Afgebroken instrumenten: Laten zitten of verwijderen?

Afgebroken instrumenten: Laten zitten of verwijderen?

Een afgebroken vijl is één van de meest stressvolle dingen die u tijdens de wortelkanaalbehandeling kan overkomen. Vaak kan de tandarts nog precies zeggen hoe vaak het in zijn carrière is gebeurd. En met de komst van roterende instrumenten heeft de tandarts er nog een moeilijkheid bij. Endodontoloog Michiel de Cleen besprak in zijn lezing de factoren die het risico beperken. Dat een afgebroken instrument een gevaar is voor het uiteindelijk behandelresultaat, geldt zeker niet altijd.

Frequentie afgebroken instrumenten

De percentages van afgebroken instrumenten lopen in wetenschappelijk onderzoeken erg uiteen: van 0.25% tot 15%. In een onderzoek van Eqbal et al. waren bij 4.865 wortelkanaalbehandelingen 81 afgebroken instrumenten. Iets meer bij NiTi (1,68%), dan bij RVS (0,25%).

De meeste vijlen breken af in ondermolaren, meestal in het apicale 1/3 deel in het mesiovestibulaire wortelkanaal.

De reden voor een afgebroken instrument:

  • Techniek?
  • Materiaal?
  • Type-merk ruimer?

Torque control blijkt niet veel uit te maken. De Cleen adviseert eerst brede vijlen te gebruiken, en daarna smalle. En daarnaast wat de IGZ richtlijn zegt: gebruik vijlen maximaal één keer.

De meeste tandartsen kennen het wel: je bent klaar, maar je wilt nog even vijlen. De breuk die dan ontstaat, komt vaak door een te dikke vijl.

Afbreken instrument heeft geen invloed op de uitkomst van de wotelkanaalbehandeling

Uit een systematic review en meta-analyse van panitvisai et al., blijkt dat een afgebroken instrument geen invloed heeft op de uitkomst van de wortelkanaalbehandeling.

Zonder microscoop is het onbegonnen werk om een afgebroken vijl te verwijderen. Gebruik daarbij veel licht en een hoge vergroting. Daarnaast is geduld betrachten onmisbaar om de afgebroken vijl uit het kanaal te krijgen.

Technieken

  • Staging platform en ultrasone tips
  • Speciale instrumenten: Instrument removal systems
  • Spuittips en composiet

Staging platform (rechter afbeelding)

Staging platform  Staging platform  Staging platform

Met behulp van gates glidden wordt er meer ruimte om de vijl gemaakt, met ultrasoon van langs te vijl om deze los te krijgen. De tip van De Cleen: gebruik een lage frequentie om breuk te voorkomen. Is het afgebroken fragment langer dan 5 mm, dan wordt een andere techniek geadviseerd, omdat er anders een grote kans bestaat op secundaire fracturen.

Spuittips en composiet

Spuittips en composiet  Spuittips en composiet

Door in een smalle tip chemisch uithardend composiet te plaatsen kan de vijl verwijderd worden.

Afname van succes is gerelateerd aan de toename van de behandeltijd. Uit onderzoek van Cleen wordt 75% van alle afgebroken instrumenten succesvol verwijderd. Bij de technieken is de vraag: Tot waar ga je om de vijl eruit te krijgen, wanneer stop je? Er moet veel dentine opgeofferd worden, je kunt de vijl eruit krijgen, maar tegen welke prijs?

 

Locatie Procedure
Coronale 1/3 deel
Alle gevallen Verwijderen en vervolgens herbehandelen
Middelste 1/3 deel      
1.     Verwijderen mogelijk Verwijderen en vervolgens herbehandelen
2.     Verwijderen niet mogelijk, passeren wel Passeren, herbehandelen en opnemen in kanaalvulling
3.     Passeren niet mogelijk Herbehandelen tot obstructie en vervolgen (chirurgie?)

 

Apicale 1/3 deel
1.     Verwijderen mogelijk Verwijderen en vervolgens herbehandelen
2.     Verwijderen niet mogelijk, passeren wel Passeren, herbehandelen en opnemen in kanaalvulling
3.     Passeren niet mogelijk Herbehandelen tot obstructie en vervolgen (chirurgie?)

Take home message

Ondermolaren zijn lastig, bij drie vierde is het de ondermolaar in het mesio-buccale kanaal waarbij een instrument afbreekt. Dit is te verklaren door een kromming richting linguaal.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Implantologie

Nieuwe ontwikkelingen op gebied van implantologie

Gecodeerde healing abutments, ti-bases en Angulated Screw Channel: drie nieuwe ontwikkelingen in de implantologie. Wat houden ze in? Restauratief tandarts Alwin van Daelen sprak erover in de workshop Implantologie,
de bovenbouw.

Gecodeerde healing abutment

Een van de nieuwe ontwikkelingen bij implantologie is de gecodeerde healing abutment. Wanneer deze afgedrukt of gescand wordt, heeft het lab automatisch alle informatie. Dit bespaart tijd bij het plaatsen van de afdrukstift. Daarnaast hoeven de healing abutments niet een aantal keer vast en los gemaakt te worden.
Deze gecodeerde abutments zijn eigenlijk een soort scanbodies. Iedere implantaat firma heeft zijn eigen scanbody ontwikkeld en deze geeft alle informatie over de diameter van het implantaat, de diepte, de inclinatie enz. door aan het lab. Het lab kan dan een 3D-model printen of de kronen geheel digitaal vervaardigen.

Ti-Bases

Een andere nieuwe ontwikkeling zijn de ti-bases. Dit zijn titaniumschoteltjes verlijmd met een zirkoniumkap. Het nadeel hiervan is dat er een soort tafeltje met een lijmlaag zit op implantaatniveau, net onder de biologische breedte. Daarnaast wordt een hele grote kroon gemaakt op een heel klein tafeltje. Het risico is dat de kroon loskomt van de ti-base.

Angulated Screw Channel

Daarnaast is er recent het Angulated Screw Channel ontwikkeld. Dit is voornamelijk ontwikkeld voor kronen in het front, waarbij in het originele ontwerp het schroefgat incisaal of buccaal zou komen te liggen. Dan zou verschroeven niet mogelijk zijn, tenzij de schroef onder een hoek geplaatst zou kunnen worden. Middels dit systeem is dat mogelijk en kan er nog wel met voldoende torquekracht getorqued worden.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
IGJ: bijna een derde van mondzorgaanbieders scoort onvoldoende deskundigheid radiologie

IGJ: bijna een derde van mondzorgaanbieders scoort onvoldoende voor deskundigheid radiologie

De Inspectie gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) publiceerde onlangs een factsheet met de resultaten van haar onderzoek van eind 2017 naar radiologie in de mondzorg. 29% van de mondzorgaanbieders had niet het juiste deskundigheidsniveau voor radiologie.

De inspectie deed 28 onaangekondigde bezoeken bij mondzorgaanbieders waarbij zij voor radiologie beoordeeld werden op de onderwerpen Veiligheid, Deskundigheid en Kwaliteit.
De resultaten zijn als volgt:

Onderwerp Veiligheid

Bij 55% van de vragen over het onderwerp Veiligheid werd volgens de norm gescoord. Punten waarbij niet volgens de norm werd gescoord zijn volgens de inspectie:
1. Het ontbreken van een goede stralingsrisicoanalyse
2. De röntgentoestellen waren niet aangemeld bij de
rijksoverheid (ANVS)
3. Er was voor ingebruikname van de röntgentoestellen
geen acceptatietest uitgevoerd

Onderwerp Deskundigheid

Bij 71% van de bezochte mondzorgaanbieders had de zorgverlener het juiste deskundigheidsniveau. Deze mondzorgaanbieders hadden ook een plan voor bij- en nascholing voor radiologie.

Onderwerp kwaliteit

Volgens het onderzoek van de inspectie is 59% van de beoordeelde KEW-dossiers incompleet. Als voorbeeld van ontbrekende documenten noemde de inspectie:

– Een kopie van de melding van de röntgentoestellen bij de Rijksoverheid
– Een stralingsrisicoanalyse
– Acceptatietesten
– Onderhoudshistorie van röntgenapparatuur
– Registratie BIG-register
– Uittreksel van Kamer van Koophandel
– De aanwijzing van een tandarts-toezichthoudend deskundige
door de ondernemer, per feb 2018: Toezichthoudend medewerker stralingshygiëne TMS

Meer aandacht voor Deskundigheid radiologie

De inspectie concludeert dat de resultaten minder positief zijn dan verwacht. 29% van de zorgaanbieders scoorde onvoldoende op het onderwerp Deskundigheid. De inspectie verwacht dat het geven van meer aandacht aan dit onderwerp er ook een verbetering zal optreden voor de onderwerpen Veiligheid en Kwaliteit. De IGJ wijst op de verplichte bij- en nascholing voor radiologie.

Toezicht IGJ voor radiologie mondzorg

Het toezicht van de IGJ op radiologie in de mondzorg richt zich op twee thema’s: randvoorwaardelijke en zorginhoudelijke aspecten. Aandachtspunten binnen het randvoorwaardelijk toezicht zijn onderhoud van röntgentoestellen, deskundigheid, stralingshygiëne en het beheer van het KEW-dossier. Bij zorginhoudelijk toezicht bekijkt de inspectie of het nemen van een röntgenfoto gerechtvaardigd was. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de randvoorwaardelijke onderzoeken die de inspectie deed eind 2017.

Lees de IGJ-factsheet Risicotoezicht randvoorwaardelijke aspecten radiologie in de mondzorg

Lees het artikel Regelgeving stralingsbescherming tandartsen: wat is er veranderd

Bron:
IGJ.nl

Lees meer over: Inspectie, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Tandvleesaandoeningen geassocieerd met hoge bloeddruk

Tandvleesaandoeningen geassocieerd met hoge bloeddruk

Uit onderzoek is gebleken dat tandvleesaandoeningen kunnen worden geassocieerd met de kans op het hebben van een hoge bloeddruk. Daarnaast werd er ook een verlaging van de bloeddruk gevonden na parodontale therapie.

Parodontitis en een hoge bloeddruk

Volgens de World Health Organisation (WHO) heeft 1 op de 5 volwassenen last van een hoge bloeddruk, en hebben wereldwijd 743 miljoen mensen last van parodontitis. Hoofdauteur Eva Munoz Aguilera, van het UCL Eastman Dental Institute in Londen: “Parodontitis en een hoge bloeddruk komen wereldwijd bij miljoenen mensen voor, en dragen beide een verhoogde kans op hart- en vaatziekten met zich mee.”

Waar eerdere studies wel suggereerden dat er een link bestaat tussen parodontitis en een hoge bloeddruk, was er weinig bekend over de richting van deze associatie. Het doel van dit onderzoek was daarom om te kijken of patiënten met parodontitis een hogere kans hebben op een hoge bloeddruk dan mensen zonder parodontitis. Het bewijzen van deze causale relatie zou mogelijkheden bieden voor het ontwikkelen van een betere diagnose, preventie en behandeling van tandvleesaandoeningen.

Parodontitis als risico voor hoge bloeddruk

In het systematische onderzoek werd gekeken naar studies die voor oktober 2017 werden gepubliceerd. Van de 62 geselecteerde studies werd data genomen om het risico te kunnen beoordelen. In deze studie werd slechts naar de associatie in een richting gekomen: parodontitis als een potentieel risico voor een hoge bloeddruk, en niet andersom. De resultaten toonden aan dat de diagnose van matige tot ernstige parodontitis kan worden geassocieerd met een 30 tot 50 procent hogere kans op een hoge bloeddruk. Hiernaast was ook te zien dat het behandelen van parodontitis vaak samenging met een verlaagde bloeddruk.

Munoz Aguilera benadrukt dat meer onderzoek nodig is om het gevonden effect te bevestigen. Ook zou in verder onderzoek meer duidelijkheid kunnen worden gevestigd over de reden van de associatie.

Bronnen

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Overname

Excent gaat over naar European Dental Group

Excent Tandtechniek komt in handen van de European Dental Group, een internationale keten van mondzorgpraktijken waaronder ook Dental Clinics valt.

‘Met tandtechniek en tandheelkunde komt de hele keten in één hand. Dat werkt efficiënter’, zo stelt Excent-cfo Hans Burger, in een telefonische toelichting die hij gaf aan het FD.nl.

Eerdere samenwerking Excent en Dental Clinics

Excent en Dental Clinics werkten al langer met elkaar samen. Elk waren zij voor 50% aandeelhouder in een joint-venture voor tandtechnische diensten. Ceo Hidde Hoeve en cfo Hans Burger blijven als directeur werkzaam aan Excent en ruilen hun aandelen in voor een aandeel in European Dental Group.

Excent heeft 28 tandtechnische laboratoria voor de vervaardiging van kronen, bruggen en implantaten, met een een jaaromzet van €50 miljoen.

Bron:
Fd.nl

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Slechter beeld van mondgezondheid bij kinderen met tandartsangst

Slechter beeld van mondgezondheid bij kinderen met tandartsangst

Uit een nieuwe studie is gebleken dat tandartsangst vele consequenties voor de mondgezondheid met zich mee kan brengen. Kinderen die bang zijn voor de tandarts hebben vaker last van cariës, pijn en over het algemeen een slechte mondgezondheid.

Tandartsangst bij kinderen en hun perceptie op hun mondgezondheid

Tandartsangst is een fenomeen dat wereldwijd veel voorkomt bij kinderen. Het gebeurt vaak dat als gevolg van deze angst kinderen de tandarts onregelmatig bezoeken en vaker last hebben van gebitsproblemen. Marília Leão Goettems, PhD aan de Federal University of Pelotas School of Dentistry in Brazilië, en haar team wilden met deze studie analyseren wat de perceptie van kinderen met tandartsangst is op hun eigen mondgezondheid.

Tandbederf, pijn en angst

Om dit te doen bestudeerden tandheelkunde studenten 1200 kinderen van tussen de 8 en 12 jaar oud in Pelotas, Brazilië. Er werd gekeken naar of er tandbederf was, en naar of er tanden misten of waren gevuld. Daarnaast werd er aan de kinderen gevraagd of ze recentelijk pijn hebben gehad aan hun tanden en of ze bang waren voor de tandarts.

Slechter beeld mondgezondheid bij tandartsangst

Bijna een kwart van de kinderen gaf aan bang te zijn voor de tandarts. Bij deze groep werden er vaker gaatjes en pijn gevonden dan bij de kinderen zonder tandartsangst. Daarnaast bleken kinderen met zowel tandartsangst, cariës en pijn significant vaker een negatief beeld te hebben van hun eigen mondgezondheid. De kinderen die zowel last hebben van gebitspijn en tandartsangst hadden bijna drie keer vaker het idee dat ze een slechte mondgezondheid hadden. Bij kinderen met gaatjes en angst was dit zelfs 45% vaker het geval.

Aanpakken van angst

Deze cijfers benadrukken het belang van het vroegtijdig aanpakken van tandartsangst. Op het moment dat kinderen vaker op een positieve manier in aanraking komen met de tandarts kan de angst worden behandeld. Dit kan op zijn plaats het vermijden van de tandarts voorkomen en de mondgezondheid van kinderen met tandartsangst, en hun perceptie van hun mondgezondheid, verbeteren.

De auteurs van de studie gaven wel aan dat hun studie enkele tekortkomingen bevat. Zo zou het kunnen zijn dat de kinderen hun pijn als minder of meer dan echt het geval is weergaven, aangezien zij hier slechts naar werden gevraagd. Daarnaast werd het onderzoek gehouden bij kinderen in slechts één stad in Brazilië, waardoor het niet zeker is of de resultaten van de studie representatief zijn voor een bredere populatie.

Bron:
International Journal of Paediatric Dentistry

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Pijn | Angst, Thema A-Z

VS: Gratis tandheelkundige behandeling in plaats van sporten of lezen

Wanneer sporthallen worden omgezet in tandartspraktijken, betekent dit dat Remote Area Medical bezig is met de opbouw van een mobiele praktijk. De medische organisatie reist door de Verenigde Staten om onverzekerde mensen gratis medische (mond)zorg te bieden.

Onverzekerde mensen

Hoewel er een hervorming heeft plaatsgevonden met de Obamacare, is het Amerikaanse gezondheidszorgsysteem nog steeds ziek. Het aantal onverzekerde mensen is drastisch afgenomen, maar er leven nog steeds 27 miljoen Amerikanen zonder of met onvoldoende verzekeringsdekking.

Afbeeldingsresultaat

Remote Area Medical

Precies om deze reden concentreert Remote Area Medical (RAM) niet langer haar vrijwilligerswerk op een internationaal niveau, maar op nationaal niveau. Ze richten zich op het voorkomen van pijn en het verlichten van lijden door mensen in nood gratis gezondheidszorg aan te bieden. RAM reist door de VS en richt tijdelijke ziekenhuizen op in verschillende steden. Dit wordt binnen 48 uur gedaan, omdat deze geïmproviseerde medische klinieken niet langer duren. Gedurende deze tijd bieden zorgvuldig geselecteerde vrijwilligers, onder wie tandartsen, oogartsen en huisartsen, hulp aan meer dan duizend mensen.

Gebouwen zoals sportarena’s, universiteiten of scholen, worden in zeer korte tijd verbouwd tot ziekenhuizen. De tandartspraktijk belandt vaak in een sportschool of een collegezaal. Talloze behandelstoelen worden achter elkaar geplaatst, dicht bij elkaar om zoveel mogelijk patiënten tegelijk te kunnen behandelen. Niet alleen worden tanden getrokken en gaatjes gevuld, professionele mondhygiëne kan ook plaatsvinden.

Afbeeldingsresultaat

Iedereen welkom

Iedereen kan komen, niemand wordt gevraagd om een verzekering, salaris of persoonlijke gegevens. Patiënten hebben echter wel geduld nodig. Zelfs uren voordat de artsen de poorten openen, vormen zich enorme rijen voor de gebouwen. Niettemin is het proces zeer professioneel en gestructureerd.

Bron en foto’s:
Ramusa.org

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
geld - munten

Salaris medische sector van verschillende landen vergeleken

Het medische onlineplatform Medscape heeft onderzoek gedaan naar het salaris in de medische sector in Duitsland en dat vergeleken met een aantal andere landen. Er blijken grote verschillen te bestaan tussen de verschillende landen.

Verschillen

In Duitsland verdienden artsen in 2016 in medische praktijken gemiddeld 125.100 euro. Een bedrag waar ze overigens zelf niet zo tevreden mee zijn. Zestig procent van de ondervraagde artsen vindt dat hun beloning (veel) te laag is. Toch zijn ze stukken beter af dan hun collega’s in Spanje met een jaarinkomen van 52.800 euro en Frankrijk (95.100 euro). In het Verenigd Koninkrijk hebben ze een vergelijkbaar salaris als in Duitsland: 129.500 euro. In de Verenigde Staten daarentegen liggen de salarissen veel hoger. Het gemiddeld praktijkinkomen bedraagt daar 250.400 euro. Ook daar is trouwens bijna zestig procent ontevreden over het salaris.

Nederland

Het inkomen in de medische sector in Nederland is niet gemeten in dit onderzoek. Maar u kunt natuurlijk zelf uw praktijkinkomen afzetten tegen dat van de onderzochte landen en zo ontdekken hoe u er internationaal gezien voorstaat.

Bron:
Medscape 

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
implantaten

Microdraden bij implantaat bevorderen osseointegratie

Nieuw onderzoek heeft gekeken naar welke implicaties het ontwerp van een implantaat met zich mee kan brengen voor de mondgezondheid. Hierbij werd met name gekeken of implantaten met microdraden op de nek bij zouden kunnen dragen aan het behoud van het crestale bot.

Microdraden vs. traditionele implantaten

Het onderzoeksteam beoordeelde 23 relevante artikelen die werden gepubliceerd tussen 1995 en 2016. In sommige van de artikelen werd gebruik gemaakt van implantaten met microdraden op de nek, waar in de andere artikelen gebruik werd gemaakt van traditionele implantaten, met machinaal gemaakte of geruwde nekoppervlakken.

Meer stabiliteit

De verschillende studies werden vergeleken, waaruit bleek dat de implantaten met microdraad meer stabiliteit teweeg brachten tussen bot en implantaat. Dit bleek met name het geval op het moment dat er weinig kaakbot meer over was. Daarnaast zorgde het gebruik van microdraad dat de noodzaak om bot te verwijderen voor de implantatie kleiner werd.

Osseointegratie

Dit onderzoek was een van de eerste studies die naar de effecten in de mond van de nieuwe implantaat-generatie heeft gekeken. Het resultaat van de studie toont dat het wel of niet gebruiken van microdraden bij implantaten de osseointegratie en dus het succes van het implantaat flink kan beïnvloeden.

Conclusie

Met deze resultaten hopen de onderzoekers om implantologen te kunnen helpen met het maken van een geïnformeerde implantaatbeslissing voor hun patiënten. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen hoe microdraden zich precies gedragen met verschillende botaanvoer en implantatietechnieken.

Bron:

Journal of oral implantology 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z, Uncategorized
Meer mensen mondkanker door HPV

Meer mensen mondkanker door HPV

Het is bekend dat roken, drinken of bepaalde genen mondkanker kunnen veroorzaken. Onlangs werd echter bekend dat steeds meer mensen met de ziekte te kampen krijgen als gevolg van humane papillomavirussen (HPV). Als gevolg hiervan is de gemiddelde leeftijd van mensen met mondkanker steeds jonger.

Humane Papillomavirussen

In 15% van de gevallen kan niet met zekerheid worden gezegd of de ziekte kan worden toegeschreven aan een van de humane papillomavirussen, maar wordt slechts vermoed dat de microbiome hier een rol in heeft gespeeld.

Bacteriesoorten in zieke weefsels

Chinese onderzoekers zijn er nu voor het eerst ooit in geslaagd om aan te tonen dat sommige bacteriesoorten vaker voorkomen in mondkankerweefsels dan in ‘gezonde’ weefsels. Daarnaast worden dezelfde bacteriën ook geassocieerd met parodontitis. De bacteriesoorten die meer in de zieke weefsels werden gevonden zijn Fusobacterium, Dialister, Peptostreptococcus, Filifactor, Peptococcus, Catonella en Parcimonas. De eerstgenoemde komt waarschijnlijk met name voor op het oppervlak van het carcinoom, waardoor hier in de toekomst op gelet zou kunnen worden bij diagnoses.

Oorzaak of gevolg

Of de bacteriën naar de plek migreren als gevolg van kanker of dat zij de oorzaak zijn van het carcinoom is nog niet bekend. Hier zal verder onderzoek naar moeten worden gedaan.

Bron:
Nature

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Slechte mondgezondheid verhoogt risico op slokdarmkanker

Slechte mondgezondheid verhoogt risico op slokdarmkanker

Het goed onderhouden van de mondgezondheid zou het risico op mondkanker nog wel eens kunnen verminderen. Een nieuwe studie heeft echter aangetoond dat dit ook de kans op het ontwikkelen van slokdarmkanker kan verkleinen, door de link te leggen tussen bepaalde parodontale pathogenen en kanker. Aan de hand van de resultaten van de studie kunnen nieuwe strategieën worden ontwikkeld voor vroege detectie van deze ziektes.

Microbiomen en slokdarmkanker

Wetenschappers van de New York University (NYU) analyseerden data van twee verschillende studies, en vergeleken de mond microbiomen van de deelnemers met of zonder slokdarmkanker. Er werd gevonden dat bepaalde bacteriën significant vaker te vinden waren bij patiënten met de kanker. Het onderzoek werd gepubliceerd in Cancer Research in december 2017. De resultaten geven aan dat het nuttig kan zijn om meer te leren over de rol van orale microbiota om eventueel slokdarmkanker in de toekomst te kunnen voorkomen, of in elk geval eerder te kunnen detecteren.

Verder onderzoek noodzakelijk

Op dit gebied is deze studie de grootst die ooit is uitgevoerd. Desondanks waren er slechts weinig samples waardoor het aantonen van significante relaties lastiger is. Daarnaast was de grote meerderheid van de bestudeerde mensen blank, wat kan meespelen in de bruikbaarheid van de resultaten. Verder onderzoek zal moeten worden gedaan om de bacteriën in relatie tot slokdarmkanker beter te verkennen, en om te kunnen zien of deze misschien zelfs een voorspellende factor kunnen zijn.

Bron:
American Association for Cancer Research

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Kinderen drinken te veel sportdranken in Verenigd Koninkrijk

Kinderen drinken te veel sportdranken in Verenigd Koninkrijk

Bijna 90% van alle schoolkinderen tussen de 12 en 14 jaar in het Verenigd Koninkrijk consumeert sportdranken, ondanks begrip van de negatieve effecten op hun mondgezondheid. Dit blijkt uit een studie die werd gepubliceerd in de British Dental Journal.

Branding
Onderzoekers geloven dat kinderen zich aangetrokken voelen tot deze dranken als gevolg van hun branding. Ze denken dat de dranken voor iedereen zijn, terwijl ze bedoeld zijn voor volwassenen die sporten.

Epidemie aan tandbederf
“Sportdranken bieden geen gezondheidsvoordelen aan kinderen. Ze geven juist brandstof voor een epidemie aan tandbederf,” stelt de voorzitter van BDA, Mick Armstrong. Volgens hem zorgt de marketing van de dranken voor de blijvende vraag. “Het is tijd dat de regering hier iets aan doet.”

Frisdrankenindustrieheffing
De BDA doet een beroep op de regering om sportdrankjes onder de frisdrankenindustrieheffing te brengen. Het beweert dat als sportdranken naast gewone frisdranken verkocht worden, zij ook onder de suikerheffing en restricties op marketing moeten vallen.

