Implantaat

Tijdelijke voorziening na chirurgie voor implantaat

In de esthetische zone is een tijdelijke voorziening nodig bij implanteren. Zo simpel mogelijk en uitneembaar is het beste, vooral wanneer de implantoloog en tandarts niet bij elkaar in het pand zitten. Bekijk de 8 opties.

Er is een verschil tussen de zijdelingse delen en de esthetische zone bij implanteren. In de zijdelingse delen kan het healing abutment blijven zitten en is het niet nodig om een tijdelijke voorziening te maken. In de esthetische zone (front of eerste premolaar) moet wel iets tijdelijks gemaakt worden. Zo simpel mogelijk en uitneembaar is het beste, vooral wanneer de implantoloog en tandarts niet bij elkaar in het pand zitten.

Opties tijdelijke voorziening bij implantaat

  1. De partiële plaatprothese

    Bij één fase-chirurgie mag het plaatje niet heen en weer bewegen op het implantaat, omdat je geen kracht op het implantaat wilt tijdens het inhelen.

  2. De essixretainer

    Een transparant dieptrekplaatje. Ook hier geldt weer dat je geen druk wilt op het onderliggende weefsel.

  3. Een orthodontische retentieplaat waarin elementen geplakt worden

  4. In de beugel zelf middels brackets prothese elementjes in de boog zetten

  5. Tijdelijke composiet etsbrug

    Hoe steviger en mooier deze is, hoe moeilijker de etsbrug te verwijderen is. Er kan ook een Maryland etsbrug in het lab gemaakt worden. Het liefst met één vleugel, omdat deze makkelijker los en vast te maken is.

  6. Omslepen buurelementen

    Bij bestaand kroon en brugwerk in de mond kunnen de omslepen buurelementen gebruikt worden om één grote tijdelijke voorziening te maken.

  7. Een tijdelijke brug in combinatie met een healing abutment

    Er wordt gekozen voor een plastic healing abutment wat opgevuld wordt met composiet.

  8. Een tijdelijke kroon die verschroefd is op het implantaat

    Deze dient om het zachte weefsel dezelfde vorm te geven als de buurelementen en papillen te sturen. Hiermee kan een zo natuurlijk mogelijk emergence profile verkregen worden.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

 

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Gezocht: tandarts met stevige stoel

Gezocht: tandarts met stevige stoel

Kiespijn is nooit fijn, maar als je aan obesitas lijdt, heb je pas echt een probleem. Het overkwam Jan Nannes uit Huizen. Met een gewicht van 210 kilo lukte het hem in eerste instantie niet een tandartspraktijk te vinden die hem wilde behandelen.

Veertig praktijken

Jan benaderde maar liefst veertig tandartspraktijken, voordat hij geholpen werd. Alle praktijken gaven aan dat hun behandelstoel niet geschikt was voor zijn gewicht en omvang. Zijn eigen tandarts had hem al eerder verteld dat behandeling niet langer mogelijk was, omdat de behandelstoel zijn gewicht niet meer kon dragen.

Kantelstoel

Er zijn in Nederland wel praktijken waar patiënten met ernstig overgewicht terecht kunnen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Tandartspraktijk Wiranto & Go in Almelo. Hier is een speciale kantelstoel aangeschaft voor patiënten in een rolstoel, die ook gebruikt kan worden door patiënten met obesitas.

Kliniek voor spoedgevallen

Jan werd uiteindelijk geholpen door Dental365, een tandheelkundige kliniek voor spoedgevallen in Amsterdam. Volgens tandarts Evangelia Sakellariou, die Jan hielp: “Wij zijn 24/7 beschikbaar voor alle noodgevallen, dus voor iedereen met kiespijn. Ongeacht gewicht, leeftijd of tijdstip van de spoed.”

Gezocht: tandarts met stevige stoel

Jan Nannes met zijn tandarts van Dental365, Evangelia Sakellariou

Vaste tandarts

Jan kan inmiddels weer lachen, maar zoekt nog wel een vaste tandarts wat dichter bij huis.

Bron:
Telegraaf
Dental 365

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Angst

Onderzoek naar tandartsangst bekroond met Pieter van Foreest publicatieprijs 2017

Maar liefst een half miljoen mensen in Nederland heeft zo’n erge angst voor de tandarts dat dit maakt dat zij gemiddeld meer dan twaalf jaar niet naar een tandarts zijn geweest om hun gebit te laten controleren. Erik Vermaire onderzocht deze groep mensen en keek naar in hoeverre hun levenskwaliteit werd beïnvloed door hun tandartsenangst. Met dit onderzoek won hij de Pieter van Foreest publicatieprijs van 2017.

Patiënten met tandartsfobie lagere levenskwaliteit

Vermaire onderzocht 76 patiënten van 25 jaar of ouder met ernstige tandartsfobie, en keek ook naar een controlegroep die niet in ernstige mate bang was voor de tandarts. Het onderzoek toonde aan dat tandartsangst wel degelijk een grote invloed kan hebben op de kwaliteit van leven. Zo hadden de mensen met fobie significant meer last van dikke darmkanker en infectie aan de onderste luchtwegen. Ook gaf een van de deelnemers aan het onderzoek met angst aan al jaren een baan onder zijn niveau te hebben, om zo contact met klanten en collega’s zoveel mogelijk te kunnen vermijden, aangezien hij zich zo erg schaamde voor zijn gebit.

Wat kunnen tandartsen doen om patiënten met tandartsangst te helpen?

Tandartsen kunnen patiënten helpen bij het verminderen van hun angst, door bijvoorbeeld een goede, duidelijke en rustige uitleg te geven bij alles wat gaat gebeuren. Het is belangrijk dat de patiënten zich zo min mogelijk machteloos voelen en vertrouwen hebben in de handelingen die de tandarts onderneemt.

Pieter van Foreest wetenschapsprijzen

Het onderzoek van Vermaire is gepubliceed in het European Journal of Oral Sciences. Op 3 oktober heeft hij de Pieter van Foreest publicatieprijs van 2017 in ontvangst genomen. Eerder di jaar werd de Pieter van Foreest aanmoedigingsprijs toegekend aan Inge Weemhoff, die verpleegkundig specialist in longziekten is. De Pieter van Foreest posterprijs werd dit jaar gewonnen door maag-, darm- en leverarts Bas van der Spek.

Bron:
Noordwest Ziekenhuisgroep

Lees ook: Help uw patiënt van zijn tandartsangst af 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Blije tand

Lachgas als nieuwe narcose bij de kaakchirurg

Het toepassen van lachgas is in de Verenigde Staten een veelvoorkomend fenomeen. De medische wereld in Nederland is hier nog wat huiverig over, maar daar komt langzaam verandering in. Kaakchirurg Sandy Hundepool verwacht dat het de komende jaren steeds meer opkomt, zegt hij tegen het AD.

Nieuwe methode

Bij het horen van het woord ‘kaakchirurg’ duiken de meeste mensen al ineen. Sommige mensen zijn zo bang dat een behandeling niet eens mogelijk is. Voorheen was de enige oplossing voor dit geval het gebruik van volledige narcose. Sinds kort is er ook een minder ingrijpende methode: lachgas.

Lachgas

Het lachgas maakt de patiënt ontspannen en loom, zonder dat deze onder narcose krijgt. Het voordelige van lachgas is dat deze behandeling niet uitgeslapen hoeft te worden in een ziekenhuis. In Nederland zijn er pas twee ziekenhuizen waar de kaakchirurg lachgas gebruikt.

Angstige patiënten

Hundepool is de enige kaakchirurg die lachgas mag gebruiken in het HMC Bronovo ziekenhuis. Zij volgde hier een speciale opleiding voor. Ze besloot de opleiding te doen omdat ze veel te maken krijgt met angstige patiënten.

Veilig gebruik

Volgens Hundepool is het middel dat het ziekenhuis gebruikt volkomen veilig aangezien het met zuurstof wordt gemengd. Het heeft dus niet de eventuele negatieve gevolgen van de pure drug.

Bekijk de richtlijnen voor veilig gebruikt van lachgas.
Bron:
AD.nl

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
vertrouwensrelatie

Vertrouwen in de arts beïnvloedt pijnbeleving

Pijn wordt door veel meer factoren beïnvloed dan alleen maar weefselschade. Onderzoekers van de universiteit van Miami hebben onderzocht in hoeverre de vertrouwensrelatie tussen behandelend arts en patiënt van invloed is op de pijnbeleving.

Pijnbeleving

In de studie is de hypothese onderzocht dat patiënten die denken dat de arts hun geloof en waarden deelt, minder pijn ervaren dan patiënten die dat niet doen. Ook is gemeten of het van invloed is op de pijn als de patiënten denken dat ze overeenkomsten hebben met de arts en vertrouwen hebben in de arts.

Proefpersonen

Het onderzoek werd uitgevoerd met proefpersonen. Deelnemers werden in twee groepen ingedeeld op basis van de antwoorden die ze hadden gegeven op een vragenlijst over hun persoonlijke overtuigingen en waarden. Binnen de groepen kreeg de helft van de proefpersonen de rol van arts en de andere helft die van patiënt.

De ‘patiënten’ werden zowel door een ‘arts’ uit de eigen groep als door een ‘arts’ uit de andere groep behandeld. In het laatste geval was de enige overeenkomst tussen de proefpersonen het geslacht. De behandeling bestond uit het gieten van warm water over de onderarm. Het pijngevoel moest daarbij overeenkomen met het geven van een injectie.

Minder angst en pijn

De uitkomsten van het onderzoek bevestigden het vermoeden van de onderzoekers. De proefpersonen gaven aan dat ze de deelnemers uit de eigen groep meer vertrouwden dan die uit de andere groep. Bovendien ervaarden ze minder angst en pijn wanneer ze door groepsgenoten behandeld werden.

Met de studie werd dus bewezen dat de relatie tussen arts en patiënt een belangrijke rol speelt in de angst- en pijnbeleving van patiënten. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe deze resultaten naar de praktijk vertaald kunnen worden.

Bron:
The journal of pain 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Inspectie

Nederlandse Zorgautoriteit onderzoekt declaratiegedrag tandartsen

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft achttien tandartspraktijken gecontroleerd die het achterhalen van de medische voorgeschiedenis van cliënten declareerden, terwijl dat niet hoorde. Bijna de helft van de tandartsen waren echter al uit eigen beweging opgehouden met deze manier van declareren. Zes praktijken ontvingen een waarschuwing.

Jaarlijkse controle

De NZa controleert ieder jaar de declaraties voor bepaalde werkzaamheden. Dit jaar werden de declaraties van alle praktijken in Nederland geanalyseerd op het in rekening brengen van het onderzoek naar de medische voorgeschiedenis van patiënten. Hieruit kwamen achttien praktijken bovendrijven. Hun declaraties weken af van die van de andere 5500 praktijken in Nederland.

Bezoek door NZa

Deze achttien praktijken zijn vervolgens door de NZa bezocht. Vier hiervan konden een logische verklaring geven voor hun afwijkende rekeningen. Acht konden dat niet, maar hadden hun declaratiewijze inmiddels op orde. De overige zes hebben een waarschuwing gekregen van de NZa en moeten hun declaratiewijze veranderen.

Bron:
NZa

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Opbrengst per tandartsstoel in VS zwaar gedaald sinds 2010

Opbrengst per tandartsstoel in VS zwaar gedaald sinds 2010

Dat de economische crisis ook zijn impact heeft gehad op de tandheelkunde mag duidelijk zijn: waar in de Verenigde Staten in 2010 een tandartsstoel per uur nog gemiddeld bruto $88 opleverde was dit in 2016 slechts $59,03.

Om het verschil in opbrengst per tandartsstoel per uur over de afgelopen jaren te kunnen zien werd de data van meer dan 12.500 tandartspraktijken in de Verenigde Staten bekeken Dit leverde het volgende resultaat op:

Opbrengst per tandartsstoel in VS zwaar gedaald sinds 2010

 

Al met al is een sterke daling te zien in het bedrag dat een tandartsstoel (bruto) per uur oplevert. Waar dit met name toe te wijzen is aan de economische crisis, is het ook mogelijk dat de strengere regels van verzekeringsmaatschappijen een rol kunnen hebben gespeeld bij de daling in gemiddelde opbrengst per tandartsstoel.

Bron:
Dr Bicuspid

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Implantatie door robot

Implantatie door robot

Onlangs is in China voor het eerst een tandimplantatie met behulp van kunstmatige intelligentie uitgevoerd. Bij de operatie, die een uur duurde, werden door een robot twee implantaten uit een 3-D printer bij een patiënt ingebracht.

Deze ontwikkeling heeft alles te maken met het enorme tandartsentekort in China. Naar schatting meer dan 400 miljoen Chinezen hebben een prothese nodig, terwijl slechts aan 1 miljoen patiënten deze zorg kan worden geboden. Onderzoekers van de Beihang University en het Vierde Militaire Academische Stomatologische Ziekenhuis ontwikkelden daarom een alternatief voor de menselijke chirurg om het toenemende tandartsentekort bij een toenemende vraag naar prothesen het hoofd te kunnen bieden.

