Slechte adem

Nieuwe uitvinding kan een slechte adem meten

Onderzoekers uit Korea hebben een apparaat ter grootte van een duim uitgevonden dat halitose kan diagnosticeren. Door in uitgeademde lucht het gas dat de slechte geur veroorzaakt te detecteren identificeerde het apparaat 86% van de tijd nauwkeurig een slechte adem tijdens blaastesten, staat in een artikel in ACS Nano.

Teken van aandoeningen

Halitose is van groot belang op het gebied van medisch welzijn en persoonlijke hygiëne. Het hebben van een slechte adem kan worden veroorzaakt door tongplaque of micro-organismen tussen de tanden die onder andere het gas waterstofsulfide (H2S) afgeven. Mondgeur wordt vaak beschouwd als een teken van medische aandoeningen als parodontitis.

Waterstofsulfide

Als het niveau van halitose continu zou worden gemonitord zou een snelle en betrouwbare zelfdiagnose van dergelijke aandoeningen mogelijk zijn. Dit niveau kan worden bepaald door de concentratie van H2S-gas in de uitgeademde adem van een patiënt te meten. De waterstofsulfideconcentratie neemt normaal gesproken toe met de ernst van de halitose. Een kwantitatieve analyse ervan “is daarom cruciaal voor de vroege detectie van gerelateerde mondziekten”, schrijven de onderzoekers.

Snelle zelfdiagnose

Tot nu toe bestonden er alleen apparaten die kleine hoeveelheden waterstofsulfide maten uit uitgeademde adem die wordt verzameld en getest met laboratoriuminstrumenten. Daarom ontwikkelden ze een real-time ademanalysator ter grootte van een duim voor een snelle zelfdiagnose van een slechte adem.

Hoe het werkt

De werking van het apparaat is gebaseerd op eerdere onderzoeken die hebben aangetoond dat wanneer sommige metaaloxiden reageren met zwavelhoudende gassen hun elektrische geleidbaarheid verandert. Bovendien maakt het combineren van metaaloxiden met edelmetaalkatalysatoren ze gevoeliger en selectiever, schreven de auteurs.
De onderzoekers mengden natriumchloride en platinananodeeltjes met wolfraam en spinden de oplossing elektrisch in nanovezels die werden verwarmd. Hier bij werd het wolfraam omgezet in zijn metaaloxidevorm. Vervolgens bekleedden ze in elkaar grijpende gouden elektroden met de nanovezels en combineerden ze de gassensor met vochtigheids-, temperatuur- en druksensoren tot een klein prototype.

Hoge nauwkeurigheid

Het prototype werd getest door tachtig directe en real-time menselijkeademexperimenten. Het apparaat had een hoge nauwkeurigheid van 86,3% met betrekking tot de werkelijke H2S-gasconcentraties gemeten met een gaschromatografiesysteem.

Kwaliteit van leven verbeteren

“De resultaten demonstreren de uitstekende haalbaarheid van ons sensormateriaal als real-time menselijkeademmonitor, die mogelijk kan worden toegepast om onaangename orale geur en tandziekten in een vroeg stadium te voorkomen […], wat binnenkort zou kunnen helpen om de kwaliteit van ons dagelijks leven te verbeteren”, aldus de onderzoekers.

Bron: ACS Nano

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Thema A-Z
Smyle-haalt-doel-van-800.000-op-via-sharefunding

Smyle haalt doel van €800.000 op via sharefunding

De €800.000 was geen gift van gulle online gevers. Voor dat bedrag hebben ze 80.000 aandelen van €10 verkocht aan particuliere investeerders. Iedereen die de onderneming steunde is dus mede-eigenaar geworden van het bedrijf.

Wat is Smyle?

Smyle is een Nederlands bedrijf dat tandpastatabletten verkoopt. Met die tabletten wil Smyle traditionele tandpastaverpakkingen overbodig maken. Daarnaast willen ze een microplastic-vrij alternatief bieden voor normale tandpasta. De ‘Tandpasta Tabs’ komen in fluoride en fluoride-vrije variant en hebben “Geen plastic, geen chemicals, geen bullsh*t” in zich, volgens de website.

Duurzaam alternatief voor tandpasta

Smyle doet er veel aan om zo duurzaam mogelijk te produceren, verkopen en vervoeren. De tabletten maken plastic verpakkingen overbodig. Ze worden verkocht in recyclebare papieren zakjes. Klanten kunnen ook eenmalig een glazen navulfles aanschaffen.

De verzending (Smyle is verkrijgbaar bij de Jumbo, Albert Heijn en Etos, maar de meeste mensen kopen het online of hebben een abonnement) verloopt altijd via brievenpost. De tabletten worden dus met de fiets bezorgd. Al het vervoer dat niet met de fiets kan, gebeurt via de duurzame bezorgdienst van PostNL.

Zo wil Smyle een duurzaam alternatief voor tandpasta aanbieden.

Bron:
Smyle

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Vapen

Verband tussen vapen en onbehandelde cariës gevonden

Het vapen van elektronische sigaretten is geassocieerd met een toename van onbehandelde cariës, blijkt uit onderzoek dat is gepubliceerd in het Journal of the American Dental Association. De onderzoekers suggereren daarom dat de status van vapen moet worden opgenomen in de vragenlijsten over de gezondheidsgeschiedenis van patiënten.

Jongere bevolking

Sinds de introductie van e-sigaretten in 2006 is het gebruik ervan geleidelijk toegenomen, met name onder de jongere bevolking. Hoewel men eerst geloofde dat deze nicotineafgiftesystemen onschadelijk waren blijkt uit onderzoek uit de afgelopen jaren steeds vaker dat e-sigaretten schadelijk zijn voor de systemische gezondheid. Hun effecten op de mondgezondheid zijn minder goed bekend.

Statistisch onderzoek

De auteurs van het artikel onderzochten daarom het verband tussen vapen en onbehandelde cariës op populatieniveau. De studie omvatte gegevens van 4.618 mensen die deelnamen aan de Amerikaanse National Health and Nutrition Examination Survey 2017-2018. Met behulp van orale onderzoeksgegevens werd de relatie onderzocht. Een statistische analyse werd toegepast om de associatie tussen onbehandelde cariës en roken (sigaretten, vapen en beide) te beoordelen.

Roken vergroot kans op onbehandelde cariës

Deelnemers die op dat moment e-sigaretten rookten hadden een grotere kans op onbehandelde cariës dan mensen die nog nooit hadden gerookt. Evenzo hadden mensen die zowel conventionele sigaretten roken als vapen meer kans op onbehandelde cariës vergeleken met degenen die een van beide roken.

Gecorrigeerd voor sociaaleconomische status

Deze bevindingen bleven waar nadat de auteurs hadden gecorrigeerd voor opleiding, ras of etniciteit, inkomen, leeftijd, geslacht en tijd sinds het vorige tandartsbezoek. Hoewel de studie geen oorzakelijk verband kon aantonen suggereert het resultaat dat e-sigaretten een risicofactor voor cariës kunnen zijn.

Vragenlijsten

Als een gevolg hiervan zou in de vragenlijsten over de gezondheidsgeschiedenis van patiënten moeten worden gevraagd of de patiënt vapet, merkten de onderzoekers op. Ook moeten tandheelkundige professionals worden geïnformeerd over de mogelijke gevolgen voor de mondgezondheid van vapen en deze kennis delen met patiënten.

Informeren over schadelijke effecten

“De bevindingen van deze studie ondersteunen de hypothese dat mensen die e-sigaretten roken een hoger risico lopen op onbehandelde cariës”, schreven de auteurs. “Daarom zouden tandartsen patiënten moeten vragen of ze e-sigaretten roken en ze informeren over de schadelijke effecten van e-sigaretten op de orale en systemische gezondheid.”

Bron:
The Journal of the American Dental Association 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Video: Demonstratie van de Hall techniek

Video: Demonstratie van de Hall techniek

In deze video wordt gedemonstreerd hoe de non-invasieve methode met roestvrijstalen (rvs) kroontjes uitgevoerd kan worden ten behoeve van cariës behandeling (Hall techniek).

Dit is een wetenschappelijk aangetoonde methode waarbij geen gebruik gemaakt hoeft te worden van een hoekstuk en anesthesie. De cariës laesies worden geseald middels de rvs kroon en glasionomeer cement (GIC).

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Video
Ivan-Wolffers

In memoriam: Ivan Wolffers, schrijver, hoogleraar en gezondheidsactivist

Op  7 oktober overleed schrijver, hoogleraar en gezondheidsactivist Ivan Wolffers op 74-jarige leeftijd.  Wolffers was in de jaren 70 een van de eersten die kritisch en toegankelijk schreven over artsen en de farmaceutische industrie.

Hij studeerde geneeskunde maar schrijven was zijn werkelijke passie. Na z’n afstuderen werkte hij als huisarts. Toen hij een dagelijkse column  over geneesmiddelen in de Volkskrant kreeg stopte hij als huisarts. “Als huisarts bereik je één persoon”, zei hij daarover. “Ik dacht: ik schrijf het op, dan bereik ik heel veel mensen”, schreef de NOS.  Vrij Nederland noemde hem ‘de populairste huisarts van Nederland’.

Wolffers schreef veel: naast columns schreef hij artikelen en boeken, waaronder ook tien romans en enkele kinderboeken.

In 2016 sprak hij op het NVM-mondhygiënistencongres over obesitas en gedragsverandering, waarvan wij een verslag maakten.

Wij wensen zijn dierbaren alle steun bij het verwerken van dit grote verlies.

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Luisten, les, college

Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation

Voor het vervaardigen van een indirecte restauratie is een goede samenwerking tussen tandarts en keramist van belang. De preparatie staat daarbij centraal. En niet alleen de preparatie voor de indirecte restauratie, maar de preparatie in de breedste zin van het woord. Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers.

Materiaalkeuze voor indirecte restauraties

Allereerst is het geen schande om metaalkeramiek te gebruiken. Er zijn verschillende keramische materialen waaruit gekozen kan worden:

  • Glaskeramiek

Dit materiaal is het meest translucent en heeft als nadeel dat het niet sterk is (de kleinste buigsterkte tot 200 MPa). Het materiaal is vooral geschikt voor frontrestauraties.

