Prinsjesdag 2014: fiscale maatregelen

De derde dinsdag van september is traditiegetrouw Prinsjesdag. Op 16 september 2014 heeft Koning Willem Alexander de troonrede voorgelezen en minister Dijsselbloem heeft de rijksbegroting voor 2015 gepresenteerd. Er zijn een groot aantal fiscale maatregelen aangekondigd. Die maatregelen kunnen voor iedereen van belang zijn, denk aan ondernemers, particulieren, werkgevers en woningeigenaren. Alfa zet een aantal van deze maatregelen die ook voor uw (mondzorg)praktijk of voor u in privé van belang kunnen zijn op een rij.
 
Weinig verrassend
De belastingvoorstellen van Prinsjesdag 2014 zijn voorzichtig en weinig verrassend. Het kabinet wil de prille opleving van de economie natuurlijk niet verstoren. De voorzichtigheid spreekt ook uit de kamerbrief die Wiebes op Prinsjesdag verstuurde over een belastingherziening. Daarnaast is het inmiddels traditie dat bijna alle maatregelen vooraf uitlekken. Weinig verrassingen dus dit jaar, maar toch is er genoeg dat voor u van belang kan zijn.



De voorgestelde maatregelen treden per 1 januari 2015 in werking, tenzij anders vermeld. Voor de volledigheid merken wij nog op dat het een wetsvoorstel betreft en dat deze nog door de Tweede en Eerste Kamer moet worden behandeld. Er kunnen dus nog zaken wijzigen.

Dga: minder marge in gebruikelijk loon
Bent u directeur-grootaandeelhouder (dga), dan geldt voor u de gebruikelijk loonregeling. Als de inspecteur aannemelijk maakt dat het zakelijke loon voor de werkzaamheden van een dga meer bedraagt dan het minimumbedrag van € 44.000 (bedrag 2014 en 2015), dan mag hij een hoger gebruikelijk loon in aanmerking nemen. Hij mag dit loon nu vaststellen op het loon van de meest verdienende werknemer in de BV of, als dit meer is, 70% van het loon van een gewone werknemer in soortgelijke omstandigheden. In 2015 zal de inspecteur het gebruikelijk loon stellen op 75% van het loon dat hoort bij de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Let op
Voor 2015 is er overgangsrecht. Hierin wordt het dga-loon in 2015 gesteld op 75/70e deel van het loon dat in 2013 van de BV werd ontvangen. Feitelijk wordt dus de dga ten opzichte van 2013 een salarisverhoging van 7% opgelegd.

Tip
De verplichte salarisverhoging geldt niet als u aannemelijk maakt dat het loon in 2015 lager moet worden vastgesteld. Ook geldt de verplichte salarisverhoging niet als het loon in 2013 lager was dan € 43.000.

Dga: meest vergelijkbare baan al voldoende
Voor de Belastingdienst wordt het eenvoudiger om het gebruikelijk loon vast te stellen. Nu moet de inspecteur nog een gewone werknemer vinden in soortgelijke omstandigheden als de dga. Vanaf 2015 mag de Belastingdienst uitgaan van de dienstbetrekking die afgezien van het ontbreken van een aanmerkelijk belang, het beste te vergelijken is met de functie van de dga.

Wijziging VAR
In de loop van 2015 zal de aanvraagprocedure van de VAR wijzigen. De bedoeling is om de opdrachtgever medeverantwoordelijk te maken voor de juistheid van de aangeleverde informatie. Momenteel vraagt de opdrachtnemer (de arbeidskracht) de VAR aan en is die ook volledig verantwoordelijk voor de verstrekte gegevens. Onder het nieuwe systeem verloopt de aanvraag via een webmodule waarbij zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever input geven over de arbeidsrelatie. Door die betrokkenheid is de opdrachtgever medeverantwoordelijk als achteraf blijkt dat er loonheffing had moeten worden ingehouden.

In de Toezeggingenbrief Prinsjesdag geeft de staatssecretaris van Financiën aan op korte termijn hiervoor een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer te sturen.

6% btw op renovatie tot 1 juli 2015
Bepaalde renovatie- en herstelwerkzaamheden vallen momenteel onder het verlaagde btw-tarief van 6%. Het gaat daarbij om werkzaamheden aan woningen die meer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen. De toepassing van het verlaagde tarief op de renovatiewerkzaamheden zou aanvankelijk eindigen per 1 januari 2015. Deze regeling wordt nu verlengd tot 1 juli 2015.

Let op
De verlaagde 6%-tarief van deze regeling geldt alleen voor vergoeding voor arbeid. Ondernemers moeten over de in rekening gebrachte materialen het normale btw-tarief van 21% toepassen.

WKR verplicht per 2015
Het keuzeregime voor vergoedingen en verstrekkingen in de loonbelastingsfeer komt ten einde. Met ingang van 2015 is elke werkgever verplicht de werkkostenregeling (WKR) toe te passen. De vrije ruimte wordt verlaagd van 1,5% (in 2014) naar 1,2%. Dit is ter compensatie van de verschillende aanpassingen per 2015, zoals de invoering van het noodzakelijkheidscriterium en de vrijstelling voor korting op branche-eigen producten.

Invoering noodzakelijkheidscriterium
Vanaf 2015 is een aantal zaken onder de WKR vrijgesteld als wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium. Deze open norm gaat er vanuit dat wat een werkgever in het kader van zijn bedrijfsvoering aan voorzieningen noodzakelijk (‘zonder meer nodig’) vindt, aan de werknemer kan worden verstrekt zonder dat een voordeel als loon aangemerkt moet worden. Dit noodzakelijkheidscriterium geldt voorlopig voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Hiermee zijn problemen opgelost die spelen bij het onderscheid in de zakelijk gebruikseis tussen de laptop, tablets groter en kleiner dan zeven inch, smartphones en mobiele telefoons.

Let op
De werkgever beoordeelt of iets noodzakelijk is. Dit geldt niet als de werknemer ook bestuurder of commissaris is in het bedrijf. In dat geval moet de noodzakelijkheid desgevraagd aannemelijk worden gemaakt.

Vereenvoudiging afrekensystematiek
In het kader van de WKR hoeft de werkgever niet meer per tijdvak te beoordelen of de vrije ruimte wordt overschreden. Als het kalenderjaar is afgelopen kan de werkgever in één keer toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. De eventueel verschuldigde belasting in het kader van de WKR moet tegelijk met de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar worden aangegeven en worden afgedragen. Het blijft wel mogelijk om de belasting al eerder in gedeelten te betalen.

Concernregeling
Voor de WKR wordt een concernregeling geïntroduceerd waarmee de verschuldigde belasting bij overschrijding van de vrije ruimte op concernniveau vastgesteld kan worden. Voor toepassing is vereist dat bij de moedermaatschappij sprake is van vrijwel volledige eigendom (95%-eis) van de (klein)dochtermaatschappij(en). Een concern kan op het uiterste afrekenmoment kiezen om de concernregeling al dan niet toe te passen. Dit is bij de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar.

Let op
Bij de concernregeling mag geen rekening worden gehouden met in het kalenderjaar toe- of uittredende concernonderdelen. Deze moeten bij overschrijding van de vrije ruimte zelfstandig de verschuldigde belasting aangeven en afdragen.

Vrijstelling branche-eigen producten
De regeling voor personeelskorting onder het ‘oude’ regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen wordt per 1 januari 2015 nagenoeg geheel als gerichte vrijstelling in de WKR voortgezet. Voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling voor personeelskorting is dat het voordeel niet meer mag bedragen dan 20% van de waarde in het economische verkeer van deze producten en niet meer dan € 500 per werknemer per jaar.

Let op
In afwijking van de oude regeling is het niet meer mogelijk om het niet-gebruikte deel van de personeelskorting door te schuiven naar volgende kalenderjaren.

Werkplekvoorzieningen
Per 2015 geldt in de WKR een nieuwe gerichte vrijstelling voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen. Voor welke voorzieningen dit geldt is op Prinsjesdag nog niet bekend gemaakt. Er wordt straks geen onderscheid meer gemaakt tussen voorzieningen die zijn vergoed, verstrekt of ter beschikking zijn gesteld. Op dit moment zijn dergelijke voorzieningen (zoals bijvoorbeeld kantoormeubilair, fietsenstalling, bedrijfsfitness op de werkplek) alleen vrijgesteld als ze ter beschikking worden gesteld.

Rente op restschuld 15 jaar aftrekbaar
Door de prijsdalingen op de huizenmarkt staan op dit moment veel huizen ‘onder water’. Bij verkoop houden huizenbezitters een restschuld over omdat de verkoopprijs van hun woning lager is dan het bedrag waarover de hypotheekrente mag worden afgetrokken (de eigenwoningschuld). Het kabinet heeft daarom besloten om de maximale periode voor aftrek van rente en kosten op restschulden met ingang van 1 januari 2015 te verlengen van 10 naar 15 jaar.

Dubbele renteaftrek blijft mogelijk
Wie een nieuwe eigen woning heeft gekocht maar tegelijkertijd nog een oude woning heeft, kan onder voorwaarden zowel de hypotheekrente voor de nieuwe woning als de oude woning aftrekken. Het moet dan gaan om een leegstaande voormalige eigen woning die te koop staat of een leegstaande toekomstige eigen woning. Er geldt een tijdelijke regeling die ervoor zorgt dat dubbele renteaftrek mogelijk is voor maximaal drie jaar (in plaats van twee jaar) na het jaar waarin de woning is verlaten. Deze regeling zou op 1 januari 2015 eindigen, maar wordt nu omgezet in een blijvende regeling.

Let op!
Na de beëindiging van de verhuur van de voormalige eigen woning is de hypotheekrente weer aftrekbaar tot maximaal 3 jaar na het jaar waarin u de woning hebt verlaten. Ook deze tijdelijke maatregel wordt per 1 januari 2015 omgezet in een blijvende regeling.

Kortingsregeling opname levensloop
Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling voor nieuwe gevallen afgeschaft. In het jaar 2013 gold dat mensen die hun volledige tegoed opnamen, maar over 80% belasting hoefden te betalen. Deelnemers die onder het overgangsrecht vallen en daar in 2013 geen gebruik van hebben gemaakt, krijgen een nieuwe kans in 2015. De 80%-regeling geldt ten hoogste voor het bedrag van de levensloopaanspraken op 31 december 2013.

Let op
Deze regeling geldt maar voor één jaar, en vervalt dus weer met ingang van 1 januari 2016.

Voorwaarden voor afkoop nettolijfrente
Vanaf 1 januari 2015 is mogen werknemers fiscaal voordelig pensioen opbouwen over een maximaal loon van € 100.000.
Boven deze € 100.000 mogen werknemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) over hun netto-inkomen zelfstandig bijsparen voor hun oudedagsvoorziening via een nettolijfrente. Voor het gespaarde bedrag geldt een vrijstelling in box 3. Het is mogelijk zo’n nettolijfrente eerder op te nemen. In dat geval wordt het belastingvoordeel teruggenomen. In het Belastingplan is opgenomen dat in het geval van (gedeeltelijke) afkoop van de nettolijfrente alsnog een bedrag in box 3 in aanmerking moet worden genomen. Dit bedrag is een forfaitaire benadering van het genoten box 3-voordeel. Hierbij geldt wel een tegenbewijsregeling om te voorkomen dat deze forfaitaire benadering onevenredig ruw uitwerkt.

Let op
Er komt ook een afzonderlijke vrijstelling in box 3 voor netto pensioenen. Daarbij is zo veel mogelijk aangesloten bij de regels van de Wet op de loonbelasting voor beschikbare premieregelingen.

Afkoop (bancaire) lijfrente bij arbeidsongeschiktheid
(Bancaire) lijfrenten waarvoor u aftrek heeft gehad in box 1 mogen niet worden afgekocht. Gebeurt dat wel, dan wordt bij wijze van straf bovenop de box 1-heffing een extra revisierente van 20% berekend. Deze ‘strafheffing’ geldt vanaf 1 januari 2015 niet als u de (bancaire) lijfrente geheel of gedeeltelijk laat afkopen omdat u langdurig arbeidsongeschikt bent geworden. U mag op dat moment nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Is het af te kopen bedrag hoger dan € 40.000, dan wordt de maximale afkoopsom getoetst aan uw inkomen van de voorafgaande twee jaren.

Herziening belastingstelsel
Naast het Belastingplan 2015 stuurde de staatssecretaris van Financiën een Kamerbrief met zijn keuzes voor een beter belastingstelsel naar de Tweede Kamer.
Hij maakte hierin duidelijk dat het kabinet toe wil naar een hernieuwd belastingstelsel dat de werkgelegenheid en economische groei bevordert. De ambitie is om met een stelselherziening 100.000 banen te creëren door de lasten op arbeid met 15 miljard euro te verlichten. Deze herziening moet ook het huidige systeem van belastingen sterk vereenvoudigen. Als eerste vereenvoudigingsstappen voor de komende jaren noemt de staatssecretaris de toeslagen en de autobelastingen. Andere maatregelen die de staatssecretaris nu al noemt en per 2016 in wil voeren zijn het verhogen van de aanslaggrenzen, het gedeeltelijk uit de loonbelasting halen van de dga, het schrappen van de middelingsregeling en het vereenvoudigen van pensioen in eigen beheer.

Door:
Alfa Accountants en Adviseurs

 



Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er