Geluidsbelasting in tandartsenpraktijk kan gezondheidsproblemen geven

Geluidsbelasting in tandartsenpraktijk kan gezondheidsproblemen geven

Onderzoekers in Hongkong hebben de geluidsbelasting gemeten in een tandartsenpraktijk en een laboratorium. Daaruit bleek dat de geluidsbelasting soms zo hoog is, dat dit kan leiden tot psychische en lichamelijk klachten.

Onderzoek

Het onderzoek werd geleid door Kuen Wai Ma van de afdeling kindertandheelkunde aan de University of Hong Kong Faculty of Dentistry. De onderzoekers monitorden de geluidsbelasting in een kliniek voor kindertandheelkunde en een tandheelkundig laboratorium. Het geluidsniveau in het laboratorium bleek hoger te zijn dan in de kliniek. Een hoge belasting leidt tot negatieve veranderingen in gehoor, prestaties en tevredenheid.

Fysieke symptomen

“Fysieke symptomen zoals hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, hoge bloeddruk, irritatie en oorsuizen konden in verband worden gebracht met de geluidssterkte die werd ervaren door de mondzorgprofessionals. Uiteindelijk kan dit effect hebben op het gehoor en de gezondheid,” aldus de onderzoekers.

Volgens internationale normen mag de beroepsmatige blootstelling aan geluid gedurende acht uur per dag bij een vijfdaagse werkweek maximaal 85 dBA zijn. Eerder onderzoek heeft echter aangetoond dat ook zachter geluid een negatieve invloed kan hebben op de prestaties en het fysieke en mentale welbevinden.

Geluidsbelasting in tandartsenpraktijk

In de tandartsenpraktijk kan de geluidsbelasting veroorzaakt worden door onder andere het instrumentarium, de airco en de computer, maar ook door gepraat en kindergeschreeuw. Het effect van de instrumenten was daarbij groter dan dat van de andere geluidsbronnen.

Het geluid dat de apparatuur maakt kan volgens eerder onderzoek leiden tot gehoorschade bij mondzorgprofessionals en wordt ook in verband gebracht met angst voor de tandarts.

Medewerkers die langer dan tien jaar of meer dan acht uur per dag in de kliniek of het lab werken, hebben een grotere kans op slechthorendheid.

Langdurige blootstelling aan het geluid van mondzorginstrumentarium bleek onder andere in verband te staan met verminderde concentratie, geheugenverlies, slapenloosheid, nervositeit en ontevredenheid over de werkomgeving.

Aanbevelingen

Naar aanleiding van hun bevindingen komen de onderzoekers met een aantal aanbevelingen. Ze vinden dat er meer aandacht besteed moet worden aan het geluidsniveau van het instrumentarium. Er moeten maatregelen genomen worden om het dagelijkse geluidsniveau voor de medewerkers te beperken. Indien mogelijk moet geluidsarmere apparatuur worden gebruikt en anders moeten de medewerkers gebruik maken van gehoorbescherming.

Bron:
International Journal of Environment Research and Health

 

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
boren

KNMT peiling: Ruim 9 op de 10 tandartsen tegen zelfstandig borende mondhygiënist

Ruim 9 op de 10 tandartsen ziet het niet zitten dat mondhygiënisten zonder tussenkomst van een tandarts gaatjes gaan vullen. Dat blijkt uit onderzoek van de KNMT waaraan bijna 2.000 van hun leden meededen.

Minister Bruins van Medische Zorg liet de Tweede Kamer recent weten bij wijze van experiment mondhygiënisten vanaf 2020 een zelfstandige bevoegdheid te willen geven caviteiten te behandelen, röntgenfoto’s te maken en verdoving te geven, zonder opdracht van een tandarts.

Röntgenfoto’s maken en verdoven

Behalve tegen het zonder opdracht van de tandarts boren van gaatjes, zijn tandartsen in meerderheid ook geen voorstander van een mondhygiënist die zelfstandig röntgenfoto’s maakt (64% tegen). Tegen los van de tandarts verdoving geven zijn veel minder bezwaren: 45% staat er positief tegenover, 22% is neutraal.

Momenteel mogen mondhygiënisten de drie genoemde behandelingen alleen in opdracht van een tandarts uitvoeren. Maar hoe vaak gebeurt dat in de praktijk? Volgens de KNMT peiling wordt er behoorlijk intensief samengewerkt: 71% van de tandartsen geeft wel eens een opdracht aan een mondhygiënist een verdoving te geven en 57% om röntgenfoto’s te maken. Het aantal mondhygiënisten dat in opdracht gaatjes boort is daarentegen erg laag, met 17%.

Samenwerking

Meer dan 85% van de tandartsen werkt nu samen met een of meer mondhygiënisten. En dat tot héél grote tevredenheid: 98% van de respondenten is blij met die samenwerking. In ruim driekwart van de gevallen werken de tandarts en de mondhygiënist onder één dak; bij een kwart is dat niet het geval.

De KNMT is tegenstander van de plannen van de minister, die samenwerking tegengaan en zo versnippering in de mondzorg bevorderen – en daarmee inefficiëntie en ondoelmatigheid. Er komt ook minder focus op preventie doordat mondhygiënisten andere taken krijgen. Voor patiënten ontstaat onduidelijkheid; bij wie moet ik eigenlijk waarvoor zijn en wie coördineert mijn mondzorg? De KNMT stelt dat mondzorg teamwork is dat onder één dak plaatsvindt net zoals elders in de zorg gestimuleerd wordt. De plannen die nu op tafel liggen druisen daar tegenin, volgens de beroepsvereniging.

Het onderzoek is uitgezet onder 7539 leden van de KNMT. Daarvan deden er 1953 aan mee, onder wie 88% praktiserende tandartsen. De respons komt daarmee op 26%. De peiling is opengesteld van maandag 19 februari tot en met vrijdag 23 februari.

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Rob Barnasconi

Rob Barnasconi verbonden aan Fresh Tandartsen

Fresh Tandartsen heeft tandarts Rob Barnasconi benoemd als non-executive officer (NEO). Barnasconi, voormalig KNMT voorzitter en voormalig hoofd van Radboudumc Tandheelkunde, zal in zijn nieuwe rol zijn expertise en jarenlange ervaring in de tandheelkunde gaan inzetten binnen Fresh Tandartsen.

Rob Barnasconi studeerde  tandheelkunde in Utrecht en behaalde zijn diploma in 1988. Hij is nu dertig jaar werkzaam als tandarts en hij blijft als zodanig actief in Tandartsengroepspraktijk Beverwijk. Hij heeft diverse directie- en bestuurlijke functies vervuld op een groot aantal zorgterreinen. Zo was hij betrokken bij diverse advies- en onderzoeksorganisaties op het terrein van medisch onderzoek en medische apparatuur. Van 2006 tot en met 2014 was hij voorzitter van het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT). Daarnaast is hij sinds september 2015 partner bij VvAA.

Fresh Tandartsen beheert momenteel twaalf tandartspraktijken en is bezig om een van de grootste organisaties te worden die de samenwerking met tandartsen aangaat. Barnasconi zal een belangrijke rol spelen bij het versterken van de missie en visie van Fresh.

Fresh tandartsen

Lees meer over: Carrière, Markttrends, Thema A-Z
Rontgen

Regelgeving stralingsbescherming tandartsen: wat er is veranderd

Per 6 februari 2018 is de regelgeving op het gebied van stralingsbescherming veranderd. Vanaf die datum is het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming van kracht, dat in de plaats is gekomen van het Besluit bestralingsbescherming. Wat er is veranderd voor tandartspraktijken, wordt hier voor u op een rijtje gezet. Met inhoudslijst voor KEW-dossier.

Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming

Het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) is gebaseerd op  de Euratom ‘’Basic Safety Standards’’ richtlijn van de Europese Unie, dat er voor zorgt dat voor de hele Europese Unie dezelfde eisen voor stralingsbescherming gelden. Het is van toepassing op iedereen die te maken heeft met risico’s van ioniserende straling: werknemers, patiënten en bevolking. Ten opzichte van het oude besluit zijn er voor de Nederlandse situatie, en specifiek de regels die van toepassing zijn op de tandheelkundige praktijk, niet heel veel wijzigingen ten opzichte van het voorgaande Besluit Stralingsbescherming. Toch zijn er met de invoering van het Bbs enkele zaken enigszins aangepast en per 6 febrauri geëffectueerd.

Registratieplicht

In het Bbs is een registratieplicht opgenomen voor röntgentoestellen. Deze vervangt de meldingsplicht uit het oude besluit. De registratie verloopt via de website van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Alle toestellen, dus ook de reeds gemelde röntgentoestellen, dienen (opnieuw) te worden geregistreerd. Hierbij geldt een overgangstermijn van twee jaar: de nieuwe registratie moet voor 6 februari 2020 zijn aangevraagd.

Conebeam CT toestellen

Alle Conebeam CT toestellen zijn vanaf 6 februari 2018 vergunningplichtig. Voorheen gold dat alleen voor toestellen met een hoogspanning boven 100 kiloVolt, maar per 6 februari vallen moet dus voor  conebeam CT toestellen een vergunning worden aangevraagd, ook voor de toestellen die onder het oude besluit gemeld werden. Als een praktijk over een Conebeam CT toestel beschikt en hiervoor dus een vergunning moet aanvragen, dan vallen alle andere toestellen uit de praktijk ook onder die vergunning. Ook hierbij geldt een overgangstermijn van twee jaar. Als u al een vergunning heeft, hoeft u niets te doen.

Toezichthoudend Medewerker Stralingsdeskundige

De tandarts of specialist is Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming (TMS). Deze moet de opleiding TMS voor tandheelkunde (basisniveau) volgen. De overheid heeft er voor gekozen om de stralingsopleidingen voor beroepsbeoefenaars niet meer generiek te laten zijn, maar specifiek gericht op de toepassingen binnen het vakgebied. Zo zijn er aparte eindtermen gedefinieerd voor diverse beroepsgroepen, waaronder bijvoorbeeld tandartsen, dierenartsen en radiologisch laboranten.   Voor tandartsen die de generieke 5A/m en 4A/m opleidingen hebben afgerond geldt dat hun deskundigheid geldig blijft.

De TMS is verantwoordelijk voor het uitvoeren van of toezichthouden op de stralingshandelingen en moet er voor zorgen dat de protocollen en procedures bekend zijn en gevolgd worden. Ook moet hij er zorg voor dragen dat de medewerkers opgeleid dan wel bij- of nageschoold worden en dat de prestatietesten en controles jaarlijks worden uitgevoerd. Nieuw is dat bij de prestatietesten ook de lekstraling gemeten moet worden en dat de organisatie die kwaliteitscontroles en onderhoud uitvoert daarvoor een vergunning moet hebben.

De TMS moet samenwerken met de stralingsbeschermingsdeskundige.

Stralingsbeschermingsdeskundige

De Stralingsbeschermingsdeskundige (voorheen Stralingsdeskundige niveau 2 en 3) maakt, controleert en accordeert de stralingsrisicoanalyse. Dit hoeft niet jaarlijks te gebeuren. Als er geen veranderingen zijn, is het eens per vijf jaar opnieuw beoordelen voldoende. Wel jaarlijks moet hij de prestatietesten checken.

Bij- en nascholing

Tandartsen en medewerkers die met röntgenapparatuur werken moeten minimaal eens in de vijf jaar aan bij- of nascholing doen. Deze nascholing hoeft niet per se over stralingshygiëne te gaan, over radiologie, waarbij rechtvaardiging van röntgendiagnostiek en ALARA een belangrijk thema zijn in de nascholing, mag ook. Ook voor medewerkers die onder toezicht röntgenfoto’s maken is de nascholing verplicht. Bewijzen van de gevolgde nascholing moeten worden gedocumenteerd in het KEW-dossier

Scholing Conebeam CT toestel

Gebruikers van een Conebeam CT toestel zijn verplicht de opleiding TMS voor tandheelkunde (Conebeam CT) te volgen (de vroegere 4A/m opleiding). Waarschijnlijk komt er een verplichte driejaarlijkse nascholing. Voor verwijzende tandartsen komt er een beperkt scholing.

Patiëntinformatie

De tandarts of MKA-chirurg die een röntgenopname indiceert, is verantwoordelijk voor de diagnostiek. In geval van verwijzing dient de verwijzend tandarts voor voldoende informatie te zorgen. In het dossier van de patiënt (en/of in de verslagbrief) moet de reden (rechtvaardiging) van de opname opgenomen worden. Daarnaast moeten de diagnostische bevindingen, inclusief de relevante toevalsbevindingen, vermeld worden en wie de opname heeft gemaakt.

Inhoud KEW-dossier

Het KEW-dossier bevat alle documenten die betrekking hebben op de röntgenapparatuur en de uitvoering van de stralingshandelingen (het maken van de röntgenopnamen). Het KEW-dossier hoeft niet in een portal geplaatst te zijn; het mag ook op papier of digitaal in de praktijk aanwezig zijn.

Het dossier bevat:

  • certificaat dat de deskundigheid van de Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming (TMS) aangeeft; deze deskundigheid heeft in de loop der jaren verschillende namen gehad, waarvan de stralingsdeskundigheid niveau 5A/m de bekendste is;
  • in geval van gebruik van een Cone Beam CT toestel: het certificaat dat aangeeft dat de verantwoordelijk TMS specifiek op deze stralingstoepassing in de tandheelkunde geschoold is;
  • de namen van de behandelend tandartsen die medische verantwoordelijkheid dragen voor radiologische verrichtingen (ANVS verordening artikel 4.1);
  • bewijzen van de gevolgde nascholing in de radiologie en stralingsbescherming van alle personen die zich met stralingshandelingen in de praktijk bezighouden (dus ook assistentes die röntgenfoto’s maken (BbS artikel 5.14 en toelichting));
  • registratie BIG-register;
  • naam rechtspersoon, verantwoordelijke stralingsbeschermingsdeskundige en TMS;
  • de plaats waar de stralingshandelingen worden verricht (het praktijkadres);
  • aanwijzing tandarts(en) – TMS door ondernemer;
  • omschrijving taken en verantwoordelijkheden TMS;
  • overzicht van de in gebruik zijnde röntgentoestellen met hun karakteristieken;
  • kopie van de registratie van de röntgentoestel(len) of de vergunning;
  • stralingsrisicoanalyse (met daarin de aard en omvang van de stralingshandeling en de beoordeling van de risico’s);
  • uittreksel Kamer van Koophandel;
  • overzicht organisatorische maatregelen voor dosisreductie, indien van toepassing;
  • instructies en werkprotocollen;
  • verklaring van de leverancier van het röntgentoestel dat dit aan de wettelijke eisen voldoet bij oplevering; gegevens van de acceptatietest;
  • overzicht van de jaarlijkse controle op de doeltreffendheid en het juiste gebruik van beveiligingsmiddelen en technieken;
  • uitkomsten prestatietests (periodieke controle van het röntgentoestel (elektrisch, mechanisch en stralingshygiënisch)) inclusief de naam van degene die de meting heeft verricht, de datum en het gebruikte meetinstrument;
  • overzicht van eventueel gepleegd onderhoud aan de röntgentoestellen.

Bron:
Dr. Erwin Berkhout, hoofd van de sectie Tandheelkundige Radiologie van ACTA, stralingsbeschermingsdeskundige en eigenaar van een algemene tandartspraktijk.

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Speeksel: smeerolie voor de mond

Speeksel: smeerolie voor de mond

Speeksel speelt bij veel processen in de mond een belangrijke rol. Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor veranderingen in de hoeveelheid speeksel? En hoe kunnen mensen met een droge mond geholpen worden? Dr. Casper Bots, tandarts-epidemioloog, sprak erover tijdens het Congres Ivoren Kruis.

Samenstelling speeksel

Speeksel wordt aangemaakt in verschillende speekselklieren. Het is samengesteld uit sereus speeksel uit de glandula parotis (waterig, eiwitarm speeksel), sero-muceus speeksel uit de glandula submandibularis en glandulae mucosae, en muceus speeksel uit de glandula sublingualis (kleverig, eiwitrijk speeksel).

Belang van speeksel

Speeksel is voor tal van processen in de mond van groot belang. Het speelt in de eerste plaats een belangrijke rol bij de verwerking en de smaaksensatie van voeding. Daarnaast is het belangrijk bij spreken, slikken en zoenen. Het zorgt voor gebitsbescherming door de bufferende en remineraliserende werking. Het heeft ook een antimicrobiële werking; het heeft antivirale, antibacteriële en antischimmelkenmerken. Door de aanwezigheid van histatine in speeksel groeien wondranden in de mond tot 1,5 keer zo snel naar elkaar toe in vergelijking met buiten de mond.

Xerostomie en hyposialie

Er is verschil tussen het gevoel van een droge mond en het hebben van een droge mond. Wanneer de patiënt het gevoel van een droge mond heeft, spreken we van xerostomie. Objectief gezien kan er dan nog wel genoeg speeksel aanwezig zijn. Wanneer er meetbaar te weinig speeksel is, spreken we van hyposialie.

Wanneer de speekselproductie (grotendeels) droog valt, is dat te vergelijken met wanneer de olie in een machine droog valt. De processen in de mond gaan mis en de impact op de patiënt kan enorm zijn. Om deze patiënten te helpen en bij te staan is het Nederlands Speekselcentrum opgericht.

Oorzaken hyposialie

Eén van de grootste veroorzakers van hyposialie is medicatiegebruik. Alle medicatie waar ‘anti’ voor staat (antihypertensiva, antidepressiva, antipsychotica etc.) zorgt voor een droge mond. Er bestaat een eenvoudig ezelsbruggetje voor het gebruik van medicijnen in Nederland: 40% van de personen tot 40 jaar, 60% van de personen tot 60 jaar en 70% van de personen tot 70 jaar gebruikt een of meer medicijnen.

Het gebruik van een medicijn geeft 25% kans op een droge mond, het gebruik van vijf verschillende medicijnen geeft 50% kans op een droge mond.

Daarnaast zijn er andere belangrijke factoren die hyposialie kunnen veroorzaken, zoals de ziekte van Sjögren. De ziekte van Sjögren gaat gepaard met reuma, het hebben van droge ogen en een droge mond. Ook diabetes, nieraandoeningen en bestraling in het hoofd-halsgebied kunnen leiden tot een verminderde speekselvloed. Tot slot speelt bij alcoholisme en bij depressie een droge mond een rol.

Indeling in categorieën

Aan de hand van hun speeksel kunnen patiënten in drie categorieën worden ingedeeld:

  • rood (high risk): patiënten die in het verleden zijn bestraald in het hoofd-halsgebied, patiënten met de ziekte van Sjögren en patiënten die veel medicatie gebruiken;
  • oranje (medium risk): patiënten met een ongezonde levensstijl, veel suikergebruik en die roken;
  • groen (low risk): patiënten die op het moment van screening een gezonde kwaliteit en kwantiteit aan speeksel hebben.

Diagnostiek

Er zijn meerdere manieren om een droge mond te kunnen meten. Zo kan er gebruik worden gemaakt van een xerostomie-vragenlijst, waarbij de patiënt bij diverse stellingen moet aangeven of hij er last van heeft.

Daarnaast kan de behandelaar gebruik maken van de Clinical Oral Dryness Score (CODS), om de ernst van een droge mond vast te stellen. Hierbij wordt tijdens een intraoraal onderzoek gekeken naar de volgende punten:

  • Blijft de onderzoekspiegel plakken aan de wang?
  • Blijft de onderzoekspiegel plakken aan de tong?
  • Zijn er groeven/fissuren aanwezig op de tong?
  • Zit er debris op het palatum (niet onder een prothese)?
  • Ziet het speeksel er schuimend uit?
  • Is de mondbodem droog/atrofisch?
  • Is het palatum droog en glanzend?
  • Glijdt je vinger soepel door de omslagplooi heen?
  • Is er sprake van cervicale cariës, of recent vervaardigde cervicale restauraties?
  • Ziet de gingiva er rood en glad uit?

Drogemondonderzoek

Zijn er langer dan drie maanden klachten van een droge mond en/of klinische symptomen met wel of geen risicofactoren, dan is dat een indicatie voor een drogemondonderzoek (DMO).

Bij een DMO wordt onder meer gemeten of de speekselklieren nog een restfunctie hebben. Is dit het geval, dan valt dit te vergelijken met een kraan die in rust dicht zit, maar door stimulatie kan worden opengedraaid. Tijdens het speekselspreekuur wordt op drie momenten de hoeveelheid speeksel gemeten: in rust, na kauwstimulatie met paraffinefilm en na zuurstimulatie met citroenzuur.

Stimulatie speekselproductie

Wanneer de speekselklieren bij stimulatie nog wel speeksel produceren, dan kun je de speekselproductie van de patiënt stimuleren met suikervrije zuurtjes, kauwgom, of pilocarpine. Het is van belang te beseffen dat hoe lager de secretiesnelheid (flow) van speeksel is, hoe lager de pH is (hoe zuurder het speeksel is). Dit betekent dat minder speeksel dubbel schadelijk is voor de dentitie.

Wanneer de speekselklieren ook bij stimulatie geen speeksel meer produceren, dan moet je mondvocht ergens anders vandaan halen (palliatief) door bijvoorbeeld gebruik te maken van kunstspeeksel of -gel.

Tips voor patiënten met een droge mond

Patiënten met een droge mond kunt u de volgende tips geven:

  • ’s Nacht vaseline op de lippen smeren geeft al het gevoel van een vochtige mond waardoor mensen door kunnen slapen.
  • Een patiënt kan bij de apotheker langs gaan voor aanpassing of herbeoordeling van de medicatie. Soms helpt het om het tijdstip van inname te wijzigen.
  • Komkommer met een beetje olijfolie erop kan zorgen voor een prettiger mondgevoel.
  • Wanneer de patiënt noodgedwongen veel water moet drinken, kan wat munt erdoorheen zorgen voor een prettigere smaaksensatie.

Dr. Casper Bots is tandarts-epidemioloog en oprichter van het Nederlands Speekselcentrum.

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing ‘Speeksel in de praktijk; smeerolie voor de mond’ van dr. dr. C.P. Bots tijdens het Congres Ivoren Kruis ‘Bijzondere mond, bijzondere aandacht!’

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
cariës bij kinderen

Behandelen van cariës bij kinderen

De richtlijn Mondzorg voor jeugdigen zou de heilige graal voor onze kindertandheelkunde worden. Helaas bleek deze verwachting niet volledig realistisch. Hoewel…het document doet feitelijk wél wat het moet doen: richting geven. Het is geen receptenboek natuurlijk. Er is geen ‘one-size-fits-all’ formule in de kindertandheelkunde. Maar de richtlijn geeft richting en met de juiste bewegwijzering stelt het u wel degelijk in staat om effectieve en ‘tailor-made’  mondzorg te leveren aan ieder kind. De vertaalslag van de richtlijn voor de dagelijkse praktijk waarbij preventie toch wel het codewoord is.

Primaire en secundaire preventie

Cariës is de meest voorkomende kinderziekte. Voorop staat dat, zoals voor elke ziekte geldt, voorkomen beter is dan genezen. We moeten als mondzorgverleners dus onze pijlen richten op de PRIMAIRE preventie. Aandacht voor voedingsgewoonten, poetsen en fluoride. Hier moeten we zo vroeg mogelijk mee beginnen. Liefst al vanaf de doorbraak van het eerste tandje zodat je ouders/verzorgers goed kunt begeleiden op het moment dat ze ook open staan voor de informatie.

Volstaat dit niet dan gaan we een trapje verder op de preventieve ladder: SECUNDAIRE preventie. Hieronder verstaan we onder andere het sealen van verdachte elementen en het aanscherpen van het fluoride beleid.

Van cruciaal belang hier echter is dat we de cariës wel in een vroeg stadium signaleren/ diagnosticeren. Dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Cariës diagnostiek bij kinderen kan erg lastig zijn omdat uitgebreid mondonderzoek bij de allerkleinsten soms niet goed mogelijk is. Het maken van röntgenfoto’s is vaak lastig evenals het afnemen van een betrouwbare pijnanamnese. Pijn is zeer subjectief en, bij kinderen meer dan bij volwassenen, situatie-afhankelijk. Zo zal “kiespijn” eerder gevoeld worden als er een bord spruitjes voor hun neus staat dan wanneer ze zich voor de vitrine van de lokale ijssalon bevinden.

Los hiervan staat nog dat sowieso een hele boel kinderen pas voor het eerst de praktijk bezoeken als het kwaad eigenlijk al geschied is….

Tertiaire preventie; diverse strategieën voor caviteitsbehandeling

Als het cariësproces dan toch door al die preventieve linies heen gebroken is en er daadwerkelijk een caviteit is ontstaan rest de TERTIAIRE preventie, cariësbehandeling in de volksmond maar beter gezegd caviteitsbehandeling. Doel hiervan moet zijn dat het cariësproces gestopt en verdere progressie voorkomen wordt en dat functie daar waar nodig hersteld wordt.

Het cariësproces stoppen kan simpelweg door de biofilm te verstoren en/of deze hermetisch af te sluiten.

Er is een aantal strategieën dat ons hierbij ter beschikking staat::

  1. Niet operatieve cariësbehandeling: het toepassen van NRCT

    NRCT is een behandelmethode waarbij de cariës niet weggenomen of afgesloten wordt maar waarbij de caviteit toegankelijk wordt gemaakt voor reiniging (bijvoorbeeld d.m.v. slicen) en vervolgens wordt er zeer nauwgezet gepoetst. Door de biofilm maar vaak genoeg te verstoren wordt de activiteit eruit gehaald en komt het cariësproces tot stilstand (arrested caries). Sterker nog: wordt de vorming van reparatief dentine gestimuleerd!  Bij deze methode is het van belang het kind geregeld terug te laten komen (dus niet een half jaar wachten) en dient er sprake te zijn van een goede samenwerking tussen mondzorgverlener, ouders en kind. NRCT is gebaseerd op aloude principes maar als behandelmethodiek nog vrij nieuw. Het is een intensieve behandelmethode die, mits goed geïndiceerd en goed toegepast, vele voordelen kent. Zo is het vooral voor jonge, angstige kinderen een goede strategie omdat de behandeling weinig belastend is en omdat het kind vaak terug moet komen en hierdoor meteen goed kan wennen aan het tandartsbezoek.

    Zoals met alles geldt ook voor NRCT dat er nog veel ervaring en onderzoek nodig is maar tot op heden wordt het als een waardevolle aanvulling op ons palet aan behandelstrategieën gezien.

  1. Operatief/restauratief

    ART: bij deze methode wordt er louter geëxcaveerd met handinstrumentarium. Voor de restauraties wordt glasionomeercement gebruikt. Het voordeel is dat er meestal geen anesthesie nodig is en dat er ook minder kans is op schade aan het buurelement. De langere behandelduur wordt als nadeel genoemd maar is relatief. In de dagelijkse (westerse) praktijk valt meer te denken aan een gemodificeerde ART methode waarbij bijvoorbeeld wél gebruik wordt gemaakt van handinstrumentarium omdat het nu eenmaal bewezen vriendelijker is voor kinderen in vergelijking met “de boor”, maar dat als vulmateriaal gewoon een composiet of compomeer gebruikt wordt.

    1. Conventionele ‘drill and fill’: Deze methode is vaak sneller dan het uitvoeren van ART. Het nadeel is echter dat er vaak wel anesthesie nodig is en er een grotere kans bestaat op het beschadigen van het buurelement. Ook is de kans op het ontstaan van angst door deze methode. Een hermetische afsluiting is altijd essentieel.
    2. HALL-techniek: zonder excavatie wordt het carieuze element omvat door een roestvrijstalen kroon. Bijzonder kindvriendelijk en bewezen effectief. Het vereist enige oefening en is zeker wel aan regels gebonden maar al doende leert men snel!!

Welke strategie wanneer?

Wat bepaalt nu welke van bovengenoemde behandelstrategieën men moet gebruiken in welke situatie?

Deze keuze wordt bepaald aan de hand van (onder andere) de volgende factoren:

  • Caviteit: grootte en locatie
  • De fase van gebitsontwikkeling
  • Het risicoprofiel: mondhygiëne, voeding en motivatie
  • Coöperatie patiënt
  • Algemene gezondheid patiënt
  • Gedrag en karakter patiënt

En wat nu in geval van diepe cariës?

Het is vaak moeilijk te zeggen hoe diep een caviteit is. Zeker wanneer het aan diagnostische middelen zoals röntgenfoto’s of een betrouwbare pijnanamnese ontbreekt. Uit onderzoek weten we inmiddels dat het in de meeste gevallen niet meer nodig is om álle cariës te verwijderen. Het achterlaten van wat “rest-cariës” heeft een tweeledig voordeel: de kans op pulpa-expositie wordt verkleind en de pulpa blijft geprikkeld om tertiar dentine aan te maken. Hoevéél cariës je dan wel moet excaveren is lastig voor te schrijven. Over het algemeen geldt: ‘less is more’. De glazuur dentine grens moet te allen tijde schoon zijn. Centraal mag er cariës blijven zitten mits er een goede afsluiting geborgd is (the seal is the deal!).

Een goede diagnostiek en (pijn)anamnese zijn belangrijk; cariës laten zitten in een element waarvan de pulpa reeds irreversibel beschadigd is, is natuurlijk niet “comme il faut”.

In geval van diepe cariës zal de behandelindicatie voornamelijk op geleide van de conditie van de pulpa gesteld moeten worden. Eerder is reeds genoemd dat hierbij wel enig voorbehoud genomen moet worden omdat pijndiagnostiek bij kinderen nog wel eens vertroebelend kan werken. Over het algemeen maken we onderscheid in:, 

  1. Symptoomloze pulp

    Er is geen sprake van pijn. Bij voorkeur behandelen met een indirecte pulpa-overkapping (IPO) met als doel de vitaliteit van het element te behouden, het cariësproces te laten stoppen en reparatief dentine te laten vormen. Een vereiste is dat de glazuurdentinegrens goed schoon isen dat de (plastische) restauratie de caviteit hermetisch afsluit.CAVE: een symptoomloze pulpa kan ook duiden op avitaliteit! In dat geval verdient een pulpectomie of extractie de voorkeur!!

  1. Reversibele pulpitis

    Een reversibele pulpitis kenmerkt zich door pijn. De pijn kan opgewekt worden (eten, drinken) maar verdwijnt weer als de stimulus ophoudt. De behandeling van eerste keus is een Pulpotomie. Hierbij wordt de kroonpulpa verwijderd, de bloeding gestelpt en overkapt met MTA. Calciumhydroxide is ook een mogelijkheid maar vanwege de porositeit heeft het niet de voorkeur. Het element kan daarna worden gevuld met een plastisch vulmateriaal maar bij voorkeur wordt overkapt met een RVS kroontje. Belangrijk is dat de bloeding te stelpen is, wanneer dit niet het geval is moet er een andere therapie (extractie of pulpectomie) verkozen worden.

  1. Irreversibele pulpitis

    Een irreversibele pulpitis kenmerkt zich door pijn bij warm en koud, spontane pijn en/of pijn ‘s nachts. De pijn verdwijnt niet bij het weghalen van de stimulus. De behandeling kan bestaan uit het doen van een pulpectomie of een extractie. Bij een pulpectomie wordt de gehele pulpa verwijderd. Dit kan een intensief en listig klusje zijn gezien de vaak grillige wortels van melkelementen. Bovendien is het succes erg afhankelijk van coöperatie van het kind. Extractie is natuurlijk een vrij terminale maar wel zeer effectieve behandelmethode. Uiteraard dient extractie wel een ultimum refugium te zijn en moet men bedacht zijn op een mogelijk creëren van ruimteproblemen.

Martine van Gemert-Schriks is in 1998 afgestudeerd aan ACTA. Daarna werkte zij in de algemene praktijk en volgde de postdoctorale opleiding tot tandarts-pedodontoloog aan ACTA. Aansluitend (2001) werkte zijn bij de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam en is zij haar promotieonderzoek gestart bij de afdeling kindertandheelkunde van ACTA. In 2008 promoveerde zij op het effect van cariës op de mondgezondheid en de algemene gezondheid bij kinderen. 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing dr. Martine van Gemert-Schriks tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z, Uncategorized
Kristina Takrovskaja: een mondhygiënist met een missie

Kristina Takrovskaja: een mondhygiënist met een missie

Mondhygiënist Kristina Takrovskaja is erg gedreven. Met volle energie zet ze zich in om cariës te voorkomen bij met name kinderen. Dental INFO sprak met haar over haar jeugd in Rusland en haar inzet in haar praktijk.

Jeugd in Rusland

Kristina is geboren in Rusland en kwam in 1999 als 14-jarige naar Nederland. Al op 10-jarige leeftijd besloot ze dat ze later in de mondzorg wilde gaan werken. In Rusland at ze veel suikerrijk voedsel en werd er weinig aandacht aan haar gebit besteed. Door haar slechte ervaringen met de schooltandarts wilde ze nooit meer een gaatje krijgen. “Het staat mij nog bij dat ik bij het laatste bezoek aan de schooltandarts een klassikale tandenpoetsles heb meegemaakt. Die heeft zoveel indruk op mij gemaakt, dat ik daarna nooit meer ging slapen zonder mijn tanden te poesten.” Helaas bleef ze gaatjes ontwikkelen, omdat er geen voorlichting was over voeding of interdentale reiniging.

Studie Mondzorgkunde

Kristina studeerde in 2007 af, waarna ze in een vrije vestiging en in een algemene praktijk werkte. Ook nam ze waar bij een praktijk voor parodontologie en bij een kinderpraktijk. Vanaf 2010 werkte ze samen met een Russische tandarts en sinds 2015 heeft ze haar eigen mondzorgpraktijk.

Over haar motivatie voor de studie Mondzorgkunde zegt ze: “Het idee dat ik mijn kennis zou kunnen overdragen aan kinderen heeft mij gedreven. Het voorkomen van pijn en angst door mijn kennis te delen maakt mijn vak het mooiste van de hele mondzorg.” Het geeft haar enorm veel voldoening om kinderen en volwassenen te laten zien dat ze zelf echt iets kunnen doen om hun gebit gaaf en gezond te houden. “Het uitvoeren van mijn vak gaat dieper dan alleen instructie en voorlichting geven. Elke patiënt raakt mij, elke patiënt is een privé-issue voor mij. Het voelt als het redden van een drenkeling.”

Russische patiënten

Kristina gooit veel Russen de reddingsband toe. Zij zijn het helemaal niet gewend om elke zes maanden een controle te laten uitvoeren. Zij zijn vaak bang en zijn gewend om enkel bij pijn naar de tandarts te gaan. “Ik vind het leuk om hen te heropvoeden en te laten zien dat ze zelf in staat zijn mondproblemen te voorkomen zonder dat het veel hoeft te kosten. Haar succes verbreidt zich snel in de Russische gemeenschap. De groep Russen in Amsterdam en omgeving groeit snel. Kristina heeft voor Russischsprekende moeders in Amsterdam een Facebookgroep opgericht in het Russisch met de naam ‘Cariëspreventie bij kinderen’. Ze heeft ook een praktijkwebsite in twee talen, Nederlands en Russisch, omdat veel expats in Amsterdam niet de Nederlandse taal spreken. Toch komen de Russische patiënten niet vanzelf aanwaaien. “Het blijft een uitdaging, omdat Russen erg sceptisch zijn tegenover adviezen van artsen en ze niet altijd vertrouwen. Dit komt mede doordat geneeskunde en tandheelkunde in Rusland zeer curatief zijn.

Statusverhogend

Aan de andere kant geloven zij wel heel erg in natuurlijke wondermiddeltjes.” Inmiddels weten ze wel dat gebitsreiniging essentieel is om een frisse mond te houden. Dit wordt als statusverhogend gezien. Toch hebben zij vrijwel altijd gecompliceerde gebitten met veel restauraties en missende elementen, doordat ze niet regelmatig de tandarts hebben bezocht. Daarnaast eten zij veel suikerrijk voedsel en poetsen ze vaak hun kinderen niet na. Er komt ook veel zuigflescariës voor. “Het is voor een Rus heel normaal om tot het 3e of 4e jaar borstvoeding te geven. Met daarbij opgeteld die suikerrijke voeding komt zo’n kindje tot erg veel zoet/zuur-momenten op een dag.“

Vertrouwen winnen

Benadert Kristina Russen anders dan de gemiddelde Nederlander? “ Ja, inderdaad. De behandeling mag absoluut geen pijnlijke of gevoelige sensaties met zich meebrengen, anders komen zij nooit meer terug. Ze zijn sceptisch tegenover mijn adviezen en ik moet ze echt overtuigen dat stoken of ragen de ontsteking of cariës zal helpen voorkomen. Het kost vaak een jaar of twee om het vertrouwen volledig te winnen en enige compliance te zien in het nakomen van afspraken, maar ook in het uitvoeren van de instructies. Het mooie is dat als zij eenmaal het nut ervan inzien, zij ook eeuwig dankbaar en trouw blijven. De relatie met Russische patiënten is vaak ook persoonlijker dan met de Nederlandse patiënten. Het kost mij vaak ook meer energie – maar dat is het enige nadeel.“

Samenwerken met de kindertandarts

Kristina heeft recent een kindertandarts gevonden om mee samen te werken. “Samenwerking met een kindertandarts wilde ik graag, omdat ik zoveel Russische kinderen met ‘early childhood caries’ zie. Met een kindertandarts in de praktijk kan ik meer (curatieve) zorg bieden. Het woord ‘kindertandarts’ straalt meer autoriteit uit. “Als doel is gesteld kinderen heel jong, vanaf de eerste tand, naar de praktijk te krijgen voor controles en ouders de nodige voorlichting te geven. “Ik merk namelijk dat er toch te veel kinderen met 4 jaar al cariës hebben of een extractie hebben moeten ondergaan en dat de huistandarts verder niets aan preventie doet. Samen met de kindertandarts wil ik curatieve behandelingen tot een minimum brengen. Daarnaast gaan we samenwerken met een logopedist en later met een diëtist.”

Samenwerken met het consultatiebureau

Kristina heeft plannen om ook met het consultatiebureau te gaan samenwerken. “De kindertandarts heeft het project ’De liefste glimlach‘ bedacht. In het kader hiervan willen wij op het consultatiebureau tijdige en laagdrempelige mondzorg bieden aan jonge kinderen en hun ouders. Door samen te werken met het consultatiebureau kunnen we de kinderen en ouders tijdig, dus vanaf de eerste tand, bereiken. Wij zien dat 90% van de 2-jarigen al gaatjes hebben en dat is zorgwekkend.“

Pilotfase

Het heeft wel moeite gekost om afspraken met het consultatiebureau te maken. ”Het consultatiebureau staat gelukkig wel positief tegenover samenwerken, maar wij proeven wel dat ze liever hebben dat wij de verpleegkundige ‘opleiden’ om advies te geven. Toen we uitlegden dat wij ook graag in de mond willen kijken en een poetsadvies en instructie op maat kunnen geven, waren zij om.” Er volgt nog een gesprek samen met de kinderarts en verpleegkundige om alle neuzen een kant op te laten wijzen, ook met betrekking tot de adviezen rondom de borstvoeding.

Daarna volgt een maand ‘proeftijd’ waarbij zij twee dagen in de week tijdens het spreekuur ouders actief gaan werven om vragen te stellen over voeding en poetsen. Na deze pilotfase komt een evaluatiegesprek om te kijken of het project wordt doorgezet.

Powertalk

Waar haalt Kristina haar doorzettingsvermogen vandaan? “Aan collega’s wil ik zeggen: heb je doel voor ogen en blijf geloven in je innerlijke kracht. Oefen je vak uit zoals jij het graag ziet, dan heb je er het meeste plezier in. “

Door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Opinie, Thema A-Z
levercirrose

Parodontitis leidt tot verhoogde mortaliteit bij levercirrose

Een ontsteking van de tand heeft niet alleen gevolgen voor de mondhygiëne en mond zelf. Verscheidene studies hebben reeds aangetoond dat parodontitis tot systemische effecten leidt. Uit een Nederlandse studie blijkt zelfs dat parodontitis sterfte door levercirrose verhoogt.

Progressief effect

Eerdere studies hebben al aangetoond dat een slechte mondhygiëne en de daaruit voortvloeiende parodontitis bij patiënten met levercirrose vaak voorkomt. Ook is aangetoond dat bestaande parodontitis een progressief effect heeft op de ziekte. Het kan zelfs een negatieve invloed hebben op het succes van een levertransplantatie.

Het onderzoek

Een recente studie uit Denemarken onderzocht de mortaliteit van patiënten met cirrose. Het onderzoek werd gehouden onder 184 vrijwilligers. Van deze vrijwilligers leed 44 procent bij aanvang van de studie al aan ernstige parodontitis. Voor de studie werden ook leeftijd, geslacht, rookgedrag, alcoholgebruik, et cetera meegenomen.

Resultaat

Het resultaat toont aan dat bestaande parodontitis de symptomen van levercirrose verergert. Binnen de studie periode van een jaar overleed bijna de helft van de proefpersonen. De oorzaken van de complicaties kwamen voort uit de cirrose.

Meer onderzoek

In latere studies moet onderzocht worden of een betere mondhygiëne de levercirrose bij patiënten met parodontitis de mortaliteitcijfers kan beïnvloeden.

Bron:
British Liver Trust

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
druivenpittenextract

Druivenpittenextract kan levensduur van composietvullingen verlengen

In een recent onderzoek aan het Chicago College of Dentistry van de University of Illinois is aangetoond dat druivenpittenextract gebruikt kan worden om de stevigheid van dentine te vergroten en de levensduur van composietvullingen te verlengen.

Amalgaan- en composietvullingen

Geen een vulling houdt het levenslang uit, of het nu een composietvulling of een amalgaamvulling is. Tandartsen vinden over het algemeen amalgaam – een combinatie van kwik, zilver, tin of andere materialen – gemakkelijker en goedkoper. Deze vullingen gaan 10 tot 15 jaar of nog langer mee. Composietvullingen hebben esthetische voordelen. Ze bestaan uit een mix van plastic en glaspoeder en kunnen in dezelfde kleur als de tand van de patiënt gemaakt worden. Deze vullingen hebben echter een beperktere levensduur, namelijk 5 tot 7 jaar.

Druivenpittenextract

In Journal of Dental Research, beschrijft professor Ana Bedran-Russo, hoe druivenpittenextract composietvullingen sterker kan maken, waardoor de levensduur wordt verlengd.

Druivenpittenextract is al eerder onderwerp van gezondheidsstudies geweest, omdat het antioxidanten bevat. Antioxidanten kunnen cellen beschermen tegen beschadigingen en bescherming bieden tegen verscheidene ziekten. Het extract kan volgens Bedran-Russo de stevigheid van het dentine vergroten.

Verbinding tussen kunsthars en dentine

“De kunstharsen in composietvullingen moeten zich binden aan het dentine, maar de verbinding is een zwak punt, waardoor de vullingen kunnen loslaten,” aldus Bedran-Russo.

Een van de mogelijke voordelen van het gebruiken van druivenpittenextract is dat het tandbederf voorkomt. “Wanneer een vulling loslaat, ontstaat rondom tandbederf. We willen de verbinding tussen kunsthars en dentine versterken.”

Dentine bestaat hoofdzakelijk uit carrogeen. Bedran-Russo ontdekte dat beschadigd collageen zichzelf kan herstellen met behulp van een combinatie van plantaardige oligomere proanthocyanidinen – flavonoïden die in de meeste voedingsmiddelen en groenten voorkomen – en extracten van druivenpitten. “De stabiliteit van de verbinding is essentieel voor de duurzaamheid, en dus de levensduur van de vulling en het verminderen van tandverlies,” vertelde Bedran-Russo.

Andere plantaardige bestanddelen

Mogelijk kunnen ook andere plantaardige bestanddelen tandbederf tegengaan. Bedran-Russo en Guido Pauli, hoogleraar medische chemie en farmacognosie in de UIC College of Pharmacy, hebben onlangs samengewerkt aan een andere studie, waarbij werd aangetoond dat het extract van de wortelbast van de Chinese rode den vergelijkbare eigenschappen heeft als druivenpittenextract.

Bron:
College of Dentistry, UIC

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
gebit

40% van Engelsen niet blij met gebit

Veertig procent van de Britse bevolking is niet blij met hoe hun gebit eruit ziet, zo is gebleken uit een nieuwe studie. Bijna de helft hiervan (48%) is van plan om hier binnenkort cosmetische chirurgie voor te ondergaan.

Niet blij met uitkomst chirurgie

Cosmetic Surgery Solicitors nam een enquête omtrent gelukkigheid met gebit af bij 666 Engelsen. Van de 40 procent die aangaf niet gelukkig te zijn met hun gebit liet 47 procent weten hier al eerder een behandeling voor te zijn ondergaan, zoals het witter laten maken van de tanden. Een kwart hiervan gaf aan niet blij te zijn met de uitkomst van de procedure.

Onzekerheid door slecht gebit

‘Het gebit kan een zeer gevoelig onderwerp zijn voor mensen met scheve, gekleurde of missende tanden. Het kan ertoe leiden dat mensen erg onzeker zijn of weinig zelfvertrouwen hebben,’ aldus Michael Saul, partner bij Cosmetic Surgery Solicitors. ‘Cosmetische chirurgie is echter niet altijd de oplossing, aangezien het soms meer problemen aanricht dan dat het oplost. Dit kan ervoor zorgen dat patiënten teleurgesteld zijn over het resultaat. Daarnaast kan het soms tot veel pijn leiden.’

Tanden bleken

De meest voorkomende ingrijp was het bleken van tanden. Bijna een kwart (24%) van de deelnemers van het onderzoek bleekte hun tanden regelmatig. De meerderheid deed dit zelf met een thuiskit (68%), gevolgd door het laten bleken van de tanden door een tandarts (24%) of bij een gespecialiseerde kliniek (8%). De mensen die voor een echte behandeling kozen bleken over het algemeen echter een stuk vaker tevreden met het eindresultaat: waarbij de mensen die zelf hun tanden bleekten slechts 42 procent tevreden was, was dit 69 procent voor de mensen die hun tanden lieten bleken. De meest genoemde klachten waren het niet witter zijn van de tanden of gevoeligheid na het bleken.

Restauratieve tandheelkunde

Van alle deelnemers aan de enquête heeft 85 procent ooit in hun leven een vorm van restauratieve tandheelkunde ondergaan. In 66 procent van de gevallen ging dit om het vullen van tanden. Cosmetische chirurgie, en dan met name het bleken van tanden, stond op nummer twee.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Council of European Dentists vraagt aandacht bij Europees parlement: vergeet de mond niet

Pathogenen betrokken bij vorming cariës

Franse onderzoekers bestudeerden welke specifieke bacteriën aanwezig zijn in interdentale biofilms en zo komen kijken bij de vorming van cariës. De resultaten van de studie zouden gebruikt kunnen worden om patiënten het poetsen van tanden en interdentaal reinigen meer serieus te laten nemen.

Verwijderen van pathogenen

Denis Bourgeois, PhD aan de afdeling preventie en algemene gezondheid aan de tandheelkundige faculteit aan de University Lyon in Frankrijk, en zijn team verzamelden biofilms van vier interdentale plekken in de mond onder 25 cariësvrije volwassenen. Er werd bevonden dat Streptococcus en Lactobacillus aanwezig waren op alle plekken. Streptococcus mutans werd gevonden op 28% van de plekken. De conclusie van het onderzoek was dat cariësvrije mensen deze pathogenen zouden moeten verwijderen door te flossen en goed te poetsen.

Het onderzoek

Wereldwijd gezien zijn er zo’n 2 miljard patiënten met onbehandelde cariës. Tandbederf komt met name voor bij mensen onder de 35 jaar. Om die reden is het noodzakelijk dat er verder wordt onderzocht hoe cariës in elkaar zit en hoe dit voorkomen zou kunnen worden.

De 15 mannen en 10 vrouwen die deelnamen aan het onderzoek waren allen tussen de 20 en 35 jaar oud. De patiënten waren gezond, hadden geen cariës en ook geen vullingen en/of missende tanden. De interdentale biofilms tussen tand 15 en 16, 25 en 26, 35 en 36 en 45 en 46 werden verzameld. De resultaten waren als volgt:

Pathogenen betrokken bij vorming gaatjes

Verder onderzoek

Een limitatie van het onderzoek is het kleine aantal deelnemers en het feit dat alle deelnemers dezelfde etnische achtergrond hadden. Dit haalt niet weg dat de resultaten potentieel conclusies geven over de pathogenen die betrokken zijn bij de vorming van cariës en dat deze resultaten als uitgangspunt genomen kunnen worden voor verder onderzoek.

Bron:
Plos One

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Voorbereiding op tandheelkundige noodgevallen

Voorbereiding op tandheelkundige noodgevallen

Wat moet u doen als een patiënt een acuut myocardinfarct ondervindt tijdens een afspraak? Heeft u een noodplan? Tijdens de California Dental Association 2017 vergadering werd er een presentatie gegeven over hoe u het beste voorbereidingen kunt treffen voor eventuele ernstige medische gevallen.

Tandarts-anesthesioloog Robert Peskin, DDS, gaf vijf aanbevelingen voor wat tandheelkundige praktijken kunnen doen om medische noodgevallen beter te kunnen behandelen.

1. Maak een noodsituatiepakket

Zorg dat het noodsituatiepakket is afgestemd op de medische ervaring en vaardigheden van haar beoefenaars. Nuttige voorwerpen voor dit pakket zijn onder andere:

  • Injecteerbare adrenaline
  • Injecteerbare anti-histamine
  • Zuurstof met positieve druk toediening
  • Nitroglycerine sublinguale tabletten of aerosolspray
  • Bronchodilatator of astma-inhalator
  • Iets dat geconcentreerde suikers bevat
  • Aspirine
  • Benadryl
  1. Noodsituatie checklijst

Alle medewerkers moeten worden opgeleid in basis levensondersteuning en er moet een rampenplan zijn, aldus Dr. Peskin. Er moeten nood-telefoonnummers aanwezig zijn. Ook moeten er dagelijkse of wekelijkse beoordelingen worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat alle ademhalingstoestellen en medicijnen nog in goede staat zijn.

  1. Zorg voor een grondige medische geschiedenis

Stel gerichte vragen aan patiënten en laat ze niet enkel het standaard formulier invullen. Op deze manier kan het verergeren van een situatie voorkomen worden.

  1. Zorg voor een plan voor noodgevallen

Volgens Dr. Peskin kunnen medische noodgevallen de volgende soorten ernstige medische problemen bevatten:

  • Niet-cardiovasculaire stress-gerelateerde en niet stress-gerelateerde noodgevallen
  • Cardiovasculaire stress-gerelateerde en niet stress-gerelateerde noodgevallen
  • Anesthesie-gerelateerde noodgevallen, die onder andere kunnen worden veroorzaakt door ademhalings-, hart- en vaatziekten
  • Acute myocardinfarct, bijvoorbeeld, is een non stress-gerelateerde gebeurtenis die soms gewoon opkomt. Anesthesie gerelateerde ademhalingsproblemen omvatten luchtweg obstructie, laryngospasm, bronchospasme en hyperventilatie
  1. Volg vaste richtlijnen

Ten slotte, is het belangrijk dat ook patiënten vaste richtlijnen volgen. Dit omvat ook het doorgeven van informatie aan patiënten na een behandeling. bijvoorbeeld dat ze gedurende de zes uur na een behandeling geen vaste stoffen mogen consumeren.

Bron:
drbicuspid.com

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tandartspatiënten screenen op obstructieve slaapapneu nuttig

Tandartspatiënten screenen op obstructieve slaapapneu nuttig

Het screenen van tandartspatiënten op het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS) redt levens, aldus een presentatie op de jaarlijkse ADA (American Dental Association) bijeenkomst. Daarom zou dit binnenkort nog wel eens deel van het ADA beleid kunnen worden.

Tijdens de bijeenkomst besprak Ken Berley, DDS, JD, het belang dat tandartsen patiënten screenen op OSAS, en raadde hij alle tandartsen aan om een cursus te volgen om te leren hoe dit kan en waarom het nodig is. De ADA zal binnenkort stemmen over of het screenen van patiënten op slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen wel of niet een vast onderdeel van hun beleid zou moeten worden. Dr. Berley legde uit dat zijn vader in zijn slaap aan een beroerte is overleden, wat voorkomen had kunnen woorden als hij hem hierop had gecontroleerd.

Rond de 52 miljoen Amerikanen en bijna een kwart van de mannen heeft last van OSAS, aldus Dr. Berley. Slechts 15% van deze gevallen is hier echter mee gediagnosticeerd, waarvan maar 25% succesvol ‘s nachts gebruik maakt van een continuous positive airway pressure (CPAP) apparaat.

Slaap gerelateerde ademhalingsproblemen vallen binnen de praktijk van de algemene tandheelkunde, om welke reden Dr. Berley stelt dat tandartsen verplicht zouden moeten zijn om hun patiënten hierop te screenen. Hij legt uit dat tandartsen dit dan wel niet moeten kunnen behandelen, maar dat zou wel in staat zouden moeten zijn om het probleem te herkennen.

Hoe scan ik op OSAS?

Dr. Berley noemde verschillende manieren om te screenen voor OSAS, waaronder:

  • Neem vragen over de diagnose van OSAS, CPAP gebruik en slaapgewoontes mee in het noteren van de medische geschiedenis
  • Schrijf een tandheelkundige geschiedenis op
  • Vraag OSAS-gerelateerde gezondheidsvragen
  • Kijk binnen de mond naar dentale tekenen en symptomen van OSAS
  • Vraag de familie van de patiënt naar gerelateerde symptomen
  • Meet de bloeddruk van de patiënt – meer dan de helft van de mensen met een hoge bloeddruk heeft OSAS
  • Meet de maat van de nek van de patiënten – een grotere nek wordt geassocieerd met OSAS

Dentale tekenen en symptomen van OSAS zijn onder andere:

  • Bruxisme
  • Temporomandibulaire gewrichtsstoornis (TMD)
  • Abfracties
  • Beschadiging aan het gebit
  • Het gebruiken van een mondspleet
  • Cervicale afscheidingen

Algemene gezondheidsvragen over OSAS zouden bijvoorbeeld kunnen gaan over:

  • Luid snurken
  • Naar adem moeten happen tijdens het slapen
  • Vaak wakker worden
  • ’s Nachts vaak naar de wc moeten
  • Overdag slapen of vermoeid zijn, slechte concentratie, snel geïrriteerd, in slaap vallen tijdens routine activiteiten
  • Het drinken van veel koffie
  • BMI
  • Insomnia

Tot slot verhogen de volgende factoren de kans op het hebben van OSAS met een bepaald percentage:

  • Ooit een beroerte gehad (80%)
  • Obesitas (50%)
  • Hoge bloeddruk (50%)
  • Depressie (32%)
  • TMD of bruxisme (30%)
  • Coronaire hartziekte (28%)

Bron:
Plos one

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
5 tips voor omgaan met negatieve online recensies

5 tips voor omgaan met negatieve online recensies

Er bestaan vele mogelijkheden voor patiënten om online recensies te schrijven, zo ook over hun tandartservaringen. Waar dit veel positieve feedback met zich mee kan brengen is het onvermijdelijk dat er zo nu en dan ook een slechte recensie zal worden geplaatst. In dit artikel worden vijf tips over de omgang met negatieve online recensies gegeven.

  1. Wees niet bang voor zo nu en dan een negatieve recensie, dit kan geen kwaad en zorgt dat de recensie website als meer authentiek wordt ervaren. Zolang er maar meer positieve dan negatieve recensies zijn is dit over het algemeen niet iets om u zorgen over te maken.
  2. Over het algemeen is het raadzaam om negatieve reacties niet te negeren. In sommige gevallen kan dit echter wel de beste keuze zijn, bijvoorbeeld indien de recensies meer op chantage dan op feedback lijken. In dit geval kan het slimmer zijn om ten eerste bij uzelf na te gaan of deze reactie gegrond is, en zo niet, om de recensie te rapporteren.
  3. Ga ook niet in een online discussie met patiënten. De kans op een positieve uitkomst is heel klein, en dit kan snel als onprofessioneel worden ervaren. Reageer liever openbaar met een reactie als: ‘Wij vinden het erg vervelend dat u dit zo heeft ervaren. Zou u ons kunnen bellen of mailen op [gegevens]? Dan kunnen we samen naar de problemen kijken.’
  4. Plaats geen valse recensies of koop patiënten niet om voor een positieve recensie. Het is een stuk beter (en realistischer) om een aantal negatieve recensies te krijgen dan om onrealistische positieve recensies te ontvangen. Slimme patiënten zullen dit opmerken, wat niet alleen als onprofessioneel en verdacht zal worden ervaren, maar ook kan leiden tot juridische problemen.
  5. Zorg zo goed als mogelijk voor uw patiënten – het voorkomen van redenen om een negatieve recensie te schrijven is uiteraard altijd het beste!
Lees meer over: E-health, Kennis, Klachten, Thema A-Z
Het voedingsdagboek Ivoren Kruis

Het voedingsdagboek

Een voedingsdagboek kan waardevolle informatie geven over de mogelijke relatie tussen voedselinname en gebitsklachten van de patiënt.

Een voedingsdagboek kunt u inzetten bij patiënten die onverklaarde cariës ontwikkelen, erosieve of andere vormen van gebitsslijtage vertonen of droge mondklachten hebben.​

Het voedingsdagboek is ontwikkeld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Het voedingsdagboek

Lees meer over: Adviezen, Kennis, Voeding en mondgezondheid
Publieke openbaarmaking door IGJ wees op uw hoede

Publieke openbaarmaking door IGJ: wees op uw hoede

“Aanwijzing voor tandartspraktijk Amsterdam”. “Last onder dwangsom mondzorginstelling in Rotterdam”. “Bevelen aan tandartspraktijken te Groningen”. Zomaar enkele recente nieuwsberichten die de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft gepubliceerd op haar website. Met naam en toenaam van de betreffende praktijk. Publiciteit die voor mondzorgaanbieders behoorlijk schadelijk kan uitpakken. Enkele woorden over nieuwe regels, waardoor IGJ binnenkort veel vaker en veel meer gegevens zal moeten publiceren.

Voorlichtende functie van de Inspectie

IGJ heeft, als toezichthoudend orgaan, voor het publiek een waarschuwende en voorlichtende functie. In dat kader heeft zij op dit moment de bevoegdheid om, indien zij dat nodig acht, informatie te publiceren over het door haar uitgeoefende toezicht bij mondzorgaanbieders. Dat IGJ over bepaalde schadelijke praktijken in de zorg transparant wil zijn en ook moet kunnen zijn, zal geen enkele zorgaanbieder ontkennen. De belangen van de zorgaanbieders ten aanzien van wie het toezicht wordt uitgevoerd, moeten echter bij de openbaarmakingafweging door IGJ wel in acht worden genomen. Maar die belangenafweging zal voor IGJ binnenkort nauwelijks meer mogelijk zijn.

Nieuwe regels op komst

Door de wetgever zijn immers nieuwe regels vastgesteld over het publiceren van informatie over het toezicht door IGJ. De nieuwe regels zijn automatisch van toepassing voor alle zorgaanbieders en praktijken, met de nodige gevolgen van dien. De nieuwe regeling kent immers een zogenoemd ‘dwingend karakter’,  wat wil zeggen dat IGJ verplicht is gegevens over de uitkomsten van haar controles, inclusief calamiteitenrapporten, te openbaren. Zij heeft dan dus geen ruimte meer om te besluiten niet tot publicatie over te gaan, bijvoorbeeld indien het belang van de zorgaanbieder dat de gevoelige informatie niet op straat komt te liggen groter is dan het belang voor het publiek om geïnformeerd te worden.

Gevolgen: naming & shaming?

Nadat de nieuwe regels inwerking zijn getreden, is IGJ verplicht over te gaan tot publicatie van de naam van de praktijk. Ook de namen van de bij die praktijk werkzame mondprofessionals en andere beroepsbeoefenaren worden door IGJ openbaar gemaakt.

Voor het blootleggen van de namen van de in de praktijk werkzame personen behoudt IGJ wel enige ruimte voor een belangenafweging. En dat is maar goed ook. De ervaring leert dat een mondzorgprofessional die via de informatiebronnen van IGJ – en ook via alle nieuwswebsites die deze bronnen afspeuren – in verband wordt gebracht met een toezichtincident, daarvan nog jarenlang hinder kan ondervinden, of het nu is bij het werven van nieuwe patiënten of bij een carrièrestap.

Wij roepen IGJ daarom op spaarzaam gebruik te maken van de mogelijkheid informatie over specifieke personen bekend te maken. De Raad van State heeft zich niet voor niets kritisch uitgelaten over de nieuwe regels in het licht van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Mondzorgaanbieder: wees waakzaam

In de dagelijkse praktijk merken wij veelal dat de publieke bekendmaking door toezichthouders als IGJ met alle gevolgen die deze bekendmaking met zich brengt, door mondzorgpraktijken en door hun medewerkers als heftiger wordt ervaren, dan de controle door IGJ zelf en de eventuele sancties die IGJ kan opleggen.

Eerder schreven wij al een artikel over de verantwoordelijkheid van de mondzorgprofessional om goed stil te staan bij de vraag of medegewerkt kan worden aan een controle door IGJ. Dat wordt, door de nieuwe regeling, alleen maar belangrijker.

Het is van groot belang dat mondzorgprofessionals en praktijken uiterst waakzaam zijn bij het verstrekken van informatie aan IGJ, nu de strekking van de nieuwe regeling is: “toezichtinformatie die IGJ vergaart, moet IGJ ook publiceren”. Het simpelweg op eerste verzoek van IGJ verstrekken van alle gegevens zou in de nabije toekomst dus tot gevolg kunnen hebben dat al die gegevens aan het grote publiek worden bekendgemaakt. Over vragen als “welke (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid heb ik indien ik deze gegevens verstrek?” en “In welke gevallen mag IGJ medische dossiers inzien, als de patiënt daarvoor geen toestemming heeft gegeven?” zou door elke tandarts, mondhygiënist en tandprotheticus goed moeten worden nagedacht, alvorens wordt besloten welke gegevens aan IGJ kunnen worden verstrekt.

Door:
Ralph Tak en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
intra-oraal scannen

Reconstructieve tandheelkunde en het gebruik van digitale workflows

Het ‘Digital Rehabilitation Concept’ (DRC) is een alomvattend behandelconcept dat gebruik maakt van digitale workflows in de reconstructieve tandheelkunde. Digitale foto- en videografie, intra-oraal scannen en softwarematig plannen maken hier onderdeel van uit.

De reconstructieve behandeling wordt binnen DRC opgedeeld in vier verschillende stappen; diagnostiek, planning, behandeling en nazorg. De mogelijkheden van DRC zijn oneindig en dit maakt voorspelbaar werken binnen een team eenvoudiger. Het concept kan zowel bij direct en indirect werken worden toegepast.

 Verslag van de lezing van Erik-Jan Muts, tandarts, gespecialiseerd in reconstructieve tandheelkunde en digitale technieken. In samenwerking met het CTM-UMCG is het DRC ontwikkeld, waarmee hij in 2013 de 3M Espertise Talent Awards heeft gewonnen.

 Het restauratieve vak is iets tijdelijks en niet zoals de natuur het bedacht heeft.

Restauratie cyclus

-> gezonde tand -> vulling -> kroon -> wortelkanaalbehandeling -> extractie -> implantaat

Prosthodontic tandarts is de ‘Healer’. Met behulp van een oude scan van de mond en een nieuwe scan van de huidige situatie kan het percentage van de slijtage worden berekend.

Er zijn steeds meer handige hulpmiddelen op de markt, zoals onder andere telefoon apps, waarmee de situatie goed uitgelegd kan worden aan de patiënt. Hierdoor kan het makkelijker worden gemaakt voor de patiënt om alles goed te begrijpen. Ook tools zoals een speekseltest kunnen gebruikt worden om de patiënt te laten zien wat de situatie is in de mond. Er wordt inzicht gecreëerd bij patiënt.

Speekseltest

Met behulp van een speekseltest kan gekeken worden naar:

  1. Wat de systemische invloed van speeksel is op de algehele gezondheid.
  2. Cariësrisico.
  3. Parorisico.

Probeer de boodschap naar de patiënt op een andere manier over te brengen dan het standaard tandheelkundige verhaal. Zo wordt het voor de patiënt leuker en makkelijker om het te blijven volgen. Onder andere fotografie is hierbij een belangrijke tool. Dit zorgt voor een goede reflectie naar de patiënt toe.

Digitale workflow

  1. Documenteren.
  2. Opwas/wax-up analoog of digitaal.
  3. Definitief uitvoeren: frezen van de restauraties en het cementeren.
  4. Nazorg.
  5. Beschermplaat.

Treatment planning

  • Digitale scan.
  • Risicoprofiel van de patiënt.
  • Foto’s

Behandelprotocol slijtage

  1. Documentatie: intake, informed consent, digital smile design (DSD) middels foto’s.
  2. Wax-up: analoog of digitaal.
  3. Mock-up: test drive met behulp van Protemp, twee tot vier weken testen door patiënt. Dit zorgt voor een functionele en esthetische controle. Het kan nuttig zijn om de patiënt te filmen en het filmmateriaal aan de patiënt te tonen. Dit maakt vaak meer indruk op de patiënt dan alleen een foto. Maak een video van voor en na de behandeling en met de mock-up. Zo kun je het beste zien wat het effect is van de behandeling.
  4. Overzetten van mock-up naar definitieve restauraties in de mond.
  5. Nazorg.
  6. Eventueel een beschermplaat.

Digital workflow: 4 stappen

De digital workflow verloopt in vier stappen. Het kan worden toegepast voor zowel een enkele vulling als voor een volledige rehabilitatie.

  1. Onderzoeken
    Documentatie, referentie analyse, scan en foto’s. Drie belangrijke foto’s zijn:
    1. Foto waarbij je het incisiefpunt kunt bepalen.
    2. Een met een volle lach.
    3. Een foto met een retracted smile.
  2. Design
    Met een DSD krijgt u het doel voor ogen en kunt u naar een gestreefd resultaat toewerken. Belangrijk is dat als DSD wordt gebruikt alle foto’s vanuit dezelfde inschietrichting zijn genomen om vertekeningen te voorkomen, wax-up en mock-up.
  3. Uitvoering
    Materiaal selectie, preparatie en scan, cementeren.
  4. Controle
    Functie, bescherming, documentatie.

Indien er een nieuwe beet wordt bepaald, deprogrammeer dan bij voorkeur eerst de patiënt met behulp van een beschermplaat. Dit zorgt voor een betere gewenning bij de nieuwe beet.

Materialen die gebruikt kunnen worden voor het vervaardigen van indirecte restauraties

CAD/CAM

  1. Keramieken: silica keramieken (lithiumdislicaat en lithiumsilicaat) en oxide keramieken
  2. Hybride keramieken: hybride keramiek en composiet keramiek
  3. Plastic: PMMA
  4. Metaal: metaallegering

Deze materialen zijn allemaal freesbaar en digitaal te verwerken.

Silica keramieken

Goed te cementeren en biocompatibele producten:

  1. E.max: lithiumdisilicaat. Pre-gekristalliseerd. Heeft een buigsterkte van 360 MPa. Kristalliseer pas na het frezen anders treden veel microcracks op.
  2. Vita Suprinity: lithiumsilicaat, dit is zirkonium versterkt. Het is pre-gekristalliseerd en heeft een buigsterkte van 420 MPa.
  3. Celtra Duo: lithiumsilicaat, gekristalliseerd en zirkonium versterkt. Het heeft een buigsterkte van 370 MPa.

Hybride composiet keramieken

  1. Lava Ultimate: composiet resin versterkt met silica en zirkonium nanopartikels en zirkonia/silica nanoclusters.
  2. Cerasmart: composiet resin versterkt met silica en barium glas nanopartikels.
  3. HC Block: composiet resin versterkt met silicapoeder, zirkonium silica.
  4. Brilliant Crios: composiet resin versterkt met barium glas en silica partikels.

Lithiumdisilicaat heeft grotere kristallen dan lithiumsilicaat en zirkonium waardoor het beter te frezen en nauwkeuriger is en betere opalucentie en translucentie-eigenschappen heeft.

Hybride keramiek moet eerst geëtst worden. Composietkeramiek hoeft niet van tevoren geëtst te worden. Composiet is slijtvaster gemaakt door onder andere zirkonium deeltjes.

Het materiaal wat gebruikt wordt, is ook belangrijk voor de pasvorm van het eindproduct. Niet alleen de freesmachine heeft hierop invloed.

Erik-Jan Muts voltooide in 2013 zijn studie tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en is sindsdien zelfstandig werkzaam bij MP3 Tandartsen te Apeldoorn. Hij heeft ruim 2 jaar gewerkt bij Beekmans Tandartsen te Laren. Daarnaast is hij bestuurslid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry (DAED) en zit hij in de Raad van Raadgevers voor de ANT. In zijn laatste master jaar volgde Erik-Jan een stage voor Restauratieve Tandheelkunde bij PRO-Rotterdam, waar hij een voorliefde heeft ontwikkeld voor reconstructieve tandheelkunde en digitale technieken. In samenwerking met het CTM-UMCG is het DRC ontwikkeld, waarmee hij in 2013 de 3M Espertise Talent Awards heeft gewonnen. Zijn artikel “Tooth wear: A systematic review of treatment options” ontving in 2015 de Glen P. McGivney Scientific Writing Award voor systematische reviews. 

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Erik-Jan Muts tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Parodontitis kan mede veroorzaakt worden door een andere, ernstige ziekte. Er moet daarom altijd onderzocht worden waarom een patiënt parodontitis ontwikkeld heeft. Wijnand Teeuw gaf tijdens de themadag Up-to-date van Quality Practice Mondhygiëne inzicht in de factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van parodontitis. Hij lichtte een en ander toe aan de hand van twee afbeeldingen: een vraagteken en een volumeknop.

Het vraagteken: waarom parodontitis?

Bij een patiënt met parodontitis moet je nagaan waarom hij parodontitis heeft ontwikkeld. “Als je niet weet waarom iemand parodontitis heeft, vind ik dat je niet mag behandelen,” aldus Teeuw. Dus niet routinematig aan de slag gaan, maar bij iedere patiënt opnieuw deze vraag stellen. Overigens geldt voor cariës hetzelfde. Alleen heeft parodontitis directere gevolgen voor de gezondheid. Als je de vraag ‘waarom’ niet stelt, dan wordt de behandeling te simpel. Er wordt dan enkel plak verwijderd, omdat voorheen gedacht werd dat dit de enige oorzaak was.

De volumeknop: er moet balans zijn

Als een auto hard rijdt, moet de volumeknop verder opengedraaid worden om de radio nog goed te horen. Als de radio goed te horen is, is er balans. Als de volumeknop ver open staat terwijl de auto niet zo hard rijdt, dan is er een disbalans, want dan staat de radio vreselijk hard.

Bij disbalans in het lichaam kan parodontitis ontstaan. Bij iedere patiënt werkt dit anders. Bij de een moet er harder aan de volumeknop worden gedraaid voor balans of disbalans dan bij de ander.

Als een patiënt weinig tot geen afweer heeft, dan is er disbalans. De meerderheid van patiënten met parodontitis heeft een afwijkend afweer. Als duidelijk is wát aan die volumeknop draait, dan kan de behandeling daarop aangepast worden. Alle factoren die de balans kunnen verstoren, zullen in beeld moeten worden gebracht voordat een behandeling gestart kan worden. Als de oorzaak niet volledig bekend is, kan je de oorzaak of bron niet aanpakken.

Factoren voor disbalans

Er zijn naast de biofilm meerdere factoren die bepalen of iemand in balans of disbalans is. Sinds de jaren 80 is de invloed van omgeving, leefstijl en genetica bekend. Daarnaast speelt ‘epigenetica’ een rol: een drager van een verkeerd gen hoeft er niet per se last van te hebben. Wat leefstijl betreft: hier leren we nog steeds over bij. Ook wordt rekening gehouden met de invloed van systemische ziekten en andere minder bekende factoren, zoals overbelasting.

De factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Zo heeft een lichamelijke ziekte vaak consequenties voor de leefstijl of andersom. En menig ziekte kan stress veroorzaken en maakt medicijngebruik nodig. Dit kan parodontitis in de hand werken.

Ziekten van invloed op parodontitis

Inmiddels worden meer dan 50 lichamelijke ziekten geassocieerd met parodontitis, zoals kanker, reuma, luchtweginfecties en hart- en vaatziekten. Zeker als een patiënt meerdere van deze ziekten heeft, neemt het risico op parodontitis toe. Een patiënt kan bij verschillende artsen voor verschillende ziekten behandeld worden, terwijl ze allemaal door dezelfde factoren veroorzaakt kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan roken of een bepaald eetpatroon.

Intake parodontitispatiënt

Om alle factoren helder in beeld te krijgen zal een intake bij een parodontitispatiënt veel tijd in beslag nemen. Bij verdenking van onderliggende lichamelijke factoren, zoals stress, diabetes mellitus, reumatoïde artritis etc., zal gezocht moeten worden naar interdisciplinaire samenwerking.

Teeuw geeft van een aantal ziekten aan hoe zij van invloed zijn op het ontstaan van parodontitis.

Kanker

Bij iemand met kanker is de aanname dat alleen een chirurgische behandeling in de mondholte niet direct invloed heeft op het ontstaan van parodontitis. Lokale bestraling kan daarentegen de botstructuur en de doorbloeding zodanig beïnvloeden dat het een zeer progressieve parodontitis in de hand werkt. De vermindering van de afweer duurt waarschijnlijk het hele leven. Ondersteuning met antibiotica voor de parodontitisbehandeling kan daarom nodig zijn. Bij chemo valt de afweer een periode weg, maar is weer snel terug. Patiënten zijn vaak wel chronisch vermoeid na en tijdens de chemokuur. Daarom zal er overleg moeten plaatsvinden met de oncoloog. Vraag hoe het met de afweer op dat moment is.

Reuma

Reumatische artritis is een auto-immuunziekte, waarbij voornamelijk de gewrichten worden aangetast. Bij reumapatiënten is de lichamelijke ontsteking verhoogd en staat de volumeknop te hard, de afweer is te hoog. Hierdoor is de kans op parodontitis verhoogd. Medicatie bij reumapatiënten is er juist opgericht om de ontstekingsgraad te doen verminderen. Er zijn studies die een indicatie geven dat deze medicatie soms daarom ook beschermend tegen parodontitis kan werken. Het tegendeel is ook aangetoond, dat soms door de medicatie het immuunsysteem zo onderdrukt wordt dat de kans op secundaire infecties, zoals parodontitis, juist verhoogd is. Bij deze medicatie is het ook goed om er op te letten dat door de bacteriemie, die altijd ontstaat na een  parodontale behandeling, de kans op sepsis verhoogd is. Bij sommige reumapatiënten is het daarom beter de medicatie stop te zetten voordat ze een parodontitisbehandeling ondergaan. Een goede interdisciplinaire behandeling met een reumatoloog is dan noodzakelijk.

Diabetes

Diabetes mellitus is een chronische ziekte, waarbij de suikerregulatie verstoord is, met als gevolg vaak te hoge bloedsuikerwaarden. Door te hoge bloedsuikerwaarden raken verschillende organen, maar ook vitale processen ontregeld, die betrokken zijn bij het onderhoud van het hart- en vaatstelsel, de wondgenezing en de afweer tegen infecties. Op langere termijn ontstaan vooral complicaties op het gebied van HVZ. Vanwege de verhoogde kans op infecties en de slechte wondgenezing, wordt parodontitis twee tot drie keer vaker gediagnosticeerd bij diabetespatiënten. Een goede bloedsuikerregulatie is  belangrijk voor het bereiken van een gezonde parodontale situatie. De suikerregulatie draait bij 1:1 aan de volumeknop voor parodontitis. Een goede instelling bereiken is dus essentieel, ook voor de mond. Ook hier geldt dat een interdisciplinaire behandeling met een diabetesbehandelaar belangrijk is.

Verborgen ziekte

Als niet duidelijk is hoe parodontitis wordt veroorzaakt, kan het nodig zijn om een patiënt te verwijzen naar de huisarts om te laten uitzoeken of er sprake is van een nog onbekende onderliggende ziekte. Zo is uit onderzoek op ACTA gebleken dat 25% van de mensen met ernstige parodontitis ook al bloedsuikerwaarden hadden die wijzen op de aanwezigheid van diabetes mellitus. Ongeveer 20% van deze mensen was hiervan niet op de hoogte. Hieruit kan geconcludeerd worden dat parodontitis mogelijk een vroege aanwijzing is voor het hebben van diabetes mellitus. Mondhygiënisten kunnen daarom mogelijk bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van onderliggende ziekten, zoals diabetes mellitus.

Wijnand J. Teeuw, parodontoloog NVvP, behaalde in 2003 zijn doctoraaldiploma Biologie aan de Universiteit Utrecht met als afstudeerrichting Fundamentele Biomedische Wetenschappen (FBMW). In 2006 studeerde hij als tandarts af aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) waaraan hij sinds die tijd verbonden is aan de sectie Parodondologie. Van 2009 t/m 2012 volgde hij aldaar de MSc-opleiding tot parodontoloog, welke hij cum laude heeft afgerond. Sinds 2015 is hij hoofd van de Kliniek voor Parodontologie ACTA. In 2017 promoveerde hij op de relatie tussen parodontitis en de algemene gezondheid, in het bijzonder diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Wijnand Teeuw tijdens de themadag van Quality Practice Mondhygiëne.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Gepubliceerd artikel mondhygiënisten Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Gepubliceerd artikel mondhygiënisten: Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

In Annual Clinical Journal of Dental Health van The British Society of Dental Hygiene and Therapy is onlangs een artikel gepubliceerd van Yvonne Buunk-Werkhoven, Kristina Takrovskaja en Lieneke Steverink-Jorna. Hierin beschrijven zij hun onderzoek naar de invloed van voorlichting over mondzorg tijdens het kinderfestival Kidsfabriek.

Kidsfabriek

Kidsfabriek is een jaarlijks terugkerend gratis kinderfestival in Ulft. Sinds 2014 wordt hieraan ook deelgenomen door een aantal mondhygiënisten met het doel om op een leuke manier kinderen bewust te maken van het belang van een goede mondhygiëne. Dit blijkt een groot succes te zijn, de kinderen zijn erg enthousiast over de poetsles en andere mondzorgactiviteiten.

In 2015 en 2016 hebben Yvonne Buunk-Werkhoven en Lieneke Steverink-Jorna tijdens Kidsfabriek kinderen en hun ouders ondervraagd over onder andere hun poetsgedrag. Dit vormde de basis voor het nu gepubliceerde onderzoek.

Onderzoek

Doel van het onderzoek was het bepalen van de invloed van promotie van mondgezondheid tijdens een openbaar speel- en leerevenement op de mondhygiëne van kinderen en hun ouders.

Tijdens Kidsfabriek 2015 zijn aan 74 bezoekende ouders enquêteformulieren uitgereikt met vragen over mondzorg. Zij kregen de vragen voordat hun kinderen een workshop tandenpoetsen volgden.
Een jaar later zijn tijdens Kidsfabriek 2016 108 kinderen geïnterviewd nadat zij een interactieve workshop tandenpoetsen – gegeven door mondhygiënisten – volgden.

Resultaten 2015

Uit het onderzoek van 2015 kwam naar voren dat 18 van de geënquêteerde ouders (27,3%), met een middelbaar tot hoger opleidingsniveau, nog nooit een mondhygiënist had bezocht. 26 ouders (39,4%) gaven aan dat ze nooit poetsinstructies voor hun kinderen hadden gekregen van een mondzorgprofessional. 33 ouders (50%) poetsten de tanden van hun kinderen twee keer per dag. 11 respondenten (16,7%) gaven aan dat ze probeerden het eten van tussendoortjes door hun kinderen te beperken.

Resultaten 2016

Tijdens Kidsfabriek 2016 werd door twee derde van de kinderen enthousiast op de tandenpoetsworkshop gereageerd.

Uit vragen over de sociaaleconomische achtergrond van de ouders bleek dat 70 ouders (64,8%) een gemiddeld gezinsinkomen hadden en 28 (25,9%) een bovengemiddeld inkomen.

Een derde van de volwassen respondenten had nooit een mondhygiënist bezocht, 27 ouders (25%) bleken dat wel te willen. De geïnterviewde kinderen gaven veelal aan hun mondzorg te willen verbeteren en het snoepen en drinken van zoete drankjes te willen verminderen.

Conclusie

Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat deelname aan een evenement zoals de Kidsfabriek de kennis over mondhygiëne van kinderen en hun ouders kan vergroten en kinderen en ouders kan aanmoedigen om de mondzorg thuis te verbeteren.

Lees het gehele onderzoek Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
beker - prijs

Henry Schein voor 7e keer gekozen als een van world’s most ethical companies

Henry Schein is door het Ethisphere Institute, een wereldwijd leider bij het formuleren en stimuleren van normen voor ethisch ondernemen, gekozen als een van de World’s Most Ethical Companies van 2018.

Dit is het zevende achtereenvolgende jaar dat Henry Schein is erkend en als enige uit de branche voor gezondheidsproducten.

In 2018 waren er 135 winnaars uit 23 landen en 57 branches. De twaalfde editie heeft winnaars die van recordniveau waren wat betreft betrokkenheid bij hun stakeholders en gemeenschappen over de hele wereld. Het beoordelen en verbeteren van cultuur, toonaangevende authenticiteit en inzet voor transparantie, diversiteit en betrokkenheid waren allemaal prioriteiten voor de winnaars.

Vereerd

“Wij zijn bij Henry Schein vereerd dat we voor de zevende keer gekozen zijn als een van de World’s Most Ethical Companies en dit jaar als enige winnaar in de branche voor gezondheidsproducten. Het onderstreept onze betrokkenheid om onze verantwoordelijkheid als maatschappelijk verantwoorde onderneming te nemen door iets terug te doen voor de beroepen en gemeenschappen waaraan we leveren”, aldus Stanley M. Bergman, Chairman of the Board en Chief Executive Officer van Henry Schein. “Sinds onze oprichting in 1932 hebben we het ideaal van ‘doing well by doing good’ nagestreefd, en blijven we standvastig in het geloof dat grote successen behaald kunnen worden door in te gaan op behoeften van de maatschappij, door onszelf de hoogste ethische normen op te leggen en door ons voortdurende succes uit te breiden op een basis van vertrouwen en teamwork.”

Gezondheidszorg in achtergestelde gemeenschappen

“Terwijl de dialoog in 2017 wereldwijd drastisch is veranderd, ontstond er ook een sterker geluid. Wereldwijde ondernemingen die werken met een gemeenschappelijke regelgeving zijn nu de drijvende kracht in de maatschappij om omstandigheden voor mensen te verbeteren. Dit jaar zagen we dat ondernemingen steeds vaker hun eigen geluid wisten te vinden. Met name de World’s Most Ethical Companies lieten voorbeeldig leiderschap zien, ” legt Ethisphere’s CEO Timothy Erblich, uit. “Henry Schein had in het bijzonder een krachtige boodschap voor meer toegang tot gezondheidszorg in achtergestelde gemeenschappen over de hele wereld, en ik feliciteer Team Schein van harte als een van de World’s Most Ethical Companies.”

Ethiek & prestaties

De World’s Most Ethical Companies van 2018 laten nog maar een keer zien dat werken met integriteit leidt tot betere financiële prestaties. Onderzoek heeft aangetoond dat, indien geïndexeerd, winnaars van World’s Most Ethical Companies gedurende vijf jaar met 10,72 procent en gedurende drie jaar met 4,88 procent beter presteerden dan de Amerikaanse Large Cap index. Ethisphere noemt dit Ethics Premium.

Methode & scores

De beoordeling van de World’s Most Ethical Companies is gebaseerd op het kader voor de Ethis Quotient® (EQ) van het Ethisphere Institute, een kwantitatieve methode om de prestaties van een onderneming op een objectieve, consistente en gestandaardiseerde manier te meten. De verzamelde gegevens bieden een integraal overzicht van criteria voor kerncompetenties in plaats van alle aspecten van corporate governance, risico, duurzaamheid, compliance en ethiek.

Er worden scores toegekend in vijf categorieën: ethiek en nalevingsprogramma (35%), maatschappelijk verantwoord ondernemen & verantwoordelijkheid (20%), cultuur van ethiek (20%), bestuursstructuur (15%) alsmede leiderschap, innovatie en reputatie (10%). Alle ondernemingen die meedoen aan dit beoordelingsproces ontvangen hun scores, waardoor ze een waardevol inzicht krijgen in hoe ze het doen ten opzichte van toonaangevende organisaties.

Winnaars

Bekijk de complete lijst van de World’s Most Ethical Companies van 2018.
De beste praktijken en ervaringen van de winnaars van 2018 wordt in maart en april van dit jaar gepubliceerd in de vorm van een rapport en webcast.

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z