Richtlijn lokale analgesie bij kinderen

Kindergebit
  • Gebruik een korte naald bij lokale analgesie (LA) in de bovenkaak en een langere voor de onderkaak.
  • Geef bij LA in de onderkaak altijd een mandibulaire geleidingsanalgesie.
  • Het maximale aantal toegestane carpules LA-vloeistof is afhankelijk van het type lokaal analgeticum en de leeftijd (gewicht) van de patiënt. Zo is de maximale hoeveelheid ultracain bij een driejarig kind 2¼ carpules en bij een kind van zeven jaar is dit 3¼ carpules. Doorgaans is bij een “normale” behandeling een halve carpule echter al voldoende.
  • Bij mandibulaire analgesie is de insteekplaats bij kinderen circa 1 cm lager dan bij volwassenen, dus ongeveer ter hoogte van het occlusale vlak.
  • Infiltratie-analgesie in de onderkaak wordt alleen toegepast bij verdoving van de frontelementen.
  • Bij extractie in de bovenkaak dient ook een palatinale infiltratie-analgesie te worden gegeven ter hoogte van de wortelpunt.
  • De patiënt en de ouders/ verzorgers dienen op de hoogte te worden gesteld van de mogelijke duur van de analgesie en de mogelijke complicaties (bijvoorbeeld bijttrauma’s).
  • Bij patiënten met hemofilie, hart- en leveraandoeningen, hartritmestoornissen en bij patiënten met zware astma en overgevoeligheidsreacties is het raadzaam om van tevoren de behandelend arts te consulteren.

Bron:
NVvK

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen