Wat onthult tandsteen over de rol van vrouwen in de Middeleeuwen?

Wat onthult tandsteen over de rol van vrouwen in de Middeleeuwen?

Onderzoekers vinden in de tanden van een vrouw uit de Middeleeuwen voor het eerst duidelijk bewijs dat vrouwen deelnamen aan de productie van geïllustreerde manuscripten in die tijd.

Direct bewijs

Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Max Planck Instituut voor de Geschiedenis van de Mensheid in Jena en de Universiteit van York heeft direct bewijs gevonden dat vrouwen ook deelnamen aan de productie van geïllustreerde manuscripten in de Middeleeuwen. In het tandsteen van een vrouw die begraven lag op het kerkhof van een 12e-eeuws Duits klooster, ontdekten de wetenschappers lapis lazuli-pigmenten. Dit suggereert dat de vrouw met deze kostbare kleur religieuze teksten illustreerde.

Borstel

“We hebben vele scenario’s over hoe dit mineraal kan worden bereikt in de calculus van deze vrouw doordacht,” zeggen de onderzoekers. “Op basis van de verdeling van het pigment in haar mond, kwamen we tot de conclusie dat het zeer waarschijnlijk is dat zij schilderde met het pigment en tijdens het werk haar mond aanraakte met de borstel.”

Uitstekende capaciteiten

Ultramarijn pigmenten van lapis lazuli werden, evenals goud en zilver, alleen gebruikt om de meest waardevolle manuscripten te illustreren.“ Alleen degenen die uitstekende capaciteiten bezaten, kregen de opdracht voor het gebruik hiervan,” zegt Alison Beach van Ohio State University, die als historicus deelnam aan het project.

Vroomheid

Ondanks dat Duitsland tijdens de 12e eeuw bekend stond als een actief centrum voor boekproductie, was het bijzonder moeilijk om de bijdrage van vrouwen op dit gebied te identificeren. Als teken van vroomheid tekenden veel Middeleeuwse schrijvers en illustrators hun werken niet, een praktijk die vooral voor vrouwen was.

Vraagtekens

De resultaten van de studie brengen dus vraagtekens op over de wereldwijde overtuiging dat vrouwen in die tijd een ondergeschikte rol speelden.

Bron:
shh.mpg.de

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Bleekstrips kunnen dentine aantasten

Bleekstrips kunnen dentine aantasten

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat de actieve ingrediënt van vele strips voor het bleken van tanden, hydrogen peroxide, het eiwitrijke dentine kan beschadigen. Dit bleek uit een studie van onderzoekers van de Stockton University in New Jersey.

Invloed hydrogen peroxide op collageen

Kelly Keenan en haar team van onderzoekers vonden eerder al dat het collageen in de dentine laag verminderde op het moment dat de tanden werden gebleekt. Om die reden besloot Keenan om verder te bestuderen wat het hydrogen peroxide met het collageen doet, op de gehele tand.

Onderzoek

In de nieuwe studie demonstreerden de onderzoekers dat het belangrijkste eiwit in dentine wordt opgedeeld in kleinere stukjes op het moment dat deze wordt behandeld met hydrogen peroxide. In aanvullende experimenten werd het pure collageen behandeld met hydrogen peroxide en vervolgens geanalyseerd met behulp van een gen electrophoresis laboratorium techniek, waardoor het eiwit kon worden gevisualiseerd.

Schade door bleekstrips

“Onze resultaten tonen aan dat behandeling met hydrogen peroxide concentraties gelijk aan die in bleekstrips genoeg zijn om het originele collageen eiwit te laten verdwijnen. Dit kan waarschijnlijk worden verklaard door de formatie in vele kleinere stukjes.” – Keetan

Verder onderzoek

De onderzoekers benadrukken dat er hier niet werd gekeken naar of het collageen en andere eiwitten opnieuw geproduceerd zouden kunnen worden. Het is dus niet bekend of de schade permanent is. In een volgend onderzoek hopen de onderzoekers te kijken naar of hydrogen peroxide een soortgelijke invloed heeft op andere eiwitten in het gebit.

Bron:
New-medical.net

 

 

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Uitgereikte awards binnen de tandheelkunde

Uitgereikte awards binnen de tandheelkunde

De afgelopen maand werden er meerdere awards uitgereikt voor bijzondere prestaties in de tandheelkunde. Zo werden bijvoorbeeld de IADR Neuroscience Senior Investigator Award en de IADR Young Investigator Award, de American Academy of Dental Sleep Medicine student research award, en de ESTSS EJPT award uitgereikt.

IADR Neuroscience Senior Investigator Award 2019

De IADR Neuroscience Senior Investigator Award 2019 werd uitgereikt door de International Association for Dental Research (IADR). Middels deze award willen zij onderzoekers prijzen die een grote dienst hebben geleverd op het gebied van tandheelkundige neurowetenschap. Op 19 juni mocht ACTA-hoogleraar Frank Lobbezoo deze prijs in ontvangst nemen.

IADR Young Investigator Award

Op 19 juni werd reikte de IADR ook de IADR Young Investigator Award uit. Deze mocht in ontvangst worden genomen door ACTA-wetenschapper Dagmar Else Slot, voor haar geweldige prestaties op wetenschapsgebied.

ESTSS EJPT Award 2018

De ESTSS EJPT Award is de prijs voor de beste paper van 2018. Dit jaar ging deze prijs naar bijzonder hoogleraar angst- en gedragsstoornissen Ad de Jongh. Op 16 juni mocht hij in Rotterdam de award in ontvangst nemen.

AADSM Student Research Award

De American Academy of Dental Sleep Medicine (AADSM) reikt elk jaar een speciale student research award uit. Dit jaar ging de prijs naar ACTA-promovendi Xiaoxin Shi en Boyuan Kuang.

 

Bron:
ACTA.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Dentale implantaten die niet goed blijven zitten of splinterfracturen waarbij botmodellering niet volledig mogelijk zijn zouden binnenkort nog wel eens tot het verleden kunnen behoren. Prof. Dr. Med. Steffen Witzleben en zijn team van de hogeschool Bonn-Rhein-Sieg (Duitsland) zijn druk bezig met de ontwikkeling van hybride botvervangende materialen, die langzaam vrijkomen en de groei van natuurlijk bot stimuleren.

Gelijk aan natuurlijk weefsel

Witzleben geeft aan dat ze willen dat het nieuwe materiaal bestaat uit een samenstelling die soortgelijk is aan die van natuurlijk weefsel. Hierdoor zou het enerzijds kunnen dienen als vervanging voor bot, maar ook als draagmateriaal voor biofosfonaat, welke werkzame stof initieel chemisch aan de drager gebonden is. Hierdoor worden de osteoblasten, de cellen voor de vorming en groei van bot, gestimuleerd.

Stoffen komen langzaam vrij

Tegelijkertijd onderzoekt het team van Witzleven de inkapseling van de biofosfonaat-actieve ingrediënten in een depot van polymeren. Hierdoor komen de stoffen langzamer vrij, waardoor de stoffen bijvoorbeeld pas een aantal weken na de operatie in gang kunnen worden gezet. De biofosfonaten en hun derivaten zijn onafhankelijk van leeftijd.

Controle van de nieuwe materialen

Om te controleren of de nieuw ontwikkelde hybride botvervangende materialen voldoen aan de beloften van de onderzoekers, worden ook de huidige commerciële materialen behandeld met de actieve ingrediënten om de effecten op de celsystemen te onderzoeken. Het onderzoek naar de structuur en morfologie van de nieuwe materialen wordt uitgevoerd met behulp van kernmagnetische resonantiespectroscopie (NMR-spectroscopie) en röntgenverstrooiing.

€500.000 bijdrage van Duits ministerie

Het Duitse federale Ministerie van Onderwijs en Onderzoek heeft laten weten om dit project met een half miljoen euro te steunen voor in elk geval de komende vier jaar. Partners van het project zijn de universiteiten van Bonn en Jena, RWTH Aachen University en de Ruhr University Bochum.

Bron:
Hochschule Bonn-Rhein-Sieg 

Lees meer over: Implantologie, Restaureren, Thema A-Z
electrische tandenborstel - poetsen

High-tech tandenborstel om tieners beter te laten poetsen

In een recent onderzoek werd gekeken naar hoe jongvolwassenen gestimuleerd kunnen worden om langer en effectiever hun tanden te poetsen. Het bleek dat het gebruik van een interactieve tandenborstel die met een smartphone verbonden wordt, goed kan helpen met het verbeteren van de mondgezondheidsroutine en het verminderen van tandplak.

Vergelijking tandplak

Dr. Christina Erbe, een orthodontist aan het medisch centrum van de Johannes Gutenberg University in Mainz in Duitsland, merkte het probleem op dat veel tieners hun tanden niet goed poetsen. Een van de gevolgen hiervan is meer tandplak in de mond. Erbe besloot daarom om jongeren te onderzoeken die of werden gevraagd met een normale, of met een interactieve tandenborstel, te poetsen, om vervolgens de niveaus van tandplak in hun monden te vergelijken.

Interactieve vs. handmatige tandenborstel

De interactieve tandenborstel die voor het onderzoekt werd gebruikt was de Oral-B Professional Care 6000 van Procter & Gamble. De tandenborstel geeft onder andere feedback tijdens het poetsen over de gebruikte kracht en duur van de poetssessie. Daarnaast geeft de borstel tips over aan welke gebieden van het gebit meer aandacht moet worden besteed. Deze groep ontving ook een Samsung Galaxy S3 smartphone met de Oral-B app erop geïnstalleerd.

Het onderzoek

Zestig deelnemers tussen de 13 en 17 jaar oud werden verdeeld in twee groepen. De ene helft gebruikte de elektrische Oral-B Professional Care 6000 borstel, en de andere helft gebruikte een zachte handtandenborstel, de Oral-B Indicator 35, om hun tanden te poetsen. Voorafgaand aan de studie werden alle deelnemers gescreend op het tandplak in hun mond. Daarnaast werden ze gevraagd om tweemaal per dag voor twee minuten hun tanden te poetsen, op de manier zoals ze dit normaal gesproken ook zouden doen. Ook werd iedereen gevraagd om voor 10 extra seconden op een specifiek gebied in de mond te focussen, en hier dus extra te poetsen. Dit werd verteld aan de handmatige tandenborstel groep, en via de app aan de high-tech borstel groep.

Effectiever poetsen door interactieve tandenborstel

Het gebit van alle deelnemers werd twee weken later bestudeerd. Bij de groep die gedurende hun tanden poetsten met de handtandenborstel waren de niveaus van tandplak gemiddeld omlaag gegaan met 1,7%. Bij de groep die poetste met de interactieve tandenborstel was dit echter maar liefst 34%. Een zeer significant verschil. Het tandplak in de focus gebieden bleek significant verminderd te zijn voor beide groepen, met wel een duidelijk groter verschil voor de interactieve tandenborstel groep. Ook de gemiddelde poetstijd was sterk hoger geworden voor de interactieve groep (108,6 vs 143,5 seconden), terwijl dit voor de handtandenborstel groep ongeveer gelijk bleef (119,2 vs 118,4 seconden).

Een tekortkoming van dit onderzoek is dat de gemiddelde poetstijd voorafgaand aan het onderzoek al 113,9 seconden was, wat een stuk hoger is dan de normale gemiddelde duur van slechts een minuut of minder. Desondanks toont deze studie duidelijk aan dat het gebruik van een interactieve, high-tech tandenborstel jongeren sterk kan stimuleren om beter en efficiënter hun tanden te poetsen.

Bron:
BMC Oral Health 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Tijd - klok

Lange wachttijden bij Vlaamse tandartsen en orthodontisten door langzame instroom

Vlaanderen kampt met lange wachttijden voor afspraken bij de tandarts of orthodontist. In sommige plaatsen in Vlaanderen is er een wachttijd voor de orthodontist van 2 jaar, voor de tandarts is de wachttijd soms vele maanden.  De oorzaak hiervan? Elk jaar mag er slechts een bepaald aantal nieuwe tandartsen en orthodontisten afstuderen, waardoor de instroom erg wordt beperkt.

Planningscommissie Medisch Aanbod

In België bepaalt de Planningscommissie Medisch Aanbod het aantal tandartsen en orthodontisten dat jaarlijks af mag studeren. Momenteel zijn dit er onder tandartsen ongeveer 100, en bij orthodontisten slechts elf. De instroom van nieuwe tandartsen gaat daardoor erg traag. Daar komt bij dat er elk jaar een gelijk aantal tandartsen stopt. Gezien het feit dat een groot deel van de huidige tandartsen momenteel tussen de 55 en 60 jaar oud is bestaat de kans zelfs dat dit probleem binnenkort alleen maar zal groeien.

Situatie niet problematisch

De Belgische Beroepsvereniging van Nederlandstalige Orthodontisten (BBNO) ziet de situatie echter nog niet als problematisch. In Nederland is het een stuk normaler om twee of drie jaar te moeten wachten op een orthodontist dan in België. Daarnaast, komt er spoed kijken bij een bepaalde zaak dan kan er altijd voorrang worden gevraagd bij de tandarts, welke in de meeste gevallen ook zal worden gegeven.

Tandartsen zijn bezorgd

De Vlaamse tandartsen vrezen zelf wel over de lange wachttijden bij orthodontisten. Stefaan Hanson, van het Verbond der Vlaamse Tandartsen: ‘Als de lange wachttijd bij orthodontisten nog verder toeneemt, zullen we daar wel aandacht aan moeten besteden.’

Bron:
Demorgen.be

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Hoe maak je contact met een puber

Hoe maak je contact met een puber?

De informatie die de mondzorgverlener geeft doet de puber ‘niets’. Er is geen contact. Te zien is hoe de mondzorgverlener contact maakt met de puber. Als het contact er eenmaal is, kan de mondzorgverlener de puber wel bereiken en stimuleren meer zijn best te doen bij de verzorging van zijn gebit.

Het Ivoren Kruis maakte deze video voor het programma Gewoon Gaaf.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video
Gezamenlijke doelen mondzorg opgesteld voor innovatie, preventie en transparantie patiënt

Gezamenlijke doelen mondzorg opgesteld voor innovatie, preventie en transparantie patiënt

In overleg hebben beroepsverenigingen in de mondzorg, cliënten- en patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit zijn er gezamenlijke doelen voor de mondzorg opgesteld. Deze doelen worden in de komende periode uitgewerkt tot concrete plannen voor optimalisatie van innovatie, preventie en transparantie voor de patiënt.

Doelen samenwerking mondzorg

De samenwerkende partijen stelden de volgende doelen op:

  • Meer inzetten op bewezen effectieve preventie;
  • Maatwerk in de bekostiging en organisatie van mondzorg voor jeugd tot 18 jaar;
  • Maatwerk in de bekostiging en organisatie van mondzorg voor kwetsbare ouderen;
  • Verbeteren informatie en transparantie voor de patiënt;
  • Meer ruimte voor innovatie;
  • Meer ruimte voor esthetische of cosmetische mondzorg;
  • Toegankelijkheid van de mondzorg op de lange termijn moet geborgd zijn.

Samenwerkende partijen

De partijen die samenwerken aan deze gezamenlijke doelen voor de mondzorg zijn de beroepsverenigingen KNMT, NVIJ, NVM-mondhygiënisten en ONT, de Consumentenbond en de Patiëntenfederatie Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en de NZa. De ANT was ook betrokken bij dit bestuurlijke overleg maar stapte onlangs hieruit.  De beroepsvereniging vindt dat zij wel mag meepraten maar niet mag meebeslissen.

Meer dan een jaar geleden startten deze partijen een project over bekostiging van de mondzorg waarbij gekeken wordt waar verbetering mogelijk is. NZa-bestuursvoorzitter Marian Kaljouw vindt de ambities een goede start: “We zijn blij dat er vanuit de sector brede steun en inzet is om met deze ambities in de hand te werken aan kwalitatief goede en toegankelijke mondzorg voor iedereen in Nederland.”

Ook de Patiëntenfederatie Nederland kan zich hierin vinden. Dianda Veldman, directeur-bestuurder van Patiëntenfederatie Nederland: “Door deze ambities komt er ruimte om de mondzorg voor patiënten te verbeteren en voor iedereen mondzorg op maat te bieden. We kijken steeds naar het belang van de patiënt en van daaruit werken we graag mee aan het verder brengen van deze ambities.”

KNMT-voorzitter Wolter Brands zegt: “De komende jaren zal de vraag hoe we de zorg bereikbaar en betaalbaar houden hoog op de politieke agenda staan. Ook in onze sector moeten we deze discussie voeren, ook al wordt lang niet alle mondzorg uit de basisverzekering gefinancierd. Om tot goede oplossingen te komen, is breed draagvlak nodig. Daarom is het goed dat we nu met al deze partijen samenwerken aan een toekomstbestendige mondzorg. De NZa heeft ons daarbij de waarborg gegeven dat brede draagvlak essentieel te vinden: nieuwe plannen kunnen niet zonder de steun van de tandartsen gerealiseerd worden. De korte lijnen die we onderling op bestuurlijk niveau hebben versterken het vertrouwen in dit project nog verder.”

Ambities mondzorg 2019 - 2021

Klik hier voor een vergrote versie van de de Ambities mondzorg 2019 – 2021

Lees meer over: Mondhygiëne, Tarieven, Thema A-Z
Luxaties van tanden als gevolg van dentaal trauma

Luxaties van tanden als gevolg van dentaal trauma

Luxaties van tanden als gevolg van trauma komen vaak voor en kunnen variëren van een op het oog onschuldige subluxatie tot een hopeloos lijkende avulsie. Bij de behandeling ervan is afwachten vaak een goede keus. In andere gevallen is razend snel ingrijpen juist van doorslaggevend belang. Michiel de Cleen liet in deze lezing zien hoe u als tandarts snel en betrouwbaar de schade aan parodontium en pulpa in kaart kunt brengen en hoe u op grond van de beschikbare diagnostische informatie de juiste behandeling op het juiste moment kunt uitvoeren.

Tandletsel

Niet alle tandletsels komen even vaak voor. Kroonfracturen komen het vaakst voor (26-76%), gevolgd door subluxaties (21%), laterale luxaties (11%) en extrusie luxaties (7%).  Wortelfracturen (0,5-7%), avulsies (0,5-3%) en intrusie luxaties (0,3-1,9%) komen het minst vaak voor. Tijdens zijn lezing ging Michiel de Cleen vooral in op de luxaties.

Luxaties

Er bestaan verschillende soorten luxaties:

  1. Contusie

Er is sprake van kneuzing van het parodontaal ligament, zonder mobiliteit van het element.

  1. Subluxatie

Er is sprake van kneuzing van het parodontaal ligament, met mobiliteit van het element.

  1. Extrusie luxatie

Het element is verplaatst úit de tandkas.

  1. Laterale luxatie

Het element is zijwaarts verplaatst in de tandkas.

  1. Intrusie luxatie

Het element is ín de tandkas verplaatst.

  1. Avulsie

Het element is in zijn geheel uit de tandkas.

Welke weefsels raken beschadigd bij een (laterale) luxatie?

Bij een luxatie is het element vaak zelf onbeschadigd maar zijn de volgende omringende weefsels wel degelijk beschadigd:

  • Parodontale vezels. Deze vezels genezen binnen paar dagen tot 2-3 weken.
  • Wortelcement kan afstropen/afbreken. Dit heeft als consequenties dat het dentine bloot komt te liggen. Cement kan wel weer terugkomen, cementoblasten zijn echter wel trager dan fibroblasten.
  • Alveolair bot. Bot is goed in staat te herstellen.
  • Pulpa. De pulpa ligt veilig beschermd in het element en daarom is er bij een luxatie dus geen direct letsel aan de pulpa. Er is echter wel sprake van indirect letsel door het kneuzen van vaatzenuwstreng en mogelijk ook door barsten in kroon waardoor bacteriën de pulpa kunnen bereiken door blootliggende tubuli.

Overleving van de pulpa na luxatie

De overleving van de pulpa verschilt per soort luxatie (Andreasen et al. 1985):

  • Contusie: 95-100%
  • Subluxatie: 75-98%
  • Extrusie luxatie: 40-95%
  • Laterale luxatie: 20-95%
  • Intrusie luxatie: 0-40%

Laterale luxatie

Bij de laterale luxatie is de overlevingsrange erg breed. Dit komt omdat de overleving van de pulpa sterk afhankelijk is van de mate van wortel-afvorming. Hoe meer de wortels zijn afgevormd, hoe slechter de prognose. De overleving van de pulpa is dus afhankelijk van zowel het type luxatie als de mate van wortel-afvorming.

Daarnaast is er vaak sprake van een combinatie van letsels. Lauridsen et al. (2012) heeft dit onderzocht en concludeerde dat de mate van ernst van het letsel aan de kroon de kans op pulpanecrose vergroot. Waarbij er ook een grote verschil was tussen elementen met en zonder afgevormde wortels.

Bij een laterale luxatie is de kroon van het element naar palatinaal verplaatst, dit betekent automatisch dat de wortel naar vestibulair is verplaatst. Het element kan het beste worden gereponeerd met twee vingers: één bij de apex en één vinger bij de kroon. Het is goed om te beseffen dat het element vlak na het trauma meestal niet op de koude-test reageert (dit is niet verwonderlijk, het heeft immers een enorme klap gehad) maar dat de pulpa zich nog wel kan regenereren.

Mogelijkheden om de genezing na luxatie positief te beïnvloeden

Welke factoren hebben mogelijk een positieve invloed op de genezing na een luxatie?

  1. Vermijden uitstel van behandeling

Uit onderzoek van Andreasen et al. (2002) bleek dat, met uitzondering van avulsies(!), het verreweg bij de meeste trauma’s niet uitmaakt of u binnen of na 24 na het trauma het element behandelt. Voor de patiënt is het echter vaak wel prettiger om het op dezelfde dag te behandelen. Het vermijden van uitstel heeft dus alleen positieve invloed wanneer er sprake is van een avulsie.

  1. Goede repositie

Uit onderzoek van Andreasen et al. (2019) blijkt dat het goed repositioneren van een element niet van belang is voor de genezing. Een goede repositie is echter wel van belang voor het eindresultaat: wanneer het element niet goed gerepositioneerd is dan geneest het namelijk niet in de goede positie. In veel gevallen kan dit op een later moment orthodontisch hersteld worden.

  1. Antibiotica

Antibiotica dragen niet bij aan de genezing (Andreasen et al. 2006). Antibiotica hoeven alleen voorgeschreven te worden bij patiënten met bijvoorbeeld hartproblemen waarbij normaliter een endocarditis profylaxe geïndiceerd is.

  1. Spalken

Het spalken van elementen draagt niet bij aan een betere genezing. Het kan echter wel bijdragen aan een slechte genezing! Zorg er dus voor dat uw spalk goed zit, de patiënt moet er goed mee kunnen eten en de spalk moet goed reinigbaar zijn. Vraag uzelf dus altijd af of een spalk essentieel is voor de genezing. Daarnaast is het meestal voldoende om één element aan weerszijde van het getraumatiseerde element te spalken. Dit voorkomt (onnodig) etsen van de buurelementen en ook is er geen kans op schade bij het verwijderen van het composiet.

De bovenstaande vier factoren hebben dus vrijwel geen invloed op de genezing. Geconcludeerd kan worden dat de genezing hoofdzakelijk bepaald wordt door de aard van de luxatie en het stadium van wortel-afvorming.

Diagnostiek en follow-up

Koude-test en röntgenonderzoek – reproduceerbaarheid

Patiënten moeten meerdere malen terugkomen na een dentaal trauma. De koude-test moet dan herhaald worden en ook worden er opnieuw röntgenfoto’s gemaakt. Het is sterk aan te raden om daarom zo reproduceerbaar mogelijk te werken. Hiervoor is het verstandig om gebruik te maken van instelapparatuur bij het maken van röntgenfoto’s. Ook kan er het beste voor één merk koude-test gekozen worden omdat de gevoelstemperatuur per merk verschilt.

Fotografie

Fotografie is essentieel voor de diagnostiek en de follow-up. Foto’s geven veel informatie. Na een trauma kan een tand verkleuren, om deze verkleuring goed te monitoren is het aan te raden om gestandaardiseerde lichtfoto’s te maken.

Transiet apical breakdown (TAB)

Soms is er vlak na een trauma een zwarting zichtbaar aan de apex terwijl de sensibiliteitstest positief en/of twijfelachtig is. In dat geval kan er sprake zijn van ‘transiet apical breakdown (TAB)’. Het is dan goed om eerst niets te doen aangezien dit defect zich vanzelf kan herstellen. Bij twijfel is het aan te raden om te overleggen met een endodontoloog.

Mogelijke gevolgen na luxatie

  • Verkleuring element

Andreasen et al. (1988) heeft in haar onderzoek gekeken naar wat een verkleuring precies betekent voor het element: moet u wel of geen wortelkanaalbehandeling uitvoeren?

Wanneer een element is verkleurd dan is dit op zich geen reden voor het uitvoeren van een wortelkanaalbehandeling. Ook een verkleurd element dat niet reageert op een koude-test is geen reden voor een wortelkanaalbehandeling. Dit is anders wanneer het element na drie tot vier maanden na het trauma nog steeds niet reageert op een koude-test. Uit het onderzoek kwam namelijk naar voren dat in dat geval in 90% van de gevallen sprake is van een dode pulpa. Bij een verkleurd element met een apicale zwarting is er nooit sprake van twijfel en moet er altijd een wortelkanaalbehandeling gestart worden.

  •  Obliteratie

Een obliteratie kan worden ontdekt door nieuwe röntgenfoto’s met oude te vergelijken. Daarnaast kan de pulpaholte van het getraumatiseerde element ook met die van een buurelement worden vergeleken.

De kans op een obliteratie van de pulpa holte na luxatie is vooral groot bij subluxatie van elementen met een open apex (Andreasen et al. 1987). Bij minder dan 10% treedt er pulpanecrose op na een kanaalobliteratie (Robertson et al. 1996). Een CBCT kan behulpzaam zijn bij het opsporen van een kanaal wanneer er sprake is van een obliteratie. Ook bestaat tegenwoordig de mogelijkheid om een boormal te printen aan de hand van het beeld op de CBCT.

  • Oppervlakteresorptie

Het optreden van oppervlakteresorptie kan geen kwaad. Het beeld op de röntgenfoto ziet er vaak anders uit en daarom kan oppervlakte resorptie gezien worden als een ‘litteken’. Typerend voor oppervlakteresorptie is dat de parodontaal-spleet gewoon doorloopt.

  • Externe ontstekingresorptie

Externe ontstekingsresorptie is een snel voortschrijdend proces en is altijd het gevolg van zowel een geïnfecteerde pulpa als een beschadigd worteloppervlak. Wanneer er dus sprake is van een vitale pulpa, kan er geen sprake zijn van externe ontstekingsresorptie. Het is dus goed om bij elke controle na trauma de volgende twee vragen te stellen:

  • Hoe zit het met de vitaliteit van pulpa?
  • Wat was de schade aan het worteloppervlakte tijdens het trauma?

Bij een intrusie luxatie is er veel schade aan het worteloppervlak waardoor er een grotere kans bestaat op ontstekingsresorptie in vergelijking met andere luxaties. Ontstekingsresorptie treedt al in snel op na een trauma. Uit onderzoek van Andreasen et al. (2018) blijkt dat na 3 maanden 68% van de gevallen zichtbaar zijn en na 6 maanden al 79%. Het (kunnen) optreden van ontstekingsresorptie is dan ook hoofdzakelijk de reden dat u vooral in de beginperiode na een trauma de patiënt vaak terug moet zien. Als er na een jaar geen problemen zijn opgetreden dan kunt u er wat meer gerust op zijn dat er geen ontstekingsresorptie op zal treden. Daarnaast is het goed om te beseffen dat cementoblasten externe ontstekingsresorptie kunnen repareren wanneer het defect klein is.

Michiel de Cleen is tandarts-endodontoloog te Amsterdam. Naast zijn werkzaamheden in de praktijk geeft hij regelmatig lezingen en cursussen op het gebied van de endodontologie. Zijn bijzondere belangstelling gaat uit naar de diagnostiek en behandeling van tandletsels.


Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het NVvE-congres Trauma… Oh nee! Wat nu?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Banen zijn er volop voor de eerste lichting mondhygiënisten in België

In België is onlangs de eerste lichting mondhygiënisten afgestudeerd. De banen liggen voor hen voor het opscheppen. Dental INFO sprak met Thekla Roose, coördinator van de opleiding op de Arteveldehogeschool, over de opleiding en het toekomstperspectief.

Eerste lichting afgestudeerden

In 2016 ging de opleiding mondzorg van start met 100 studenten in Gent. Hetzelfde jaar startte Leuven met 120 studenten. De opleiding duurt in Vlaanderen drie jaar, de eerste lichting is nu dus afgestudeerd. Om hoeveel afgestudeerden gaat het? Thekla: “Er zijn nu 31 mondhygiënisten afgestudeerd. Niet alle studenten die in het derde jaar zaten, zijn ook daadwerkelijk afgestudeerd. Sommigen hebben hun studie met een half jaar verlengd en moeten hun bachelorproef (afstudeerscriptie) nog doen.”
Komend jaar begint er ook een Franstalige opleiding in België, in Brussel en in Luik. Tot nu toe bestond ook in Wallonië het beroep mondhygiënist nog niet.

Volop banen

De opleiding is drie jaar geleden gestart omdat er een groot tekort aan tandartsen is in Vlaanderen. Door de toelatingsbeperking bij de opleidingen tandheelkunde in Vlaanderen is de groep die uitstroomt groter dan de groep die instroomt. Voor de afgestudeerde mondhygiënisten is het dan ook niet moeilijk om een baan te vinden volgens Thekla: “Het valt ons op dat studenten kunnen kiezen momenteel, er zijn volop banen. Veel hebben nog geen contract getekend, omdat ze nog aan het twijfelen zijn welke baan ze het beste kunnen nemen. Een paar studenten gaan een master doen, maar gaan dat combineren met een parttime baan. Het is een luxepositie momenteel.”
Ook een stageplaats vinden is geen probleem. “We waren erg verbaasd dat zoveel tandartsen bereid waren om een stageplaats te bieden. Er waren bij ons natuurlijk nog geen stageplaatsen bij mondhygiënisten beschikbaar. Sommigen deden dat wel via het Erasmus-programma of net over de grens. Tandartsen waren er echter enorm toe bereid en vandaaruit zijn ook veel contacten geboren voor na de stage.”

Nieuwe inschrijvingen

Of de opleiding populair blijft onder studenten, valt nog niet te zeggen. De inschrijvingen zijn pas eind juni begonnen en lopen door tot eind september. Het is dus nog niet bekend hoeveel aanmeldingen er voor het nieuwe jaar zullen zijn. Tot nu toe is de uitval bij de opleiding groot. “We kunnen geen toelatingseisen stellen, dat heeft de overheid zo bepaald. Er is wel een instroomgesprek, waarbij de student code rood, oranje of groen krijgt. Bij de coderoodstudenten geven we eigenlijk aan dat de opleiding voor hen niet haalbaar is, maar we kunnen hen niet verbieden zich in te schrijven. Mensen moeten zelf inschatten of ze capabel genoeg zijn of niet. We hebben wel direct na de herfstvakantie examens ingesteld van drie zware vakken, zodat de studenten dan gelijk een signaal krijgen of de studie haalbaar is. Er worden wel eisen gesteld aan de resultaten in het eerste jaar om te kunnen doorstromen naar het tweede jaar.”

Financiering nog niet rond

Het handelingskader voor de mondhygiënist in België is vorig jaar wettelijk vastgesteld, het financiële kader echter nog niet. Is daar inmiddels meer duidelijkheid over? “De financiering is nog steeds niet rond. Toch willen de tandartsen dat er mondhygiënisten bij hen komen werken. Er is een tekort aan tandartsen, waardoor ze met enorme wachtlijsten zitten. Maar dat de financiering nog niet rond is, is daarbij wel lastig.”
Wat niet meehelpt is dat er verkiezingen zijn geweest en dat er nog geen nieuwe regering is. Er worden nu vooral lopende zaken afgehandeld. “We hopen dat de minister toch nog het initiatief zal nemen. Ook een cao is er nog niet. Maar eerst moet de financiering er komen, daarna volgt de rest.”

Curriculumverandering

Met de eerste afgestudeerden die in de praktijk gaan werken wordt het ook tijd voor aanpassing van het curriculum van de opleiding. “Tijdens de drie jaar dat we bezig zijn, zijn er wel al veel wijzigingen in de opleiding aangebracht, maar nu zijn we gestart met de fundamentele doorlichting van ons eigen curriculum. We willen weten wat de tekorten in de opleiding zijn en hoe we deze kunnen verbeteren. Aan het einde van de opleiding hebben we verschillende afstudeeropdrachten, een praktijkexamen en een bachelorproef. Daar hebben we telkens buitenlandse mondhygiënisten aan gekoppeld en gevraagd om feedback, ook van mondhygiënisten die het wetenschappelijke traject van bijvoorbeeld de Nederlandse hogescholen kennen. Dat is heel belangrijke input voor ons. Daarnaast vragen we aan de studenten wat er verbeterd kan worden. Drie studenten, die parttime gaan werken om praktijkervaring op te doen, gaan ons helpen nadenken over de curriculumverandering”.

Beroepsvereniging BBM

De nieuwe mondhygiënisten staan er niet alleen voor als ze het voor België nieuwe beroep gaan uitoefenen. Er is een alumniwerking en een beroepsvereniging: de Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten (BBM). Deze is opgericht door vijf studenten uit Gent en vijf studenten uit Leuven. De beroepsvereniging gaat ook de nascholing bekijken. “Maar ook wij als hogeschool gaan ons daar mee bezig houden. Dat is sowieso een van onze taken. We willen ook dat de link tussen de opleiding met de afgestudeerden en de beroepsvereniging heel sterk blijft.”

Internationaal congres

De Arteveldehogeschool blijft actief betrokken bij de ontwikkelingen in het vakgebied. “In september zijn we medeorganisator van het congres van de European Association of Dental Public Health (EADPH), dat dit keer in Gent wordt gehouden. De beroepsvereniging zal daar ook een stand krijgen, zodat ze meer naamsbekendheid krijgt.”

Interview door Yvette in ’t Velt met Thekla Roose, coördinator bachelor in de mondzorg van de opleiding op de Arteveldehogeschool te Gent.

 

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Opinie, Scholing, Thema A-Z
Patiëntenfederatie NL, ministerie VWS en zorgverzekeraars op werkbezoek in mondhygiënepraktijk

Patiëntenfederatie NL, ministerie VWS en zorgverzekeraars op werkbezoek in mondhygiënepraktijk

NVM-mondhygiënisten organiseerde op 12 juli een werkbezoek van Patiëntenfederatie NL, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en verschillende Nederlandse zorgverzekeraars aan mondhygiënepraktijk MondCleanic, de praktijk van mondhygiënist Mascha Nieuwenstein.

Taakherschikking en samenwerking

Het doel van het werkbezoek was het laten zien van hoe de dagelijkse samenwerking tussen tandartsen, mondhygiënisten en parodontologen verloopt in de praktijk. Ook werden de stappen besproken die nog moeten worden gezet voor het komende experiment van de taakherschikking.

Behandeltraject en uitdagingen in de mondzorg

De Patiëntenfederatie NL, het ministerie van VWS en de zorgverzekeraars hoefden zelf niet plaats te nemen in de behandelstoel, maar kregen wel alle informatie over het behandeltraject en de uitdagingen in de mondzorg. Anderzijds wilde NVM-mondhygiënisten graag van hen weten wat zij belangrijk vinden bij het experiment voor de taakherschikking. Aan het einde van het bezoek werd daarom een groepsgesprek gehouden waarin gesproken werd over de drempels en dilemma’s die bij het experiment verwacht kunnen worden.