De studie
Uit de studie, genaamd Knowledge of and attitudes to sports drinks of adolescents living in South Wales UK, bleek ook dat:

  • 89% van schoolkinderen sportdranken consumeert
  • 73% van de kinderen gelooft dat water geschikt is om te consumeren tijdens het sporten
  • 68% van de kinderen met regelmaat (1-7 keer per week) sportdranken drinkt
  • 65% gelooft dat sportdranken tot tandbederf kunnen leiden
  • 46% van de geïnterviewde kinderen gelooft dat sportdranken voor iedereen zijn, ongeacht leeftijd of activiteit

Atleten, niet kinderen
 “Grote bedrijven komen weg met het verkopen van deze producten aan kinderen, terwijl ze voor atleten ontworpen zijn”, vervolgt Armstrong.

Geen dagelijkse dranken
“Hoog in zowel suikers als zuren, dit zijn geen dagelijkse drankjes. Als ze in de schappen naast de cola worden gezet dan zouden hierop dezelfde belastingen geheven moeten worden.”

Water
Volgens Armstrong blijft water de beste keuze bij gemiddelde lichaamsbeweging. Het is de veiligste optie voor zowel de mond- als algemene gezondheid.

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
leiding geven

Leiding geven aan uw team

Hoe geef ik op de beste manier leiding aan mijn team? Pas uw leiderschapsstijl aan op uw medewerker en let op uw eigen voorkeursstijl. Bekijk de video.

Video door Anna Berends van Loenen. 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z, Video
mondzorgbehandeling kind

Vijf tips voor mondzorgbehandeling van kinderen

Het behandelen van kinderen: de een vindt het geweldig, de ander wat minder. Kinderen kunnen heel lastig zijn, en bij weinig kinderen kan het liggen in een tandartsstoel tot een favoriete bezigheid worden benoemd. Vijf tips voor de omgang met kinderen tijdens een controle of behandeling.

  1. Leg uit, laat zien en doe

Wat van groot belang is, is flexibiliteit en zorgen dat kinderen door hebben wat je hen probeert te vertellen. Dit is niet altijd even makkelijk, omdat elk kind anders is – elk kind heeft zijn eigen manier waarop het het meeste leert. Sommige kinderen zijn luisteraars, anderen leren door te doen. Daarom is het slim om een boodschap op verschillende, levendige manieren door te geven. Vertel het kind wat je doet en waarom, laat zien hoe het werkt en laat hen, indien mogelijk, misschien zelfs zelf een stukje van de behandeling ‘aanraken’. Op deze manier wordt de kans vergroot dat een kind zich op gemak voelt en meer begrijpt van wat er gebeurt.

  1. Taal

Het gebruiken van lastige termen heeft bij de meeste kinderen weinig tot geen nut en creëert alleen maar afstand. Het brengen van de waarheid op een kindvriendelijke manier kan heel veel effect hebben. Vraag ze hun ogen dicht te doen alsof ze even gaan slapen, noem de tandarts spiegel een selfie stick of noem de katoenen rolletjes tand kussentjes.

  1. Beloningen

Het beste gedeelte van een tandartsbezoekje voor elk kind is het beloninkje dat achteraf wordt gekregen, uiteraard. Zorg ervoor dat dit echter wel passende beloningen staan. Suikerrijke snoepjes zijn bijvoorbeeld een slechte optie. Kies liever voor stickers, leuke tandenborstels of speeltjes.

  1. Behandel het kind – niet de ouder

Soms vormt niet het kind, maar de ouder het grootste probleem bij een tandarts- of mondhygiënistbezoekje. Met beiden is effectieve communicatie van groot belang. De meeste ouders zullen het fijn vinden als voor henzelf duidelijk is wat er precies gebeurt, maar zullen het vooral ook waarderen wanneer duidelijk wordt dat de arts moeite stopt in het opbouwen van een goed relatie met het kind. Mocht de aanwezigheid van een ouder u op de zenuwen werken, dan is het in de meeste gevallen geen enkel probleem deze te vragen even in de wachtkamer te wachten.

  1. Positieve energie

Positieve energie zal leiden tot positieve resultaten. Bij het behandelen van kinderen is het belangrijk dat je toetreedt tot hun eigen wereldje, wat kan op verschillende manieren. Speel bijvoorbeeld eens een elfje, of een superheld. Voor een kind levert dit een heel andere kijk op dentale behandelingen, en een blije klant is een blije tandarts/mondhygiënist. Zo heeft dit een positief effect op zowel het kind als op de behandelaar.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
NZA-monitor mondzorg 2018: toename gedeclareerde omzet per patiënt

NZA-monitor mondzorg 2018: toename gedeclareerde omzet per patiënt

Op 9 juli publiceerde de NZA de Monitor mondzorg 2018 waarin de ontwikkelingen in de mondzorg tussen 2013 en 2016 in beeld gebracht worden.

De monitor is gebaseerd op de gegevens van de zorgverzekeraars en kijkt alleen naar de mondzorg die gedeclareerd is via de zorgverzekeraar.

De NZa vat het rapport als volgt samen:

Toename gedeclareerde omzet per patiënt

De NZa heeft voor een aantal veel gedeclareerde prestaties de gedeclareerde kosten per patiënt in beeld gebracht en deze afgezet tegen de tarieven. “We zien over het algemeen een toename in de gedeclareerde omzet per patiënt, maar bij een aantal prestaties is het gedeclareerde bedrag niet toegenomen. De stijging in de gedeclareerde kosten ten behoeve van de preventieve mondzorg en de kosten gedeclareerd door orthodontisten is het grootst”, schrijft de NZA.

Verschil in gedeclareerde kosten per patiënt tussen praktijken

De zorgautoriteit ziet bij een aantal prestaties relatief veel verschil tussen praktijken in gedeclareerde kosten per patiënt.  “Dit zijn doorgaans de prestaties waarbij materiaal- en techniekkosten in rekening gebracht kunnen worden. De variatie zit waarschijnlijk in de verschillende soorten materialen en technieken die gebruikt kunnen worden bij de behandeling”, meldt het rapport.

Hierbij meldt de samenvatting van het NZa-rapport dat de registratie van materiaal- en techniekkosten niet juist is. “Soms wordt de prestatie met een sterretje geregistreerd (bijvoorbeeld R24*) en soms wordt de prestatie zelf (bijvoorbeeld R24) geregistreerd. Dit zorgt ervoor dat er een aantal aannames zijn gedaan om conclusies te kunnen trekken over de materiaal- en techniekkosten.”

Effect wijzing regels mondzorg behaald

De NZa bekeek of de wijzigingen in de omschrijving of de tariefstructuur van bepaalde prestaties werkelijk effect hebben gehad. Dit blijkt veelal het geval te zijn, meldt het NZa-rapport.

Conclusie NZa

“We concluderen dat in de periode 2013-2016 de gemiddeld gedeclareerde omzet per patiënt toeneemt. In die zelfde periode zijn de tarieven gedaald. De omzetstijging in de orthodontie lijkt relatief het grootst. Daarnaast nemen we voor zowel de preventieve mondzorg als voor de curatieve mondzorg een stijging van de gedeclareerde omzet per patiënt waar. De toename in de gedeclareerde kosten per patiënt voor preventieve mondzorg is groter dan de toename in curatieve mondzorg”, meldt de NZa.

ANT: “Onvolledig beeld”

Volgens de ANT is de nuancering van de NZa onvoldoende. “Een onderzoek uitgevoerd op alleen gegevens van de zorgverzekeraars en zonder het meenemen van de economische context blijft een onvolledig beeld geven van de mondzorgsector. Het gekozen basisjaar heeft statistisch gezien een grote invloed op de uitkomst. Dat de patiënt gemiddeld meer uitgeeft aan mondzorg kan vele oorzaken hebben zoals onder andere een toegenomen consumentenvertrouwen, inhalen van uitgestelde vraag, koopkrachtontwikkeling en positief reageren op de tariefsdalingen van de afgelopen jaren”, schrijft de ANT op haar website.

Bron:
NZA Monitor Mondzorg 2018
ANT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Depressie en stress gelinkt aan ernstige tandvleesaandoeningen

Depressie en stress gelinkt aan ernstige tandvleesaandoeningen

Een studie heeft aangetoond dat psychosociale factoren, zoals depressie, stress, emotionele kwetsbaarheid en het hebben van een type A persoonlijkheid, kunnen worden geassocieerd met ernstige parodontale aandoeningen. Dit wijst op de noodzaak voor een psychosociale evaluatie en steun voor patiënten met agressieve of chronische tandvlees aandoeningen.

Eerdere studies die suggereerden dat er een link tussen parodontitis en psychosociale factoren zou bestaan gaven gemengde resultaten. Hoofdauteur Dr Sébastien Jungo, van de Paris Descartes University, geeft aan dat zijn doel voor dit onderzoek daarom was om de associatie tussen klinische variabelen bij patiënten met last van agressieve of chronische parodontitis en psychosociale eigenschappen, met name depressie, stress en Type A gedrag, te verkennen, om hierdoor patiënten met een risico op ernstigere parodontale aandoeningen makkelijker te kunnen identificeren.

Onderzoeksopzet

De studie omvatte 79 patiënten met parodontitis uit het academisch ziekenhuis van de Descartes University in Parijs. De patiënten werd gevraagd om korte vragenlijsten in te vullen, waarna er dieper naar de eigenschappen van hun parodontitis werd gekeken. De resultaten lieten zien, nadat er werd gecorrigeerd voor leeftijd, tabaksgebruik en de soort parodontitis,  dat een pocket van meer dan 5 millimeter kon worden geassocieerd met emotionele kwetsbaarheid voor alle patiënten, en met stress voor patiënten met een Type A persoonlijkheid.

Om de oorzaken van deze associatie duidelijker te krijgen denkt Jungo dat verder onderzoek noodzakelijk is. Deze studie is representatief, maar heeft wel een klein sample. Een studie met een grotere populatie zou daarom nuttig zijn.

Bronnen:
1.     EuroPerio9 Abstract O024, Type A behaviour pattern, stress and emotional vulnerability are associated with more severe aggressive periodontal diseases. To be presented at the session on Psychosocial factors on Thursday 21 June 2018 at 16:30

2. McCracken, G. 2009. Positive relationship between stress and periodontal disease? Nature summary review

3. Araújo, Milena et al. Association between depression and periodontitis: a systematic review and meta‐analysis. First published: 6 January 2016. https://doi.org/10.1111/jcpe.12510

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Dental Health International Nederland in de race om NRC Charity Awards

DHIN (Dental Health International Nederland) hoort dit jaar bij de 22 goede doelen die zijn genomineerd voor de NRC Charity Awards. NRC biedt DHIN hiermee een podium om bekendheid te geven aan haar werk ter bevordering van een goede mondzorg in lagelonenlanden.

NRC Charity Awards

De NRC Charity Awards zijn een initiatief van NRC Media en zijn bedoeld om ‘charitatief Nederland’ te ondersteunen bij het bereiken van hun doelgroep. Dit jaar hebben ruim 250 charitatieve instellingen een motivatie ingestuurd om in aanmerking te komen voor de awards. Uit deze inzendingen zijn er 22 geselecteerd. Hiertoe behoren onder andere Stichting AAP, Diabetes Fonds, Stichting Lezen & Schrijven en dus ook DHIN. De geselecteerde instellingen zijn gekoppeld aan een creatief team van de Willem de Kooning Academie. Samen hebben zij een krantenadvertentie en een online banner ontworpen, die in de maanden juli en augustus worden geplaatst in NRC Handelsblad, nrc.next en op nrccharityawards.nl. Een vakjury en abonnees van NRC bepalen vervolgens welke campagne het beste is. De winnaar wordt op 28 augustus bekend gemaakt. Prijs is nogmaals plaatsing van de advertentie in de krant.

DHIN

DHIN is een stichting die de meest kwetsbaren in elke samenleving op tandheelkundig gebied wil ondersteunen. Enerzijds gebeurt dit door tandheelkundige materialen en apparatuur te leveren aan ontwikkelingslanden. Anderzijds richt de stichting zich op preventie. Uit ervaring en onderzoek in lagelonenlanden blijkt dat twee simpele maatregelen zorgen voor de helft minder schooluitval bij kinderen. Dit zijn: structureel tandenpoetsen met fluoridetandpasta en handen wassen. Om dit wereldwijd uit te dragen ontwikkelt DHIN op dit moment een zo universeel mogelijk preventiepakket met voorlichtings- en lesmateriaal voor lokale leerkrachten en ouders.

Dental Health International Nederland in de race om NRC Charity Awards

In de onderstaande KNMT-video vertelt DHIN-vrijwilliger Hans van Hest wat de nominatie inhoudt.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Het Dahl-principe als behandeling van tandslijtage

Het Dahl-principe als behandeling van tandslijtage

Het Dahl-principe wordt sinds 1975 toegepast en is inmiddels doorontwikkeld naar de zevende versie. Dahl behandelt gelokaliseerde anterior tandslijtage. Een overzicht van het concept, de voordelen en mogelijke problemen.

Verslag van de lezing van professor Jeremy Rees tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

Het Dahl-principe is bedacht om gelokaliseerde anterior tandslijtage te behandelen.

Slijtage in de UK is een steeds groter probleem aan het worden. 77% van de volwassenen heeft slijtage en bij 15% is deze slijtage tot in het dentine. 2% heeft te maken met ernstige slijtage. Het is leeftijd gerelateerd: 80% van de mensen ouder dan 50 jaar heeft slijtage (UK ADH Survey 2009).

Anterior slijtage is het gevolg van onder andere

– Gebrek aan dorsale steun

– Frisdrank gebruik en de manier waarop het geconsumeerd wordt

– Gastro Oesophageal Reflux Disease (GORD) 40%

– Eetdisorders 0,1 %

Over het algemeen zijn er zijn twee slijtage categorieën waarbij ook overlap zichtbaar is tussen de groepen:

  1. Jonge groep (tieners en twintigers) waarbij slijtage vaak het gevolg van erosie is.
  2. Ouderen waarbij de slijtage vaak het gevolg van bruxisme is.

Tandslijtage is progressief

Het probleem met tandslijtage is dat tanden bewegen als gevolg van de slijtage en dat het progressief is. Als er bijvoorbeeld bij boulimia patiënten lokale palatinale slijtage optreedt, zal in veel gevallen het onderfront als reactie hierop uitgroeien, zodat het onderfront in contact blijft met het palatinale vlak in de bovenkaak. Dit is een dynamisch geheel.

Aanpassen Occlusal Vertical Dimension (OVD)

Om opnieuw ruimte te creëren die is verloren gegaan als gevolg van de slijtage moet de Occlusal Vertical Dimension (OVD) aangepast worden. Er zijn een aantal manieren om dit te bereiken.

  1. Posterior kronen plaatsen. Hiermee creëert u een toename van de OVD in het front.
  2. Orthodontie toepassen. Nadat u orthodontie heeft uitgevoerd kunt u elementen prepareren.
  3. Kroonverlenging. Dit is de minst toegepaste optie. Nadelen hiervan zijn dat er bot verwijderd moet worden en dat er black triangles kunnen ontstaan. Ook moet u minimaal zes maanden wachten voordat weefsels zijn hersteld en uiteindelijke kroonpreparaties gemaakt kunnen worden.

Kroonpreparaties geven biologische- en financiële kosten. 10-15% van de voor een kroon geprepareerde elementen verliest de vitaliteit. Ook een probleem is dat hoe eerder u start in iemands levensloop, des te eerder u de behandeling opnieuw zal moeten uitvoeren. Daarom is het altijd beter om zo lang mogelijk uit de restauratieve cyclus te blijven.

Voordelen van Dahl

Het Dahl-principe werd geïntroduceerd in 1975. De voordelen van Dahl zijn:
– De patiënt zal zijn nieuwe lach fantastisch vinden.

– Het is eenvoudig, kosteneffectief.

– De methode werkt.

– Het behoud tandstructuur.

Levensloop Dahl

Dahl I concept
Anterior bijtplatform dat met ankers op de plaats werd gehouden en hiermee uitneembaar was. De patiënt diende dit elke dag te dragen gedurende een jaar en het bijplatform mocht alleen uitgedaan worden tijdens het eten. Het probleem hierbij was de patiënten compliance.

Het Dahl-principe berust op disclussie van de molaren en premolaren, 40% intrusie van het front en een achterwaartse verplaatsing van de mandibula. Dit wordt bewerkstelligd door het dragen van een anterior bijtplaat voor 6 tot 12 maanden. De molaren in de onderkaak en bovenkaak extruderen (60%) waarbij er uiteindelijk opnieuw contact ontstaat en ruimte in het front.

Het verschil tussen de centrale relatie en maximale occlusie is ongeveer 1mm.

Dahl II concept
Het probleem van de beperkte compliance bij het eerste Dahl concept werd opgelost in het Dahl II concept waarbij de bijtplaat in mond wordt vast gecementeerd. Het nadeel hiervan is dat dit na 6 tot 9 maanden verwijderd dient te worden en dat dit een vrij agressieve aanpak is. Daarom wordt dit niet vaak meer toegepast.

Dahl III concept
Vervolgens is het Dahl III concept ontwikkeld waarbij er palatinale restauraties worden geplaatst ter vervanging van de vast gecementeerde bijtplaat. Dit kan in keramiek, nikkel-chroom of geoxideerd goud en het wordt met Panavia gehecht. Een nadeel hiervan is dat de palatinale restauraties vaak donker doorschemeren.

Deze restauraties hebben een overleving van 75% als er gecementeerd wordt met Panavia. Dit percentage is aanzienlijk lager als er gecementeerd wordt met glasionomeercement (GIC).

Dahl IV concept
In het Dahl IV concept werd voor het eerst composiet toegepast. Het palatinale vlak wordt hier volledig mee bedekt. Dit is een directe methode in plaats van een indirecte methode. De contacten tussen boven en onder moeten hierbij overal gelijk zijn als het gebit in maximale occlusie is. Meestal wordt hier een aanpassing van ongeveer 2mm gedaan in toename van de OVD. Vervolgens wordt dit gemonitord. Dit kan ook met indirect composiet uitgevoerd worden. Hiermee zullen er hogere techniekkosten ontstaan.

Dahl V concept
Het Dahl V concept wordt uitgevoerd als er een combinatie is van palatinale en incisale slijtage. Hierbij wordt er eerst een diagnostische wax up gemaakt waarna er een silicone putty sleutel gemaakt kan worden. Hierbij wordt eerst het palatinale vlak opgebouwd en daarna wordt incisaal opgebouwd. Daarna volgt hetzelfde concept als bij Dahl IV waarbij er gezorgd wordt dat er overal gelijke contacten aanwezig zijn en vervolgens wordt het gemonitord.

Belangrijk bij het maken van een wax-up is dat er altijd vanuit gegaan wordt dat een centrale incisief ongeveer 10-11 mm lang hoort te zijn.

Dahl VI concept
Het Dahl VI concept is een uitbreiding op het al bestaande Dahl concept. Alleen wordt er hierbij ook slijtage in het onderfront behandeld en wordt hiervoor een linguale putty sleutel gebruikt.

