Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Een multidisciplinair team van onderzoekers aan de KU Leuven, België, heeft een tandheelkundig implantaat ontwikkeld die geleidelijk aan een medicijn laat vrij komen uit een ingebouwd reservoir. Dit helpt infecties te voorkomen en bestrijden.

 Infecties
Onze mond bevat veel micro-organismen zoals bacteriën en schimmel pathogeen. Op de traditionele tandheelkundige implantaten kan dit pathogeen snel een biofilm vormen, die bezorgt voor bestandheid tegen antimicrobiële middelen zoals antibiotica. Hieruit volgt dat deze implantaten een hoger risico vormen op infecties die moeilijk te behandelen zijn.

Ingebouwd reservoir
De onderzoekers van de KU Leuven hebben een nieuw implantaat ontwikkeld dat het risico op infecties verminderd. “Ons implantaat heeft een ingebouwd reservoir onder de kroon van de tand”, zegt hoofdauteur Kaat de Cremer.

“Een schroef maakt het gemakkelijk om dit reservoir met antibiotica te vullen. Het implantaat is gemaakt van een poreus samengesteld materiaal. Dit zorgt ervoor dat het medicijn zich geleidelijk kan verspreiden vanuit het reservoir naar de buitenkant van het implantaat, welke direct in contact staat met de botcellen. Hierdoor kunnen de bacteriën niet langer een biofilm vormen.”

Mondspoeling
In het laboratorium werden verschillende testen op het implantaat uitgevoerd met middelen als chloorhexidine. De studie toont aan dat de Streptococcus mutans niet langer biofilms kan vormen aan de buitenkant van het implantaat wanneer het reservoir is gevuld met eerdergenoemde mondspoeling.

Zowel voorkomen als genezen
Indien biofilms vooraf aan het implantaat zijn gekweekt, kan dit implantaat ervoor zorgen dat deze weer geëlimineerd worden. Dit betekent dat het implantaat zowel effectief is in het voorkomen als genezen van infecties.

Bron:
ecmjournal.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
behandelvoorstel

Gesprek met patiënt beïnvloedt acceptatie behandelvoorstel

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Welke vragen stelt u uw patiënt om de kans op acceptatie van het behandelplan te vergroten? Stelt u open of gesloten vragen? Hoe komt u met uw patiënt in gesprek over het behandelvoorstel?

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Meestal worden hierbij termen gebruikt die de patiënt niet direct begrijpt.  Op de vraag: “Heeft u nog vragen?” antwoordt de patiënt desondanks meestal “nee” en vraagt meteen door naar de kosten. Voor de patiënt geeft het financiële plaatje namelijk vaak de doorslag om de behandeling wel of niet uit te laten voeren.

Kevin Tighe, managing partner van Cambridge Dental Consultants, geeft tips voor bespreking van het behandelplan met uw patiënt.

Gesloten vragen
Meestal lukt het de tandarts niet om ervoor te zorgen de patiënt begrijpt wat er gedaan moet worden en waarom het nodig is. De meeste tandartsen zijn echter geneigd om vervolgens gesloten vragen aan de patiënt te stellen zoals: “Heeft u nog vragen? ” of “Begrijpt u dat?” waardoor er minder ruimte is voor tandarts-patiënt interactie.

Wat u uw patiënten wél kan vragen
Vaak helpt het om de patiënt een afbeelding of tekening te laten zien om aan te tonen wat er mis is met de tand, de gevolgen als hier niets aan gedaan wordt en de bijhorende kosten. Daarbij kunt u ook een gesprek beginnen met de patiënt door de volgende vragen stellen:

  • Wat denkt u dat er zal gebeuren als u er niets aan laat doen?
  • Welke van deze drie behandelingen heeft uw voorkeur?
  • U weet dat u 24/7 met deze infectie rondloopt. Hoe denkt u dat deze infectie uw immuunsysteem beïnvloedt?
  • Kunt u op deze afbeelding aanwijzen in welk stadia uw gebit komt als u er niets aan laat doen?

Door meer open vragen te stellen, zal de patiënt vanzelf meer gaan praten. En dat is precies wat u wilt. In het algemeen geldt dan ook het volgende:

  • Als de tandarts meer aan het woord is, wordt de kans kleiner dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert
  • Als de patiënt meer aan het woord is, wordt de kans verhoogd dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert

Bron:
Kevin Tighe, dr Bicuspid

Lees ook: Stappenplan voor betere acceptatie van behandelplannen

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nobel Biocare Benelux Symposium

Heeft u ook graag alle prothetische nieuwigheden onder de knie?

Dit webinar is voorbij

Mis deze unieke gelegenheid niet en krijg een update van de meest vooruitstrevende technieken tijdens tal van masterclasses op het Nobel Biocare Benelux Symposium van 21 tot 22 september.

Location
Mecc Maastricht

Language
English

Focus
International key experts insights, an interactive program and attractive venue make the Nobel Biocare Benelux Symposium a must-attend event for dental professionals worldwide. The focus is on broadening treatment options, simplifying workflows and shortening time-to-teeth for more patient comfort.
During two action-packed days with podium lectures, masterclasses and workshop sessions, you will gain a thorough and practical understanding of your chosen topics and develop your skill-set to treat more patients better.

International speakers
– Prof. Paulo Malo
– Dr. Chandur Wadhwani
– Dr. Bernard Touati
– Dr. Roland Glauser

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kidsfabriek

300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek

Op 19 augustus vond voor de vijfde keer Kidsfabriek plaats in de SSP-hal te Ulft. Een team van 10 mondhygiënisten en studenten ontvingen 300 kinderen en hun ouders bij de workshops tandenpoetsen, zuurgraad meten en de quiz. Zij deden dit voor de vierde keer waarbij steeds bleek dat hun team moest uitbreiden vanwege hun populariteit.

De laagdrempeligheid en de communicatieve vaardigheden van het team zorgden ervoor dat de kinderen daadwerkelijk hun gedrag rondom hun mondgezondheid willen aanpassen. Het concept van de Mond

hoek bij Kidsfabriek is een voorbeeld voor een speel- en leerevenement voor kinderen en hun ouders/verzorgers binnen de mondzorg.

 

Gezondheidsitem
In het eerste jaar (2014) van deelname werd de Silvoldse Lieneke Steverink-Jorna gevraagd door de organisatie van Kidsfabriek om mee te doen aan het gratis evenement voor kinderen van 4-12 jaar waarbij regionale verenigingen zich presenteren. Zij wilden hier een gezondheidsitem aan toevoegen en kwamen zodoende bij mondhygiënist Steverink terecht. Samen met Yvonne Buunk-Werkhoven besloot zij om er aan mee te doen en maar eens te zien wat er op hen afkwam.

“Wij verwachtten niks, want welk kind stapt er spontaan op een mondhygiënist af? Maar het meten van de pH van drankjes bleek een ware hit en ook het krijgen van roze tanden na gebruik van de plakverklikker vonden ze enorm grappig. We kwamen echt handen tekort.”

Het jaar erop nam Steverink drie collega’s mee. Maar ook dit bleek te weinig en zelfs de aanwezigheid van zeven mondhygiënisten tijdens de editie in 2016 was nog te krap. Het succes werd opgemerkt door commerciële partijen waardoor naast de handtandenborstel ook het gebruik van de elektrische borstel kon worden voorgedaan en een tas vol verrassingen kon worden meegegeven.

Wetenschappelijk onderzoek
Na observatie en ervaringen werd in 2015 wetenschappelijk onderzoek gestart en dat werd in 2016 doorgezet. Ouders en kinderen werden aan een vragenlijst onderworpen die momenteel worden uitgewerkt ter publicatie.  Inmiddels zijn er in diverse landen posterpresentaties geweest op internationale conferenties waaruit blijkt dat de meeste kinderen het niet enkel ‘erg leuk’ vinden, maar ook waarderen om de poetsworkshop van de mondhygiënisten te ontvangen. Bovendien blijkt dat zij na de poetsles van de mondhygiënist op Kidsfabriek welwillend staan tegenover het veranderen van hun poets- en eetgedrag.

preventie

Voorbeeld
Kidsfabriek is inmiddels een begrip in de (inter)nationale mondzorg en het wordt als een goed voorbeeld gezien hoe mondhygiënisten zich buiten de praktijkmuren kunnen inzetten. Zodoende kunnen zij zich vooraan in de zorg  positioneren zodat zij op tijd de corebusiness van het vak kunnen uitoefenen. Promotie van goede zelfzorg en preventie van mondziekten is immers een must voor het behouden van een goede algehele gezondheid en sociaal welbevinden. Daarom hielpen dit jaar ook mondzorgstudenten mee om ervan te leren. Dit jaar zal Steverink een college geven aan een opleiding tot Mondhygiënist over de Mondhoek van Kidsfabriek.

Vervolg
Kinderen waarvan bleek dat ze meer preventie aangeboden moeten krijgen, ontvingen een ‘poetsdiploma A’ en een aanbeveling voor een vervolgbezoek aan een eigen mondhygiënist.

Deelnemende mondhygiënisten
De volgende mondhygiënisten en studenten namen deel aan Kidsfabriek:

Lieneke Steverink-Jorna (Mondhygiënist, Silvolde)

Christianne Ketelaar-Westerman (Mondhygiënist, Lichtenvoorde)

Nevin Kenger (Mondhygiënist, Nijmegen)

Kristina Takrovskaja (Mondhygiënist, Amsterdam)

Suzanna Aleksanjan (Mondhygiënist, Doetinchem en Dinxperlo)

Marigeth Eimers-Deira (Mondhygiënist, Zutphen)

Roos van Sambeek (Mondhygiënist, Lent)

Anna Christina Nassif (Student Tandheelkunde, Purmerend)

Safaa Soultana (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

Liza van Loo (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

kindergebittenteamkidsfabriek

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
glansje

Nieuwe app: Het Glansje preventieconcept voor kinderen

Ruim een jaar geleden schreef Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids, vijf sprookjes over prinses Glansje met een link naar verantwoord poetsgedrag.

Inmiddels is er veel gebeurd: Glansje is volwassen geworden. Er is namelijk een compleet preventieconcept ontwikkeld.

Het Glansje preventieconcept
Het Glansje preventieconcept is een compleet kidsconcept met als doel kinderen van 4-9 jaar en hun omgeving (ouders, grootouders, scholen, consultatiebureau, etc.) spelenderwijs bewust te maken van goed mondzorggedrag.

App
Het concept biedt een creatieve aanpak voor de preventieve mondzorg. Het is innovatief, onder meer door de app met 360 mini-games waarmee kinderen continue aandacht voor mondzorg en voeding krijgen. Voor de deelnemende tandarts / Mondhygiënist biedt de app een dashboard. Met deze dashboard kan het cariës – risico (NOCTP) worden gescoord én kunnen er afspraken met het kind (de ouders ) worden gemaakt. Met het succesvol dooHet Glansje preventieconcept rlopen van de mini-games scoort het kind punten, die in een thermometer worden geregistreerd en zicht geeft op een surprise-pakket. De app is rond half september kosteloos in de app-store te downloaden (exclusief dashboard). In de doorontwikkeling kunnen vanuit de app ook pushberichten worden gestuurd.

In het concept wordt de app ondersteund met de (inmiddels 6) Glansje mondzorgsprookjes, een preventiekit, poetsinstructie en – diploma, kleurplaten, een spreekbeurt pakket en meer.  Voor basisscholen en de kinderopvang is er een Glansje digi-les beschikbaar. Via www.glansje.nl ontsluiten we een kenniscentrum / platform voor ouders die informatie over mondzorg voor kinderen willen.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Webinar – ‘De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren’

Webinar: De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren

Dit webinar is voorbij

Wij nodigen u uit voor het gratis webinar van dr. Poticny over tandheelkundig hechten en cementeren op donderdag 14 september 2017 om 20.00 uur. De spreker zal u nieuwe inzichten geven over de volgende onderwerpen:

– Categorisering van permanente cementen;
– Eigenschappen van cementen;
– Adhesieve procedures voor metaal- en keramiekprimers, total-, self- en selective etch;
– Tips en tricks voor betrouwbare en duurzame resultaten;
– Universele adhesieven.

Na het webinar heeft u de kans om via een online chat live uw vragen aan de spreker te stellen. Wij heten u graag welkom!

Over de spreker
Dr. Poticny  Dr. Poticny is D.D.S – Baylor College of Dentistry en sinds 1983 eigenaar van een privé-kliniek in Texas, waar de focus ligt op esthetische en restauratieve tandheelkunde. Hij is Adjunct Clinical Associate Professor aan de Universiteit van Michigan en partner van de Academy voor CAD/CAM tandheelkunde. Bovendien geeft dr. Poticny internationaal lezingen over CAD/CAM systemen, materialen en restauratieve tandheelkunde en heeft hij meerdere casussen, onderzoeken en wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. 

Over de Health Care Academy
Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. Door de interactieve opzet van de programma’s leert u de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Preventie Academie

Preventie biedt kansen! Kom naar de Preventie Academie van Ivoren Kruis

Wie preventief up-to-date geïnformeerd wil zijn, schrijft zich nu in voor het praktische cursusprogramma van de Preventie Academie van het Ivoren Kruis.

Wegens groot succes en lovende reacties van de cursisten wordt de Preventie Academie herhaald én is het cursusaanbod uitgebreid. Een team van ervaren en enthousiaste docenten brengt u op de hoogte van de laatste preventieve stand van zaken. De boeiende cursussen zijn inspirerend voor alle spelers in het mondzorgteam. 

Cursusprogramma
Op het cursusprogramma staan:

  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 8 september 2017 met Ellen Zwart
  • Mondzorg kwetsbare ouderen – vrijdag 1 december 2017 met Wil Pelkmans en Jane Zweers
  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 16 maart 2018 met Ellen Zwart
  • Management van Gewoon Gaaf in de praktijk vrijdag 20 april 2018 met Ellen Zwart

Inschrijven kan per cursus. Deelname levert 5 KRT-/KRM-punten per cursusdag op. De cursussen worden georganiseerd bij APPR Hét Brancheburo in Naarden en duren van 9.00 tot 16.00 uur. De kosten inclusief cursusmap, koffie en lunch bedragen € 195,- voor leden en € 295,- voor niet-leden (ex btw).

 

Preventie Academie Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Uit een nieuwe studie is gebleken dat verschillende instrumenten als spuiten, scalers en andere handstukken nog wel eens schadelijke micro-organismen zouden kunnen verspreiden door de tandartspraktijk.

Bioaerosolen en besmettingsrisico’s
Bioaerosolen zijn organische vloeistoffen of vaste deeltjes die uren in de lucht kunnen blijven hangen en oppervlaktes kunnen besmetten. Aangezien ze pathogenen kunnen bevatten kunnen bioaerosolen mogelijk ziektes verspreiden onder het personeel en patiënten. Desondanks werd er eerder geen systematische review gedaan van eerder uitgevoerde studies. Om die reden werd in deze studie door een Amsterdams onderzoeksteam met name gekeken naar waar bioaerosolen vandaan komen, waar ze uit bestaan en hoe gevaarlijk ze eigenlijk zijn. Hierbij werd gekeken naar 62 verschillende studies.

Handstukken en menselijke oorzaken
Een van de dingen die bleek was dat onder andere ultrasonische scalers, handstukken met een hoge snelheid, lucht turbines, drie-in-een spuiten en lucht-water spuiten allemaal hun bijdrage leveren aan de creatie van bioaerosolen. Ook hoesten, niezen en air conditioning blijken hieraan bij te dragen.

Micro-organismen in tandartspraktijken
In de review werden bijna 40 verschillende micro-organismen vastgesteld die voorkomen in veel tandartspraktijken. Sommige hiervan kunnen ziektes veroorzaken, zoals het herpes simplex virus type 1 en Legionella pneumophila, ook al komt deze voornamelijk voor in ziekenhuizen. Er werd echter ook een geval gevonden waarbij een patiënt met deze ziekte hoogstwaarschijnlijk was besmet in een tandartspraktijk.

Ook werd een geval gevonden waarbij een personeelslid van een tandartsenteam besmet werd met HSV-1 nadat deze waarschijnlijk in de ogen had gewreven tijdens het werken na het werken met ultrasonische straling.

Gebrekken van de review
Een van de grootste gebrekken van de review is dat weinig van de studies die ze bekeken daadwerkelijk tandartspraktijken onderzochten. Ook keek geen enkele van de studies specifiek naar het risico van bioaerosole virussen of parasieten, en beschreven veel van de studies niet hoe het uitgevoerde experiment was opgezet. Om die reden dient deze review meer als een samenvatting van eerder gedane studies dan het daadwerkelijk bruikbare conclusies heeft opgeleverd.

Bron:
Plos

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
digitale tandtechniek

Digitale tandtechniek: de mogelijkheden

Wat zijn de mogelijkheden van het volledig digitaal proces en waar de grenzen liggen op functioneel, esthetisch en financieel vlak? Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk over digitale tandtechniek.

Met de introductie van keramieken die door middel van een CAD-CAM proces monolithisch te verwerken zijn en het gebruik van digitale afdruktechnieken is een volledig digitale tandtechnische workflow mogelijk geworden. Met deze technieken en materialen zijn de indicatiegebieden uitgebreid en is de voorspelbaarheid vergroot.

Digitalisering in tandtechniek
Patrick Oosterwijk, werkzaam bij Elysee Dental en 32 jaar geleden opgeleid tot tandtechnicus, geeft eerlijk toe dat hij zelf ook overvallen is door de digitale ontwikkelingen in zijn branche. De computer had hij als leerling in de tandtechniek al eens een keer op een stageplek in een hoek zien staan, en uiteraard waren er de nodige tekenen aan de wand, maar aanvankelijk dacht ook hij dat het zijn tijd wel zou duren. Niets daarvan blijkt waar te zijn. Toch wist hij op tijd aan boord van de voorbijrazende trein te springen die digitalisering in de tandtechniek heet. En daar kunnen tandartsen ook van leren.

Volgens Oosterwijk zijn er vandaag de dag in de tandtechniek te veel digitale ontwikkelingen om op te noemen. Alles wat niet digitaal gebeurt zou hij wel binnen tien minuten met de zaal kunnen doornemen, maar daar zijn we natuurlijk niet voor gekomen.

Doel van digitaliseren
Oosterwijk wil zich in zijn presentatie dan ook vooral richten op wat in de praktijk zichtbaar zal zijn aan veranderingen door digitalisering. Allereerst moet digitalisering een duidelijk doel hebben en dat is voor hem dat het moet leiden tot voorspelbaarheid in het behandeltraject en in de kosten. Digitaliseren op zichzelf is namelijk geen doel.

Tevens wil Patrick de focus leggen op wat tandtechnici in de toekomst kunnen bieden; er verandert zeer veel in de tandheelkundige wereld en in Nederland. Moet je verder willen? Hoe zal de rol van de tandtechniek in de toekomst zijn, je moet immers verder kijken. De concrete vragen die hieruit voortvloeien zijn:

  • Is digitaal afdrukken een reëel alternatief?
  • Is modelloos werken een alternatief?
  • is monolitisch werken een alternatief?

Technologische ontwikkelingen apparatuur
Patrick was zelf snel overtuigd van het digitaal afdrukken en startte hierin zelfs een onderneming. Hij liep echter tegen de nodige weerstand op doordat de apparatuur groot, duur, log en langzaam was en er gepoederd moest worden. Nu gebruik je voor digitaal afdrukken een draagbaar apparaat in laptopformaat met een handstuk. Met apparaten als de 3Shape TRIOS® scan je een kaak in 16 seconden.

Het voordeel hiervan is dat je in de stoel bepaalde zaken na het scannen kunt checken: is de inter-occlusale ruimte voldoende? Is de paralleliteit van de stompen goed? Zo niet, dan kunt u direct corrigeren en opnieuw een scan maken.

De nauwkeurigheid was vroeger ook een issue. Echter, uit onderzoek op Pubmed blijkt dat er bij 89,1% van de analoge afdrukken (J Prosther Dent. 2005 Aug;94(2):112-7) iets aan schort en dit bij digitale afdrukken beter te controleren is. Hierdoor komt uit de onderzoeken bijna altijd het zelfde resultaat naar voren van een verschil in nauwkeurigheid tussen analoge afdrukken en digitale afdrukken van 74Mu analoog en 49Mu digitaal. Het scannen is dus ondertussen preciezer geworden dan bij het analoog afdrukken. Maar even belangrijk voor het laboratorium is dat je bij het “digitaal” inkerven, naast allerlei verbeterde overzichten en coupes van de outline, altijd weer stappen terug kunt in tegenstelling tot het analoog inkerven met een boor.

Mindset van medewerkers
Digitalisering gaat gepaard met grote investeringen in de tandtechniek. Waar je vroeger met een zak gips, porselein, blokjes goud en een oven al een heel eind op weg was, is het nu voor een zelfstandig bedrijf al bijna niet meer te behappen. Oosterwijk heeft de gehele overgang van de eerste mechanische scanners naar de huidige optische scanners doorgemaakt.

Maar de problemen waren niet enkel financieel, ook medewerkers zagen veel beren op de weg, die vaak niet heel reëel waren. Uiteindelijk moest eerst al het klassieke tandtechnische gereedschap weggehaald worden om hen allemaal te dwingen digitaal te gaan.

Digitalisering is namelijk niet alleen de apparaten neerzetten maar ook de mindset van de medewerkers mee zien te krijgen.

Het valt Oosterwijk op dat niet veel praktijken een investeringsbudget hebben voor digitalisering. Hij waarschuwt ervoor te zorgen dat “je niet in één keer zo’n hele digitaliseringsinvestering voor je kiezen moet krijgen”.

Keramische materialen
Glaskeramiek materialen – lithiumdisilicaat (o.a. Emax) – gebruiken we als minimaal invasief materiaal, vanwege z’n sterkte (binnen de correcte toepassing) en esthetiek. Het heeft een hoge survival rate wat ondertussen evidence based is. Dit is zowel belangrijk voor de tandarts als de patiënt.

Het materiaal kan zowel gefreesd als geperst worden, vooral het frezen kan zeer goedkoop en zonder fysiek gipsmodel (modelloos). Voor een model komt er rond de € 35 bij. Oosterwijk adviseerde dit te laten vervallen: het is zonde als het alleen in het doosje blijft en niet gebruikt wordt.

Vervolgens gaf Oosterwijk een voorbeeld van esthetisch werk met lithiumdisilicaat: een digitale wax-up waarmee een tijdelijke voorziening uit PMA gefreesd is. Via foto’s en video’s wordt de esthetiek gecontroleerd. Na bijwerken en goed bevinden wordt het opnieuw ingescand voor het eindproduct. De tijd en het geld dat gestoken wordt in de voorbereiding compenseren zichzelf doordat veel goedkopere materialen gebruikt kunnen worden.

Oosterwijk ziet het als een uitdaging om DSD (Digital Smile Design) voor iedereen toegankelijk te maken. Hiervoor is een protocol opgesteld wat binnen alle Elysee laboratoria kan worden aangeboden en waar op basis van minimaal drie foto’s en optimaal vijf foto’s een DSD kan worden gemaakt inclusief geprint model en een puttymal voor een tijdelijke pasvoorziening, tegen beperkte kosten.

Polykristallijne materialen, in het specifiek zirconiumoxide:
Ondertussen zijn we reeds drie generaties van dit materiaal verder. Bij de eerste generatie wisten we nog niet precies wat we ermee konden en zagen we vooral chipping. Dit kwam door het gebrek aan mogelijkheden om de onderstructuur vorm te geven waardoor het opbakporselein, wat circa 100 Mpa sterk is, niet ondersteund werd.

De tweede generatie polykristallijne materialen was beschikbaar vanaf 2012 – 2013. Hiermee werd het mogelijk om het materiaal in te kleuren. Doordat er kleinere aluminum oxide partikels aan toegevoegd waren, gaf dit een veel mooiere brekingsindex met tegelijkertijd een goede sterkte. Nu berekent de computer het gehele design waarmee het risico op chipping aanzienlijk lager is.
Tevens kwamen er gelaagde blokken materiaal beschikbaar waardoor meer translucentie mogelijk was, hoewel het materiaal altijd gekleurd moet worden. Het resultaat is afhankelijk van de ervaring van de tandtechnicus.

De derde generatie kenmerkt zich doordat het zirconiumoxide door toevoeging van meer Ytrium gestabiliseerd is in de zogenaamde cubische fase van het materiaal. Het resultaat zijn grotere partikels met minder lichtbreking en meer isotroop, dus een nog mooier esthetisch effect. Wel is het zo dat de stompkleur en de kleur van het cement steeds belangrijker worden vanwege de translucentie.

Van alle keramische materialen blijkt zirconiumoxide het gladste en dus minst abrasieve materiaal te zijn, maar het is wel harder. We leren steeds meer van het materiaal.

Hybride kunststof versterkte keramieken
Oftewel de nieuwe materialen. Ze zijn bij uitstek geschikt voor modelloos werken omdat er geen verandering in het proces kan optreden. Het is echter pas twee jaar op de markt dus wat kunnen we precies hardmaken?

Vorig jaar heeft 3M voor Lava Ultimate de indicatie voor een volledige kroon teruggeroepen. “Het is goed dat ze dit zo gedaan hebben, maar het kan vaker voorkomen bij nieuwe materialen”, zegt Oosterwijk. Als voorstander van vernieuwen geeft hij toe dat er van nieuwe materialen soms nog weinig bekend is.

Binnen indicatiegebieden is modelloos werken een echt alternatief, en dat geldt idem voor monolithisch werken.

Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985. Na het behalen van zijn IVT-diploma heeft de ontwikkeling van de tandtechniek altijd een prominente plaats ingenomen in zijn loopbaan. Hierdoor is T.T.L. Oosterwijk voorop blijven lopen in de wereld van tandtechniek. Na de aansluiting bij de Elysee Dental Groep is Oosterwijk als Director Scientific Relations onder andere verantwoordelijk voor de tandtechnische laboratoria die gevestigd zijn binnen ACTA, het UMCG en centra voor bijzondere tandheelkunde. Verder geeft hij diverse lezingen over digitalisering en materiaalgebruik in de tandtechniek.

 Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Patrick Oosterwijk tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
interprofessioneel samenwerken

Interprofessioneel samenwerken, hoe gaat dat in zijn werk?

Bij patiënten met een ernstige ziekte zijn vaak veel verschillende zorgverleners betrokken uit verschillende disciplines en organisaties. Het is in het belang van de patiënt dat al deze zorgverleners hun zorg op elkaar afstemmen en samenwerken. De tandarts en mondhygiënist hebben er vanuit hun professionaliteit belang bij zich te mengen in het team rondom de patiënt.

Op het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht (HU) over ‘De interprofessionele mondhygiënist’ besprak dr. Liesbeth Haverkort – diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU – hoe de verschillende zorgverleners rondom een patiënt interprofessioneel kunnen samenwerken.

Praktijkvoorbeeld
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt getoond met hoeveel zorgverleners een patiënt te maken kan krijgen. In het voorbeeld gaat het om een 53-jarige man, die al vijf jaar lijdt aan Chronische Lymfatische Leukemie (CLL). Hij heeft al diverse curatieve behandelingen ondergaan, zoals chemotherapie (CHOP-kuren) en experimentele immunotherapie (voorloper Ibrutinib). Hij komt in aanmerking voor een allogene stamceltransplantatie (van een donor), maar daarvoor krijgt hij eerst drie R-DHAP-kuren.

Veel betrokken zorgverleners
Deze patiënt komt zeer veel zorgverleners tegen gedurende zijn ziekte. In de eerste fase van zijn ziekte uiteraard de huisarts, die hem verwijst naar de hematoloog, waarna hij ook bij de apotheker terechtkomt. Vrijwel direct worden ook de diëtist en de fysiotherapeut ingeschakeld. Daarna volgen de maatschappelijk werker en de medisch psycholoog.

Tijdens de R-DHAP-kuren kunnen veel bijwerkingen optreden. Bij deze patiënt trad reductie op van het gehoor, waardoor hij bij de KNO-arts belandde voor een consult. Tevens kreeg hij een candida-infectie in de mond en het maagdarmkanaal, waarvoor hij de dermatoloog moest bezoeken.

Na de kuren moest een verwante donor gezocht worden. De verpleegkundige informeerde de patiënt over de voorbereiding op de stamceltransplantatie. Hiervoor kreeg hij eerst nog een kuur: ATG, chemotherapie en radiotherapie.

Mondzorgverleners
Vanaf één week voor de stamceltransplantatie (SCT) kwamen de mondhygiënist en tandarts ook nog in beeld als zorgverleners, omdat de SCT ook gevolgen had voor de mondgezondheid van de patiënt, zoals:

  • droge mond;
  • veranderingen van het orale microbioom;
  • Herpes Simplex en Epstein-Barr-virus;
  • ulcera in de (niet-)gekeratiniseerde slijmvliezen;
  • aanwezigheid aantal gramnegatieve bacteriën;
  • associatie tussen bacteriëmie tijdens neuropene fase na SCT en een geïnfecteerd parodontium.

Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen na een SCT; er is een grote diversiteit aan problemen tussen de verschillende patiënten.

Zorg thuis
Bij thuiskomst komen er nog meer zorgverleners bij. De SCT is slechts het begin van een heel lang traject. Of iemand uit het ziekenhuis ontslagen kan worden en verpleegkundige zorg aan huis geïndiceerd is, hangt af van de mate waarin de patiënt voor zichzelf kan zorgen. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende punten:

  • zelfredzaamheid;
  • conditie;
  • beroep kunnen doen op mantelzorg;
  • risico op ondervoeding/verwaarlozing, risicofactoren hierbij zijn:
    • mannelijk geslacht;
    • alleenwonend;
    • hogere leeftijd;
    • wonend in een instelling;
  • verpleegkundige thuiszorg:
    • monitoren voedingstoestand – beweegpatroon – mondzorg;
    • inzicht in woon- en leefsituatie;
    • zelfredzaamheid;
    • algehele conditie.

Shared decision making
Veel patiënten halen informatie over hun behandeling van internet. De zorgverlener kan helpen om hier de relevante informatie uit te halen. De patiënt is een klant geworden die centraal staat. Dat betekent in de praktijk:

  • Laat de patiënt het beleid mee bepalen.
  • Respecteer specifieke wensen en keuzes (= lifestyle).
  • Maak gebruik van zijn/haar deskundigheid.
  • Lever bruikbare en zinvolle informatie om te komen tot een optimaal beleid.
  • Houd rekening met het opleidingsniveau van de patiënt.

Interprofessioneel samenwerken in de praktijk
In zorg en welzijn zijn er heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Hierbij formuleren de disciplines een gezamenlijk doel en hanteren een gemeenschappelijke taal die voor alle betrokkenen begrijpelijk is. Kwaliteit en perspectieven van de ander worden gezien als complementair en waardevol.

Voor interprofessioneel samenwerken is een interactieve inzet van de betrokken professionals nodig. Dit vraagt een hoog niveau van communicatie, wederzijdse planning, collectieve beslissingen en gedeelde verantwoordelijkheid. Interprofessioneel werken begint met de vraag: ‘Kennen wij elkaar? Hebben wij wel het juiste beeld van elkaar?’

Mondhygiënisten
Behandeling gebeurt in ziekenhuizen via een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), waarbij er geld beschikbaar is voor het gehele behandeltraject van alle zorgverleners. Voor mondhygiënisten en tandartsen is het belangrijk zich kenbaar te maken, zodat ook zij hieruit mee kunnen delen.

Haverkort richtte zich tot slot direct tot de mondhygiënisten: “Weten zij dan dat u belangrijk genoeg bent om het geld op te eisen? Als de dokter u niet kent, dan doet u niet mee in de verdeling. U moet uzelf in de markt zetten. Denk niet dat u achterover kunt leunen. Laat zien wat u kunt als u in zo’n team zit en toon dat u bereid bent om mee te werken.  Weet wat uw toegevoegde waarde is. Neem de houding aan waarin u uw toegevoegde waarde laat zien

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van dr. Liesbeth Haverkort, diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU, tijdens het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over ‘De interprofessionele mondhygiënist’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
Recessies bij tanden of implantaten

Recessiebedekking in het front: hoe gaat u te werk?

Recessies komen veelvuldig voor en kunnen allerlei problemen geven. Een recessie is letterlijk een verplaatsing van de marginale gingiva in apicale richting ten opzichte van de glazuurcementgrens waarbij het worteloppervlak bloot komt te liggen. Dit wordt primair veroorzaakt door het verdwijnen of niet aanwezig zijn van een marginale botlamel, ook wel alveolaire botrecessie genoemd.

Verslag van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course.

Hoofdoorzaken recessie

Een gingivarecessie kan optreden door trauma of door bacteriële oorzaken. Bij trauma kan gedacht worden aan te hard poetsen, onjuist flossen of verkeerd gebruik van overige interdentale reinigingshulpmiddelen. Daarnaast kunnen ook mondgewoonten of de aanwezigheid van een orale piercing een rol spelen. Iatrogene schade in de vorm van te diep prepareren, verkeerd gebruik van een elektrotoom of slecht passend kroon- en brugwerk kan eveneens leiden tot verplaatsing van de marginale gingiva. Speciale aandacht zal verderop besteed worden aan orthodontische krachten en welke gevolgen deze kunnen hebben.

Door marginale plaque ophoping en tandsteenvorming zal de gingiva ter plaatste uiteindelijk naar apicaal kunnen migreren, dit als gevolg van een plaatselijk ontstekingsproces. Daarnaast kan een apicaal aanwezige ontsteking leiden tot verlies van botniveau, soms zelf over de gehele lengte van de apex met als gevolg een forse recessie.

Predisponerende factoren
Naast directe oorzaken zijn er in de literatuur een aantal predisponerende factoren beschreven. Patiënten die een dun gingiva morphotype hebben, in combinatie met een van de eerder beschreven directe oorzaken, hebben een grotere kans op gingivarecessies. Andere predisponerende factoren zijn malposities van gebitselementen, wortelprominentie, een frenulum ter plaatse van een recessie of een endodontische perforatie.

Klachten patiënt bij recessies

Esthetisch
De meest voorkomende klachten van patiënten zijn van esthetische aard. Mensen storen zich vooral aan a-symetrisch tandvlees en een verkleurde wortel die door de recessie zichtbaar is.

Dentinegevoeligheid

Naast klachten van esthetische aard, wordt dentinegevoeligheid veelvuldig genoemd. Dit wordt veroorzaakt door het blootliggen van de dentine tubuli en kan voor patiënten een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren. Daarnaast kan uit tandheelkundig oogpunt de voorkeur uitgaan naar recessiebedekking ter preventie van abrasie of wortelcariës om te voorkomen dat aanwezige recessies zullen verergeren.

Overgaan tot behandeling

In de praktijk worden verschillende chirurgische methoden gebruikt om recessies te bedekken. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een bindweefseltransplantaat. Recessies bedekken met composiet geeft vaak een compromisuitkomst. Een goed, langdurig, esthetisch en functioneel resultaat valt echter enkel met soft tissue bedekking te realiseren.

Orthodontisch veroorzaakte recessies

Recessies als gevolg van een orthodontische behandeling komen relatief veel voor. Gebitselementen worden bij orthodontische behandelingen vaak buiten de tandboog geplaatst, voorbij de labiale/buccale botlamel. Hierdoor kan het worteloppervlak bloot komen te liggen met een recessie als gevolg. Tegenwoordig kan met behulp van een CBCT-scan de situatie veel beter in kaart gebracht worden.

De meest voorkomende recessies veroorzaakt door orthodontische malpositie komen het meest frequent voor in het onderfront.

Voordat een chirurgische recessiebedekking bij een element dat in een malpositie staat uitgevoerd gaat worden, is het raadzaam om het element in de juiste positie terug te plaatsen. Dit om de voorspelbaarheid van de chirurgische ingreep te vergroten.

Verschillende soorten transplantaten

Een transplantaat waarbij het eigen weefsel van de patiënt wordt gebruikt, wordt bij voorkeur vanuit het gehemelte geoogst. Dit wordt een autoloog transplantaat genoemd.

Indien autoloog transplantaatweefsel niet geoogst kan worden, omdat de patiënt dit niet wil of omdat er sprak is van een te dun type palatumweefsel, kan gebruik gemaakt worden van vervangend materiaal. In verband met weefselreactie en esthetiek is het autologe transplantaat nog steeds de gouden standaard.

Autologe transplantaten
Bij het autologe transplantaat kan onderscheid gemaakt worden tussen:

1. Het vrije bindweefsteltransplantaat. Hierbij wordt zowel epitheel bindweefsel als vetweefsel meegenomen. Over het algemeen wordt dit gebruikt om een tandvleesverdikking na te streven.

2. Het subepitheliaal bindweefsel transplantaat
Dit wordt gebruikt bij recessiebedekking en wordt aangebracht onder een coronaal verplaatste flap of bij een tunnelingtechniek. Dit transplantaat is dus zonder epitheel.

Haakon Kuit, tandarts-implantoloog en werkzaam als docent aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Bart Beekmans, tandarts-implantoloog en oprichter – eigenaar van het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde.

Verslag door Lise Marie Timmerhuis, voor dental INFO, van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course, een 10-daagse cursus waarin verschillende tandheelkundige onderwerpen met betrekking tot het front aan bod komen, gegeven door vijf professionals op het gebied van implantologie, parodontologie, endodontologie en restauratieve tandheelkunde.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
kanaalanatomie

Beoordeling kanaalanatomie in vitale en avitale elementen

Verslag van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouman, beiden tandarts-endodontoloog, over het belang van een goede beoordeling van de kanaalanatomie in vitale en avitale elementen bij endodontologie.

 

 

 

 

 

 

 

Bij een endodontische behandeling moet worden voldaan aan de volgende punten:

  • Benodigde infectiepreventie
  • Genoeg informatie over de anatomie en lengte
  • Anesthesie?
  • Voorbehandelen: onvoldoende restauratie verwijderen, cariës verwijderen, eventueel knobbels verlagen, restaureerbaarheid inschatten
  • Rubberdam aanbrengen voor de veiligheid en het voorkomen van contaminatie
  • Goede endodontische opening
  • Spanningsvrije en overzichtelijke toegang creëren
  • Werklengte bepalen
  • Vormgeven van het wortelkanaalstelsel zodat reinigen en vullen mogelijk is
  • Irrigatie van het wortelkanaalstelsel
  • Drogen
  • Vullen
  • Röntgenologische controle van de wortelkanaalvulling
  • Vaststellen van de controletermijn

Gebruik van DETI-checklist
Gebruik van een DETI-checklist, maakt een endodontische behandeling voorspelbaarder. Je weet beter waar je aan begint.

Complexe endodontische behandelingen zijn meer tijdrovend en lastiger. Nieuw omschreven verrichtingen zijn gekoppeld aan de DETI. De DETI is een korte checklist toepast op het element. Als er geen complexiteiten zijn, dan is het een DETI A. Is de behandeling complex dan is het een DETI B. Als u complicaties verwacht waardoor de behandeling minder voorspelbaar is, dan gebruikt u de CEB scorelijst.

DETI   A
B > CEB score

Er worden 3 categorieën onderscheiden die van invloed kunnen zijn op de behandeling:

  1. Patiënt gebonden factoren: beeldvorming, anatomie
  2. Element gebonden factoren: anatomie, iatrogene schade
  3. Additionele factoren

Na gebruik van de DETI checklist komt er een plan uit. Deze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Plan 1: normale moeilijkheidsgraad
  • Plan 2: beetje lastig
  • Plan 3: heel erg lastig

Dit is geen richtlijn. Het kan wel helpen om problemen makkelijker te benaderen. Complicaties kunnen niet altijd voorkomen worden, maar helpen er alert op te zijn of eventueel de patiënt op tijd in te sturen. U kunt altijd afwijken van een richtlijn als die er is, zolang de onderbouwing goed is en is het goed wordt gecommuniceerd met de patiënt.

Wat weten we over de endodontische behandeling?
Hoe vaak de anatomische variaties voorkomen en in welke elementen bij voorkeur.

  • Dat de etiologie van de pathologie altijd gelijk is.
  • Dat het slagingspercentage van een wortelkanaalbehandeling beduidend hoger is bij vitale, niet geïnfecteerde wortelkanalen, ongeacht de anatomie.
  • Dat een behandeling een meer voorspelbaar resultaat heeft bij een systematische aanpak.
  • Dat een complexe anatomie de wortelkanaalbehandeling tijdrovender maakt.

Bij gebruik richtlijn: wat weten we niet?

  • Is het slagingspercentage bij een lastige anatomie lager?
  • Treedt er meer iatrogene schade optreedt op bij een lastige anatomie?
  • Dien je af te wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een lastige anatomie te maken hebt?

Bijverschijnselen en complicaties bij de wortelkanaalbehandeling

  • Pijn, beschadiging van omliggende weke delen weefsel en osteonecrose
    Extrusie van calciumhydroxide, gebruik van paraformaldehyde, doorpersen van natriumhypochloriet.
  • Beschadiging van de nervus alveolaris inferior of de sinus maxillaris
    Extrusie van GP of sealer (met name formaldehyde bevattende of formaldehyde afgevende sealers).
  • Allergische reacties

  • Opvlamming van de ontsteking
    Opvlamming na endodontische behandeling.
    Verspreiding van bacteriën en microben via de bloedbaan.
  • Iatrogeen gewijzigde kanaalconfiguratie
    Verstopping
    Ledgevorming
    Apicale transportatie/apicale overinstrumentarium
    Perforatie
    Instrumentatiebreuk

Wat zijn risicopatiënten in de endodontologie?

  • Medisch gecompromitteerde patiënten met een verminderde afweer (niet ingestelde diabetes, immunodeficiëntie, chemotherapie)
  • Patiënten met aangeboren of verworven cardiale aandoeningen (met name eerder doorgemaakte infectieuze endocarditis en patiënten met een kunsthartklep) 

Complicaties tijdens de behandeling

  • Bij een vitaal element is het soms beter om een afgebroken vijl laten zitten in plaats van deze te verwijderen. Soms moet er gekozen worden uit weefsel opofferen (wel vijl verwijderen) of afvullen (vijl laten zitten). De aanwezigheid van een vijl in geïnfecteerd gebied geeft ook een sterk verkleinde kans van slaging van de behandeling. Daarom is het belangrijk de afweging te maken of de vijl is afgebroken in een schoon kanaal of een volledig geïnfecteerd kanaal. Dit moet worden meegenomen bij de behandelkeuze.
  • De mesiale kanalen in de ondermolaren zijn lastiger te prepareren met roterend instrumentarium. Daarom is het soms beter om het met handvijlen te prepareren. Het mesiobuccale kanaal in de onderkaak is het meest gevoelig voor vijlbreuk.
  • Kanaalantomie heeft grote invloed op breuk van een vijl. Ook metaalmoeheid kan een rol spelen.
  • Op basis van wetenschappelijke literatuur kan niet worden vastgesteld of een achtergebleven fragment van een afgebroken instrument tot een lager succespercentage leidt.
  • De belangrijkste factor voor het succespercentage is de aanwezigheid van een peri-apicale radiolucentie.

Wat doen bij een gefractureerde vijl?

  • Als u de vijl kunt bypassen dan kunt u het beste de kanaalbehandeling voltooien, dus niet trachten het fragment te verwijderen.
  • Als u de vijl niet kunt bypassen en het deel bevindt zich in apicale 1/3 dan is het verwijderen meestal niet mogelijk zonder beschadiging van de wortel.
  • Als  de vijl zich in het coronale deel bevindt en er geen rechte, spanningsvrije toegang mogelijk is, dan is verwijdering niet haalbaar. Is er wel spanningsvrije toegang mogelijk dan moet verwijdering van het fragment worden overwogen en moet er een kosten/batenanalyse gemaakt worden.

Wat weten we over de endodontische behandeling?

  • Dat iatrogene schade het slagingspercentage negatief beïnvloedt.
  • Welke factoren bijdragen aan het optreden van iatrogene schade.
  • Dat een behandelingen een voorspelbaarder resultaat heeft bij een systemische aanpak.
  • Dat ook hierbij de eerste kans de beste kans is.

Wat weten we niet over de endodontische behandeling?

  • Is de overleving lager?
  • Hoe vaak treden de verschillende complicaties op?
  • Dien je af te willen wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een iatrogeen gewijzigde anatomie te maken hebt?

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Aukje Bouwman studeerde in februari 2000 af aan de universiteit van Nijmegen. Daarna werkte zij in een algemene praktijk en vervulde diverse waarnemingen. Van 2002 tot 2005 volgde ze de MSc opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sinds het afronden van de opleiding werkt zij als tandarts-docent op de afdeling Preventieve en Curatieve tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, vooral op het gebied van de endodontologie. Daarnaast is zij parttime werkzaam in haar verwijspraktijk voor endodontologie te Nijmegen.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouwman tijdens het NVvE Congres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis
Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Dit event is voorbij!

Een praktische dagcursus door drs. Dirk Grauls en Liesbet Renckens MSc.  waarbij u zowel de theorie als technieken voor succesvolle posterior restauraties leert toe te passen. Schrijf u in voor vrijdag 13 of zaterdag 14 oktober 2017 in Leuven.

Theorie, klinische handvatten en hands-on training posterior restauraties
De docenten bieden u, naast de theoretische onderbouwing, klinische handvatten en hands-on training voor het toepassen van succesvolle posterior restauraties. Het aanbrengen van een correcte vorm en anatomie van de restauratie hebben grote invloed op de functie en levensduur van de posterieure restauratie. Tijdens deze workshop behandelen drs. Dirk Grauls en drs. Liesbet Renckens uitgebreid hoe u hierbij natuurgetrouwe resultaten bereikt. Met welke technieken krijgt u herhaaldelijk het beoogde resultaat? Tijdens deze workshop worden zowel de free -hand opbouwtechniek als de stempeltechniek behandeld met daarbij praktische tips en tricks die u zelf tijdens de cursusdag leert toepassen. Ga naar 3M.be/Create voor meer informatie.

Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. U leert door de zeer interactieve opzet van de programma’s de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen voor uw directe en indirecte behandelprocedures. De educatieve activiteiten zijn er altijd op gericht de technieken direct in de praktijk te kunnen toepassen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
toelatingsexamen tandarts

Vijftien procent slaagt voor Belgisch toelatingsexamen tandarts en arts

Vijftien procent van de 5.030 studenten die het toelatingsexamen voor (tand)arts aflegden in Brussel is geslaagd. Dit komt overeen met 752 geslaagden, zegt het Vlaamse ministerie van Onderwijs. Zij kunnen starten met de opleiding voor tandarts of arts.

Dit slagingspercentage ligt hoger dan in eerdere jaren: toen lag dit percentage op 12 en 10 procent. Afgelopen jaar was er veel kritiek op het examen waarna dit is bijgestuurd.

Nieuwe toelatingstest
In 2018 zal de toelatingstest er anders uit zien. Er komt dan een aparte test voor tandartsen en artsen. Ook zal een vast aantal studenten aan de opleiding kunnen beginnen, wat hoger ligt dan het huidige aantal geslaagden voor de test.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Wiwi Wit

Nieuw: Gouden Boekje over mondverzorging van jongs af aan

Er is een nieuw ‘Gouden Boekje’ op komst dat een goede mondverzorging van jongs af aan stimuleert. De laatste editie over mondverzorging ‘We gaan naar de tandarts’ dateert uit 1971 en kon wel een moderne opvolger gebruiken, zo vonden mondhygiënisten Yvonne Buunk-Werkhoven en Dagmar Else Slot.

Nieuwe versie
Door de tand des tijds, met alle veranderingen van dien, was de inhoud en vormgeving ingehaald. Ruim een jaar geleden namen de twee mondzorgprofessionals daarom contact op met de uitgever, en werd een auteur benaderd. Vervolgens bespraken ze het plan met de beroepsverenigingen in de mondzorg en uit deze samenwerking is de nieuwe versie van het Gouden Boekje geboren.

Wiwi Wit – het leven van een kindertand
In ‘Wiwi Wit – het leven van een kindertand’ raken kinderen van 4-8 jaar, de doelgroep waarin een optimale mondverzorging van jongs af aan dient te worden gestimuleerd, op een leuke manier vertrouwd met tandarts en mondhygiënist en wordt vooral het belang van napoetsen benadrukt.

Gepresenteerd
Het nieuwe boekje wordt op 8 september vanaf 16.00 uur gepresenteerd in de Openbare Bibliotheek in Amsterdam. Het boekje is geschreven en geïllustreerd door Marion Bloem.

Een Gouden Boekje is voor velen een ‘oude bekende’. Het eerste Nederlandse Gouden Boekje, Pietepaf, het circushondje, verscheen in 1953 bij uitgeverij De Bezige Bij. Momenteel geeft uitgeverij Rubinstein de boekjes uit. De stevige, gekartonneerde boekjes met een gouden rug en de verhaaltjes zijn voor kleuters en peuters heel makkelijk te hanteren.

Ondersteunen
De beroepsverenigingen in de mondzorg, NVM-mondhygiënisten, Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), ondersteunen het mooie initiatief. Het boekje is vanaf september 2017 via de (online) boekhandel verkrijgbaar.

Een impressie uit Wiwi Wit – Het leven van een kindertand
Tweemaal per dag poetst Marliesjes moeder
ons elektrisch.
Die grote schoonmaak verloopt soms
moeizaam en hectisch.
Om Didi van wie ik veel heb gehouden
en die opeens losging tijdens het kauwen
heb ik weken moeten rouwen.
Marlies is inmiddels al heel groot.
Op elke selfie lacht ze haar witte
volwassen tanden prachtig bloot.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Ultrasoon scalen

Ultrasoon scalen van titanium implantaten kan peri-implantitis verergeren

Uit recentelijk onderzoek blijkt dat het ultrasoon scalen van implantaten peri-implantitis kan verergeren.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in Tel Aviv door dr. Eger en collega’s. Het voornaamste doel van het onderzoek was om vast te stellen of het ultrasoon scalen van tandimplantaten zorgt voor de vrijlating van titanium deeltjes die ontstekingen veroorzaken. Ze keken hierbij naar verschillen in effecten bij verschillende oppervlaktes van implantaten waaronder bewerkte, gezandstraalde en zuur-geëtste implantaten. Volgens de onderzoekers is dit de eerste studie die onderzoek heeft gedaan naar potentiele biologische consequenties van (ultrasoon) scalen van implantaten.

Effecten van schalen
De onderzoekers vonden dat het schalen van implantaten in alle gevallen de vrijlating van titanium deeltjes aanwakkerde, wat op zijn beurt weer ontstekingen stimuleerde. Met deze resultaten is de hypothese dat ultrasonoor-geproduceerde deeltjes een sterke en osteolytische reactie teweegbrengen bevestigd, zo concludeerde dr Eger in Scientific Reports. Deze resultaten benadrukken het belang van een duidelijk protocol voor de behandeling van implantaten wegens de mogelijk negatieve gevolgen hiervan.

Limitatie
Het onderzoek is alleen gebaseerd op de korte termijneffecten van het schalen omdat de lange termijneffecten nog onduidelijk zijn. Echter zijn de resultaten van grote significantie wat het volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk maakt dat de effecten op lange termijn anders zullen zijn.

Bron:
Nature

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
JCI Joint Commision International

Radboudumc ontvangt internationaal keurmerk JCI voor kwaliteit en veiligheid

Het Radboudumc heeft het JCI-keurmerk ontvangen voor de kwaliteit en veiligheid van haar patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs van de toonaangevende Joint Commission International (JCI). Het Radboudumc is op 1.400 onderdelen getoetst, waarvan er slechts 8 niet behaald zijn.

Eerste tandheelkundige faculteit in Europa
“Wij zijn bijzonder trots op het verkrijgen van het JCI-keurmerk dat is toegekend aan het Radboudumc. Het betekent namelijk dat onze afdeling de eerste tandheelkundige faculteit in Europa is met het JCI-keurmerk”, zegt Rob Barnasconi, Afdelingshoofd Tandheelkunde bij het Radboudumc.

Onderzoek
Tijdens het onderzoek bezochten vijf auditoren gedurende een week verschillende afdelingen in het Radboudumc, waar de medewerkers konden laten zien dat zij op een uniforme en veilige manier werken. De auditoren wilden zien of het beleid op orde is en vooral of dit in de praktijk wordt toegepast. Zij volgden hiervoor de ‘reis’ die de patiënt in het Radboudumc maakt; van de eerste afspraak tot aan de na-controle. Hierbij werden medewerkers bevraagd op hun kennis en toepassing van het beleid. Patiënten werden gevraagd hoe zij de zorg ervaren. Deze patiënten waren erg positief over het Radboudumc, men gaf aan goed voorgelicht te zijn en geen zaken te kunnen noemen die kunnen verbeteren.

In totaal werden er 1400 onderdelen getoetst, waarvan er slechts 8 niet gehaald zijn en waarop direct verbeteracties worden ingezet. Op de thema’s toegang tot zorg & ketenzorg; rechten van patiënten & familie; bestuur, leiderschap & toezicht, en mensgebonden wetenschappelijk onderzoek behaalde het Radboudumc een 100% score. Prof. dr. Paul Smits, waarnemend voorzitter Radboudumc: ‘We zijn ongelooflijk trots op dit behaalde resultaat. Onze medewerkers hebben de afgelopen twee jaar ontzettend veel werk verzet om goed voorbereid te zijn op deze audit. We willen alle betrokkenen daar ontzettend voor bedanken.’

Over de JCI-accreditatie
Zorginstellingen moeten van de Inspectie voor Gezondheidszorg voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van kwaliteit en veiligheid en daarop worden zij getoetst. Het Radboudumc heeft gekozen voor de accreditatiemethode van JCI, omdat het een hoog aangeschreven internationale standaard is, omdat die uitgaat van de dagelijkse praktijk én kijkt naar ons werk door de bril van de patiënt. Dat sluit aan bij onze visie op persoonsgerichte zorg.

JCI is oorspronkelijk een Amerikaanse non-profitorganisatie die in 1994 is opgericht om wereldwijd de kwaliteit, veiligheid en efficiëntie in de gezondheidszorg te verbeteren. Zij toetst de zorg op basis van meer dan duizend patiëntgerichte normen. Zij kijkt niet alleen naar de directe patiëntenzorg, maar ook naar bijvoorbeeld ondersteunende disciplines die sterk bijdragen aan de kwaliteit en veiligheid van die zorg. Dan kun je denken aan de bereiding van maaltijden, de schoonmaak en de (brand)veiligheid. Daarnaast toetst JCI  of wij aantoonbaar werken aan continue verbetering van de patiëntenzorg.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Fellowship Symposium met partners uit 21 landen

Fellowship Symposium met partners uit 21 landen

“Ik heb een fijne tijd gehad met collega’s en vrienden”, “Bedankt voor de geweldige en inspirerende ervaringen”, “Een van de belangrijkste dagen van mijn leven” of “Hier kom ik altijd weer graag naartoe” – een greep uit de conclusies van 40 tandartsen die in de bedrijfscentrale van VOCO bijeenkwamen voor het vierdaagse ‘International Fellowship Symposium’.

Vanuit alle windstreken
Sommigen namen daarvoor ook graag een zeer verre reis op de koop toe. Tenslotte komen niet elke dag tandartsen vanuit Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en zelfs Australië samen om voordrachten te houden, met collega’s van gedachten te wisselen of eens een persoonlijk gesprek te hebben met de ‘dentalisten’ van VOCO.

 Programma
Al meteen bij het begin van de eerste dag van het evenement stond een heel bijzonder programmapunt op de agenda, want na het welkomstwoord van zaakvoerder Olaf Sauerbier nam Prof. Dr. Richard Price het woord. De Canadees leidt aan de ‘Dalhousie University’ in Halifax de afdelingen ‘Tandheelkundige wetenschappen’ en ‘Biomedische techniek’. Daar onderzoekt hij in zijn laboratorium de duurzaamheid van composietvullingen bij laterale elementen, de lichtintensiteit van tandheelkundige polymerisatielampen en de voordelen van een snelle ten opzichte van een langzame lichtuitharding bij tandrestauraties. In zijn voordracht ‘De waarde van een goede polymerisatielamp’ stelde hij enkele van zijn resultaten aan de deelnemers van het symposium voor.

Een grote verscheidenheid aan thema’s
Aansluitend wisselden de voordrachtgevers op het podium elkaar om het kwartier af. Ze presenteerden een grote verscheidenheid aan thema’s, onder andere met voordrachten zoals ‘Esthetische eigenschappen van Admira Fusion’, ‘Composietworkflow in de dagelijkse praktijk’, ‘Fissuurverzegeling’, ‘Het gebruik van gebundelde glasvezelversterkte wortelstiften’ of ‘Siliconenmaterialen voor beetregistraten’. Wie niet net zelf op het podium stond om zijn voordracht te houden, haalde zijn smartphone of camera tevoorschijn om informatie op beeld vast te leggen.

Toch hielden niet alleen de toegereisde tandartsen vaklezingen, maar ook de directeur Onderzoek en Ontwikkeling van VOCO, Prof. Dr. Reinhard Maletz. Met de Grandio blocs stelde hij de jongste resultaten van het composietonderzoek voor de CAD/CAM-technologie aan de gasten voor. De collega’s bespraken dit en de vele andere tandheelkundige thema’s niet alleen na de voordrachten, maar maakten van hun pauzes ook gebruik om met elkaar van gedachten te wisselen.

Na de intensieve dagen van het evenement met een heleboel voordrachten sloten de tandartsen hun verblijf in Duitsland af met een gezamenlijke uitstap naar Hamburg.

International Fellowship Symposium

Op het ‘International Fellowship Symposium’, georganiseerd door de afdeling Kenniscommunicatie, kwamen 40 tandartsen samen.

International Fellowship SymposiumInternational Fellowship Symposium

 

 

 

 

 

 

Ook als was het programma niet voor de poes, voor, tijdens en na de voordrachten heerste er een goede sfeer onder de deelnemers van het symposium. Wie wilde, kon tijdens de pauze niet alleen met collega’s praten, maar ook advies over bepaalde producten inwinnen.

Fabrikant
VOCO GmbH
Anton-Flettner-Strasse 1-3
27472 Cuxhaven
Duitsland
I www.voco.com
E info@voco.com

Lees meer over: Kennis, Scholing
wortelkanaalvulling

Wat weten we over wortelkanaalvulling en slagingspercentages?

Het doel van een wortelkanaalvulling is het voorkomen van lekkage en het insluiten van achtergebleven bacteriën. De volgende factoren zijn gerelateerd aan een hoger slagingspercentage:

– De kanalen moeten compact gevuld zijn, er mogen geen ‘gaten’ aanwezig zijn in de wortelkanaalvulling.
– Vullen voorbij de restrictie maakt een goede apicale afsluiting onzeker. Een beetje doorgeperste sealer kan daarentegen geen kwaad.
– Een goede coronale afsluiting is vereist om lekkage te voorkomen.

Wat weten we over wortelkanaalvullingen?

  • Vultechnieken
    Er zijn veel verschillende vultechnieken. Er is echter nooit aangetoond dat de ene vultechniek beter is dan de andere.
  • Guttaperchastift
    Voordat de guttaperchastift geplaatst wordt moet er gecontroleerd worden of de guttaperchastift apicaal goed vastzit om doorpersen van het vulmateriaal te voorkomen.
  • Locatie van sealer
    Bij voorkeur bevindt de sealer zich tussen de guttapercha en dentinewand omdat sealer zich hecht aan dentine en guttapercha doet dat niet. Bij warme vultechnieken is de kans groter dat de guttapercha zich mengt met de sealer en hierdoor kan een goede hechting aan dentine niet gegarandeerd worden.
  • Dynamische stabiele sealer
    Het is aan te raden om een dynamische stabiele sealer te gebruiken (bijvoorbeeld AH26).
  • Coronale afsluiting
    Uit onderzoek blijkt dat bij een coronale afsluiting (adhesieve plug) van de guttapercha er minder periapicale onsteking optreedt. Voorheen werd hier vaak vitrebond voor gebruikt, tegenwoordig heeft SDR de voorkeur omdat de kans op luchtbellen minder groot is.

 Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Mandibularesectie

Mandibularesectie en reconstructie

Maligniteiten zijn de meest voorkomende aanleiding voor resectie van de mandibula. Onderscheid is te maken tussen een marginale en een segmentale resectie.

In deze voordracht werden de voor- en nadelen van deze resecties uiteengezet en werd vervolgens ingegaan op de reconstructiemogelijkheden van de mandibula en de dentale rehabilitatie.

Mandibularesectie
Een resectie kan marginaal of segmentaal zijn.

Kenmerken van een marginale resectie

  • De onderrand van de mandibula blijft intact
  • Behoud van sensibiliteit
  • Spieraanhechting blijft intact
  • Geen scheefstand van de kaak
  • Eenvoudige reconstructie van het defect

 Kenmerken van een segmentale resectie

  • Onderbreking van de onderrand van de mandibula
  • Verlies van sensibiliteit
  • Functionele, esthetische en psychosociale problemen
  • Complexe reconstructie

Type resectie
De keuze voor de type resectie de je uitvoert, is afhankelijk van:

  • De uitgebreidheid van de tumor
  • De diepte van de merginvasie

Wanneer het tumorweefsel zich in het merg bevindt, moet radicale behandeling overwogen worden omdat dit weefsel losmazig is en uitbereiding van de tumor daardoor enorm snel kan gaan

  • De hoeveelheid van de onderrand van de mandibula die je overhoudt na een adequate resectie

Aanbevolen wordt minimaal 1 cm van de onderrand weg te blijven omdat anders de kans op breuk vergroot wordt.

Voor een goede reconstructie is het behoud van de onderrand van de mandibula het prettigste omdat je te maken hebt met trek- en duwkrachten op de onderkaak en schroeven en platen door deze krachten kunnen breken of losraken.

Voor een marginale resectie kan een intra-orale chirurgische benadering gekozen worden, voor een segmentale resectie moet vaak een extra-orale (submandibulaire) benadering gekozen worden.

Mandibulareconstructie en dentale rehabilitatie

Doelen van reconstructie zijn:

  • Anatomische reconstructie
  • Voldoende hoogte van neomandibula
  • Adequate spieraanhechting
  • Mogelijkheid tot implantaatplaatsing
  • Herstel van sensibiliteit

Geen enkele reconstructiemethode voldoet echter aan alle deze doelen.

Reconstructiemogelijkheden van de mandibula

  • Platen en schroeven
  • Vrij bottransplantaat
  • Gesteeld bottransplantaat
  • Botpartikels
  • Vrij gevasculariseerde fibulatransplantaat

Dit is de gouden standaard bij mandibulareconstructie.

Een duidelijk filmpje hierover is te vinden op www.behandelingbegrepen.nl, dit kan ook heel goed gebruikt worden om patiënten uit te leggen wat er tijdens de operatie zal gebeuren.

Het succes van de behandeling is vooral afhankelijk van het type reconstructie dat uitgevoerd wordt en van de manier van reconstructie (een vrij gevasculariseerd transplantaat geeft betere resultaten dan een niet gevasculariseerd transplantaat). Het aantal complicaties is hoog; bij vroege complicaties is osteosynthese materiaal vaak niet betrokken, bij late complicaties wel. Hernieuwde chirurgie is bij complicaties vaak nodig.

Uiteindelijk wordt geregeld gezien dat dentale rehabilitatie niet het einddoel is. Patiënten zijn vaak al blij dat de resectie en reconstructie achter de rug zijn en geven dan soms aan dat er geen wens meer is voor dentale rehabilitatie.

Wanneer er wel dentale rehabilitatie gewenst is, kan de tandarts-MFP de mogelijkheden hiervoor onderzoeken en de behandeling uitvoeren.

Drs. J. van Gemert studeerde Tandheelkunde, Geneeskunde en Mondziekten, Kaak- en aangezichtschirurgie en is Staflid Mondziekten, Kaak-, en Aangezichtschirurgie in het
Amphia ziekenhuis Breda en het UMC Utrecht. Hij heeft diverse artikelen gepubliceerd en werkt momenteel aan zijn promotieonderzoek: Mandibulareconstructie na continuïteitsresectie en diagnostiek naar de uitgebreidheid van botinvasie in de mandibula door plaveiselcelcarcinoom. Ook is hij bestuurslid bij de KNMT regio Zuid West Nederland.

Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van drs. J. van Gemert tijdens het jaarcongres ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z