geld

NZa geeft boete aan Tandzorg Groep voor materiaal- en techniekkosten

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de Tandzorg Groep een boete van € 400.000 gegeven voor te veel declareren van materiaal- en techniekkosten aan patiënten.

Indirecte korting ook doorberekenen

In 2014 gaf de Tandzorg Groep de korting op de materiaal- en techniekkosten van het tandtechnisch laboratorium volgens de regels door aan de patiënt. Van 2015 tot medio 2016 ontving de praktijk geen korting op de materiaal- en techniekkosten. Wel betaalde het tandtechnisch laboratorium huur voor een niet bestaande ruimte in het pand van de Tandzorg Groep. De tandartspraktijk kreeg dus indirect korting die aan de patiënt doorberekend had moeten worden.

De Tandartsen Group vindt de boete zelf ook terecht. De tandartsengroep onderzoekt nu of patiënten recht hebben op schadevergoeding. De praktijk schat in dat dit bij ongeveer 5 procent van alle patiënten het geval zal zijn.

Materiaal- en techniekkosten

Bij inkoop van materialen en technieken moet de tandarts de netto kosten, dus zonder winst, doorberekenen aan de patiënt. Ontvangen kortingen – direct of indirect – moeten ook worden doorgegeven aan de patiënt.

Volgens de NZa brengen de meeste tandartsen hun materiaal- en techniekkosten volgens de regels in rekening. “Maar uit signalen en onderzoeken blijkt dat sommige tandartsen hun patiënten hiervoor te veel laten betalen. Het verrekenen van een korting via een huurovereenkomst is hier een voorbeeld van. We zien in andere gevallen dat ook gebruik wordt gemaakt van zowel nationale als internationale constructies met bijvoorbeeld ‘papieren’ tussen-BV’s of inkoopcombinaties. Op deze manier steken deze tandartsen (bulk)kortingen/bonussen in eigen zak of verhogen zij kunstmatig de prijs zonder dat daar reële kosten tegenover staan. De patiënt betaalt dan te veel”, zegt de NZa.

Factsheet NZa

In 2016 nam de NZa de techniek- en materiaalkosten onder de loep en publiceerde een factsheet met antwoorden en vragen over het in rekening brengen van de techniek- en materiaalkosten. Sinds 2018 verplicht de NZa tandartsen om hun prijslijst voor materiaal- en techniekkosten openbaar te maken. Met deze regel kunnen patiënten prijzen van kronen, bruggen en protheses beter vergelijken volgens de autoriteit.

Bron:
NZa
Skipr
Telegraaf

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Mondhygiënist Marieke van Zanten

Mondhygiënist Marieke van Zanten genomineerd als aanstormend talent

Marieke van Zanten, mondhygiënist en eigenaar van kinderpraktijk Te Gekke Bekkies, is genomineerd bij de Rotterdamse Zakenvrouwverkiezing 2018 in de categorie ‘aanstormend talent’, de categorie voor vrouwen die minder dan drie jaar ondernemer zijn. Aanleiding voor Lieneke Steverink-Jorna om haar te interviewen.

Finalist

Marieke ken ik van haar geweldige logo van haar kinderpraktijk Te Gekke Bekkies en van haar dj-optreden na het congres van NVM-Mondhygiënisten. Via Facebook laat ze weten dat ze finalist is bij de Rotterdamse Zakenvrouwverkiezing 2018. Marieke is ‘something else’, dat zie je meteen. Ze is niet het type mondhygiënist dat we gewend zijn. Ze heeft iets speciaals en daarom wilde ik haar graag interviewen.

Van bang voor de tandarts naar mondhygiënist

Marieke werd steeds uitgeloot voor een grafische opleiding. Een bevriende tandarts besloot haar daarop tot assistente te bombarderen. “Ja, lachen, want ik was doodsbang voor de tandarts!” Ze vond het wonderlijk genoeg heel leuk en wilde ermee verder. Ze studeerde net aan de Hogeschool Utrecht af voordat de vierjarige opleiding Mondzorgkunde ontstond. “Die opleidingsvariant ben ik net misgelopen.” Ze introduceerde deze studie nota bene zelf op de open dag. Dat was een beetje zuur. Daarna heeft ze in verschillende praktijken ervaring opgedaan.

“Ik heb bij Manon (huidige voorzitter van NVM-Mondhygiënisten) het meest geleerd!” Toch stopte ze daar, omdat ze het niet handig vond om in drie praktijken tegelijk te werken (“Dan sta je op, stap je suf in de auto en denk je halverwege, zit ik wel op de goede snelweg?”). Ze ging toen bij een algemene praktijk werken, waar nog niet eerder een mondhygiënist had gewerkt. Ze zette voor de hele praktijk het preventieplan op. Vervolgens ging ze nog in een andere praktijk werken.

Gewoon Gaaf

Marieke merkte echter dat ze niet tevreden was met haar werk. Een groot deel van haar werk bestond uit het behandelen van volwassenen met enorme tandvleesproblemen. Daar baalde ze van. Ze had toch de opleiding gedaan om zich met preventietandheelkunde bezig te houden? Ze wilde liever bij kinderen met preventie problemen voorkomen en dat op haar eigen manier aanpakken. Toen ze een artikel van dr. Erik Vermaire las over Gewoon Gaaf (een preventiemethode voor kinderen), wist ze dat ze dat wilde.

Eigen kinderpraktijk

Nu heeft ze sinds een jaar haar eigen kinderpraktijk Te Gekke Bekkies waar ze Gewoon Gaaf toepast. Gewoon Gaaf is echt het werk van de mondhygiënist. In eerste instantie wilde ze enkel preventie aanbieden. Dankzij een tandarts in de buurt die werkelijk alle patiëntjes naar haar verwijst, kwam ze al snel aan patienten. Daarnaast promoot ze haar praktijk door poetslessen op de basisscholen te geven. Ze heeft een groot netwerk en zo wordt ze al snel aan mensen en instanties voorgesteld, waardoor ze ergen ‘binnen’ komt. Ook met het consultatiebureau heeft ze gesprekken gehad, maar van iets structureels is het nog niet van gekomen. “De meeste patiënten komen via mond-tot-mond reclame. Kinderen gaan hier altijd lachend de deur uit. Dat is trouwens niet helemaal waar…soms gaan ze juist huilend de deur uit…omdat ze eigenlijk hadden willen blijven, haha!” Marieke kan goed met kinderen overweg. Ze heeft er niet een hele studie van gemaakt, maar vaart op haar intuïtie. Ze heeft de tijd en de ruimte de kinderen af te tasten en zodoende het tempo te bepalen. “Als ik merk dat de stoel nog een stapje te ver is, dan kruipen we gewoon samen in een tentje met een zaklamp erbij.” Ze heeft ook gesprekjes met de ouders om er achter te komen waar ze tegenaan lopen en wat de vragen zijn. “Vaak gaan de kinderen dan gewoon lekker spelen en gooien hun schoenen uit. Dat is voor mij een teken dat ze zich comfortabel voelen.”

Kinderen met pijn

Algauw nadat ze haar praktijk geopend had, merkte ze dat ze heel regelmatig kinderen zag met flinke problemen. Zowel problemen in de mond als gedragsproblemen. “Zeker drie keer in de week komen er kinderen van onder de vier jaar met pijn. Ze hebben abcessen en fistels…” Marieke valt even stil. Het doet haar duidelijk wat. “En dat terwijl ik niet eens in een lage SES (Sociaal Economische Status) wijk zit. Soms zijn het wel kinderen uit Rotterdam-Zuid, hoor. Die gaan googelen als ze pijn hebben en dan weten ze mijn praktijk te vinden. Soms moeten de tandjes er al uit voordat ze kunnen praten….dat is echt triest…” Uiteraard doet Marieke dergelijke behandelingen niet zelf. Ze heeft heel vlot een kindertandarts weten te regelen. “We belden en we zaten zo 1,5 uur aan de telefoon, het klikte meteen!” Marieke assisteert de tandarts zelf. Zo leren ze van elkaar. De tandarts is ook bij haar wezen kijken en was verbaasd hoe soepel kinderen er in de stoel springen. “De kindertandarts kan gewoon haar ding doen. De gesprekjes er omheen, het wennen, dat doe ik. Daarom loopt het allemaal zo soepel.”

Plannen voor de toekomst

Voor de toekomst heeft Marieke volop plannen. “Het is zo druk, ik moet echt gaan denken aan een kamer erbij.” Schijnbaar is de behoefte erg hoog. Eigenlijk zou ze met een groep mondhygiënisten er echt de schouders onder willen zetten, met name in Rotterdam. “Ik wil wel zelf een relatief kleine praktijk blijven, maar ik wens voor alle kinderen dat ze op tijd geholpen kunnen worden. Dus voordat er (grote) problemen ontstaan. Iedereen lijkt op zoek te zijn hoe dit het beste aangevlogen kan worden.” Volgens Marieke heeft met name de mondhygiënist hier een grote rol in. Ze zou ook graag zien dat het Ivoren Kruis deze rol wat beter erkent. “We moeten het wel samen gaan doen, maar de mondhygiënist zou de spil moeten zijn als het om preventie gaat.”

Een ander superleuk plan is om een strip uit te gaan brengen. Het logo van haar praktijk is ook een stripfiguur, waarvoor haar zoontje als model is gebruikt. “Met de striptekenaar van dit logo (Boy Akkerman) en een schrijver wil ik een stripverhaal gaan maken. Voor de kleintjes hebben we Johnny Joker, maar voor de wat grotere kinderen spreekt een strip meer aan.”

En eigenlijk heeft ze nog wel veel meer plannen! Op woensdag 18 april hoort Marieke of ze heeft gewonnen.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Emotionele ondersteuning door tandenborstel

Emotionele ondersteuning door tandenborstel

Met de nieuwste tandenborstel van het Zweedse Foreo, de Issalexa, kunnen zenuwen, angst, stress en andere emoties worden gedetecteerd met behulp van speeksel. Vervolgens kan met behulp van kunstmatige intelligentie emotionele ondersteuning worden geboden, met spraaktechnologie om de poetser aan te moedigen en feedback te geven.

Speeksel detectie

Uit onderzoek is gebleken dat de mond droger wordt op het moment dat er angst, stress of nervositeit wordt getoond: xerostomie. Deze innovatieve tandenborstel is in staat dit te detecteren, om vervolgens de gebruiker te kalmeren met aanmoedigende woorden. Daarnaast is de Issalexa in staat om emotionele gevoeligheid te detecteren, en kan het gebruikers waarschuwen als deze een poetsbeurt dreigen over te slaan.

Vreemdgaande partners

Een andere functie die aan de Issalexa kan worden toegevoegd is het bestuderen van potentieel ‘vreemd’ speeksel in de mond van iemands partner, om te kijken of deze trouw is of niet. Mocht dit niet zo zijn dan zal de tandenborstel rood kleuren en ‘who’s been a naughty girl/boy’ als commentaar leveren.

De Issalexa is een van de tandenborstels uit de Issa-reeks van het Zweedse Foreo. De Issa 2, die eerder werd gelanceerd, was onder andere te zien in aflevering vijf van Star Trek Discovery. De Issalexa is te koop voor €299.

