Henry Schein en Internet Brands starten joint venture: Henry Schein One

Henry Schein en Internet Brands starten joint venture: Henry Schein One

Henry Schein, Inc. en Internet Brands starten een joint venture voor de vorming van Henry Schein One. Het nieuwe bedrijf gaat geïntegreerde tandheelkundige technologie aanbieden waarmee de mondzorg kan profiteren van verbeteringen op het gebied van praktijkbeheer, marketing en communicatie richting de patiënt.

De transactie werd aangekondigd op 3 april 2018.

Technologische integratie in tandartspraktijken

Henry Schein One is een samenvoeging van de producten en diensten van Henry Schein Practice Solutions, zoals Dentrix®, Dentrix Ascend®, Easy Dental®, en TechCentralen de internationale systemen van Henry Schein voor tandartspraktijkbeheer, waaronder Software of Excellence®, Logiciel Julie, InfoMed®, Exan®, en Labnet,met de tandheelkundegerelateerde activiteiten van Internet Brands, waaronder webgebaseerde oplossingen zoals Demandforce®, Sesame Communications®, Officite® en DentalPlans.com®. De onderneming zal zich richten op het leveren van de meest geavanceerde technologie en productverbeteringen als antwoord op het huidige gebrek aan technologische integratie in tandartspraktijken.

“Met de vorming van Henry Schein One hebben we onze bedrijfsstrategie op tandheelkundig gebied op een hoger plan gebracht door leiders in tandheelkundige software en webgebaseerde applicaties bijeen te brengen om samen een krachtige, nieuwe motor te bouwen die tandartsen in staat stelt efficiënter te werken en waarmee zij zich nog meer kunnen richten op een hoogwaardige patiëntenzorg,” aldus Stanley M. Bergman, voorzitter van de directie en CEO van Henry Schein, Inc. “We zijn er vast van overtuigd dat de producten, diensten en oplossingen die wij leveren via onze gecombineerde expertise zullen leveren, van fundamenteel belang zijn voor wat beroepsbeoefenaars belangrijk vinden en wat van essentieel belang is voor de groeiende behoefte aan hun zakelijk succes.” 

Wereldwijde marktomzet

De gecombineerde entiteit, die de wereldwijde markt zal bedienen, had in 2017 een pro-forma-omzet van ongeveer $ 400 miljoen, waarvan ongeveer $ 100 miljoen voor rekening kwam van de tandheelkundegerelateerde activiteiten van Internet Brands. Henry Schein One verwacht aan het eind van haar derde jaar tussen de $20 miljoen en $30 miljoen aan jaarlijkse synergieën te hebben gerealiseerd. De financiële voorwaarden van de overeenkomst zijn niet bekendgemaakt.

Henry Schein heeft met meer dan 70% van de aandelen een meerderheidsbelang in de joint venture. Het senior management van zowel Henry Schein als Internet Brands zal zitting hebben in de directie van Henry Schein One.

“Het is de visie van Henry Schein om technologische innovatie te leveren om elk aspect van praktijkbeheer te verbeteren,” aldus Harding. “Wij zijn voornemens om onze bestaande en toekomstige portefeuille van praktijktechnologie en praktijkproducten met elkaar te verbinden zodat ze samen werken als één geïntegreerd systeem zodat meer taken kunnen worden geautomatiseerd en de digitale workflow eenvoudiger wordt.”

 

Lees meer over: Markttrends, Praktijkautomatisering, Producten, Thema A-Z
Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Tijdens Europerio9 in Amsterdam werd de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis gepresenteerd door de American Academy of Periodontology en de European Federation of Periodontology.

De laatste classificatie dateert uit 1999. Hoog tijd voor een nieuwe classificatie, want sinds die tijd heeft de wetenschap niet stilgestaan. Bij de nieuwe classificatie wordt er niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit gekeken zodat technologische, chirurgische en medicatieve mogelijkheden kunnen worden toegepast. De implicatie van het management van risicofactoren wordt daarin meegenomen. De nieuwe classificatie is gericht op preventie.

Waarom classificaties?

Classificaties moeten het mogelijk maken om op internationaal en wetenschappelijk niveau als professionals en wetenschappers onder elkaar te kunnen communiceren. Met de nieuwe classificaties kunnen eenvoudig populatie surveys worden opgezet en afgenomen over de prevalentie van tandvleesziekten. Ook voor de patiënten zelf zijn classificaties nodig om helder aan te kunnen geven in welk stadium hun ziekte is en hoe ernstig dit is.

De nieuwe classificatie geeft de mogelijkheid om complexe casussen te identificeren en te managen. Daarnaast geeft het recent opgeleide tandartsen met interesse in parodontologie, mondhygiënisten en parodontologen de toegang om aansluitende therapie toe te passen om een gezonde mond te behouden. De verouderde classificatie bleek bij 25% van de patiënten insufficiënt te zijn. De nieuwe classificatie is erop gebaseerd dat niet iedereen hetzelfde reageert op de biofilm en therapie. Hierbij is ervan uitgegaan dat men nog te weinig weet van bacteriën om te zeggen welke bacterie wat precies veroorzaakt. Ook kan het aantal bacteriën niet exact worden voorspeld en of er sprake is van ontsteking. In de wetenschap worden wel hiervoor stappen gezet, maar men is nog niet zo ver.

Classificatie in hoofdlijnen

De classificatie is nu opgesplitst in:

  • Parodontale ziektes en condities
  • Peri-implantaire ziektes en condities

De parodontale ziektes en condities worden opgesplitst:

  • Parodontale gezondheid, ziekte en condities van de gingiva
  • Parodontitis
  • Andere condities die het parodontium schaden

Peri-implantaire ziektes en condities worden opgesplitst in:

  • Peri-mucositis
  • Peri-implantitis
  • Peri-implantaire zachte en harde weefsel deficiënties

Definitie van gezondheid

Om parodontale gezondheid en ziekte en conditie van de gingiva op te kunnen splitsen moest eerst duidelijk worden wat men onder gezondheid en parodontale gezondheid verstaat. Voor de definitie van gezondheid is de definitie van World Health Organization (WHO) aangehouden. Uiteindelijk is dit vertaald naar parodontale gezondheid met een holistische benadering:

“Een staat die vrij is van ontsteking van het parodontium waarbij het individu normaal kan functioneren en waarbij fysieke of mentale consequenties niet aanwezig zijn door actuele ziekte of ziekteverleden.”

Uiteindelijk werden parodontale gezondheid en ziekte opgesplitst in:

  • Een gezond parodontium, gezonde gingiva
  • Biofilm gerelateerde gingivitis
  • Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

Maar bestaat een gezond parodontium eigenlijk wel? Het is erg zeldzaam, want binnen 24 uur aanwezigheid van de biofilm is het weefsel eigenlijk al in staat van ontsteking. Het lijkt wel iets wat enkel in boeken bestaat. De anatomie is dan absoluut perfect. En heeft iemand met slechts twee puntbloedingen gingivitis? Dit soort discussies werden gehouden. Uiteindelijk strandde de discussie in de volgende definitie van een gezond parodontium:

“Een afwezigheid van klinisch detecteerbare ontsteking.”

Gingivitis

Bij gingivitis zijn er geen pockets te detecteren (m.u.v. pseudopockets waarbij de pocketsonde de glazuur-cementgrens niet passeert) dieper dan 3 mm. Ook röntgenfoto’s laten geen botverlies zien. Als grens wordt een bloedingsindex (BoP) van < 10% aangehouden, wil men spreken van (lokale) gingivitis. Vanaf 30% is er geen sprake meer van lokale gingivitis, maar van gegeneraliseerde gingivitis. Bij een BoP van minder dan 10% is er geen sprake van gingivitis, maar een gezonde situatie.

Een klinisch gezonde gingiva kan voorkomen in een intact parodontium, maar ook in een gereduceerd parodontium. Bijvoorbeeld bij stabiele paro-patienten en patiënten die nooit parodontitis hebben gehad maar bijvoorbeeld poetstrauma hebben. Een intact parodontium is echter een parodontium waar geen tekenen zijn van verlies van aanhechting en/of botverlies. Gingivitis is de staat van ontsteking die omkeerbaar is naar een gezonde situatie.

Beïnvloedende en modificerende factoren voor biofilm gerelateerde gingivitis

  • Plakretentie factoren als tandanatomie en restauratieranden
  • Monddroogheid door verlaagde speekselflow en/of verlaagde speekselkwaliteit

Systemische risicofactoren zijn:

  • Roken
  • Metabolische factoren (hoge bloedsuiker waardes)
  • Voedingsfactoren
  • Medicijnen
  • Hormonen (puberteit, zwangerschap)
  • Hematologische condities

Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

  • Genetische / aangeboren afwijkingen
  • HGF
  • Juvenile Hyaline Fibromatosis
  • Sebaceous Naevus of Jadessohn
  • Specifieke infecties
  • Gingivale Herpes Simplex
  • Molluscum Contegeosum
  • Histolplasma Capsulatum
  • Conditie van verlaagde afweer en immuniteit
  • Disseminated pyogenic granuloma
  • Plasma Cell Gingivitis
  • C1 -esterase inhibitor dysfunction
  • Erosieve Lichen Planus
  • Erythema Multiforme
  • Systemische Lupus Erythematosis
  • Reactieve processen (Epulides)
  • Fibroom epulis
  • Vasuclaire epulis
  • Zwangerschapsepulis
  • Peripheral gaint cell granuloma
  • Neoplasma
  • Non-Hodgkins Lympoma
  • Chondrosarcoma
  • Squamous cell carcinoma
  • Proliferative verrucous leukoplakia
  • Endocriene, nutritie en metabolische afwijkingen
  • Giant cell tumour van bot
  • Scheurbuik
  • Trauma laesies
  • Cocaïne veroorzakende necrose
  • Poetstrauma
  • Gingivale pigmentatie
  • AZT pigmentatie
  • Rokers melanosis

Parodontitis

In de oude classificatie stond de diagnose ‘agressieve parodontitis’. Er is echter geen enkel bewijs van een specifieke pathologie dat een onderscheid zou maken tussen agressieve en chronische parodontitis of een solide protocol waarin verschillende therapieën voor deze voorgenomen verschillende parodontitis soorten staan beschreven. Wetenschappelijke data ondersteunen niet het idee dat agressieve parodontitis en chronische parodontitis twee verschillende ziektes zouden zijn. Deze twee soorten parodontitis zijn dus ook niet meer terug te vinden in de classificatie.

Parodontitis is daarom nu op te splitsen in:

  • Necrotiserende parodontale ziekten
  • Parodontitis
  • Parodontitis als manifestatie van systemische ziekte

Necrotiserende parodontale ziektes zijn:

  • Necrotische gingivitis
  • Necrotische parodontitis
  • Nectrotische stomatitis

In het geval van parodontitis zijn er pockets te meten van meer dan 3mm bij 2 of meer elementen en komt de sonde onder de glazuur-cementgrens uit. Er is mogelijk (!!) botverlies waarneembaar op röntgenfoto’s, maar ook bij een gezond gereduceerd parodontium kan er botverlies op foto’s te zien zijn.

Parodontitis is een chronische multifactoriële ontstekingsziekte geassocieerd met bacteriële dysbiose en wordt gekarakteriseerd door een progressieve destructie van de tand-ondersteunende weefsels. Er is sprake van botverlies, pockets en bloeding en andere oorzaken (hieronder beschreven) zijn uitgesloten.

Andere condities die het parodontium kunnen schaden en niet ‘parodontitis’ zijn te noemen zijn:

  • Systemische ziekte of condities die de steunende weefsels aandoen
  • Parodontale abcessen en endodontische parodontale laesies
  • Mucogingivale afwijkingen en condities
  • Traumatische occlusie en fracturen
  • Tand- en prothetisch gerelateerde factoren

Recallfase

De zwaarte van de parodontitis alleen, zoals beschreven in de oude classificatie, doet geen recht aan de complexiteit van ziektemanagement en therapeutisch succes, het risico van verdere progressie en het potentieel van inferieure behandeluitkomsten.

Parodontitis is na therapie op te splitsen in:

  • Stabiele situatie
  • Geringe tandvleesontsteking
  • Niet stabiele situatie van terugkerende parodontitis

De situatie is stabiel als er geen pockets van 4 mm of dieper zijn te meten (m.u.v. pseudopockets) met bloeding. Ook hier ligt de grens van PoB van < 10 %. Op de foto kan botverlies waarneembaar, zowel in een stabiele situatie als in een onstabiele situatie.

Fase and stage

Naast deze categorieën is parodontitis op te delen in:

  • Fase (staging)
  • Gradatie (grading)

Staging classificeert de ernst en omvang van het actuele weefselverlies. Nieuw is hierbij dat het verlies van elementen door parodontitis wordt meegenomen. Ook het niveau van complexiteit is erin gebouwd om op lange termijn te kunnen managen op functie en op esthetiek.

Bij de grading zijn vier biologische dimensies ingebouwd:

  • De historie van parodontale progressie
  • Het risico van toekomstige progressie
  • Anticipatie op inferieure behandelresultaten
  • Het risico dat de ziekte of de behandeling ervan een negatief effect heeft op de algehele gezondheid van de patient

De gradatie kan in een schema worden afgezet ten opzichte van de fase om een individuele fase en gradatie toe te kennen. We kennen Grade A, B en C en Stage I,II,III en IV.

Stage I:  beginnende parodontitis:

  • Ernst: maximaal 1-2mm botverlies; radiografisch < 15%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 4mm, vooral horizontaal botverlies

Stage II: gematigde  parodontitis

  • Ernst: maximaal 3-4 mm botverlies: radiografisch 15-33%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 5 mm, vooral horizontaal botverlies

Stage III: ernstige parodontitis met risico op tandverlies

  • Ernst: 5 mm of meer botverlies; radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 4 of meer elementen verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 6mm, verticaal botverlies van maximaal 3mm, furcaties van I of II, gematigde botdefecten

Stage IV: voortgeschreden parodontitis met tandverlies en risico op gebitsverlies

  • Ernst: 5mm of meer botverlies, radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 5 elementen of meer verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit : de complexiteit van stage III, mobiliteit van 2 of meer, migratie, extrusie, minder dan 10 occluderende paren, kauwdisfunctie, ernstige botdefecten

Bij elke stage wordt beschreven of het gaat om een gelokaliseerd probleem (minder dan 30% van de elementen zijn betrokken), een gegeneraliseerd probleem of molaar-incisief patroon.

Grade A

Afgelopen 5 jaar was er geen sprake van botverlies, het percentage van botverlies per jaar is < 0,25, er is veel tandsteen/plak maar weinig destructie, niet-roker, geen diabeet.

Grade B

<2mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar 0,25-1, destructie, gemiddeld tandsteen/plak, rookt <10 sigaretten per dag, HbA1C < 7,0% bij een diabeet.

Grade C

2 of meer mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar is 1,0, de destructie is meer dan je zou verwachten gezien het volume tandsteen/plak, bewijs dat er perioden zijn van snelle progressie en/of early-onset, verwachting dat therapie onvoldoende zal aanslaan, rookt 10 of meer sigaretten per dag, HbA1c van 7,0% of meer bij een diabeet.

Management

Patiënten met milde of gematigde parodontitis (stage I en II, Grade AB of C) kunnen een standaard parodontale behandeling aangeboden krijgen via het paroprotocol. Ernstige of voortgeschreden parodontitis (grade III en IV, Grade AB of C) valt onder een complexe en/of multi-disciplinaire behandeling. De gradatie kan aan worden gepast na initiële therapie en/of andere veranderingen.

De classificatie is gepubliceerd in de Journal of Clinical Periodontology 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing over de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis tijdens Europerio9 in Amsterdam.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
inspectie

De inspectie op bezoek, wat nu?

Weet u wat u kunt verwachten als de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugdzorg bij u langs komt? Welke bevoegdheden heeft de inspectie en hoe bereidt u uw praktijk er op voor? Joan van der Ven, senior adviseur gezondheidsrecht bij de KNMT, vertelde erover tijdens Praktijk Anno Nu.

Wat cijfers

Uit het jaarverslag Jaarbeeld 2016 van de IGZ blijkt dat de Inspectie in 2016 340 meldingen over mondzorg heeft ontvangen, waarvan 10 over calamiteiten gingen. Afgelopen jaar heeft de inspectie 23 rapporten over mondzorg uitgebracht.

In totaal (dus niet alleen in de mondzorg) heeft de inspectie in 2016 530 volledig aangekondigde bezoeken afgelegd, 1183 volledig onaangekondigde en 1002 met onaangekondigde elementen.

Bij het Landelijk Meldpunt Zorg zijn in 2016 31 meldingen van burgers over mondzorg binnengekomen. Ongeveer een op de vijf meldingen wordt doorgegeven aan de inspectie om te onderzoeken. Een klacht van een burger kan dus bij de inspectie terechtkomen. Als er over een praktijk verschillende meldingen binnenkomen, wordt dit vaak als signaal doorgegeven aan de inspectie.

Waarom komt de inspecties langs?

De inspectie kan om verschillende redenen aangekondigd of niet aangekondigd langskomen. Bij risicotoezicht gaat het om het pro-actief en periodiek verzamelen van in- en externe informatie om zicht te krijgen op risico’s die patiënten lopen. De inspectie heeft een database met allerlei cijfers die verzameld worden op grond van signalen en bezoeken. Uit analyse van deze gegevens bleek bijvoorbeeld dat het KEW-dossier vaak niet op orde is. Dat vindt ze dan een risico en dan wordt het betrokken bij het toezicht.

Bij incidententoezicht is er altijd een concrete aanleiding of melding naar aanleiding waarvan de inspectie langskomt.

Verplichte melding

Als er zich een calamiteit voordoet in uw praktijk, ben u verplicht dat bij de inspectie te melden.

Ook als er meldingen van patiënten binnenkomen, moet de inspectie dat onderzoeken. Niet alle meldingen leiden tot een bezoek. De meeste bezoeken van de inspectie leiden ook niet tot een bericht in de media.

Wat mag de inspectie?

De inspectie mag zonder toestemming van de praktijkhouder de praktijk betreden. De inspectie mag ook zonder toestemming van de patiënt het patiëntendossier inzien. Iemand die geen medewerking verleent aan de inspectie is mogelijk strafbaar.

Opsporingsambtenaren in dienst bij de IGJ i.o. hebben meer bevoegdheden dan een inspecteur. Deze opsporingsambtenaren worden vooral bij economische delicten ingezet, zoals fraude met declaraties.

Wettelijke basis

De bevoegdheden van de inspectie zijn vastgelegd in verschillende wetten. In de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is opgenomen dat de met toezicht belaste ambtenaren bevoegd zijn tot inzage van de patiëntendossiers. De inspecteur heeft vervolgens dezelfde geheimhoudingsplicht als de tandarts. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) geeft aan dat in geval van een praktijk aan huis, de inspecteur wel de praktijk mag betreden, maar niet het deel dat als woning dient. Ook in deze wet staat dat een inspecteur patiëntendossiers mag inzien en verplicht is tot geheimhouding.

In de Gezondheidswet (Gzw) staat eveneens vermeld dat ambtenaren bevoegd zijn tot inzage van de dossiers, onder geheimhouding. Tenslotte is in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vastgelegd dat een inspecteur plaatsen en gebouwen mag betreden, informatie mag opvragen en onderzoek mag doen.

Bij bezoek door de inspectie

Het is goed om op een bezoek door de inspectie voorbereid te zijn. Zorg ervoor dat er een protocol is, dat door het (balie)personeel te raadplegen is. Hierin moet zeker ook een noodnummer staan dat gebeld kan worden als de praktijkhouder niet aanwezig is.

Als een inspecteur zich meldt, is het raadzaam om een identificatiebewijs en de reden voor het bezoek te vragen. Als er van te voren wordt gebeld, kunt u het beste het telefoonnummer en de naam van degene die belt vragen en dan terugbellen naar het algemene nummer van de inspectie om er zeker van te zijn dat het echt om de inspectie gaat.

Werk altijd mee aan het bezoek. Ga met de inspecteur in een ruimte zitten waar geen patiëntendossiers op tafel liggen of iets anders waar hij iets van kan vinden.

Als er sprake is van een strafbaar feit, krijg je ‘cautie’: er is sprake van verdenking van een strafbaar feit. In dat geval doet u er verstandig aan juridisch advies in te winnen bij de beroepsorganisatie of een advocaat.

Instellingsrapport

Tijdens het bezoek kijkt de inspectie door de bril van de patiënt, want de patiënt verdient goede zorg. De inspecteur loopt rond en stelt vragen aan zorgverleners en bestuurders. Het verslag van een bezoek is te lezen in het zogenaamde instellingsrapport, dat altijd een vaste opbouw heeft.

Aan de hand van de geconstateerde risico’s wordt een conclusie opgenomen. Op grond hiervan kan een maatregel of bevel worden vastgesteld, variërend in zwaarte.

Als praktijk heeft u de mogelijkheid op het instellingsrapport te reageren, u heeft ook mogelijkheden om bezwaar te maken of verbetermaatregelen te nemen om een gegeven bevel op te heffen.

Toetsingskader

De KNMT krijgt vaak de vraag of ze een checklist kan maken met de punten waaraan een praktijk moet voldoen. De KNMT kan tandartspraktijken echter niet helpen om 100% ‘inspectieproof’ te worden, want de inspectie vertelt aan niemand wat ze allemaal bekijkt. Wat de KNMT wel kan doen, is vertellen waar de inspectie op kán letten, welke toetsingskaders er zijn.

Een toetsingskader wordt gevormd door de wet- en regelgeving, richtlijnen, (beroeps)normen en standaarden: de regels waarvan de inspectie vindt dat de tandarts zich aan moet houden.

De inspectie haalt ook informatie uit de richtlijnen voor de mondzorg. Als een beroepsgroep onvoldoende heeft geregeld, kijkt de inspectie in een vergelijkbare beroepsgroep en maakt zelf een toetsingskader.

Mr. Joan van der Ven is senior adviseur gezondheidsrecht bij de KNMT. Daarnaast geeft ze gastcolleges gezondheidsrecht en kwaliteitsbeleid aan de drie opleidingen Tandheelkunde en is ze coauteur van de artikelserie ‘Tandheelkunde en gezondheidsrecht’ in het Nederlandse Tijdschrift voor Tandheelkunde.

Verslag door Yvette in ’t Velt van de lezing door Mr. Joan van der Ven ‘De IGZ op bezoek, wat nu?’ op Praktijk Anno Nu. Op 8 december 2018 vindt de vijfde editie van Praktijk Anno Nu plaats.

Lees meer over: Congresverslagen, Inspectie, Kennis, Thema A-Z
Van Asperen Tandheelkunde wint De Beste Tandarts van Nederland

Van Asperen Tandheelkunde wint De Beste Tandarts van Nederland

Op maandag 4 juni werd bekendgemaakt dat Van Asperen Tandheelkunde uit Bolsward (Friesland) de titel De Beste Tandarts van Nederland heeft gewonnen in RTL4 programma ‘De Beste van Nederland’. In het programma’s streden ondernemers uit verschillende beroepsgroepen door middel van persoonlijke vlogs om de titel van de beste in hun categorie.

Stemmen winnen met vlogs

Naast tandartsen namen in het programma ook beautysalons, dansscholen, delicatessenwinkels, fietsspecialisten, groentespecialisten en uitstapjes het tegen elkaar op. Binnen elke beroepsgroep nemen ondernemers in de verschillende provincies het tegen elkaar op. Elke deelnemer moest door middel van leuke en opvallende vlogs proberen om zoveel mogelijk stemmen onder de kijkers binnen te halen. De ondernemer met de leukste vlog, en dus met het meeste stemmen, won uiteindelijk de titel.

Henk van Asperen, oprichter van de tandartspraktijk Van Asperen Tandheelkunde: “Het is bijzonder om genomineerd te worden en ook nog eens de winst binnen te halen. Hier kunnen wij als team trots op zijn. Namens alle medewerkers van Van Asperen Tandheelkunde bedanken wij alle stemmers die de praktijk naar deze titel hebben geholpen. Zonder jullie was het niet gelukt.”

Bron:
www.debestevannederland.tv

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
eten, burgers

Slechte diëten kunnen bijdragen aan tandvleesaandoeningen

Een nieuwe studie heeft aangetoond dat voeding een impact kan hebben op parodontale aandoeningen en de behandeling hiervan. De studie werd gepresenteerd tijdens Europerio9.

Het is bekend dat iemands dieet een grote invloed kan hebben op verschillende ontstekingsziekten. De laatste jaren is er ook steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijke rol van voeding bij parodontale aandoeningen, waaronder door Prof. Iain Chapple en zijn team, van de University of Birmingham.

Invloed op tandvleesaandoeningen

Parodontitis is een complexe aandoening, die wordt veroorzaakt door tandplak, gecombineerd met andere factoren. Deze factoren kunnen genetisch zijn, maar kunnen ook worden veroorzaakt door het milieu waarin iemand woont of een bepaalde levensstijl. Aangezien voeding cruciaal is voor het leveren van energiebronnen door middel van macro- en microvoedingsstoffen, zou ook voeding een invloed kunnen hebben op tandvleesaandoeningen. Dit zou te maken kunnen hebben met oxidatieve stress.

Het is bekend dat verhoogde oxidatieve stress schade kan aanrichten aan verschillende cellulaire en moleculaire gebeurtenissen, en dat verhoogde oxidatieve stress kan voort komen uit een normaal cellulair metabolisme, maar ook uit een hoge suiker- of vetinname.

Parodontale ontstekingen

Eerdere studies maakten gebruik van een experimenteel gingivitis model om meer bloedingen aan te tonen op het moment dat patiënten een dieet met veel koolhydraten kregen, tegenover een suikerarm dieet. Zoals verwacht werd hierbij ook meer tandplak zichtbaar. Echter, tandvlees bloeding werd juist verminderd van 35 naar 13 procent. Deze resultaten tonen aan dat voeding waarschijnlijk inderdaad een rol speelt bij parodontale ontstekingen.

Door een beperkte inname van suiker en vet kan het niveau van oxidatieve stress en daarmee ontsteking worden verminderd. Daarnaast kan ook het consumeren van voedsel rijk van antioxidanten en vitamines, zoals groene groenten (broccoli, spinazie etc.), bessen (blauwe bessen, cranberries, aardbeien etc.), rode bonen, rode wijn en pure chocola, gunstig zijn. Hierbij is het wel belangrijk dat individueel wordt gekeken naar het meest geschikte dieet, aangezien dit per persoon kan verschillen.

Al met al kan het nuttigen van de juiste voeding helpen bij het verminderen van ontstekingen zoals parodontitis. Hierbij is het echter heel belangrijk om per individu naar de genetische achtergrond te kijken. Echter, het is veilig om te zeggen dat het voor iedereen een goed idee is om meer visolie, vezels, fruit en groenten te eten, en minder suiker en vet, om de kans op parodontitis te verkleinen.

Bronnen:

  1. Europerio9, Abstract 2774 The role of nutrition: Boost or damage of immune system? Iain Chapple. To be presented at the Team Session on the Role of Nutrition on 22 June.
  2. Chapple ILC, Milward MR, Dietrich T. The prevalence of inflammatory periodontitis is negatively associated with serum antioxidant concentrations. J Nutrition. 2007: 137; 657-664
    Amarasena et al, 2005, J Clin Perio 32; 93-97
    Amaliya et al, 2007, J Clin Perio 34, 299-304
    Linden et al, 2009, J Clin Perio 36, 843-849
  3. Allen EA, Matthews JB, O’Halloran D, Griffiths H, Chapple ILC. Oxidative and Inflammatory status in Type 2 Diabetes Patients with Periodontitis. J Clin Periodontol 2011: 38; 894-901. doi: 10.1111/j.1600-051X.2011.01764.x
    Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
  4. Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
    Chapple ILC. Potential mechanisms underpinning the nutritional modulation of periodontal inflammation. JADA. 2009: 1402; 178-184.
  5. Sidi & Ashley 1983: J Periodontol 55: 419-423.
  6. Baumgartner  S et al, 2009. The Impact of the Stone Age Diet on Gingival Conditions in the Absence of Oral Hygiene. J Periodontology 80, 759-768.
  7. Ceriello et al 2008, Diabetes 57: 1349-1355
    Esposito et al 2008, J Clin Endocrinol Metab 93: 1345-1350.
  8. Chapple et al 2011. Adjunctive daily supplementation with encapsulated fruit, vegetable and berry juice powder concentrates and clinical periodontal outcomes: A double-blind RCT. J Clin Periodontol 39; 62-72
  9. Leung et al 2009. FASEB Journal, 23 (4). pp. 1041-1053.
Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
3D printen in de restauratieve tandheelkunde

3D printen in de restauratieve tandheelkunde

Onderzoekers uit Oregon hebben onderzocht of 3D geprinte materialen voor gebitten gebruikt zouden kunnen worden, in plaats van twee provisionele materialen. Uit de resultaten bleek dat de preciesheid van 3D printers niet altijd optimaal is, maar dat de materialen wel voldoende kwaliteit bieden om als goede vervanging te dienen.

Nieuwe mogelijkheden

De introductie van de CAD/CAM systemen hebben vele nieuwe mogelijkheden gebracht, onder andere op het gebied van de restauratieve tandheelkunde. Tot heden bestond er echter weinig onderzoek naar welke eigenschappen van 3D geprinte restauratieve tandheelkundige materialen nou eigenlijk bruikbaar zijn in de mond van de patiënt.

Vergelijkend onderzoek

Om die reden besloot Anthony Tahayeri, afdeling restauratieve tandheelkunde aan de Oregon Health & Science University School of Dentistry in Portland, om samen met zijn team commercieel beschikbaar 3D geprint tandheelkundig materiaal te bestuderen en te vergelijken met twee veelgebruikte provisionele materialen. Het doel van het onderzoek was om uit te vinden of nieuwe 3D geprinte polymeren de nodige eigenschappen hebben om deze materialen eventueel te kunnen vervangen.

De onderzoekers printten 25 x 2 x 2-mm samples met de FormLabs 1+ stereolithografie 3D printer, met vier verschillende hoeken: 0, 15, 45 en 90 graden. De geprinte samples werden vergeleken met twee provisionele materialen: Integrity Temporary C&B materiaal en Jet.

Positieve uitkomst

De preciesheid van de samples toonde een directe correlatie met de hoek waarin werd geprint: de 90 graden hoek gaf significant de laagste error, gevolgd door de 0 graden hoek. Er bleek geen directe correlatie te zijn tussen de dikte van de print laag en de elasticiteit. Vervolgens werd gevonden dat de module van de 3D samples vergelijkbaar was met de Jet samples, maar significant lager was dan de Integrity samples. De elasticiteit bleek vergelijkbaar. Daarnaast bleek dat de 3D-geprinte samples een hoger niveau van conversie hebben dan Integrity en Jet. Dit is positief, aangezien een lagere conversie betekent dat het materiaal mechanische fouten bevat en eerder verkleurt.

Verder onderzoek

Al met al kunnen 3D geprinte materialen dus goed worden gebruikt voor de restauratieve tandheelkunde. Wel moet dit onderwerp nog verder worden onderzocht, en zou de preciesheid van de 3D printers moeten verbeteren, om deze echt veelvoudig in de praktijk te kunnen gaan gebruiken.

Bron:
Dental Materials

Lees meer over: 3D-printen, Thema A-Z
wijn - rode wijn

Drinken rode wijn goed voor mondgezondheid

Volgens een nieuwe studie zou het drinken van rode wijn nog wel eens goed voor je mondgezondheid kunnen zijn. De chemicaliën in deze drank, polyfenolen, helpen namelijk te voorkomen dat bacteriën aan het tandvlees blijven kleven.

Minder risico op tandplak en tandvleesaandoeningen

Het onderzoek, geleid door Dr. Victoria Morena-Arribas van het Institute of Food Science Research in Madrid, onderzocht twee specifieke polyfenolen in rode wijn: caffeic en p-coumaric zuur. Beiden bleken effectief te voorkomen dat schadelijke bacteriën, zoals Streptococcus mutans en Porphyromonas gingivalis, vast gingen zitten aan het tandvlees – iets wat vaak een grote rol speelt bij het ontwikkelen van tandplaque en/of tandvleesaandoeningen. Dezelfde polyfenolen zijn te vinden in koffie, druivensap en cranberry sap. De laatste twee bevatten echter wel suiker en fruitzuur, wat juist weer slecht is voor het gebit.

Rode wijn drinken blijft slecht

Helaas moedigt het artikel desondanks deze bevindingen niet aan om meer wijn te gaan drinken. Professor Naveed Satar, professor in metabolische medicijnen aan de University of Glasgow en coauteur van deze studie: ‘Er bestaat geen goed bewijs dat het drinken van wijn goed is voor de gezondheid in zijn algemeenheid. In tegenstelling, uit steeds meer studies blijkt dat hoe minder alcohol iemand drinkt, hoe kleiner het risico is op het ontwikkelen van ziektes of zelfs vroegtijdig overlijden. Daarom moet de conclusie van deze studie niet worden gezien als een aanmoediging om meer rode wijn te drinken.’

Bron:
Journal of Agricultural and Food Chemistry 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Henry-Schein-samenwerking-ICD

Henry Schein gaat samenwerken met International College of Dentists

Henry Schein start een samenwerking met het International College of Dentists (ICD) door exclusief partner te worden voor de evenementen rondom het 100-jarige jubileum van de organisatie.

Eerste honderd jaar

ICD (Honoring the World’s Leading Dentists Since 1920™) organiseert een reeks bijzondere evenementen met als thema “het vieren van de eerste honderd jaar.” Deze zullen verspreid over 2020 plaatsvinden en eindigen met een gala tijdens de ICD 2020 International Council meeting op 13 november 2020, in Nagoya, Japan.

Henry Schein Cares

Via Henry Schein Cares, het programma voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, gaat Henry Schein samenwerken met ICD bij wijze van eerbetoon aan de indrukwekkende en waardevolle bijdragen van zijn leden en om het bereik van beide organisaties op het gebied van onderwijs, training en humanitaire initiatieven te vergroten. De nieuwe overeenkomst leidt ook tot verlenging van de reeds vier jaar durende betrokkenheid van Henry Schein bij het Global Visionary Fund (GVF) van ICD, een liefdadigheidsfonds dat in 2013 werd opgericht ter bevordering van de tandheelkundige volksgezondheid en de beroepsgroep. Met de bijdragen van Henry Schein Cares biedt GVF financiële ondersteuning aan ICD Fellows en andere vrijwilligers die liefdadigheidswerk verrichten. Het accent ligt hierbij op humanitaire projecten op het gebied van tandheelkundige zorg en doorlopende initiatieven op het gebied van tandheelkundige voorlichting. GVF steunt vooral projecten die aantonen dat duurzame verbetering van de tandheelkundige gezondheid over de hele wereld mogelijk is.

“Dit wordt wereldwijd een bijzonder evenement voor zowel de leiding van de organisatie als onze leden die zich gezamenlijk inzetten voor een indrukwekkend jaar vol feestelijkheden, collegialiteit en kameraadschap”, aldus Dr. Dov Sydney, algemeen voorzitter voor de jubileumactiviteiten, International Editor en Director of Communications van ICD.”

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Tandarts maakt meer fouten bij angstige patiënt

Tandarts maakt meer fouten bij angstige patiënt

Een Italiaans onderzoek onder studenten tandheelkunde heeft uitgewezen dat een tandarts het onbewust ruikt als zijn patiënt bang is. Gevolg van een patiënt met angstzweet in de stoel: de tandarts maakt meer fouten.

T-shirts

Het onderzoeksteam wilde nagaan of iemands angst door zijn lichaamsgeur kan worden waargenomen. Er werd gekozen voor studenten tandheelkunde als proefpersonen, omdat tandartsen veel angstige patiënten in hun stoel krijgen. Er werd aan 24 studenten gevraagd om twee T-shirts af te staan: een dat was gedragen tijdens een stressvol examen en een tijdens een rustig college.

De T-shirts werden overgoten met een chemische stof om de lichaamsgeur te maskeren, waardoor het onmogelijk werd om de geur bewust te ruiken. Vervolgens werden de T-shirts gedragen door mannequins tijdens een tandheelkundige behandeling door andere studenten.

Fouten

Tijdens het uitvoeren van de tandheelkundige behandeling werden de studenten beoordeeld door examinatoren. Opvallend was dat de studenten beduidend slechter presteerden bij de mannequins die gekleed waren in de T-shirts die gedragen waren in de stressvolle situatie. Verklaring hiervoor kan zijn dat de geur van angst dezelfde emoties kan opwekken bij mensen die het onbewust ruiken.

Nader onderzoek

Het is niet duidelijk of volledig opgeleide tandartsen even gevoelig zijn voor lichaamsgeur als studenten. Nader onderzoek zal dit moeten uitwijzen. In dat geval zouden tandartsen bewust gemaakt moeten worden van dit effect, zodat de patiëntzorg kan verbeteren.

Bron:
Oxford Academic 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Nieuw opgericht: Europese Vereniging voor Keramische Implantologie (ESCI)

Nieuw opgericht: Europese Vereniging voor Keramische Implantologie (ESCI)

Neutraal, wetenschappelijk onderbouwd, hoge kwaliteit en zonder winstoogmerk. Dat zijn de vier kernwaarden waar ESCI, de nieuwe Europese Vereniging voor Keramische Implantologie, op zal gaan bouwen. De vereniging werd in november 2017 opgericht in Zürich en stelt zich nu open naar het publiek toe.

‘Met de ESCI willen wij de bewezen en wetenschappelijk verantwoorde toepassing van keramische implantaten bevorderen en in de markt zetten als een nuttige aanvulling op titanium implantaten,’ aldus Jens Tartsch, medeoprichter en voorzitter van ESCI.

Ontwikkeling keramische implantaten

Op dit moment zijn keramische implantaten een van de snelst groeiende en meest innovatieve ontwikkelingen op tandheelkundig gebied. Dit is mede te danken aan de grote interesse in metaalvrije restauratie mogelijkheden vanuit patiënten. Daarnaast is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat keramische implantaten net zo succesvol kunnen zijn als titanium implantaten. Deze bevinden moeten echter nog wel als correct worden beoordeeld, en worden geclassificeerd als bruikbaar voor tandartspraktijken. Om dit te doen worden keramische implantaten momenteel nog verder onderzocht.

Onderzoek naar bredere implementatie

De ESCI is opgericht om neutraal en wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar de verdere implementatie van keramische implantaten, om zo tot een bredere acceptatie in heel Europa te komen. De vereniging bestaat uit wetenschappelijk erkende, ervaren en gerenommeerde deskundige, zowel van praktijken en universiteiten, als van partners zoals de Straumann Group, Camlog, Nobel Biocare, Z-Systems en Zeramex.

Adviesraad ESCI

De adviesraad van ESCI komt minstens eenmaal per jaar samen om het College van Bestuur te kunnen adviseren. Prof. Ralf Kohal (DE), prof. Jérôme Chevalier (FRA), dr. Med. Habil. Michael Gahlert (DE), prof. Mutlu Özcan (CH), prof. Corrado Piconi (IT) en dr. Med. Curd Bollen (NL) nemen plaats in de adviesraad.

European Congress for Ceramic Implantology

Daarnaast zal de ESCI een jaarlijks congres (European Congress for Ceramic Implantology) organiseren. In 2019 zal de eerste editie hiervan plaatsvinden.

Bron:
ESCI-online.com

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Implantologie: een samenspel tussen prothetiek en chirurgie

Implantologie: een samenspel tussen prothetiek en chirurgie

Veel tandartsen implanteren niet maar willen wel zelf de kronen op implantaten maken. Verslag van de NSOI workshop Implantologie, de bovenbouw over succespercentages, de procedure bij implanteren en in welke situaties implantaten mogelijk zijn.

Verslag van de lezing van Ronnie Goenée, implantoloog NVOI, tijdens de workshop Implantologie, de bovenbouw.

Dagelijkse praktijk

De dagelijkse praktijk is niet meer voor te stellen zonder implantaten. In Nederland worden zo’n 150.000 implantaten per jaar geplaatst en er zijn 800.000 Nederlanders met een of meerdere implantaten. Door het verzekeringsstelsel is ongeveer de helft van de implantaten in Nederland gerelateerd aan protheses. Maar implantaten worden ook op steeds meer andere manieren ingezet bij partieel betande situaties. Ook nemen de indicaties voor het plaatsen van implantaten alleen maar toe. Naast overkappingsprotheses worden implantaten het meest toegepast voor het vervangen van frontelementen. Het is de nummer één keuze voor het herstel van de functie en esthetiek, maar het blijft een prothetisch hulpmiddel en nooit een doel op zich.

Stabiliteit implantaat

Het implantaat krijgt zijn stabiliteit door de osseointegratie. Dit is een directe en structurele verbinding tussen levend bot en het oppervlak van een krachtdragend implantaat. In de eerste paar weken zorgt de schroefdraad voor de stabiliteit, zodat de botcellen de mogelijkheid krijgen tegen het implantaat aan te groeien. Na de eerste 6 weken heeft de schroefdraad geen nut meer.

Per-Ingvar Brånemark

Per-Ingvar Brånemark vond uit dat titanium biocompatibel is en dat bot er tegenaan groeit. Dit ontdekte hij als toevalstreffer. In 1965 werden voor het eerst implantaten geplaatst bij edentate patiënten. Daaroverheen werd een verschroefde metalen structuur vervaardigd, waarop de prothese werd geperst.

Tijdens dit onderzoek werden aan aantal aannames gedaan. Zo werd er vanuit gegaan dat osseointegratie alleen plaats vond als de implantaten niet belast werden tijden het inhelen. Dit is ook de reden dat ze gebruik maakten van de tweefasen-chirurgie. Hierbij werd het tandvlees weer gesloten na plaatsen om zo de bacteriële invloed van de mondholte uit te sluiten. De implantaten moesten in de onderkaak drie maanden inhelen en in de bovenkaak zes maanden, gebaseerd op het verschil in botdichtheid.

Succespercentages

In 1977 werd hierover voor het eerst gepubliceerd en eigenlijk was het helemaal niet zo’n succes. Er moest gedurende het onderzoek nog erg veel aangepast worden. Op dit moment heeft iedere implantaatfirma het oppervlak bewerkt, wat geresulteerd heeft in meer en sneller ingroei van het kaakbot. Daardoor gingen de succespercentages met sprongen omhoog. Nu liggen deze zelfs boven de 95%. Daarnaast is het verschil tussen boven- en onderkaak verdwenen en is de inhelingstijd naar 6-8 weken gegaan. Verder is in het merendeel van de gevallen één fase-chirurgie toereikend en kan meteen een abutment geplaatst worden. Daarnaast is het nu ook mogelijk om kortere implantaten te plaatsen (5-6 mm als ondergrens), zodat eventuele extra chirurgie zoals een sinusbodemelevatie niet meer nodig is.  

Tegenwoordig is het steeds populairder om direct na extractie te implanteren en direct een tijdelijke kroon te plaatsen. Deze tijdelijke kroon hoeft na een aantal maanden dan alleen nog vervangen te worden voor de definitieve kroon.

Absolute en relatieve contra-indicaties

Voor het plaatsen van implantaten zijn absolute en relatieve contra-indicaties. Globaal geldt: als een kies getrokken kan worden, kan ook een implantaat geplaatst worden.

Implantaten bij rokers

Bij rokers is de kans op mislukken van de behandeling twee keer zo groot. Let op: dit is de kans. Daarnaast is het altijd de vraag: hoeveel wordt er gerookt Wanneer bij rokende patiënten ook nog een botaugmentatie gedaan moet worden, is de kans op mislukken nog iets groter (3,61). Vervolgens is ook het risico op het ontwikkelen van peri-implantitis groter.  Daarom moeten implantaten bij rokende patiënten  extra goed onder controle gehouden worden.  

Goené doet in zijn praktijk geen uitgebreide botopbouw bij rokende patiënten. Als het nodig is, dan gaat hij het gesprek aan met de patiënt. Hij geeft aan dat deze regel wel erg arbitrair is.

Geen implantaat bij parodontitis

Heel duidelijk is wel dat er niet geïmplanteerd moet worden als een patiënt parodontitis heeft. Eerst moet de restdentitie behandeld zijn, voordat besloten wordt om te implanteren. De paro-pathogenen moeten eerst verwijderd zijn.

Vanaf welke leeftijd?

Ook is bekend dat kinderen niet geïmplanteerd worden, omdat het skelet nog niet volgroeid is en het implantaat zich gedraagt als een ankylotisch element. Daardoor blijven het gebitselement en het bijbehorende bot en parodontium achter.

De regel is dat vrouwen ongeveer vanaf 17 jaar en jongens vanaf 19 jaar geïmplanteerd kunnen worden.

Per 1 januari komt er een regel dat bij patiënten met missende elementen in het front (van de 14-24), welke agenetisch is of verloren is gegaan door trauma, de implantologische behandeling tot het 23e levensjaar uit de basisverzekering wordt vergoed.

Hoe ziet de procedure van implanteren eruit?

  • Iedereen krijgt premedicatie : 3gr amoxicilline  1 uur voor de ingreep
  • Daarnaast neemt de patiënt een uur van tevoren ibuprofen als ontstekingsremmer en moet een uur van te voren gespoeld worden met chloorhexidine. De patiënt blijft spoelen  tot 14 dagen na chirurgie: bij het implantaat mag niet gepoetst worden.
  • Lokale anesthesie wordt gegeven.
  • Er wordt een intrasulculaire incisie gemaakt. De mucosa wordt naar beide kanten opgeklapt zonder ontspanningsincisie.
  • Vervolgens wordt er middels een serie boortjes gewerkt. De eerste bepaalt de positie en gaat alleen door de cortex. De tweede bepaalt de asrichting en diepte. De volgende twee verbreden alleen. Middels een richtstiftje wordt gecontroleerd of de juiste diepte en stabiliteit bereikt is.
  • Daarna wordt het implantaat erin gedraaid met lage toeren en zonder water, zodat er direct contact is tussen bloed en implantaat en de snelste ingroei bewerkstelligd wordt.
  • Het healing abutment wordt erop gedraaid en de mucosa gesloten.
  • Postoperatief bij een standaard implantaat behandeling zijn er vaak totaal geen klachten. Het trekken van de kies is vaak vervelender dan de implantologische behandeling.
  • 6-8 weken later wordt afgedrukt voor de definitieve kroon.

Platform switching

De healing abutments zijn een fractie kleiner dan het platform van het implantaat. Dit noemen we  platform switching. Daardoor is er 360 graden in de rondte iets minder botafbraak rondom het implantaat. Het gaat om 30-50% minder botafbraak, maar absoluut gezien is dit 0,7-1,5 mm minder.

Dit is extra belangrijk met hele korte implantaten, maar ook in de esthetische zone, want waar bot aanwezig is, blijft ook het tandvlees. Hierdoor is er minder kans op recessie.

Extraheren

Is het element nog in situ, dan moet er eerst geëxtraheerd worden, en wordt er 12 weken gewacht. Vervolgens wordt een foto gemaakt voor de controle van de bot ingroei. Er kan gewoon in één fase geïmplanteerd worden. Bij een implantaat in de niet-esthetische zone kan de tandarts gewoon zelf extraheren, uiteraard zo atraumatisch mogelijk. Na extractie ontstaat er altijd buccaal een inkeping over dwars. De tandarts moet aan de chirurg aangeven of het nodig is om de kaakwal te reconstrueren of dat kroonontwerp zo is, dat dit niet nodig is.

Midden van kaakwal

De chirurg plaatst het implantaat standaard in het midden van de resterende kaakwal. Vaak is dit te ver naar linguaal. Om dit te corrigeren wordt de kroon buccaal vormgegeven als een soort balkon. Daardoor krijgt de patiënt veel last van voedselimpactie. Een hulpmiddel om dit te voorkomen is het maken van een richtplaatje. Dit dicteert de locatie van implanteren. De implantoloog ziet zo of het nodig is om een botopbouw te doen.  De tandarts moet duidelijk dicteren hoe hij/zij de behandeling gedaan wil hebben en wat het behandelplan is. Dit plan moet ook duidelijk in de verwijsbrief staan. De implantoloog bepaalt vervolgens of het voorgestelde plan ook mogelijk is. Daarbij wordt ook gekeken naar de antagonistische kant en beoordeeld hoeveel ruimte er is.

Esthetische zone

Bij implanteren in de esthetische zone is een boormalletje extra belangrijk, zodat duidelijk is wat de situatie is waar je na behandeling uit wilt komen. Na extractie ontstaat in het bovenfront altijd nog meer uitholling dan in de zijdelingse delen. Daarom wordt bij voortanden bijna altijd een reconstructie gedaan. In 98% van de gevallen moet er bot bijgeplaatst worden. Het is niet mogelijk in één fase te werken als er een botopbouw gedaan moet worden. Hierdoor is het gehele behandeltraject langer.

Om functionele en esthetische reden is hier de botopbouw nodig, anders liggen na plaatsing windingen van het implantaat bloot. Er wordt altijd veel extra bot aangebracht en dit wordt afgedekt met een membraan. Dat is een barrière om sneller groeiende fibroblasten weg te houden bij de trager groeiende botcellen. Bij het opbouwen met autoloog bot, wordt er eerst geaugmenteerd en daarna pas geïmplanteerd. Dit gebeurt als de processus van incisaal naar craniaal smal is en smal blijft. In zo’n geval is het niet mogelijk om de botopbouw en het implanteren samen te doen, omdat het implantaat dan niet voldoende primaire stabiliteit heeft. Middels een CBCT wordt beoordeeld of de kaak breder wordt richting de neusbodem. Wanneer er apicaal voldoende stevigheid is voor het plaatsen van een implantaat kan tegelijkertijd geïmplanteerd en opgebouwd worden.

Wanneer de tand nog aanwezig is, is het in sommige gevallen een mogelijkheid om te extraheren en implanteren in één zitting. Vervolgens kan meteen een tijdelijke kroon vervaardigd worden.

”Erg belangrijk is het gehele traject is goede communicatie tussen tandarts, implantoloog en tandtechnieker!”

Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Op Europerio9, het congres over parodontologie en implantologie, worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Deze blijken een gezamenlijke genetische basis te hebben.

Relatie parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten

In een meta-analyse is de relatie onderzocht tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Coronaire hartziekten zijn hart- en vaatziekten die het gevolg zijn van slagaderverkalking of afwijkingen in de kransslagaders. Wereldwijd hebben 110 miljoen mensen te maken met coronaire hartziekten. Het is doodsoorzaak nummer 1. Parodontale aandoeningen komen bij 538 miljoen mensen voor.
Dat er een relatie is tussen coronaire hartziekten en parodontale aandoeningen is al eerder vastgesteld. Beide ziekten worden vaak samen gediagnosticeerd en hebben dezelfde risicofactoren zoals roken en diabetes.

Onderzoek

Doel van de studie, die meer dan tien jaar in beslag nam, was om de gezamenlijke genetische basis van beide aandoeningen te onderzoeken. Er is gekeken of een bepaalde variant in het DNA vaker voorkwam bij zowel patiënten met coronaire hartziekten als bij patiënten met parodontale aandoeningen. Dit bleek het geval te zijn met het gen VAMP8. Hiermee is bewezen dat de relatie tussen hartziekten en tandvleesaandoeningen niet alleen te herleiden is tot leefstijlfactoren.

Betekenis

Kennis van de gedeelde genetische basis van beide ziekten kan duidelijk maken wat iemand vatbaar maakt voor de ziekten. Er zijn waarschijnlijk risicogroepen met een genetische aanleg als reactie op bepaalde factoren. Dit betekent ook dat parodontitis het risico voor coronaire hartziekten in het algemeen niet verhoogt en vice versa. Het kan wel zo zijn dat een groep individuen een genetische aanleg heeft, waarbij de VAMP8-functie betrokken is, die het risico op beide ziekten verhoogt. De meest efficiënte manier om het ontstaan van hartziekten en parodontale aandoeningen te voorkomen, blijft echter een gezonde leefstijl en niet roken.

EuroPerio

De resultaten van de meta-analyse zullen gepresenteerd worden op EuroPerio9. EuroPerio is het grootste wetenschappelijk congres op het gebied van parodontologie ter wereld. Dit congres wordt een keer per drie jaar gehouden. De laatste editie in juni 2015 in Londen werd bijgewoond door bijna 10.000 mensen. EuroPerio9 wordt van 20 tot 23 juni gehouden in de RAI in Amsterdam.

Bron: Europerio, met referenties:

  1. EuroPerio9 Abstract O017, Genome wide association meta-analysis of coronary artery disease and periodontitis reveals a novel shared risk locus. Presentation at the Biomarkers session on 21 June 2018, at 14:00.
  2. “Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 310 diseases and injuries, 1990-2015: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2015”. Lancet. 388 (10053): 1545–1602. doi:10.1016/S0140-6736(16)31678-6.
  3. Identification of a shared genetic susceptibility locus for coronary heart disease and periodontitis. Arne S Schaefer et al. PLoS Genet 2009 Feb 13;5(2):e1000378. Epub 2009 Feb 13.
  4. The large non-coding RNA ANRIL, which is associated with atherosclerosis, periodontitis and several forms of cancer, regulates ADIPOR1, VAMP3 and C11ORF10. Gregor Bochenek et al. Hum Mol Genet 2013 Nov 27; 22(22):4516-27. Epub 2013 Jun 27.
Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Tanden aan je handen instagram

Nieuwe trend: tanden aan je handen

Door de Russische nagelsalon ‘Nail Sunny’ in Moskou is een nieuwe trend in het leven geroepen: nageltanden. Met witte nagellak worden een levensecht gebit gecreëerd op de handen van de klant.

Om de creaties nog realistischer te maken is het ook mogelijk om composiet of tandbederf aan te brengen, precies naar de wensen van de klant.

Met dit bijzondere nagelontwerp heeft de nagelsalon al veel bekijks getrokken. Het Instagram account van de salon heeft inmiddels 1,5 miljoen volgers, en in een week tijd is de video al meer dan 370,000 keer bekeken.

Bron:
Instagram

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
mondkanker

Verdubbeling van mondkanker, mede dankzij slechte levensstijl

Gewoontes zoals een ongebalanceerd dieet, roken en het drinken van alcohol, samen met menselijke paillomavirus infecties, lijken te hebben geleid tot een sterke toename van het aantal gevallen van mondkanker in het Verenigd Koninkrijk.

Verdubbeling
Dit is gebleken uit data die recent is vrijgegeven door Cancer Research UK ter gelegenheid van de Mouth Cancer Action Month. Het aantal gevallen van mondkanker blijkt bijna verdubbeld te zijn sinds de late jaren 90. Waar eerst acht op de 100,000 mensen te maken kregen met mondkanker is dat nu het geval bij 13 mensen.

Vrouwen
Vooral bij vrouwen is een sterke toename te zien, van wel 71 procent. Met name het aantal gevallen van mondkanker bij vrouwen boven de 50 is hoog. In 2015 kregen 2200 vrouwen in deze leeftijdscategorie mondkanker, terwijl dit maar bij 300 vrouwen van onder de 50 het geval was.

Mannen
Bij mannen is het aantal gevallen van mondkanker de afgelopen jaren toegenomen met 54 procent bij mannen onder de 50, met 4400 gevallen, en met 67 procent bij mannen boven de 50, met 640 gevallen.

Slechte levensstijl als risicofactor
“Het is zorgwekkend om te zien dat mondkanker steeds vaker voorkomt,” aldus Jessica Kirby, health information manager bij Cancer Research UK.

“Gezonde levensstijlen kunnen het risico op de ziekte verkleinen. Niet roken, minder alcohol en het eten van veel fruit en groenten kan zeker helpen om het risico op mondkanker te verminderen.”

Roken is geïdentificeerd als grootste risicofactor voor mondkanker, en wordt aan maar liefst 65 procent van de gevallen gelinkt.

Toolkit
Cancer Research UK is momenteel bezig met de ontwikkeling van een mondkanker toolkit, samen met de British Dental Association, om artsen te helpen met het zo vroeg mogelijk signaleren van mondkanker, om zo de overlevingskansen zo hoog mogelijk te houden.

Bron:
Cancerresearchuk.org

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Triclosan kan darmontsteking veroorzaken

Triclosan kan darmontsteking veroorzaken

Triclosan, een bacteriedodend middel dat onder andere in sommige tandpasta’s wordt gebruikt, werd al langer verdacht van schadelijke bijwerkingen. Nu is aangetoond dat het ook darmontstekingen kan veroorzaken en verergeren.

Triclosan

Triclosan is een desinfecterende stof, die ook wordt gebruikt als conserveermiddel in persoonlijke verzorgingsproducten zoals tandpasta. Er is al langere tijd discussie over het gebruik van triclosan, omdat het resistentieontwikkeling van bacteriën zou bevorderen. Ook wordt de link gelegd tussen triclosan en borstkanker, schade aan lever en spieren en huidirritaties.

Onderzoek bij muizen

Amerikaans onderzoek bij muizen dat is gepubliceerd in Science Translational Medicine toont nu aan dat triclosan ontstekingen in de dikke darm kan veroorzaken en al aanwezige ontstekingen kan verergeren.

In het onderzoek kregen de muizen twee weken triclosan in hun eten. Muizen met darmflora ontwikkelden vervolgens een lichte darmontsteking, muizen zonder darmflora niet. Bij dieren die al voor toediening van triclosan een darmontsteking hadden, verergerden de klachten. Ook bleek triclosan van invloed te zijn op de ontwikkeling van darmkanker. Bij de muizen die het middel kregen groeiden de tumor sneller dan bij de muizen die het niet kregen. De concentraties triclosan die de muizen in hun bloed hadden, worden ook bij mensen aangetroffen.

Gebruik Triclosan in EU

In de EU is het gebruik van een lage dosis (0,3%) triclosan als conserveermiddel goedgekeurd in een beperkt aantal persoonlijke verzorgingsproducten, waaronder tandpasta. Als het middel ergens in zit, moet het bij de ingrediënten vermeld staan. In antibacteriële zeep mag het al niet meer gebruikt worden.

Er loopt nu een procedure om triclosan verder te beoordelen. Het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) wil aanvullend onderzoek van fabrikant BASF naar stapeling en giftigheid in het milieu, de hormoonverstorende werking en blootstelling van mensen.

Triclosan komt wereldwijd in rioolwater voor en komt ook in het oppervlaktewater terecht, doordat het niet wordt afgebroken door rioolzuiveringsinstallaties.

Bron:
Science translational medicine 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
samenwerking - handenschudden

Curaeos en 4Dental Tandtechniek gaan strategische samenwerking aan

Curaeos en 4Dental Tandtechniek starten een strategische samenwerking. Het Nederlandse netwerk van 4Dental vergroot de tandtechnische capaciteit van Curaeos, waarmee de organisatie vorm kan geven aan haar groeiambitie. Curaeos voegt met haar expertise en Europese netwerk veel waarde toe aan 4Dental, dat haar positie in de markt verder gaat versterken. Als onderdeel van de samenwerking verkopen de huidige aandeelhouders van 4Dental een deel van hun belang aan Curaeos.

Opkomst dentale serviceorganisaties

Onder praktijkhouders en tandtechnische laboratoria in binnen- en buitenland is er een toenemende belangstelling in aansluiting bij dentale serviceorganisaties zoals Curaeos. Het biedt onder meer de mogelijkheid tot ondersteuning op het gebied van HR, finance & administratie, kwaliteit- & zorgmanagement, inkoop, marketing & communicatie en algemeen management. Voortdurende optimalisatie van processen zorgt bovendien voor waardevolle synergie en efficiency. Door de uitgebreide ondersteuning en ontzorging kunnen dentale professionals zich volledig concentreren op hun werk, waaronder uiteraard de zorg voor patiënten.

Over 4Dental Tandtechniek

4Dental Tandtechniek is opgericht in 2005, na de fusie van vier gerenommeerde tandtechnische laboratoria. Tegenwoordig is 4Dental een internationaal bedrijf met deelnemingen in het buitenland. De organisatie levert ambachtelijke tandtechnische hulpmiddelen en oplossingen op maat, zoals dienstverlening in de praktijk en de digitale workflow in de implantologie. Ook biedt 4Dental met moderne CAD/CAM technieken een breed scala aan tandtechnische producten.

Over Curaeos

Curaeos is de holding van een snelgroeiend dentaal platform met een breed scala aan activiteiten in Nederland, België, Denemarken, Duitsland en Italië. De organisatie is de grootste dentale speler in Europa en opereert onder diverse merken op basis van een uniek verticaal geïntegreerd business model. Een sterk team van professionals in alle disciplines ondersteunt de lokale activiteiten, waardoor verdere professionalisering en groei mogelijk worden gemaakt. Het Zweedse investeringsfonds EQT ondersteunt Curaeos in de realisatie van de Europese expansie met haar expertise en een internationaal netwerk.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Slechte mondgezondheid leidt tot verzwakking bij oudere mannen

Slechte mondgezondheid leidt tot verzwakking bij oudere mannen

Uit nieuw Brits onderzoek is gebleken dat het hebben van een slechte mondgezondheid de kans op zwakheid bij oudere mannen vergroot. De onderzochte mannen met een slechtere mondgezondheid bleken meer kans te hebben op onder andere sterk gewichtsverlies, uitputting, en een vermindering van loopsnelheid en fysieke activiteit.

Gezondheidsproblemen

De onderzoekers observeerden meer dan 1000 mannen gedurende drie jaar tijd. Ze kwamen tot de conclusie dat de mannen met een slechte mondgezondheid zwakker waren dan die met een goede mondgezondheid. Een vijfde (20%) van de mannen met een slechte mondgezondheid had geen tanden meer, meer dan de helft (54%) had last van een tandvleesontsteking, bijna een derde (29%) kampte met een droge mond en een op de tien mannen (11%) had moeite met eten. Deze problemen, die vaak voornamelijk ontstaan door het slecht verzorgen van het gebit, verzwakken vaak ook de algemene gezondheid.

Belang van mondgezondheid

Het onderzoek betrof mannen tussen 71 en 92 jaar oud, afkomstig uit 24 verschillende plaatsen in het Verenigd Koninkrijk. Dr. Nigel Carter, Chief Executive van de Oral Health Foundation, stelt dat de resultaten van het onderzoek het belang benadrukt dat de mondgezondheid van ouderen goed in de gaten wordt gehouden. Daarnaast blijkt hieruit ook dat het testen van de mondgezondheid zou kunnen worden gezien als een indicator van eventuele gezondheidsproblemen.

Bron:
Journal of the American Pediatrics Society

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Britten blij met verbod verkoop energydrank aan kinderen

Britten blij met verbod verkoop energydrank aan kinderen

De Britten lijken blij te zijn met het verbod op verkoop van energiedrankjes aan kinderen onder de 16 jaar oud. Maar liefst 93 procent van de volwassenen en 98 procent van de kinderen geven aan het verbod te steunen.

Vrijwillig verbod door aantal supermarkten

Recentelijk is er een vrijwillig verbod in een aantal Engelse supermarkten. Op dit moment wordt er gekeken of het mogelijk is om het verbod op de verkoop van energiedrankjes een officiële wet te maken.

Gezondheidsrisico’s door energydrank

Op dit moment geeft bijna een kwart (23%) van de Britse volwassenen aan energiedrankjes nodig te hebben om hen de dag door te slepen. 12 procent van de volwassenen geeft aan ook echt elke dag minstens een energydrank te consumeren. Deze cijfers zijn schokkend, aangezien energiedrankjes een ontzettend hoge hoeveelheid cafeïne en suiker bevatten, waardoor het drankje grote risico’s voor de mond- en algehele gezondheid met zich meebrengt.

Tweemaal de aanbevolen suiker

‘Veel energiedrankjes bevatten tweemaal de hoeveelheid aanbevolen suiker per dag voor een kind. De mogelijke schade die hierbij komt kijken voor alleen al de mondgezondheid is extreem hoog, en heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er elk jaar bij duizenden kinderen verrotte tanden weg moeten worden gehaald,’ aldus Dr. Nigel Carter van de Oral Health Foundation.

Wet noodzakelijk

Het vrijwillige verbod van supermarkten dat eerder dit jaar intrad wordt zwaar gewaardeerd, maar de Oral Health Foundation denkt niet dat de invloed hiervan groot genoeg gaat zijn op de hoeveelheid energydrank die kinderen momenteel consumeren. Een wet zou ervoor moeten zorgen dat de verkoop van de drankjes landelijk verboden wordt, in winkels, supermarkten, machines en horeca gelegenheden.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Onder dubbel “Dahlen” verstaan we het ondersteunen van de Dahlbehandeling met actieve orthodontie. Het toepassen van een vast of uitneembaar Dahlplateau kan ingezet worden om de diepe beet minder diep te maken en daarmee de anatomie weer te kunnen herstellen. Ook wordt hiermee de esthetiek en soms de fonetiek verbeterd.

Een minder diepe beet geeft ook minder slijtage van de tanden en ook van aangebrachte restauraties. Soms is de beet zo diep dat er een palatumbeet is en er geen vast Dahlplateau kan worden aangebracht.  Met een uitneembaar Dahlplateau (Dahlframe of  uitneembare apparatuur met een opbeetplaat) kunnen de onderincisieven wel geïntrudeerd worden. Staat het bovenfront in inversie en is er sprake van “crowding” dan zal actief orthodontisch behandeld moeten worden.
Brackets aanbrengen is lastig bij een diepe beet. Door een uitneembaar Dahlplateau te combineren met actieve orthodontie kunnen ook deze patiënten behandeld worden en blijkt dat de behandeling minder lang duurt.

Restricted envelope of function

Er zijn situaties waarbij je vanwege de frontrelatie niet uitkomt met Dahlen en waarvoor orthodontie noodzakelijk is. Onder andere bij de restricted envelope of function (dynamisch), ook wel een dekbeet (statisch) genoemd. De occlusie is in dit geval niet statisch, maar dynamisch.

Het is belangrijk vooraf te zien of de beet een restricted envelope of function betreft en wat de consequenties en de behandelopties hiervan zijn. Dit vergt een multidisciplinaire aanpak.

Bij de oplossing van het probleem moet er voor comfort bij de patiënt gezorgd worden. Dit gebeurt middels ‘freedom in protrusion’.

Centrale Relatie (CR)

Meest dorsale, craniale positie van de onderkaak van waaruit je naar proaal en lateraal kan bewegen zonder pijn.

Slijtage begint eerst in het front omdat er hier het meest contact aanwezig is.

Belang van de frontrelatie

In de prothetiek wordt ook eerst het front opgesteld waarbij de fonetiek en esthetiek bepaald wordt. Vervolgens worden de zijdelingse delen opgesteld.

Het betekent niet dat je automatisch slijtage hebt als je een restricted envelope of function hebt, maar er is wel een verhoogd risico.

Verticale slijtage gaat vaak samen met een restricted envelope of function doordat er beperkte bewegingsvrijheid is.

Tandverplaatsing via orthodontie

Alles wat u kunt doen aan tandverplaatsing middels orthodontie hoeft u niet restauratief op te bouwen. Orthodontie verbetert ook de esthetiek en kan mogelijk gunstig zijn voor het parodontium. Het toepassen van een opbeetplaat of een Dahlframe in combinatie met actieve orthodontie verkort de behandeltijd aanzienlijk.

 

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

11-5-2015. Bovenkaak na vervanging falende (amalgaam)restauraties.

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Diepe (dek) beet en restricted envelop.
Risicofactor: Kronen op non-vitale 11 en 21 wortelstiften

 

Onderkaak na vervanging amalgaamrestauraties.
De restauraties is 36,36 en 47 zullen na de
orthodontische behandeling worden vervangen.

Occlusie rechts. Beet gelicht en hoektandgeleiding
aangebracht met composiet.

Beet gelicht i.v.m. zware belasting 11 en 21.
Tevens hoektandgeleiding hersteld.

Beet verder gelicht met Dahlframe in de bovenkaak.
Vaste apparatuur om ‘crowding’ te behandelen.

Dahlframe in de bovenkaak (september 2015)

Zijdelingse delen links bij aanvang
orthodontische behandeling. Dahlframe aanwezig.

33-43 gedebandeerd om de anatomie van deze
elementen met composiet te kunnen herstellen.

Zijdelingse delen rechts bij aanvang
orthodontische behandeling. Dahlframe aanwezig.

6 maanden na starten van de orthodontische behandeling
is de frontrelatie goed. 33-43 zijn hertsteld met composiet
en de zijdelingse delen staan in occlusie. De beet is
aanzienlijk gelicht.

Frontaanzicht na afronden van de
orthodontische behandeling.

Bovenkaak na afronden van de
orthodontische behandeling.

Minimaal invasief

Composiet is de meest minimaal invasieve behandeloptie vanuit restauratief oogpunt. Conventionele kronen zijn niet gunstig voor slijtage behandelingen en daarbij offer je veel weefsel op. Als er al veel weefsel verloren is gegaan ten gevolge van de slijtgage wil je hetgeen wat nog aanwezig is zo veel mogelijk behouden, inclusief glazuur voor de meest betrouwbare hechting. Streef daarom altijd naar ‘minimal invasive comprehesive dentistry’.

Patiënt is afbehandeld als de toestand van de patiënt ‘stabiel’ is. Occlusale stabiliteit en mandibulaire stabiliteit zijn de meest belangrijke factoren voor een restauratief traject.

Als beet wordt verhoogd, dan wordt front naar achter gedraaid. Dit kan gunstig zijn bij mensen met stijl front contact, maar bij klasse 2 relatie is dit ongunstig. Er komt zo een palatumbeet tot stand.

‘Freedom in centric’ door intrusie van het onderfront. Bij het toepassen van een Dahlframe of een optbeetplaat zonder actieve orthodontische behandeling.

Het gebit ruimte geven door middel van een Dahlframe in combinatie met actieve orthodontie blijkt ook een gunstig effect te hebben op het kaakgewricht. Mogelijk is dit het gevolg van het onderfront wat rust op het bijtplateau waardoor de onderkaak niet in een dorsale positie wordt gedwongen en er alleen zuivere rotatie aanwezig is.

Dr. Hans van Pelt was van 1978-1985 full-time verbonden aan de afdeling Prothetische Tandheelkunde in Groningen. Daarna startte hij een algemene (groeps)praktijk. Van 1991 – 2011 was hij verbonden aan het Martiniziekenhuis in Groningen voor prothetische en restauratieve behandelingen in samenwerking met de afdeling Mond-Kaak en Aangezichtschirurgie. In 2004 heeft hij er een Afdeling Bijzondere en Restauratieve Tandheelkunde opgezet dat in 2011 is overgegaan in een CBT. Sinds 2000 is hij weer verbonden aan het Centrum Tandheelkunde en Mondzorg van het Universitair Medisch Centrum Groningen, Sectie Orale Functie. Belast met onderwijs in “Fixed Prosthodontics”. Zijn huidige werkzaamheden verdeelt hij over het UMC Groningen en (sinds juli 2011) een verwijspraktijk voor Prothetiek, Restauratieve Tandheelkunde en Orthodontie (PRO in Rotterdam) in samenwerking met de Klinieken voor PARO en ENDO. In december 2010 is hij door de EPA erkend als Prosthodontics, in december 2013 erkend als tandarts-MFP en in 2015 als Restauratief Tandarts NVVRT, waarvan hij mede-oprichter en erelid is. Sinds 1986 is hij actief als docent in het PostAcademisch Onderwijs in Nederland en voor het NiVVT in België.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Hans van Pelt tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Wie gelukkig is met zijn baan, voelt zich ook na werktijd beter

Wie gelukkig is met zijn baan, voelt zich ook na werktijd beter

Een groot deel van je leven breng je door op de werkvloer. Dat het werkklimaat van invloed is op de werkhouding, was al langer bekend. Maar beïnvloedt de tevredenheid over het werk ook het persoonlijk welbevinden? Duits onderzoek wijst uit dat dit zeker het geval is.

Samenhang werk-persoonlijk welbevinden

Een student toegepaste psychologie aan de Hochschule Fresenius in Duitsland heeft als afstudeeropdracht onderzoek gedaan naar de samenhang tussen werk en persoonlijk welbevinden. Hiertoe heeft hij ruim 200 personen ondervraagd in de leeftijd van 18 tot 74 jaar. In zijn onderzoek heeft hij ook de variabelen inkomen, leeftijd, opleidingsniveau en geslacht verwerkt.

Blij tijdens het werk, dan na werktijd ook

Uit het onderzoek kwam een duidelijke relatie tussen tevredenheid over het werk en welbevinden naar voren. Als iemand zijn werk leuk vindt, voelt hij zich ook na werktijd beter. Dit is het geval als het werk als zinnig en interessant ervaren wordt. Ook carrière- en opleidingsmogelijkheden spelen een grote rol. Daarnaast wordt het werkplezier bepaald door de collega’s, de bedrijfscultuur en erkenning door de leidinggevende. Inkomen en leeftijd konden niet in verband gebracht worden met het welbevinden. De uitkomsten waren voor vrouwen en mannen hetzelfde.

Ander onderzoek

De laatste jaren is er al meer onderzoek naar welbevinden gedaan. Universitair docent en psycholoog dr. Kathrin Schütz, die het onderzoek begeleidde, benadrukt dat er nog geen recept voor welbevinden voor individuele personen voorhanden is. Welbevinden wordt bepaald door veel interne en externe factoren, zoals de balans tussen werk en vrije tijd. Uit andere studies blijkt dat ook geld een belangrijkste factor is. Vervolgstudies zouden dit onderwerp verder kunnen uitdiepen.

Bron:
IDW

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier