Het belang van samenwerking bij orthodontie

Domingo Martin

De wereldberoemde orthodontist Domingo Martin gaf tijdens een symposium het belang aan van samenwerking tussen orthodontie en de vakgebieden parodontologie, implantologie, prothetische tandheelkunde, esthetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie.

In het voorjaar organiseerde de Booy Foundation in NH Conference Centre Sparrenhorst te Nunspeet een tweedaags symposium met als thema Interdisciplinary treatment: the future of orthodontics. De wereldberoemde orthodontist Domingo Martin gaf daarbij een actueel overzicht van interdisciplinaire samenwerking op het gebied van de orthodontie.

Domingo Martin is een internationale autoriteit op het gebied van gecombineerde orthodontische en tandheelkundige behandelingen. Tijdens het symposium besprak hij de state-of-the-art op het gebied van samenwerking tussen orthodontie en de vakgebieden: parodontologie, implantologie, prothetische tandheelkunde, esthetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie.

Al meer dan 15 jaar werkt Domingo Martin intensief samen met uiterst gerenommeerde clinici. Aan de hand van talloze case reports liet hij zien hoe volwassenen met ernstige skeletale orthodontische afwijkingen, parodontale aandoeningen, gemutileerde dentities en TMD succesvol in interdisciplinair verband met orthodontie, implantologie, prothetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie behandeld kunnen worden. Domingo Martin toonde in zijn presentaties overtuigend aan dat samenwerking tussen verschillende mondzorgverleners op het gebied van de orthodontie tegenwoordig beslist een must is.

Uitgangspunten interdisciplinaire behandeling

Interdisciplinair behandelen en verwijzen
Voordat er voor een behandeling wordt gekozen, is het belangrijk de patiënt te informeren over alle behandelingen die tot de mogelijkheid behoren. Op deze manier kan de patiënt weloverwogen beslissingen nemen. Het is een valkuil om als behandelaar voor de patiënt te gaan denken. Wanneer de patiënt een bepaalde behandeling heeft gekozen, moet u zichzelf de vraag stellen of u in uw eentje deze behandeling tot een esthetisch en functioneel resultaat kan brengen. Kunt u dit niet, omdat de behandeling gecompliceerd is en daarvoor meerdere specialisten vereist zijn, dan zult u de patiënt moeten doorverwijzen.

Behandelplan
Wanneer u interdisciplinair behandelingen wilt gaan uitvoeren is het van belang een behandelplan op te stellen. In dit behandelplan moeten alle behandelaren, en vanzelfsprekend ook de patiënt, zich kunnen vinden en moet de behandelvolgorde duidelijk zijn. Dit plan wordt vervolgens aan de patiënt meegegeven. Tijdens het uitvoeren van de, met elkaar afgestemde, behandelingen is het essentieel uw collega’s te blijven informeren over de voortgang. Daarbij geldt dat een geschreven brief in het algemeen eerder en beter wordt gelezen dan wanneer deze getypt is.

Oorspronkelijke behandelaar
Het kan voorkomen dat een collega zijn patiënt naar u heeft verwezen, maar dat u een behandeling wilt uitvoeren waarbij verwijzing naar een ander teamlid noodzakelijk is. Bij deze verwijzing dient u te vermelden bij wie de patiënt oorspronkelijk onder behandeling is, zodat de eigen tandarts goed op de hoogte gehouden blijft en niet ‘buiten spel’ wordt gezet. Om problemen met collega’s te voorkomen, is het ook verstandig nooit een beugel te verwijderen voordat u toestemming heeft van de eigen tandarts van de patiënt.

Voorbereidingen op orthodontische behandeling
Voordat er gestart wordt met een orthodontische behandeling, is het belangrijk om van alle volwassenen een Cone Beam CT te maken om de staat van de condyli te kunnen beoordelen. Wanneer er geen sprake is van een stabiele condylaire positie, moet er door de patiënt gedurende 3-4 maanden 24 uur per dag een splint worden gedragen om dit te bewerkstelligen.
Vervolgens kan een bijtplaatje worden geplaatst die zorgt voor disarticuleren en die molaren kan oprechten zonder dentaal trauma. Het bijtplaatje heeft anterior stops en alleen retentie in de zijdelingse delen. Het relaxeert bovendien de musculatuur. Het bijtplaatje moet worden gedragen voor aanvang van de parodontale behandeling.

Implantologie
Bij interdisciplinaire behandelingen is het verstandig om vroeg te anticiperen op de volgende behandeling. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van implantaten, kunt u de patiënt het beste ongeveer vier maanden voor de start van de orthodontische behandeling naar de implantoloog sturen. Op het abutment van het implantaat kunnen voor de verankering cementbanden of een kroon worden geplaatst. Een kroon is echter een erg dure oplossing. Op de implantaten kunnen grote krachten worden uitgeoefend. Wanneer een implantaat verloren gaat bij een orthodontische behandeling, is dit in geen geval het gevolg van orthodontische krachten.

Occlusie en TMJ klachten
Occlusie wordt vaak vergeten bij orthodontische behandelingen, omdat er voornamelijk op de esthetiek wordt gefocust. Occlusie is echter essentieel om TMJ- klachten (TMJ=temporomandibulaire joint, oftewel het kaakgewricht) te voorkomen.
TMJ klachten kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een primair contact in de posterieur regio. Het gebit probeert deze posterieure interferentie te vermijden, waardoor een horizontaal kauwpatroon en dientengevolge slijtage ontstaat. Er is echter geen sprake van slijtage op het element met het primaire contact. Door het dragen van een splint kunnen de TMJ klachten opgeheven worden. Vervolgens kan de occlusie gecorrigeerd worden met behulp van orthodontie en chirurgie.

Niet-orthodontische oplossingen
Wanneer er geen sprake is van slijtage, kunnen ongelijke incisale randen met de boor rechtgemaakt worden. Dit heet ‘grinding’. Grinding is een snelle, gemakkelijke oplossing en zorgt bovendien voor een betere kroon/wortelverhouding. De incisale randen moeten na het grinden altijd afgesloten worden met een laagje composiet. Ook kunnen de incisale randen in een rechte lijn komen te staan door alleen composiet aan te brengen. In het kader van interdisciplinaire samenwerking is het wel van belang dit eerst met de tandarts te overleggen.

Het belang van een goede occlusie
Er is sterk bewijs voor de associatie tussen occlusale discrepantie en de progressie van parodontitis. Occlusale behandeling kan de progressie van parodontitis significant laten dalen en kan dus een belangrijke therapie vormen bij de behandeling van parodontitis. Uit de literatuur blijkt dat er significant grotere winst van klinische parodontale aanhechting plaatsvond bij patiënten die occlusale aanpassing hadden gehad. Daarnaast worden occlusale discrepanties geassocieerd met diepere pockets en meer aanhechtingsverlies.

Parodontale behandeling
Een goede parodontale behandeling vormt volgens dr. Domingo Martin de sleutel tot succes. Bij het ontstaan van parodontitis is het ontstekingsproces natuurlijk de primaire factor, maar daarbij spelen occlusale krachten een secundaire rol. Het doel van een parodontale behandeling is dus niet alleen het elimineren van de parodontitis, maar ook het besturen van occlusale krachten.

Een deel van de parodontale behandeling kan bestaan uit parodontale regeneratie met behulp van Emdogain. Emdogain is geïndiceerd bij één-, twee- of driewandige infrabonydefecten en bij klasse II furcaties. De prognose na het aanbrengen van Emdogain is beter naarmate het defect smaller is, meer wanden heeft en de initiële pocketdiepten dieper zijn. Ook geen bloeding na sonderen, niet-rokers en primair sluiten na het aanbrengen van Emdogain zijn factoren die een positieve invloed hebben op de prognose.

De parodontoloog en orthodontie
De parodontoloog bepaalt of een tand/kies geïntrudeerd of geëxtrudeerd kan worden. Wanneer een element 3-4 mm geëxtrudeerd wordt, is een endodontische behandeling geïndiceerd. Extrusie van elementen kan het gingiva- en botniveau naar beneden brengen. Wanneer je een element wilt extraheren en deze met een implantaat wilt vervangen, kan dit uitkomst bieden wanneer er sprake is van bot- en aanhechtingsverlies. Door de tand langzaam te extruderen, groeit er bot en gingiva mee. Wanneer je het element daarna pas extraheert, kan het implantaat geplaatst worden bij een beter botniveau en zal er vervolgens een betere esthetiek ontstaan. Deze ortho-extrusie zorgt dus voor een beter resultaat na implanteren. Het principe dat dr. Domingo Martin hierbij hanteert, is: ‘A hopeless tooth is not a useless tooth’.

Ontwikkelingen in de implantologie
Een patiënt kan de twee centrale incisieven missen door agenesie of trauma. In deze regio is esthetiek essentieel, maar bij het plaatsen van implantaten vaak lastig te verkrijgen door het ontbreken van een geschikt bot- en gingivaniveau. Daarom is het een goede oplossing om de laterale incisieven met behulp van orthodontie op de plaats van de centrale incisieven te brengen. Deze laterale incisieven kunnen met kronen of composiet vervolgens omgevormd worden tot centrale incisieven. Het diasteem is dus verplaatst naar de regio’s van de laterale incisieven. Hier is nu echter wel een optimale regio voor het plaatsen van implantaten ontstaan. Ter vervanging van de laterale incisieven worden implantaten geplaatst, waardoor een goede esthetiek van het front behaald wordt.

7 criteria voor succes bij implanteren in het front
Er zijn volgens dr. Domingo Martin zeven criteria voor succes bij implanteren in het front.

1. Optimale driedimensionale orthopreparatie
a. Space-opening: Om ruimte te verkrijgen in het front moeten niet alleen de kronen, maar ook de wortels gesepareerd worden. Om de wortels te separeren plaats je de brackets schuin op de elementen, waarbij deze cervicaal naar elkaar toewijzen.
b. Correcte torque van de elementen: Door de brackets andersom op de cuspidaten te plaatsen is er meer torque van de incisieven te bewerkstellen.

2. Optimale implantaatplaatsing en implantaatkeuze
a. De afstand tussen het implantaat en de tand moet minimaal 1,5 mm zijn om de papil te kunnen behouden. Wanneer deze afstand minder dan 1,5 mm is, leidt dit tot meer botverlies.
b. Een CBCT moet gemaakt worden voor het plaatsen van het implantaat om te bepalen wat de hoeveelheid bot op verschillende plaatsen is. Aan de hand daarvan kunt u bepalen waar het implantaat geplaatst moet worden.
c. Door het implantaat iets naar palatinaal te plaatsen, wordt het buccale bot behouden.
d. Domingo prefereert conische implantaten van 3,0-3,3 mm die machinaal opgeruwd zijn en van zirconium zijn in plaats van titanium.

3. Timing van implantaatplaatsing
a. Voor mannen: 21-22 jaar.
b. Voor vrouwen: 17-18 jaar.
c. U kijkt naar de lengte van het kind ten opzichte van de lengte van de ouders. Hieruit kunt u vaak opmaken of het kind wel of niet is uitgegroeid.
d. Vermeld altijd dat de kroon waarschijnlijk binnen tien jaar vervangen moet worden doordat er altijd nog enige groei plaatsvindt. Maar de meeste patiënten merken de verandering van de stand van de kroon door groei niet op.

4. Optimaal management en kwaliteit van de mucosa
a. Bindweefselgrafts worden in 100% van de implantaatcasussen geplaatst en zorgen voor:
i. Betere stabiliteit van de gingiva margins.
ii. Betere weefselmanipulatie tijdens restauratieve fase.
iii. Dikker biotype van de gingiva, waardoor verkleuring van de gingiva wordt voorkomen.
b. Voor bindweefselgraft weefsel van de tuber gebruiken. Dit bevat minder collageen, is beter gevasculariseerd en steviger dan palatinaal weefsel. Bovendien kan tuberweefsel nog groeien.
c. Er is minimaal 2 mm gingivadikte nodig bij het plaatsen van een implantaat om het bot te stabiliseren.

5. Chirurgische techniek en prosthetisch management
a. Wanneer het abutment eenmaal is geplaatst, deze nooit meer losmaken!

6. Occlusie moet stabiel zijn

7. Handhaving
a. Patiënten met implantaten hebben over het algemeen meer plaque en bloeding na sonderen dan patiënten die diasteemsluiting met een beugel hebben ondergaan. Het is dus essentieel dat patiënten met implantaten regelmatig naar de mondhygiëniste gaan.

Decoronatie bij ankylotische elementen
U kunt decoronatie uitvoeren wanneer er sprake is van een ankylotisch element. De voorkeursleeftijd hiervoor is tien tot elf jaar. Bij decoronatie boort u allereerst de kroon van het element af. Daarna verwijdert u de gutta percha met zoveel mogelijk van het worteldentine. Er wordt daarbij gestreefd naar het achterlaten van een zo dun mogelijke schil dentine. Vervolgens perforeert u het foramen apicale. Ten slotte sluit u de gingiva primair. De overgebleven schil van de wortel wordt door osteoclasten opgelost en vervangen door bot. Dit leidt tot een goed botniveau en een goed uitgangspunt voor implantaten op latere leeftijd.

Bron: Verslag door dental INFO van het tweedaagse symposium “the future of orthodontics” van de Booy Foundation, juni 2012, Nunspeet.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z