botverlies tijdens parodontitis en leeftijdsgebonden botverlies. Het onderzoek werd eerst uitgevoerd bij patiënten met parodontale ziekten zonder diabetes en toonde verbeterde klinische resultaten bij de behandeling van tandvleesaandoeningen en controle van suikerspiegels en ontstekingen in de mond en het lichaam.

Conclusie

Het gebruik van Metformine voor de behandeling van parodontale ziekten kan naast het remmen van ontstekingen ook het suikerniveau en gewichtstoename onder controle te houden. Dit kan systemische ziekten en orale ziekten daarom helpen te voorkomen.

Bron:
Journal of Translational Medicine

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
kaakpijn

Kiespijn die geen kiespijn is

Elke tandarts wordt in de praktijk geconfronteerd met complexe, onbegrepen pijnklachten. Het is belangrijk éérst een goede diagnose op te stellen, voordat er een (irreversibele) behandeling wordt gestart. Want alleen een correcte diagnose geeft een succesvolle behandeling.  Verslag van de lezing van dr. James Huddleston Slater en Nico Hofman.

Tips bij pijnklachten

1. Actief luisteren

Luister actief naar de omschrijving van de klacht door de patiënt. Het is hierbij belangrijk de patiënt niet te interrumperen, en stel open vragen.
Probeer samen terug te gaan naar hoe de klacht is begonnen, ga terug in de tijd en stap in het verleden. Daar is het probleem ontstaan!
Over tijd verdwijnt namelijk de acute pijnprikkel (die veroorzaakt wordt door weefselbeschadiging of –ontsteking, de nociceptieve pijnprikkel), en er ontstaat een andere soort pijn, chronische pijn. Deze wordt beïnvloed door het lijden van de patiënt en zijn pijngedrag.

2. D.D.

Stel vervolgens een D.D. op, ook al heb je weinig tijd. Noteer eerst alle symptomen, en ga dan hiermee puzzelen naar alle mogelijke oorzaken. Vervolgens test je de meest waarschijnlijke D.D., met bijvoorbeeld sensibiliteitstesten, CBCT of proefanesthesie.

3. Proefanesthesie

Proefanesthesie is een eenvoudig maar krachtig diagnostisch middel, dat elke tandarts in huis heeft en kan toepassen. Het is belangrijk de anatomie goed te kennen en altijd te aspireren. Breng anesthesie aan en kijk of de pijn weg trekt. Laat de patiënt vervolgens een aantal dagen later terug komen en pas opnieuw proefanesthesie toe. Kijk of de pijn opnieuw weg trekt.

4. Spieren, gewrichten, neuropathische pijnen, neurologische oorzaken

Pijn in het aangezicht/kiespijn wordt in 5-10% van de gevallen niet veroorzaakt door de dentitie zelf, maar door de omliggende spieren, gewrichten, neuropathische pijnen zoals trigeminus neuralgie, of door neurologische oorzaken.
Er is in het hoofd-halsgebied veel overlap in het spierstelstel; zoals kaak op nek, wang en hals. Daarom is het verstandig om ook op zoek te gaan naar triggerpoints in de spieren; zo kan bij drukken op de m.temporalis de sensatie en uitstraling naar kiespijngevoel worden opgewekt. Dit wordt omschreven als referred pain, en heeft een vaststaand patroon.
Ook hierbij ligt de focus weer eerst op een juiste diagnostiek en niet direct willen ingrijpen door middel van een endodontische behandeling of extractie!
In bovenstaande gevallen is het aan te raden de patiënt te verwijzen naar een gespecialiseerde tandarts of orofaciale fysiotherapeut. Naast voorlichting kan deze bijvoorbeeld gebruik maken van dry needling. Hierbij zijn gemiddeld slechts 3 behandelingen voldoende om de oorzakelijke triggerpoints te inactiveren.

Een pees-ontsteking (tendinitis) kan worden geïnduceerd door het lang open houden van de kaak, bijvoorbeeld tijdens een endodontische behandeling of complexe extractie. Hierbij kunnen de spieren en/of pezen worden overrekt. Bij een tendinitis kan er een lokaal depot corticosteroïden worden aangebracht, door bijvoorbeeld een gespecialiseerde tandarts.

5. Pijnschaal

Maak gebruik bij de diagnostiek van een pijnschaal, bijvoorbeeld NRS (numeric pain rating scale). Hierbij kan de patiënt een getal omcirkelen van 0-10 hoe intens de pijn is die hij op dit moment ervaart. De 0 staat voor geen enkele pijn, en een 10 voor de meest vreselijke pijn ooit denkbaar.

6. Lokaliseren

In sommige gevallen is de pijn door de patiënt niet duidelijk bij één kies te lokaliseren, maar wijst de patiënt een heel cirkeltje aan. Het is dan verstandig om aan para-functies zoals klemgedrag te denken en hierover door te vragen: “Is er iets in je omgeving waar je je druk over maakt, verbijt je jezelf ergens over?” “Ervaart u stress?” Check de wangen, spieren, pezen en kauwstelsel van de patiënt.

7. Ophalen uit wachtkamer

Het kan nuttig zijn de patiënt zelf op te halen uit de wachtkamer. Hierbij verkrijg je extra informatie, zoals de manier waarop iemand zit te wachten, zijn loopje, afhangende schouders, hoofd omlaag, verbijten, spanning. Dit verschaft je veel bruikbare non-verbale informatie.

8. Doorverwijzen

Wanneer je er zelf niet uit komt, verwijs dan de patiënt laagdrempelig door. Het is belangrijk om aan de patiënt te vermelden dat er op tandheelkundig gebied niets te vinden is, maar dat er mogelijk wel een andere oorzaak is voor de klachten. Zo voelt de patiënt zich serieus genomen en gehoord.

Dr. James J.R. Huddleston Slater (1972) is tandarts-gnatholoog en heeft een eigen tandartspraktijk in het centrum van Groningen. Naast de algemene tandheelkunde houdt hij zich bezig met de diagnostiek en behandeling van patiënten met chronische aangezichtspijn. Ook is James gastdocent aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij geeft regelmatig college aan tandartsen en kaakchirurgen in opleiding over de diagnostiek en behandeling van patiënten met aangezichtspijnen. Daarnaast is James klinisch-epidemioloog en secretaris van de stichting Kennisinstituut Mondzorg (KIMO).

Nico Hofman (1973) is bewegingswetenschapper en fysiotherapeut en is mede- eigenaar van FGN Midden West (PACA, fysiotherapie Dekker en fysiotherapie Alkemade). Hij houdt zich naast de algemene fysiotherapie bezig met behandeling van patiënten met aangezichtspijn en nekklachten, patiënten met myofasciale pijnklachten en (top)sporters. Naast de algemene praktijk is Nico gastdocent op de VU. Hij geeft regelmatig college aan studenten bewegingswetenschappen. Verder is hij al 20 jaar verbonden aan een commerciële schaatsploeg, op dit moment JumboVisma.

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. James Huddleston Slater en Nico Hofman, tijdens het NVvE lustrumcongres.

Dit artikel is eerder op dentalinfo.nl geplaatst en gezien interesse hiervoor opnieuw onder de aandacht gebracht.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z