  • Lithiumdiscilicaat

Dit materiaal is iets minder translucent en sterker dan glaskeramiek (400-500 MPa). Het materiaal heeft als voordeel dat het nog sterker wordt wanneer het adhesief gehecht wordt (tot 700 MPa). Het is geschikt voor facings, kronen, inlays en onlays. Voor brugwerk is het materiaal minder geschikt. Het kan monolitisch vervaardigd worden maar ook opgebakken worden.

  • Zirkoniumoxide

Zirkoniumoxide is een oxide keramiek met verschillende kristalvormen: kubisch (>2370°C), tetragonaal (1170°C-2370°C), monoklien (<1170°C).

Soorten zirkoniumoxide:

  • Y-TZP

Door de toevoeging van Yttrium aan zirkoniuimoxide stabiliseert het materiaal zich op kamertemperatuur in een bepaalde fase. Het materiaal is bijna niet onderhevig aan veroudering en heeft een buigsterkte van meer dan 1200 MPa. Het is geschikt als onderstructuur voor opgebakken werkstukken, monolitische kronen en bruggen in de zijdelingse delen of als onderstructuur voor kronen en bruggen in het front. Het materiaal kan gebruikt worden voor overspanningen tot 14 delen met maximaal twee aaneensluitende dummy’s.

  • 5Y-TPZ

Van de zirkoniumoxides is dit materiaal het meest translucent (hoog esthetisch) maar daardoor ook gevoeliger voor fracturen. Het materiaal heeft een buigsterkte van 550-800 MPa en is geschikt voor enkele kronen en drie-delige bruggen in het front.

  • 4Y-TPZ

Dit materiaal is minder translucent dan 5Y-TPZ en heeft een buigsterkte van 800-1200 MPa. Het is zeer geschikt voor monolitische kronen en bruggen tot tien delen met maximaal twee aaneensluitende dummy’s. Het materiaal kan ook opgebakken worden.

  • 3Y-TPZ

Dit materiaal is het minst translucent en heeft een buigsterkte van 1200 MPa. Het wordt vooral gebruikt als onderstructuur van opgebakken kronen en bruggen. Door de sterkte is het geschikt voor grote overspanningen.

Uit één schijf gefreesd

Verder zijn er materialen op de markt waarbij uit één schijf wordt gefreesd die een samenstelling van verschillende materialen bevat.
In overleg met het tandtechnisch laboratorium kun je voor het beste materiaal per indicatie kiezen.

Monolitisch versus opgebakken keramiek

Monolitisch keramiek is keramiek dat uit een blok gefreesd is. Het materiaal lijkt steeds populairder te worden en dit is te danken aan de voordelen van het materiaal.

De voordelen van monolitisch keramiek zijn:

  • Minimaal invasief
  • Lage kosten
  • Sterkte
  • Eén op één over te nemen van een diagnostische set up

De nadelen van monolitisch keramiek zijn:

  • Esthetiek: de kleuropbouw is niet makkelijk na te bootsen
  • Correcties zijn moeilijk aan te brengen
  • Niet altijd fluoriserend
  • Het materiaal reageert anders op licht (verschil op foto met flits ten opzichte van foto zonder flits)
  • De dikte van het materiaal heeft invloed op de kleur. Dit heeft bijvoorbeeld consequenties voor de dummy van een brug.
  • De stompkleur heeft effect op de kleur. De cementkleur moet van tevoren uitgezocht worden.
    Het is ook mogelijk om een gedeeltelijk opgebakken indirecte restauratie te vervaardigen. In dat geval wordt alleen de buccale zijde opgebakken. Op deze manier kun je profiteren van de goede eigenschappen van beide materialen.

“It’s all about the preps”

Hiermee wordt niet alleen de preparatie voor de indirecte restauratie bedoeld maar ook de voorbereiding, de omstandigheden tijdens de behandeling en de communicatie naar het tandtechnisch laboratorium.

1. Het maken van een preparatieplan

Bij het maken van het plan kunnen de volgende vragen gesteld worden: Wat voor restauratie moet er worden vervaardigd? Hoe ziet of zien de aanwezige restauratie(s) er uit? Zijn er verzwakte knobbels? Wat zijn de dragende en de niet dragende knobbels? Moeten de knobbels overkapt worden? Hoe is de esthetiek? Hoe kunnen we de beste retentie creëren? Gaan we wel of geen IDS toepassen?

2. De omstandigheden

Zorg ervoor dat de omstandigheden en voorbereiding goed zijn zodat er tijdens de behandeling volledig gefocust kan worden op de preparatie. Het gebruik van een protocol voor het klaarleggen van de juiste materialen en voor de procedure is aan te raden. Het is fijn om met een vergroting te werken (loepbril of microscoop). Zorg ervoor dat er een borenblokje klaar staat met alle gewenste boortjes.

3. De preparatie en afdruk

Voordat er begonnen kan worden aan de definitieve preparatie moet er een afdruk gemaakt worden voor de tijdelijke restauratie.
De uitgangspunten voor de preparatie zijn:

  • Holle bevel
  • Parallel
  • Mechanische retentie
  • Caviteitsoppervlaktehoek 90°
  • Afgeronde hoeken
  • Gelijke preparatiedikte

Voor het afdrukken kan er een (dubbele) retractiedraad aangebracht worden. Er kan analoog (gouden standaard) of digitaal afgedrukt worden. Na het maken van de definitieve afdruk en beetregistratie, kan er een tijdelijke voorziening gemaakt worden. Het is belangrijk om een goede tijdelijke voorziening te maken zodat de pulpa goed beschermd wordt, het tandvlees gezond blijft en het element beschermd wordt tegen cariës.

4. Communicatie naar het laboratorium

De volgende informatie moet doorgegeven worden:

  • Het element
  • Het werkstuk: kroon/ partiële kroon/ implantaatkroon
  • Kleur: bepaal je die zelf of laat je die in het lab bepalen?
  • Materiaal: van welk materiaal moet het werkstuk gemaakt worden (lithiumdiscilicaat/zirkoniumoxide/metaalporselein)? En moet deze eventueel monolitisch uitgevoerd worden of monolotisch met buccaal opgebakken keramiek?
  • Beetrelatie: modellen in centrale relatie, uitvoeren in centrale relatie/ maximale occlusie, vrij traject CR-MO.
  • Specificatie: shimstock vast in occlusie, vrij in articulatie / tripple shimlock vast in occlusie, contact in laterale/ proale beweging over element

5. Restauratie beoordelen op model

Van de tandtechnieker ontvang je een pinmodel, een vast model en een controle model. Op het pinmodel kan de outline gecontroleerd worden, het is belangrijk om te checken of er geen glaze aanwezig is. De vaste modellen kunnen in de articulator gezet worden en zo kan de occlusie gecontroleerd worden met behulp van een shimstock. Daarnaast kan er gecheckt worden of de contactpunten niet te zwaar zijn.

6. Cementatie – het voorbehandelen van de indirecte restauratie

  • Etsen
    Het is heel belangrijk om met het lab af te spreken wie de indirecte restauratie etst (5% hydrofluoride, 20 seconden). De voorkeur gaat er naar uit om dit op de praktijk te doen zodat het uitgevoerd kan worden na de pasfase. Het opnieuw etsen van het keramiek zorgt ervoor dat het zwakker wordt en wordt daarom afgeraden. Wanneer er op de praktijk wordt geëtst, is het van belang dat er dan neutralisatie-vloeistof gebruikt wordt bij het afspoelen van de ets.
  • Reinigen
    Het reinigen van een indirecte restauratie na het etsen is heel belangrijk. Water en alcohol zijn niet effectief genoeg. Voor lithiumdiscilicaat moet er fosforets (VITA) of cleaning paste (Ivoclean) gebruikt worden. Voor zirconiumoxide moet er gezandstraald worden of kan er cleaning paste (Ivoclean) gebruikt worden. Voor zirconiumoxide geldt dat er nooit fosforets gebruikt mag worden.
  • Polijsten
    Er zijn verschillende polijstsets voor verschillende materialen beschikbaar. Het is belangrijk om altijd te polijsten in de juiste volgorde.

7. Cementeren – procedure

1. Tijdelijke restauratie verwijderen

2. Tijdelijk cement verwijderen met EMS, scaler of aquacare

3. Pasfase in de mond: pasvorm, aansluiting, contactpunten. Het is belangrijk dat de occlusie en articulatie niet in de mond gecheckt worden.

4. Droogleggen/ cofferdam aanbrengen

5. Restauratie voorbehandelen:
a. fosforzuur 20 seconden
b. silaniseren 1 minuut met Monobond

6. Element voorbehandelen:
a. fosforzuur 20 seconden
b. bonding 20 seconden

7. Cementeren
Wanneer er met Variolink gecementeerd wordt, moeten de volgende stappen aangehouden worden: overmaat verwijderen, kort uitharden (5 seconden per kant), overmaat weghalen met een scaler of mesje, nogmaals uitharden met glycerine gel.

8. Dubbelcheck
Het is goed om een röntgenfoto te maken om er zeker van te zijn dat alle cementresten weg zijn.

Lees ook deel 2: Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation

Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985 en tot 2012 was hij eigenaar van een allround tandtechnisch laboratorium met vestigingen in Utrecht, Amersfoort en in ACTA. Sinds 2012 is hij voor Elysee Dental verantwoordelijk voor de kennisoverdracht van tandtechnische oplossingen en processen richting tandartsen en tandtechnici. Hij is de contactpersoon voor verschillende tandheelkunde universiteiten waarvoor Elysee Dental het techniekwerk verzorgd. Vanuit deze positie draagt Patrick bij aan gedegen kennisoverdracht richting de studenten van de tandheelkundige opleiding. Naast het geven van lezingen over uiteenlopende onderwerpen verzorgt Patrick ook lezingen voor een grote Europese laboratoriumgroep.

Maarten Bekkers is afgestudeerd in 2008 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na zijn afstuderen werkte hij in verschillende praktijken en volgde hij congressen, cursussen en trainingen om zich te kunnen ontwikkelen op het gebied van de restauratieve en esthetische tandheelkunde. Begin 2015 werd Maarten erkend als specialist Restauratief Tandarts (NVVRT), in september 2015 werd hij tevens op Europees niveau erkend als Prosthodontist (EPA). In 2015 lanceerde hij zijn tandheelkundig behandelconcept ‘gaaf.care’ om complexe en/of esthetische cases op gestructureerde wijze voorspelbaar, tandweefselbesparend en duurzaam te kunnen plannen en uitvoeren. Maarten houdt zich in de praktijk voornamelijk bezig met de esthetische en restauratieve tandheelkunde. Tevens interesseert hij zich in implantologie en parodontale esthetische chirurgie.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Corrie-Jongbloed

“Nederlandse mondhygiënisten kunnen een voorbeeld zijn voor de internationale gemeenschap”

De International Federation of Dental Hygienists (IFDH) brengt mondhygiënisten van over de hele wereld samen en houdt zich bezig met het promoten van mondgezondheid en het bestrijden van mondziekten. De onlangs afgetreden president Corrie Jongbloed-Zoet zet zich al jaren in voor de IFDH. dental INFO sprak met haar.

Welke functies heb je gehad bij de IFDH?

“Ik ben negen jaar intensief betrokken geweest bij de IFDH: drie jaar als vicepresident, drie jaar als president-elect en vervolgens drie jaar als president. De eerste drie jaar stonden in het teken van de vestiging van de Federatie in de VS en het me eigen maken van de wet- en regelgeving die dat met zich meebracht. Oorspronkelijk wilden we de Federatie vestigen in Zwitserland, maar dat betekende de Franse taal als voertaal. Ook zou er dan tenminste een bestuurslid woonachtig in Zwitserland moeten zijn en het secretariaat zou ook gevestigd moeten zijn in Zwitserland. De VS was minder gecompliceerd, maar er heerst daar een volkomen andere manier van besturen en vergaderen en een andere hiërarchie dan ik gewend was en dat was dus wennen… Als vicepresident kon ik de IFDH en daarmee het beroep van mondhygiënist vertegenwoordigen in internationale overleggen en de preventieve mondzorg promoten in talrijke politieke en gouvernementele organisaties en verbanden. Daar kwam begin 2020 een abrupt einde aan ten gevolge van de covid-19-situatie tijdens mijn termijn als president, die overigens niet zoals gepland begon in Korea in 2019. Door de politieke spanningen in de regio werd dit verplaatst naar Brisbane, Australia. Opnieuw een situatie die het nodige aanpassingsvermogen van de organisatie vergde.”

Een belangrijk evenement tijdens je termijn als president was de ‘Oral Health Summit’. Kun je daar iets over vertellen?

“Het doel van de ‘Oral Health Summit’ in 2021 was om aandacht te vragen voor het wereldwijde probleem van mondziekten en voor preventieve mondzorg. Door covid-19 werd dit een virtuele gebeurtenis met diverse vooraf opgenomen sessies van verschillende hoogwaardige, internationale sprekers en een in 34 landen uitgezonden rondetafelgesprek. Desondanks werd het een succes: de WHO, FDI, IADR, ACFF en EOHP spraken zich positief uit over de rol en bijdrage die de mondhygiënist en de mondhygiënisten-organisaties zouden kunnen leveren om ‘the burden of oral disease worldwide’ te kunnen verminderen. Waarmee het beroep en de IFDH internationaal beter op de kaart werden gezet. Mij persoonlijk gaf dat een grote voldoening. Zie ook Global Oral Health Summit 2021.”

Wat is de betekenis van de IFDH voor Nederlandse mondhygiënisten?

“Bij deze vraag moet ik altijd denken aan John F. Kennedy’s inauguratiespeech: ‘Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country’. In het geval van IFDH betekent dit: ‘Wat kun je als nationale organisatie of als individuele Nederlandse mondhygiënist bijdragen aan de bestrijding van de ‘burden of oral disease’, nationaal en internationaal?’
Nederland is een koploper qua ontwikkelingen in het beroep en kan daar een voorbeeld in zijn voor de internationale gemeenschap. Terwijl je meteen moet bedenken dat de Nederlandse situatie voor veel landen een stap te ver is en dat met name tandartsen-organisaties in sommige landen en situaties in de weerstand schieten. Persoonlijk denk ik dat, mede in het licht van de WHO Global Oral Health Strategy en Action Plans, er een belangrijke rol weggelegd is voor de ‘mid level (oral) health care provider’ of wel de mondhygiënist. In sommige landen zal daarbij de focus liggen op de preventie en de behandeling van cariës, in andere landen op die van tandvleesaandoeningen, of op speciale patiëntengroepen of op gewoontes. De focus moet vooral gericht zijn op bewustwording en preventie met daarnaast meer aandacht voor het screenen van bevolkingsgroepen die geen of nog geen toegang hebben tot mondzorg.”

En hoe kunnen de Nederlandse mondhygiënisten daaraan bijdragen?

“Ik hoop dat de Nederlandse mondhygiënisten zich door de IFDH meer bewust worden van hun rol en positie in de mondzorg en ook in Nederland die groepen opzoeken voor wie mondgezondheid geen vanzelfsprekendheid is. Daarnaast proberen we ‘sustainability’ meer onder de aandacht te brengen van de mondzorgverleners. Duurzaamheid en een duurzame praktijkvoering kan vaak nog verbeterd worden in de mondzorgpraktijk.
Voor de individuele mondhygiënist biedt de IFDH overigens bij- en nascholingsmogelijkheden (wetenschappelijke artikelen en webinars via de website, het International Journal on Dental Hygiene), de mogelijkheid om fondsen te verwerven voor bijvoorbeeld onderzoek (de zogenaamde research grants) en de mogelijkheid om met een bepaald programma, bijvoorbeeld op het gebied van de promotie van mondgezondheid en/of maatschappelijk verantwoordelijkheid, prijzen te winnen of een financiële tegemoetkoming te krijgen om het programma uit te kunnen voeren. Meer informatie hierover kun je op onze website vinden.”

De IFDH heeft onlangs het International Symposium on Dental Hygiene in Dublin gehouden. Kun je hier iets over vertellen?

“Er waren 770 deelnemers uit 37 verschillende landen. Dat was minder dan verwacht, maar door de covid-19-restricties van begin dit jaar en de oorlog in Oekraïne was er met name onder de collega’s uit de VS, Canada en Japan grote aarzeling om naar Europa te komen.
Het programma was opgebouwd rond vier thema’s: ‘Adapt’, ‘Care’, ‘Enable’ en ‘Learn’. Dit resulteerde in 90 verschillende sessies met sprekers uit 19 landen en een scala aan onderwerpen. Daarnaast waren er bijna 100 posterpresentaties met het meest recente wetenschappelijk onderzoek en was er een grote beurs met de nieuwste producten en technische ontwikkelingen en innovaties. Er was uiteraard veel aandacht voor parodontologie, preventieve mondzorg, gedragsverandering en tal van onderwerpen die mondhygiënisten na aan het hart liggen. Het is moeilijk om de ‘belangrijkste lezingen’ eruit te lichten, want dat is natuurlijk voor iedereen anders. Persoonlijk was ik erg blij met de plenaire lezing van Professor Paul Brocklehurst over ‘Future dental public health challenges’ en de rol die de mondhygiënist daarbij kan innemen en met de lezing van Professor Richard Watt over the WHO Global Oral Health Strategy en hoe de mondhygiënist kan bijdragen aan veranderingen in het beleid van overheden op het gebied van mondgezondheid. Ook de lezingen van onze Zweedse collega’s dr. Birgitta Jonsson en dr. Kajsa Abrahamsson over gedragsverandering waren zeer inspirerend, net zoals de bijdragen van verschillende Nederlandse collega’s. Zie voor het hele programma www.isdh2022.com.”

Welke trends zie je in de mondzorg en voor mondhygiënisten?

“Ontzettend belangrijk voor de mondzorg wereldwijd was de adoptie van de WHO Resolution on Oral Health, waardoor 149 landen zich committeerden om mondzorg op de nationale politieke agenda te zetten en te streven naar een betere mondgezondheid voor de bevolking. Daarnaast verscheen vorig jaar het visiedocument van de FDI ‘Oral Health for all by 2030’. Om al deze ambities waar te kunnen maken is er een grote rol voor mondhygiënisten weggelegd, maar ook voor de zogenaamde dental therapists en andere ‘mid level care providers’, zoals verpleegkundigen, verloskundigen en gezondheidsmedewerkers. Vertaald naar de Nederlandse situatie zouden mondhygiënisten nog meer de samenwerking aan moeten gaan met consultatiebureaus, verloskundigen, praktijkondersteuners van huisartsen, verpleegkundigen, verzorgenden in verpleeghuizen etc. om preventieve mondzorg te promoten en hen te leren screenen op mondgezondheid. Daarnaast denk ik dat vooral ouderen en kwetsbare groepen in de samenleving nog meer aandacht kunnen gebruiken op het gebied van (preventieve) mondzorg dan dat nu het geval is. Ik hoop van harte dat ‘oral health for all by 2030’ een te verwezenlijken ambitie zal blijken te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de mondhygiënist hier een belangrijke rol bij kan spelen.”

Wat zou er nog verbeterd kunnen worden voor mondhygiënisten?

“Ik geloof niet dat er in Nederland nog veel verbeterd kan worden voor mondhygiënisten. Alle randvoorwaarden om het beroep uit te oefenen op het terrein van de preventieve mondzorg, inclusief restauratieve vaardigheden, zijn aanwezig. Zeker als het experiment van de overheid met de zelfstandige bevoegdheid voor voorbehouden handelingen geslaagd is. Het is aan de mondhygiënisten zelf om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en ook buiten de werkzaamheden in de individuele mondzorg en in de mondzorgpraktijk of instelling, preventie en mondzorg te promoten en uit te dragen. Misschien dat daar nog iets verbeterd zou kunnen worden…”

Zijn de ontwikkelingen in het buitenland vergelijkbaar met die in Nederland? Is in andere landen bijvoorbeeld ook zoiets als de taakherschikking gaande?

“De situatie en daarmee de ontwikkelingen zijn eigenlijk in ieder land verschillend. Kijkend naar Europa zijn de Scandinavische landen wellicht het meest gefocust op preventieve mondzorg en heeft daar de zogenaamde taakherschikking op een heel natuurlijke manier plaatsgevonden. Hetgeen weerspiegeld wordt in de verhouding van het aantal tandartsen ten opzichte van het aantal mondhygiënisten. In verschillende, met name Oost-Europese, landen is er een overschot aan tandartsen. Daardoor is er meteen ‘weerstand’ tegen het beroep van mondhygiënist. Terwijl er in andere Europese landen – Duitsland, Frankrijk – soms meer sprake is van een soort ‘hiërarchische’ weerstand.
In de VS en Canada zie je nogal verschillen in de zelfstandigheid van de beroepsuitoefening en het competentieprofiel per staat of provincie. In Korea en Japan zie je enorme aantallen mondhygiënisten (in Korea 140.000). In andere Aziatische landen zoals Thailand, Maleisië en Indonesia zijn vooral dental therapists werkzaam, met als primaire taak de bestrijding van cariës door middel van restauratie en extracties. Kortom: het is overal anders!”

Blijf je zelf nog actief in de mondzorg?

“Ja, ik blijf nog wel even actief als ‘past president’ van de IFDH, voor de IFDH. Met name op het gebied van de implementatie van de ‘WHO Global Oral Health Strategy and Action Plans’ en op het gebied van ‘Sustainability in Dentistry’. De IFDH organiseert rond deze twee thema’s opnieuw een ‘Oral Health Summit’ in september 2023 en tijdens het volgende International Symposium in 2024 in Seoul, Korea. Ik hoop daaraan bij te kunnen dragen, maar vooral aan ‘oral health for all by 2030’!”

 

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Corrie Jongbloed-Zoet, past president van de International Federation of Dental Hygienists (IFDH)

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Probiotica in de paropraktijk

Probiotica in de paropraktijk

Probiotica, je kan er tegenwoordig niet meer omheen: van de melkproducten voor een gezonde darmflora tot schoonheidsproducten. Ook in de tandheelkunde neemt de populariteit van probiotische producten toe. Maar bevorderen die probiotica nu echt de mondgezondheid van onze patiënten? Verslag van lezing van dr. Isabelle Laleman, parodontoloog en onderzoeker.

Uit een kleine peiling bij de aanwezigen in de zaal blijkt 25% probiotica in te zetten bij de behandeling tegen parodontitis terwijl bijna alle bezoekers wel eens antibiotica gebruiken als adjunct. De enige richtlijn die voor zover de spreker weet beschikbaar is over het gebruik van probiotica in de tandheelkunde, is de richtlijn van de European Federation of Periodontology. Deze richtlijn geeft echter aan dat er onvoldoende bewijs is om probiotica te gebruiken als adjunct bij de niet-chirurgische therapie van parodontitis. Deze richtlijn is gebaseerd op een systematische review die vijf studies includeerde. De heterogeniteit tussen deze individuele studies is zo groot (o.a. verschillende probiotische producten, verschillende behandelduur, …) dat we ons kunnen afvragen of we deze zo maar op één hoop kunnen gooien. Niet elk probiotisch product heeft immers hetzelfde effect.

L. reuteri Prodentis

In deze presentatie werd er dan ook gefocust op één probiotisch product: L. reuteri Prodentis. Bij onderzoek van deze probiotica trad na 3 maanden 0,5mm meer pocketreductie op in dan in de controlegroep. Dit is een significant verschil. Een gemiddelde pocketreductie zegt echter niet zoveel. Je kunt je afvragen wat dit nu betekent in de praktijk. Als men het vergelijkt met studies die het gebruik van systemisch antibiotica onderzoeken, blijkt dit effect vergelijkbaar. Studies van goede kwaliteit die een directe vergelijking maken tussen probiotica en antibiotica zijn echter niet beschikbaar op dit moment. Een voordeel van L. reuteri Prodentis is dat er geen bijwerkingen gekend zijn en dit product waarschijnlijk ook een goede bijdrage aan het immuunsysteem geeft in tegenstelling tot antibiotica.

Moment van probioticum gebruik

Naast het additionale effect dat probiotica hebben bij initiële niet-chirurgische behandeling, blijkt L. reuteri Prodentis ook een meerwaarde te hebben bij herinstrumentatie ten opzichte van placebo.

L. reuteri Prodentis blijkt dus een interessant adjunct voor de niet-chirurgische parodontale therapie. In de studies die dit product onderzochten, werden nooit belangrijke bijwerkingen gerapporteerd. Echter gebaseerd op studies met andere probiotica voor andere toepassingen, blijft voorzichtigheid geboden voor het gebruik van probiotica in immuungecompromiteerde patiënten en patiënten met aangeboren hartafwijkingen.

Dr. Isabelle Laleman is parodontoloog en onderzoeker, (België). Ze is gepassioneerd door tandvlees (problemen), halitose en innovaties in de mondzorg. Momenteel werkt ze parttime in een privépraktijk in Leuven en parttime als chef de clinique op de afdeling parodontologie in het universitair ziekenhuis in Luik, waar ze zich bezighoudt met onderzoek en onderwijs.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Isabelle Laleman tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Tandartsen moeten zich bewust zijn van de symptomen van apenpokken

Tandartsen moeten zich bewust zijn van de symptomen van apenpokken

De coronapandemie is nog niet voorbij of er is weer een volgende infectieziekte: de apenpokken. Hoewel het aantal gevallen in onze regio meevalt, zouden tandartsen zich bewust moeten zijn van de symptomen van apenpokken. Enkele van de meest voorkomende laesies die verband houden met het virus kunnen namelijk voor het eerst worden waargenomen in de maxillofaciale regio, volgens een gepubliceerde brief in Oral Surgery.

Endemische infectieziekte

Apenpokken is een endemische infectieziekte die vaak alleen in Centraal-Afrika wordt waargenomen. In mei begon de ziekte zich te verspreiden in niet-endemische landen zoals de VS, Canada en Europa, zonder directe link met de gebieden in Afrika. Daarom beschouwt de Wereldgezondheidsorganisatie monkeypox sindsdien als een uitbraak. In Nederland is inmiddels bij meer dan duizend mensen apenpokken vastgesteld.

Laesies in de maxillofaciale regio

Naarmate de gevallen toenemen, moeten clinici bekend zijn met de symptomen van apenpokken, schrijven de auteurs van de brief: “Kaakchirurgen worden blootgesteld aan patiënten die risico lopen op apenpokken en enkele van de meest voorkomende laesies kunnen het eerst worden waargenomen in de maxillofaciale regio.” Als ze de tekenen en symptomen kennen, kunnen ze ervoor zorgen dat patiënten de behandeling krijgen die ze nodig hebben en de verspreiding van het virus verder voorkomen.

Veelvoorkomende symptomen

Hoofdpijn, koorts en gezwollen lymfeklieren zijn enkele van de meest voorkomende symptomen van apenpokken, evenals spierpijn, pijn en zwakte. Maxillofaciale laesies geassocieerd met monkeypox zijn papulopustulaire uitslag met korst- en littekenvorming. Deze kunnen verschijnen als toenemende, necrotiserende dermatitis met verschillende vesiculopustulaire, desquamaterende en maculopapulaire stadia, volgens de brief.

Bovendien kan apenpokken in verband worden gebracht met andere ziekten, waaronder herpes zoster, herpes simplex, mazelen, zika, dengue en syfilis. Ook moet een clinicus op de hoogte zijn van tekenen die wijzen op subklinische immunosuppressie die geassocieerd is met een apenpokkeninfectie. Voorbeelden hiervan zijn kleine, breekbare blaren op het zachte mondweefsel, pijnlijke mondzweren, meerdere verspreide laesies op de huid in de mond en lippen, huiduitslag en hevige pijn in het gezicht, petechiale laesies op het harde gehemelte en stijfheid van het kaakgewricht.

Verspreiding door direct contact

De ziekte verspreidt zich van de ene persoon naar de andere door direct contact met de besmettelijke uitslag, korstjes of lichaamsvloeistoffen. Het verspreidt zich ook via respiratoire secreties tijdens langdurig face-to-face contact of intiem fysiek contact, evenals het aanraken van kleding of andere items die eerder de besmettelijke uitslag of lichaamsvloeistoffen hebben aangeraakt.

Overdracht kan plaatsvinden vanaf het moment dat de symptomen beginnen totdat de uitslag volledig is genezen en een nieuwe huidlaag is gevormd. Complicaties van monkeypox kunnen secundaire infecties omvatten, waaronder encefalitis en sepsis, volgens de WHO.

Doorverwijzen naar afdeling infectieziekten

Patiënten met huiduitslag en macules, papels, puisten en blaasjes moeten worden doorverwezen naar de afdeling infectieziekten om te voorkomen dat clinici zichzelf en anderen mogelijk blootstellen aan het virus. “Monkeypox blijft een diagnostische uitdaging voor clinici, vooral in niet-endemische landen, en de geassocieerde ziekten kunnen symptomen vertonen die zouden wijzen op de aanwezigheid van een apenpokken-geassocieerde infectie,” schreven de auteurs.

Bronnen:
RIVM 
Oral Surgery 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Grotere kans op wondinfectie voor patiënten met penicilline-allergie

Grotere kans op wondinfectie voor patiënten met penicilline-allergie

Patiënten met een penicilline-allergie die kaakchirurgie ondergaan waarbij een bepaald soort antibioticum als perioperatieve profylaxe wordt toegediend lopen een groter risico op het ontwikkelen van wondinfectie. Dit is de conclusie van een onderzoek dat is gepubliceerd in het Journal of Oral and Maxillofacial Surgery.

Allergie voor penicilline

Ongeveer 10% van alle patiënten zegt overgevoelig te zijn voor penicilline, maar zo’n 90% van deze gevallen zijn geen echte allergieën. Het kennen van de allergiestatus van een patiënt is cruciaal bij het selecteren van perioperatieve antibiotica. Een penicilline-allergie sluit vaak het gebruik van penicillines en andere bètalactamantibiotica uit. In plaats daarvan krijgen deze patiënten vaak breedspectrumantibiotica voorgeschreven die meer geassocieerd zijn met toxiciteit en de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie.

Antibioticakeus draagt bij aan wondinfectie

De keuze van antibiotica is ook een factor die bijdraagt aan wondinfectie. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat penicilline-allergie in verband is gebracht met een significant verhoogde kans op het ontwikkelen van wondinfecties bij patiënten die orthopedische, gynaecologische, colorectale en hartchirurgie ondergaan. Dit blijkt te worden veroorzaakt door het gebruik van alternatieve perioperatieve antibiotica, schrijven de onderzoekers.

Kwetsbaarder voor inspectie

Infectie van de operatiewond is een reëel risico voor patiënten die orale en maxillofaciale chirurgische ingrepen ondergaan, met een gerapporteerd risico tot 18%. Omdat dit risico is gekoppeld aan de selectie en duur van antibiotische profylaxe, probeerden de onderzoekers te bepalen of penicilline-allergische patiënten die orale en maxillofaciale procedures ondergingen kwetsbaarder waren voor infecties.

Retrospectieve cohortstudie

Met dit doel voerden de auteurs een retrospectieve cohortstudie uit van 2.058 patiënten die dentoalveolaire, orthognatische met of zonder derdemolaarextractie, pathologie en reconstructie-, en temporomandibulaire gewrichtsprocedures ondergingen. De operaties werden tussen 2011 en 2018 in een ziekenhuis uitgevoerd. Van de patiënten meldden 318 (16%) een penicilline-allergie.

Vaker infectie na alternatief antibioticum

Uit de resultaten bleek dat bètalactamantibiotica minder vaak werden toegediend bij patiënten met dan bij mensen zonder penicilline-allergie. Allergische patiënten kregen juist vaker clindamycine, een antibioticum dat gepaard ging met een vier keer hoger percentage wondinfecties (5,6%) vergeleken met bètalactamantibiotica (1,4%).

Verhoogd risico door antibioticaselectie

Ook het hebben van een penicilline-allergie was geassocieerd met een grotere kans op wondinfectie. Nadat het perioperatieve antibioticagebruik gelijk was gehouden tussen beide groepen antibiotica, was penicilline-allergie op zich niet langer geassocieerd met chirurgische infectie. Dit suggereert dat het verhoogde risico op infectie bij allergische patiënten was gerelateerd aan het verschil in antibioticaselectie vergeleken met patiënten zonder allergie, in plaats van de penicilline-allergie zelf, schrijven de auteurs.

Niet dezelfde chirurg

Vanwege het retrospectieve karakter was het onderzoek beperkt tot wat in medische dossiers was vastgelegd. Een andere beperking van was dat niet alle patiënten door dezelfde chirurg werden behandeld, dus variaties in de uitvoering van de operaties werden niet overwogen.
Allergietests

Omdat het nemen van niet-bètalactamantibiotica tijdens een perioperatieve periode de kans vergroot dat een penicilline-allergische patiënten een postoperatieve wondinfectie ontwikkelt, zouden clinici moeten overwegen om deze personen vooraf allergietests te laten ondergaan, concludeerde de groep. Mensen die wel overgevoeligheid melden maar geen echte allergie hebben kunnen namelijk mogelijk toch bètalactamantibiotica krijgen.

“Verwijzing voor bepalende allergietesten moet worden overwogen bij preoperatieve patiënten met vermeende penicilline-allergie als een strategie voor risicovermindering”, schreven de onderzoekers.

Bron:
Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Artsen in Japan gebruiken navigatiesysteem voor TMJ operatie

Artsen in Japan gebruiken navigatiesysteem voor TMJ-operatie

Artsen in Japan hebben met succes met behulp van een computerondersteund navigatiesysteem een ankylose-operatie aan het kaakgewricht uitgevoerd bij een 7-jarig meisje. Het systeem maakte het mogelijk om schade aan de hersenen van de jonge patiënt te voorkomen, staat in een artikel in het Journal of Medical Case Reports.

Immobiliteit van het kaakgewricht

Een ankylose van het temporomandibulaire gewricht (TMJa) wordt gekenmerkt door immobiliteit van het kaakgewricht samen met de vorming van een ossale, fibreuze of fibro-ossala massa die aan de basis van de schedel is gefuseerd. Het kan orale disfunctie en misvormingen van de onder- en bovenkaak veroorzaken.

Uitdaging voor kaakchirurgen

De aandoening komt niet vaak bij kinderen voor en is een uitdaging voor kaakchirurgen; de juiste chirurgische techniek en te gebruiken materialen zijn nog steeds een punt van discussie. Gevallen waarbij pediatrisch patiënten zijn betrokken hebben ook een extra gevaar vanwege de kleinere schedelbreedte. Dit kan leiden tot chirurgische complicaties zoals hersenbeschadiging.

7-jarig meisje

Clinici uit Japan beschrijven het geval uit 2012 van een TMJa-operatie bij een 7-jarig meisje. Ze was doorverwezen naar het ziekenhuis omdat ze moeite had met het openen van haar mond. Ze had een blauwe plek in haar gezicht nadat ze twee jaar eerder van een optrekstang was gevallen. Tijdens dat eerste bezoek was de beweging van haar rechter onderkaak ernstig beperkt en was haar maximale orale opening 13 mm.

Beeldvorming voor de operatie

Voorafgaand aan de operatie onderging het meisje panoramische radiografie en computertomografie (CT) scans. Hiermee werden een misvorming van de linkercondyl zichtbaar, veroorzaakt door bottoevoeging, evenals een verlies van gewrichtsruimte. De gewrichtsholte en gewrichtsschijf waren niet zicht baar op een MRI-scan.

Elektromagnetisch navigatiesysteem

Het klinische team maakte gebruik van een elektromagnetisch navigatiesysteem – een Medtronic StealthStation S7 met Synergy Fusion Cranial software – om het schedel van de patiënt te meten en de positie van de mediale schedelfossa en de afstand van de glenoidfossa tot de schedelbasis te bevestigen.

De procedure

Er werd een referentiepunt op het voorhoofd van de patiënt geplaatst, een magnetischveldgenerator op de zijkant van haar hoofd gezet en er werd en registratie uitgevoerd met de tracersonde. Omdat de schedel van de patiënt op het dunste punt 0,7 mm dik was met een foutmarge van het navigatiesysteem van 0,3 mm, besloten de clinici een osteotomie van 10 mm breed uit te voeren. Als laatste stap werden de temporale spier en fascia ingebracht in de glenoid fossa, die door de operatie als interpositioneel materiaal was gecreëerd.

Geen complicaties

De dag na de operatie begon het meisje met een training voor het openen van de mond. Zes maanden later was de maximale orale opening 38 mm, 25 mm meer dan eerst, en was haar mondmotiliteit hersteld. Er werden geen complicaties gemeld, en een follow-up-CT toonde een verbeterde situatie aan.

Aantal nadelen

Hoewel de operatie succesvol verliep rapporteren de auteurs een paar nadelen van dit specifieke elektromagnetische navigatiesysteem. De foutwaarde was redelijk hoog en het systeem vereiste insteltijd nadat de algehele anesthesie was ingezet.

Verbeterde operatiekwaliteit

Daarentegen zeggen ze dat er is gemeld dat navigatiesystemen de kwaliteit van schedelbasisoperaties verbeteren en risico’s verminderen, omdat ze de chirurg helpen de schedelbasis stabiel te houden. Ook is een hogere snijprecisie en meer controle over de hoeveelheid verwijderd bot mogelijk. “Een chirurgisch navigatiesysteem maakt het mogelijk om tijdens de operatie real-time positionering te bereiken en het preoperatieve ontwerp over te brengen naar de daadwerkelijke operatie”, schreven de auteurs.

Bron:
Journal of Medical Case Reports

Lees meer over: Chirurgie, Thema A-Z
Onderzoek

In vivo onderzoek: CPC in mondspoelingen scheurt het membraan van SARS-CoV-2 en vermindert de hoeveelheid virus in het speeksel

Een klinisch onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Dental Research, wijst uit dat één minuut lang de mond spoelen met een mondspoeling die 0,07% Cetylpyridinium Chloride (CPC) bevat, de hoeveelheid besmettelijk virus, zoals SARS-CoV-2, in het speeksel vermindert.

Dentaid In vivo onderzoek: CPC in mondspoelingen | SARS-CoV-2

In vivo onderzoek

Een onderzoek, onder leiding van de Fight Infections Foundation in samenwerking met het IrsiCaixa AIDS Research Institute, het Gerència Territorial de Àmbit Metropolità Nord van het ICS (Institut Català de la Salut, Catalaans Gezondheidsinstituut) en het DENTAID Research Center, heeft aangetoond dat mondspoelingen die Cetylpyridinium Chloride (CPC) bevatten, virus dodende activiteit tegen SARS-CoV-2 in het speeksel vertonen. De resultaten die eerder al waren waargenomen in in vitro onderzoek uitgevoerd door het onderzoeksteam van IrsiCaixa, zijn nu in vivo bevestigd.

Dit onderzoek, waarbij gebruik gemaakt werd van speekselmonsters van besmette mensen die in eerstelijnszorgcentra werden behandeld, bevestigt dat CPC in staat is het membraan van het virus af te breken. De studie heeft het mogelijk gemaakt in vivo aan te tonen dat SARS-CoV-2 zijn besmettelijke vermogen verliest, omdat het geen cellen kan binnendringen doordat het membraan van het virus is vernietigd. Mondspoelingen die 0,07% CPC bevatten kunnen dus een effectief preventiemiddel zijn tegen besmetting veroorzaakt door uiteenlopende varianten van het coronavirus.

“Dat het mogelijk is met een mondspoeling met CPC de besmettelijkheid van SARS-CoV-2 in speeksel te verminderen, is zeer goed nieuws, aangezien het gebruik van een dergelijke mondspoeling de overdracht van het virus tussen mensen kan verminderen,” zegt een opgetogen dr. Andrea Alemany, onderzoeker bij de Fight Infections Foundation en eerste auteur van de studie.

Dr. Núria Prat, directeur van de afdeling eerstelijnszorg van het ICS voor de regio Metropolitana Nord, benadrukt van haar kant de rol van de eerstelijnszorg bij dit soort onderzoek: “Doordat de onderzoekers rechtstreeks toegang hadden tot een aanzienlijk deel van de bevolking en dankzij de gezamenlijke inspanningen van professionals op het gebied van huisartsgeneeskunde, verpleegkundige en tandheelkunde van eerstelijnszorgcentra kon het nodige veldwerk worden verricht ten behoeve van de studie.”

Onderzoeksmethodologie

Het onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Dental Research, is het resultaat van een gerandomiseerd, dubbelblind, parallel en placebo-gecontroleerd klinisch onderzoek, dat tussen februari en juni 2021 werd uitgevoerd bij 19 eerstelijnszorgcentra in de regio Metropolitana Nord in Catalonië. Bij de studie waren 118 volwassenen betrokken met asymptomatische SARS-CoV-2-infectie of met lichte symptomen van COVID-19, bij wie de hoeveelheid virus met besmettelijk vermogen werd geanalyseerd door middel van de ELISA-test. “Anders dan met PCR kunnen we met deze test zien in hoeverre CPC het virusmembraan afbreekt, doordat het de nucleocapside-eiwitten opspoort die in het SARS-CoV-2-virus aanwezig zijn,” aldus dr. Nuria Izquierdo-Useros, hoofdonderzoeker aan IrsiCaixa en medeauteur van het artikel. De onderzoeksprocedures vonden plaats onder leiding van de tandheelkundige teams van de aan de studie meewerkende eerstelijnszorgcentra van de regio Metropolitana Nord (ICS) en werden gecoördineerd door het onderzoeksteam van de Fight Infections Foundation. Verder werden alle monsters geanalyseerd door de afdeling microbiologie van het klinische laboratorium in Metropolitana Nord en door IrsiCaixa.

Een gezonde gewoonte

Deze conclusies bevestigen dat mondspoelingen naast andere strategieën kunnen worden gebruikt om de verspreiding van SARS-CoV-2 te voorkomen, vooral nu de toepassing van beschermende maatregelen, zoals het gebruik van mondkapjes, afneemt.

Bronnen:
IrsiCaixa

DENTAID Research Center

 

 

Lees meer over: Corona, Mondhygiëne, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Thema A-Z
Overname

American Dental Trading overgenomen door investeerder Triton

ADT Dental Trading is overgenomen door de Zweedse investeringspartij Triton. De overname is onderdeel van het samengaan van drie ondernemingen Unident (Zweden), Hofmeester (Nederland) en ADT (Nederland).

Samen vormen zij een bedrijf met een jaaromzet van meer dan EUR 160 miljoen met activiteiten in 9 landen die meer dan 15.000 klinieken bedienen.

‘Na een tweede optimalisatie ronde van ons geavanceerde logistieke centrum stond ADT in de startblokken om verdere internationale groei te realiseren. Om eens buiten het bekende te kijken hebben we contact gezocht met M&A adviseur Aeternus die in haar zoektocht naar verschillende alternatieven met potentiële partijen kwam die we zelf nog niet op het vizier hadden. Na een zorgvuldig selectieproces is er uiteindelijk een overeenkomst gesloten met Triton en via hen met Unident en Hofmeester. Als team met een stevige voetprint in Noord- en West-Europa zijn we klaar voor een nieuwe fase van ons bedrijf’, zegt Pieter van Lieshout, CEO ADT.

Bron:
Aeternus

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
geld

Mondzorgtarieven 2023 verhoogd door NZa

De NZa heeft de indexatie van de tarieven voor tandheelkundige prestaties voor 2023 verhoogd naar 7,7 procent. Eerder was die indexatie 5,2 procent en daar is nu 2,5 procent bij gekomen. De indexatie voor orthodontietarieven stijgt van 5,5 naar 8,6 procent.

De KNMT had na de oorspronkelijke indexatie bij de NZa aangegeven dat de percentages te laag waren gezien de recente loon- en prijsontwikkelingen. De NZa heeft hier dus gehoor aan gegeven.

De nieuwe tarieven gelden per 1 januari 2023.

Bekijk op de website van de NZa de tarieven voor mondzorg in 2023

Bronnen:
KNMT
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Wat er nodig is voor effectieve tandheelkundige zorg voor MS patiënten

Wat er nodig is voor effectieve tandheelkundige zorg voor MS-patiënten

Patiënten met multiple sclerose (MS) lopen een groter risico op het ontwikkelen van parodontitis en cariës als gevolg van problemen bij het uitvoeren van mondzorg en de toegang tot een tandarts, volgens een artikel in het British Dental Journal. Daarom zouden clinici een preventief plan voor MS-patiënten moeten ontwikkelen dat specifieke symptomen aanpak.

Ongeneeslijke ontstekingsziekte

Multiple sclerose is een ongeneeslijke ontstekingsziekte van de hersenen die in Nederland bij 1 op de 1000 mensen voorkomt. Patiënten ervaren vaak motorische stoornissen, gezichtspijn, vermoeidheid en trigeminusneuralgie. Dit kan iemands vermogen om mondhygiëne te handhaven beïnvloeden. Een team tandheelkundige professionals van King’s College Dental Hospital en King’s College NHS Foundation Trust beschrijft in het artikel wat de gevolgen hiervan zijn op tandheelkundige zorg.

Aanpassen op individuele behoeften

Vanwege de variatie in symptomen die gepaard gaan met MS en de variërende ernst moeten tandheelkundige teams de behandeling van patiënten op hun individuele behoeften aanpassen. Waarschijnlijk zal de zorg in de loop van tijd aanzienlijk moeten variëren door fluctuaties in de toestand van de patiënt.

Tips voor specifieke symptomen

Bij het opstellen van een behandelplan moeten clinici rekening houden met de specifieke symptomen van hun patiënt. Zo zouden degenen met verminderde handvaardigheid moeten worden aangemoedigd om een elektrische tandenborstel met een aangepast handvat te gebruiken, stellen de auteurs.

Orale bijwerkingen

Bovendien moeten artsen zich bewust zijn van de reeks bijwerkingen die gepaard gaan met MS-medicijnen. Mogelijke orale bijwerkingen zijn onder meer xerostomie, veranderende smaak en opportunistische infecties. Sommige biologische medicijnen kunnen ook het risico op bloedingen en infecties van een persoon verhogen. Daarom dienen tandartsen te overleggen met artsen en verpleegkundigen die betrokken zijn bij de zorg voor hun patiënten.

Water tegen droge mond

Wanneer bijwerkingen bekend zijn kunnen tandartsen hier rekening mee houden. Zo kunnen patiënten die een droge mond ervaren worden aangemoedigd om regelmatig een slokje water te nemen, suikervrije kauwgom te kauwen of speekselvervangers te gebruiken, schrijven de auteurs. Voor mensen die moeite hebben met slikken zouden clinici een niet-schuimende tandpasta zonder natriumlaurylsulfaat moeten aanbevelen, evenals iemand te laten helpen bij het poetsen.

Doorverwijzen naar andere diensten

Hoewel patiënten met multiple sclerose veilig en effectief kunnen worden behandeld in tandartspraktijken, kan het nodig zijn om ze door te verwijzen naar andere tandheelkundige diensten. Afhankelijk van de behoeften van de patiënt kan iemand ook baat hebben bij speciale aanpassingen als een rolstoelbehandelstoel of een behandeling onder verdoving.

Communicatie uitdaging maar essentieel

Goede communicatie is cruciaal bij het verlenen van zorg aan MS-patiënten. Het begrip van een patiënt is namelijk een essentieel onderdeel van het verkrijgen van informed consent. Dit kan echter een uitdaging zijn aangezien personen met MS een reeks spraakproblemen kunnen ervaren. Daarom is het noodzakelijk om dit aspect flexibel te benaderen zodat patiënten hun beslissingen zo goed mogelijk zelf kunnen nemen en delen.

Effectieve tandheelkundige zorg

“Contacten met relevante beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en een patiëntgerichte benadering zijn essentieel om veilige en effectieve tandheelkundige zorg te garanderen voor personen met MS”, concluderen de auteurs.

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
bleken tanden

Tarieven bleken tanden en facing losgelaten per 1 januari 2023

De maximumtarieven voor facings en het bleken van tanden worden vanaf 1 januari 2023 losgelaten, zo besloot minister Kuipers (VWS). Dit is voor een proefperiode van vijf jaar. Deze maatregel is alleen van toepassing op cosmetische zorg, om het ‘uiterlijk van het gebit te verfraaien’.

De KNMT liet eerder aan Kuipers en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) weten dat de huidige maximumtarieven voor de cosmetische mondzorg “belemmerend werken voor de dienstverlening” van tandartsen aan patiënten. Kuipers schrijft in een brief aan de Tweede Kamer: “Hierdoor kunnen zij “niet voldoende tegemoetkomen aan de wensen van mensen”.

Na vijf jaar wordt bezien of het maximumtarief blijven kan worden losgelaten. Indien er tussentijds zou blijken dat er nadelige effecten optreden – bijvoorbeeld dat de reguliere mondzorg onder druk komt te staan – dan kan de maatregel worden ingetrokken op advies van de NZa .

Bron:
Skipr

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Kunstmatige intelligentie segmenteert CBCT-scan in 25 seconden, ongeveer 5 uur sneller dan een tandarts

Kunstmatige intelligentie segmenteert CBCT-scan in 25 seconden, ongeveer 5 uur sneller dan een tandarts

Onderzoekers hebben een algoritme gecreëerd dat het potentieel van kunstmatige intelligentie voor de tandheelkunde laat zien, staat in het Journal of Dental Research. Waar mensen bijna vijf uur besteedden aan het segmenteren van de tanden en kaak op een conebeam computertomografie (CBCT)-scan, lukte een algoritme het om de taak in slechts 25 seconden te voltooien – met een uitstekend resultaat.

Malocclusie en 3D-modellen

CBCT-scans worden steeds vaker gebruikt door orthodontisten vanwege de lage kosten en stralingsdosis. De beeldvorming wordt gebruikt om complexe malocclusie nauwkeurig te beoordelen. Dezelfde scans kunnen worden gebruikt om 3D-modellen te maken voor verdere diagnose en behandelplanning.

Segmenteren meest uitdagende stap

Momenteel is de meest uitdagende stap bij het maken van de 3D-modellen de CBCT-beeldsegmentatie, schrijven de auteurs onder leiding van H. Wang van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Amsterdam UMC. Dat is het opdelen van de scans in verschillende anatomische interessegebieden. Het onderzoek was gericht op het trainen van een veelbelovend nieuw algoritme, het mixed-scale dense (MS-D) convolutionele neurale netwerk, om tegelijkertijd zowel de kaak als de tanden van CBCT-scans te segmenteren.

Model versus tandarts

In totaal werden dertig CBCT-scans verkregen van patiënten tussen de 11 en 24 jaar oud die een orthodontische behandeling hadden ondergaan. De prestaties van de MS-D-netwerken werden vergeleken met goudenstandaardsegmentaties die werden gemaakt door vier tandartsen met minstens twee jaar ervaring. De scans werden in drie klassen verdeeld, tanden, kaak en achtergrond, en geconverteerd naar 3D-modellen.

Neuraal netwerk levert goede resultaten

De resultaten van het algoritme waren vergelijkbaar met de segmentatie die door de tandartsen werd gedaan: de overeenkomstindex was 0.934 voor het onderscheiden van kaken en 0,945 voor het identificeren van tanden. De op het MS-D-netwerk gebaseerde 3D-modellen van de kaak weken 0,390 mm af van de gouden standaard, en slechts 0,204 mm voor de tanden.

Vergissingen aan de randen

In één voorbeeld toonde de verschillenkaart aan dat het algoritme zich meestal aan de randen van de segmentatie vergist met een verschil van ongeveer 1 pixel. Het algoritme miste ook enkele dunne, benige structuren rond de maxillaire sinus, merkten de auteurs op.

Algoritme is veel sneller

Het algoritme wist dus goede resultaten te behalen in slechts 25 seconden per CBCT-scan, terwijl handmatige segmentatie ongeveer 5 uur duurde. “Het MS-D-netwerk dat is getraind voor multiclass-segmentatie zou daarom patiëntspecifieke orthodontische behandelingen haalbaarder maken door de tijd die nodig is om meerdere anatomische structuren in CBCT-scans te segmenteren sterk te verminderen”, schrijven de onderzoekers.

Geen gecompliceerde tandheelkundige status

Belangrijk is dat geen van de patiënten in de studie vullingen, implantaten of kronen had, en dat de scans dus vrij waren van metalen artefacten. De auteurs adviseerden daarom dat toekomstige studies patiënten met een meer gecompliceerde tandheelkundige status zouden moeten omvatten.

Bron:
Journal of Dental Research

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Orale-bacterie-mogelijk-biomarker

Orale bacterie mogelijk biomarker voor patiënten met diabetische nefropathie

De orale bacteriesoort Selenomonas spp is een potentiële biomarker voor patiënten met diabetische nefropathie. Dit blijkt uit een recent onderzoek in BMC Oral Health naar het verschil in de structurele samenstelling van speekselflora tussen chronische parodontitispatiënten met en zonder de veel voorkomende diabetesgerelateerde niercomplicatie.

Orale microbiota bij parodontitis en diabetes

Eerdere studies hebben aangetoond dat orale microbiota verband houden met zowel parodontitis als diabetes mellitus (DM). Ook is een verhoogde incidentie van parodontitis bij patiënten met chronische nierziekte gerapporteerd.

Belangrijke complicatie

Diabetische nefropathie (DN) is een van de belangrijkste microvasculaire complicaties van diabetes mellitus. In een recente studie bleek chronische parodontitis een risicofactor te zijn voor nierdisfunctie bij DM-patiënten. Het is echter onbekend of het orale microbioom verandert tijdens de progressie van parodontitispatiënten met DM naar diabetische nefropathie.

Wel of geen diabetische nefropathie

Wetenschappers uit China hadden als doel om de verschillen in speekselmicrobioom te onderzoeken tussen patiënten met parodontitis en diabetes mellitus type 2 met of zonder diabetische nefropathie. De patiënten van polikliniek van de afdeling geneeskunde van het Pinggu-ziekenhuis in Peking waren tussen de 30 en 75 jaar oud en moesten ten minste vijf natuurlijke tanden hebben.

Mensen die zwanger waren of borstvoeding gaven, diabetes type 1 hadden, in de afgelopen zes maanden een voorgeschiedenis van parodontale behandeling hadden of in de afgelopen drie maanden ontstekingsremmende medicijnen of antibiotica gebruikten werden uitgesloten.

Type orale bacteriën bepalen

Uit de 169 deelnemers werd een groep van 30 patiënten gekozen gebaseerd op leeftijd, geslacht, body mass index, parodontale status en bloedsuikermetingen. De helft van het cohort had diabetische nefropathie en elke groep van 15 patiënten had vijf patiënten met milde parodontitis, vijf met matige parodontitis en vijf met ernstige parodontitis. De auteurs verzamelden speekselmonsters van de patiënten, die werden geanalyseerd en vergeleken met een database om het type orale bacteriën te bepalen.

Verschillen in speekselmicrobioom

De orale microbiomen van de groepen verschilden significant met betrekking tot de soorten Gemella, Selenomonas spp., Lactobacillales niet-geclassificeerd, Bacteria niet-geclassificeerd en Abiotrophia. S. spp. kwam vaker voor in de groep met diabetische nefropathie, terwijl Gemella, L. niet-geclassificeerd, B. niet-geclassificeerd en Abiotrophia vaker voorkwamen in de groep zonder DN. Ook vertoonde de eerste groep een lagere diversiteit aan orale bacteriën.

Potentiële biomarker

Een aanvullende analyse toonde aan dat S. spp. een potentiële biomarker kan zijn om diabetische nefropathie te signaleren bij patiënten met diabetes type 2. Dit soort G-negatieve, anaërobe bacteriën is eerder in verband gebracht met de peri-implantaatgezondheid.

Verband nog niet duidelijk

De link tussen S. spp. en diabetische nefropathologie is niet helemaal duidelijk. De groep met nierziekte had echter iets hogere niveaus van ureumstikstof, wat kan wijzen op een onbalans van bacteriën in het darmkanaal, merkten de auteurs op.

Kleine steekproefomvang

Een beperking van de studie is dat de steekproefomvang klein was ook is er niet gekeken naar de impact van veranderingen in de mondflora na parodontale behandeling. Daarnaast werden patiënten zonder diabetes of parodontitis niet in het onderzoek opgenomen.
Desondanks is dit volgens de auteurs de eerste studie die bewijs levert van de mogelijke rol van orale bacteriën bij de ontwikkeling van niercomplicaties bij patiënten met diabetes type 2. Toekomstig onderzoek zou een grotere steekproefomvang moeten hebben en metagenoomsequencing moeten uitvoeren om uitgebreidere resultaten te bieden.

Mogelijk nieuwe inzichten

“Onze bevindingen kunnen helpen om vast te stellen of veranderingen in bepaalde bacteriën of speekselmicrobioom verband houden met de ontwikkeling van [diabetische nefropathie] en parodontitis”, schreven de auteurs. Mogelijk kan dit “nieuwe inzichten opleveren over de vroege behandeling en preventie van” diabetische nefropatie.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Deep margin elevation (DME) I love you, of toch niet

Deep margin elevation (DME): I love you, of toch niet?

DME betekent dat je bij een diepe preparatiediepte de outline verhoogd met een paar millimeter composiet, waardoor de outline van de daarna te plaatsen indirecte restauratie hoger komt te liggen. DME zorgt op die manier voor besparing van tandweefsel (minimaal invasief werken) en behoud van de interdentale papil. Dit in tegenstelling tot een conventionele kroon of een klinische kroonverlenging.De hoeveelheid aan te brengen composiet bij DME zou je zo minimaal mogelijk moeten houden, net subgingivaal. Houd er rekening mee dat de preparatie na DME makkelijk te isoleren is én dat er nog voldoende ruimte is om de contour van de indirecte restauratie zo gunstig mogelijk vorm te geven.

Isolatie met rubberdam

Bij DME is het van het grootste belang goed te isoleren met rubberdam. Maar bij (zeer) diepe preparaties kan het aanbrengen van rubberdam lastig zijn. Een aantal tips om de rubberdam goed aan te brengen bij diepe preparaties:

  • Gebruik `heavy` cofferdam.
  • Maak smallere gaatjes in de rubberdam.
  • Zorg voor inversie van de rubberdam.
  • Gebruik flossligaturen en teflon (mocht je later voor een conventionele afdruk kiezen, dan is het handig deze flossligaturen te laten zitten).
  • Gebruik de te vervangen restauratie als leidraad bij het plaatsen van de rubberdam: laat de floss erlangs glijden om de rubberdam in de sulcus te brengen.

Matrix

Een circulaire matrix verdient de voorkeur bij DME. Deze matrix kun je namelijk heel strak draaien en er is makkelijker een divergerend profiel te bewerkstelligen dan bij bijvoorbeeld `halve maan` matrixschildjes. Circulaire matrixen zijn echt wel lastig te stabiliseren en in diepte kan de aansluiting lastig zijn. Gebruik teflon in plaats van een wig om een goede aansluiting te waarborgen. Het is vaak handig om de matrix al te plaatsen voordat volledige oude restauratie verwijderd is, omdat deze kan helpen de matrix op de juiste plek te geleiden.

Resultaten

Er zouden problemen verwacht kunnen worden na DME door invasie van de biologische breedte en in de vorm van secundaire cariës. Toch blijkt dat dit weinig optreedt en is het overlevingspercentage van indirecte restauraties met DME 95,9% na 12 jaar. Deze goede resultaten gelden zowel voor vitale als voor endodontisch behandelde elementen. Het aanwezig zijn van een goede contour en een goed contactpunt blijken daarbij essentieel.

Afwegingen DME

Toch wordt er in 100% van de gevallen enigszins kenmerken van een tandvleesontsteking waargenomen na DME. Vraag jezelf in elke casus af of DME de juiste indicatie is voor dat element en of je zelf in staat bent de procedure uit te voeren bij de betreffende patiënt en op dat moment. Voer alleen DME uit als er een goede isolatie te verkrijgen is, je onder vergroting kan werken en je een goede matrixseal kan garanderen. Val anders terug op de al langer bestaande kroonverlenging of conventionele kroon procedures.

David Gerdolle doorliep zijn studie tandheelkunde in Nancy, Frankrijk en heeft nu zijn eigen praktijk aan het Lac Léman in Montreux, Zwitserland. Als lid van de Bio-Emulation groep staat hij voor minimaal invasieve tandheelkunde op een zeer hoog niveau.

Verslag voor dental INFO door Chantal Schreuder, tandarts, van de lezing van David Gerdolle tijdens de Biomimetic Online Conference van Karma Dentistry.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Orofaciale pijn, slaapverwekkend

Orofaciale pijn, slaapverwekkend?

Slapen is gezond. Meestal dan. Onze slaap lijkt een inactief proces maar er gebeurt ontzettend veel in onze slaap. Bovendien kan er van alles verkeerd gaan in je slaap. Tijdens het online symposium Orofaciale pijn, slaapverwekkend kwam er een palet aan sprekers voorbij. Van tandarts tot fysiotherapeut.

Als een slaapprobleem ons dagelijks leven ernstig verstoort dan is er sprake van een slaapstoornis. De gevolgen van een slaapstoornis kunnen van lichamelijke aard zijn, zoals: gewichtstoename, verandering in de stofwisseling, vermoeidheid, verandering van de bloeddruk en een stijgende suikerspiegel. De gevolgen kunnen ook psychisch zijn: verminderde concentratie en geheugen, somberheid, minder relativeringsvermogen en prikkelbaarheid. In totaal bestaan er meer dan tachtig slaapstoornissen. Tijdens de webinar werden er zes besproken:

  • Insomnie: problemen met inslapen of te vroeg wakker worden.
  • Hypersomnie van centrale aard, zoals narcolepsie
  • Circadiaanse ritmestoornis, zoals door een jetlag of ploegendienst
  • Parasomnie zoals slaapwandelen
  • Slaapgerelateerde bewegingsstoornissen zoals restless legs en bruxisme

Alhoewel het wetenschappelijk niet goed is aangetoond, kan bruxisme pijnklachten veroorzaken. Bruxisme ontstaat vaak direct na slaapverstoringen (arousals). Bruxisme wordt in verband gebracht met parasomnie en slaapapneu.

Slaapapneu

Slaapapneu valt onder de slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen. Zo kennen we het Centraal Slaapapneu Syndroom (CSAS), Obesitas Hypoventilatie Syndroom (OHS) en Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS). Voor OSAS zijn er drie behandelmogelijkheden: Chirurgische therapie, MRA en CPAP. De ernst bepaalt de therapie. Gek genoeg is er voor lichte OSAS chirurgie nodig zoals kaakosteomie, biatrische chirurgie of tracheotomie. Maar leefregels zoals matigen met alcohol, het verlagen van de BMI tot een gezonde waarde en eventueel positietherapie dienen voorafgaand uitgeprobeerd te worden. Ook bij matige OSAS kan chirurgie een oplossing zijn. Bij lichte OSAS kan een MRA ook geïndiceerd zijn, net als een CPAP die bij ernstige OSAS gebruikt wordt. Een CPAP is een masker dat over het gezicht wordt gedragen en voor overdruk zorgt.

MRA

Bij een MRA wordt de kaak naar voren geduwd en dit werkt zodoende onbedoeld orthodontisch zoals een activator. Hierdoor kunnen juist kaakgewrichtsklachten ontstaan. Een OSAS heeft helaas ook nadelen. De onderdruk zorgt dat de luchtpijp goed open gaat maar dit kan ook juist apneu veroorzaken. De acceptatie kan ook voor moeilijkheden zorgen en daardoor juist voor insomnie. De therapietrouwheid bepaalt het succes. De CPAP en MRA kunnen ook gecombineerd worden.

Van normaal tot klachten

Spieractiviteit rondom de kaken en de mond is volkomen normaal. Toch kan het voor overbelasting van spieren en kaakgewricht leiden en zodoende tot klachten. De klachten hoeven zich niet te beperken tot de mond maar kunnen zich uitspreiden of zelfs alleen voordoen bij de oren, op het achterhoofd, boven de ogen, in de nek en de schouders. Bruxisme veroorzaakt naast klachten ook gebitsslijtage en het falen van restauraties.

De oorzaak zoeken van bruxisme

Bruxisme en de daaraan gerelateerde klachten kunnen namelijk veroorzaakt worden door stress, angst, boosheid, alcohol, drugsgebruik en medicatie (bijvoorbeeld bij ADHD). Ook cafeïne en nicotine kunnen boosdoeners zijn.
Uiteraard is het heel belangrijk om naar de patiënt te luisteren om alles goed in kaart te kunnen brengen en op zoek te gaan naar de achterliggende oorzaken. Een SOLK patiënt (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) is geen psychiatrische patiënt. De pijn bestaat echt en wordt niet verzonnen. Neem dus de patiënt serieus en kijk iets verder dan je neus lang is.

Zo kan reflux een achterliggende oorzaak zijn. De zelfrapportage, de rapportage van de eventuele partner, van de tandarts en het klachtenpatroon zijn zaken die goed uitgevraagd moeten worden. Hierbij is het van belang te beseffen dat big live events die ruim voor de klachten aanwezig waren, kunnen meespelen.

Daarnaast is het noodzakelijk om goed naar de patiënt te kijken. Zijn er mondgewoontes die opvallen? Een video die men maakt tijdens het volgen van een spannende voetbalwedstrijd kan bijvoorbeeld heel waardevol zijn. Vervolgens wordt er gevoeld naar de spierhypertonie en wordt bekeken of de pijn geprovoceerd kan worden.

Behandeling bruxisme

De behandeling van bruxisme kan bestaan uit de ‘multiple-P’ benadering:

  • Peptalk
  • Physiotherapy
  • Psychology
  • Plates
  • Pills

Tijdens de Peptalk wordt er besproken wat bruxisme is, hoe risicomanagement eruit ziet en worden er kauw, leefstijl- en slaapadviezen gegeven. Onder ‘physiotherapy’ vallen gewoonteverandering, lokale spierontspanning, biofeedback en algehele belastbaarheid. Bij ‘psychology’ kan er ontspanningstherapie, mindfullnes, running therapy en cognitive therapie worden aangeboden.

Een opbeetplaat kan ingezet worden. Deze is wel minder effectief dan een MRA. De 3mm dikke harde opbeetplaat werkt optimaal als deze niet continue wordt gedragen maar intermitterend. Een opbeetplaat kan niet alleen tegen TMD klachten helpen maar ook tegen somatische tinnitus. Het is nog onduidelijk of het ook helpt tegen slijtage en fracturen. De opbeetplaat kent wel contra-indicaties, bijvoorbeeld bij hoog cariësrisico, beperkte mondopening, kokhalsproblematiek en OSA. Een NTI-spalk veroorzaakt een openbeet en is dus af te raden. De opbeetplaat wordt gedragen in de boven- of onderkaak. De kaak met de meeste diastemen kent de voorkeur. Een plaat die in de onderkaak wordt gedragen zal comfortabeler zijn en is zodoende geschikter voor overdag. Ook bij een insufficiënte lipsluiting. Bij parodontitis en palatumbeet wordt bij voorkeur de plaat juist in de bovenkaak geplaatst.

Geen behandeling

Bruxisme hoeft niet altijd behandeld te worden. Het kan namelijk zo zijn dat het ook een functie kent. Zoals het voorkomen van een te lange ademstilstand bij apneu en het vochtig houden van de mond bij monddroogte. Dus als er geen klachten zijn en geen (ernstige) schade (dreigt), wees dan terughoudend in de behandeling van bruxisme.

Pijn en slaap

De relatie tussen verminderde slaapkwaliteit en acute pijn is duidelijk. Bij het verdwijnen van de pijn verbetert de slaap. De relatie tussen chronische pijn en verminderde slaapkwaliteit is minder duidelijk. Verminderde slaapkwaliteit veroorzaakt eerder chronische pijn dan andersom. TMD-patiënten klagen vaker over de slaapkwaliteit. Mensen met een slechte slaapkwaliteit hebben meer risico op TMD-klachten. Echter, dit komt enkel voort uit zelfrapportages en dat is dus geen objectief onderzoek. OSA-gerelateerde klachten gaan vaak vooraf aan TMD-klachten. Mogelijk komt dit door centrale sensisatie. Dat betekent dat de pijngrens verschuift doordat er sprake is van chronische pijn. Het pijnsysteem is overgevoelig geworden.

Drs. Ina Alberts is fysiotherapeut-gnatholoog en mede-eigenaar van Fysiosmile, praktijk voor orofaciale therapie. Ze is als parttime docent verbonden aan de Hogeschool Saxion en de SOMT University of Physiotherapy Amersfoort.

Martijn Nuis is physician assistant longgeneeskunde. Samen met een longarts heeft hij een OSAS-poli opgezet waarin de patiënten werden begeleid met CPAP-apparatuur. Hij is werkzaam als PA-somnoloog in het slaapcentrum in het ZGT waarbij hij gespecialiseerd is in ademhalingsgerelateerde slaapstoornissen.

Dr. Simone Gouw werkt als orofaciaal en psychosomatisch fysiotherapeut op het Academie Instituut en als wetenschappelijk docent binnen de opleiding Gnathologie. Zij is tevens betrokken bij het masteronderwijs op de Hogeschool Utrecht, Hogeschool Arnhem-Nijmegen en de Universiteit van Gent.

Dr. Stanimira Sparreboom-Kalaykova is werkzaam als tandarts-gnatholoog, universitair docent aan de Afdeling Tandheelkunde van Radboud UMC in Nijmegen en bestuurslid van de NVGPT. Haar proefschrift schreef zij over “Functiestoornisscen van het kaakgewricht”.

Dr. Ghizlane Aarab is werkzaam als universitair hoofddocent bij de sectie Orofaciale pijn en dysfunctie van het ACTA. Ook is zij voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de American Academy of Dental sleep Medicine (AADSM) en lid van de wetenschappelijke commissie van de NVTS.

Dr. Nico van Bakelen is staflid kaakchirurg bij de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA-chirurgie) van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ook is hij betrokken bij diverse onderzoekslijnen en verzorgt hij onderwijs voor studenten tandheelkunde en mondzorgkunde.

Drs. Jeanne Baggen is werkzaam in de algemene praktijk in een eerstelijns Gezondheidscentrum. Ook is zij cursusleider en docent PAOT tandarts-slaapgeneeskundige. Zij is lid van het slaapteam van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen en werkt als tandarts-gnatholoog. Ook is zij werkzaam bij het ACTA en is bezig met een promotieonderzoek over TMD-pijn en neuropathische pijn.

Drs. Monique Bot is afgestudeerd als gnatholoog aan de faculteit Tandheelkunde van het Radboud UMC te Nijmegen. Ook is zij afgestudeerd manueel therapeut. Naast het verlenen van patiëntenzorg en het geven van gastcolleges volgt ze op dit moment een promotietraject op het onderwerp hoofdpijnklachten bij kinderen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezingen van drs. Ina Alberts, Martijn Nuis, dr. Simone Gouw, dr. Stanimira Kalaykova, dr. Ghizlane Aarab, Dr. Nico van Bakelen, drs. Jeanne Baggen en drs. Monique Bot tijdens het online symposium Orofaciale pijn, slaapverwekkend van de Van Hoytema Stichting.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z