Bron:
Foreo.com 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Sander Leeuwenburgh

Sander Leeuwenburgh benoemd tot hoogleraar aan Radboudumc

Met ingang van 1 april 2018 is Sander Leeuwenburgh benoemd tot hoogleraar Regeneratieve Biomaterialen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hij houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van een nieuwe generatie injecteerbare en zelfherstellende biomaterialen, die kunnen helpen met het stimuleren van regeneratie van beschadigde weefsels.

Toen Sander Leeuwenburgh (Gouda, 1977) in 2001 zijn master Materiaalkunde cum laude afrondde aan de Technische Universiteit in Delft begon hij vrijwel gelijk met zijn promotieonderzoek aan de afdeling Tandheelkunde van het Radboudumc. In de tussentijd studeerde hij ook piano aan het Conservatorium in Arnhem. Hier haalde hij in 2005 ook cum laude zijn master.

Biokeramische coatings voor botvervangende implantaten

Leeuwenburgh promoveerde cum laude in 2006, op zijn onderzoek naar biokeramische coatings voor botvervangende implantaten. Tijdens zijn promotieonderzoek was hij gastonderzoeker bij de Rice University in Houston, Verenigde Staten, en bij de Kyoto University in Kyoto, Japan. Sinds 2006 is Leeuwenburgh verbonden aan de afdeling Tandheelkunde aan de Radboud Universiteit. Eerst als postdoc, vervolgens als docent en universitair hoofddocent, en sinds 2016 als Principal Investigator.

Voor zijn onderzoek ontving Sander Leeuwenburgh onder andere de VENI- en een VIDI-beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Bron:
Regio024

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Betaalbaarheid van de tandarts neemt weer iets af

Betaalbaarheid van de tandarts neemt weer iets af

Nadat in 2015 door de NZa de maximale tarieven waren verlaagd, nam de betaalbaarheid van de tandarts duidelijk toe. In 2017 en 2018 stijgen de tandartstarieven echter weer iets harder dan de inflatie. Deze en andere interessante feiten komen naar voren in de publicatie van Famed.

De mondzorg in cijfers

De whitepaper De mondzorg in cijfers geeft een inkijkje in de trends in mondzorgpraktijken. Famed, die de financiële administratie voor zo’n 2.800 mondzorgpraktijken verzorgt, presenteert hierin cijfers op basis van de declaraties van bijna 4 miljoen patiënten.

Betaalbaarheid tandarts

Tussen 2006 en 2016 zijn de tandartstarieven met 9% gestegen. De inflatie bedroeg in dezelfde periode echter 17%, wat er op neerkomt dat de tandartskosten in tien jaar tijd relatief met 5% zijn gedaald. De tandarts is in die periode dus betaalbaarder geworden! Belangrijkste oorzaak hiervan is dat de NZa in 2015 de maximale tarieven heeft verlaagd. In 2017 en 2018 stijgen de tarieven echter weer harder dan de inflatie, namelijk met 1,8% en 2,7%. In 2017 was de inflatie 1,3% en voor 2018 wordt dat ook verwacht.

Inkomsten per patiënt

Famed heeft ook gekeken naar de inkomsten per patiënt. In 2014 gaf een patiënt gemiddeld € 259 uit in de tandartspraktijk, in 2016 was dit na de tariefsverlaging door de NZa gedaald tot € 236. In 2017 vond weer een stijging plaats naar € 244. Afgezet naar de NZa-tariefsverhoging van dat jaar, blijkt dat de inkomsten per patiënt iets harder gestegen zijn dan de prijzen.

Man versus vrouw

In 2017 waren er 8.712 werkzame tandartsen in Nederland. Hiervan was 59% man. Hun gemiddelde leeftijd was 52 jaar. Van de 41% vrouwen was de gemiddelde leeftijd 41 jaar. Dit verschil wordt veroorzaakt door het hoge percentage vrouwelijke afstudeerders van de laatste jaren.

Ook de samenstelling van de praktijken verandert: het aantal praktijken met maar één tandarts is gedaald van 76% in 1997 naar 58% in 2014. Het aantal groepspraktijken nam toe.

Periodieke controles

Voor ruim 3,7 miljoen patiënten is in 2017 bij Famed minimaal één periodieke controle gedeclareerd. Vaak waren dit er zelfs twee. Uit de cijfers blijkt dat deze patiënten gemiddeld 1,4 keer per jaar voor een periodieke controle naar de tandarts gaan. Dat staat gelijk aan een keer per acht à negen maanden.

Meer preventieve mondzorg

Sinds 2014 is er een trend gaande dat preventie toeneemt ten opzichte van het aantal behandelingen. Vooral onder jongeren is dit het geval.

Daarnaast worden er sinds 2014 minder vullingen gedeclareerd. Dit is in ieder geval voor een deel het gevolg van een stelselwijziging door de NZa. Of het ook het gevolg is van toegenomen preventie, valt nog niet te zeggen. Famed wil dit wel nauwlettend gaan volgen.

Leeftijd patiënten geplaatste vullingen

Bij patiënten tussen de 41 en 60 jaar worden de meeste vullingen geplaatst, namelijk 35% van het totaal. Voor meervlaksvullingen is dit zelfs 43%. Kinderen onder de 10 jaar krijgen 6,5% van alle vullingen. 44,9% van deze vullingen zijn tweevlaksvullingen.

Beugels

Het aantal beugels dat geplaatst wordt stijgt. Het grootste aantal beugels (84%), wordt door jongeren gedragen, 16% door volwassenen. De verhouding tussen beugels bij jongeren en bij volwassenen blijft al jaren hetzelfde. In 2017 zijn er in totaal 122.403 beugels gedeclareerd bij Famed.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Beugels in de kleuren van voetbalclubs succes in Zoetermeer

Beugels in de kleuren van voetbalclubs succes in Zoetermeer

Een beugel in de kleuren van je favoriete voetbalclub: dit kan nu. Bij orthodontistenpraktijk de Wereldlach in Zoetermeer zijn beugels te bestellen in de kleuren van alle voetbalclubs. Met een bijkomende speciale competitie kunnen er ook nog eens doelpunten gescoord worden.

Motiveren

Eigenaar van de Wereldlach Poejan Elmi, vertelt dat de beugels niet alleen dienen om medisch up-to-date te zijn maar vooral om te motiveren. ‘Uit onderzoek is gebleken dat jongens hun beugel minder goed dragen. Daarom hebben we de voetbalactie bedacht.’

Punten scoren

Naast de mogelijkheid voor het kiezen van clubkleuren, telt ook mee hoe goed je je beugel draagt. ‘Bij iedere millimeter overbeet die er af gaat, krijg je een doelpunt. De score houden we bij op een speciaal scorebord’, aldus Elmi.

Keerzijde

Met name de Feyenoord en Ajax-beugels zijn een succes. ‘Ik heb wel een keer gehad dat een jongen een Feyenoord-beugel wilde en dat zijn vader toen ingreep. Hij is fan van Ajax, dus een beugel in de Feyenoord kleuren komt het huis niet in.’

Bron:
Omroepwest.nl

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Wereldrecord neerzetten met oude tandenborstels

Wereldrecord neerzetten met oude tandenborstels

Jolien Vandoorne en Loesia Tryssesoone zoeken oude tandenborstels. De twee studentes geneeskunde aan de KU Leuven, België, organiseren op 15 april een wereldrecordpoging om met behulp van oude tandenborstels de langste lijn te leggen.

Tandhygiëne

Zij ondernemen deze poging in het kader van vzw ‘Nexal Retane’. Dit is een organisatie die zich bezighoudt met de tandhygiëne van bedelkinderen in Senegal. “Het is de bedoeling om de langste lijn te leggen met oude tandenborstels. Op die manier willen we duidelijk maken hoe belangrijk tandhygiëne is, maar ook het belang van het tijdig wisselen van de tandenborstel”, aldus Jolien en Loesia.

Gratis zorg

De studentes vertellen ook dat deze bedelkinderen kilometers ver van hun ouders wonen en dus voor zichzelf moeten zorgen. Zij hebben geen toegang tot medische zorg. Daarom geeft ‘Nexal Retane’ de kinderen gratis consultaties. Ook krijgen de kinderen poetsinstructies en een eigen tandenborstel en tube tandpasta.

De wereldrecordpoging die op 15 april wordt georganiseerd, is bedoeld om meer naamsbekendheid te creëren rondom en sponsoring op te halen voor ‘Nexal Retane’. Deze langste lijn aan tandenborstels zal worden gelegd op de voetbalvelden van het Sportkot, Tevuursevest 101 in Leuven tussen 11:30 en 18:00 uur. Iedereen is welkom om te helpen.

Jolien en Loesia geven aan nog massaal oude tandenborstels nodig te hebben. “Alle maten en kleuren zijn welkom, behalve kopjes van elektrische tandenborstels. We hebben er tenminste 15.000 nodig.” De tandenborstels worden op verschillende plaatsen in Leuven ingezameld.

Update 18 april 2018: Wereldrecordpoging gelukt

Op 18 maart mailde Loesia ons dat de wereldrecordpoging gelukt is. Zij verzamelden met hun project 19.904 tandenborstels die goed waren voor 3.421 meter. Dit is een enorme prestatie die ruim boven hun doelstelling van 15.000 tandenborstels ligt.

Wilt u Nexal Retane steunen?

Nexal Retane is een organisatie die zich inzet voor de gezondheid van bedelkinderen in Senegal. De organisatie richt zich momenteel op de mondhygiëne. Via crowdfunding kunt u Nexal Retane steunen. Op deze manier kunnen zij hun grote droom waarmaken: een mobiele mondzorgpraktijk in Senegal.

Bron:
Nieuwsblad.be
Facebook

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
jophopper mondzorg

Jobhoppers in de mondzorg, wat willen zij?

Jobhoppers, een doorn in het oog van werkgevers. Waarom jobhoppen sommige mondhygiënisten en tandartsen zo graag? Of hadden ze het zelf liever anders gedaan? Hoe kan een werkgever personeel aan zich binden? Een consultant werving- en selectie en een aantal jobhoppers en werkgevers vertellen hun verhaal.

Prinsen- en prinsessengedrag

Solange de Groot heeft een wervings- en selectiebureau. Ze is, zoals ze zelf zegt, ‘een klein wijfie met een groot hart’. Ze heeft het idee dat er onder jonge mondhygiënisten en tandartsen aardig gejobhopt wordt. Deze jonge mensen hebben meer een ‘we-leven-met-de-dag/het-jaar-mentaliteit’. Het is een generatie die minder op de lange termijn kijkt, zoals men vroeger deed. Ze willen nu de wereld zien. De tijd vliegt nog sneller. Ze willen sabbaticals en hebben grotere wensen en hogere eisen aan het leven. Ze willen een mooi huis, willen uitgaan, vakantie… ”Het is wat je prinsen- en prinsessengedrag zou kunnen noemen, echter zij kunnen ook enorm gedreven zijn in hun vak. Ze zoeken vernieuwing, uitdaging en waardering. Daarnaast is het niet altijd hun eigen beslissing om te gaan jobhoppen. Wettelijke veranderingen in de contractduur hebben zeker ook tot kortere arbeidsovereenkomsten geleid.”

Gesprek aangaan

Solange raadt werkgevers aan om met de werknemers een gesprek aan te gaan. Wat zoekt jouw mondhygiënist of tandarts? Wat bevalt hem wel of niet? Wat wil hij in de toekomst? Evalueer en bied uitdaging aan. “Je ziet vaak dat in de kleinere (groeps)praktijken de werknemers closer met elkaar zijn en meer van elkaars wel en wee afweten. Hierdoor kan men tijdig inspelen op wensen van elkaar. Betrokkenheid en ‘zien’ is de basis. Solange legt uit wat ze met ‘zien’ bedoelt: ”Zie wie je bent, zie wie je wil zijn, zie wie er om je heen is, zie wie er met je werkt, zie je eigen en andermans mogelijkheden.” Solange houdt daarom zelf open gesprekken met kandidaten en werkgevers. “Laten we wel zijn: het gaat om de toekomst van de kandidaat en de praktijk. Een ieder wil toch zijn tijd op de werkvloer fijn doorbrengen in een leuk team voor alsjeblieft de langere termijn.” Solange geeft het geheim van een stabiel team weg: “Goede zelfkennis, geen aannames, helderheid, openheid, absoluut plezier met elkaar, zelfsturing en gedeelde verantwoordelijkheid voor en naar elkaar en communiceer!”

Reden om te blijven

Mondhygiënist Nevin Kenger werkte in de eerste jaren na haar afstuderen in verschillende praktijken. Ondertussen heeft ze haar vaste stek gevonden. Ze is hier heel tevreden, omdat haar werk echt gezien wordt en ze veel vrijheid kent. “Mijn toenmalige werkgever wilde een serieus gesprek met mij. Hij complimenteerde mij vaak met mijn goede werk. Daarna merkte hij op dat ik hoge tarieven declareerde, wat ik gewend was van andere praktijken. Hij sprak mij vol emotie toe dat ik dat niet kon maken en kwam op voor zijn patiënten. Hij zei mij dat ik beter moest luisteren naar de wens van de patiënt: “Jouw lat is niet altijd die van de patiënt”, zei hij. Ik wilde steeds het onderste uit de kan halen bij mijn patiënten wat behandelen betreft, ook als de patiënt dit helemaal niet wilde. De manier waarop hij mij dit vertelde, liet zien dat hij zag wat ik deed en dat hij het hart op de goede plek had. Met zijn eerlijkheid bond hij mij zijn praktijk. Ik ben dit nooit vergeten.”

De reden dat ze bij andere tandartsen opstapte was dat ze zich niet op waarde geschat voelde en er te veel werd gedeclareerd. Hiërarchie speelde een rol: patiënten en tandartsen deden soms denigrerend tegen haar. Ook werd ze eens gediscrimineerd door een assistent die het niet zo op buitenlanders had. “Bij mijn huidige werk is er geen hiërarchie. We hebben een gezamenlijk doel: de patiënt, en daar schuiven we als behandelaar ons ego voor opzij, en dat zorgt voor een goede samenwerking.”

Mondhygiënist en praktijkmanager

Nynke Adding-Visser behaalde in 1984 haar diploma tot mondhygiënist. Op de faculteit ontmoette ze haar huidige man, tandarts. Na een praktijk in Den Haag van ’88-’92 te hebben gehad, zijn ze nu, 25 jaar later, eigenaar van een middelgrote tandartspraktijk in Oosterwolde, Friesland.
Nynke is hier mondhygiënist en praktijkmanager. “Als mondhygiënist behandel ik de DPSI 2-4 patiënten samen met mijn twee collega’s. Verder plaats ik ook alle vaste apparatuur bij de orthopatiënten.”
De praktijk is ISO 9001 gecertificeerd. Nynke is als kwaliteitsmanager verantwoordelijk voor alle arbotechnische zaken binnen de praktijk en de infectiepreventie.
Nynke vertelt: “We hebben bewust gekozen voor een grotere praktijk nadat we acht jaar ‘aan huis’ hebben gewerkt; we groeiden er uit en het gebrek aan privacy brak op. Om een externe praktijk lonend te krijgen moesten we van start met meerdere kamers, vier stuks in eerste instantie. Mijn man werkt al sinds ’98 op meerdere kamers met gedelegeerde taken voor de tandartsassistenten. Daarom zijn vele assistenten daarna opgeleid tot preventieassistent. Op dit moment werken we met elf preventie-assistenten. Zij werken volgens ons principe dat invasieve en irreversibele handelingen voorbehouden zijn aan tandartsen en mondhygiënisten. In 2010 is de praktijk uitgebreid met twee kamers naar zes kamers en met meer ruimte voor opslag, een kantine/cursusruimte en een groot kantoor. Dit is bedoeld om ruimte te bieden aan meer tandartsen en mondhygiënisten.”

Weinig verloop

Nynke heeft een stabiel team: “Er is bij ons niet heel erg veel verloop. Wel wordt soms een contract niet verlengd, omdat een tandarts vertrekt. Over het algemeen zijn mijn medewerkers tevreden met hun werk. Ik meen dat ik ze aan onze praktijk weet te binden met een stabiel bestuur, een goede werksfeer, goede arbeidsvoorwaarden, scholing waar gewenst of nodig en gezellige pauzes. Een stabiel team bestaat uit mensen die onderling van elkaar verschillen in leeftijd en karakter en elkaar daarmee aanvullen. Ik denk dat tandartsen en mondhygiënisten vertrekken wanneer er niet goed meer voor hen ‘gezorgd’ wordt. En dat betekent niet alleen dat alles voor hen goed geregeld moet zijn, maar bovenal dat er ook wat van hen geëist wordt. Dat ze worden betrokken bij de gang van zaken, naar hun mening wordt gevraagd en dat ze zich verantwoordelijk voelen voor meer dan alleen hun eigen handelen.” Om alles goed te kunnen regelen hoop ik dat er in de toekomst een (post)hbo-opleiding ‘Praktijkmanager’ wordt gestart. “De regeldruk zal nog wel even toenemen, dus het kan ook dat er taken van de praktijkmanager geoutsourcet gaan worden.” Nynke heeft zelf ook overwogen om te gaan jobhoppen: “Ik heb me met het vergroten van de praktijk het praktijkmanagerschap eigen moeten maken. Toen heb ik op het randje van een burn-out gezeten. Ik heb eerlijk overwogen om een andere ‘echte’ baan te gaan zoeken. Al met al gaat niets vanzelf.”

Van tandartsassistent naar mondhygiënist

Sandra was in haar jeugd in het geheel niet bezig met presteren op school. Destijds ging je als meisje vanzelf naar een opleiding in de richting van uiterlijke verzorging, mode en kleding of activiteitenbegeleiding. Ze werd tandartsassistent, maar tijdens haar stage kwam ze er al achter dat ze geen volgzaam type was. Zo kwam ze op de opleiding Mondhygiëne terecht. ”Ik had nog nooit een mondhygiënist aan het werk gezien. Toch leek het me leuk. Ik heb mijn gevoel gevolgd en ben in het diepe gesprongen. Mijn gevoel volgen en in het diepe springen is een rode draad in mijn leven. Het pakt meestal goed uit, heel soms niet, maar dan zwem ik naar de kant en spring ergens anders.” Ze heeft nooit spijt van haar keuze gehad. Het afgelopen jaar heeft ze haar 25-jarig jubileum gevierd! In die 25 jaar is haar beroep en haar werkveld veranderd. Ze veranderde mee.

Vier praktijken tegelijk

Sandra vindt het belangrijk om het leuk te hebben met haar patiënten en collega’s. Ze wil goed werk leveren en legt de lat hoog voor zichzelf en anderen. “Als ik kan bereiken dat patiënten inzien hoe belangrijk hun mondgezondheid is en wat de gevolgen van hun (niet) handelen zijn, vind ik overal mijn weg wel. Ik wil naar eer en geweten handelen. Ik wil uitzoeken wat ik niet weet, maar wel wil weten.” In totaal heeft ze acht werkgevers gekend en heeft ze al contact met volgende werkgevers. Dit had ze van te voren niet zo gepland. Van nature is ze namelijk heel loyaal en trouw. Maar het is zo gelopen.

Sandra begint met vertellen: “Toen ik begon met werken, woonde ik elders. Daar werkte ik de eerste jaren fulltime in vier praktijken. Daar kon ik ervaren wat ik wel en wat ik niet wilde, op mijn bek gaan en weer opkrabbelen. Het was eenvoudig om een baan voor een dag per week in te ruilen voor een andere baan als die leuker leek. Ook hier volgde ik mijn gevoel. Bij de praktijk waar ik het kortste heb gewerkt, vond ik het niet prettig dat ik zowel tegen mijn collega’s in de sterilisatieruimte als tegen patiënten geen dialect mocht spreken terwijl zij dit wel spraken en dit ook prettig vonden. En dat ik assistentes niet mocht helpen, maar dat zij wel altijd voor mij klaar stonden. Als ik dat wel deed, moest ik me op kantoor melden en kreeg ik een preek!”

Parttime bij twee werkgevers

De baan waar ze twee dagen in de week werkte, bleek een blijver, ook na de verhuizing. Ze heeft daar bijna twaalf jaar gewerkt. De reden van stoppen daar was niet de afstand.

“Ik werkte inmiddels parttime, twee dagen in die praktijk en een dag in een andere praktijk. Het werd steeds meer ‘gedoe’. Gedoe over mijn salaris, gedoe over cursussen en congressen, wie betaalt wat en wanneer en als ik ergens een hekel aan heb, is het gedoe. Werkgever B zei dan dat werkgever A meer moest betalen aan een cursus, omdat ik daar twee dagen werkte en bij hem maar een. Werkgever A zei dan dat hij het daar niet mee eens was, omdat de cursusdag op ‘zijn dag’ was, enz., enz. Dit werd over mijn hoofd gespeeld, verschrikkelijk!”

Nu ook docent

Nadat ze de praktijken allebei verliet, had ze voor het eerst maar een werkgever. Het was lekker dichtbij en ze kreeg keurig het NVM-salaris. “Ik mocht zelf bepalen hoe lang ik nodig had voor patiënten en ik werd betrokken in het maken van behandelplannen.” Ook hier werkte ze twaalf jaar. “De eerste tien jaar waren fantastisch, ik heb me mogen ontwikkelen, heb veel geleerd, had leuke collega’s, het was gezellig, ik kreeg de ruimte. We zijn zelfs twee keer met het hele team naar het verre buitenland geweest. Ik heb er met heel veel plezier gewerkt, totdat na de praktijkverhuizing de praktijkvoering veranderde:  de langstzittende assistente werd manager zonder hiervoor opgeleid te zijn en de tandarts gaf meer verantwoordelijkheid aan de assistentes en was steeds minder in de behandelkamer te vinden. Er waren patiënten die dachten dat een assistente de tandarts was!

Ik werd steeds meer uit het team op een eilandje gezet: assistentes mochten me niet meer helpen, zij hadden het druk. Wel hadden ze tijd voor onderling ontbijten of sporten onder werktijd als de baas er niet was….niet echt een motiverende omgeving. Overall was het probleem vooral het gebrek aan goede communicatie.”  Na twee jaar besloot Sandra om op te stappen. Ze was toen al begonnen als docent op de opleiding mondzorgkunde, waar ze wederom in het diepe sprong. Na drie jaar wennen aan de grote instantie heeft ze haar draai daar gevonden. Ze werkt ernaast ook nog in een praktijk waar ze veel vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt, waar goed wordt gecommuniceerd en als team prettig wordt samenwerkt. Iedereen wordt hier gezien. “Ik merk dat ik af en toe een aai over mijn bol ook erg kan waarderen.”

Veel praktijken gehad

Een anonieme mondhygiënist vertelt waarom zij opstapte bij veel praktijken. Bij een bepaalde praktijk moest ze erg veel declareren, zo’n vijftig-zestig euro voor tien minuten werk. Verder is ze eens gestopt, omdat ze een jaar in het buitenland ging werken. Daarna kreeg zij te maken met een assistent die er een ‘soepzooitje’ van maakte. Deze assistent werkte zelf als tandarts en nam niet-BIG-geregistreerde tandartsen aan. Weer bij een andere praktijk moest ze alles zelf doen, echt alles en ondertussen bemoeide de tandarts zich ook overal mee. Ondertussen weigerde de pc en het tandsteenapparaat regelmatig dienst. Daarop verliet ze de praktijk en wendde zich tot een andere tandartspraktijk. Net als Sandra kreeg zij hier ook wat te horen rondom de omgang met assistenten. De tandarts vond haar te amicaal omgaan met wat volgens hem ‘maar assistenten’ waren. De agenda werd steeds meer een gatenkaas en de irritatie naar deze tandarts steeg. Ze ervaarde hierdoor veel stress en stapte uiteindelijk op. Deze mondhygiënist vindt het vooral belangrijk dat de werkgever eerlijk is, betrouwbaar. Ook wil ze de vrijheid hebben om zelf behandelplannen te maken. “Ik vind het vervelend als de tandarts bij voorbaat beslist wat er moet gebeuren en al een begroting heeft afgegeven. Dat hij dan boos wordt, als ik het er niet mee eens ben. Maar vaak durf ik niet voor mezelf op te komen. Ik hoop dat ik mezelf daar in kan veranderen.”

Stabiel team

Mondhygiënist Marie-Anne van Lexmond heeft twee eigen praktijken – Keizers Mondzorg en Mondzorg Praktijk Zuidas – met een heel team. Het bestaat uit zeven mondhygiënisten, twee baliemedewerkers, een general manager en zijzelf. Ze heeft zelf nooit gejobhopt, omdat ze zeer loyaal is. ”Ik heb een erg stabiel team en het is ook echt mijn streven dit zo te behouden. Het is belangrijk voor de patiënten om een vast team van mondzorgspecialisten te hebben. Dit wekt vertrouwen en zorgt voor persoonlijke aandacht en optimale zorg. Ik heb een stabiel team door te luisteren, te communiceren en de wensen tot groei of andere ambities te verwezenlijken, zodat iedereen zich op zijn manier verder kan ontwikkelen binnen de praktijk.”

Door: Lieneke Steverink, Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Spelen met het Dahlconcept. En vergeet uw patiënt niet!

Spelen met het Dahlconcept. En vergeet uw patiënt niet

Het Dahlconcept wordt steeds vaker toegepast bij locale gebitsslijtage zonder ruimte voor restauratief herstel. Toch aarzelt menig tandarts omdat deze aanpak op het eerste gezicht indruist tegen aangeleerde denkbeelden over occlusie concepten.

Bij gebrek aan wetenschappelijk bewijs volstaat bij de toepassing van het Dahlconcept het principe van ‘Best Practice’:

Hierbij identificeert men het doel: patiënten duurzaam en naar tevredenheid behandelen.
Neemt men criteria in ogenschouw: weefselsparend, niet onnodig kostbaar en voorspelbaar behandelen.
Weegt men alternatieven: ook niet gesleten elementen behandelen, orthodontie, chirurgie.

Op basis hiervan maakt men een weloverwogen keuze.

Omdat gebitsslijtage een gedragsgerelateerd zorgterrein betreft, kan aandacht voor de mens achter de tanden tijdens onderzoek, diagnostiek  en behandelplanning niet genoeg benadrukt worden.

Care for the patient, don’t just treat the (dental) condition  en Risk assessment is the key to successful management zijn geen holle slogans

Wanneer pas je Dahl toe?

– Als er geen orthodontie is gewenst.
– Behoud van tandweefsel is gewenst.
– Voor een mooie lach.

Er is beperkte ‘real evidence’ betreffende slijtage, maar de survival rates van opbouwen van slijtage volgens de Dahl-methode lijken wel gunstig. Als we uitgaan van de best available practice, zorgt dit ook voor groei van evidence based dentistry.

Dahl toepassen als:

  1. Bij lokaal tandweefselverlies waarbij er geen ruimte is voor herstel.
  2. Er geen sprake is van verlies van verticale dimensie.

Voorwaarde is wel dat de onder en boven incisieven elkaar op gunstige plek raken, zodat de belasting axiaal is.

Geen Dahl toepassen als:

  1. Er lokaal tandverlies is zonder ruimte voor herstel bij een end-to-end frontrelatie.
  2. In het geval van een extreme diepe/traumatische frontrelatie.
  3. Er sprake is van een omgekeerde curve. Dit wordt alleen maar versterkt als je Dahl toepast.
  4. Gegeneraliseerde slijtage met enig verlies van VDO.
  5. Gegeneraliseerde slijtage met verlies van VDO en een gemutileerde dentitie.

In deze gevallen kaan orthodontische voorbehandeling worden overwogen.

Slijtage in kaart brengen

Slijtage is een gedragsprobleem en is patiëntgebonden. Het is daarom belangrijk om de patiënt achter het gebit beter in kaart te brengen alvorens u gaat behandelen. Wabeke en haar collega hebben hiervoor vragenlijsten ontwikkeld die vóór de behandeling ingevuld dienen te worden door de patiënt. Hiermee kan een beeld worden geschetst van de patiënt en kan gekeken worden naar de oorzaak van de slijtage. Belangrijk is om de motivatieverkenning van de patiënt in een zo min mogelijk bedreigende situatie te analyseren zodat de patiënt zich zo veel mogelijk openstelt.

Oorzaken slijtage

Het is belangrijk dat herkend wordt wat de oorzaak is van slijtage zodat de behandeling hierop afgestemd kan worden. Het is belangrijk om te herkennen dat holle slijtage facetten duiden op erosie/chemisch opgelost tandweefsel en dat glad-platte slijtage facetten duiden op attritie. In veel gevallen van slijtage is er een combinatie aanwezig. Dit versnelt het slijtageproces.

Het is belangrijk om een risico inschatting te maken. Zo weet u waar u naar toe gaat en welke obstakels er kunnen optreden tijdens de behandeling. Na de risico inschatting en de motivatie in kaart te hebben gebracht komt de documentatie. Dit gebeurt onder andere middels lichtfoto’s. Lichtfoto’s zijn vooral belangrijk om terug te kunnen kijken naar de situatie waar de patiënt vandaan komt. Wabeke codeert de motivatie in groen, oranje en rood en borduurt hierop verder.

Gebruik maken van de maximale occlusie of de centrale relatie

Hoe meer slijtage des te meer de onderkaak procentraal komt te staan ten opzichte van de bovenkaak. U moet besluiten van welke relatie u uitgaat vanaf het begin van de behandelplanning. Dit kan maximale occlusie (MO) of centrale relatie (CR) zijn. U kiest wat het meest gunstige is voor de beet.

Behandelprotocol

  1. Documentatie: modellen in articulator, mondfoto’s en röntgenfoto’s.
  2. Opwas maken.
  3. Model bespreking met patiënt en/of een extra behandelaar zoals een orthodontist.
  4. Hygiëne ondersteuning en een week spoelen PerioAid.

Tips and tricks voor Dahl toepassing

– Wees niet te zuinig met composiet.
– Betrek zo nodig het onderfront erbij wanneer de steps in de Dahlplateau’s vlakbij de cervicale outline komen te liggen om afchippen van het composiet te voorkomen.
– Zorg voor axiale belasting van het composiet.
– Blijf oog houden voor de mens achter de tanden.

Het is belangrijk om uw patiënt te blijven volgen, ook na behandeling, om te herevalueren en te kijken of er opnieuw chipping of slijtage is opgetreden, of er eventueel een knarsplaat nodig is of dat er herstel uitgevoerd dient te worden.

Survival van composiet is vrij goed. Dit is mede te danken aan het reparatievermogen van composiet. Hiermee is het succescijfer hoger dan als u kijkt naar elk beetje chipping wat optreedt, dan zouden de cijfers qua survival veel minder gunstig zijn.

Sinds 1980 is Dr. Kya Wabeke werkzaam als tandarts MFP/Gnatholoog in de Bijzondere Tandheelkunde. Na vele jaren werken binnen CBT VU, ACTA (ondermeer promotie onderzoek) en CBT Haga Zkh Den Haag voert zij nu een eigen verwijspraktijk binnen Denthuijse, praktijk voor Tandheelkunde in Zoetermeer. Bij de NVVRT staat zij nu ook geregistreerd als Restauratief tandarts. In haar verwijspraktijk verdeelt zij haar tijd tussen gnathologische problematiek en complexe restauratieve vraagstukken. Daarbinnen neemt gebitsslijtage een belangrijke plaats in. Occlusie en articulatie problematiek hebben haar speciale interesse, evenals nauwe samenwerkingsverbanden met andere zorgverleners, zoals orofaciaal therapeut, en last, but not least, orthodontist. Van hun gezamenlijke inspanningen brengen zij in schrift en in mondelinge presentaties geregeld verslag uit.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Blog Maximaal profijt van de mondhygiënist

Blog: Maximaal profijt van de mondhygiënist

De mondhygiënist is erg gewild binnen de mondzorgpraktijk. Hij kan patiënten binden. Maar hoe bindt u de mondhygiënist aan uw praktijk?  En hoe kan een externe mondhygiënist uw praktijk laten groeien? Blog van Lieneke Steverink -Jorna.

Ambassadeur van uw praktijk

Wees bewust van de rol van de mondhygiënist. Mondhygiënisten spelen een grote rol in de groei van de praktijk. Zie de mondhygiënist als ambassadeur voor uw praktijk. De mondhygiënist heeft vaak een unieke positie in de praktijk en heeft lange één-op één tijd met de patiënt. De mondhygiënist kan wonderen doen voor de acceptatie van het behandelplan. Als de mondhygiënist de patiënt meerdere keren per jaar ziet, heeft hij de kans om een hele goede band met de patiënt op te bouwen. Dit geeft meer vertrouwen en zo luistert de patiënt vaak naar de mondhygiënist en vraagt actief hulp bij het maken van een beslissing. Onderwerpen die te sprake komen in de stoel van de mondhygiënist zijn bijvoorbeeld keuzes rondom restauratieve opties en esthetische behandelingen.

Tijdsdruk

Veel mondhygiënisten voelen de druk om het gehele gebit te reinigen tijdens een zitting. Ook als er eigenlijk te weinig tijd is gepland. Helaas gaat dit ten koste van de voorlichting en instructie. Terwijl dit het meest belangrijke onderdeel is van een preventie-behandeling. Het is juist die aandacht die de patiënt aanzet tot beweging naar het doel wat u voor ogen heeft. Het is het moment waar u juist zowel de financiële als de gezondheidswinst kunt pakken. Dus laat dit moment nooit verdwijnen. Zorg dat er altijd ruim voldoende tijd staat gepland voor de behandelingen bij de mondhygiënist en haal de druk weg.

Vrijheid

Laat de mondhygiënist vrij om zijn expertise in te zetten. Vaak staat er in de vacature al omschreven wat er verwacht wordt van de mondhygiënist. Bijvoorbeeld dat de mondhygiënist in de praktijk de paro zal behandelen. Maar als u echt gebruik wilt maken van de expertise van de mondhygiënist, vraag dan naar wat hij nog meer kan betekenen voor de praktijk. Zo kan de mondhygiënist uw taak overnemen om het gehele preventieteam aan te sturen en het preventiebeleid te bepalen. Zo kan hij zorgen dat het hele team een geluid geeft zodat de patiënt niet alleen gelukkig is met hem maar met het gehele team. Om een klein voorbeeld te geven: De mondhygiënist kan duidelijkheid geven wanneer welke instructie verwacht wordt zodat de patiënt niet twee verschillende verhalen van twee behandelaars ontvangt. Of uw mondhygiënist start een onderzoek in uw praktijk om te bekijken in hoeverre het gezamenlijke doel wordt bereikt en analyseert dit om tot een verbetering te komen. U kunt zoveel meer uit uw mondhygiënist halen dan enkel paro-behandelingen. Een mondhygiënist wordt in zijn kracht gezet als hij de vrijheid krijgt om zijn vak in te vullen zoals hij voor ogen had. Dit zal u aanzienlijk minder verloop van mondhygiënisten kosten. Daardoor kunnen patiënten langer bij dezelfde behandelaar blijven en dit vinden zij vaak prettig.  Dat is dus goed voor uw praktijk.

Planning

Laat de mondhygiënist zoveel mogelijk zelf de afspraken maken voor zijn patiënten. Zorg op maat laat zich niet vangen in vaste agenda- en behandeltijden. U kent het ook vast wel dat als de patiënt eenmaal bij de balie is gekomen, vaak compleet kwijt is welke tijd hij moest reserveren, laat staan wanneer. Het risico is te groot op een verkeerde planning of nog erger; geen planning. De balie moet wel op de hoogte zijn van de normale gang van zaken. Bijvoorbeeld dat tussen afspraken van initieel niet maanden kan zitten. Dit is belangrijk omdat patiënten alsnog gaan bellen om hun afspraak te verzetten. Sommige softwarepakketten beschikken over de mogelijkheid om met elkaar te communiceren. Mocht de mondhygiënist niet zelf de afspraak kunnen maken, dan kan er via dit systeem worden doorgegeven welke afspraken precies nodig zijn.

Ook is het belangrijk voor de baliemedewerkers te weten hoe zij moeten reageren bij een afzegging. Afspraken bij zowel de mondhygiënist als de preventieassistent worden vaker afgebeld dan die bij de tandarts. U kunt zich afvragen waarom. Laat de balie vragen waarom de afspraak wordt afgezegd. Het opent een gesprek dat vaak leidt naar het toch nakomen van de afspraak. De balieassistent zal dus ook overtuigd moeten zijn van deze afspraken. Tijdens een teamtraining zou u dit kunnen oefenen middels een rollenspel. Mocht de patiënt de afspraak toch verzetten terwijl de agenda al redelijk vol staat, houd er dan rekening mee dat voor de afspraak een langere tijd gepland moet worden. De mondhygiënist of preventieassistent zal nu namelijk meer tijd nodig moeten hebben om de patiënt te motiveren en te behandelen. Dat betekent dat deze afspraak duurder zal worden, ook hier zal de patiënt van op de hoogte gebracht moeten worden. Sommige patiënten denken namelijk dat ze geld besparen door minder vaak te komen terwijl het tegenover gestelde waar is.

Externe mondhygiënist

Besef dat niet alleen de interne mondhygiënist een goed woordje voor het behandelplan van de tandarts kan doen, maar ook de externe mondhygiënist. Wil de mondhygiënist dit voor u kunnen doen, dan zal hij wel op de hoogte moeten zijn van de plannen van de tandarts. Hiervoor is dus een goede communicatie tussen beiden nodig.

Zie de mondhygiënist als een gelijkwaardig persoon. Het is belangrijk om een en hetzelfde doel na te streven. De mondhygiënist zal enthousiast moeten zijn over de plannen van de tandarts, niet alleen als het om een specifiek behandelplan gaat maar ook over de praktijkvisie en missie. Zorg daarom dat u elkaar voldoende vaak ontmoet om van gedachte te wisselen. U doet dit om op dezelfde lijn te komen, dan wel te blijven. U ontmoet elkaar niet enkel bij ontevredenheid, maar wees deze juist voor. Bij een interne mondhygiënist kunt u daarvoor elke ochtend even bij elkaar gaan zitten. Een externe mondhygiënist kan de tandarts of praktijkmanager prima uitnodigen op een open dag. U kunt samen naar een congres gaan, een zakelijk diner houden of elkaar uitnodigen op uw teamtraining.

De tandarts doet er goed aan om een uitnodiging van een externe mondhygiënist aan te nemen. Dit is de juiste timing om met elkaar van ideeën te wisselen en de zorg goed op elkaar af te stemmen. Investeer in zulke momentjes. Sta open voor feedback, de externe mondhygiënist zou zomaar een waardevolle bron kunnen vormen voor blinde vlekken, juist omdat er afstand is.

De mondhygiënist zal het ook waarderen wanneer de tandarts vertelt wat hij goed en minder goed vindt aan zijn werk. Zo profiteert u van elkaars blik en zal de kwaliteit van de behandeling en ook de benadering naar patiënten verbeteren. Een goede sfeer tussen beiden zal uitstralen dat de ander een gewaardeerde collega is. Ook hierdoor zal het vertrouwen en dus de acceptatie van behandelplannen verhogen. Patiënten zullen gelukkig zijn met zowel de mondhygiënist als de tandarts. Dit zal zich rondspreken als mond-tot-mondreclame. Dit zorgt niet alleen voor een zichtbaar blijere patiënt. Ook de behandelaren worden er blij van. Een win-winsituatie.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Samenwerken, Thema A-Z
In gesprek met patiënten met het kwaliteitsklankbord

In gesprek met patiënten met het kwaliteitsklankbord

Om de kwaliteit van tandartspraktijken te waarborgen bestaan er verschillende manieren om deze te testen. Eerder werd de patiënten enquête als meetinstrument voor de kwaliteit geïntroduceerd. Nieuw is het kwaliteitsklankbord: een klankbord waarbij patiënten feedback geven aan hun eigen mondzorgpraktijk. dental INFO interviewde Marjolein Spronk over deze nieuwe ontwikkeling.

Marjolein Spronk werkt op beleidsniveau voor patiëntenorganisaties met als expertise de verbetering van zorgkwaliteit, gezien vanuit het perspectief van patiënten. “Ik ben bevlogen over de meerwaarde van samenwerking tussen patiënten en zorgverleners op gebied van kwaliteitsverbetering. Kwaliteit is teamwork en wordt in deze context bepaald. Bovendien is het de kortste weg naar patiënttevredenheid.”

Het Kwaliteitsklankbord

Marjolein deelt haar visie op de mondzorgpraktijken op haar website ‘Het Kwaliteitsklankbord’. Ze organiseert regelmatig klankbordbijeenkomsten met medisch professionals en hun patiënten in de tweedelijns gezondheidszorg, gericht op kwaliteitsverbetering van zorg. In de mondzorg is dit tot nu toe nog een vrij onbekend fenomeen. Twee jaar geleden werd de mondzorgpraktijk waar ze zelf patiënt is haar eerste opdrachtgever in deze branche. Deze multidisciplinaire praktijk wilden meer aandacht geven aan de patiëntbeleving, waarvoor het essentieel was dat zij met hun patiënten in gesprek gingen. “Het klankborden tussen patiënten en de praktijkmedewerkers heeft geleid tot meer onderlinge binding en patiënt-gewenste verbeteringen in de dagelijkse praktijkvoering. Nu zijn de halfjaarlijkse klankbordbijeenkomsten daar een vast terugkerend onderdeel.”

Toegevoegde waarde voor mondzorgpraktijk

Voor Marjolein is het duidelijk dat de klankbordenbijeenkomsten in een mondzorgpraktijk van toegevoegde waarde zijn. “Zeker omdat de ontwikkelingen in de mondzorgbranche niet stil hebben gestaan. De eenmanspraktijk met vaste tandarts maakt steeds meer plaats voor grotere praktijken. Het heeft de dynamiek van het patiëntencontact veranderd. Ook zijn patiënten zelf mondiger. Ze hebben behoefte aan meer transparantie over de geboden zorg en zorgkosten. Een klankbordbijeenkomst blijkt hiervoor een geschikt kader.“

Als professional in de mondzorg kan het spannend zijn om een kwaliteitsklankbord te laten organiseren. Marjolein heeft hier alle begrip voor. “Je stelt je kwetsbaar op. Dat geldt niet alleen voor de professionals, maar ook voor de deelnemende patiënten. Als onafhankelijk gespreksleider is het mijn taak om een veilig kader te creëren. Dat doe ik door gebruik te maken van passende werkvormen die het gesprek richting geven. Bovendien hebben we het niet over personen, maar over de onderwerpen op de agenda. Als je daarover in gesprek gaat, ontstaat er juist verbinding. Je hebt hetzelfde doel!”

Klankbordbijeenkomst na patiënten enquête

Een klankbordbijeenkomst kan ook van waarde zijn voor een praktijk als eerder al een patiënten enquête is afgenomen. In de enquête wordt bijvoorbeeld getest hoe je als praktijk en als zorgverlener scoort op verschillende onderdelen, waardoor de tevredenheid simpel kan worden gemeten en vergeleken met andere praktijken. Bij klankbordbijeenkomsten gaat het niet zozeer om het specifieke meten, maar om het zoeken naar de connectie met de patiënt.

“Je biedt oor en geeft gehoor. Bovendien is het door de diversiteit van onderwerpen een lerende setting voor alle medewerkers van de organisatie. Je gaat na; hoe komt onze werkwijze of ons gedrag op patiënten over? Hierbij kunnen ook de resultaten van de patiënten enquête worden besproken. We hebben dit bij een praktijk gedaan. Patiënten dachten zelf mee over de oplossingen voor verbeterpunten. Ga er maar vanuit dat door patiënten zelf gekozen oplossingen beter aansluiten dan wat je als professionals bedenkt!”

Actieve deelname van patiënten

Voor een goede klankbordsessie zijn gemiddeld acht patiënten en minimaal twee praktijk-medewerkers aanwezig. In de wachtkamer worden de patiënten uitgenodigd om deel te nemen, hun ervaringen te delen en mee te denken over de werkwijze. Marjolein vertelt dat patiënten hier verrast op reageren, ze waarderen het initiatief. De patiënten die aanschuiven doen dit vaak om verschillende redenen; ze hebben een visie, of een concreet onderwerp om te bespreken, willen graag meedenken of simpelweg hun tevredenheid delen over de geboden zorg. Deze verscheidenheid is een goede vertegenwoordiging.

Vaak kiezen zorgverleners ook gericht patiënten uit om deel te nemen aan de klankbordbijeenkomst. Als een patiënt kritische vragen stelt na een individuele behandeling kan de arts deze bijvoorbeeld uitnodigen om zijn of haar meningen te bespreken in de volgende bijeenkomst.

Gespreksonderwerpen

Voordat Marjolein daadwerkelijk aan tafel zit samen met patienten en medewerkers, inventariseert ze de gewenste gespreksonderwerpen. Hieraan is meestal geen gebrek. De bijeenkomst zelf duurt anderhalf tot twee uur. “Die tijd vliegt voorbij. Het is een inspirerende uitwisseling van ervaringen en inzichten.” Aan het eind van de bijeenkomst heeft de praktijk een overzicht van praktisch uitvoerbare suggesties, die bij kunnen dragen aan patiënttevredenheid. Deze hebben bijvoorbeeld vaak betrekking op de communicatie, informatievoorziening of organisatie van de zorg.

Gehoor geven aan suggesties

De praktijk besluit vervolgens uiteraard zelf op welke wijze zij daar gevolg aan willen geven. Patiëntvriendelijkheid betekent namelijk niet ‘u vraagt wij draaien.

Verschillende invalshoeken samenbrengen

De thema’s die de praktijk en de patiënten agenderen komen vaak overeen. Een veelvoorkomend onderwerp is de facturering. De praktijk constateert dat er ondanks uitgebreide toelichting nog steeds vaak vragen over komen. De patiënten geven op hun beurt aan hoe de factuur duidelijker kan, waar de praktijk mee geholpen is. Als je de verschillende invalshoeken samenbrengt, is het snel schakelen. Veel items blijkt terug te voeren op communicatie en informatieverstrekking.

Kinderpanel

Kindermondzorg is een ook een veel voorkomend onderwerp. We vroegen Marjolein of er ook een kinderpanel zou kunnen bestaan. Dit bestaat nog niet. “Ik vind dit een leuke vraag. Het lijkt me vanzelfsprekend dat we kinderen zelf ook vragen naar hun mening. Er zijn leuke manieren om dit te doen, die goed bij de kindbeleving aansluiten. Ik zou het geweldig vinden om dit met een kinderpraktijk uit te werken. Waar kan ik beginnen?!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Klachten, Thema A-Z
Welke pijnstiller helpt het beste na orthodontische behandeling?

Welke pijnstiller helpt het beste na orthodontische behandeling?

Na een orthodontische behandeling hebben patiënten vaak pijnklachten. Liverpool University Dental Hospital heeft onderzocht of deze pijnklachten te verminderen zijn door het innemen van pijnstillers. Zo ja, kunnen ze dan beter voor of na de behandeling worden ingenomen? En welke pijnstiller werkt het beste?

Pijn na orthodontische behandeling

Veel patiënten ervaren pijn na het ondergaan van een orthodontische behandeling. De mate van pijn hangt af van het type beugel en de hoeveelheid kracht die op het gebit wordt uitgeoefend. De pijn wordt als het meest negatieve aspect van de behandeling ervaren en is de meest genoemde reden om te stoppen met een orthodontische behandeling.

Onderzoek naar pijnstillers

Onderzoekers van Liverpool University Dental Hospital hebben onderzoek gedaan naar het effect van pijnstillers na een orthodontische behandeling. Het idee was dat als pijnstillers effectief blijken te zijn, het ondergaan van een orthodontische behandeling minder belastend wordt. De meeste pijnstillers zijn goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar en veroorzaken geen ernstige bijwerkingen.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 3110 deelnemers in de leeftijd van 9 tot 34 jaar. De deelnemers werden verdeeld in groepen die op verschillende tijdstippen verschillende soorten pijnstillers of een placebo toegediend kregen. Er werd gekeken naar het effect van de medicatie twee, zes en 24 uur na de behandeling.

Resultaten

Uit het onderzoek kwam naar voren dat het innemen van paracetamol en NSAID’s (zoals ibuprofen) en het toegediend krijgen van een plaatselijke verdoving alle drie effectief is om de pijn te verminderen. Er werd geen noemenswaardig verschil gevonden tussen de pijnstillende werking van deze middelen. Er werd alleen een klein verschil waargenomen met betrekking tot het tijdstip van de inname van ibuprofen. Deze pijnstiller werkt iets beter als hij een uur voor de behandeling al wordt ingenomen.

 

Bron:
Cochrane Database Syst Rev
Cochrane

Lees meer over: Orthodontie, Pijn | Angst, Thema A-Z
Vermijden van musculoskeletale pijn door slecht postuur

Vermijden van musculoskeletale pijn door slecht postuur

Veel mondzorgprofessionals krijgen op een gegeven moment in hun carrière te maken met musculoskeletale pijn: pijn in de onderrug, nek en schouders. Deze symptomen ontwikkelen zich op een bijna onmerkbare wijze, als gevolg van een slecht postuur. In dit artikel worden het probleem en preventieve maatregelen besproken.

Vermijden van musculoskeletale pijn door slecht postuur

De wervelkolom

Over het algemeen wordt een goed postuur gezien als de positie van het lichaam waarbij de wervelkolom zich in neutrale positie bevindt, en niet naar voren, achteren of opzij is gebogen. Als dit wel het geval is zullen de spieren zich hierop aanpassen en raakt het lichaam uit balans.

De wervelkolom heeft, vanaf de zijkant gezien, vier natuurlijke rondingen, de cervicale en lumbale lordose, en de thoracale en sacrale kyfose, die van essentieel belang zijn voor het opvangen van schokken. Een verandering in de ene ronding zal automatisch de andere rondingen veranderen. Hoe meer de wervelkolom afwijkt van de normale positie, hoe meer de positie van de wervelkolom afhankelijk wordt van spieren en weefsel, waardoor spanning ontstaat. Op de lange termijn kan dit leiden tot letsel aan de wervelkolom.

Hyperkyfose

Overmatige flexibiliteit van de thoracale wervelkolom is normaliter te herkennen aan opgetrokken schouders, een naar voren staand hoofd en naar achter gebogen bekken. Dit komt regelmatig voor bij tandartsen, aangezien deze een groot deel van de dag in een voorovergevouwen houding staan met opgetrokken schouders.

Hyperlordose

Het tegenovergestelde geval van hyperkyfose komt ook regelmatig voor bij tandartsen: hyperlordose. Hierbij staat de rug holler, en zijn de bekken juist iets naar voren gekanteld. Dit leidt meestal met name tot last van de onderrug.

Houdingsdisfunctie voorkomen

Om houdingsdisfunctie te voorkomen is het belangrijk om ten eerste bewust te zijn van uw houding tijdens de werkuren en daarbuiten. Verbeter uw postuur bewust op het moment dat deze niet in de juiste houding staat, net zo lang totdat het goede postuur ‘normaal’ gaat worden.

Verbeteren van postuur

Ook is het belangrijk om te zorgen voor een goede, ergonomische werkstoel. Deze kan assisteren bij het behouden van een neutrale wervelkolom. Probeer daarnaast niet te lang achter elkaar stil te zitten, aangezien dit tot vaste heupen en verzwakte bilspieren kan leiden. Deze zijn op zijn beurt weer belangrijk voor het stabiliseren van de bekken, en het voorkomen van last aan de onderrug. Zorg hiernaast dat de patiënt op een comfortabele hoogte ten opzichte van de stoel ligt, zodat u de nek niet overmatig hoeft te buigen. Ten slotte kunnen er verschillende oefeningen worden uitgevoerd om het postuur te verbeteren.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer artikelen over ergonomie in de tandheelkunde 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Parodontitis

Parodontitis verhoogt risico op maagkanker

De rij met ziektes waar het hebben van parodontitis een negatief effect op heeft blijft maar groeien. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat parodontitis ook het risico op het ontwikkelen van maagkanker verhoogt.

Precancereuze laesies

Onderzoekers van het New York University College of Dentistry en de New York University School of Medicine onderzochten het speeksel en mondplaque van ongeveer 100 mensen. Bij een derde van deze groep waren weefselveranderingen (precancereuze laesies) vindbaar in de mond, welke worden beschouwd als mogelijke voorlopers van maagkanker. De rest van de groep had geen precancereuze laesies en diende als controlegroep.

Meer ziekteverwekkers in speeksel

In het speeksel van de groep met weefselveranderingen werden meer ziekteverwekkers gevonden. Drie pathogenen die met name een stuk vaker voorkwamen bij de groep met laesies dan bij die zonder waren treponema denticola, Actinobacillus actinomycetemcomitans en Tanner Forsythia – drie pathogenen die in sterk verband staan met parodontitis. Daarnaast was bij deze groep een gebrek aan bacteriële diversiteit in het speeksel en plaque te zien.

Belang goede mondhygiëne

De significant hogere aanwezigheid van de drie pathogenen en het gebrek aan variatie van bacteriën leiden tot een significant hoger resultaat op maagkanker. Hiermee toont deze studie wederom aan dat een goede mondhygiëne van belang is voor de gezondheid van het gehele lichaam.

Bron:
NYE.edu 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Uit onderzoek door FDI blijkt: mondzorg door ouders kan beter

Uit onderzoek door FDI blijkt: mondzorg door ouders kan beter

Ter gelegenheid van Wereldmondzorgdag heeft FDI World Dental Federation ouders van over de hele wereld gevraagd hoe zij met de mondzorg van hun kinderen omgaan. Uit de antwoorden blijkt dat de mondzorg door ouders beter kan.

Eerste bezoek aan tandarts

Het onderzoek werd gehouden onder ouders met kinderen jonger dan achttien jaar in tien verschillende landen verspreid over vijf werelddelen. Uit de resultaten bleek dat slechts 13% van de ouders hun kind voor hun eerste verjaardag mee heeft genomen naar de tandarts. 24% deed dit wanneer hun kind tussen de een en drie jaar oud was en 22% bij een leeftijd tussen de vier en zes. 20% van de ouders gaven aan hun kinderen nooit voor een controle te hebben meegenomen naar de tandarts.

Reden eerste tandartsbezoek

Opvallend was dat de reden voor het eerste bezoek aan de tandarts per land verschilde. Over de hele linie gaf de helft van de ouders aan dat het ging om een controlebezoek. Dit was het meest gegeven antwoord in het Verenigd Koninkrijk (82%), Zweden (77%), Argentinië (65%), Frankrijk (63%), de Verenigde Staten (63%), Australië (56%) en China (34%). In de andere landen gingen de ouders voor het eerst met hun kind naar de tandarts na pijnklachten. Dit was het meest gegeven antwoord in Egypte (56%), de Filipijnen (43%) en Marokko (38%).

Andere uitkomsten

Uit het onderzoek kwamen nog meer feiten naar voren. Zo blijkt 43% van de ouders er op te letten dat hun kinderen voordat ze naar bed gaan hun tanden poetsen. 40% ziet er op toe dat de tanden twee keer per dag gepoetst worden en 38% gaf aan de hoeveelheid suiker in het eten en drinken te beperken om tandbederf tegen te gaan. Slechts 26% van de ouders bleek zelf de melktanden van hun kinderen direct na doorkomst te zijn gaan poetsen. Gebitsbescherming tijdens het sporten werd door 8% van de ouders aan hun kinderen aangeraden.

Aanbevelingen door FDI

De FDI World Dental Federation beveelt een goede mondzorg aan. Dat houdt in het vermijden van risicofactoren zoals een ongezond dieet, in het bijzonder met een hoog suikergehalte. Daarnaast moeten ouders gelijk nadat de eerste tanden bij hun kinderen zijn doorgekomen, beginnen de tanden voor bedtijd te poetsen. Bij oudere kinderen moeten zij er op toezien dat er twee keer per dag met een kleine hoeveelheid fluoridetandpasta gepoetst wordt. Ook moeten ze ervoor zorgen dat vanaf de eerste verjaardag regelmatig de tandarts voor controle wordt bezocht.

 

Bron:
FDI World Dental Federation

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
kind - tandenpoetsen

Creatief spel waar peuters leren tandenpoetsen

Tandenpoetsen, daar zijn we allemaal mee opgegroeid. Van kleins af aan leren we dat het belangrijk is om ons gebit dagelijks te onderhouden. Om deze les naast leerzaam ook leuk te maken, kwam oprichter van het Instagram account “TheDadLab”, Sergei Urban, met een creatief idee.

Monsters wegpoetsen

The Dad Lab is een Instagram account – met inmiddels ook pagina’s op meer sociale media – waar fulltime vader Sergei zijn creatieve spelletjes, educatief speelgoed, experimenten et cetera laat zien. Om zijn eigen peuter te helpen wennen aan het idee van tandenpoetsen, bedacht Urban de perfecte activiteit: monsters wegpoetsen. Door een foto van tanden af te drukken en in een doorzichtige plastic envelop te plakken, kon hij op het plastic grappige monsterbacteriën tekenen met whiteboardmarkers.

Noodzaak

Volgens Sergei is het superleuk en toont het de noodzaak om dagelijks tanden te poetsen. Zijn zoon Max was meteen een fan van het wegpoetsen van de monsters met een oude tandenborstel. Op Facebook heeft de video inmiddels al 9,8 miljoen weergaven gehad.

Video

De video waarin Sergei het spel maakt en zijn zoon de monsters wegpoetst, kunt u hier bekijken.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
check

Update: Checklist IGJ protocollen

De veelheid aan eisen waarop wordt geïnspecteerd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ; voorheen IGZ) maakt dat tandartsen vaak niet exact weten aan welke eisen dient te worden voldaan en hoe hieraan te voldoen. Men ziet door de bomen het bos niet meer. Daarnaast is het voor een tandarts vaak een hele inspanning om naast alle patiëntbehandelingen deze maatregelen te realiseren. Met dit artikel wordt een up-to-date handreiking gegeven om deze organisatorische maatregelen gestructureerd en volledig te regelen.

Noot: Vanwege de praktische insteek voor praktijken bevat onderstaande opsomming ook onderwerpen, die geen onderdeel uitmaken van de inspectie van IGJ. Deze zijn hier echter wel meegenomen, omdat praktijken ook deze zaken wel op orde moeten hebben.

Drie invalshoeken

Voldoen aan alle IGJ eisen houdt in dat vanuit diverse invalshoeken maatregelen genomen moeten worden:

  • Bewustzijn en kennis van de teamleden (= uitvoering)
    Denk aan het bewustzijn over het eigen handelen en kennis rondom hygiëne eisen uit de WIP-richtlijn.
  • Inrichting en voorzieningen (= faciliteiten)
    Bijvoorbeeld de indeling van de sterilisatieruimte en de aanwezigheid van handsfree kranen.
  • Waarborgen en aantoonbaar maken (= organisatie)
    Bijvoorbeeld het vastleggen van interne afspraken en instructies.

Praktijkdocumentatie

In dit artikel wordt ingegaan op de organisatorische maatregelen. Een praktijk heeft vaak al vele maatregelen genomen. Echter, het ontbreekt veelal aan een overzichtelijke structuur van alle documentatie en een tandarts kan vaak niet inschatten of hij of zij volledig is geweest. Het is dan ook aan te raden om alle protocollen, instructies, etc. goed te ordenen. Dit geeft rust en overzicht en daarmee kan gemakkelijk ingeschat worden of aan alle IGJ eisen wordt voldaan. Hieronder geef ik een overzicht en tevens checklist weer, wat een handig hulpmiddel is voor tandartsen die nog stoeien met het orde krijgen van zijn of haar papierwerk.

Daarbij wil ik wel opmerken, dat de uiteindelijke invulling gedeeltelijk afhankelijk is van de praktijksituatie. Zo vind ik dat een grote groepspraktijk uitgebreidere protocollen moet opstellen dan een solo praktijk. En zal een praktijk waar vele (voorbehouden) handelingen worden gedelegeerd verder moeten gaan in de vastlegging dan in situaties waar geen handelingen worden gedelegeerd.

Checklist IGJ protocollen

Ik adviseer toe te werken naar de volgende structuur.

  1. Protocollen

    1. Hygiëne protocollen

      Deze bevatten de vertaling van de WIP-richtlijn naar de specifieke afspraken in de praktijk. Hiervoor kunnen de hoofdstukken uit de WIP-richtlijn als leidraad dienen, bijvoorbeeld aangevuld met:

      • Aftekenlijst voor dagelijks opstarten en afsluiten
      • Werkinstructies voor bediening van de thermodesinfector, autoclaaf, etc.
      • Schoonmaak plan van de praktijk
    2. Behandelprotocollen

      Voor alle (risicovolle en gedelegeerde) behandelingen dient een protocol te worden uitgeschreven, waarin de stappen van de behandeling zijn beschreven. Eventueel aangevuld met foto’s van de behandeltray’s en wat allemaal klaar te leggen vooraf.

    3. Werkinstructies

      Zoals de verzameling handleidingen van alle apparaten in de praktijk met ook uitgewerkt de benodigde (interne) onderhoudswerkzaamheden.

    4. Organisatorische protocollen

      Indien de praktijkvoering hierom vraagt is het uiteraard goed de afspraken rondom interne, organisatorische processen vast te leggen. Dit is altijd erg toegespitst op de praktijk en op de gebruikte apparatuur. Denk bijvoorbeeld aan de volgende protocollen cq. werkinstructies:

      • Gebruik telefooncentrale en inspreken antwoord apparaat
      • Inkoop van kleingoed
      • Declareren en aanvragen van machtigingen
      • Ziekmelden van medewerkers
  1. Onderhoud en logging

    Binnen deze map worden alle uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden en metingen bewaard. Voor de volledigheid adviseer ik een onderhoudsagenda (/ jaarplanning) op te stellen, zodat wordt voorkomen dat onderhoudswerkzaamheden worden vergeten. Denk bijvoorbeeld aan het archiveren van de volgende onderhoudsverslagen, metingen en controles:

    1. Onderhoud autoclaaf, units, thermodesinfector, hand- en hoekstukkenreiniger, röntgen, etc.
    2. Uitgevoerde metingen van de waterkwaliteit, Helix testen en ultrasoon trilbad
    3. Afgetekende lijsten van de (maandelijkse) voorraadcontrole op de houdbaarheid en dagelijkse opstart- en afsluit aftekenlijsten

M.b.t. de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden adviseer ik je het dental depot altijd om het onderhoudsverslag of -rapport te vragen. In vergelijking met de APK-keuring van uw auto wil je graag weten en naderhand kunnen aantonen waarnaar is gekeken, welke reparaties zijn uitgevoerd, etc. Daarnaast adviseer ik het dental depot te attenderen op het plakken van een nieuwe onderhoudssticker op het apparaat.

  1. Personeelsmap

    Per medewerker dient informatie te worden verzameld (indien van toepassing) en overzichtelijk gearchiveerd zoals:

    1. Vaccinatiestatus en titer bepaling Hepatitis B
    2. Diploma’s
    3. EHBO / BHV certificaat
    4. BIG registratie
    5. Stralingsdeskundigheid certificaat (zowel voor tandartsen als assistenten)
    6. Certificaat Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
    7. Taakdelegatie voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen
    8. Kopie identiteitsbewijs
    9. Arbeidsovereenkomst of Overeenkomst van opdracht
    10. Loonbelastingformulier
    11. Bewijs deelname aan klachtenregeling
    12. Informatie in het kader van de vergewisplicht (vanuit de WKKGZ)
  1. Veiligheid en kwaliteit

    In het kader van de veiligheid en kwaliteit in de praktijk zijn worden er aanvullende eisen gesteld aan praktijken. Onder andere ingegeven door de nieuwe Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (WKKGZ). Iedere praktijk dient te beschikken over de volgende documentatie:

    1. Uitgevoerde (update) RI&E (vanuit de arbeidsomstandigheden wet)
    2. Veiligheidsinformatiebladen en een Register Gevaarlijke stoffen
    3. Klachten- en incidenten registratie
    4. Procedure voor het Veilig Incidenten Melden (VIM)
    5. Procedure rondom Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
    6. Calamiteit- en ontruimingsplan
  2. AVG

    In mei 2018 gaat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in, waarmee de regels rond de bescherming van persoonsgegevens worden aangescherpt. De verordening eist dat praktijken organisatorische en technische maatregelen moeten hebben genomen om aan deze regels te voldoen. Om aantoonbaar aan de AVG te voldoen dient de praktijk over de volgende documentatie te beschikken:

  1. Privacy statement (gericht op patiënten en medewerkers)
  2. Intern privacy beleid
  3. Ingevuld register van verwerkingsactiviteiten
  4. Ondertekende verwerkersovereenkomsten
  5. Protocol voor het melden van datalekken en een register van datalekken
  1. KEW-dossier

    Het KEW-dossier bevat alle documenten die betrekking hebben op de röntgenapparatuur en de uitvoering van de stralingshandelingen (het maken van de röntgenopnamen). Het KEW-dossier hoeft niet in een portal geplaatst te zijn; het mag ook op papier of digitaal in de praktijk aanwezig zijn.Per 6 februari 2018 is de regelgeving op het gebied van stralingsbescherming veranderd. Dit houdt de volgende veranderingen in voor praktijken:

    1. In het nieuwe besluit is een registratieplicht opgenomen voor röntgentoestellen. Deze vervangt de meldingsplicht uit het oude besluit. De registratie verloopt via de website van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Alle toestellen, dus ook de reeds gemelde röntgentoestellen, dienen (opnieuw) te worden geregistreerd. Hierbij geldt een overgangstermijn van twee jaar: de nieuwe registratie moet voor 6 februari 2020 zijn aangevraagd.
    2. Alle Conebeam CT toestellen zijn vanaf 6 februari 2018 vergunningplichtig. Voorheen gold dat alleen voor toestellen met een hoogspanning boven 100 kiloVolt, maar per 6 februari 2018 moet dus voor Conebeam CT toestellen een vergunning worden aangevraagd. Dit geldt ook voor de toestellen die onder het oude besluit zijn gemeld.
    3. Bij de prestatietesten dient nu ook de lekstraling gemeten te worden en dat de organisatie die kwaliteitscontroles en onderhoud uitvoert daarvoor een vergunning moet hebben.
    4. Tandartsen en medewerkers die met röntgenapparatuur werken moeten minimaal eens in de vijf jaar aan bij- of nascholing doen. Bewijzen van de gevolgde nascholing moeten worden gedocumenteerd in het KEW-dossier.
    5. Gebruikers van een Conebeam CT toestel zijn verplicht de opleiding TMS voor tandheelkunde (Conebeam CT) te volgen (de vroegere 4A/m opleiding). Waarschijnlijk komt er een verplichte driejaarlijkse nascholing. Voor verwijzende tandartsen komt er een beperkt scholing.
    6. In het patiëntendossier van de patiënt (en/of in de verslagbrief) moet de reden (rechtvaardiging) van de opname opgenomen worden. Daarnaast moeten de diagnostische bevindingen, inclusief de relevante toevalsbevindingen, vermeld worden en wie de opname heeft gemaakt.

Het KEW dossier bevat:

  1. Certificaat dat de deskundigheid van de Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming (TMS) aangeeft; deze deskundigheid heeft in de loop der jaren verschillende namen gehad, waarvan de stralingsdeskundigheid niveau 5A/m de bekendste is;
  2. In geval van gebruik van een Cone Beam CT toestel: het certificaat dat aangeeft dat de verantwoordelijk TMS specifiek op deze stralingstoepassing in de tandheelkunde geschoold is;
  3. De namen van de behandelend tandartsen die medische verantwoordelijkheid dragen voor radiologische verrichtingen (ANVS verordening artikel 4.1);
  4. Bewijzen van de gevolgde nascholing in de radiologie en stralingsbescherming van alle personen die zich met stralingshandelingen in de praktijk bezighouden (dus ook assistentes die röntgenfoto’s maken (BbS artikel 5.14 en toelichting));
  5. Registratie BIG-register;
  6. Naam rechtspersoon, verantwoordelijke stralingsbeschermingsdeskundige en TMS;
  7. De plaats waar de stralingshandelingen worden verricht (het praktijkadres);
  8. Aanwijzing tandarts(en) – TMS door ondernemer;
  9. Omschrijving taken en verantwoordelijkheden TMS;
  10. Overzicht van de in gebruik zijnde röntgentoestellen met hun karakteristieken;
  11. Kopie van de registratie van de röntgentoestel(len) of de vergunning;
  12. Stralingsrisicoanalyse (met daarin de aard en omvang van de stralingshandeling en de beoordeling van de risico’s);
  13. Uittreksel Kamer van Koophandel;
  14. Overzicht organisatorische maatregelen voor dosisreductie, indien van toepassing;
  15. Instructies en werkprotocollen;
  16. Verklaring van de leverancier van het röntgentoestel dat dit aan de wettelijke eisen voldoet bij oplevering; gegevens van de acceptatietest;
  17. Overzicht van de jaarlijkse controle op de doeltreffendheid en het juiste gebruik van beveiligingsmiddelen en technieken;
  18. Uitkomsten prestatietests (periodieke controle van het röntgentoestel (elektrisch, mechanisch en stralingshygiënisch)) inclusief de naam van degene die de meting heeft verricht, de datum en het gebruikte meetinstrument;
  19. Overzicht van eventueel gepleegd onderhoud aan de röntgentoestellen.

 

Bovenstaande informatie is afkomstig uit het artikel op dental INFO: Regelgeving stralingsbescherming tandartsen: wat er is veranderd.

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.
Bekijk ook de video Documentatie eisen praktijkorganisatie en het document Documentatie eisen praktijkorganisatie.

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
implantaten

Occlusie en articulatie bij implantaten

Er zijn twee occlusie en articulatie concepten bij implantaten: één voor dentate patiënten en één voor edendate patiënten. Verslag van de lezing van prof. dr. Henny Meijer.

Edentate patiënten

Bij edentate patiënten met een overkappingsprothese op implantaten is de occlusie gelijkmatig verdeeld over de zijdelingse delen. Bij bewegingen naar lateraal is de articulatie aan beide zijden gebalanceerd en is er geen frontcontact. Ditzelfde geldt voor proale bewegingen, alleen kan er dan frontcontact zijn. Bij retrale bewegingen is er tevens aan weerszijden contact.

Dentate patiënten

Bij dentate patiënten met kronen op implantaten is de occlusie gelijkmatig verdeeld over de aanwezig elementen, echter is in het front net geen contact. Bij laterale bewegingen is er cuspidaat- of groepsgeleiding aan de actieve zijde en disclusie aan de balanszijde. Bij proale bewegingen is er contact in het front en disclusie in de zijdelingse delen.

Bij implantaatgedragen tijdelijke kronen, waarbij er nog geen osseointegratie heeft plaats gevonden, willen we geen occlusie en articulatie over de kroon. De patiënt mag ook geen harde dingen afbijten en moet de voedingspatroon aanpassen. Indien de tijdelijke kroon wordt geplaats na osseointegratie, kan het normale dentate concept worden toegepast

Tip

Maak het contact op het implantaat net iets lichter dan op de natuurlijke buurelementen. Een implantaat is ankylotisch verankerd in het bot en heeft geen gering indrukbaar parodontaal ligament. Op deze manier onstaat geen prematuur contact bij gering dichtbijten. Daarnaast moet bij de laterale bewegingen disclusie zijn in de zijdelingse delen. Dit om de connecties in de kronen te beschermen. Het ontwerp van de kroon is ook zo dat de knobbels iets zijn afgevlakt ter voorkoming van porceleinchipping. Zo ontstaat wel een occlusaal contact, maar worden de knobbels niet belast bij articuleren.

Prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van prof. dr. Henny Meijer tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

Lees ook de andere verslagen van lezingen van prof. dr. Henny Meijer:
Abutments: het juiste materiaal
Implantologie: hoe communiceert u met het lab?

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
abutments

Abutments: het juiste materiaal

Welk materiaal kiest u voor abutments? Verslag van de lezing van prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde.

Abutments voor tijdelijke kronen in het frontgebied

In het frontgebied worden doorgaans eerst tijdelijke kronen geplaatst om genezing van mucosa en groei van papillen te evalueren. Hiervoor bestaan tijdelijke abutments van titanium, vervaardigd in de fabriek. Hierop kan een tijdelijke kroon van composiet worden bevestigd. In deze regio wil je zo snel mogelijk de genezing van de mucosa in de natuurlijke vorm laten beginnen. Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk een tijdelijke kroon te vervaardigen na het vrij leggen van het implantaat. Deze kunt u zelf maken of er kan een afdruk gemaakt worden zodat de tijdelijke kroon door het lab  wordt gemaakt. In het lab kunnen ze deze kroontjes CAD/CAM maken en frezen uit composiet of PMMA. Ze worden met composiet op het tijdelijke abutment geplaatst.

In de zijdelingse delen worden nooit tijdelijke kronen gemaakt. Deze kosten toch al snel rond de €200,- en voegen in deze regio weinig toe.

Zirkonia voor definitieve kronen in het frontgebied

Bij de definitieve kroon in de esthetische zone wordt het liefst gekozen voor een abutment van  zirconia. Zirconia is een zeer lichaamsvriendelijk materiaal en heeft een goede kleur voor het esthetisch gebied. Met name bij een dunne mucosa is het belangrijk dat de kleur van een abutment overeenkomt met een natuurlijke  wortel. Definitieve abutments van zirconia dienen individueel voor iedere patiënt te worden ontworpen voor een optimale contour.

Definitieve kroon

Bij de definitieve kroon in de zijdelingse delen heeft een abutment van titanium de voorkeur in verband met de sterkte. Titanium is ook een lichaamsvriendelijk materiaal, maar heeft een grijze metaalkleur. In de zijdelingse delen komen meer krachten op de kroon en het implantaat. Vandaar dat in deze regio gekozen wordt voor meer sterkte en iets minder voor esthetiek. Definitieve abutments van titanium dienen ook individueel voor iedere patiënt te worden ontworpen voor een optimale contour.

Prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van prof. dr. Henny Meijer tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

Lees ook de andere verslagen van lezingen van prof. dr. Henny Meijer:
Occlusie en articulatie bij implantaten
Implantologie: hoe communiceert u met het lab?

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Implantologie

Implantologie: Hoe communiceert u met het lab?

Soms is het goed om u te laten leiden door het tandtechnisch laboratorium: het lab heeft veel kennis over verschillende implantaatsystemen. Het belangrijkste is dat de tandarts wel de regisseur blijft in het hele behandeltraject. De vraag die hier centraal staat is: Hoe krijg ik van anderen gedaan, wat ik wil voor mijn patiënt?

In sommige gevallen is het goed om u te laten leiden door het tandtechnisch laboratorium, omdat het lab veel meer kennis heeft over verschillende implantaatsystemen. Echter moet het niet zo zijn dat het lab bepaalt wat de tandarts gaat plaatsen. Het belangrijkste is dat de tandarts de regisseur is van het gehele behandelplan en dat deze samenwerkt met zowel de implantoloog als het lab en eventueel de orthodontist of mondhygiënist.

Boorsjabloon

Dit begint al met de aanvraag van een boorsjabloon. De implantoloog vraagt hier vaak om, voornamelijk in het front. Er wordt een alginaat afdruk gemaakt en naar het lab gestuurd, met daarbij een duidelijk omschrijving van het boorsjabloon wat de tandarts terug wil krijgen. Dit boorsjabloon is daarnaast ook een diagnostisch hulpmiddel. Zo kan bijvoorbeeld al bij de set-up, als voorstadium van het sjabloon, ingeschat worden of het diasteem te groot of te klein is.

De boormal die dan ontvangen is, steunt occlusaal af op de overige dentitie. Deze dicteert de positie, asrichting en lengte van de toekomstige kroon. De implantoloog weet dat hij 3 mm onder de hals van de toekomstige  kroon moet implanteren in verband met de biologische breedte. Het is dus belangrijk om de buccale zijde van de toekomstige kroon in dit boorsjabloon te hebben staan.

Kroon

Bij de aanvraag voor de kroon is het wederom belangrijk om duidelijk met de tandtechnieker te communiceren wat voor voorziening u terug wilt ontvangen. Tijdelijke kroon of definitieve kroon, zirconia of titanium, verschroefd of gecementeerd, etc.

Prof. dr. Meijer adviseert bovendien om een protocol op te stellen, samen met het lab.  Als voorbeeld: indien het lab tijdelijke kronen vervaardigt die u dezelfde dag wilt plaatsen, maak hierin afspraken over het tijdstip waarop de afdruk ingeleverd moet zijn en hoeveel kronen maximaal op een dag gemaakt kunnen worden. Maar natuurlijk ook voor de te gebruiken materialen en de te verwachten kosten. Dit voorkomt verrassingen en overmaakwerk.

Prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van prof. dr. Henny Meijer tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

Lees ook de andere verslagen van lezingen van prof. dr. Henny Meijer:
Occlusie en articulatie bij implantaten
Abutments: het juiste materiaal

Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Ondernemen, Thema A-Z