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Op naar een gelukkige organisatie

Op naar een gelukkige organisatie

Op Praktijk Anno Nu sprak hoogleraar en geluksdeskundige Ap Dijksterhuis over geluk op de werkvloer. Hij vertelde over de voordelen van gelukkige werknemers en gaf tips hoe je het geluk van je werknemers kan vergroten

Vergroot geluk de levensverwachting?

Hoe belangrijk is geluk? Is geluk bijvoorbeeld iets wat ons leven verlengt? Dat is lastig te onderzoeken, omdat het met veel verschillende factoren verband houdt. Er is wel een onderzoek gedaan aan de hand van gegevens uit twee kloosters in Amerika. In 1930 werd daar aan nonnen gevraagd om een korte autobiografie te schrijven. Dit is een ideale onderzoeksgroep, omdat de leefomstandigheden van alle nonnen hetzelfde zijn. Aan de hand van de autobiografieën werden ze ingedeeld in vier groepen: ‘ongelukkig’, ‘een beetje ongelukkig’, ‘een beetje gelukkig’ en ‘gelukkig’. Omdat inmiddels bekend is hoe oud deze nonnen geworden zijn, kon een relatie gelegd worden tussen hoe gelukkig ze toen waren en hoe oud ze zijn geworden. Hieruit bleek dat geluk het leven met ongeveer zeven jaar verlengt.

Uit eerder onderzoek zijn al meer dingen over de relatie tussen geluk en gezondheid bekend:

  • Geluk geeft energie.
  • Geluk zorgt voor een lagere bloeddruk na stress.
  • Gelukkige mensen hebben een beter functionerend immuunsysteem.
  • Gelukkige mensen hebben een hogere pijngrens.

Factoren waarvan geluk afhankelijk is

Geluk is van een aantal factoren afhankelijk. Voor een deel is het genetisch bepaald. Zo komen in bepaalde families depressies veel meer voor dan in andere. Daarnaast is er een vrij sterk verband tussen geluk en de plek op aarde waar je woont. In de rijke landen (vooral Scandinavië, Nederland en Zwitserland) zijn de mensen het gelukkigst. Geluk hangt ook samen met intelligentie en uiterlijke aantrekkelijkheid.

Omstandigheden zijn dus belangrijk voor geluk. Geld is ook belangrijk, omdat je daarmee je omstandigheden kunt veranderen. Deze link is echter veel zwakker dan dat we denken. Er hangen heel veel zaken samen met geluk (correlatie), maar daarmee hoeft er geen oorzakelijk verband te zijn (causatie). Je kunt geluk weergeven in een soort formule: 40% komt door de genen, 10 tot 20% door omstandigheden en 40 tot 50% door eigen keuzes. Deze formule werkt echter niet op individueel niveau en deze formule geldt alleen in rijke westerse landen. In een land in oorlog wordt het geluk wel degelijk grotendeels door de omstandigheden bepaald.

Geluk en werk

Er zijn behoorlijk wat dingen die je kunt doen aan je eigen geluk. Het heeft te maken met een aantal belangrijk keuzes die je maakt. Een deel van je geluk hangt af van je werk. Daar gaat nog al eens wat mis. Veertig jaar geleden werd 75% van de uitval op het werk veroorzaakt door fysieke klachten. Tegenwoordig is dat andersom: 70 tot 75% wordt veroorzaakt door psychische klachten.

Er is in Londen een onderzoek gedaan naar het geluk van beroepen: bij welke beroepen voelen mensen zich het gelukkigst? Hieruit kwam naar voren dat de top drie gevormd wordt door bloemisten/hoveniers, kappers/schoonheidsspecialisten en loodgieters. Tandartsen staan op nummer acht. Juist deze beroepen staan zo hoog, omdat het ervaren van blijheid en dankbaarheid van andere mensen erg bijdraagt aan geluk.

Gelukkige werknemers

Waarom is het voor organisaties nu zo belangrijk dat de werknemers gelukkig zijn? Uit onderzoek is gebleken dat gelukkige werknemers productiever en creatiever zijn, beter samenwerken, langer in een organisatie blijven en minder ziekteverzuim hebben.

Factoren die bijdragen aan meer geluk op de werkvloer zijn:

  • Betekenis;
  • Autonomie;
  • Competentie (dat je dingen doet die je leuk vindt en dat je je kunt ontwikkelen);
  • Verbondenheid (collega’s hebben die je kunt vertrouwen en niet in te grote groepen werken);
  • Balans tussen werk en privé.

Betekenis en autonomie zijn hierbij het belangrijkste.

Betekenis

Uit onderzoek blijkt dat je gelukkiger wordt van iets weggeven dan iets voor jezelf kopen. Bij je werk is het belangrijk dat je gevoel hebt bij het eindproduct: wat ben je aan het maken, wat doe je? Wetenschappers zijn bijvoorbeeld over het algemeen gelukkig in hun werk. Dat komt omdat ze met cycli werken, waarin ze bij alle fasen zijn betrokken. Je moet je kunnen identificeren met je werk en je organisatie.

Autonomie

Autonomie is voor geluk in het werk erg belangrijk. Het gaat daarbij om waargenomen autonomie, dus of het door de werknemers zo ervaren wordt. Over het algemeen wordt autonomie ondermijnd door:

  • Regels (mensen in organisaties met strikte werktijden zonder noodzaak zijn bijvoorbeeld minder gelukkig);
  • Flexplekken (zorgen in grote organisaties voor onrust, omdat mensen van te voren niet weten of ze die dag wel een plek kunnen vinden om te werken);
  • Deadlines;
  • Werkdruk en het feit dat je bereikbaar moet zijn;
  • Bureaucratie en onnodige verslaglegging;
  • Verplichte vergaderingen met (bijna) alleen mededelingen;
  • Te veel competitie;
  • Onnodige hiërarchische lagen;
  • Een te grote rol voor extrinsieke beloningen (zoals geld);
  • Geen echte vakantie houden (de een kan daar beter tegen dan de ander).

Tips voor gelukkige werknemers

Er moet de komende jaren flexibeler omgegaan worden met werken. Meer werken betekent niet meer productiviteit. Over het algemeen ben je de eerste twee uur van de dag het productiefst, maar dat is niet voor iedereen hetzelfde. Het is nuttig om voor je zelf te weten wanneer je het productiefst bent. Het geluk van werknemers kun je vergroten door de volgende tips toe te passen:

  • Gebruik deadlines alleen om te plannen.
  • Zorg dat mensen zich af en toe terug kunnen trekken en dat ze niet altijd bereikbaar hoeven te zijn.
  • Stop met onnodige regels.
  • Stop met onnodige bureaucratie en verslaglegging.
  • Rem competitie.
  • Zorg dat geld nooit het doel wordt.
  • Laat mensen echt vakantie houden.

E-mailstress verminderen

Smartphonegebruik en de digitale bereikbaarheid van mensen begint wel een groot probleem te worden. De toename van burn-outs heeft onder andere hiermee te maken.
Je kunt e-mailstress verminderen door (een van) de volgende regels toe te passen:

  1. Pas een strenger e-mailregime toe. Twee of drie keer per dag op vaste tijden je e-mail checken in plaats van heel de dag door, geeft al na een à twee weken minder stress.
  2. Stel ‘transportregels’ in. Op bepaalde tijden (bijvoorbeeld in het weekend) kun je dan de e-mails van je werk niet ontvangen, zodat vrije tijd ook echt vrije tijd wordt.
  3. Kies voor een van de volgende drie opties als je e-mail ontvangt:
    a. Je beantwoordt het bericht onmiddellijk.
    b. Je gooit het bericht weg.
    c. Je bepaalt precies wanneer je het bericht beantwoordt (bijvoorbeeld morgenochtend), zodat je er in je hoofd tot dat tijdstip niet mee bezig hoeft te zijn.

Ap Dijksterhuis is hoogleraar, ondernemer, spreker en schrijver. Hij is hoofd van de afdeling sociale psychologie van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Verslag door Yvette in ’t Velt van de lezing door Ap Dijksterhuis ‘Op naar een gelukkige organisatie’ tijdens Praktijk Anno Nu.

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
diabetespatiënten

Promotieonderzoek toont aan dat diabetespatiënten baat hebben bij extra aandacht voor mondgezondheid

Patiënten met diabetes hebben baat bij huisartsen en praktijkondersteuners die extra aandacht geven aan hun mondgezondheid. Uit een promotieonderzoek aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) blijkt dat meer zorg de kwaliteit van leven voor deze patiënten verbetert.

Diabetes en mondgezondheid

Bij diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, heeft het lichaam moeite met het in balans houden van het bloedsuikerniveau. Als gevolg kunnen patiënten problemen ondervinden met hun nieren, bloedvaten, ogen en voeten. Daarnaast kunnen ze ook problemen ondervinden in de mond, zoals een tandvleesontsteking, droge mond en schimmelinfecties.

