Nieuwjaarsreceptie van NMT, KNMG, KNMP, KNOV, KNGF en V&VN

bijeenkomst - thee

Toespraak van Inspecteur-generaal Gerrit van der Wal. Gehouden tijdens de gezamenlijke nieuwjaarsreceptie van KNMG, KNMP, NMT, KNOV, KNGF en V&VN op 9 januari 2011 in Utrecht. Lees hieronder de tekst van de toespraak.

Goedemiddag dames en heren,
Het woord perspectief is een mooi en meerlagig begrip. Het betekent onder meer vooruitzicht (bijv. op 2012) maar het duidt ook op de bril waardoor we kijken naar de wereld, naar elkaar en naar onszelf.

Stelt u zich eens voor. Op dit moment cirkelt Andre Kuiper rond de aarde, 400 km boven ons hoofd.
Wat ziet hij? Hij ziet zeker de zon meer dan 10x per dag opkomen, waarschijnlijk ziet hij de lichten van de grote wereldsteden en vluchtelingenkampen als het donker is, mogelijk ziet hij smeltende poolkappen, misschien de explosie die hoort bij een zelfmoordaanslag in Irak, waarschijnlijk niet Henk en Ingrid die met 130 km per uur huiswaarts keren, en zeker ziet hij ons niet: wij hardwerkende Nederlanders, wij die elke dag weer proberen goede en veilige zorg te leveren of te laten leveren.

Maar we zijn er wel natuurlijk! Onzichtbaar voor Andre Kuiper, onbelangrijk vanuit het perspectief van grote vraagstukken als oorlog en geweld, honger en armoede, euro- en schuldencrisis, oninteressant voor wie zich er over druk maakt of Oranje Europees voetbalkampioen wordt, of Willem Holleeder echt vrijkomt, wie de Voice of Holland zal winnen. Ja, enige zelfrelativering is -zeker op zo’n moment als dit- kan geen kwaad.

Bescheidenheid, je eigen beperkingen herkennen en erkennen zijn immers belangrijke kenmerken van de goede zorgverlener. Naast vakmanschap natuurlijk. En -over perspectieven gesproken- altijd vanuit het perspectief van de patient/client werkend.

Zo bekeken zijn we natuurlijk geen nietige krabbelaars, maar van groot belang en doen we er toe – als we het goed doen natuurlijk, maar gelukkig doen we dat meestal.

Kort geleden bezocht ik een oude tante op haar 80-ste verjaardag. Zij was verdrietig omdat de dag daarvoor haar man was overleden – diep dement dat wel. Maar ze was vooral opgetogen. Ze was net weer thuis na een ziekenhuisopname wegens een gescheurde aorta/lichaamsslagader. Een maand daarvoor was ze onwel geworden en met gillende sirenes weggebracht. In de ambulance dreigde ze steeds het bewustzijn te verliezen. De ambulanceverpleegkundigen hadden alles uit de kast gehaald om haar bij de les en in leven te houden. Wat haar -naar eigen zeggen- er doorheen had gesleept was, dat zij hadden beloofd dat als ze haar 80ste verjaardag zou halen zij op haar verjaardag langs zouden komen. Dat was het enige dat ze zich nog van die rit kon herinneren. Ze had vier gebakjes gekocht: een voor mij, een voor haarzelf, en twee voor de ambulanceverpleegkundigen.

Toen ik kwam waren er nog maar twee gebakjes over, want ‘s morgens waren de ambulanceverpleegkundigen inderdaad langs geweest. Ondanks haar verdriet was ze daarom opgetogen en kon ze het leven weer aan. Superieure hulpverlening, vindt u niet?

Dat is het mooie van zorgprofessional zijn. Je kunt het verschil maken. Als verpleegkundige bijvoorbeeld als zo net geschetst, als chirurg een nieuwe heup plaatsen en met de fysiotherapeut weer leren lopen, als apotheker een fatale interactie tussen geneesmiddelen voorkomen, als huisarts bereikbaar zijn voor een stervende patient, als tandarts een mooie kroon plaatsen,
als gynaecoloog en verloskundige in goede samenwerking een gezonde baby ter wereld laten komen.

Wat een prachtige opdracht weer voor 2012: er toe doen en het verschil maken!

Goed om hier vandaag zo veel vertegenwoordigers uit verschillende sectoren van de gezondheidszorg te ontmoeten. Met z’n allen zijn we verantwoordelijk voor goede en veilige zorg. Ieder vanuit zijn of haar eigen professie en taak.

Die verantwoordelijkheid houdt niet op bij de deur van de spreekkamer of de uitgang van de apotheek. Er is steeds meer sprake van ketenzorg en netwerkzorg. Als er ergens iets misgaat, zien we als inspectie vaak dat er meerdere zorgverleners betrokken zijn. Zorgverleners die dan onvoldoende vanuit het perspectief van de ander van de patiënt en van de collega’s- hebben gedacht. Vooral waar verschillende schakels in de keten elkaar raken, zie je dan zwakke plekken.

Een voorbeeld dat ik graag noem is medicatieoverdracht. Dokter D moet precies weten wat dokters A, B en C al eerder hebben voorgeschreven. En ja, ik vind dat dit in deze tijd niet meer kan zonder Elektronisch voorschrijven!

Maar er zijn natuurlijk nog talloze andere voorbeelden te noemen. Komt een vrouw bij de verloskundige! Ja, ook dat komt natuurlijk wel eens voor! Wanneer die zwangere vrouw onder behandeling is van een specialist, is het van belang dat de verloskundige daarvan op de hoogte is. En meer dan dat, precies weet wat er aan de hand is en wat de eventuele medicatie is. Natuurlijk heeft de zwangere ook een eigen verantwoordelijkheid om haar verloskundige in te lichten, maar daarnaast is het zaak dat de specialist, de huisarts en de verloskundige elkaar goed informeren en op de hoogte houden.

Dat geldt minstens zo zeer binnen een ziekenhuis. U herinnert zich misschien nog de kwestie rond het overlijden van een baby in Hoorn bijna drie jaar geleden. We zagen toen dat vooral gebrekkige communicatie en onduidelijkheden in de samenwerking en verdeling van verantwoordelijkheden tussen de klinisch verloskundige en de gynaecoloog hebben bijgedragen aan deze verdrietige uitkomst.

Maar goed, ik wil geen somberman zijn noch een donderspeech houden. Het is tenslotte een nieuwjaarsreceptie. En u gaat immers met z’n allen opnieuw, maar nu meer gefocust, handen en voeten geven aan uw richtlijn ‘Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’. Ik ben daar erg blij mee.

Laat ik daarom vooruitzien en daarbij in het bijzonder naar onszelf -de inspectie- kijken. Eind november hebben we ons Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 gepresenteerd. Ik zal u niet vermoeien met een college over de inhoud daarvan. Ik raad u aan het bij gelegenheid eens door te nemen. Ik wil er nu slechts een aantal punten uit lichten.

Net als zorgprofessionals, bestuurders, zorgverzekeraars, u allen in deze zaal, willen we als inspectie dat mensen langer leven in gezondheid, snel en veilig genezen als ze ziek zijn en dat er -zeker als ze niet meer beter kunnen worden- oog is voor hun kwaliteit van leven.

Als inspectie dragen we daaraan bij door het bevorderen en handhaven van naleving van wetten en richtlijnen – als het even kan op basis van door u opgestelde normen. Dat is onze kerntaak en hoogste prioriteit. Dat doen we niet onder het motto ‘regels zijn regels’, maar vanuit de overtuiging dat regels en beroepsnormen er zijn om risico’s tegen te gaan en gezondheidsschade te voorkomen.
Onze visie -zo u wilt ons perspectief- is namelijk: hoe beter de naleving, des te beter de risicobeheersing, des te beter de kwaliteit van zorg, des te minder gezondheidsschade, des te gerechtvaardigder het vertrouwen van de burger in de zorg.
Door naleving te bevorderen proberen wij bij te dragen aan gezondheid, genezing en kwaliteit van leven.

Wij doen dat risicogebaseerd en effectgericht. Enkele speerpunten voor de komende jaren zijn:
– De zorg voor ouderen
– Medicatieveiligheid
– Disfunctionerende beroepsbeoefenaren
– Drang en dwang in de zorg

Ik weet dat veel mensen in de gezondheidszorg vinden dat we wantrouwend en te streng zijn. Tegelijkertijd kunnen we in de ogen van de gemiddelde Nederlander niet streng genoeg zijn, vindt men ons te goed van vertrouwen. Hoe dan ook, we blijven uitgaan van vertrouwen in instellingen en zorgverleners omdat vertrouwen een goed verbeterklimaat schept. We hanteren als stelregel high trust, high penalty. Met andere woorden: we geven veel vertrouwen, maar als het mis gaat dan grijpen we hard in.

We kijken echter niet alleen naar het functioneren van anderen, we leggen ook onszelf langs de meetlat. En anders doen anderen dat wel: de Nationale ombudsman, Tweede kamerleden, journalisten, en soms ook onder toezichtstaanden zoals u.

Werken in de gezondheidszorg is werken in een glazen huis. U en ik merken dat in toenemende mate.
Werken bij de inspectie is zelfs werken onder een vergrootglas. Wij moeten daar mee leren leven. Het zal niemand van u ontgaan zijn dat er de afgelopen tijd nogal wat kritiek was op het functioneren van de inspectie. Deels was dat ook terecht, zeker in bepaalde casuistiek, ik zal de eerste zijn om dat te erkennen. Hoewel er werk aan de winkel is, kan ik u verzekeren: de inspectie is geen disfunctionerende organisatie!

Maar vandaag eerst de vrolijkheid. Ik heb ooit eens iemand horen zeggen dat je altijd moet streven naar ‘the best year yet’. Dat vond ik wel een mooie. Ik wens daarom iedereen het beste jaar tot nu toe. Rijk aan perspectief vooral in uw werk en in uw persoonlijk leven. Proost, en dank voor uw aandacht!

Bron:
Medicalfacts

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *