Beeldvormende methoden monitoren de activiteit van secundaire cariës na composietrestauratie

Beeldvormende methoden - 400

Korte-golf infrarood reflectie (SWIR), thermische beeldvorming en optische coherentie tomografie (OCT) kunnen worden gebruikt om de activiteit van secundaire cariës te monitoren naast een composietrestauratie, volgens een studie gepubliceerd in de Journal of Biomedical optics.

Ontstaan van secundaire cariës

De afgelopen jaren zijn tandartsen vaker bezig geweest met het vervangen van restauraties dan het maken van nieuwe. Als restauratiematerialen niet goed hechten aan de gezonde tandstructuur kan een randspleet ontstaan. Door deze randspleet kunnen vloeistoffen en bacteriële zuren infiltreren. Dit heeft als gevolg dat er secundaire cariës ontstaat naast een gemaakte restauratie.

Sterk gemineraliseerde transparante oppervlaktelaag alleen bij niet-actieve laesies

Een indicator dat laesies zijn gestopt als gevolg van remineralisatie is de vorming van een sterk gemineraliseerde transparante oppervlaktelaag op de buitenste lagen van de laesies. De aanwezigheid van deze laag remt de diffusie van vloeistoffen in en uit de laesie. Actieve laesies missen zo’n laag en hebben een veel hogere permeabiliteit. Daarom is de snelheid van waterdiffusie uit de laesie de mate van laesie-activiteit. Effectief gebruik van nieuwe optische diagnostische technologieën die gebruik kunnen maken van veranderingen in de lichtverstrooiing van carieuze tandstructuur en restauratiematerialen hebben een groot potentieel voor het diagnosticeren van secundaire laesies.

Onderzoek met menselijke tanden

Dr. Chang heeft verschillende methoden gevonden om secundaire cariës activiteit te monitoren. Ze analyseerden 63 geëxtraheerde menselijke tanden met in totaal 109 vermoedelijke secundaire laesies met behulp van SWIR en thermische beeldvorming tijdens uitdroging van het element. De dikte van de sterk gemineraliseerde transparante oppervlakte laag op de buitenste lagen van de laesies werd gemeten met OCT, waarbij met micro-CT beeldvorming de ernst en structuur van de laesie werd bekeken. De metingen met OCT en micro-CT zijn gecorreleerd met vloeistofverliespercentage gemeten met SWIR en thermische beeldvorming.

Korte golf infrarood (SWIR)

Wanneer korte-golf infrarood (SWIR) wordt gecombineerd met het luchtdrogen van het element, kan deze methode worden gebruikt om cariës te detecteren. Het doel van de studie is om de methoden te gebruiken om de snelheid van vochtverlies uit laesies tijdens uitdroging met lucht te meten om de laesie-activiteit te beoordelen. Omdat caviteiten poreus zijn en meer water vasthouden veranderen de infraroodmetingen rondom de cariës naarmate de tand uitdroogt.

Dikkere oppervlakte laag leidt tot een verminderde doorlaatbaarheid

De onderzoekers hebben ontdekt dat een dikkere transparante oppervlakte laag leidde tot een verminderde doorlaatbaarheid van de laesies. De bevinding geeft aan dat laesies mogelijk niet actief zijn bij een dikte van meer of gelijk aan 70 µm.

SWIR vs. Thermische beeldvorming

Uit de onderzoeken is gekomen dat SWIR beter presteerde dan thermische beeldvorming voor het beoordelen van de activiteit van secundaire cariës. Een overeenkomst is dat beide methoden de beste resultaten geven als het wordt gebruikt op laesies met een glad oppervlak. Deze bevindingen kunnen de diagnostische beeldvorming in de tandheelkunde bevorderen.

Bron:
Journal of Biomedical optics

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z