Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs heeft de rechter een belangrijke uitspraak gedaan. Hieruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

In de mondzorg wordt, zoals in bijna alle sectoren, veel gewerkt met tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken voor de praktijk op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs deed de rechter een voor mondzorgpraktijken belangrijke arbeidsrechtelijke uitspraak. Daaruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

Schriftelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid geldt de zogenaamde aanzegplicht op basis waarvan een werknemer 1 maand voor het aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (6 maanden of langer) geïnformeerd moet worden over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Deze mededeling dient schriftelijk te gebeuren. Doet de werkgever dat niet dan is zij maximaal het maandsalaris van de werknemer verschuldigd, naar rato dat de werknemer te laat is geïnformeerd

In de jurisprudentie heeft zich onlangs een situatie voorgedaan waarbij de werkgever wel verder wilde met de werknemer en dat – naar eigen zeggen – ook mondeling had gecommuniceerd. De werknemer in kwestie met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft op enig moment aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen. Vervolgens maakte de werknemer echter aanspraak op een totale maandvergoeding omdat de werkgever had nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren over het wel of niet voortzetten van de overeenkomst. Saillant detail was dus dat de werknemer echter zelf had aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen.

In deze zaak wordt door de rechter voorbijgegaan aan het aanbod van de werkgever om te bewijzen dat mondeling met de werknemer is besproken verder te willen. De rechter oordeelt dat de werkgever een totale maandvergoeding verschuldigd is omdat zij heeft nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren. Daarbij gaat de rechter voorbij aan het feit dat de werknemer op eigen initiatief is vertrokken.

Uiterlijk 1 maand van tevoren én schriftelijk

Dit is natuurlijk bijzonder zuur in de setting dat een werkgever ervan uit gaat dat een werknemer blijft en dat ook mondeling als zodanig heeft besproken. Wij wijzen u er daarom op dat u op basis van deze jurisprudentie niet kunt volstaan met een mondelinge afspraak voor (wel of geen) verlenging van een overeenkomst voor bepaalde termijn. Wilt u de arbeidsovereenkomst van een werknemer voor bepaalde tijd verlengen of juist niet voortzetten, dan moet u dat uiterlijk 1 maand van tevoren schriftelijk aan deze werknemer laten weten. Overigens kan dit laatste ook per e-mail en valt ook niet uit te sluiten dat zelfs een SMS- of WhatsAppbericht afdoende is. U moet alleen wel kunnen bewijzen dat de informatie de werknemer ook daadwerkelijk heeft bereikt. Een aangetekende brief of de werknemer laten tekenen voor ontvangst verdient daarom altijd de voorkeur. Denkt u hier wel aan, want anders kunt u als praktijkhouder verrast worden met onaangename consequenties.

Door: Lisanne Brouwer en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving