Tandartsen hebben een schikking getroffen met een patiënt uit Wales. Ze zijn akkoord gegaan om hem £40,000 te betalen voor de pijnlijke gevolgen van het niet ontdekken van zijn tandbederf.
De patiënt bezocht de Mydentist tandartsenpraktijk meerdere keren tussen november 2013 en mei 2015. In 2014 kreeg hij voor het eerst last van kiespijn, en maakte hij een afspraak. Hierop volgend kreeg hij een wortelkanaalbehandeling, maar dit was niet het einde van zijn pijn.
Meer behandelingen en meer pijn
Een jaar later ging hij terug naar de praktijk om in diezelfde tandvullingen te laten plaatsen. Naar verluid werd hem toen verteld dat nog een wortelkanaalbehandeling nodig zou zijn aan een andere tand.
Ook deze behandeling had niet het beoogde effect, en een week later begon te kiespijn opnieuw. De dagen erna werd de pijn steeds erger totdat het ondraaglijk werd. De patiënt zegt dat zijn gezicht opzwol en dat hij niet kon eten of slapen. Hierna besloot hij om naar het ziekenhuis te gaan.
In het ziekenhuis kreeg de Welshman te horen dat een van zijn tanden een abces had dat leeg moest worden gemaakt. Ook kreeg hij antibiotica om infectie te voorkomen.
Helaas kreeg hij een maand later weer meer kiespijn. Tijdens een nieuwe afspraak met de Mydentist-praktijk kreeg de patiënt te horen dat er in de toekomst een tand moest worden getrokken, maar hij kreeg niks tegen de pijn.
Bezoek aan nieuwe tandartspraktijk: ernstig tandbederf
Hij had geen zin om zijn tand te verliezen en probeerde dus te leven met de pijn. Uiteindelijk besloot hij in maart 2017 toch om weer naar de tandarts te gaan, een andere deze keer. Hier meldden ze hem dat twee tanden moesten worden getrokken vanwege ernstig tandbederf.
Omdat de Mydentist-tandartsen het tandbederf niet tijdig konden herkennen en behandelen, moest hij een tand laten verwijderen en zal hij naar verwachting nog twee tanden verliezen. Het onbehandelde bederf heeft ook schade veroorzaakt aan een andere tand, aldus de patiënt.
Rechtzaak
In 2017 heeft The Dental Law Partnership de zaak van de patiënt overgenomen. De zaak werd dit jaar opgelost toen de tandartsen overeenkwamen om hem £40,000 te betalen in een buitengerechtelijke regeling.
De tandartsen hebben geen aansprakelijkheid erkend en gaven geen commentaar. Een woordvoerder van de praktijk zei tegen WalesOnline, “De ervaring van [de patiënt] spijt ons, en is aanzienlijk slechter dan wat we voor patiënten verwachten.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/Man-krijgt-uitbetaling-van-£40000-na-onbehandeld-tandbederf.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-01-06 10:30:232020-01-06 11:40:03Man krijgt uitbetaling van £40,000 na onbehandeld tandbederf
Slaapbruxisme, komt voor bij ongeveer 8-15% van de bevolking. Het kan leiden tot bijvoorbeeld gebitsslijtage, gezichtspijn en hoofdpijn. Momenteel richt de aanpak ervan vooral op de gevolgen, omdat er geen methode voor ernstbeoordeling is die zowel betrouwbaar en nauwkeurig als kostenefficiënt en gemakkelijk verkrijgbaar is.
Dure polysomnografie werkt het beste
De beste methode is op dit moment polysomnografie in een slaaplaboratorium. Deze bioelektrische meetmethode is echter beperkt beschikbaar en duur, en wordt dus vooral gebruikt voor de ergste gevallen. Gebruiksvriendelijke apparaten bestaan, maar deze kunnen vaak niet differentiëren tussen bruxisme en bijvoorbeeld gapen, en zijn dus niet nauwkeurig genoeg.
Nieuwe gebruiksvriendelijke methode
Onderzoekers van de University of Eastern Finland hebben recent een nood-EEG-elektrodeset ontwikkeld die wel snel, gebruiksvriendelijk en nauwkeurig is. Als onderdeel van een PhD-project van Tomi Miettinen is de set geüpgraded waardoor hij nu geschikt is om door patiënten thuis te gebruiken.
Deze nieuwe methode heeft een diagnostische nauwkeurigheid vergelijkbaar met conventionele polysomnografie. 90% van de thuis uitgevoerde opnames waren van goede kwaliteit, en maar 1 van de 101 opnames mislukte door elektrodegerelateerde problemen.
Eerste-nachteffect
De studie vond ook bewijs voor de claim dat resultaten van de meting van de eerste nacht anders zijn dan die daarna, een zogenoemd eerste-nachteffect. Slaapbruxisme zou daarom meer dan een nacht moeten worden gemeten. De nieuwe elektrodeset is erg geschikt om slaapbruxismeactiviteit gedurende meerdere nachten te meten.
Methode geschikt voor verschillende onderzoeksvragen
Hierdoor is de methode toepasbaar voor het oplossen van verschillende onderzoeksvragen gerelateerd aan dit onderwerp. Zo zouden verbanden tussen bruxisme en aangenomen gevolgen kunnen worden onderzocht, net als de effectiviteit van beheersmethodes op de lange termijn. Miettinen hoopt dat de elektrodeset uiteindelijk voor nieuwe methodes zorgt om slaapbruxisme te leren beheersen of zelfs behandelen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/11/Slaapbruxisme-beoordelen-thuis.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-01-06 10:25:092020-01-07 08:44:39Nauwkeurig slaapbruxisme beoordelen met nieuwe elektrodeset voor thuis
Uit nieuw onderzoek is gebleken dat parodontale gezondheid kan worden gelinkt aan prediabetes en puberteit. De onderzoekers presenteerden hun bevindingen tijdens de jaarlijkse American Diabetes Association meeting die werd gehouden op 10 juni 2019 in San Francisco.
Tijdens de meeting werd middels poster presentaties uitgelegd hoe bloed glucose niveaus bij obesitas patiënten in relatie staan tot ernstige parodontitis, en hoe puberteit bij veel patiënten een betere indicator is voor parodontale aandoeningen dan leeftijd.
Parodontitis en obesitas
In een van de poster presentaties evalueerden onderzoekers uit Paraguay de relatie tussen prediabetes, obesitas en parodontitis. Hiervoor bestudeerden zij 62 obesitas patiënten, waarvan de helft met prediabetes en de helft met normale glucose niveaus. Zoals te zien is in de onderstaande tabel hadden de patiënten met prediabetes significant vaker last van parodontitis.
“Ernstige parodontitis kwam vaker voor bij patiënten met prediabetes, met een significant verschil bij de patiënten met ernstigere obesitas. Deze resultaten tonen aan dat in de context van ernstige obesitas en het metabolische syndroom, zelf milde hyperglycemiaal gerelateerd is aan ernstige parodontitis. De mondgezondheid van deze groep patiënten moet daarom goed geëvalueerd worden,” aldus auteur Elvio Dario Bueno Colman.
Parodontis en puberteit
In hun onderzoek keken zij naar parodontale gezondheidsindicatoren bij 110 patiënten met diabetes type 1 en hun broers en zussen zonder diabetes, tijdens hun puberteit. De diabetes patiënten hadden een significant slechtere tandvlees index en pocket dieptes dan hun broers en zussen. Het bleek echter dat de fase van puberteit en bloed glucose niveaus als betere voorspellers dienden voor parodontitis dan hun leeftijd of hoe lang zij al diabetes hebben.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/06/Parodontitis-gerelateerd-aan-prediabetes-en-puberteit.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-01-03 09:00:252020-01-09 08:28:54Parodontitis gerelateerd aan prediabetes en puberteit
Pure chocolade en bessen zijn goed voor je. De antioxidanten die in deze en andere etenswaren zitten kunnen de mondgezondheid bevorderen, aldus een posterpresentatie van Karen Davis op het 2019 ADA FDI World Dental Congress.
Antioxidanten pakken gevaarlijke radicalen aan
Davis beschrijft antioxidanten als het natuurlijke afweersysteem van je lichaam. Deze stofjes pakken gevaarlijke radicalen aan. Radicalen zijn moleculen of atomen met ongepaarde elektronen die daardoor niet blij zijn. Daarom binden ze graag met andere elektronen van andere moleculen.
Als er veel vrije radicalen zijn kan dit gevaarlijk zijn omdat ze bijvoorbeeld DNA kunnen beschadigen en ziektes bevorderen. De antioxidanten pakken de radicalen aan en zijn daarom essentieel in de mond en de rest van het lichaam.
Fruit, kruiden en lekkernijen bevatten antioxidanten
Davis raad daarom aan om dagelijks genoeg van die radicaalaanvallende stofjes binnen te krijgen. Gelukkig zijn er veel natuurlijke bronnen waar antioxidanten inzitten. Met name fruit en bessen met diepe kleuren, zoals kersen en zoete aardappelen, en kruiden als kaneel en gember bevatten veel antioxidanten. Daarnaast zijn er ook lekkernijen die een goede bron hiervan zijn, bijvoorbeeld vanillebonen, pure chocolade en rode wijn.
Ook acute toediening is mogelijk
Voor patiënten die gevoelig zijn voor orale ontstekingen, een slechte voeding hebben of veel stress ervaren kan het nuttig zijn om antioxidanten lokaal aan te brengen. Ze worden dan geabsorbeerd in het slijmvlies of de mondweefsels om de effecten van de radicalen te compenseren. Deze actuele antioxidanten geven hun ontstekingsremmende eigenschappen met verloop van tijd vrij, dus de patiënten moeten worden geïnstrueerd om niet onmiddellijk na het inbrengen te spoelen.
Spoel de antioxidanten niet weg
Dit is ook een van de beste adviezen die Davis patiënten geeft: verminder het effect van natuurlijke antioxidanten niet door vervolgens pro-inflammatoire voedingsmiddelen te consumeren. Tandheelkundige professionals kunnen niet vaak genoeg benadrukken dat bijvoorbeeld suikerhoudende dranken en bewerkte voedingsmiddelen geen gezonde keuzes zijn.
Plantaardig eten is goed voor de gezondheid
Tandheelkundigen zouden volgens haar aan patiënten moeten vragen hoeveel fruit en groeten ze dagelijks eten. Diëten met veel plantaardige producten kunnen namelijk de gezondheid van de darmen, hersenen en mond bevorderen.
Het is natuurlijk goed om te horen dat pure chocolade en rode wijn ook stofjes met goede eigenschappen bevatten. Je moet alleen niet vergeten om je calorie-inname in de gaten te houden als je besluit om deze voedingswaren als antioxidantenbron te nemen aldus Davis.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/10/Waarom-antioxidanten-in-chocola-en-fruit-goed-voor-je-mondgezondheid-zijn.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-01-02 09:00:042019-12-17 14:13:06Waarom antioxidanten in chocola en fruit goed voor je mondgezondheid zijn
Het opzetten van een nieuw register voor de zogeheten B-assistent is onnodig en leidt tot verwarring bij de patiënt. Dit zegt het bestuur van het Register Preventieassistenten waarin alle in Nederland werkzame en gecertificeerde preventieassistenten al zijn geregistreerd.
De B-assistent is de benaming van de ANT en Edin voor de al bestaande en binnen de mondzorg erkende Preventieassistent. Het profiel van de B-assistent is nagenoeg gelijk aan het huidige profiel van de Preventieassistent, volgens het Register Preventieassistenten. Zij vinden het opzetten van een nieuw register, naast het al bestaande Register Preventieassistenten, verwarrend voor de patiënt.
ABC-structuur voor assistenten
De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) heeft in 2016 het ‘Standpunt Opleidingen Assisterend Personeel in de Tandartspraktijk’ opgesteld. Hierin geeft zij haar visie over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen de tandartspraktijk en dan met name van tandartsassistenten. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in drie soorten tandartsassistenten: de A-assistent (stoel-assistent), de B-assistent (preventieassistent) en de C-assistent (paro-assistent). Recent heeft de ANT een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Edin (commercieel opleider in de tandheelkunde) om het opleidingsaanbod voor tandartsassistenten te structuren volgens dit ABC-model. De ANT en Edin gaan gezamenlijk de stichting ABC-assistent oprichten, die zich gaat buigen over de structuur, kwalificatie-eisen, leerdoelen en onderwerpen van de verschillende opleidingen.
Waarborg kwaliteit
“Duidelijkheid over wie er wat doet in de mondzorg en wat een mondzorgverlener kan en mag, is belangrijk. Om die reden is in 2013 het Register Preventieassistenten opgericht”, zegt het bestuur Register Preventieassistenten. Dit onafhankelijke en openbare register heeft als doel het stimuleren van het deskundig handelen van de Preventieassistent en het waarborgen van het kwaliteitsniveau van deze zorgverlening. Het register is een initiatief van de KNMT en is in nauwe samenwerking met ANT en NVM tot stand gekomen, volgens het bestuur Register Preventieassistenten. Inmiddels staan al zo’n 2.000 gecertificeerde preventieassistenten in het register ingeschreven.
Uitbreiding takenpakket
“Het is zowel voor zowel de patiënt als voor de collega’s binnen het tandheelkundig team van essentieel belang dat duidelijk en gegarandeerd is binnen welk kader de Preventieassistent haar taken kan en mag uitvoeren. De mondzorg wordt steeds complexer en dat heeft ook gevolgen voor het takenpakket en de deskundigheid van de Preventieassistent. Ontwikkelingen als sealen, het verlenen van nazorg en ondersteuning bij de behandeling van geriatrische patiënten vragen ook van de Preventieassistent voortdurend om nascholing”, zegt het Bestuur Preventieassistenten.
Persoonlijk portfolio
In het Register Preventieassistenten kan de Preventieassistent een persoonlijk portfolio opbouwen waarmee kan worden voldaan aan de kwalificatie-eisen die horen bij het certificaat Preventieassistent dat in het register wordt geregistreerd. Aan de technische realisatie daarvan wordt gewerkt. Ook nieuwe kwalificaties behaald door verdere bij- en nascholing kunnen aan het portfolio worden toegevoegd. Hierbij wordt als voorwaarde gesteld dat de cursus of scholing die leidt tot de benodigde certificaten wordt gevolgd bij een door het Register Preventieassistenten erkend extern opleidingsinstituut. Deze instituten zijn te vinden op registerpreventieassistenten.nl
“Deze richtlijn is nodig omdat gedurende het laatste decennium voor de beroepsgroep van tandartsen duidelijk zichtbaar is geworden dat de zorg voor de mondgezondheid van ouderen, en vooral die van kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen, enkele knelpunten kent. Uit de wetenschappelijke literatuur weten we bijvoorbeeld dat wereldwijd zowel de incidentie als de prevalentie van wortelcariës bij ouderen meer dan 40% bedraagt.
Wortelcariës springt bij de mondgezondheidsproblemen van ouderen bijzonder in het oog, omdat het in korte tijd verstrekkende gevolgen kan hebben. Iedere tandarts die veel ouderen ziet, kent voorbeelden van ouderen die binnen enkele maanden onnodig het ene na het andere gebitselement hebben verloren.”
Hoe komt het dat het probleem van wortelcariës bij ouderen zo groot is?
“Onder ouderen komen chronische aandoeningen en andere gezondheidsproblemen veel voor. Hierdoor kan de zelfzorg afnemen, waarbij de kwaliteit van de dagelijkse mondverzorging ook vaak achteruitgaat. Bovendien vindt er minder vaak een periodiek mondonderzoek door een mondzorgverlener plaats, omdat er vaak belemmeringen zijn door toename van fysieke en/of cognitieve problemen. Hierdoor en doordat wortelcariës snel kan ontstaan en snel kan uitbreiden, wordt wortelcariës vaak te laat ontdekt. Bij te late ontdekking kan het kwaad al zo ver zijn voortgeschreden dat gebitselementen verloren zijn gegaan en dat de nog aanwezige gebitselementen niet meer te redden zijn.”
Voor wie is de richtlijn bedoeld?
“De richtlijn is vooral bedoeld voor tandartsen en mondhygiënisten. Daarnaast kunnen ook andere zorgverleners en personen die anderszins betrokken zijn bij de zorg voor (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen er hun voordeel mee doen. Primair is de richtlijn van toepassing op alle ouderen die het risico lopen wortelcariës te krijgen, dan wel wortelcariës hebben. Enkele aanbevelingen in de richtlijn zijn specifiek gericht op kwetsbare en/of zorgafhankelijke ouderen. Daarbij maakt het geen verschil of deze ouderen thuis wonen of in een woonzorgcentrum verblijven.”
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
“Het meerjarenprogramma van het KIMO kent het onderwerp ouderen als aandachtsgebied. In november 2017 is een Invitational Conference gehouden om prioriteiten te formuleren voor drie richtlijnonderwerpen. Dit was een landelijke conferentie met 35 deelnemers uit alle beroepsgroepen die bij de zorg voor ouderen betrokken zijn. Op basis van een brede inventarisatie van onderwerpen en een knelpuntenanalyse is toen gekomen tot drie onderwerpen, waaronder wortelcariës bij (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen. Vervolgens zijn uitgangsvragen geformuleerd en is in mei 2018 een Richtlijn Ontwikkel Commissie (ROC) aangesteld.”
Kunt u iets vertellen over de inhoud van de richtlijn?
“De richtlijn gaat in eerste instantie over de risicobeoordeling van wortelcariës bij ouderen. Risicofactoren zijn verslechtering van de mondhygiëne, polyfarmacie en het gebruik van hyposialie-inducerende medicamenten. Afhankelijk van de aanwezigheid en de ernst van deze risicofactoren worden vervolgens aanbevelingen gedaan met betrekking tot het interval tussen periodieke mondonderzoeken, de medicatie, de hyposialie en het verrichten van radiologisch onderzoek.
In tweede instantie focust de richtlijn op de preventie en op de restauratieve aanpak van wortelcariës.”
Waar moeten tandartsen en mondhygiënisten vooral op letten?
“Tandartsen en mondhygiënisten moeten vooral attent zijn op ouderen die hun praktijk vaak jarenlang hebben bezocht en opeens niet meer komen. Dit berust vaak op overmacht. Het is vrijwel nooit een bewuste keuze om zich aan periodieke mondonderzoeken te onttrekken. Verder moet bij het ouder worden de gebruikte medicatie altijd aandacht krijgen. Tandartsen en mondhygiënisten moeten altijd een actueel medicatieoverzicht ter beschikking hebben en bedacht zijn op door medicamenten geïnduceerde hyposialie.
Tandartsen en mondhygiënisten doen er verstandig aan ouderen met wortelcariës en/of polyfarmacie en/of hyposialie-inducerende medicatie tandpasta met 5.000 ppm fluoride voor te schrijven.
Een laatste belangrijk aandachtspunt is de aanbeveling wortelcariës zo lang mogelijk niet-restauratief te behandelen via intensieve preventieve zelfzorg en eventueel via professionele preventieve zorg. Het moment waarop besloten wordt tot restauratief behandelen hangt af van het risico op ernstige schade (progressie van weefselverlies) en de geconstateerde of verwachte onvoldoende effectiviteit van de niet-restauratieve benadering en de belastbaarheid van de patiënt.”
Wanneer komen de andere twee richtlijnen voor mondzorg bij ouderen?
“Kortgeleden zijn twee Richtlijn Ontwikkel Commissies (ROC’s) aan het werk gegaan rond de invloed van medicatie op de mondgezondheid van ouderen en rond de zorgverlening aan de groeiende groep ouderen die aan huis gebonden zijn. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze richtlijnen over ongeveer een jaar verschijnen.”
Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Cees de Baat, emeritus hoogleraar gerodontologie en voorzitter van de Richtlijn Ontwikkel Commissie Wortelcariës bij (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Chirurgische-paro-behandeling-de-puntjes-op-de-i.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-17 13:15:592019-12-17 13:45:35KIMO-praktijkrichtlijn over wortelcariës bij ouderen beschikbaar
Bij JTV Mondzorg voor kids, een organisatie zonder winstoogmerk, ligt de focus op betekenisvolle mondzorg, met bijzondere aandacht voor kinderen uit kansarme groepen. Algemeen directeur Raoul Trentelman vertelde aan dental INFO hoe het is om bij deze organisatie te werken en hoe kwaliteit er hoog in het vaandel staat.
JTV Mondzorg voor kids en De Zorgzame Tandarts
Raoul Trentelman is algemeen directeur van JTV Mondzorg voor kids én, sinds kort, van De Zorgzame Tandarts, voor mondzorg aan volwassenen. JTV Mondzorg voor kids maakt deel uit van de jeugdtandverzorging in Nederland en richt zich met name op kinderen uit kwetsbare groepen, voor wie het niet vanzelfsprekend is dat ze bij een tandarts terechtkomen. JTV heeft twee grote praktijken in Rotterdam, zeven praktijken in Noordoost-Brabant en een in Nijmegen, in Arnhem en in Leeuwarden. Daarnaast beschikken ze over twee dentalcars waarmee ze langs scholen gaan.
Op 2 december 2019 is de eerste praktijk van De Zorgzame Tandarts geopend, waar onder hetzelfde dak als JTV Mondzorg voor kids volwassenen terecht kunnen.
Wat is het grootste verschil tussen een ‘gewone’ tandartspraktijk en JTV Mondzorg voor kids?
“Wij verlenen mondzorg vanuit een betekenisvolle organisatie. We zijn een stichting zonder winstoogmerk en werken vanuit die missie. Iedereen heeft daar bewust voor gekozen.
Een wezenlijk verschil met andere praktijken is dat wij alles wat we uit revenuen halen maximaal terugbrengen in de kwaliteit van zorg en samenwerken.
Dat vind je onder meer terug in de inrichting van de praktijken en de materialen en middelen die we gebruiken, maar ook in de afstemming met tandartsen en andere professionals. Al onze medewerkers worden nadrukkelijk betrokken bij de inrichting van nieuwe praktijken. We vragen altijd wat de medewerkers willen: ‘In welke omgeving werk je het prettigst en wat heb je nodig om de beste kwaliteit te kunnen leveren?’ Dat vertaalt zich bijvoorbeeld ook in de keuze om bij röntgenopnamen te werken met sensoren in plaats van fosforplaatjes. Die zijn relatief duur, maar het is een bewuste keuze in verband met een lagere röntgenbelasting voor kinderen.”
Waaruit blijkt die focus op kwaliteit nog meer?
“We investeren heel nadrukkelijk in preventie, bijvoorbeeld met motivational interviewen. De QLF is ook een bewuste keuze. Deze vorm van mondfotografie, waarmee je door fluorescerend licht jonge en oude plaque in kaart kan brengen, komt ten goede aan de kwaliteit van de mondzorg. Bij de tandartsen leefde de wens om aanvullend op wat ze in de mond en op de röntgen zien, nog de QLF te kunnen gebruiken voor cariësdetectie. Een ander voorbeeld van kwaliteit in de zorg is de videobril, die kinderen met angst op kunnen krijgen tijdens de behandeling.
Daarnaast zijn we natuurlijk ISO-gecertificeerd. Daar investeren we ook echt in met een kwaliteitsmedewerker, een drietal kwaliteitscoaches, interne en externe audits en metingen van de klanttevredenheid.
Als je het hele kwaliteitszorgsysteem goed organiseert met protocollen en richtlijnen en een digitaal handboek, dan werk je aan de eenduidigheid van behandelingen, dus aan de kwaliteit van zorg.
Iedereen is er op gericht om de beste kwaliteit te leveren. Hoe we kijken naar die kwaliteit wordt ook in overleg met professionals vastgesteld. Dat is ook een goede basis om elkaar aan te spreken op het behoud en het ontwikkelen van die kwaliteit. Bij ons reserveren we per team in een aantal verschillende overlegvormen ook tijd voor het afstemmen van inzichten, protocollen en werkprocessen, alles gericht op eenduidigheid en kwaliteit van werken.”
Werken jullie samen met andere zorgprofessionals?
“Ja, we werken waar dat even kan nauw samen met de diëtist, logopedist en orthodontist. We investeren ook in vierkante meters om dit soort disciplines bij ons in de praktijk onder één dak te integreren.
Om ouder en kind maximaal te kunnen ondersteunen kan het, ook voor het gebit, nodig zijn om te verwijzen naar een diëtist. Of als we afwijkingen in de ontwikkeling van de mond signaleren, te kunnen samenwerken met een logopedist. Deze zorgverleners zijn niet bij ons in dienst, maar wij faciliteren ruimtes en hebben samenwerkingsovereenkomsten met deze partijen. Ze zijn ook regelmatig bij een behandelarenoverleg aanwezig om bijvoorbeeld een presentatie te geven. Doordat ze vaak onder een dak zitten, kun je als tandarts ook gemakkelijk even overleggen over een bepaalde patiënt.”
Wat doen jullie aan scholing?
“We investeren heel erg in de open leercultuur, dus in leren van elkaar. Alles is gericht op: hoe kunnen we met elkaar tot een betere kwaliteit komen en hoe kunnen we ook met elkaar tot een prettige werkomgeving komen? Element daarin is het scholingsbeleid waarvoor we ieder jaar een opleidingsplan maken. We vragen altijd aan alle medewerkers welke thema’s ze het komende jaar in het opleidingsplan terug willen zien komen. Het kan zijn dat ze zelf een tekort aan kennis ervaren of dat bepaalde kennis vanuit de wet- en regelgeving nodig is. Wij hebben jaarlijks twee collectieve scholingsdagen waarop alle medewerkers bij elkaar komen. Daarnaast hebben we een aanvullend programma door het jaar heen met avond- en zaterdagbijeenkomsten waar gedifferentieerd naar functie nog allerhande thema’s worden besproken.”
En die prettige werkomgeving, hoe doen jullie dat?
“Er zijn regelmatig teamuitstapjes en teametentjes die gericht zijn op het verbeteren van de samenwerking en werksfeer. Ieder team heeft hiervoor een eigen budget. Werk je bij JTV, dan werk je bij een organisatie die serieus omgaat met het belang van de medewerker. Dat geldt overigens ook op ergonomisch gebied. Zo hebben we ergo-coaches. Dit zijn mondhygiënisten en preventieassistenten die aanvullend geschoold zijn op ergonomie. Zij monitoren steeds de werkplek en kijken wat er beter kan om bijvoorbeeld de belasting van schouders terug te brengen. Via de ergo-coach komen klachten ook bij de directie terecht, zodat het beleid hierop afgestemd kan worden. Daarnaast hebben we natuurlijk ook contact met de arbodienst hierover.”
Jullie hebben op het ogenblik vacatures. Wat voor soort mensen zoeken jullie?
“We hebben plek voor tandartsen, maar ook voor tandartsassistenten. Vacatures voor mondhygiënisten hebben we minder vaak. Dat komt waarschijnlijk doordat we werken met een teamconcept waarbij de mondhygiënisten worden ingezet waarvoor ze primair zijn opgeleid, namelijk voor de regierol in de preventie. Met scholing ondersteunen we mondhygiënisten die dat willen ook om hun zelfstandige registratie te verkrijgen.”
Stellen jullie nog bijzondere eisen aan de tandartsen die bij jullie willen komen werken?
“Voor tandartsen die bij JTV willen komen werken stellen wij als algemene eis dat ze affiniteit met kinderen hebben en uitstekend Nederlands spreken. Ze moeten heel prettig communiceren met ouders en kinderen, omdat je natuurlijk heel veel aandacht voor preventie hebt. Je moet veel gesprekken met ouders en kinderen doen, veel meer dan een tandarts die met volwassenen meer met curatie bezig is.
Het liefst hebben we natuurlijk tandartsen met een aantal jaren ervaring. Maar pas-afgestudeerden met het profiel ‘Kind en ontwikkeling’ zijn ook van harte welkom. Jonge tandartsen bieden wij een opleidingstraject. Bij JTV Mondzorg voor kids zijn de meeste tandartsen in loondienst. Als zzp’er werken is mogelijk, maar die worden niet betaald op basis van verrichtingen. Parttime werken is bij ons geen probleem. We hebben het liefst wel dat een tandarts minstens twee dagen per week in een praktijk werkt om binding met de organisatie te houden.”
Hoe zit het met De Zorgzame Tandarts waarvan onlangs de eerste praktijk is geopend?
“Bij JTV kunnen kinderen en jongeren maar tot hun achttiende terecht. Wij ontvingen veel verzoeken om mondzorg te blijven bieden aan de jongeren in onze praktijken die achttien geworden zijn. Daarom zijn we met De Zorgzame Tandarts begonnen. Bij De Zorgzame Tandarts, die overigens ook geen winstoogmerk heeft, kunnen alleen volwassenen terecht, maar wel op dezelfde locatie als waar JTV zit. Het zijn dus twee merken onder één dak.
We hebben inderdaad onlangs de eerste locatie geopend, in Boxmeer. We zijn ook locaties aan het opzetten in Cuijk en Oss.
We zijn nu ook tandartsen aan het werven voor De Zorgzame Tandarts. Omdat De Zorgzame Tandarts niet onder de jeugdtandverzorging valt, krijgen tandartsen hierbij wel op basis van verrichtingen betaald. We zijn dus ook op zoek naar tandartsen die met volwassenen willen werken, maar dan wel bij een praktijk waarbij kwaliteit voorop staat, dus kwaliteit boven de winst.
Ze kunnen ook bijvoorbeeld een of twee dagen bij JTV werken en daarnaast onder hetzelfde dak op basis van omzet uit verrichtingen voor volwassenen werken. Dat kan een mooie combinatie zijn als het concept van JTV je aanspreekt, maar je niet uitsluitend met kinderen wilt werken.”
Interview door Yvette in ’t Velt met Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids en De Zorgzame Tandarts.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/JVT-mondzorg.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-17 13:15:562019-12-17 12:17:53Betekenisvol en met focus op kwaliteit werken in de mondzorg
Align Technology, het bedrijf achter de Invisalign beugels, opende afgelopen november een nieuwe pop-up winkel in het Westfield Shopping Centre Stratford in Oost-Londen. Het bedrijf zoekt zo persoonlijk contact met hun doelgroep.
Er zijn maar weinig mensen die voor hun eigen plezier naar een tandheelkundig specialist gaan. Nieuwe mondzorgproducten aan de man brengen kan dan ook vrij lastig zijn. Niet zo gek dus dat fabrikant Align Technology bezig is met nieuwe manieren om hun doelgroep te bereiken. Een belangrijk onderdeel daarvan zijn de pop-up winkels, waarvan onlangs een nieuwe opende in een winkelcentrum in Londen.
Interactie en informatie
In de pop-up winkel biedt Align Technology voorbijgangers een interactieve ervaring waarbij ze kennis kunnen maken met Invisalign, de innovatieve beugels die zo goed als onzichtbaar zijn. In de tijdelijke winkel kunnen mensen een selfie nemen om vervolgens met behulp van de zogenaamde Smileview technologie een niet-klinische visualisatie van hun lach met een Invisalign beugel. Vervolgens kunnen mensen direct een afspraak maken met een Invisalign-tandarts voor een gratis eerste consult.
Naast deze interactieve ervaring kunnen mensen ook binnenlopen voor de persoonlijke verhalen en ervaringen van influencers, ambassadeurs en natuurlijk Invisalign-patiënten. Zo biedt Align Technology met hun pop-up winkel dus een interactieve en informatieve ervaring waar iedereen vrijblijvend kennis kan maken met het merk Invisalign.
Veel geleerd
“Het neemt hen mee op een digitale reis naar een nieuwe lach”, aldus Alexandra van der Strap, verantwoordelijk voor consumentenmarketing bij Align Technology in gesprek met Dentistry. “Onze vorige Invisalign pop-up opende de deuren in juli”, vervolgt ze. “Het was de eerste keer dat we als merk echt met consumenten in aanraking kwamen in een fysieke omgeving. We hebben veel geleerd over hun idee van ons product door de een-op-een interacties. Dit heeft ons onder andere geholpen om deze nieuwe pop-up winkel nog meer inspirerend en interactief te maken voor de consumenten.”
Invisalign
Invisalign is een transparante beugel, wat hem bijna onzichtbaar maakt. Dit maakt de beugel onder andere bijzonder populair onder volwassenen. De afgelopen jaren heeft Invisalign hun marktaandeel snel zien groeien, vooral in Azië. Begin 2019 vierde Invisalign nog hun zes miljoenste patiënt.
Europa is het continent met het hoogste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 28%. Daarnaast gebruiken steeds meer mensen een e-sigaret. Dit is echt een booming business. Achtergrondinformatie over tabak en e-sigaret met vergelijking van de effecten hiervan op parodontaal gebied.
Verslag van de lezing van dr. Christoph Ramseier, parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland, tijdens het NVvP-congres Dentech.
Tabak-gebruik
Europa is het continent met het hoogste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 28%. Afrika heeft het laagste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 15%. Het globale gemiddelde is 22%, wat neerkomt op meer dan 1 miljard rokers wereldwijd. Hiervan overlijdt 50% vroegtijdig, aan de gevolgen van roken.
Na inhaleren van een sigaret, bereiken de nicotine-deeltjes na ongeveer 7 seconden de hersenen, waarna er dopamine vrij komt. Er is na verloop van tijd steeds meer nicotine nodig om dezelfde hoeveelheid dopamine vrij te maken. Tabakafhankelijkheid ontstaat door een steeds verder toenemende lichamelijke behoefte aan nicotine, in combinatie met psychische gewoonte.
Naast het roken van sigaretten, zijn er meer manieren om tabak te consumeren:
Sisha
Waterpijp roken is schadelijker dan het roken van sigaretten, omdat het tabak minder heet wordt waardoor het niet volledig fermenteert. Sisha wordt vaak door de gebruikers gecombineerd met “gewoon roken”.
Snus Tabak in poedervorm wat onder de bovenlip wordt geplaatst, deze wordt via de mucosa opgenomen in het bloed. Dit kan leiden tot lokale leukoplakie.
Pruimtabak
Het kauwen op grofgesneden tabak kan intra-oraal en in de keel tumoren veroorzaken.
Snuff
Snuiftabak, via de neus opgesnoven en opgenomen in het bloed.
E-sigaret
In 2003 is de eerste e-sigaret uitgevonden door de Chinese apotheker Hon-Lik. De e-sigaret bestaat uit nicotine, smaakje (liquids), water, glycerine en prophylene glycol. Na de e-sigaret werden er ook e-pipes, e-shisha’s en e-joints ontwikkeld. Van de mensen die “gewoon” roken, rookt 43% (soms) daarnaast een e-sigaret, 4% van de rokers rookt alléén maar e-sigaretten.
E-sigaretten zijn een booming business, en zijn zichzelf steeds aan het vernieuwen. Op dit moment bestaat de vierde generatie. Hierbij kan de gebruiker van de e-sigaret zelf de warmte instellen, de hoeveelheid rook en de smaak door middel van een app op de smartphone.
Gevaar hierbij is dat de gebruiker de e-sigaret illegaal kan opvoeren, waardoor deze te heet wordt. Er is al meerdere keren een e-sigaret tijdens het inhaleren in het gezicht van een gebruiker geëxplodeerd, wat zorgt voor zeer ernstige verwondingen intra-oraal en brandwonden in het gelaat.
Er zijn 466 verschillende merken, en er zijn 7764 verschillende smaken te verkrijgen. De meeste e-sigaretten worden geproduceerd door de traditionele tabaksfabrikanten. In 2014 bedroeg de omzet in e-sigaretten wereldwijd 3 miljard dollar, er wordt verwacht dat dit in 2030 zal stijgen naar 51 miljard dollar. De E.U. hanteert wet- en regelgeving met betrekking tot de e-sigaretten, maar door het groeiende aantal merken is het lastig te controleren of de regels daadwerkelijk worden nageleefd.
Verhitting tabak
Er bestaan meerdere manieren om tabak te verhitten:
Verbranding (combustion) > 800 – 1100 graden
Pyrolyse > tot 800 graden
Carbonisatie > 30 – 350 graden
Hoe minder heet de tabak wordt verhit, des te onvollediger de carcinogenen verbrand worden, dus hoe schadelijker de tabak is.
Vergelijking effect e-sigaret versus sigaret op parodontaal gebied
PARODONTITIS
E-sigaret
Sigaret
Pathogenese
+
+
Verdiepte pockets
+
+
Alveolair botverlies
+
+
Aanhechtingsverlies
+
+
Tandverlies
+
+
Peri-implantitis
+
+
Parodontale wondgenezing
+
+
MONDHYGIËNE
E-sigaret
Sigaret
Plaque-index
+
++
Bleeding on probing
–
–
Droge mond
+
+
Gevoeligheid gingiva
+
+
ORALE PATHOLOGIE
E-sigaret
Sigaret
Hairy tong
++
+
Leukoplakie
+
+
Submuceuze fibrose
+
+
“Smokers Palate”
++
+
Rokers’ hyperpigmentatie
+
+
Lichen planus
+
+
Hyperplastische candidosis
++
+
Eramyteuze candidosis
+
+
Glossitis rhombidea mediana
+
+
Voordelen en nadelen van e-sigaretten (ten opzichte van sigaretten)
VOORDELEN
NADELEN
Geen pyrosis
Lange-termijn-onderzoek ontbreekt
9 – 450 x lagere hoeveelheden toxines
Klein aantal toxines is verhoogd
Tot 800 x minder toxisch
Klein aantal smaken kan cytotoxisch zijn
Patiënten stoppen met roken van sigaretten
Patiënten starten met roken van e-sigaretten
Aerosolen kunnen oxidatieve stress, apoptosis en DNA beschadiging veroorzaken
Het is belangrijk dat de tandarts, ongeacht in welke fase van de parodontale behandeling een patiënt zich vindt, beschikt over up-to-date informatie over het rookgedrag van de patiënt.
Stoppen met roken
Er is een aantal manieren om te stoppen met roken:
Spontaan
Begeleiding
Behandeling met nicotine-vervangers (nicotin replacement therapy, NRT)
Begeleiding i.c.m. farmaco-therapie > dit heeft de hoogste succes-rate.
Probeer een conversatie aan te gaan met de patiënt over stoppen met roken, en probeer de patiënt te begeleiden door een stopdatum af te spreken en NRT te adviseren.
Volgens recent onderzoek is het gebruik van e-sigaret minder schadelijk dat het gebruik van sigaretten. Het is daarom een optie e-sigaretten aan te raden als NRT bij patiënten die volledig willen stoppen met conventioneel roken, mits de patiënt goed begrijpt hoe de e-sigaret werkt én goed weet welke dosis nicotine gebruikt moet worden.
Dr. Christoph Ramseier is parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland. Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan en is een veelgevraagde internationale spreker.
Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor Dental INFO van de lezing van dr Christoph Ramseier, tijdens het congres Dentech, innovatie in de parodontologie van de NVVP.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/e-sigaret.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-17 12:40:152019-12-17 13:52:30De impact van e-sigaretten op parodontale zorg
Een bizarre vondst: een Brits stel vindt een kunstgebit gemaakt van walrus- of nijlpaardivoor, gezet in goud, in een veld in Engeland. Binnenkort wordt dit geveild. De geschatte waarde? Ruim €8.000!
Peter Cross en Diana Wild liepen in maart 2019 met hun metaaldetectors over een veld in Buckinghamshire, Engeland. Toen hun detectors afgingen, hadden ze waarschijnlijk niet verwacht te vinden wat ze vonden. Uit de grond kwam een kunstgebit, gemaakt van ivoor van een walrus of nijlpaard, gezet in goud. Een uitzonderlijke vondst, zeker wanneer je bedenkt dat gebitexperts het gebit dateren tussen 1800 en 1850.
25 november 2019 zal het kunstgebit geveild worden op de Historica and Metal Detecting Finds Auction in Derbyshire. Daar werd de waarde geschat op zo’n 7.000 pond, rond de €8.140. Het is natuurlijk nog afwachten hoeveel de tanden daadwerkelijk zullen opleveren. Als het gebit eenmaal onder de hamer is gegaan zullen beide vinders 25% van de opbrengst krijgen, de overige 50% van de opbrengst gaat naar de eigenaar van het land waar de tanden werden gevonden.
Vakmanschap
Een kunstgebit gemaakt van goud en exotisch ivoor is uiteraard veel geld waard, maar uit het onderzoek van Peter Cross blijkt dat niet alleen het materiaal, maar ook het vakmanschap het gebit zoveel waarde geeft. Het gouden inzetstuk zou bijvoorbeeld handgemaakt zijn met behulp van een mal van de eigenaars mond. Ook de tanden zouden met de hand geslepen zijn.
“De bolling van de tanden paste precies in de vorm van de mond”, aldus Mark Becher, een metaaldetectorvondstenconsultant van het veilinghuis in Derbyshire. “De zes voortanden hebben het glazuur van de slagtand bewaard, waardoor ze op echte tanden lijken. Alhoewel ik betwijfel of ze binnenkort in een Colgate reclame gebruikt zullen worden.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/11/200-jaar-oud-kunstgebit-van-goud-en-ivoor.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-17 12:30:012019-12-17 13:50:13200 jaar oud kunstgebit van goud en ivoor op veiling
Dit systematische literatuuronderzoek had als doel het verkrijgen van kennis en inzicht op de manier waarop kinderen met een lage SES te bereiken zijn voor selectieve preventie binnen de mondzorg.
Onderzoek
Tijdens dit onderzoek werd door twee onderzoekers via de databanken MEDLINE, The Cochrane Library en PsycINFO gezocht naar literatuur over mondgezondheidspreventie in gezinnen met een lage SES en gezinnen met een hoge SES. Hierbij lag de focus op kinderen van 6 tot en met 12 jaar en ouders/volwassenen. Studies ouder dan 10 jaar werden geëxcludeerd. Studiedesigns als case-controlstudies, systematic reviews en meningen van deskundigen werden geëxcludeerd. De geïncludeerde studies zijn beoordeeld op methodologische kwaliteit.
Na het methodologisch screenen, selecteren en beoordelen van de studies zijn uiteindelijk vier studies geschikt bevonden. Twee van de vier studies gaven inzicht over het toepassen van selectieve preventie op scholen bij kinderen. Bij de andere twee studies kwamen de subjectieve standpunten van ouders naar voren over preventieve zorgverlening.
Uit de resultaten van dit systematisch literatuuronderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat preventieve interventiemethoden op scholen een mogelijkheid kunnen bieden om kinderen met lage SES te bereiken voor selectieve preventie binnen de mondzorg. Daarnaast kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de opvattingen van ouders over preventieve zorg een belemmerende factor kan zijn voor het bereik van selectieve preventie voor kinderen.
Poster ontwikkeld door:
Sophie Hofland en Madelon Pepping, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/10/Selectieve-preventie-laagopgeleide-kinderen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-17 12:25:352019-12-17 13:51:40Hoe bereik je kinderen met laag sociaaleconomische status voor selectieve preventie in de mondzorg?
Het doel van de parodontale nazorg is het handhaven van de bereikte resultaten. Tijdens elke nazorgzitting maak je als behandelaar een risicoanalyse, die mede de tijdsduur tot de volgende afspraak bepaalt. Als je de motivatie van de patiënt goed zou kunnen inschatten, zou je daarmee dan het succes van de behandeling kunnen voorspellen?
Als de initiële parodontale behandeling, eventueel gevolgd door chirurgie, succesvol is afgerond is de parodontale ontsteking onder controle. Het doel van de parodontale nazorg is het handhaven van de bereikte resultaten. Het succes van de nazorg hangt enerzijds af van een gestructureerde werkwijze van de behandelaar en anderzijds van de therapietrouw (compliance) van de patiënt. Tijdens elke nazorgzitting maak je als behandelaar een risicoanalyse, die mede de tijdsduur tot de volgende afspraak bepaalt. Als je de motivatie van de patiënt goed zou kunnen inschatten, zou je daarmee dan het succes van de behandeling kunnen voorspellen?
Heb je de infectie onder controle, dan is het tijd voor de nazorg!
DIAGNOSE —> INFECTIECONTROLE —> RECONSTRUCTIE
Infectiecontrole geeft groen licht voor reconstructie, onder andere orthodontische behandeling, kroon- en brugwerk, implantologie.
Wat zijn factoren die succes bij een parodontale behandeling bepalen:
Goede samenwerking met de patiënt
Grondige subgingivale gebitsreiniging
Goede immunologische respons
Structuur van een nazorg-afspraak
Deze cirkel geeft een overzicht van de structuur van de nazorg afspraak. Negentien jaar geleden heeft Miranda Belder deze met dr. Dick Barendregt gemaakt. In de afgelopen 19 jaar is de basis nog altijd hetzelfde maar is er wat betreft diagnostiek en risico-bepaling wel wat veranderd.
Diagnose
Belangrijk bij de nazorg is om altijd de medische anamnese te updaten. Met de app van Farmaceutische Kompas op je telefoon is het mogelijk om snel bijwerkingen van medicatie in de mond te checken. Als voorbeeld Amlodipine; deze medicatie heeft de zeer zeldzame bijwerking gingivahyperplasie. Na staken amlodipine was de gingivahyperplasie volledig verdwenen. Tip van Miranda Belder:‘’Maak foto’s’’. tijdens intra-oraal onderzoek van wat je ziet in de mond. Zodat je in een volgende zitting vergelijkingsmateriaal hebt.
Na het vragen naar veranderingen in de medische anamnese en het intra-oraalonderzoek meet je de meest recente parodontiumstatus na.
Risicofactor voor een succesvolle parodontale behandeling zijn furcaties
Furcaties geven een grotere kans op aanhechtingsverlies in de toekomst. En een grotere kans op het ontstaan van wortelcariës.
Wist je dat?
Roken bevordert de incidentie van furcatieslaesies. Daarnaast kan het geassocieerd worden met pulpaproblematiek. En komt het meer voor bij mannen dan bij vrouwen. De hoogste prevalentie bij de distale furcatie van eerste bovenmolaren. De laagste prevalentie bij de mesiale furcatie van de tweede bovenmolaren en molaren met glazuurprojecties hebben grote kans op furcatieproblemen.
Onderzoek van Claffey et al.(1990);
Diepe initiële pockets en furcaties geven de grootste kans op aanhechtingsverlies in de toekomst.
Toename in pocketdiepte gecombineerd met bloedingsneiging geeft grootst voorspellende waarde.
Je moet implantaten meten, bij voorkeur met een plastic sonde om de contour van de supra-structuur goed te kunnen volgen. Bijvoorbeeld met een clickprobe die ook de juiste sonderdruk van 25N geeft.
Naast de parodontiumstatus heb je ook recent röntgenmateriaal nodig om de parodontale situatie te monitoren. Voor vrijgevestigde mondhygiënisten is het soms lastig om goed aan röntgenfoto’s te komen.
Risk-level
Het risk-level wordt beïnvloed door:
Aanvalfactoren <> afweerfactoren
Microbiële aanval <> immuunrespons
Als de aanval en de afweer in balans zijn is er sprake van infectie-controle. Als er een disbalans ontstaat is er geen infectie-controle meer. De behandelaar doet dan onderzoek naar welke factor of factoren verantwoordelijk zijn voor de verstoring van het evenwicht.
Interval
Intervalbepaling
Aan de hand van risicofactoren. Dus nooit hetzelfde! Iedereen die nazorg doet, is een riskmanager die de risicofactoren analyseert en evalueert.
Herinstructie
Er is een enorme keuze uit middelen. “Jullie als behandelaars moeten de patiënten (juist) begeleiden bij het zoeken naar het juiste mondhygiëne-middel. Probeer eens iets nieuws, wees er creatief in”, zei Belder. Gebruik van disclosing is vaak heel illustratief.
Stuur tussen twee intervallen een appje naar de patiënt. Hoe kan je het op een leuke manier doen?
App bijvoorbeeld een foto waarop je de disclosing ziet, zodat de patiënt het kan terugzien. Of app informatie over de te gebruiken materialen.
De boodschap is: (WEES)DENK CREATIEF! Gebruik nieuwe media zoals Whatsapp.
Gebitsreiniging
Onderzoeken laten niet echt zien wat het beste is, handinstrumentarium of ultrasone apparatuur. Gebruik wat jou past als behandelaar en wat bij de patiënt past. Ga er niet te star mee om. Wees je ervan bewust dat je in de nazorg niet altijd met een scherpe set aan de slag moet gaan. Als je dit jaren achtereen doet kan er slijtage ontstaan aan met name de worteloppervlakken.
Verslaglegging
Leg na elke behandeling gestructureerd vast wat je hebt gedaan en wat er is besproken.
Doel van de nazorg is handhaven van de infectiecontrole —> Doel kan bereikt worden door een goede en gestructureerde kwalitatieve nazorg —> Samen met compliance van de patiënt
Structuur van nazorg op lange termijn: individuele benadering!
Individuele benadering is erg belangrijk. Je moet een samenwerkingsverband aangaan met de patiënt. Er zijn veel factoren die compliance beïnvloeden. Over het onderwerp therapietrouw zou Belder middagen kunnen praten, helaas was daar de tijd niet voor.
Angst
Tijdens haar lezing stipte ze de factoren Angst en de Benadering van de zorgverlener aan.
Er zijn verschillende soorten angst
Angst die voort komt uit model-leren
Informatie van anderen
Traumatische ervaringen
Genetische aanleg
Waar zijn mensen bang voor?
Machteloosheid/controleverlies. Meeste mensen vinden het daarom prettig om informatie (van) over de behandeling te krijgen
Pijn/fysieke beschadiging
Naalden
Geluid van de boor
‘Het haakje’
Ultrasoon geluid
Het gedrag van de behandelaar
Autoritair
Onbegrip
Geen of weinig informatie geven
Hardhandig
Wat te doen als behandelaar?
Toon begrip voor de angst
Neem de tijd
Straal uit dat je iemand er doorheen sleept
Verdoof
Spreek een stopteken af
Geef voldoende informatie
Afleidingstechniek bijvoorbeeld buikademhaling, radio
* bron: Dyonne Broers, tandarts en directeur zorg bij ACTA.
Patiënten met een hoge angstbeleving ervaren meer pijn.
Benadering van de zorgverlener
Hoe bewerkstellig je als behandelaar een gedragsverandering bij je patiënt. Prochaska e.a. 1992 ontwikkelden een model wat laat zien hoe je via de precomtemplatie-fase, de comtemplatie-fase en de preparatie-fase in actie kan komen. Welke rol wij als behandelaar spelen in het behoud van de gedragsverandering en wat te doen bij terugval.Compliance vs. non-compliance: De rol van mondhygiënist is om de patiënt weer te motiveren. Voel je twijfel bij je patiënt, benoem dat dan ook.
Een voorbeeld van een motivatietechniek is Motivational Interviewing (MI)
Motivational interviewing:
Op gelijkmatige basis communiceren
Empathisch luisteren
De informatie structureren
Ambivalentie benoemen
Door bewustwording van de ambivalentie kan er daadwerkelijk gedragsverandering plaatsvinden
Motivatie van patiënten is een dynamisch proces dat afhankelijk is van omgevingsfactoren.
Inschatting Motivatie patiënt & risicofactoren = voorspeller therapeutisch succes
“In Nederland houden we heel erg van richtlijnen en protocollen. Blijf nadenken en blijf kijken naar de situatie op dat moment. Zorg voor een individueel plan en maak gebruik van nieuwe media.”
Miranda Belder heeft haar opleiding tot mondhygiënist gevolgd van 1986-1988 aan de Stichting Opleiding Mondhygiënisten te Utrecht. Zij was van 1988 tot 1993 werkzaam in diverse algemene praktijken in het Gooi. Vanaf 1993 tot en met 2013 is zij werkzaam geweest in de Kliniek voor Parodontologie te Amsterdam. Tevens is zij vanaf 2004 werkzaam als vrijgevestigd mondhygiënist in de Groepspraktijk voor Mondhygiëne in Alphen a/d Rijn, nu samen met drie collega-mondhygiënisten. Na haar afstuderen heeft zij diverse cursussen gevolgd o.a. Parodontale diagnostiek en behandelingsplanning, Initiële parodontale behandeling (Paro A/B/C) maar ook Psychodiagnostiek voor tandheelkundig specialismen en mondziekten. Zij geeft regelmatig lezingen en workshops over parodontale nazorg, richtlijnen peri-implantitis,factoren die compliance beïnvloeden en wat is je succesrate?
Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Miranda Belder tijdens het congres Paro van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Nazorg-bij-parodontitis-the-grand-finale-en-een-nieuw-begin.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-09 11:15:282019-12-09 14:30:20Nazorg bij parodontitis: the grand finale en een nieuw begin
De endodontische revisie behelst in verreweg de meeste gevallen het opnieuw reinigen en vullen van het wortelkanaal. Met geduld, het juiste instrumentarium en vooral creativiteit is voor ieder probleem wel een passende oplossing te vinden.
Apicale chirurgie (apexresectie)
Materiaalkeuze
In een studie van Safi et al. (2019) werden de vulmaterialen MTA en ERRM (biokeramische putty) met elkaar vergeleken. Alle elementen werden ultrasoon geprepareerd onder de microscoop. Na twee jaar bleek dat in 93,3% van de elementen de behandeling succesvol was. De keuze van het materiaal maakte significant niet uit.
Apicale preparatie
Tsesis et al. (2006) vergeleek verschillende preparatie methodes: de moderne methode en de traditionele methode. Bij de moderne methode wordt er een loodrechte apexresectie uitgevoerd en wordt er retrograad geprepareerd met ultrasone instrumentarium. Bij de traditionele methode wordt er een schuine bevel geprepareerd en wordt, in plaats van ultrasoon instrumentarium, de boor gebruikt. De resultaten lieten zien dat er sprake is van meer mislukking bij de traditionele behandeling.
Oorzaken niet-genezen na chirurgie
Het kan zijn dat er na de apexresectie geen sprake is van een duurzaam gezond resultaat. Hier kunnen verschillende oorzaken ten grondslag aan liggen (Saunders 2005):
Persisterende infectie
Re-infectie door lekkage
Extraradiculaire infectie – 6%
Onvolkomenheden in apicale afsluiting
Anatomische aspecten (isthmus)
Slechte technische uitvoering
Fracturen/cracks -9,5%
Het ontbreken parodontale aanhechting. Een blijvende verbinding tussen de sulcusbodem en de peri-apex heeft een negatieve invloed op de prognose.
De twee hoofdoorzaken van het mislukken van een apexresectie zijn:
Persisterende infectie: er zit nog steeds viezigheid.
Re-infectie door lekkage: deze viezigheid is onvoldoende geëlimineerd/ afgesloten.
Song et al. (2011) deed onderzoek naar de oorzaken van het falen van de apicale chirurgie. Van de 54 gebitselementen die faalden, was in de meeste gevallen een onjuiste retrograde preparatie (n=20) de oorzaak. Andere oorzaken waren: afwezigheid retrograde vulling (n=24), gemist kanaal (n=4), lekkend kanaal (n=3), aanwezigheid van een istmus (n=3).
Behandelopties na falen apicale chirurgie
Er zijn vier oplossingen wanneer er sprake is van een slecht behandelresultaat na apicale chirurgie (Hülsmann 2016):
Hierbij is de vraag waarop je als behandelaar je keuze baseert. Bij het maken van de keuze spelen vier factoren een rol:
Wetenschappelijk bewijs
Klinische aspecten + patiëntgebonden factoren
Wens van de patiënt
Kennis, kunde en ervaring van de behandelaar
Chirurgische herbehandeling
Peterson en Gutman (2001) keken in hun systematic review naar de kans op genezing na het opnieuw uitvoeren van een apexresectie. In een derde van de gevallen was er geen sprake van genezing en daarom werd er geconcludeerd dat het opnieuw uitvoeren van een apexresectie niet zo succesvol is. Wat echter opvallend is aan de studie, is dat alle studies erg gedateerd zijn (1970 – 1997). In die tijd werd er nog geen microscoop en/of CBCT gebruikt.
Gagliani et al. (2005) keek in zijn studie naar het verschil in slagingspercentage tussen chirurgische behandeling en de chirurgische herbehandeling (uitgevoerd onder de microscoop, ultrasoon retrograad geprepareerd, SuperEBA als vulmateriaal). De resultaten lieten zien dat de eerste chirurgische behandeling (86%) succesvoller is dan een hernieuwde apexresectie (59%). In deze studie werd er dus geconcludeerd dat de eerste kans het meest succesvol is.
Song et al. (2011) evalueerde 54 chirurgisch herbehandelde elementen (microscoop, ultrasone retrograde preparatie, MTA of SuperEBA vulling). De resultaten lieten zien dat er bij 92,9% sprake was van succes. Zijn conclusie was dan ook dat het chirurgisch herbehandelen heel succesvol kan zijn.
Ook Kim et al. (2018) analyseerde de chirurgische herbehandeling (microscoop, ultrasone retrograde preparatie, MTA of superEBA vulling). Zijn conclusie was dat de eerste chirurgische behandeling zeer succesvol is (91,6%), maar chirurgische herbehandeling daar niet of nauwelijks aan onder doet (87,6%). De herbehandeling dus zeker kansrijk.
Aan de hand van de resultaten van de hierboven genoemde studies kan dus gesteld worden dat de keuze van het uitvoeren van chirurgische herbehandeling absoluut afhankelijk is van de patiënt- en element factoren.
Niet-chirurgische herbehandeling
Afsluiting van open apex met MTA
Wanneer er een endodontische herbehandeling uitgevoerd moet worden na een apexresectie dan is er altijd sprake van een open apex. De meeste wetenschappelijke resultaten over dit onderwerp komen uit de traumatologie. Simon et al. (2007) bestudeerde 57 gebitselementen met open apex waarbij gelijk een orthograde apicale plug van MTA werd aangebracht in de eerste zitting, dus zonder eerst calciumhydroxide aan te brengen. De resultaten lieten zien dat er bij 81% sprake was van genezing. Het blijkt dat de keuze voor het soort MTA (of andere hydrofiele producten) niet uitmaakt, met alle materialen kunnen goede resultaten worden behaald.
In een retrospectieve studie van Mente et al. (2015) werden 25 elementen geanalyseerd waarbij een niet-chirurgische herbehandeling was uitgevoerd nadat apicale chirurgie niet succesvol was gebleken. Alle behandelingen waren uitgevoerd onder de microscoop en er werd bij alle elementen een orthograde apicale plug van MTA aangebracht. De resultaten lieten zien dat er in 87% sprake was van genezing.
Tulus et al. (2016) concludeerde in zijn retrospectieve studie dat een niet-chirurgische herbehandeling na het uitvoeren van een apexresectie bij 69,5% van de gebitselementen succesvol is.
Vierde kanaal
Een veelvoorkomende oorzaak van het niet slagen van een apexresectie in een bovenmolaar is het missen van het vierde kanaal. Buhrley et al. (2002) deed onderzoek naar het gebruik van vergroting bij het vinden van het vierde kanaal in een bovenmolaar. Het bleek: hoe groter de vergroting waarmee er gewerkt werd, hoe groter de kans was dat het vierde kanaal gevonden wordt. Men kan zich dus afvragen of je een bovenmolaar nog wel moet behandelen zonder gebruik te maken van vergroting en of je een patiënt met een zwarting aan de mesiale radix nog wel moet verwijzen naar de kaakchirurg zonder eerst te kijken of het vierde kanaal niet gemist is. Daarnaast geldt ook dat hoe meer ervaring de behandelaar heeft, hoe makkelijker het vierde kanaal wordt gevonden (Corcocan et al. 2007).
Verwijderen van oude retrograde vulling
Pannkuk (2011) bestudeerde gebitselementen waarbij de retrograde oude (amalgaam-) vulling met ultrasone apparatuur verwijderd werd. Uit zijn resultaten bleek dat dit het beste lukt aan de vestibulaire zijde. Wanneer dit namelijk aan de linguale zijde wordt gedaan dan is het risico groot dat het restje retrograde vulling naar buiten, in de peri-apex, geduwd wordt. Wanneer dit gebeurd dan bestaat de kans dat het stukje via een fistel naar buiten komt. Mocht het stukje in de peri-apex blijven dan moet dit meestal verwijderd worden om het geïnfecteerd is en daarom de kans groot is dat de ontsteking anders persisteert.
Conclusie
Er zijn verschillende behandelopties na het falen van apicale chirurgie.
Voor de verschillende behandelopties geldt het volgende:
Extractie – deze optie moet altijd genoemd worden.
Chirurgische herbehandeling – bij een goede indicatie kan het goed worden toegepast.
Niet-chirurgische herbehandeling – bij goede indicatie, vooral bij meerwortelige elementen, kan het goed toegepast worden.
Niet-chirurgische herbehandeling + chirurgische herbehandeling – bij een goede indicatie kan het goed worden toegepast.
De keuze moet dus altijd gemaakt worden aan de hand van de verschillende factoren: wetenschappelijk bewijs, klinische aspecten + patiëntgebonden factoren, wens van de patiënt, kennis/ kunde/ ervaring van de behandelaar.
Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert nu 20 jaar een full-time endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij cursusdocent op het gebied van de endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.
Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres De endodontische herbehandeling van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/Wortelkanalen-opnieuw-reinigen-en-vullen-obstakels-en-hindernissen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-09 11:00:472019-12-09 11:46:58Wortelkanalen opnieuw reinigen en vullen: obstakels en hindernissen
Het idee van integreren is niet nieuw onder de zon, ook in de wereld van de gezondheidszorg. Toch staat de tandheelkunde nog schijnbaar los van andere geneeskundegebieden. Scott Towers zegt dat integratie ervan juist zal leiden tot betere zorg, en hier is waarom.
Scott Towers is de directeur van de Amerikaanse bedrijven Anthem Blue Cross en Blue Shield’s Dental and Vision. Hij heeft meer dan 20 jaar ervaring in de tandheelkundige en visuele sector. Hij zegt dat er een aantal redenen zijn waarop deze evolutie van het gezondheidszorgsysteem je patiënten en praktijk kan helpen.
Verbeterde zorg voor patiënten
In tegenstelling tot het gezondheidszorgsysteem bestaat je lichaam uit verschillende systemen die samen een geheel vormen. Het is dus ook logisch om alle systemen geïntegreerd te behandelen. Steeds meer zorgaanbieders zijn het hiermee eens, omdat geïntegreerde zorg de uitwisseling van patiëntdossiers eenvoudiger maakt.
De mond is de toegangspoort tot de rest van het lichaam, dus het is vanzelfsprekend dat andere zorggebieden de staat van het gebit beïnvloeden en andersom. Zo kan parodontitis leiden tot ontstekingen door het hele lichaam en kunnen aandoeningen juist de kans op parodontitis vergroten.
Veranderingen in hormoonspiegels van zwangere vrouwen zijn hier een voorbeeld van. Het is ook een relevant probleem voor diabetespatiënten, die vatbaarder zijn voor parodontitis. Daarnaast zorgt parodontitis bij hen juist weer voor een groter risico op bijvoorbeeld blindheid en hartproblemen. Mond- en verdere gezondheid zijn duidelijk met elkaar verweven.
Wanneer zorg beter geïntegreerd is, kunnen de soort patiënten die hierboven beschreven zijn automatisch in aanmerking komen voor aanvullend tandheelkundige diensten. Vaker gebitsreinigen en -controles kan patiënten gezond houden, aldus Towers.
Minder misbruik van medicatie en medische fouten
Door geïntegreerde patiëntoverzichten krijgen artsen een duidelijker beeld van onder andere de medicijngeschiedenis van patiënten. Hierdoor kan het gebruik van opioïden in de gaten worden gehouden, bijvoorbeeld door te checken of een patiënt niet te vaak deze krijgt voorgeschreven.
Daarnaast melden tegenwoordig 15% tot 30% van de patiënten onjuiste of onvolledige bestaande aandoeningen. Wanneer je een totaaloverzicht van alle medische gegevens hebt, is het eenvoudiger om de juiste zorg te leveren en rekening te houden met andere medicijnen.
Tandartspraktijk verbeteren
Toegang hebben tot het volledige patiëntdossier zorgt ervoor dat je vóór de afspraak al meer weet over de gezondheid van de patiënt. De tijd tijdens de behandeling kan dan zo efficiënt mogelijk besteed worden. Ook kun je de behandelplannen aanpassen om andere aandoeningen of gezondheidsrisico’s aan te pakken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/11/Waarom-geïntegreerde-tandheelkundige-zorg-beter-is-voor-patiënt-en-praktijk.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-09 10:55:032019-12-09 13:56:12Waarom geïntegreerde tandheelkundige zorg beter is voor patiënt en praktijk
In deze video (4.15) wordt een derde molaar verwijderd middels piezo chirurgie. Het instrument produceert een specifieke ultrasone frequentie tussen de 22000 en 35000 Hz. Hiermee kan zeer nauwkeurig door gemineraliseerde structuren worden gesneden. Daarnaast zorgt het voor verminderde bloeding tijdens en na de behandeling en is de helingtijd korter.
Lees meer over piezo chirurgie in een artikel op NBCI
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/Verwijderen-derde-molaar-met-piezo-chirurgie-video.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-09 10:44:052019-12-09 11:55:19Video: Verwijderen derde molaar met piezo chirurgie
Het doel van deze kwantitatieve pilotstudie met een pre-experimenteel design was het verkrijgen van kennis en inzicht in de effectiviteit van de eHealth-app Mondmaatje voor de reductie van plaque en bloeding bij gingivitispatiënten. Daarnaast werden het zelfgerapporteerde mondverzorgingsgedrag, de ervaringen van gingivitispatiënten met Mondmaatje en hun behoeften aan een informatiekanaal voor het ontvangen van informatie over de mondgezondheid en mondverzorging geëvalueerd.
Onderzoek
Vijfentwintig deelnemers zijn onderzocht aan de hand van de Plaque Control Record, de Bleeding On Marginal Probing, een mondhygiënevragenlijst en een gebruiksvriendelijkheidsvragenlijst. Er vond een voor- en nameting plaats. Uit de resultaten bleek dat de gemiddelde plaquescore en bloedingsscore bij de nameting significant lager was dan bij de voormeting. Uit de resultaten van de vragenlijsten is gebleken dat de app-gebruikers de app als effectief hebben ervaren en dat de mondverzorging tijdens de onderzoeksperiode significant is verbeterd. Verder lieten de resultaten zien dat na twee weken de meerderheid van de deelnemers voor een app als informatiekanaal kiest.
Op basis van het onderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de Mondmaatje-app effect heeft op de bloeding en plaque. Het zelf gerapporteerde mondverzorgingsgedrag is verbeterd en de app werd als gebruiksvriendelijk ervaren.
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.
De nieuwe Keuzegids Universiteiten is zoals elk jaar weer gepubliceerd. In deze gids staan ook de maandsalarissen per opleiding, en daaruit blijkt dat kersverse tandartsen weer het hoogste startsalaris hebben.
Tandarts verdient meer dan drie keer zoveel als cultureel antropoloog
Studenten tandheelkunde kunnen na hun studie een bruto maandloon van 5620 euro verwachten. Vergelijk dit met het bedrag van de nummer twee op lijst, 3440 euro na geneeskunde, en het is duidelijk dat tandheelkunde een financieel aantrekkelijke studie is! Aan de andere kant van het spectrum staan juist culturele antropologie (1790 euro) en kunst- & cultuur,kunstgeschiedenis (1980 euro).
Nijmegen, Wageningen beste universiteit
In het algemeen kan je volgens de gids het beste in Nijmegen of Wageningen studeren. De Radboud Universiteit in Nijmegen is voor het tweede jaar op rij verkozen tot de beste brede klassieke universiteit van Nederland. Ook tandheelkunde kan je volgens de gids het beste daar studeren. Van de overige universiteiten komt Wageningen zoals altijd sinds 2004 als beste uit de bus.
Tandarts vaak zelfstandig, dus salaris minder dan het lijkt
De Keuzegids plaatst nog wel enkele aantekeningen bij het hoge salaris van beginnende tandartsen. Veel pasafgestudeerden worden zelfstandig tandarts, en moeten dus zelf voor hun pensioen zorgen. In de gids adviseert de brancheorganisatie dan ook om de helft van je salaris apart te houden. Hiermee kan je dan je belasting betalen en voor je pensioen zorgen, maar houd je natuurlijk wel veel minder over.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/Tandheelkunde-weer-op-nummer-één-met-startsalaris.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-09 10:25:102019-12-11 13:46:39Tandheelkunde weer op nummer één met startsalaris
Onderzoekers aan de Zhejiang University School of Mecidine hebben een nieuwe gel ontwikkeld waarmee glazuur op een natuurlijke manier gerepareerd kan worden. Betekent dit het einde van vulling?
De nieuwe gel bestaat uit een combinatie van calcium en fosfaationen die gemixt wordt als alcoholische oplossing met trimethylamine. Deze combinatie van chemicaliën produceert kleine clusters calciumfosfaat met een diameter van slechts 1.5nm. Dit is het belangrijkste component van tandglazuur. Toen de onderzoekers deze gel gebruikten op beschadigde testtanden, zagen ze dat er binnen 48 uur een nieuwe laag glazuur van drie micrometer dik ontstond.
Het einde van vulling
“Ons nieuwe tandglazuur vertoont dezelfde structuur en vergelijkbare mechanische eigenschappen als het oorspronkelijke glazuur”, vertelt Dr. Zhaoming Liu, één van de auteurs die meewerkte aan het onderzoek dat werd gepubliceerd in Science Advances. “We hopen teruggroeiend glazuur te realiseren zonder vullingen te hoeven gebruiken die zijn opgebouwd uit totaal ander materiaal dan natuurlijk glazuur.”
Volgens de onderzoekers bestaat de nieuwe gel uit goed materiaal wat op grote schaal kan worden geproduceerd. Bovendien is de methode “simpel”, volgens Dr. Sherif Elsharkawy, een expert in prosthodontie aan King’s College London, in gesprek met The Guardian.
Nog veel onderzoek nodig
“Na stevige discussies met tandartsen zijn we tot de conclusie gekomen dat deze methode wijd gebruikt kan worden in de toekomst”, aldus Dr. Liu. Zo ver is het echter nog niet. Dit is slechts een stap richting de ontwikkeling van deze gel. Voordat je dit in je eigen praktijk kunt gebruiken zal er eerst uitvoerig op levende mensen moeten worden getest. Als alles goed gaat, hopen de onderzoekers daar over één of twee jaar aan te beginnen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/10/Glazuur-repareren.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-05 09:42:402019-12-11 08:43:15Wetenschappers onderzoeken nieuwe behandeling waarmee glazuur natuurlijk gerepareerd kan worden
Van 18 tot 24 november vond de World Antibiotic Awareness Week (WAAW) van dit jaar plaats. De week werd afgetrapt met de European Antibiotic Awareness Day. Tijdens deze dagen werd er aandacht besteed aan de risico’s van antibiotica en resistentie. Ook werd de eerstelijnszorg opgeroepen om niet zomaar antibiotica voor te schrijven.
Antibiotica zijn essentieel
Antibiotica zijn sinds hun ontdekking essentieel in de hedendaagse geneeskunde. Ze worden gebruikt om infecties te voorkomen en te behandelen door bacteriën te doden of door hun groei te remmen. De medicijnen zijn erg effectief en gemakkelijk te verkrijgen.
Resistentie is een groot probleem
Wanneer antibiotica echter te vaak wordt gebruikt, ook wanneer het niet nodig is, kunnen bacteriën resistent worden. Dan kunnen simpele infecties uiteindelijk niet meer effectief worden bestreden, wat levensgevaarlijk zou zijn.
Om dit probleem onder de aandacht te brengen is in 2015 de WAAW in het leven geroepen. Tijdens deze week wil de World Health Organisation het wereldwijde bewustzijn van antibioticaresistentie vergroten. Deze keer is het thema ‘de toekomst van antibiotica hangt van ons allemaal af’.
WAAW in Nederland
Uiteraard werd er in Nederland ook aandacht aan de WAAW besteed. Zo werd een tentoonstelling over dit onderwerp geopend in Micropia in Amsterdam en was er een antibiotica-escaperoom in Utrecht.
Daarnaast heeft heel Nederland via radio en YouTube de ‘Daar wordt iedereen beter van’-campagne opnieuw kunnen horen.
Antibiotica binnen de tandheelkunde
Ook binnen de tandheelkunde is antibioticaresistentie een actueel en relevant issue. Wanneer mondzorgverleners medicijnen voorschrijven, is dit in 42.5% van de gevallen antibiotica.
Wanneer wel en wanneer niet antibiotica voorschrijven?
Het is niet altijd makkelijk te zeggen of antibiotica wel of niet voorgeschreven zou moeten worden. Om tandartsen bij deze afweging te helpen, wordt momenteel een antibioticarichtlijn ontwikkeld door het Kennisinstituut Mondzorg.
Ellemieke Hin, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie geeft ook aan dat dit nodig is: “Bewust antibiotica voorschrijven is belangrijk. Antibiotica is geen pijnstiller.” Onderzoek van de KNMT gaf al eerder aan dat aan een richtlijn voor antibiotica behoefte is. De toekomst ervan hangt immers van ons allemaal af, dus zeker ook van de tandartsen!
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/11/World-Antibiotic-Awareness-Week.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-05 08:00:462019-12-05 08:57:40World Antibiotic Awareness Week: “Antibiotica is geen pijnstiller”
In deze tijd van het jaar draait het in Nederland bijna maar om één ding: verzekeringen. Patiënten hebben vaak vragen over dit onderwerp. Om tandartsen te helpen, start de KNMT de publiekscampagne ‘Mondzorg en verzekeren’.
Moet ik een aanvullende tandartsverzekering nemen? Heeft het zin om mijn verzekering aan te passen? Welke behandelingen worden eigenlijk vergoed? Dit zijn zomaar een aantal vragen die je als tandarts langs kunt horen komen.
Verzekeringen zijn voor veel patiënten erg belangrijk, dus willen ze zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. De nieuwe campagne van de KNMT moet patiënten de informatie geven die ze nodig hebben.
Informatiefilmpje over verzekeringen voor in de wachtkamer
Een onderdeel van de campagne bestaat uit een geanimeerd informatiefilmpje dat uitleg geeft over hoe verzekeringen in elkaar zitten. Er wordt uitgelegd welke mondzorg in de basisverzekering zit en voor welke tandheelkundige behandelingen er een aanvullende verzekering kan worden afgesloten.
De KNMT geeft als tip om het filmpje op schermen in de wachtkamer te laten zien zodat patiënten ermee in contact komen.
Posts op sociale media
Via sociale media hoopt de KNMT meer patiënten te bereiken en te helpen met speciale posts via de pagina’s van Allesoverhetgebit.nl . Op Facebook en Twitter wordt informatie over mondzorgverzekeringen geplaatst. Door deze berichten met je praktijkaccount te delen kun je je patiënten makkelijk en snel informeren.
Poster met keuzetips
Ten slotte heeft de KNMT posters gemaakt met daarop zeven tips om patiënten de juiste keuze te laten maken voor een aanvullende tandartsverzekering. Deze kun je downloaden en printen of bestellen. De poster raadt bijvoorbeeld aan om elk jaar de (aanvullende) verzekering te controleren op dekking en gevolgen van het wisselen van zorgverzekeraar. Met al deze informatie hoopt de KNMT tandartsen en patiënten te helpen in deze drukke tijd van het jaar.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/12/KNMT-helpt-tandartsen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-12-04 12:19:452023-04-04 18:57:19KNMT helpt tandartsen met patiëntinformatie over verzekeringen
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.