Kaders in samenwerking – begrenzen én ruimte geven
Samenwerking in de mondzorg blijkt in de praktijk vaak een zoektocht: waar begint en eindigt ieders rol? In het eerdere onderzoek zagen we dat grenzen vervagen en dat dit soms tot spanning leidt. Tegelijkertijd vraagt het team om meer overleg en duidelijkheid. Dit roept de vraag op: wanneer zijn kaders hard nodig om veiligheid te borgen, en wanneer helpt het juist om ze flexibel in te zetten zodat professionals kunnen groeien?
Wanneer kaders onmisbaar zijn
Kaders zijn primair bedoeld om patiënten te beschermen. Niemand wil dat een beginnende preventieassistent een complexe parobehandeling uitvoert waarvoor zij niet is opgeleid. Helder omschreven afspraken over bevoegdheden en grenzen zorgen dat de juiste zorgverlener de juiste patiënt ziet.
Daarnaast bieden kaders ook veiligheid voor de medewerker zelf. Zonder duidelijke instructies ervaren assistenten druk om taken uit te voeren waarvoor ze zich niet bekwaam voelen, wat kan leiden tot stress, onzekerheid en zelfs fouten. Zoals theoretische modellen over kaders en autonomie laten zien, werken duidelijke grenzen juist bevrijdend: ze geven een medewerker houvast en ruimte om zich te concentreren op wat binnen de rol hoort.
Casus – Kaders te ruim
Jamal, preventieassistent met enkele jaren ervaring, kreeg in een praktijk zonder structureel overleg steeds complexere taken toegewezen: parostatussen maken en pockets van 6 mm behandelen zonder supervisie. Aanvankelijk voelde hij zich gevleid, maar na verloop van tijd groeide de onzekerheid. Hij wist niet meer of hij binnen zijn bevoegdheden werkte. Het gebrek aan kaders maakte hem onzeker én zorgde dat de patiëntenzorg onveilig werd.
Professionele identiteit en kaders
Kaders beschermen de waarde van ieders beroep. Voor de preventieassistent geven ze veiligheid, voor de mondhygiënist waarborgen ze het verschil in opleidingsniveau en klinische verantwoordelijkheid, en voor de tandarts bieden ze overzicht en grip op de eindverantwoordelijkheid.
Onderzoek toont aan dat duidelijke kaders bijdragen aan rolduidelijkheid, professionele trots en een efficiënte samenwerking.
Is controle of vertrouwen nodig?
In de mondzorg staat patiëntveiligheid voorop. Controle helpt om risico’s te signaleren en te voorkomen dat iemand buiten zijn of haar bekwaamheid werkt. Denk aan een preventieassistent die nog niet voldoende ervaring heeft met bepaalde handelingen. Zonder toetsing kan dat leiden tot fouten. Maar als elk detail voortdurend wordt nagekeken, voelen medewerkers zich gewantrouwd. Dit werkt demotiverend, belemmert eigenaarschap en kan leiden tot afhankelijk gedrag (“ik doe niets totdat het gecontroleerd is”). Belangrijk is dat dit niet als wantrouwen wordt gevoeld maar als onderdeel van een gezamenlijk leerproces.
Maar we horen ook vaak dat vertrouwen nodig is. Professionals groeien als ze de ruimte krijgen om verantwoordelijkheid te nemen. Vertrouwen geeft ruimte om initiatief te tonen, vergroot motivatie en versterkt de binding met het team. Bovendien draagt het bij aan psychologische veiligheid: de ervaring dat men fouten mag bespreken en ervan mag leren.
Als vertrouwen betekent dat er helemaal geen toetsing of reflectie plaatsvindt, kan dit leiden tot overschrijding van grenzen of blinde vlekken. Dus er is een balans nodig tussen controle en vertrouwen. In de zorgpraktijk werkt een de combinatie het best: duidelijke afspraken (kaders) die worden gecontroleerd waar dat cruciaal is (bijvoorbeeld bij complexe of risicovolle handelingen), gecombineerd met vertrouwen in het geroutineerde werk en regelmatige reflectiemomenten. Meer hier over bespreken we onder ‘rekbare kaders’.
De balans is te vinden in intervisie, feedbackgesprekken of periodieke evaluaties in plaats van voortdurende checklists.
Omgaan met overschrijding van kaders
Soms worden kaders genegeerd, bijvoorbeeld door zelfoverschatting of druk vanuit de praktijk. Voorbeelden: een preventieassistent die PPS3-patiënten subgingivaal behandelt, of een mondhygiënist die röntgenfoto’s indiceert en buiten het vakgebied analyseert zonder tandarts.
Aanpak:
- Benoem gedrag, niet de persoon.
- Verbind aan gezamenlijke doelen.
- Check de motivatie: soms is onvoldoende overleg de oorzaak.
- Maak afspraken zichtbaar en toetsbaar.
- Ondersteun met leiderschap.
Casus – Overschrijding door zelfoverschatting
Een paropreventieassistent nam structureel PPS3-patiënten over uit enthousiasme. Mondhygiënisten durfden dit niet bespreekbaar te maken. Pas bij een complicatie bleek dat het probleem lag in gebrek aan kaders én feedback. Door gezamenlijk afspraken te herzien en de mondhygiënist een coachende rol te geven, werd het vertrouwen hersteld.
Wanneer kaders ontwikkeling kunnen belemmeren
Te strakke kaders kunnen ook knellen. Een mondhygiënist die niets zelfstandig mag beslissen zonder eerst de tandarts te raadplegen, voelt zich niet serieus genomen. Evenzo kan een preventieassistent die enkel “handjes” mag zijn, het gevoel krijgen dat haar kennis ondergewaardeerd wordt. Te veel controle verstikt eigenaarschap en demotiveert.
Onderzoek naar professionele groei in zorgteams laat zien dat medewerkers juist floreren wanneer kaders ruimte bieden voor eigen initiatief, gecombineerd met feedback en ondersteuning.
Casus – Kaders te krap
Sophie, mondhygiënist met tien jaar ervaring, werkte in een praktijk waar de tandarts álle behandelplannen moest goedkeuren, zelfs voor eenvoudige nazorgpatiënten. Voor Sophie voelde dit als wantrouwen en een beperking van haar deskundigheid. De patiëntenzorg verliep trager en Sophie verloor motivatie. Het strakke kader smoorde professionaliteit in plaats van veiligheid te bieden.
Rekbare kaders: ruimte om te groeien
Het alternatief ligt in wat we groeikaders kunnen noemen. Dat zijn duidelijke grenzen die tegelijk ruimte laten om stap voor stap meer verantwoordelijkheid te nemen.
Voorbeeld: Een beginnende preventieassistent start met het verwijderen van tandsteen enkel in het onderfront, onder begeleiding. Naarmate ze ervaring en vertrouwen opbouwt, kan het kader uitgebreid worden, bijvoorbeeld door zelfstandig tandsteen te verwijderen met alleen nacontrole.
Essentieel: Evaluatiemomenten zijn ingebouwd: wat gaat goed, waar liggen nog grenzen? Zo groeit iemand binnen een veilige structuur, blijft de patiëntenzorg gewaarborgd en ervaart de medewerker eigenaarschap.
Onderzoek naar teamdynamiek en psychologische veiligheid benadrukt dat deze evaluatie en reflectie cruciaal zijn voor duurzame groei en motivatie.
Neurodivergente collega’s en kaders
In teams werken vaak collega’s die neurodivergent zijn. De beleving van kaders kan sterk verschillen:
- Voor sommigen bieden kaders houvast, zoals een mondhygiënist met autisme die baat heeft bij voorspelbare structuren.
- Voor anderen kunnen kaders verstikkend werken, zoals een collega met ADHD die energie en creativiteit kwijt wil in een rol met ruimte voor eigen invulling.
Flexibiliteit en dialoog zijn cruciaal: kaders dienen ondersteunend, niet uniform te zijn. Dit vergroot inclusiviteit en benut de kracht van diversiteit.
Leiderschap en gezamenlijke afspraken
Het plaatsen van kaders vraagt om leiderschap. Niet in de vorm van top-down regels, maar door gezamenlijk afspraken te maken. De tandarts of mondhygiënist bewaakt grenzen en voert het gesprek actief. De mondhygiënist kan een coachende rol spelen: inhoudelijke kaders bewaken, maar ook begeleiden. De preventieassistent moet de ruimte voelen om aan te geven waar meer begeleiding of vrijheid nodig is.
Casus – Escalatie zonder zicht op kaders
In een groepspraktijk liep de relatie tussen tandarts en mondhygiënist vast. De tandarts vond dat de mondhygiënist te vaak patiënten terugverwees, terwijl de mondhygiënist zich overvraagd voelde en onvoldoende steun ervoer. Pas na inschakeling van een mediator werd duidelijk dat het conflict draaide om onuitgesproken kaders. Door expliciete afspraken en gezamenlijke herziening ontstond weer helderheid en vertrouwen.
Kaders als springplank
De kunst is dynamische kaders creëren: stevig genoeg voor veiligheid en kwaliteit, flexibel genoeg voor groei. Samenwerking wordt pas echt sterk als kaders niet worden gezien als macht, maar als springplank voor ontwikkeling.
Transcendentie: boven de kaders uitstijgen
Naast harde, rekbare of flexibele kaders bestaat er nog een andere dimensie: transcendentie. Dit gaat niet om het loslaten van kaders, maar om het vermogen om de betekenis erachter te zien en er bovenuit te stijgen.
Wat is transcendentie?
Transcendentie betekent letterlijk “overstijgen”. In een professionele context gaat het om het vermogen om voorbij de letterlijke regels en afspraken te kijken, naar het bredere doel dat ze dienen: veilige, kwalitatieve en mensgerichte zorg. Het is een proces waarin professionals zich niet alleen houden aan kaders, maar deze leren begrijpen als hulpmiddel om samen verder te komen.
Het proces van transcendentie
- Bewustwording – Professionals kennen de kaders en weten waar de grenzen liggen.
- Reflectie – Ze onderzoeken waarom die kaders bestaan: voor veiligheid, groei of kwaliteit.
- Overstijging – Ze leren handelen vanuit het doel achter het kader in plaats van enkel vanuit de regel zelf.
- Integratie – In het team ontstaat een cultuur waarin kaders niet meer als beperking, maar als middel voor gezamenlijke ontwikkeling worden ervaren.
Belang voor de mondzorgprofessional en het team
- Voor de individuele professional geeft transcendentie zingeving en trots: het werk gaat niet alleen over “wat mag ik wel of niet”, maar over de bijdrage aan het grotere geheel van patiëntenzorg.
- Voor het team betekent transcendentie dat samenwerking niet vastloopt op grenzen, maar gedragen wordt door een gezamenlijke visie. Teams die transcendent denken, zijn beter in staat om spanningen rond bevoegdheden en taken te bespreken zonder te vervallen in strijd of rigiditeit.
Relatie met kaders
Transcendentie betekent niet dat kaders verdwijnen. Integendeel: ze blijven nodig als fundament. Het verschil is dat professionals ze niet langer als eindpunt zien, maar als startpunt. Het gaat niet meer om de vraag “Mag dit binnen mijn rol?”, maar om “Hoe dragen mijn handelen en de kaders samen bij aan de best mogelijke zorg?”
Het risico van zwart-wit denken in kaders
Kaders zijn bedoeld als steun, maar kunnen verstikkend worden wanneer ze te letterlijk of mechanisch worden toegepast. Zwart-wit denken ontneemt de professional de ruimte om context mee te wegen en tast het vertrouwen van de patiënt aan.
Casus – Vastlopen in cijfers
In een praktijk werd afgesproken dat een bloedingsindex van maximaal 15% acceptabel was. Tijdens een controle mat een preventieassistent bij een patiënt een bloedingsindex van 16%. In plaats van dit te bespreken als een kleine afwijking met ruimte voor verbetering, wees de assistent de patiënt streng terecht: “U zit boven de norm, dit is echt niet goed.” De patiënt voelde zich afgebrand, terwijl het verschil in werkelijkheid marginaal was en met wat extra instructie goed begeleid had kunnen worden.
Het strikt hanteren van de grens zonder oog voor nuance leidde tot demotivatie bij de patiënt en spanningen in de relatie. Bovendien voelde de preventieassistent zich achteraf onzeker: had zij wel juist gehandeld door zo hard te reageren? Het kader dat veiligheid moest bieden, werd een valkuil omdat het zonder context werd toegepast.
Les: Regels en cijfers zijn hulpmiddelen, geen absolute waarheden. Transcendentie helpt om kaders te gebruiken als richtingaanwijzers, met oog voor het grotere doel: motivatie, kwaliteit van zorg en het behoud van vertrouwen in de behandelrelatie.
Casus – Niet denken maar doen
In een praktijk wordt afgesproken dat de besproken tijd maximaal benut moet worden nadat is gebleken dat de afspraken van de preventieassistent vaak maar 15 minuten worden gedeclareerd terwijl er een half uur in de agenda staat. Een preventieassistent maakt daarop keurig steeds de 30 minuten vol en declareert vervolgens een keer M01 en 5 keer M03. Dit lijkt goed totdat de bloedingsindex erbij wordt gelegd. De bloedingsindex is bij veel van haar patiënten slechts 5% en ook de plakindex blijkt erg laag. Wat is er aan de hand? Bij navraag blijkt ze nu overal te scalen en op elke plek 10 keer heen en weer te gaan met haar scaler, ook als er geen plak of tandsteen te vinden is. Ook krijgen al haar patiënten elke keer een instructie, ook als ze dit al goed doen. Hier zijn de kaders op de letter gevolgd maar niet goed begrepen. Er wordt afgesproken om de behandeltijd in de agenda in te korten en sommige patiënten in het geheel niet meer in te plannen.
