Gingivarecessies: oorzaken en behandeling

Gingivarecessies: oorzaken en behandeling

Gingivarecessies worden steeds vaker waargenomen en vastgelegd. De introductie van de microchirurgie in de parodontologie heeft geleid tot baanbrekende en vernieuwende inzichten over de chirurgische benadering en behandeling. Wat zijn de oorzaken en behandelmogelijkheden van gingivarecessies?

Tegenwoordig bestaat de mogelijkheid om gingivarecessie te herstellen. In het verleden werden deze ontsierende recessies vaak als poetstrauma weggewimpeld en moesten deze maar geaccepteerd worden want behandeling was niet mogelijk. De introductie van microchirurgie in de parodontologie heeft geleid tot baanbrekende en vernieuwende inzichten over de chirurgische benadering en behandeling.

Wat is nodig?

  • Adequate vergroting en verlichting voor netter resultaat
  • Juiste instrumentarium
  • Hechtdraad (Op monofilament minder plaque 6-0 of 7-0 )
  • Hechtnaald met snijdende kop + schacht voor minder schade mucosa
  • Scholing om operatietechnieken te leren

Chirurgische technieken

  • Rotational flap procedure
    Chirurgische techniek met translocatie van een gesteelde flap voor het bedekken van een lokale gingivarecessie.
  • Coronally advanced flap
    Chirurgische techniek met coronaal verplaatste gesteelde flap voor het bedekken van een lokale gingivarecessie.
  • Envelope techniek = Gouden standaard
    Met free connective tissue graft (bindweefseltransplantaat). Biotype van de gingiva is hierbij erg belangrijk. Het liefst wil je een stug biotype om resistentie te creëren tegen het terugtrekken van tandvlees.

Microchirurgie vs. macrochirurgie
Bij microchirurgische ingrepen ligt het succespercentage hoger. (Burkhardt et al. 2005) Met een angiografie is het mogelijk om aan te tonen hoe vascularisatievoorziening in het transplantaat verloopt. Bij macrochirurgie komt na 1 week de bloedvoorziening op gang. Bij microchirurgie gaat het sneller en is direct na de ingreep al zichtbaar dat er sprake is van vascularisatie. Na 1 week is de vascularisatie volledig hersteld. Dit is essentieel voor de genezingscapaciteit.

Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi)
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijv. parodontitis)
  4. Interdentale papil volledig afwezig

Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

Etiologie
Belangrijkste van parodontium is parodontaal ligament (PDL). PDL bepaalt de aanhechting van de tand, daardoor kom je tijdens sonderen niet op het bot terecht. Vezels van Sharpey bepalen dat er regeneratie plaats vindt.

Feiten over gingivarecessies

  • Gingivarecessies ontwikkelen zich alleen in het bijzijn van een botdehiscentie. Er lijkt daarom een relatie te bestaan tussen de mate van recessie en de grootte van de botdehiscentie. (Bernimoulin & Curilovic, 1977)
  • Een dun biotype gingiva is vatbaarder voor gingivarecessie tijdens of na een orthodontische behandeling. Gingivitis lijkt hier een belangrijke rol te spelen. (Melsen &Allais, 2005)
  • Een dun biotype gingiva (<0.5mm) loopt een groter risico om na de orthodontische behandeling gingivarecessie te ontwikkelen. (Yared et al. 2006)
  • Een excessieve labiale of linguale positie van gebitselementen is geassocieerd met een dun type gingiva en/of gingivarecessie. (systhematic review Joss-Vassali, 2010)

De recessiebedekking
Bij de recessiebedekking met bindweefseltransplantaat moet je goed weten waar je het oogst. Goede kennis van histologie is vereist. Er lopen behoorlijk wat vaten in het oogstgebied en bindweefsel is vrij dun. Het verkrijgen van het transplantaat gebeurt ter hoogte van het palatum. Op sommige plaatsen is meer vetweefsel en dat is niet geschikt voor het transplantaat.

Hoe palatumweefsel oogsten:

  1. Lokaal verdoven
  2. Onderliggende bindweefsel wordt uitgeprepareerd
  3. Vet weefsel intact laten; probeer oppervlakkig te blijven
  4. Sluiten met behulp van hechtingen

Het wondbed creëren voor adaptatie van het transplantaat en vervolgens hechten met meerdere hechtingen, bijvoorbeeld matras en kruishechting. Dit is essentieel voor druk en dus cruciaal voor succes.

Tunneltechniek
Bij de tunneltechniek wordt ruimte gecreëerd onder weke delen waarbij de papillen intact worden gelaten. Het transplantaat wordt submucosaal aangebracht.

De orthodontische draadspalk
Er bestaat een verband tussen orthodontische draadspalk en recessie. Orthodontische draadspalk is niet per se een risicofactor voor recessie. Het zijn met name externe factoren die invloed hebben op orthodontisch draad.

Externe factoren:

  1. Elastic deflection (twisted wire; draad wil zich uitdraaien).
  2. Draad kan geactiveerd worden door parafuncties
  3. Mal-positie van de draad
  4. Relaps door een te snel uitgevoerde orthodontische behandeling
  5. Skeletale groei

Secudaire risicofactoren: automutilatie

Uit een studie van Renkema et al. (2013) blijkt dat het gemiddelde aantal recessies in behandelde orthodontie patiënten significant hoger is dan bij onbehandelde patiënten, met name bij onderfront incisieven.
Soms is het beter om de draadspalk opnieuw te maken dan opnieuw vast te zetten. Dit om spanning en daarmee gingivarecessie te voorkomen.

Een endodontische behandeling is geïndiceerd wanneer recessie of defect bot tot voorbij apex reikt.

Gingivarecessie flowchart

De stappen:

  • Mondhygiëne behandeling (a-traumatische poetsinstructies) en halfjaarlijkse controle
  • Verwijderen of vernieuwen orthodontische draadspalk; eventueel uitneembare retainer
  • Orthodontische consult
  • Wel of niet een orthodontische herbehandeling? Soms is het nodig de radix weer terug te brengen in genetische bepaalde envelop
  • Vervolgen en/of jaarlijks evalueren
  • Dan eventueel recessiebedekking

Guido Rhemrev studeerde in 1998 af als tandarts aan de UvA. Na 3 jaar algemene praktijk in Nederland en Italië volgde hij vanaf 2001 de drie jarige Masteropleiding in de parodontologie aan ACTA. Hij is erkend door de NVvP en NVOI als parodontoloog en implantoloog. Sinds 2004 is hij werkzaam op de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA). Daarnaast is hij werkzaam als docent binnen de vakgroep parodontologie van ACTA waar hij parodontologen in opleiding begeleidt in de implantologie. Zijn voornaamste interesse ligt in de plastische parodontale microchirurgie bij patiënten met muco-gingivale en dento-alveolaire afwijkingen ten gevolge van parodontale aandoeningen. Op dit gebied heeft hij diverse artikelen gepubliceerd.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Guido Rhemrev tijdens het congres PARO2015 van Bureau Kalker
Jul 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z