Bekijk de video:

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z, Video

Nieuwe regels parodontale behandelingen in 2018

Er zullen een aantal veranderingen worden doorgevoerd omtrent parodontologische behandeling vanaf 1 januari 2018.

Gelijke tarieven voor tandartsen en mondhygiënisten

Een van de grootste veranderingen is dat er geen verschillende tarieven voor tandartsen en mondhygiënisten zullen gelden. Deze wijziging werd jaren geleden ook al aangevraagd, maar het is pas nu dat toezichthouders hebben geconstateerd dat het verschil in tarieven voor verschillende medewerkers binnen een team niet zou moeten verschillen. Hierbij zullen de bestaande tariefniveaus worden behouden.

Prestatieomschrijving initiële behandeling en parodontale nazorg

Hiernaast vindt er een wijziging plaats in de prestatieomschrijvingen voor initiële behandelingen en de parodontale nazorg. Hierbij wordt nu onderscheid gemaakt tussen ‘standaard’ en ‘complexe’ parodontale behandelingen. Ook is een duidelijk onderscheid gemaakt in de verschillende vormen van mogelijke nazorg.

De precieze wijzigingen zijn te vinden op de website van de KNMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
niet-invasieve behandeling

Zijn patiënten tevreden met niet-invasieve behandeling?

Voormalig onderzoek geeft de voordelen aan van minimaal invasieve tandheelkunde voor carieuze laesies. Zou dit echter de professionele reputatie van een tandarts aan kunnen tasten en patiënttevredenheid kunnen verminderen? In een nieuwe studie bleken patiënten met een niet-invasieve behandeling net zo tevreden als patiënten met een invasieve behandeling.

Niet-invasieve behandeling carieuze laesies

Er is weinig bekend over niet-invasieve behandelingen voor carieuze laesies, waaronder bijvoorbeeld monitoring en mondhygiëne instructies vallen, in plaats van het restaureren van het gebit. Deze niet-invasieve behandelingen zouden nog wel eens een barrière voor behandelingen en patiënttevredenheid kunnen vormen. Nieuw onderzoek ondervond echter het tegendeel.

Beginnende cariës

Recentelijk gepubliceerde literatuur steunt het gebruik van minimaal invasieve tandheelkunde om beginnende cariës te behandelen. Klinische behandeling brengen echter hoge kosten met zich mee en kunnen toekomstige vervangingen van de restauraties met zich mee brengen, wat het risico op het moeten trekken van de tand in de toekomst kan verhogen.

Op dit moment is er weinig bekend over de tevredenheid waarop op dit moment met cariës en tandrestauraties wordt omgegaan, desondanks het feit dat dit een van de meest uitgevoerde behandelingen is.

Denkbeeldige barrières

In eerder onderzoek met interviews met tien tandartsen kwamen een aantal dingen naar voren die tandartsen als barrières zagen voor het geven van niet-invasieve behandelingen, waaronder de noodzaak om patiënten te laten inzien wat het voordeel is van een niet-invasieve behandeling, angst voor negatieve beoordelingen van collega’s en andere tandartsen als achteraf blijkt dat een invasieve behandeling beter was geweest. Daarnaast gaven de tandartsen aan dat ze niet graag een buitenbeentje wilden zijn door buiten de norm te handelen.

Patiënttevredenheidsenquête 

Vervolgens ontwikkelden de onderzoekers een patiënttevredenheidsenquête over de omgang met beginnende cariës, die werd verspreid onder 276 patiënten met in totaal 429 beginnende cariës in de leeftijdscategorie van 19 tot 84. Bij 244 van deze patiënten werd geen restauratie aangeraden, waarvan zeven kozen om dit toch te doen.

Driekwart van de tevredenheidsenquêtes gaf bij alle vragen een positief antwoord aan. Over het algemeen was de meeste ontevredenheid gerelateerd aan hoge kosten. Of de patiënt wel of niet verzekerd was bleek geen effect op de tevredenheid te hebben.

Dit onderzoek heeft veel nuttige uitkomsten met zich meegebracht, aangezien patiënttevredenheid van zeer hoog belang is voor elke tandarts en hierdoor dus duidelijker is hoe zij tegenover niet-invasieve behandelingen staan.

Bron:
BMC Oral Health 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
app opsporen parodontitis

App met zelftest parodontitis

Er is in Duitsland een nieuw instrument in de strijd tegen parodontitis ontwikkeld. Met een app kunnen patiënten zelf testen hoe groot het risico is om parodontitis te ontwikkelen.

Parodontitis

Parodontitis is een van de meest voorkomende chronische ziekten op de wereld. Alleen al in Duitsland lijden ongeveer 11,5 miljoen mensen aan een zware vorm van deze ziekte.

“Als parodontitis niet behandeld wordt, kan dit leiden tot tandverlies en ook effect hebben op de algemene gezondheid en het algemene welbevinden. Net zoals bij een ijsberg, verloopt de ziekte grotendeels onder de zichtbare oppervlakte. Doordat er meestal geen pijn gevoeld wordt, wordt de ziekte vaak pas in een laat stadium ontdekt,” verklaarde Prof. Dr. Thomas Kocher. “Het is dus belangrijk om de waarschuwingssignalen voor mogelijke parodontitis te kennen en bij de eerste aanwijzingen de tandarts te bezoeken. Door vroegtijdige herkenning en een juiste behandeling kan het ziekteproces tot stilstand gebracht worden.”

Vroege opsporing parodontitis door app

Vroege opsporing van de ziekte is dus belangrijk. Reden voor de Deutsche Gesellschaft für Parodontologie om een app te laten ontwikkelen waarmee patiënten zelf kunnen onderzoeken welk risico ze lopen om parodontitis te ontwikkelen. Voor deze app is gebruik gemaakt van data die verzameld zijn bij de lopende gezondheidsstudie SHIP (Study of Health of Pomerania). Met de gratis app kan iedereen eenvoudig zijn risicofactoren inschatten.

Bron:
DGParo.de

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
beugel

Preprothetische orthodontie bij hypo- en oligodontie

Het ontbreken van elementen kan psychosociale, esthetische en functionele gevolgen hebben. De orthodontische behandeling bij patiënten met hypo- en oligodontie is complex en verdient een multidisciplinaire aanpak. Hoe bepaalt u de behandelstrategie?

Het ontbreken van elementen kan psychosociale, esthetische en functionele gevolgen hebben. De orthodontische behandeling bij patiënten met hypo- en oligodontie is complex en verdient een multidisciplinaire aanpak. Om voorspelbaar te kunnen werken, is het van belang voor iedere patiënt een individuele behandelstrategie te bepalen, dit werd tijdens het NVGPT-congres uitvoerig belicht. Bij de behandelstrategie wordt eerst orthodontisch, eventueel orthognathisch en vervolgens restauratief behandeld.

Hypodontie

Hypodontie is het missen van één of meer gebitselementen (excl. M3’s). Onderscheid wordt gemaakt tussen milde (1 of 2 missende elementen), matige (3-5 missende elementen) en ernstige (6 of meer missende elementen) hypodontie.

Hypodontie kan solitair voorkomen of onderdeel zijn van een syndroom. De populatie van mensen met ernstige hypodontie (ook oligodontie genoemd) kent een grote diversiteit, wat het onmogelijk maakt een vaste behandelstrategie voor mensen met oligodontie te ontwikkelen. Er zal per individu een behandelstrategie bepaald moeten worden. Hiervoor zal eerste een gedegen diagnostisch onderzoek uitgevoerd moeten worden.

Diagnose

Om tot een diagnose te komen, wordt gekeken naar:

  • Macro esthetiek (de faciale proporties)
    Hierbij wordt gekeken naar de ontwikkelingsleeftijd, faciale esthetiek en faciale proporties, frontale beoordeling en profielanalyse.
  • Mini esthetiek
    Beoordeling van de relatie van tanden en lippen (bij een sociale en een emotionele lach), positie frontelementen en ligging ten opzichte van de lippen, blootgestelde gingiva en elementen (frontaal aanzicht en op ¾), transversale dimensies van de dentitie, faciale middenlijn en dentale middenlijn.
  • Micro esthetiek
    Beoordeling van hoogte en breedte van elementen, gingivale hoogten, vorm en contour; connectors en embrasures; opaciteit en chroma van elementen.

Uitingen die geassocieerd worden met hypodontie zijn:

  • Microdontie
  • Conische elementen
  • Ectopische eruptie
  • Persisterende melkelementen
    Deze dienen zo lang mogelijk behouden te blijven zodat bot behouden blijft. De melkelementen kunnen eventueel opgebouwd worden om occlusie te behouden en uitgroei van antagonisten tegen te gaan.
  • Verminderde alveolaire botontwikkeling
  • Vertraagde eruptie van blijvende elementen
  • Afwijkende craniofaciale morfologie

Op jonge leeftijd

Bij hypodontie is het belangrijk al vroeg (rond de leeftijd van 6-7 jaar) een orthodontische diagnose te stellen en behandeling te starten. Hoewel het starten van de behandeling natuurlijk ook afhankelijk is van de ontwikkelingsleeftijd van het kind, de wens van de patiënt en functionele, esthetische en psychosociale problemen die ervaren worden.

De grootste uitdagingen van orthodontische behandeling bij mensen met oligodontie zijn:

  • Grote edentate ruimtes
  • Afwezigheid van de processus alveolaris
  • Geen congruente middenlijn
  • Lastige orthodontische verankering

Behandeling

Voor het opstellen van een juiste behandelstrategie wordt allereerst een diagnose gesteld. Hierna wordt gebruik gemaakt van ‘back-ward plannen’; waarbij eerst een set-up en een wax-up van het beoogde resultaat wordt gemaakt en daarna de apparatuur wordt geplaatst. In de behandelfase wordt de ruimte in de mond herverdeeld zodat hier op een later tijdstip implantologische of restauratieve behandelingen mogelijk zijn.

Het herverdeling van ruimte ten behoeve van implantologie wordt ‘implant side development’ genoemd. Om de gewenste ruimtes open te houden totdat het implantaat geplaatst kan worden, wordt gebruikt gemaakt van een retainer.

Naast het plaatsen van implantaten is het ook mogelijk elementen uit te laten bouwen of om te laten bouwen door de restauratief tandarts. Multidisciplinair overleg is hiervoor belangrijk omdat inclinatie en torque van elementen die in de toekomst restauratief behandeld worden mogelijk anders is dan wanneer je ervoor kiest om een element niet te behandelen.

Ook kan ervoor gekozen worden om orthodontisch te sluiten, Dit kan gedaan worden bij ruimtegebrek in de bovenkaak, een goed gebalanceerd profiel met normale inclinatie van de incisieven, cuspidaten en premolaren van verschillende grootte, dento-alveolaire protrusie, klasse II molaarocclusie zonder mandibulaire crowding/protrusie en bij klasse I occlusie met mandibulaire crowding vragend om extracties.

Multidisciplinaire samenwerking

Al met al kan gesteld worden dat multidisciplinaire samenwerking van het grootste belang is voor het bereiken van voorspelbare en goede behandelresultaten.

Krista  Janssen , studeerde Tandheelkunde aan ACTA (1991-1996) en volgde de specialistenopleiding tot Orthodontist aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (2003-2007). Als tandarts werkte zij in verschillende tandheelkundige settingen,  met specifieke interesse in bijzondere tandheelkunde ( Stichting Bijter Rotterdam Rijnmond). Zij was docent en klinisch instructeur bij de opleiding Tandheelkunde (ACTA)  en werkte als tandarts zowel  in binnenland en buitenland . Sinds 2007 werkt zij als orthodontist en staflid bij de afdeling Orthodontie van het UMCG. Haar interessegebieden zijn de dentaal  gecompromitteerde patiënt, skelettale verankering, multidisciplinaire behandelingen,  behandelingen van eruptiestoornissen en de behandeling van patiënten met oligodontie, craniofaciale afwijkingen en syndromen.

Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van drs. K. Janssen tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Implantologie

Implantologie: Verschroeven of cementeren?

In de begintijd van de implantologie was het alleen mogelijk om te verschroeven. Op implantaten zat een mesostructuur die werd afgedrukt en daarop kwam een verschroefbare constructie. Deze bruggen hadden weinig uitval en peri-implantitis was er niet. De zwakke schakel waren de schroeven waarmee de brug vastgezet werd; deze braken nog wel eens. De brug werd er ieder jaar helemaal afgehaald, schoongemaakt en daarna weer teruggeplaatst.

Grotere constructies

Tegenwoordig worden ook steeds meer grotere constructies vervaardigd. Bijvoorbeeld bij oligodontie of wanneer er sprake is van grote botdefecten en het nog maar de vraag is of een botopbouw aan gaat slaan. Dan kan er geïmplanteerd worden in de regio’s waar nog wel voldoende bot beschikbaar is. Dergelijke constructies zijn altijd verschroefd omdat het mogelijk moet zijn om eronder te kijken of de implantaten inderdaad schoon zijn.

Papil

Bij grote bot defecten en botopbouw komt de papil niet meer terug. Dan is het sowieso nodig om roze porselein te gebruiken in de kroon. Belangrijk hierbij is dat de rand hiervan onder de lachlijn ligt.

Niet-verblokken

Vroeger werden de kronen bij voorkeur met elkaar verblokt, nu bij voorkeur juist niet verblokt. Bij cementeren was het heel lastig om het cement te verwijderen. Hoe dieper de outline ligt, hoe moeilijker dit is. Dit was een grote oorzaak van peri-implantitis.

Cementeren

Bij het individuele abutment ligt de rand net onder de gingiva. Wanneer er cement achterblijft, is dit moeilijk te voelen met scaler, sonde of floss. Approximaal kun je het op de röntgenfoto zien, maar buccaal en linguaal zie je dit niet. Achtergebleven cement veroorzaakt peri-cementitis. Wanneer het nodig is om te cementeren, leg dan een retractiedraadje als barrière net voorbij de outline voor het cementeren. De mucosa moet hiervoor verdoofd worden en vervolgens kunnen resten cement goed worden weggehaald met een scaler, zonder dat de patiënt dit voelt. Voordat de kroon gecementeerd wordt, wordt in het schroefgat van het abutment teflon gedaan en aangestampt met daaroverheen flowable composiet.

Redenen voor cementeren

  • Esthetische situaties in het front. De tandtechnieker kan de kroon er vaak op en af halen en dit makkelijk doen en hoeft hem niet steeds los te schroeven.
  • Wanneer het schroefgat buccaal of incisaal uit zou komen.
  • Kronen met smalle diameter: schroefgat verzwakt de kroon te veel.
  • Occlusie in zijdelingse delen (schroefgat verzwak de afsluiting van de kroon)

Redenen voor verschroeven

  • Alle grotere constructies worden sowieso verschroefd en ook alle cantilever bruggen.
  • Bij hoger risico op recessie: je kunt altijd nog bij de kroon.
  • Bij kleine interocclusale ruimte (nodigt niet uit tot cementeren door retentieproblemen).
  • Bij moeizamer cement verwijderen.
  • Bij risico op technische/biologische complicaties.

Zijdelingse delen

In zijdelingse delen is men veelal overgegaan op verschroefde kronen. Als de diameter van de schroefkop heel dun is, kan de tandtechnieker ook een klein schroefgat maken. Daarnaast zijn individuele abutments eerste keus en wordt de kroon in het lab gecementeerd, zodat de outline mooi schoon is. Het risico van een niet-individueel abutment, ofwel de ti-base, is dat de kroon loskomt van de ti-base.

Aantorquen kroon

Voor het aantorquen van de kroon moet een controle foto gemaakt worden om te zien of de kroon goed op zijn plek zit. Wanneer met de hand aangedraaid wordt, moet de schroef in één keer stoppen met draaien en moet het niet zo zijn dat er steeds meer weerstand gevoeld wordt met draaien. Dit is een teken dat de kroon niet goed op zijn plaats zit.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Passen van potentiële gebitten door middel van Augmented Reality

Passen van potentiële gebitten door middel van Augmented Reality

In de toekomst zou het nog wel eens mogelijk kunnen zijn om het resultaat van een tandheelkundige behandeling te zien voordat de behandeling daadwerkelijk is uitgevoerd. De Zwitserse startup Kapanu werkt hard aan de ontwikkeling van een ‘virtuele spiegel’ waarmee dit mogelijk zal zijn.

Digitaal passen van gebitsbehandelingen

Over het algemeen vinden de meeste mensen gebroken of verkleurde tanden niet heel aantrekkelijk, om welke reden veel mensen bepaalde tandheelkundige behandelingen overwegen om dit soort problemen op te lossen. Deze behandelingen veranderen echter niet alleen het gebit, maar ook de algehele gezichtsuitdrukking. Om die reden is het gebruikelijk dat patiënten eerst een voorbeeld van het resultaat te zien krijgen. Waar dat op dit moment gebeurt met een 3D model dat door de patiënt kan worden gepast, is het in de toekomst waarschijnlijk mogelijk om dit digitaal te doen.

Augmented Reality

Kapanu heeft de “Kapanu Augmented Reality Engine” ontwikkeld: software waarmee patiënten binnen seconden het resultaat van een toekomstige tandheelkundige behandeling kunnen zien. Dit is mogelijk door middel van een Augmented Reality live video die wordt gemaakt van de patiënt, waar vervolgens een virtueel model van de reconstructie op wordt geprojecteerd. De patiënt kan vervolgens zijn gezicht in alle kanten op bewegen om zo het potentiële nieuwe gebit van alle kanten te aanschouwen.

Alternatieve opties

Een ander voordeel van het ‘passen’ van een behandeling via Augmented Reality is dat verschillende alternatieven kunnen worden geprobeerd. Met een wax model is dit simpelweg niet haalbaar vanwege de tijd en moeite die in het maken van zo’n model gaat zitten, maar op de digitale manier kost dit slechts enkele klikken met de muis. Op deze manier kunnen de verwachtingen die patiënten bij een behandeling hebben ook beter kunnen worden waargemaakt.

3D modellen gebitten

Om het gebit van een patiënt virtueel aan te kunnen passen ontvangt de software informatie van een database met 3D modellen van aantrekkelijke gebitten, die al eerder zijn gebruikt door tandartsen. Door eerst een 3D scan te maken van het gebit van de patiënt kunnen deze bestaande modellen passend worden gemaakt.

Positieve reacties

Toen Kapanu hun systeem voor het eerst aan de buitenwereld toonden tijdens de International Dental Show (IDS) in Keulen kregen zij heel veel positieve reacties van tandartsen van over de hele wereld die geïnteresseerd waren om de nieuwe technologie toe te passen in hun praktijk. Op dit moment is de software nog niet beschikbaar voor eindgebruikers, maar dit zal snel veranderen. Kapanu hoopt over 18 maanden marktleider te zijn, wat haalbaar is aangezien er momenteel geen vergelijkbare systemen bestaan.

De werking van de Kapany Augmented Reality Engine wordt verder toegelicht in deze video.

Bron:
ETH Zürich

Lees meer over: E-health, Kennis, Markttrends, Video
Orthodontie zonder bezoek met teleorthodontie

Orthodontie zonder bezoek met teleorthodontie

Vanwege een nieuwe ontwikkelde methode zou het bezoeken van een orthodontist binnenkort nog wel eens tot het verleden kunnen horen. Het Amerikaanse bedrijf Candid bedacht teleorthodontie: een doe-het-zelf kit waarmee de gebitten van patiënten op afstand kunnen worden beoordeeld.

Teleorthodontie

Het idee van Candid houdt in dat patiënten een pakketje krijgen opgestuurd met daarin bitjes waarmee zij zelf tandafdrukken kunnen maken. Op basis van deze tandafdrukken kunnen vervolgens evaluaties worden gemaakt op afstand door orthodontisten, waarmee vervolgens een behandelplan kan worden opgesteld.

Ook wordt een 3D weergave van het beeld meegestuurd, waarmee kan worden aangetoond hoe het gebit er na de uitvoering van het behandelplan zal uitzien. Tenslotte krijgt de klant een extra set beugels om de behaalde resultaten ook na het behandelproces vast te kunnen houden.

65% goedkoper

De gemiddelde teleorthodontie behandeling kost op deze manier rond de $1.900, waarmee Candid een kostenbesparing van 65 procent ten opzichte van normale orthodontie behandelingen belooft. Mocht tijdens de evaluatie blijken dat teleorthodontie toch geen mogelijkheid is voor de klant in kwestie, dan ontvangt deze het gehele bedrag terug.

Augmented reality

Naast Candid houden ook andere bedrijven zich bezig met de ontwikkeling van tandheelkunde op afstand. Zo is er bijvoorbeeld Kapanu, een Zwitserse startup, die scans maakt van gebitten via augmented reality (AR). Hiermee wordt vervolgens als het ware een spiegelbeeld getoond waarin klanten zichzelf met hun toekomstige gebit kunnen zien.

Bron:
Candidco.com

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Marion Gout- van Sinderen en Jos de Beer in Raad van Toezicht KNMT

Marion Gout- van Sinderen en Jos de Beer in Raad van Toezicht KNMT

De KNMT versterkt haar bestuursstructuur met een Raad van Toezicht. De raad ziet toe op het beleid van het bestuur en op de realisatie van de doelstellingen van de vereniging.

Deze nieuwe raad van toezicht bestaat uit drie leden. Marion Gout-van Sinderen is benoemd tot voorzitter; Jos de Beer tot lid. Eind dit jaar wordt het derde lid benoemd. De benoeming is voor een termijn van drie jaar. Deze termijn kan één keer verlengd worden.

Taken Raad van Toezicht KNMT

De Raad van Toezicht van de KNMT:

  • houdt toezicht op het bestuur, de besturing van en de algemene gang van zaken in de KNMT en de met de KNMT verbonden organisaties;
  • houdt integraal toezicht op het door de leden goedgekeurde beleid van de KNMT en de realisatie van de doelstellingen van de KNMT;
  • heeft een toezicht houdende en ondersteunende taak met betrekking tot het financiële beleid;
  • en staat het bestuur met raad terzijde.

Slagvaardiger vereniging

De introductie van deze raad is onderdeel van het vernieuwen van de structuur van de KNMT. Doel van deze aanpassing is om als vereniging slagvaardiger te kunnen opereren, met meer draagvlak en voeding vanuit de achterban. Naast de komst van een Raad van Toezicht is ook de beoogde installatie van een Ledenraad eind dit jaar onderdeel van deze vernieuwing.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Hoofd- hals - patientenvereniging symptomen hoofd-halskanker

79 procent Nederlanders onbekend met symptomen hoofd-halskanker

70 procent van de Nederlanders checkt het gebied rondom hun keel, mond en neus niet (genoeg) op verdachte plekjes. Dat concludeert Patiëntenvereniging Hoofd-Hals op basis van een enquête onder ruim 800 Nederlanders over hoofd-halskanker.

Zorgwekkend is dat van de risicogroep (41-80 jaar) bijna de helft (47%) zichzelf niet regelmatig checkt. Dat heeft volgens de vereniging vooral te maken met een gebrek aan kennis en zichtbaarheid. 79 procent van de ondervraagde Nederlanders weet niet welke symptomen kunnen duiden op hoofd-halskanker en 63 procent geeft aan niet bekend te zijn met deze vorm van kanker.

Met een bewustwordingscampagne wil de patiëntenvereniging, in samenwerking met de European Head Neck Society (EHNS), zorgen voor een betere herkenning van de symptomen van hoofd-halskanker zodat patiënten eerder een arts consulteren. Daarom start de vereniging vandaag met de campagne #sprakeloos.

Alertheid op symptomen hoofd-halskanker

Dr. Simone Eerenstein, KNO-arts / hoofd-halschirurg namens de Nederlandse Vereniging Hoofd-hals Tumoren: “Mensen moeten alerter zijn op de symptomen van hoofd-halskanker. Ondanks de ernst van deze ziekte en de toename van het aantal patiënten is deze ziekte nog relatief onbekend. De diagnose wordt door de relatieve onbekendheid vaak laat gesteld; 60% van de patiënten heeft bij diagnose reeds een vergevorderd stadium van de ziekte bereikt en 60% van deze patiënten overlijdt binnen 5 jaar. Helaas worden de symptomen vaak pas in een latere fase van de ziekte herkend.”

Eerenstein vervolgt: “Maak een afspraak met de huisarts wanneer er sprake is van één van de volgende symptomen voor langer dan drie weken: een pijnlijke tong, een niet-genezend zweertje, rode of witte vlekjes in de mond, keelpijn, blijvende heesheid, pijn en/of problemen bij het slikken, een zwelling in de hals of bloederige afscheiding uit de neus.”

Campagnevideo’s met patiënten

Om de ziekte en de gevolgen hiervan een gezicht te geven, heeft de patiëntenvereniging campagnevideo’s ontwikkeld met (ex-)patiënten. De indringende verhalen worden verteld door hun naasten en laten de impact van de ziekte zien. Wat begon als onschuldige klachten, bleek een vorm van hoofd-halskanker.

Eline Koper liep te lang door met een wondje op haar tong. Zelf dacht ze dat het een afte was. Na een doktersbezoek bleek het tongkanker te zijn. Haar halve tong moest verwijderd geworden. Haar man Roland vertelt haar verhaal.

Hubert Pourier dacht dat de poliep op zijn stembanden vanzelf wegging. Na een paar doktersbezoeken bleken het geen poliepen te zijn, maar keelkanker. Na diverse operaties werd hij uiteindelijk gelaryngectomeerd. Zijn vrouw Esmeralda en dochter Tayrina vertellen zijn verhaal.

Willie Tolboom kwam maar niet van een heesheid af. Onschuldig, dacht ze. Toen slikken ook moeilijker werd, vertelden de dokters haar dat het keelkanker was. Willie onderging 25 bestralingen en haar strottenhoofd werd verwijderd. Dochter Patricia en vriendin Janneke vertellen haar verhaal.

Awareness week hoofd- en halskanker

Van 18 tot 22 september vindt de vijfde awareness-week voor hoofd- en halskanker plaats.
Meer informatie over deze week en de georganiseerde activiteiten vindt u op de website van Makesenscampaign.eu

Bron:
Patiëntenvereniging Hoofd-Hals

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z, Video
Mensen met smalle kaak zijn (vaker) linkshandig

Mensen met smalle kaak zijn (vaker) linkshandig

Aan het gezicht is te zien of je links- of rechtshandig bent. Dat is de opmerkelijke uitkomst uit een onderzoek door Philippe P. Hujoel van de universiteit van Washington onder 13.663 patiënten. Personen met een smalle kaak hebben 25 procent meer kans om linkshandig te zijn.

Convexprofiel

Het hebben van een smalle kaak gaat meestal samen met een convexprofiel met overbeet: bovenkaak en neus staan naar voren en kin en voorhoofd zijn afgevlakt. Voor zijn onderzoek heeft prof. Hujoel data uit drie verschillende studies gebruikt. Er blijkt ook een verband te bestaan tussen het hebben van een smalle kaak en de vatbaarheid voor tuberculose.

Geografische verschillen

Het onderzoek verklaart ook de geografische verschillen in het voorkomen van tuberculose. In Groot-Brittannië, ook wel de tuberculose-hoofdstad van West-Europa genoemd, komen linkshandigheid en mensen met een smalle kaak relatief veel voor. Dit in tegenstelling tot bepaalde andere bevolkingsgroepen. Eskimo’s werden in de 19e eeuw tuberculose-resistent genoemd en hebben over het algemeen een ronde gezichtsvorm. Linkshandigheid komt onder Eskimo’s zelden voor.

Of dit aan toeval is toe te schrijven of dat er genetische factoren meespelen, moet nader onderzocht worden, aldus Hujoel.

Bron:
HSNewsbeat

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Parodontitis is een enorme complicatie van diabetes mellitus. De vraag is echter: heeft een patiënt met type 2 diabetes meer kans op het ontwikkelen van een parodontale ziekte dan een patiënt met type 1 diabetes? Een studie die op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse diabetesvereniging werd gepresenteerd, probeerde deze belangrijke vraag te beantwoorden.

Klinische variabelen
Aangezien deze soorten diabetes zich heel anders ontwikkelen, kan het begrip over de mogelijke verschillen in de klinische variabelen van deze aandoeningen helpen met het voorkomen en onder controle houden van parodontale ziektes.

Aanleiding onderzoek
De mechanismen die leiden tot de ontwikkeling van diabetes soorten zijn verschillend, waardoor de onderzoekers trachtten te ontdekken of patiënten met type 1 diabetes of mensen met type 2 diabetes meer kans maakten op een parodontale ziekte.

Type 2 diabetes
Volgens de studie was de prevalentie van parodontale ziektes hoger bij patiënten met type 2 diabetes. Dit wordt geassocieerd met leeftijdsprogressie, duur van de ziekte en een slechte glycemische controle, ongeacht het type diabetes.

 Studie
Het onderzoek werd gehouden onder bijna 290 patiënten. Hieronder vielen 102 patiënten met type 1 diabetes, 103 patiënten met type 2 diabetes en 83 patiënten zonder diabetes. De patiënten werden gescreend op parodontitis volgens de aanbevelingen van de American Academy of Periodontology en de ADA. De studie werd geleid door Marcello Gaieta Vannucci, DDS, een tandheelkundige chirurg in Porto Alegre, Brazilië.

Factoren
De patiënten met type 1 diabetes waren over het algemeen jonger dan die met type 2 diabetes. Geen van de type 1 diabetes patiënten rookten, terwijl 30% van de diabetes patiënten van type 2 dit wel deden. Ongeveer 54% van de type 1 diabetes patiënten waren mannen, vergeleken met 63% van de type 2 diabetes patiënten.

Complexe wisselwerking
Parodontitis omvat een complexe wisselwerking tussen orale bacteriën en de reactie van een patiënt op die bacteriën. Systematische aandoeningen zoals diabetes mellitus kunnen het parodontium van een patiënt beïnvloeden. Parodontitis is de zesde meest voorkomende chronische complicatie van diabetes mellitus, aldus de auteurs van de studie.

Resultaat
De patiënten met type 2 diabetes hadden tweemaal vaker last van parodontale ziektes dan patiënten met type 1 diabetes.

Bron:
Drbicuspid.com

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
implantaten

Productie van implantaten: een techniek waar veel bij komt kijken

Implantologie is sterk in opkomst. Al 1,5 miljoen Nederlanders hebben een of meer implantaten in hun mond. Hoe is deze behandelwijze ontstaan en hoe staat het met de kwaliteit van implantaten? dental INFO vroeg het aan twee deskundigen: Ronald Wils, tandarts-implantoloog, en Pieter de Goede, lead engineer R&D bij BioComp.

Ronald WilsRonald Wils is sinds 1987 tandarts-implantoloog. Hij heeft samen met Philips Medical en de Technische Universiteit Eindhoven het implantaatsysteem BioComp geïnitieerd en ontwikkeld. Naast implantoloog is hij docent implantologie bij Hogeschool Utrecht. Voor Implant College geeft hij cursussen implantologie in binnen- en buitenland.

Pieter de GoedePieter de Goede heeft zich na een studie tot medisch gespecialiseerd ingenieur aan de Technische Universiteit in Delft verdiept in de dentale en cranio maxillo faciale implantologie. Hij is nu lead engineer Research & Development bij BioComp.

Ontstaan implantologie

Ronald Wils en Pieter de Goede vertellen een en ander over het ontstaan van de implantologie. Volgens hen is de mensheid al lang bezig met het vullen van gaten in de mond. Door archeologische vondsten is bekend dat onder andere de Maya’s en bewoners van het Oude Egypte ontbrekende tanden vervingen met stukjes hout, ivoor en schelpen. Aan het eind van de 19e eeuw werd geëxperimenteerd met implantaten van goud en platina en tanden van donoren. In de 20e eeuw werd verder gegaan met experimenteren.

Titanium

De huidige implantaten worden vrijwel allemaal van titanium gemaakt. Dat dit een goed implanteerbaar materiaal was, werd voor het eerst vastgesteld door Bothe, Beaton en Davenport. Zij beschreven al in 1940 het vastgroeien van titaniumschroeven in bot. Daarna werd titanium vaker gebruikt. In 1951 implanteerde Gottlieb Leventhal titaniumschroeven bij konijnen en Leonard Linkow plaatste als een van de eersten titanium in het kaakbot. Uit onderzoek bleek dat titanium zeer resistent is tegen chemische invloeden en corrosie. Prof. Per-Ingvar Brånemark ging verder met het onderzoek naar osseo-integratie (aanhechting met bot van titanium). Hij ontwierp een protocol voor het gebruik van implantaten als vervanging van de tandwortel. In 1966 voerde hij zijn eerste operatie uit. Dat was het begin van de huidige implantologiewetenschap.

Verdere ontwikkelingen

Door technische verbeteringen en de opgedane ervaring zijn de resultaten beter geworden en is het vertrouwen van de patiënt toegenomen. Ronald Wils: “Vroeger was je blij als een implantaat bleef zitten en er een constructie op gemaakt kon worden. Nu willen wij veel sneller implanteren en esthetisch een resultaat behalen waarbij je niet kunt zien dat het geen natuurlijk element is. De behandeltijd is sterk verkort. Er kan, na bijvoorbeeld een extractie, al direct implanteren en een kroon plaatsen.”

Implantologie in Nederland

In de jaren 80 is de implantologie naar Nederland gekomen. Inmiddels worden er in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 125.000 implantaten geplaatst. Pieter de Goede vertelt: “De tandheelkundige universiteiten van Groningen, Amsterdam en Nijmegen (materiaalkunde) hebben op internationaal gebied een behoorlijke steen bijgedragen aan de ontwikkelingen van techniek, materiaalkunde en behandelplanning. Nog steeds zijn zij toonaangevend bij de ontwikkeling van nieuwe materialen en producten, bijvoorbeeld op het gebied van 3D-geprinte implantaten, nieuwe behandeltechnieken en synthetische botregeneratieproducten”.

Ontwikkeling nieuwe implantaten

De ontwikkeling van een nieuw implantaat gebeurt veelal buiten de universiteiten en is een langdurig proces. Een groot deel van dit proces wordt bepaald door de eisen die gesteld worden aan medische hulpmiddelen. Ronald Wils: “Medische hulpmiddelen zijn verdeeld in verschillende klassen. Een gecoat implantaat valt bijvoorbeeld in de zwaarste klasse, klasse III. De veiligheidseisen voor deze producten zijn erg streng. Van iedere stap in het productieproces moeten de risico’s beoordeeld en proactief ondervangen worden. Je hebt daarbij onder andere te maken met medische eisen, productiemogelijkheden en economische overwegingen, maar bijvoorbeeld ook met de beperkte ruimte in de mond. Daarbij is de mond zeer gevoelig; zelfs de dikte van een haar wordt al duidelijk als hinderlijk ervaren.

Normen

De Europese Regelgeving voor medische hulpmiddelen verplicht fabrikanten tot het voeren van een kwaliteitsmanagementsysteem, waarvan de eisen zijn vastgelegd in de internationale norm NEN-EN-ISO 13485. Iedere stap in het productieproces van implantaten moet daarom gemonitord en vastgelegd worden. Daarbij moet ook voldaan worden aan de eisen uit de Wet Medische Hulpmiddelen (MDD). Pieter de Goede: “Van ontwerp tot aan verzending ondergaat het implantaat verschillende stappen bij Nederlandse leveranciers. Elke stap wordt gemonitord: frezen, stralen, etsen, coaten, steriliseren, verpakken, van een barcode voorzien en invullen van alle kwaliteitsdocumenten. Van de herkomst en samenstelling van het titanium tot bij wie het implantaat in de mond komt, moet gedocumenteerd worden. Op de verpakking van het implantaat zit een extra sticker om in de patiëntenkaart te plakken of te scannen, zodat altijd alle stappen van het product (bijvoorbeeld wie er tijdens de productie aan de machine heeft gestaan en wie wat heeft goedgekeurd) te achterhalen zijn.“

Controles

Jaarlijks vindt er op een bedrijf een meerdaagse audit plaats door een Notified Body (een door de overheid geaccrediteerd keuringsinstituut). Er wordt dan gecontroleerd of alle regels juist zijn uitgevoerd. Notified Body’s worden op hun beurt weer gecontroleerd door de overheid en een Europees orgaan. Dit alles om er zo zeker mogelijk van te zijn dat het product geen schade berokkend aan de gebruiker. Ondanks alle normen en controles kan het voorkomen dat een implantaat bij een patiënt niet ingroeit. Pieter de Goede: “Dit blijft de onvoorspelbaarheid van het menselijk lichaam. Ook dat moet gemonitord worden.”

CE-markering

Op een product dat in Europa gevoerd mag worden, moet een CE-merk staan met daarachter een nummer: . Het nummer refereert aan de Notified Body die toezicht houdt. Er zijn ook producten in omloop met een vals CE-merk, waarbij de C en de E dichter bij elkaar staan Dat is een afkorting van China Export.

Buitenlandse implantaten

Het implantaattoerisme is in opkomst. Nederlandse patiënten gaan steeds vaker naar het buitenland voor een implantaatbehandeling. Ronald Wils hierover: “Meestal onderzoeken die mensen niet wat zij voor hun geld krijgen en onder welke omstandigheden de implantaten geplaatst worden. De Nederlandse tandarts wordt vervolgens geconfronteerd met de problemen van deze mensen. Veel producten deugen niet en ook de kennis en kunde van de chirurg laat vaak te wensen over. Natuurlijk zijn er ook goede implantologiepraktijken in het buitenland, maar waarom zoekt men het verderop? De prijs? Zekerheid brengt kosten met zich mee. De zekerheid van een goed product en een kundig team, maar ook de zekerheid van het oplossen van problemen als de behandeling anders gaat dan verwacht. Goedkoop is in veel gevallen duurkoop.”

Toekomstontwikkelingen

Hoe zal implantologie zich in de toekomst ontwikkelen? Ronald Wils: Het is altijd lastig om in de toekomst te kijken, maar een ding is wel duidelijk. Met de komst van verschillende vernieuwde technieken gaat de wereld van de implantologie veranderen. Dat geldt overigens ook voor de overige tandheelkunde en tandtechniek. De 3D- en CAD/CAM-technieken ontwikkelen zich in rap tempo. De veiligheid van de producten moet daarbij gewaarborgd blijven en indien mogelijk zelfs verbeterd worden. Dit door betrouwbare producten te produceren en de gebruikers over de kennis en kunde te informeren zodat de patiënt de beste zorg krijgt.”

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z