Tandvleesontsteking veelvoorkomend

Met name tandvleesontsteking komt vaak voor bij mensen met diabetes. Dit heeft niet alleen een negatieve invloed op de kwaliteit van leven maar kan ook de balans van het bloedsuikerniveau verder verstoren. Het uiteindelijke doel van de zorg voor patiënten met diabetes is het voorkomen van complicaties.

Onderzoek naar extra aandacht

Om deze reden deed Martijn Verhulst onderzoek naar extra aandacht voor mondgezondheid bij patiënten met diabetes. Hiervoor werden vierentwintig Amsterdamse huisartsenpraktijken willekeurig verdeeld in twee groepen.

De eerste groep gaf extra aandacht aan mondgezondheid door patiënten te attenderen op het belang van hun mondgezondheid. Zij moedigden daarnaast het regelmatig bezoeken van de tandarts aan en deelden een introductiepakket met mondverzorgingsproducten uit. Binnen de tweede groep werden geen veranderingen aangebracht.

Significant verbeterd

Het resultaat dat hieruit volgde was dat bij de eerste groep de met mondgezondheid samenhangende kwaliteit van leven van patiënten significant verbeterd was, zeker in vergelijking met de tweede groep. “Wanneer de zorgverleners erin slaagden structureel meer aandacht te geven, verhoogde dat de kwaliteit van leven voor nog meer patiënten. Dit wijst erop dat patiënten met suikerziekte baat hebben bij extra aandacht voor mondgezondheid binnen de eerstelijns diabeteszorg.”

Screenen via tool

Het onderzoek van Verhulst heeft geleid tot een tool waarmee huisartsen op simpele manier kunnen screenen op parodontitis bij hun patiënten: www.perioscreening.com. Door middel van een aantal eenvoudige vragen worden biomarkers en een inspectie van de mond overbodig gemaakt bij een screening door een niet-tandarts.

Bron:
acta.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Slechte mondgezondheid is gekoppeld aan een toename van 75% aan risico op leverkanker

Grootschalig Brits onderzoek heeft aangetoond dat een slechte mondgezondheid mogelijk verband houdt met een verhoogd risico op leverkanker. Het onderzoek bouwt voort op eerder onderzoek dat de mondgezondheid heeft verbonden aan een reeks ziekten.

Risico op kanker

Het onderzoek van Queen’s University Belfast analyseerde 469.000 mensen in het Verenigd Koninkrijk. Het onderzocht de associatie tussen mondgezondheidsproblemen en het risico op een aantal gastro-intestinale kankers, waaronder lever-, (endel)darm- en alvleesklierkanker.

Inconsistente aanwijzingen

“Slechte mondgezondheid is in verband gebracht met het risico van verschillende chronische ziekten, zoals hartaandoeningen, beroerten en diabetes,” verklaarde dr. Haydée WT Jordão, hoofdauteur van de studie. “Er zijn echter inconsistente aanwijzingen voor het verband tussen een slechte mondgezondheid en specifieke vormen van gastro-intestinale kanker.”

Van de 469.628 deelnemers ontwikkelden 4.069 gastro-intestinale kanker tijdens de gemiddelde follow-up van zes jaar. In 13% van deze gevallen rapporteerden patiënten een slechte mondgezondheid.

Link met leverkanker

Hoewel er geen significante associaties werden gevonden op het risico van de meerderheid van gastro-intestinale kankers en slechte mondgezondheid, werd er mogelijk een substantiële link gevonden voor leverkanker. Leverkanker is de zesde grootste vorm van kanker in de Europese Unie en eist de levens van bijna 60.000 mensen per jaar.

Microbioom

Een mogelijke verklaring is de rol van het microbioom van de darmen en het darmkanaal bij de ontwikkeling van ziekten. Dr. Jordão: “De lever draagt bij aan de eliminatie van bacteriën uit het menselijk lichaam. Wanneer de lever wordt aangetast door ziektes, zoals bijvoorbeeld kanker, zal de functie ervan afnemen. Bacteriën kunnen dan langer overleven en mogelijk meer schade aanrichten. Eén bacterie, fusobacterium nucleatum, vindt zijn oorsprong in de mondholte. De rol hiervan bij leverkanker is echter onduidelijk. Verder onderzoek is daarom van belang.”

Andere theorie

Een andere theorie bij het verklaren van het hogere risico op kanker suggereert dat deelnemers met een hoog aantal ontbrekende tanden hun dieet kunnen veranderen. Zij kunnen zachter en mogelijk minder voedzaam voedsel consumeren, wat op zijn beurt het risico op leverkanker beïnvloedt.

Bron:
Queens’s University Belfast

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Elektrische tandenborstel tegen angst voor naalden

Elektrische tandenborstel tegen angst voor naalden

Veel patiënten zijn bang voor naalden. Daarom besloten wetenschappers om een methode te ontwikkelen die zowel voorziet in afleiding als in pijnverlichting. Dit gebeurt met behulp van een elektrische tandenborstel.

Gebruik van tandenborstel voor vibraties

De methode is gebaseerd op het gebruik van vibratie-anesthesie, wat met name op het gebied van esthetische dermatologie erg populair is. Het apparaat hiervoor is echter erg duur. Wetenschappers van de University of Chapel Hill (in de Verenigde Staten) vatten het idee dat een elektrische tandenborstel dit dure vibratietoestel nog wel eens zou kunnen vervangen.

Afleiding van zenuwen

Op het moment dat de trillende borstelharen naast de prikplaats worden gedrukt worden de zenuwen gestimuleerd. Door deze afleiding wordt het gevoel van pijn niet doorgegeven aan de hersenen. Daarnaast bleek dat kinderen en angstige patiënten hier extra baat bij hebben, omdat het ‘verkeerde’ gebruik van het alledaagse product zorgt voor een ontspannen atmosfeer waarbij de angsten in elk geval deels kunnen worden verdreven.

Bron:
Pediatric Procedural Dermatology

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Tijdsgebrek grootste reden voor uitstellen tandartsbezoek

Wat is belangrijkste reden voor uitstellen tandartsbezoek?

Meer dan 4,5 miljoen mensen in het Verenigd Koninkrijk stellen hun bezoek aan de tandarts uit vanwege tijdsgebrek. Hierna werden de kosten van een afspraak en tandartsangst het meest genoemd als redenen om niet naar de tandarts te gaan. Wat ziet u als de belangrijkste redenen voor patiënten om geen afspraak te maken voor een regulier mondonderzoek bij tandarts/mondhygiënist? Doe mee en vul de poll hieronder in. De uitslag  plaatsen we op www.dentalinfo.nl

Verschillende redenen voor nalaten mondgezondheid

Bupa Dental Insurance deed onderzoek naar de meest voorkomende redenen voor Britten om niet naar de tandarts te gaan. Steve Gates, directeur van Bupa Dental Insurance: ‘Het onderzoek toont aan dat er verschillende redenen zijn voor mensen om niet goed op hun mondgezondheid te letten. Als gevolg van deze conclusie hebben we onze tandartsverzekeringsplannen zo aangepast om het makkelijker te maken voor bedrijven om hun drukke werknemers te steunen in het letten op de gezondheid van hun gebit.’

Niet naar de tandarts gaan

Uit het onderzoek bleek ook dat meer dan twee miljoen Britten al meer dan 10 jaar niet naar de tandarts zijn geweest. Voor 8,5 miljoen mensen is het niet zo ernstig, maar zit er alsnog meer dan twee jaar tussen hun tandartsafspraken. Een derde van de Britten bleek zelfs nog nooit naar een mondhygiënist te zijn geweest. Gezien de relatie tussen mondgezondheid en algemene gezondheid is het voor iedereen, én voor alle werknemers, van groot belang dat hier verandering in komt.

Tandartspatiënten gaan naar huisarts

Een andere studie toonde aan dat huisartsen jaarlijks zo’n 380.000 patiënten met gebitsproblemen langs zien komen. Het kwalitatieve onderzoek onder 39 van deze patiënten toonde aan dat mensen vaak sneller naar hun dokter in plaats van hun tandarts gaan vanwege meer keuze in beschikbare tijdstippen voor afspraken. Aangezien huisartsen echter lang niet zo effectief gebitsproblemen tegen kunnen gaan als tandartsen is het van groot belang dat hier verandering in komt.

Vraag: wat is uw ervaring?

Wat ziet u als de belangrijkste redenen voor patiënten om geen afspraak te maken voor een regulier mondonderzoek bij tandarts/mondhygiënist? Doe mee en vul de poll hieronder in. De uitslag  plaatsen we op www.dentalinfo.nl

 

 

Create your own user feedback survey

 

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Opmerkelijk, Partnernieuws, Thema A-Z

Duitse politieagente ontvangt veel lof voor opening tussen voortanden

De Duitse politieagente Nadine Berneis (29) heeft na het winnen van de titel “Miss Duitsland” drie maanden geleden enorm veel reacties gekregen op haar meest opvallende externe eigenschap. Berneis heeft namelijk een opening tussen haar twee voortanden, waar ze nu veel lof en erkenning voor krijgt.

Positieve reacties

“In de overgrote meerderheid van de gevallen, wanneer mensen me schrijven of benaderen, gaat het om de opening tussen mijn tanden,” vertelt Berneis bij het Duitse persagentschap Freiburg. “De reacties die ik krijg, zijn altijd positief. Velen zeggen dat het bij me past en dat ik die met trots kan dragen.”

Berneis, die werkt als onderzoeker tegen cybercriminaliteit in Stuttgart, werd eind februari tot “Miss Duitsland” benoemt in het Europa-park in Rust. Deze titel draagt ze gedurende één jaar, waarbij ze haar taken als politieagent in de vorm van verlof neerleg.

Meer diversiteit
Eerder werd al een model met missende voortand opgenomen in een Primark-campagne. Diversiteit wat betreft gebit lijkt steeds meer geaccepteerd te worden.

Bron:
zwp-online.info

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

ANT beëindigt overleg met NZa over ambities mondzorg

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) stapt uit het bestuurlijk overleg met de NZa over de ‘ambities in de mondzorg’. De beroepsvereniging vindt dat zij wel mag meepraten maar niet mag meebeslissen.

Bekostiging mondzorg

In dit overleg van de NZa met beroeps- en brancheorganisatie wordt gesproken over knelpunten in de bekostiging van de mondzorg. “Toen de knelpunten niet onderbouwd konden worden door de NZa is het overleg omgebogen naar ambities voor de mondzorg. Waar deze ambities toe zouden leiden, wat voor maatregelen ze zouden opleveren en wanneer er beleid op gemaakt zou worden, kon de NZa steeds niet zeggen,” stelt Ravin Raktoe, vicevoorzitter en vertegenwoordiger van de ANT bij dit overleg. “Er zijn vervolgens ambities geformuleerd, en de NZa vindt het bijzonder belangrijk dat iedereen deze onderschrijft. Maar iets steunen zonder inspraak te hebben in het vervolgproces dat leidt tot beleid, is van geen waarde – tenzij deelname van veldpartijen zoals de beroepsverenigingen enkel nodig is om het beleid te rechtvaardigen. Als meepraten mag, maar meebeslissen niet, dan staan de conclusies blijkbaar al van te voren vast.”

De ANT vindt dat aanpassingen in de tarieven de uitkomst van het experiment met de taakherschikking vertekenen.  Raktoe: “We hebben gesteld dat tijdens of vlak voor het experiment met taakherschikking er geen grote wijzigingen in het tariefstelsel kunnen worden doorgevoerd. Dat beïnvloedt de evaluatie van het experiment door de Tweede Kamer. Een kostenstijging zoals voorspeld door experts, zou betekenen dat het experiment zou zijn mislukt. Dat kan gemaskeerd worden door aanpassing van de tarieven of het introduceren van een abonnement-systeem bij kinderen, bijvoorbeeld. Dat is niet zuiver, het experiment moet op eigen merites worden beoordeeld.”

In goed overleg

De ANT is het eens met de geformuleerde ambities, die onder andere over transparantie, jeugd- en ouderenzorg gaan. De beroepsorganisatie heeft wel bezwaar tegen het proces: het steunen van ambities zou gelijk staan aan het steunen van de NZa maatregelen die daaruit volgen. Raktoe: “Niet de bekostiging van deze ambities is een knelpunt, zoals de NZa ons wil doen geloven, maar de politieke wil om deze te financieren. Realisatie van ambities kost geld en dus zullen maatregelen die hieruit voortvloeien, grote impact hebben op de financiering van de mondzorg en consequenties meebrengen voor de tarieven. De enige aanwezige in het overleg die daarover besluiten mag nemen is de NZa. Wij zitten dus alleen maar aan tafel, zodat de NZa straks kan zeggen dat de besluiten zijn genomen in goed overleg met alle veldpartijen – en daar passen we voor.”

De ANT vindt het bovendien vreemd dat de NZa een uitgesproken voorstander zegt te zijn van taakherschikking; het experiment moet nog aantonen of het werkt in de mondzorg. “Wat is dan nog het doel van het experiment als de uitkomst voor de NZa al vaststaat?

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Tuchtrecht: waarschuwing voor onvoldoende kennis traumatologie

Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft een aanklacht tegen een tandarts vanuit haar werkgever als deels gegrond verklaard. De tandarts zou tijdens een traumageval niet voldoende gehandeld hebben door gebrek aan kennis.

Situatie

Deze klacht is gebaseerd op een klacht van een patiënt. Twee boventanden van deze patiënt waren door een val tijdens het mountainbiken verplaatst naar palatinaal. De tandarts concludeerde dat de tanden vast zaten. Zij heeft vervolgens een röntgenfoto gemaakt, op welke geen fractuur te zien was, en een spalkje aan de binnenkant van de patiënt zijn gebit gezet. De patiënt werd geadviseerd de volgende dag naar zijn eigen tandarts te gaan.

De werkgever heeft hierna de werkovereenkomst met de tandarts opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden. De tandarts heeft vervolgens zelf de overeenkomst opgezegd, weliswaar op basis van een kortere opzegtermijn wat betreft de spoeddiensten. Een discussie over onder andere de opvulling van de spoeddiensten volgde.

Klacht

De behandeling van dit trauma is volgens de werkgever niet juist geweest. Tijdsverloop bij trauma maakt het lastiger en op een gegeven moment onmogelijk om tanden weer terug te plaatsen. De klacht betreft dan ook het gebrek aan kennis en onbekwaam handelen van de tandarts. Daar komt bij dat de tandarts geen poging heeft gedaan tot bijscholing en de spoeddiensten niet uitvoert.

De tandarts verzoekt het college deze klacht(en) af te wijzen.

Beoordeling

Het klachtonderdeel omtrent de spoeddiensten is volgens het college ongegrond. De partijen hebben geen overeenkomst kunnen maken, wat niet betekent dat de tandarts tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Het gebrek aan kennis op het gebied van traumatologie is wel gegrond. De tandarts had niet mogen afzien van het reponeren van de tanden van de patiënt. Daarnaast hoort het spalkje aan de buitenzijde te worden gevestigd, niet aan de binnenzijde. Dat de tandarts zich na dit voorval niet heeft laten bijscholen is ook geen reden tot tuchtrechtelijk aanspreken. De tandarts heeft tot slot haar excuses aangeboden aan de patiënt, haar fout erkend en zich laten bijscholen.

Uitspraak

Het Regionaal Tuchtcollege heeft een waarschuwing gegeven aan de tandarts in kwestie.

Bron:
Overheid.nl 

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Mondhygiënist is een prachtig beroep!

Samen hebben ze honderdvijftig jaar ervaring in de mondzorg. Vijf mondhygiënisten vertellen dertig jaar na hun afstuderen aan de Hogeschool van Utrecht over hun opleiding en werkervaring. Hoe kijken zij aan tegen de rol van mondhygiënist in het huidige werkveld?

Dertig jaar na afstuderen

Ze begonnen hun opleiding in 1987 in het gebouw van de studie Tandheelkunde in Utrecht, maar na het eerste jaar verdween die studie uit Utrecht en verhuisde de opleiding tot mondhygiënist naar de Hogeschool van Utrecht (HU). In 1989 studeerden ze af. Nu is het dertig jaar later; op 29 juni hielden ze een reünie. dental INFO sprak met vijf van de afstudeerders van dertig jaar geleden: Yvonne Buunk-Werkhoven, Elice van Berkel, Claudy Ennik-Peeters, Luke Lunter en Jacoline Baggerman-de Waal.

Divers werkveld

Het blijkt hoe divers het werkveld van een mondhygiënist is, als je ziet waar de vijf afgestudeerden van 1989 zijn terechtgekomen. Yvonne doet toegepast wetenschappelijk onderzoek: “Als onafhankelijk gedragswetenschapper (gepromoveerd sociaal psycholoog en mondhygiënist) en adviseur ben ik (inter)nationaal betrokken bij promotie- en preventiemaatregelen, voorlichting en gedragsverandering op het raakvlak van de gezondheidspsychologie en de preventieve mondzorg.”
Elice heeft jarenlang als mondhygiënist in de solopraktijk van haar partner gewerkt. Sinds die drie jaar geleden is verkocht aan een jonge tandarts is ze met vervroegd pensioen.
Claudy is na haar afstuderen gelijk bij een orthodontist gaan werken. En dat doet ze nog steeds, niet meer bij dezelfde overigens. Daarnaast werkt ze sinds een jaar een dag in de maand in de ouderen(mond)zorg: “Erg schattig om te doen, maar ook heel erg nodig!”
Jacoline werkt als praktijkmanager en Luke als officemanager in een tandheelkundige praktijk. Zij kan door een blessure niet zelf meer aan de stoel werken en ondersteunt nu de tandarts met het aansturen het team, bestaande uit tandartsassistentes, preventieassistente en mondhygiënist. Daarnaast houdt ze zich bezig met aligners. Ze is daar erg enthousiast over en heeft begin dit jaar een website gemaakt voor de behandeling met aligners.

Akademie voor mondhygiëne

Alle vijf zijn ze positief over hun opleiding aan de ‘Akademie voor mondhygiëne’. De onderlinge sfeer was erg goed. Doordat de opleiding maar twee jaar duurde was het wel een overvol programma. Het jaar daarna werd de opleiding uitgebreid naar drie jaar. Yvonne vertelt: “Het eerste jaar samen met de studenten tandheelkunde was top en is de basis geweest voor mijn visie op samenwerken. Het tweede jaar was bijzonder, omdat de kliniek bij de Hogeschool nog niet gereed was en we de klinische vaardigheden bij tandartsen in de regio moesten uitvoeren. Ook hadden we op zaterdagochtend practica röntgenologie.” Claudy vond het tweede jaar in het hogeschoolgebouw wat minder: “De opstelling naar studenten toe was erg ‘schools’ en niet gelijkwaardig.”

Verwachtingen

De verwachtingen die ze na het afronden van hun studie hadden zijn voor Jacoline, Luke en Claudy zeker uitgekomen. Zij zijn nog steeds met plezier in hun beroep aan het werk. Claudy: “Ik heb nooit iets anders willen doen. Rond mijn veertigste gingen veel vriendinnen omscholen, maar ik vind het nog steeds erg leuk.”
Bij Elice zijn haar verwachtingen niet helemaal uitgekomen. Zij ging bij haar partner in de tandartspraktijk werken. Ze vertelt: “In 1989 was de bekendheid met parodontologie bij de tandartsen, waaronder ook mijn partner, zeer gering. Hun opleiding was gericht op restaureren. Cariës was het enige probleem. Daarbij waren de patiënten ook sceptisch over de mondhygiënist. Het was nog zo nieuw. Waarom moet dat ineens, was hun reactie. Dat vroeg om een goede uitleg van de tandarts. Mondjesmaat kwam de bewustwording in de loop der jaren.”
Yvonne had geen concrete verwachtingen. Ze besloot al snel niet fulltime te gaan werken, maar een baan als mondhygiënist te combineren met studeren en reizen. Ze studeerde psychologie, werkte als docent bij de opleidingen tandheelkunde en mondhygiëne in Groningen, deed promotieonderzoek en was gedetacheerd bij een forensisch psychiatrisch ziekenhuis (Tbs-kliniek).

Rol van de mondhygiënist in het huidige werkveld

Met al hun ervaring hebben de vijf een duidelijke mening over de rol van de mondhygiënist in het huidige werkveld. Yvonne vindt de huidige ontwikkelingen zorgelijk:

“Een gezamenlijke visie op mondzorgbeleid en praktisch handelen mis ik. Onderlinge afstemming in wie welke zorg biedt, blijkt evenmin duidelijk of gelijkwaardig.”

Elice, Claudy en Jacoline wijzen op de preventieve taak van mondhygiënisten. Elice: Ik zie de rol van mondhygiënist als voorlichting gevend over mondgezondheid en het doen van gebitsreiniging. Boren vind ik persoonlijk NIET iets voor de mondhygiënist. Laat dat bij de tandarts, denk ik.” Graag zou ze zien dat er geld vrijkomt voor voorlichting aan de basis van het leven: bij de zwangere vrouw, het zuigelingenbureau, de basisschool, in de PABO-opleiding en voor verpleegkundigen. “Uiteindelijk zal dan de gezondheidszorg goedkoper worden.”
Claudy is het daarmee eens: “Ik hoop dat de mondhygiënisten vooral hun preventieve taak niet laten verslonzen. Ik denk dat de aandacht nu vooral uitgaat naar (be)handelen, omdat daar meer geld mee te verdienen valt. Met voorlichting op bijvoorbeeld scholen, opleidingen van verzorgenden en verpleegkundigen zou je een hele grote groep snel kunnen bereiken.” Volgens Jacoline is er voldoende werk voor de mondhygiënist op het gebied van preventie, paro en ortho-behandelingen. Ze geeft als tip: “Schoenmaker blijf bij je leest”.
Luke ziet een tweedeling in mondhygiënisten: “Er is een groep die net zo enthousiast en bevlogen is als wij. Zij stellen het belang van de patiënt centraal en scholen zich voortdurend bij. Daarnaast is er een groep die vooral wil boren en al snel tevreden is met zijn/haar kunnen en kennis.”

Toenemende vraag naar mondhygiënisten

Elice, Claudy, Luke en Jacoline denken dat de vraag naar mondhygiënisten de komende jaren zal blijven toenemen. Volgens Elice willen mensen tegenwoordig zelf graag naar de mondhygiënist, omdat ze mondbewuster zijn geworden. Claudy verwacht dat door het tekort aan tandartsen de (half)jaarlijkse controles en primaire vullingen helemaal door een mondhygiënist gedaan gaan worden en dat de tandarts dan de meer specialistische curatieve behandelingen doet. Luke benadrukt het belang van een gezonde mond:

“Ook uit studies blijkt steeds weer opnieuw hoe belangrijk een gezonde mond is. Een gezonde mond draagt in grote mate bij aan de preventie en een beter behandelresultaat van uiteenlopende (chronische) ziektebeelden.”

Yvonne vraagt zich af of de vraag naar mondhygiënisten daadwerkelijk is toegenomen, of dat het een organische ontwikkeling is. Volgens haar zou een adequate zorgverdeling (aanbod en afstemming op doelgroepen) een transparant beeld kunnen bieden, waarna er een betere inzet van krachten en zorgaanbod kan worden bewerkstelligd.

Taakherschikking

Over het experiment van de taakherschikking zijn ze geen van allen erg enthousiast. Yvonne: ”De tijd zal het leren. Ik vind het een vreemde move en kan de koers van de overheid, NVM-mondhygiënisten en de opleidingen Mondzorgkunde niet geheel steunen. In internationale contacten heb ik veelal het idee, dat ik me moet verantwoorden voor de ingezette mondzorgkoers in Nederland, en soms ervaar ik plaatsvervangende schaamte.”
Elice vindt boren niet bij een mondhygiënist passen en Jacoline zegt:

“Restauraties passen niet in het profiel van de mondhygiënist. We zijn niet voldoende opgeleid en hebben te weinig ervaring en routine. Waarom deze verandering? Ik verwacht dat er nog veel mis zal gaan op dit gebied.”

Luke vindt het takenpakket van de mondhygiënist groot genoeg en heeft geen behoefte aan een taakherschikking. Ze vindt het voor de patiënt niet duidelijk als er een gedeeltelijke overlap is bij verschillende behandelaren. “Daarnaast vind ik het jammer dat er eilandjes ontstaan en zie ik liever een intensievere interdisciplinaire samenwerking. Met respect voor elkaars expertise, zo heb ik het ook altijd zelf ingevuld en ervaren.”
Claudy is iets positiever: “Als men een gedegen opleiding krijgt, is het goed te doen. Maar wie controleert of je door de juiste persoon behandeld wordt?” Ze pleit er voor dat de titel van mondhygiënist beter beschermd wordt: “Nu al weten patiënten door alle (preventie)assistenten, assistenten-plus, mondhygiënisten, mondzorgkundigen niet meer wie waarvoor is opgeleid en wie er dan welke verrichtingen mag doen.”

Plannen

Wat hun plannen voor de komende jaren zijn? Elice is al gestopt met werken en ook Jacoline zal over een poosje het stokje overdragen, maar blijft tot die tijd nog bezig als praktijkmanager. Luke wil binnen haar praktijk de behandeling met aligners organisatorisch opzetten en ondersteunen. Claudy is tevreden met hoe het nu gaat. Ze wil misschien wel een dag per week bij de ortho inwisselen voor de ouderenmondzorg, en ooit nog eens in een schisisteam aan het AMC of VU-ziekenhuis in Amsterdam werken. Ook Yvonne wil gewoon verder waarmee ze nu bezig is: “Internationaal gezien heb ik met mijn toegepast wetenschappelijk mondzorgonderzoek school gemaakt. Ik zal mijn expertise en ervaringen vooral blijven uitdragen (samenwerken en publiceren) onder het motto ‘Pas als je kunt delen, kun je vermenigvuldigen’. Reizen is hiervan een onderdeel, dus je hoort mij niet klagen…”

Tips voor beginnende collega’s

Als afsluiting vroegen we de zeer ervaren mondhygiënisten om tips voor hun beginnende collega’s. En tips hadden ze! Yvonne: “Doe vooral wat je leuk vindt; zorg dat je natuurlijke talenten en persoonlijke passie volledig tot uiting komen; blijf nieuwsgierig en ontdekken en geniet vooral van het leven!” Elice: “Volg je hart en doe het!” Claudy: “Probeer veel verschillende werkvlakken uit. Ligt je interesse in de paro, zorg dan dat je basis goed is. Begin in een paro-praktijk en daarna pas in de algemene praktijk of als zelfstandige. Je moet namelijk nog heel veel leren in de praktijk.”
Jacoline: “Blijf kritisch op jezelf, werk netjes, collegiaal en streef naar voldoende aandacht voor de patiënt. Je zult zien dat je op deze manier heel veel voldoening uit je werk haalt!” En tenslotte Luke: “Het is een prachtig beroep! Hou je passie vast en blijf je vooral door bij- en nascholing verder ontwikkelen!”

Interview door Yvette in ‘t Velt

 

 

Lees meer over: Kennis, Opinie, Thema A-Z