Conclusie
Kaders zijn onmisbaar voor veiligheid, rolduidelijkheid en professionele identiteit, maar kunnen ook groei stimuleren als ze dynamisch en adaptief worden ingezet. De kunst is een balans te vinden: grenzen die beschermen, én ruimte die professionals laat ontwikkelen. Transcendentie helpt om kaders te zien als springplank en richtingaanwijzer in plaats van als muren. Zo worden kaders een fundament én springplank voor sterke samenwerking in de mondzorg.
Soort kader
Soort kader | Kenmerken | Effect op veiligheid | Effect op groei / motivatie |
Hard kader | Strikt, weinig ruimte voor eigen invulling | Laag: beperkt eigenaarschap, kan demotiverend werken | |
Te krap kader | Alle beslissingen moeten worden goedgekeurd | Gemiddeld: veiligheid is formeel gewaarborgd, maar soms vertraging | Laag: frustratie, beperkt initiatief en professionele ontwikkeling |
Te ruim kader | Veel vrijheid zonder toezicht | Laag: risico op fouten of overschrijding van bevoegdheden | Gemiddeld/hoog: kan initiatiefrijk zijn, maar onzekerheid ontstaat |
Rekbaar kader |
Tips voor gebruik
- Begin met duidelijke kaders voor nieuwe medewerkers.
- Breid het kader geleidelijk uit op basis van ervaring en vertrouwen.
- Bespreek regelmatig: wat werkt, wat kan losser, wat moet strakker?
- Zorg dat iedereen in het team de kaders begrijpt en ermee instemt.
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.
Gebruikte bronnen:
Literatuur over kaders en professionele groei in zorgpraktijken
- Professionaliteit in de zorg
Samenvatting: Dit boek zet aan tot reflectie en gesprekken over thema’s en dilemma’s in de zorg. Het is geschreven voor iedereen die in de zorg wil gaan werken of al werkzaam is. Cruciaal bij de ontwikkeling van professionaliteit in de zorg is reflecteren op je eigen denken, doen en laten. - De dokter en de vakgroep – Paul Wormer
Samenvatting: In dit boek doet Paul Wormer praktische suggesties om de huisartsenzorg en de samenwerking binnen praktijken en professionele teams goed en efficiënt te organiseren. Het boek richt zich op het tweede vak van de dokter: het leidinggeven en samenwerken binnen de praktijk, vakgroep en andere teams. - Kaders: Waarom grenzen juist vrijheid scheppen
Samenvatting: Dit boek onderzoekt hoe duidelijke kaders in organisaties kunnen bijdragen aan zelfsturing, psychologische veiligheid en teamperformance. Het biedt inzichten van experts over hoe kaders zelfsturing kunnen ondersteunen zonder te vervallen in rigide controle. (Managementboek) - Ruimte vinden binnen de kaders
Samenvatting: Dit boek bespreekt hoe je de creativiteit en eigen verantwoordelijkheid van professionals kunt aanspreken binnen de gevestigde regels. Het benadrukt dat het bereid zijn om regels ter discussie te stellen, ruimte kan creëren voor innovatie en groei. (De Professionele Dialoog)
Literatuur over transcendentie
- Peeters, M., & Van Eerde, F. (2021). Overstijgend samenwerken: zingeving en professionaliteit in teams. Amsterdam: Boom Uitgevers.
Dit boek bespreekt hoe professionals binnen organisaties kunnen groeien door voorbij structuren en regels te kijken. Het concept transcendentie wordt belicht als sleutel tot samenwerking die niet alleen efficiënt is, maar ook betekenisvol. Het laat zien hoe kaders niet verdwijnen, maar worden gebruikt als fundament voor ontwikkeling, vertrouwen en duurzame samenwerking. - Taylor, C. (1991). The Ethics of Authenticity. Harvard University Press.
Taylor verbindt transcendentie aan authenticiteit en zingeving in het professionele en persoonlijke leven. Zijn werk biedt een filosofische basis om te begrijpen waarom het overstijgen van kaders belangrijk is voor het behouden van menselijkheid binnen structuren. - Frankl, V. E. (2004). De zin van het bestaan. Utrecht: Servire.
Hoewel geschreven vanuit een existentiële en psychologische invalshoek, laat dit boek zien hoe transcendentie – het richten op een groter doel – cruciaal is voor motivatie en professionaliteit. Dit idee is toepasbaar binnen zorgteams die hun werk willen verbinden aan bredere waarden.
Thuisstudies
- Zorgcoördinator
- Toegepaste Psychologie