Innovatie in de tandheelkunde door 3D-printers

3D-printen brengt veel innovatieve technologieën met zich mee, waar onder andere tandartsen en chirurgen veel aan kunnen hebben. Speciaal voor tandartsen ontwierp Atum 3D een 3D-printer, gespecialiseerd in het maken van boormallen voor tandartsen.

Boormal voor tandartsen
Deze 3D-geprinte boormallen zorgen ervoor dat een tandarts in de juiste richting en diepte boort, waardoor implantaten beter kunnen worden geplaatst. Hiervoor maakt deze printer gebruik van de zogenaamde DLP-techniek, digital light processin. Hierbij worden de geprinte 3D-producten uitgehard met licht.

Zaagmal voor chirurgen
Ook Xiloc focuste op de tandheelkunde, en ontwikkelde een prototype van een zaagmaal, die nauwkeurig kan weergeven waar precies gezaagd moet worden, wat ervoor kan zorgen dat een operatie sneller en beter verloopt. Dit kan zeer handig zin voor chirurgen. Bij deze 3D-printer werd gebruik gemaakt van een SLS-printer, selective laser sintering. Hierbij worden de verschillende materialen stuk voor stuk aan elkaar gesmolten, door gebruik van een laser. Dit prototype is op dit moment nog in ontwikkeling en er wordt verder onderzocht naar overige mogelijke materialen en toepassingen.

Bron:
Kunststof en Rubber

Lees meer over: 3D-printen, Thema A-Z
afweergedrag

Afweergedrag bij mondzorg bij ouderen

Het kan voorkomen dat oudere patiënten thuis of in verpleeghuizen afweergedrag vertonen wat betreft mondzorg. Mocht dit zo zijn, dan is het belangrijk om methodisch te werk te gaan. Het volgende stappenplan, gemaakt door Archipel Zorggroep, kan hierbij van pas komen:

STAP 1: Kijk of het afweergedrag structureel is
Mocht een patiënt meerdere malen per week afweergedrag vertonen, of vier of meer dagen geen mondzorg toelaten, dan is de kans groot dat er sprake is van structureel afweergedrag. Mocht dit zo zijn, dan wordt het aangeraden om vooral rustig de tijd te nemen om de mondzorg toe te passen en ook vooral om niet te blijven aandringen. Dit kan averechts werken. Probeer het daarentegen liever later nog eens.

STAP 2: Bespreek het afweergedrag met anderen
Het is belangrijk om uit te vinden waar het afweergedrag vandaan komt. Vaak is het hiervoor goed om te overleggen met zowel de patiënt en familie, als met andere tandartsen, artsen of een psycholoog. Dit kan meer inzicht geven in de situatie.

STAP 3: Onderzoek het afweergedrag
Het is goed om een patroon te proberen ontdekken in het afweergedrag. Dit gaat het makkelijkst door middel van observatie van het gedrag, en door te kijken naar symptomen, situaties, contact tussen u en de patiënt, en dergelijke. De uitkomst van de observaties kan worden besproken met anderen.

STAP 4: Plan toepasbare interventies
Door het nemen van verschillende stappen kan het afweergedrag worden aangepakt. Specifieke oorzaken of situaties vragen om bepaalde interventies. Kijk daarom goed naar welke interventie het beste bij de patiënt past.

STAP 5: Resultaat
Na het toepassen van bepaalde maatregelen, is het belangrijk om te kijken welk resultaat dit heeft gehad op de patiënt. Bekijk en bespreek de uitkomsten en eventuele vooruitgang en leg dit vast in het zorgdossier.

Bron: Zorgvoorbeter.nl

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Postmenopauzale vrouwen met tandvleesaandoeningen hebben een verhoogd risico op borstkanker

Postmenopauzale vrouwen met tandvleesaandoeningen hebben een verhoogd risico op borstkanker. Vooral vrouwen die roken (of hebben gerookt) is de kans op tandvleesproblemen, en daarmee op borstkanker, groot. Dit blijkt uit onderzoek gepubliceerd in Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention.

Ontwikkeling
In het huidig onderzoek zijn 73.734 postmenopauzale vrouwen gemonitord. Geen van deze vrouwen heeft eerder borstkanker gehad. 26,1% had parodontitis. Bijna 7 jaar later waren 2.124 vrouwen gediagnosticeerd met borstkanker. Volgens de onderzoekers was het risico op borstkanker 14% hoger bij vrouwen met parodontitis.

Parodontitis, borstkanker en roken
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat rokers meer kans hebben op tandvleesaandoeningen. De rookstatus is dan ook meegenomen in het onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat:

  • Vrouwen met parodontitis die ergens in de afgelopen 20 jaar gestopt zijn met roken, een verhoogd risico hebben van 36% op borstkanker.
  • Vrouwen met parodontitis die nu nog roken, een verhoogd risico hebben van 32% op borstkanker. Dit verband is echter niet statisch significant.
  • Vrouwen met parodontitis die nooit hebben gerookt, een verhoogd risico hebben van 6% op borstkanker.
  • Vrouwen met parodontitis die meer dan 20 jaar geleden zijn gestopt met roken, een verhoogd risico hebben van 8% op borstkanker.

Mogelijke link
Uit eerder onderzoek blijkt dat de bacteriën in de mond van (ex-)rokers verschillen van de bacteriën in de mond van niet-rokers. Een mogelijk verband tussen parodontitis en borstkanker zou dan ook kunnen zijn dat bacteriën uit de mond in de bloedsomloop terecht komen en zo het borstweefsel aantasten. Echter is hier meer onderzoek nodig of dat een daadwerkelijke oorzaak zou kunnen zijn.

Bron:
CEBP



Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Mensen met hoger inkomen gaan vaker naar tandarts en mondhygiënist

Mensen met hoger inkomen gaan vaker naar tandarts en mondhygiënist

Hoe hoger het inkomen, hoe meer Nederlanders de tandarts of mondhygiënist bezoeken. Gemiddeld bezocht 80% van de Nederlanders in 2015 de tandarts en 30% de mondhygiënist. Iets meer dan de helft van de twaalf tot zestienjarigen bezocht de orthodontist. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Van de Nederlanders uit de laagste twee inkomensklassen bezocht 70% de tandarts. Bij de hoogste inkomensklasse loopt tandartsbezoek op tot bijna 90% en tot 40 % voor bezoek aan de mondhygiënist.

Ander verband
Dit verband tussen inkomen en bezoek aan tandarts en mondhygiënist is anders dan de link tussen inkomen en andere zorgvormen. Mensen met een lager inkomen bezoeken vaker de huisarts, specialist of psycholoog dan mensen met een hoger inkomen.

Tandartsbezoek jongeren
Van de volwassenen bracht 80% van de vrouwen en 77% van de mannen een bezoek aan de tandarts. Bij jongeren van 12 tot 16 ligt dit hoger: 97% van hen bezocht de tandarts. Vanaf 20-jarige leeftijd daalt het aandeel dat een tandarts bezoekt naar ongeveer 80%. 75-plussers gaan het minst naar de tandarts: vorig jaar bezocht slechts de helft van hen een tandarts. In 2013 had 70% van deze leeftijdsgroep een kunstgebit.

Meer naar de mondhygiënist
Nederlanders gingen in 2015 vaker naar de mondhygiënist: in 2014 bezocht 28% de mondhygiënist wat in 2015 opliep naar 30%. Afgelopen jaar ging 29% van de mannen en 32% van de vrouwen naar de mondhygiënist. In de leeftijdsgroep 50 tot 55-jarigen is het bezoek aan de mondhygiënist het hoogtst met 38%.

Helft van de jongeren naar de orthodontist
Circa de helft van de 12- tot 16-jarigen bezocht in 2015 de orthodontist. Bij de 16- tot 20-jarigen was dit aandeel nog een kwart, en vanaf twintig jaar ligt het rond de 3 procent.

Bron:
CBS

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Update implantologie: Korte implantaten – sneller en goedkoper

Gerry Raghoebar, onderzoeker op het gebied van implantologie, sprak tijdens het TP congres over de laatste stand van zaken op gebied van implantologie: korte implantaten en direct implanteren.

100% implantaatoverleving
Gerry Raghoebar is onderzoeker op het gebied van implantologie. Hij legde uit dat korte implantaten worden bestudeerd en dat de patiënten een jaar zijn vervolgd. Hij besprak twee studies uit het proefschrift van Felix Guljé en daaruit bleek maar liefst 100% implantaatoverleving. Over korte implantaten spreekt men als het implantaat kleiner is dan 7 mm. Korte implantaten kunnen in geresorbeerde kaken worden geplaatst. Een bot opbouw is daardoor overbodig geworden. Door gebruik van korte implantaten kan de behandeling een stuk sneller worden uitgevoerd en bovendien een stuk goedkoper. Helaas is het resultaat op de langere termijn (nog) onbekend.

Direct implanteren
Wat ook een stuk sneller is, is het direct na extractie van een gebitselement een implantaat plaatsen. Ook hierbij zijn op de korte termijn uitstekende resultaten geboekt. Maar bij te weinig bot in de extractiealveole en recessie van de mucosa moet dit niet uitgevoerd worden. Dan kan er een botopbouw worden gedaan en moet drie maanden gewacht worden alvorens het implantaat te plaatsen. Raghoebar liet een foto zien van een jonge vrouw die een ongeluk had gehad. De 21 met een fistel werd getrokken. Hierbij is het wel heel belangrijk dat de alveole goed wordt gereinigd alvorens het implantaat geplaatst wordt. Het direct plaatsen vergt een ervaren operateur. Helaas geldt ook bij direct plaatsen dat het lange termijneffect (nog) niet duidelijk is.

Gerry Raghoebar voltooide zijn studie tandheelkunde en geneeskunde te Groningen. Vanaf 1988 is hij als MKA-chirurg werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Op 1 januari 2006 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen met als persoonsgebonden leerstoel Implantologie. Naast de klinische werkzaamheden verricht en begeleidt hij onderzoek, en is hij als docent betrokken bij het onderwijs. Hij geeft verschillende postacademische cursussen en voordrachten in binnen- en buitenland.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van het TP Congres. 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
filmtandarts

Filmtandartsen die u bij blijven

Er bestaan redelijk veel films waar tandartsen in voorkomen. Via opiniepeilingen zijn er twaalf favoriete ‘film-tandartsen’ geselecteerd door de Amerikaanse website MovieFanFare.com.

1. Dr. “Painless” Potter in The Paleface (1948)
Bob Hope speelde deze hoofdrol in de komische western. In deze film neemt Calamity Jane het op tegen bandieten die wapens leveren aan indianen. Als dekmantel trouwt ze met de laffe tandarts Peter Potter. In haar strijd tegen de wapensmokkelaars moet ze een beroep doen op zijn diensten. Het scenario werd geïnspireerd door een daadwerkelijke tandarts in de late jaren 1800, “Painless Parker”, die een rotte tand pijnloos kon extraheren voor 50 cent.

2. Dr. Christian Szell in Marathon Man (1976)
In New York City vindt een reeks mysterieuze moorden plaats. Ook de leden van de geheime overheidsorganisatie The Division worden één voor één vermoord. Thomas Levy is een laatstejaarsstudent, en tevens een erg goede loper, die ziet hoe zijn broer vermoord wordt. Thomas wordt in het mysterie meegesleurd en ontdekt dat de tandarts Dr. Christian Szell achter de moorden zit.

3. The Dentist (1932)
W.C. Fields speelt een tandarts die patiënten krijgt met ongewone fysieke eigenschappen zoals een kleine behaarde man en een vrouw met een paardengezicht. Hij probeert hen te behandelen met boor zonder pijnstillers te gebruiken. Met een van zijn patiënten begint hij zelfs te worstelen om een pijnlijke tand uit te halen.

4. Dr. Orin Scrivello in Little Shops of Horrors (1986)
De bloeddorstige plant eet uiteindelijk de sadistische Dr. Scrivello op die vrij wrede behandelingen op zijn patiënten uitvoerde.

5. Dr. Walter “Painless Pole” Waldowski in Mash (1970)
De VS zijn betrokken bij de Koreaanse oorlog en veel gewonden worden opgevangen in verschillende Mobile Army Surgical Hospital (MASH)-eenheden. Als blijkt dat tandarts “Painless Pole” Waldowski problemen heeft met zijn libido, denkt hij homoseksueel te zijn geworden en wil zelfmoord plegen.

6. Dr. Sheldon Kornpett in The In-Laws (1979)
De tandarts Sheldon Kornpett regelt een grote diefstal van drukstalen. De uitvoerders willen anderhalf miljoen in één dag terwijl hij het druk heeft met het huwelijk van zijn zoon wiens schoonfamilie hij nog nooit ontmoet heeft. Door zijn toedoen worden zij ook bij de zaak betrokken.

7. Dr. King in Django Unchained (2012)
Pemiejager Schultz doet zich voor als de tandarts Dr. King en koopt de vrijheid van de slaaf Django. Samen gaan ze op zoek naar zijn vrouw die als slaaf is gekocht door slavendrijver Calvin Candie. Het plan om haar te bevrijden wordt echter gedwarsboomd door Candies huisslaaf Stephen.

8. Dr. Frank Sangster in Novocaine (2001)
Een tandarts wordt verdacht van moord nadat hij een patiënt drugs heeft voorgeschreven.

9. Dr. Wilbur Wonka in Charlie and the Chocolate Factory (2005)
De vader van Willy Wonka verbied Willy om snoep te eten. Uiteindelijk begint Willy een eigen snoepfabriek.

10. Dr. Alan Feinstone in The Dentist (1996)
In deze Amerikaanse griezelfilm is Dr. Alan Feinstone een ‘normale’ tandarts met een perfect leven; een mooie vrouw, een mooi huis en een goede reputatie. Echter wanneer zijn vrouw Brooke vreemdgaat slaat Alan door. Hij krijgt last van waanbeelden van verrotte gebitten en zijn vrouw krijgt uiteindelijk een speciale behandeling aan haar gebit. Helaas worden ook enkele patiënten slachtoffer van Alan, die hij bewerkt met zijn vlijmscherpe messen, drillende boren en fijne haakjes.

11. Dr. Phillip Sherman in Finding Nemo (2003)
Dr. Sherman is een geanimeerde tandarts in de film Finding Nemo. Vissen spelen de hoofdrol in deze film, waarvan een gedeelte opgesloten is in het aquarium in de tandartspraktijk. De vissen ‘zitten’ zo dan ook op de eerste rij van alle tandheelkundige behandelingen.

12. Dr. Stuart Price in The Hangover (2009, 2011, 2013)
The Hangover is een komedie over drie vrienden die in 24 uur in vreemde situaties verzeild raken zoals oog in oog staan met een tijger in de badkamer en opeens opgescheept zitten met een zes maanden oude (en onbekende) baby. De tandarts in deze populaire reeks is de meest bezorgde van de drie en verliest in de eerste film een tand.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Slaapapneu

Luchtpomp en antisnurkbeugel verlagen bloeddruk bij patiënten met slaapapneu

Zowel de luchtpomp (CPAP) als de antisnurkbeugel (MRA) verlaagt de bloeddruk bij patiënten met obstructieve slaap apneu (OSAS). Dit blijkt volgens een nieuw onderzoek gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association.

OSAS
In Nederland zijn er zo’n 500.000 mensen zijn met obstructief slaap apneu syndroom (OSAS). Dit is een slaapstoornis waarbij sprake is van ademstilstand tijdens het slapen. De meeste klachten van OSAS-patiënten gaan over het snurken, de vermoeidheid en verstoorde slaappatronen. Slaapapneu kan ook ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. De aandoening wordt geassocieerd met zuurstofverlies en slapeloosheid, dat kan leiden tot bloeddrukverhoging en het risico op hart- en vaatziekten. Er zijn zowel niet-chirurgische als chirurgische behandelingsmethoden voor slaapapneu.

CPAP en MRA
Met hulp van een CPAP (continous positive airway pressure) worden de luchtwegen onder geringe overdruk opengehouden. Sommige patiënten krijgen in plaats van een CPAP, een mondbeugel (mandibulair repositie apparaat, MRA). De mondbeugel houdt de onderkaak tijdens het slapen naar voren. Dat voorkomt dat de onderkaak en tong naar achteren zakken en de luchttoevoer ter hoogte van de keel geblokkeerd raakt.

Onderzoek
In het huidig onderzoek hebben de onderzoekers CPAP en MRA met elkaar vergeleken om te kijken wat voor invloed de apparaten hebben op de bloeddruk van de patiënten. Zij hebben hiervoor een meta-analyse uitgevoerd van 51 onderzoeken, met een database van 4888 OSAS-patiënten.

Resultaten
Zowel CPAP en MRA verlaagt de bloeddruk bij OSAS-patiënten. De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen CPAP en MRA betreft een verandering in bloeddruk.

Bron:
Journal of the American Medical Association 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Standpunt ANT over opleidingen assisterend personeel

De ANT heeft haar ‘Standpunt Opleidingen Assisterend Personeel in de Tandartspraktijk’ uitgebracht waarin zij de opleiding voor assisterend personeel structureert.  Aan de hand van rolbeschrijvingen in de tandartspraktijk worden er drie (A, B en C) diploma’s voor tandartsassistenten beschreven, waarvan er één voor een nieuwe functie is: de paro-assistent, vergelijkbaar met de ‘klassieke mondhygiënist’.

Nieuwe opleiding tot paro-assistent
De opleiding tot tandartsassistent kan volgens de ANT met een A, B en C diploma een gestructureerd karakter krijgen dat ook voor patiënten makkelijk te begrijpen is. Het A-diploma staat voor de omloop- tot stoel-assistent, dat conform het bestaande ANT standpunt modulair is opgebouwd; meer opleiding waar het nodig is, minder waar het kan. Het B-diploma staat voor de preventie-assistent zoals we die nu ook kennen. Het C-diploma komt te staan voor een nieuwe opleiding tot ‘paro-assistent’ en omvat de volledige preventie-opleiding, plus de huidige paropreventie en paropreventie-nazorg opleidingen; sterk vergelijkbaar met de ‘klassieke mondhygiënist’.

De ANT is van mening dat de paro-assistent als een nieuwe functieomschrijving met bijbehorende opleiding ingevoerd kan worden. “Het heeft gezien de loopbaan van de student en de doorstroommogelijkheden van deze opleiding de voorkeur dat voorafgaand aan de start het niveau Mbo-4 is gehaald. Duidelijk een stap boven het niveau van de stoel-assistent en de preventie assistent, maar nog steeds vallende binnen het kader van de taakdelegatie onder leiding van de tandarts.”

Taakherschikking
Volgens de ANT kan deze nieuwe structuur de door de overheid geplande taakherschikking vermijden. Al 15 jaar staat taakherschikking in de tandheelkunde op de agenda van het ministerie van Volksgezondheid (VWS). Minister Schippers heeft het voornemen om de Wet BIG te verruimen waarbij mondhygiënisten meer taken krijgen als het toedienen van anesthesie, boren van tandbederf en het interpreteren van röntgenfoto’s.

De ANT is het niet eens met deze verruiming en onderneemt nu actie richting VWS, politiek en betrokken partijen. De taakherschikking is volgens de ANT een verkapte vorm van bezuiniging: mondhygiënisten zouden bepaalde taken voor lagere tarieven dan tandartsen kunnen uitvoeren. De beroepsvereniging denkt ook dat mondhygiënisten geen ruimte hebben voor deze taken, “zij hebben nu al de handen vol aan preventieve mondzorg en het genezen van tandvleesziekten.” Ook is de ANT ervan overtuigd dat “patiënten meer nadelen dan voordelen zullen ondervinden als Nederland als enig land op deze wijze een significant afwijkend stelsel doorvoert. Dit zal leiden tot grote verwarring en misleiding bij de patiënt.”

De NVM gaf in juli 2014 in een brief aan VWS aan de wetswijziging voor taakherschikking te zullen steunen. De ANT vraagt zich af of voldoende mondhygiënisten deze mening delen.

Bron:
Persbericht ANT

Lees meer over: Kennis, Scholing, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Henry Schein voor vijfde keer gekozen als ’s werelds meest ethische onderneming

Voor het vijfde achtereenvolgende jaar is Henry Schein gekozen als ’s werelds meest ethische onderneming door het Ethisphere Institute.

De verkiezing is een erkenning van ondernemingen die principes weten te verenigen met actie, zich onvermoeibaar inzetten om vertrouwen te integreren in hun bedrijfs-dna en zodoende helpen vorm te geven aan de industrienormen van de toekomst door de beste praktijken van de toekomst vandaag al te introduceren in hun bedrijfsvoering.

Categorie gezondheidsproducten
Henry Schein is voor het vijfde achtereenvolgende jaar erkend en als enige uit de categorie gezondheidsproducten. “Wij zijn er trots op dat we samen met een aantal wereldwijd succesvolle ondernemingen opnieuw door Ethisphere erkend zijn,” aldus Stanley M. Bergman, voorzitter en algemeen directeur van Henry Schein, Inc. “Bij Henry Schein begrijpen we dat succes meer inhoudt dan mooie cijfers. Al sinds 1932 is ons streven “het goed te doen door het goede te doen”. Daarmee hebben we langdurige economische en maatschappelijke waarde gecreëerd door uitzonderlijke ethische normen te hanteren voor onze bedrijfsvoering en een bedrijfscultuur te creëren die gekenmerkt wordt door zorg.”

Duurzaamheid bij Henry Schein
Bij de kantoren en distributiecentra van Henry Schein ligt de focus op een bewonderenswaardige manier op duurzaamheid. Dit heeft geleid tot allerlei initiatieven, variërend van efficiëntere verlichting, verwarming en airconditioning, beperking van de uitstoot van broeikasgassen, LEED-certificatie enz.”, aldus Timothy Erblich, directeur van Ethisphere.

Bekijk de complete lijst van de World’s Most Ethical Companies van 2016.

Lees meer over: Actueel, Carrière, Thema A-Z

Erosieve slijtage: wat is waar en niet waar?

Verslag van de lezing van mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Ontbijten
Veel tandheelkundigen adviseren om te wachten met tandenpoetsen als de patiënt iets zuurs heeft geconsumeerd. Maar ja, wat neem je dan als ontbijt en wanneer ga je dan poetsen? Veel ouders ervaren opstaan als spitstijd en kunnen simpelweg niet zo flexibel zijn. Gelukkig vertelde Huysmans dat het eigenlijk niet zo gek veel uitmaakt of nu wel of niet vlak na het consumeren van zuur gepoetst wordt. De tong kan namelijk ook slijtage geven. Voordat de tandenborstel ook maar in de buurt komt, heeft de tong al voor slijtage gezorgd. De tandenborstel zal waarschijnlijk niet zo’n groot aandeel hebben in de mate van slijtage. Maak je dus niet al te druk om het poetsmoment voor of na het ontbijt.

Verschillen en overkomsten erosieve slijtage en cariës
Het Ivoren Kruis heeft het Advies Cariëspreventie uitgebracht. In dit advies staat onder andere dat zeven eet- of drinkmomenten het basisadviesis om cariës te voorkomen. Dit basisadvies kan overgenomen worden bij de preventie van erosieve gebitsslijtage. Ook hierbij geldt dat als de zeven eet- of drinkmomenten worden overschreden, de kans op erosieve slijtage toeneemt..

Een groot verschil tussen erosieve slijtage en cariës is dat cariës niet normaal is: cariës is een ziekte. Met slijtage zal echter iedereen vroeg of laat te maken krijgen. Fysiologische slijtage is normaal, de tand des tijds slijt gebitselementen af. Versnelde, pathologische slijtage kan leiden tot problemen, zoals pijn en een verstoorde functie en esthetiek.

Een overeenkomst is dat erosieve slijtage net als cariës ‘arrested’ kan worden. De mate van slijtage blijft dan gelijk en is niet progressief.

Groot probleem?
Van de 15-jarigen heeft volgens onderzoek 44% erosieve slijtage. Dat klinkt veel, maar slechts een kwart hiervan heeft ernstige slijtage: slijtage tot in het dentine. Dit criterium werd echter in het onderzoek al snel gegeven. Daarom de vraag: Is het probleem wel echt zo erg? “Hoogstwaarschijnlijk krijgt slechts 1% van de mensen uiteindelijk echt ernstige slijtage. Het probleem is dus niet zo groot als je soms hoort. Maar daar waar het ernstig is of gaat worden, moeten we alert zijn. Deze patiënten moeten we op tijd eruit zien te pakken”, adviseert Huysmans.

Maagzuur grotere rol dan gedacht
Maagzuur speelt een grotere rol dan we met zijn allen denken. Althans bij volwassenen. We moeten daarom goed doorvragen als we tekenen van erosieve slijtage zien. Veel mensen geven namelijk niet uit zichzelf aan last te hebben van maagzuur. Vraag daarom aan patiënten met erosieve slijtage waarbij niet snel een oorzaak te vinden is of ze last van maagzuur hebben. Vraag naar oprispingen en overgeven, brandend maagzuur en dergelijke.

Kinderen met reflux en erosieve slijtage komen ook voor maar de relatie is daarbij (nog) niet aangetoond. Wel is bekend dat er een sterke relatie is tussen astma en reflux. Longklachten door reflux is waarschijnlijk maar nog niet geheel causaal aangetoond. Maar let u wel op het hoesten, keelpijn en pijn bij het slikken bij patiënten met erosieve slijtage. Dit kan een aanwijzing zijn voor de oorzaak van de slijtage.

Kwaliteit van het speeksel
Een goede pellicle kan waarschijnlijk zorgen dat zuur niet in contact komt met tandoppervlak. De ene pellicle beschermt goed en de ander niet. Er was zelfs bij het onderzoek een persoon waarbij de pellicle de erosieve slijtage juist verergerde. De een kan dus meer zuur hebben dan de ander.
Het advies om kaas, yoghurt of melk te nuttigen blijft onveranderd. Volgens Huysmans is dit een stuk effectiever dan na de maaltijd met water naspoelen. Er zijn aanwijzingen dat het melkeiwit caseïne door inbouw in de pellicle het tandoppervlak beschermt.

Fluoride
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat fluoride ook een rol kan spelen in de preventie van erosieve slijtage. Vooral formuleringen met tin (tinfluoride en/of tinchloride in combinatie met fluoride) lijken erosieve slijtage te kunnen verminderen.

Erosieve slijtage komt vaak niet alleen
Het is vaak lastig te achterhalen of de erosieve slijtage fysiologisch is of pathologisch. Met regelmaat is het een combinatie van beide. Attritie, abrasie en erosie gaan tevens hand in hand. “Dus let niet alleen op frisdrankgebruik en kijk uit voor tunnelvisie. Probeer zoveel mogelijk informatie in te winnen en denk na.” Let op: vaak spelen meerdere componenten mee bij slijtage. Vraag niet alleen wat geconsumeerd wordt, maar ook naar de manier waarop. Zo wordt door patiënten gespoeld met frisdrank, op lolly’s gebeten of bierflesjes geopend met de tanden. Een infantiele slik kan slijtage opleveren en knarsen en te hard poetsen ook. Sommige beroepen, bijvoorbeeld het werken in een fabriek met chemische stoffen in de lucht, kunnen slijtage in het gebit opleveren. Tandlijtage is multifactorieel: In dit veelal langdurige proces kunnen zuren een rol spelen, allerlei soorten mechanische belasting en de beschermende werking van speeksel. Deze factoren hangen op hun beurt samen met levensstijl, voedingspatroon, gewoonten, gezondheid en medicijngebruik. Vraag daarom ook naar gewoontes en big life events vanwege de invloed van stress. Vergeet hierbij niet dat diverse drugs ook van invloed kunnen zijn.

Advies Erosieve gebitsslijtage
Bekijk het Advies Erosieve Gebitsslijtage

Mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans studeerde tandheelkunde van 1982 tot 1987 in Nijmegen. Daar promoveerde ze in 1992 op een vitro onderzoek naar mechanisch gedrag van plastische stiftopbouwen. Daarna volgde ze een omschakeling naar de cariologie, met als bijzonder aandachtsgebied de diagnostiek van cariës. Momenteel ligt de nadruk op diagnostiek en preventie van (secundaire) cariës en erosie, en op de kwaliteit van restauratieve zorg in de algemene praktijk. Na een periode van 10 jaar waarin zij hoogleraar Conserverende Tandheelkunde was in Groningen, is zij sinds september 2008 hoogleraar Cariologie en Endodontologie in Nijmegen. De opleiding van mondhygiënisten in de preventieve en operatieve cariologie heeft haar bijzondere aandacht.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie, maart 2015.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
113149030-software-5001

In 2018 moet patiënt eigen medische gegevens kunnen downloaden

Door technische innovaties kunnen ziekenhuizen zich steeds meer gaan focussen op de behoefte van de patiënt. Een van de dingen die hier misschien wel uit voort komt is dat patiënten binnen twee jaar hun eigen medisch dossier moeten kunnen downloaden. Dit wordt dan ook genoemd in de NVZ-strategie ‘Zorg voor 2020’ die NVZ-voorzitter Van Rooy aan Minister Schippers presenteerde.

Patiëntenportal
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) denkt dat het haalbaar is om uiterlijk in 2020 een patiëntenportal te openen, waar klanten onder andere hun medische gegevens, maar ook resultaten van testen, kunnen downloaden. Ook zouden hierin contactgegevens kunnen worden bijgehouden en afspraken worden gemaakt en verzet.

Investeringen
Overleg over de investeringen die gedaan zouden moeten worden om dit te kunnen realiseren zijn druk gaande tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Schippers, Minister van Volksgezondheid: “Investeren in ICT is een ongelooflijk belangrijk thema. Ik deel die commitment en we gaan bekijken hoe we elkaar hierin kunnen ondersteunen. Ik neem die uitnodiging graag aan.”

ICT-oplossingen
In de NVZ-strategie zijn oplossingen in ziekenhuizen door middel van nieuwe technologieën een veel terugkomend thema, al dan niet met veiligheidsgarantie als voorwaarde. Van Rooy: “Door internet en een steeds mondiger wordende patiënt verandert de medische wereld met een niet te onderschatten kracht. Patiënten rekenen op een goede en veilige beschikbaarheid van informatie. Informatieveiligheid moet hierin volkomen gegarandeerd zijn.”

Zorg voor 2020
Naast ICT-oplossingen werden in ‘Zorg voor 2020’ onder andere ook dure medicatie, gezondheidsvaardigheden en meer inzicht met minder registratie belicht.

Bron:
Nederlandse Vereniging van ziekenhuizen

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Thema A-Z

Hoe voorkomt u KANS: klachten aan arm, nek en schouder?

Een veel voorkomend probleem bij tandartsen en mondhygiënisten zijn KANS klachten: klachten aan arm, nek en schouder. Welke mondzorgverlener kent dit niet in bepaalde mate: (nachtelijke) tintelingen in de armen en handen, vermoeide en pijnlijke schouders na een lange behandeling, kracht- en coördinatieverlies in de vingers.

KANS wordt vaak veroorzaakt door (lang) werken met een verkeerde werkhouding en werkwijze. De armen worden regelmatigvaak te hoog opgetild en het hoofd gedraaid, wat de spierspanning vergroot in het nek-schoudergebied. Krachtig aanspannen van de onderarm, bijvoorbeeld door knijpen in het instrumentarium is een andere oorzaak.

Stadia van KANS klachten
Er zijn drie stadia van KANS klachten. In de eerste fase zijn de klachten alleen aanwezig tijdens de werkzaamheden. Lichte tintelingen, een vermoeid gevoel in de schouders. Vaak worden de klachten nog niet erg serieus genomen. In de tweede fase zijn de klachten ook na het werk aanwezig en herstel treedt alleen op na langere rust, bijvoorbeeld een vakantie. In de derde fase zijn de klachten chronisch aanwezig, er is continu sprake van pijn, coördinatie- en krachtverlies. Het herstel kan maanden tot jaren duren.

Belastende houdingen
In onderstaand plaatje zijn diverse standen van de pols te zien. De meest belastende standen voor de pols is dorsaalflexie (a) en radiale (d) en ulnaire (f) deviatie. Nog meer belastend is een combinatie van dorsaalflexie met radiale of ulnaire deviatie. Bij het manipuleren met instrumenten wordt vaak de hand opgetild en zijwaarts bewogen. Hierdoor ontstaat er veel druk in de pols en carpale tunnel. Veel mondzorgverleners zijn zich hier onvoldoende van bewust.


Standen van de pols

Klachten voorkomen
Het voorkomen van klachten begint bij een symmetrische werkhouding. Voorkom zijdelings buigen en draaien van de romp door de patiënt zo te plaatsen dat je loodrecht op het werkveld kijkt. Abductie van de armen dient beperkt te blijven tot 20 graden en tot 25 graden naar voren. Houd t de schouders ontspannen.

Zorg dat je beweegt en kracht zet met de vingers in de gemodificeerde pengreep en in geringe mate met de arm. De pols dient hierbij in neutrale stand gehouden te worden. Voorkom grote beweging vanuit de pols zoals te zien is in onderstaande foto.

Meer tips

  • Houdt de pols in neutrale stand, vermijd zijwaartse bewegingen.
  • Zorg voor instrumentarium met een diameter van ten minste 7,5 mm. Dong et al (2007) toonden aan dat instrumenten zoals gebruikt bij het verwijderen van tandsteen, met een taps toelopend rond handvat van 10 mm diameter de minste belasting voor de onderarmspieren gaven en, gemeten aan de duim, de minste knijpkracht vroegen.
  • Neem (micro)pauzes. Beweeg de schouders en vingers tijdens een gesprek met de patiënt, sta op om iets te pakken en haal de patiënt zelf op uit de wachtkamer
  • Klachten? Plan korte koffiepauzes om het werk te onderbreken
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging én voor voldoende rust
  • Werk symmetrisch, dynamisch en met de gemodificeerde pengreep. Meer hierover in de volgende nieuwsbrieven!

Bronnen: Hokwerda, Kenniscentrum Tandheelkundige ergonomie UMCG/Diagnostiek en behandeling van het carpaal tunnelsyndroom de Krom, de Krom en Spaans 2009

Door: Amber Elings, ergonomiedeskundige en bedrijfsoefentherapeut www.aeflex.nl Gezond, comfortabel en klachtenvrij werken.
Bekijk ook de video Dentale ergonomie, 5 tips voor gezond werken

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Medische diagnostiek bij de tandarts: hoe ver moet je gaan?

De tandarts wordt tegenwoordig 6 jaar opgeleid als mondarts. Geneeskunde komt dus steeds vaker in de mondzorg terug. Is het zinnig dat u zich als tandarts ook gaat bezighouden met medische diagnostiek?

Verslag van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT congres Dental Studie Update.

Problematiek per leeftijdscategorie
Tijdens haar presentatie kwamen alle leeftijdscategorieën langs met hun eigen problematiek, want de tandarts maakt de groei van het gezin mee. Zelfs de ongeboren vrucht heeft in de toekomst misschien al met mondzorg te maken. De gebitselementen worden immers dan al aangelegd.

Kinderen
Bij kinderen moeten we de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld in acht nemen. Alhoewel niet alle tandartsen goede ervaringen hebben met de bereikbaarheid van het bureau.

Pubers en jongeren
Bij pubers moeten we waakzaam zijn op obesitas. De relatie met cariës is aangetoond, niet alleen het effect van de suikers maar ook de obesitas zelf heeft invloed op de mondgezondheid.

Bij jongeren die seksueel actief zijn, kunnen we de gevolgen van een SOA soms in de mond terugvinden, zoals plekjes op de tong bij syfilis en een witte tongzijde bij HIV.

Volwassenen
Plotselinge veranderingen van de gingiva – roodheid en verdikken – kunnen een teken zijn van diabetes. Van Diermen haalde hierbij een casus aan van een 45-jarige vrouw. Tegenwoordig staat in de richtlijn van de huisartsen dat zij de mond dienen te inspecteren. Maar helaas is de huisarts hier nauwelijks in geschoold. Gelukkig komt er bij artsen wel steeds meer aandacht voor de relatie tussen de mond en de algehele conditie. Ze haalde hierbij een onderzoek aan over cardiologen en hun kennis rondom parodontitis.

Ouderen
Van Diermen kwam bij het station ‘ouderdom’, dat met gebreken komt. De anamnese is bij ouderen erg belangrijk. Een 75-plusser neemt gemiddeld vijf keer zoveel medicatie dan een jongere. Van Diermen opperde dat het aanschaffen van een IRN-meter – voor het meten van de snelheid van bloedstolling – voor in de praktijk wellicht een idee is. Zo kan je meten of een element zonder risico op nabloeding geëxtraheerd kan worden. Ook een glucosemeter kan zelf aangeschaft worden.

Toekomst
Van Diermen sloot af met de toekomst: In de toekomst kan zelfs via het speeksel medische diagnostiek bedreven worden. Ook de patiënt zelf kan over apps beschikken waarbij hij zelf zijn (medische) conditie bij houdt. Misschien ligt hier ook de toekomst van de mondhygiëne? Op de markt zijn al elektrische tandenborstels te vinden die via blue tooth werken. De mondarts kan ook zelf apps te raden slaan om kennis te vergaren zoals via de EHBO app en de dental prescribing app.

Dr. Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziektenleer en Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI) van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar ze het onderwijs verzorgt in de MTI en verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van medisch complexe patiënten. Tevens geeft ze frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Prognosetool

Prognosetool: duidelijk en snel een beeld over de prognose van een tand

In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Er is nu een speciale prognosetool in ontwikkeling waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand.

Prognosetool
In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Een patiënt wil graag weten hoe een behandeltraject er uit gaat zien en hoeveel dit traject ongeveer gaat kosten. Het gebitselement moet worden bekeken vanuit verschillende tandheelkundige deelaspecten. Vervolgens kan er een profiel geschetst worden over de prognose van het element, het behandeltraject en de voorwaarden voor dit traject om een optimaal resultaat te verkrijgen.
Om dit te realiseren is er nu een speciale prognosetool (ontwikkeld door het FSfE vzw) waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand. De prognosetool is ontwikkeld om een prognose te kunnen geven op lange termijn waarbij er rekening gehouden wordt met de restauratieve en parodontale aspecten. Het doel is om duidelijk te kunnen communiceren met de patiënt. De patiënt moet weten wat en hoe groot zijn of haar probleem is. Dit wordt gevisualiseerd aan de hand van ‘stoplichtkleuren’. De prognosetool ‘stelt’ verschillende vragen en deze kunnen samen met de patiënt ingevuld worden.

Factoren
Om een goede voorspelling te kunnen doen over de prognose van een gebitselement wordt er rekening gehouden met patiënt-gerelateerde factoren en element-gerelateerde factoren. Hieronder volgt een opsomming.

Patiënt gerelateerde factoren

1. Medische status
Deze bestaat uit fysieke factoren zoals de DETI-score en systemische factoren. De aanwezigheid van bijvoorbeeld diabetes mellitus kan invloed hebben op de prognose van het gebitselement.

2. Tandbederf
Dieet, mondhygiëne, aanwezigheid van agressieve bacteriën en het hebben van een droge mond bepalen het risico.

3. Overbelasting
Aanwezigheid van hoektandgeleiding is cruciaal om de prognose van de overige gebitselementen te verbeteren.

4. Gebitsafbouw
Motivatie van de patiënt en zijn of haar financiële mogelijkheden spelen hierbij een rol.

5. Positie en occlusie
Indices om ernst van de positie en occlusie te bepalen is de IOTN-score.

– Score 1: Perfecte positie en occlusie.
– Score 2: Er is sprake van een kleine afwijking zonder echte gevolgen.
– Score 3: Er is sprake van een grotere afwijking maar er is nog steeds een goede prognose.
– Score 4 of 5: De gebitsafwijking moet eerst behandeld worden omdat er anders problemen ontstaan.

Tand gerelateerde factoren
Deze factoren zijn onder te verdelen in de volgende groepen: tandweefsel, bot en tandvlees en het wortelkanaal.

1. Tandweefsel
Pericervicaal weefsel
Het pericervicale weefsel is het gebied van 5 millimeter boven tot en met 5 millimeter onder botniveau. Dit gebied is cruciaal voor een goede prognose van het element.

Biologische breedte
De biologische breedte is de regio twee millimeter boven het botniveau. Wanneer dit deel onbeschadigd is dan kun je gegarandeerd netjes werken en een goede restauratie maken. Wanneer dit niet het geval is, dan is het raadzaam om het element te extruderen of een klinische kroonverlenging uit te voeren zodat er een biologische breedte gecreëerd wordt.

Ferrule
De ferrule is de omvattingsmogelijkheid van het gebitselement. Er is sprake van voldoende ferrule indien deze een millimeter dik en twee millimeter hoog is en er minimaal 50% van deze wand aanwezig is. De gebitselementen die aan deze voorwaarde voldoen, hebben een goede prognose. De ontwikkeling van de hechttechniek heeft dit concept echter wel veranderd. Wanneer er te weinig ferrule is, moet er overwogen worden om een extra behandeling uit te voeren om meer ferrule te creëren. Zonder ferrule is het element namelijk niet restaureerbaar.

Laterale articulatiekrachten
Vooral laterale krachten kunnen gevolgen hebben voor de dentitie, dit geldt in mindere mate voor verticale krachten. Elementen in het front worden dus voortdurend ongunstig belast en hier is dan ook automatisch meer tandweefsel/ferrule nodig om een betere prognose te kunnen garanderen. Voor de bovenkaak geldt dat de linguale wand van de frontelement erg belangrijk is. Voor het onderfront is dit met name de buccale wand.

2. Bot en tandvlees

De conditie van het parodontium wordt bepaald aan de hand van de DPSI-score.
– Score 0,1,2: Geen probleem.
– Score 3,4: Er is sprake van een probleem, er moet behandeld worden.

Aan de hand van verschillende factoren zoals de locatie van het element (boven- versus ondermolaar), pocketdiepte (hoe dieper de pocket hoe hoger de score), aanwezigheid van een furcatie, mobiliteit, rookgedrag, aanwezigheid van diabetes mellitus en de leeftijd van de patiënt wordt er een totaalscore bepaald.

3. Het wortelkanaal
Hiervoor wordt de DETI-score gebruikt. Aan de hand van deze score kunnen de elementen in de volgende groepen worden ingedeeld:

–  Makkelijk te behandelen/ gunstige prognose
   Het element is vitaal, er bestaan geen klachten.

–  De behandeling vereist ervaring
Er zijn bijvoorbeeld krommingen aanwezig, kanalen zijn nauwelijks zichtbaar op de röntgenfoto of er is sprake van extreem
lange wortels.

Specialistische behandeling
Dit is vereist bij o.a. grote krommingen, het uitvoeren van herbehandelingen, niet zichtbare kanalen, interne resorptie en
grote restauraties. Bij deze behandeling is een microscoop vereist.

Onder voorbehoud behandelen
Dit is het geval indien er sprake is van afgebroken vijlen, zilverpunten, een reeds uitgevoerde apexresectie of externe
resorptie.

–  Het element is verloren
Dit zijn gebitselement met een barst in de wortel.

Prognosetool: De uitslag
Het verslag kan opgeslagen worden en indien gewenst naar de patiënt gestuurd worden. De uitslag wordt weergegeven in een ‘stoplichtkleur uitslag’. Voor de patiënt wordt zichtbaar of het nog zin heeft om in het element te investeren. Met de prognosetool kan geen garantie worden gegeven; het uitgangspunt is het geven van een goede lange termijn prognose.

In ontwikkeling
De prognosetool is inmiddels beschikbaar voor iPad in de Appstore.

Luk Daneels is tandarts. Zijn interesse in de endodontologie werd geprikkeld in de VS. Hij startte zijn eigen algemene praktijk en werkte daarnaast in andere praktijken. De wortelkanaalbehandeling werd zijn specialisme. Sinds 2009 werkt hij uitsluitend op verwijzing, waarbij hij zowel de wortelkanaalbehandeling als de directe opbouw van de tand voor zijn rekening neemt. Hij is voorzitter van de Flemish Society for Endodontology (FSfE).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Luk Daneels tijdens het najaarscongres van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
prijs

Tarieven tandheelkundige zorg per 1 maart 2016

De NZA (Nederlandse Zorgautoriteit) heeft de tarieven voor tandheelkundige zorg vastgesteld.
Bekijk de tarieven per 1 maart 2016.

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Excellent choice

ANT waarschuwt individuele tandartsen voor vragen NZa over prestatielijst

De Nederlandse Zorgautoriteit nodigt momenteel verschillende individuele tandartsen uit voor een gesprek over de vraag hoe men in het veld tegen de prestatielijst aankijkt. De ANT is niet gerust over de gang van zaken en vindt dat niet duidelijk is wat er met de resultaten van deze steekproef gebeurt.

De NZa geeft aan:
“In de komende periode willen we inventariseren welke knelpunten enerzijds en voordelen anderzijds door zorgaanbieders worden ervaren bij de huidige prestatielijst en/of welke toekomst zij zien voor de beleids- en prestatiestructuur in de mondzorg. (…) De gesprekken helpen ons bij de vorming van het (toekomstig) beleid, om een antwoord te krijgen op de vraag of en eventueel welke aanpassingen aan de prestatielijst (tariefbeschikking) nodig zijn.”

Beroepsvereniging niet geïnformeerd
De ANT zegt niet geïnformeerd of betrokken te zijn bij deze uitvraag onder tandartsen, terwijl de uitkomsten van de steekproef wel van belang zijn voor de tariefstelling en inregelen van de prestatielijst met onderliggende voorwaarden. Volgens de ANT lijkt de strekking van de NZa-vragen gericht op het onterecht verkrijgen van bevestiging van het door de NZa ingezette beleid, dat juist op grote bezwaren stuit bij tandartsen.

De ANT vindt deze wijze van onderzoek niet het geschikte middel voor het trekken van conclusies over het toekomstig tarievenbeleid dat een hele beroepsgroep aangaat. Bovendien: er is niets vastgelegd over de verslaglegging van de gesprekken, waardoor er geen enkele transparantie is op hoe de NZa de uitkomsten kan interpreteren. De ANT waarschuwt tandartsen daarom op hun hoede te zijn en geeft aan dat tandartsen niet verplicht zijn om hieraan mee te werken.

De ANT geeft daarom deze checklist voor de NZa uitvraag
• U bent niet verplicht mee te werken aan deze steekproef.
• Vraag vooraf om de vragenlijst en de onderwerpen van het gesprek zodat u zich kunt voorbereiden.
• Geef niet af op collega’s of behandelwijzen zonder ruggespraak met de beroepsvereniging.
• Ga niet in op vragen waarop u het antwoord niet weet of waar u geen ervaring mee heeft. Voorkom speculatie.
• Houd er rekening mee dat uw uitspraken direct effect kunnen hebben op andere zorgverleners in het veld.
• Wanneer u een tariefstelling van een prestatie naar boven bijgesteld wilt zien zal nu elders in puntwaarde en tariefstelling iets moeten dalen. Er is nl. een maximum volume op de mondzorg als geheel.
• Vraag voorafgaand aan het gesprek om een gespreksverslag, dat u na afloop dient te accorderen met uw handtekening. Met een kopie voor uzelf. Deelt u deze informatie a.u.b. met de ANT.



Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Mondzorgprofessionals helpen detecteren vroege diagnose dementie

Tandartsen en mondhygiënisten kunnen helpen bij het vroegtijdig signaleren van dementie, volgens de British Dental Health Foundation (BDHF).

Slechte mondgezondheid
Patiënten met dementie hebben vaak een slecht gebit; een signaal dat kan wijzen op een vroege stadium van de ziekte van Alzheimer. Tevens zouden mensen in de vroege stadia van de ziekte mogelijk moeite hebben om te communiceren over eventuele mondgezondheidsproblemen.

Doorverwijzen
Tandheelkundigen moeten afwijkend gedrag herkennen dat zou kunnen wijzen op psychische problemen zodat de patiënt snel de benodigde ondersteuning kan krijgen. Zo kunnen ook verdere tandproblemen voorkomen worden. Bij een tijdige diagnose van Alzheimer kunnen patiënten worden doorverwezen naar hun huisarts voor verder onderzoek.

Bron:
www.dentalhealth.org

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Medicijn in ontwikkeling voor effectievere behandeling van mondkanker

Een jonge student uit Canada heeft mogelijk een methode gevonden voor een minder invasieve en een effectievere behandeling van mondkanker.

Ontwikkeling
De student, Dania Alkhani, ontwikkelde binnen het kader van een onderzoek aan de University of Saskatchewan een compound (compound 4) voor de ontwikkeling van een medicijn dat mondkankercellen aanvalt en waarbij geen operatie nodig is. Dit medicijn zou mogelijk tien keer effectiever zijn dan de huidige geneesmiddelen op de markt. Ondanks de effectiviteit, wil de student de benodigde concentratie voor het doden van de kankercellen verlagen. Als dit is gelukt, zal het medicijn uitvoerig worden getest. Het zal daarom nog vele jaren duren voordat het geneesmiddel beschikbaar is voor patiënten.

Bron: Saskatoon

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
fortune-2016

Henry Schein voor derde jaar nummer 1 op Fortune lijst World’s most admired companies

Henry Schein staat voor het derde achtereenvolgende jaar op de eerste plaats als groothandel in de categorie Gezondheidszorg in de Fortune lijst World’s Most Admired Companies en al 15 jaar achtereen op deze lijst.

Subcategorieën
Bovendien eindigde Henry Schein ook in alle negen subcategorieën van de branche op nr. 1: innovatie, personeelsmanagement, gebruik van bedrijfsmiddelen, maatschappelijke verantwoordelijkheid, managementkwaliteit, financiële gezondheid, beleggingswaarde op lange termijn, kwaliteit van producten/diensten en wereldwijde concurrentie.

Vereerd
Wij zijn bij Henry Schein vereerd dat we door FORTUNE samen met een aantal wereldwijd toonaangevende bedrijven opnieuw erkend zijn, aldus Stanley M. Bergman, voorzitter en algemeen directeur van Henry Schein, Inc. “Deze erkenning is een eerbewijs aan de toewijding van het Team Schein om onze klanten, leveranciers, investeerders en de maatschappij te dienen, alsmede aan onze filosofie om wereldwijd gezondheid te helpen ontstaan.”

Lees meer over: Actueel, Carrière, Thema A-Z

Eklund Foundation opgericht voor tandheelkundig onderzoek en educatie

In het verlengde van het 50-jarig jubileum van TePe, een familiebedrijf in mondhygiëne producten, doneert de familie Eklund 50 miljoen SEK (bijna 5,4 miljoen euro) aan de nieuwe Eklund Foundation. Deze stichting is opgericht om verder onderzoek en educatie op het gebied van tandheelkunde mogelijk te maken.

“Binnen ons familiebedrijf staat het motto een goede mondgezondheid voor iedereen hoog in het vaandel. We zijn daarom trots op de oprichting van deze stichting, vertelt CEO Joel Eklund. Hij vervolgt: In de afgelopen 50 jaar heeft TePe wereldwijd waardevolle samenwerkingsverbanden opgebouwd met universiteiten, instituten en de dentale professie. Met de stichting willen wij onze waardering uiten en een bijdrage leveren aan de kennisontwikkeling op het gebied van tandheelkunde in de toekomst.

Vanaf het voorjaar 2016 kunnen internationaal de aanvragen voor onderzoek en educatatie ingediend worden. De financiële verdeling zal in de herfst van 2016 plaatsvinden.

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z