Dahl VII concept
Als ook posterieur slijtage aanwezig is naast de anterieure slijtage dan wordt het Dahl VII concept toegepast. Dit wordt ook wel het dubbel Dahl concept genoemd. Dit wordt sinds vijf jaar toegepast. Hierbij wordt de conservatieve aanpak gebruikt, waarbij eerst het front in de bovenkaak wordt opgebouwd. Dan wordt 3 tot 6 maanden gewacht tot er occlusale stabiliteit is en vervolgens wordt dit herhaald met opbouw van het onderfront waarna er weer 3 tot 6 maanden wordt gewacht tot er stabiliteit is ontstaan.

Belangrijk uitgangspunt voor slijtage is altijd eerst preventief werken. Eerst duidelijk krijgen waardoor de slijtage wordt veroorzaakt en wat hiertegen te doen is voordat er behandeld kan worden.

Minder schadelijk
Mogelijke oorzaken zoals drinken van zure dranken en de drinkgewoontes kunnen bijvoorbeeld minder schadelijk worden gemaakt door extra fluoride gebruik, het gebruik van een rietje zo ver mogelijk achter in de mond en de frisdrank zo koud mogelijk te drinken. Als de temperatuur met 10 graden omlaag gaat is de erosieve kracht de helft zo groot.

Voorlichting patiënt over Dahl

Meestal moet de patiënt wennen na toepassing van Dahl. Dit duurt meestal een dag en daarna past de patiënt zich hieraan aan. Het is belangrijk om de patiënt goed uitleg te geven en te vertellen dat de kiezen eerst geen contact zullen hebben, maar dat dit na 3 tot 6 maanden wel zal ontstaan. Bij patiënten rond de 20 jaar duurt het meestal 3 tot 6 maanden tot de kiezen weer in contact komen. Bij oudere patiënten waarbij de bot turnover veel lager ligt duur dit meestal langer. Gemiddeld 6 tot 12 maanden.

Ook is het belangrijk de patiënt goed in te lichten over het onderhoud van het gebit na afronding van het Dahlen. Er is mogelijk onderhoud nodig voor herstel van chipping of scheurtjes. Ook is het belangrijk de kleur te bepalen voordat er geprepareerd gaat worden en is het beter om eerst oude restauraties te verwijderen. Het geeft een betere bonding als er nieuw composiet aan nieuw composiet wordt gehecht dan aan oud composiet.

Het is belangrijk dat composiet palatinaal een minimale dikte van 1,5 mm heeft. Als het dunner is, is de kans op chipping veel groter. Belangrijk dat er even contacten aanwezig zijn tussen het boven- en onderfront.

Dahl neemt 6-12 maanden in beslag bij composiet aanpak.

Follow up: 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, 12 maanden, 24 maanden.

Wat te doen als Dahl niet aanslaat

– Langer wachten

– Molaren opbouwen

– Niks doen? Rees weet niet of dit een opties is.

Problemen die mogelijk kunnen optreden

– Pulpa trauma’s: Dit gebeurt zelden omdat tandslijtage een langzaam proces is waarbij de tanden de tijd hebben zich aan te passen aan de veranderde situatie.

– Wortelresorptie: niet aangetoond.

– TMD: 2% mild en 4% gemiddeld, maar is alleen aangetoond bij de chroom kobalt bijtplaat.

– Parodontale problemen: Dit kan gebeuren als u niet zorgt dat er even contacten aanwezig zijn tussen de frontelementen. Als een element overbelast wordt, kan dit leiden tot lokaal acute paro-problematiek. Wanneer u zorgt dat er weer even contacten aanwezig zijn zal het probleem ook verdwijnen.

Failures

Uit de studie van Gulamali et al, 2011 blijkt een 50% survival van composiet Dahl over 7 jaar, waarbij 90% van de composiet Dahl kleine of grotere failures liet zien over 10 jaar.

– Kleine failures: chipping, kleine cracks

– Grotere failures: hoekjes die afbreken

Veelvoorkomende failures

  • Slijtage, verkleuringen, fractuur in het composiet

Risico factoren voor failures

– Klasse I incisale relatie

– Abrasie

– Antagonerend oppervlak van Keramiek

Parafunctie is geen tandheelkundig maar een neurologisch probleem. De tandarts heeft hierdoor wel te maken met de tandheelkundige bijwerkingen. Deze groep mensen heeft een opbeetplaat nodig na volledige opbouw van het gebit.

Het Dahl principe is toe te passen met partiële kronen in het front niet-posterior.

Punten waar nog geen antwoorden op zijn en meer onderzoek voor nodig is

– Of klinische kroonlengte een voorspelbare factor is.

– Of het van invloed is als er endo’s aanwezig zijn in frontelementen, of ze een betere of slechtere prognose hebben.

– Niet duidelijk wat de lange termijn resultaten van dubbel Dahl zijn als front elementen allemaal tegelijk worden opgebouwd.

– Wat de repositie van de mandibula doet op lange termijn.

– Waarom sommige tanden bewegen en andere niet. Molaren groeien sneller uit dan de premolaren. Als het Dahl-concept niet volledig is gelukt dan blijkt vaak dat de premolaren geen contact hebben gemaakt.

Conclusie

– Composiet is een goede keuze voor lokale slijtage in het front.

– Gemakkelijk te repareren.

– Groter failure bij attritie en bij gebrek aan dorsale steun.

 

Professor Jeremy Rees graduated from Cardiff University in 1984 and was awarded his MSc in Conservative Dentistry and his FDSRCS (Ed) in 1988. He gained his PhD and completed his higher training in Restorative Dentistry in 1996. He was appointed to a Chair in Restorative Dentistry at Cardiff University in 2004. He is currently the Director of the M Clin Dent Prosthodontics programme at Cardiff His research interests include biomechanics, tooth wear and dentine sensitivity and he has published over 100 per reviewed articles in these areas.

 

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. Jeremy Rees tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
“Bezuinigen in de mondzorg leidt tot eenheidsworst”

“Bezuinigen in de mondzorg leidt tot eenheidsworst”

Er vindt verschraling plaats van de Nederlandse mondzorg. De overheid richt zich vooral op het beheersen van kosten van zorg. Maar goedkoop is uiteindelijk duurkoop, voor zowel de patiënt als de overheid. Het leverde interessante discussies op.

Dragen richtlijnen wel bij aan kwaliteit? Werkt marktwerking in de zorg eigenlijk wel? En waarom hebben patiënten amper keuzemogelijkheden?

Verslag van het Indent-congres.
Indent is de de vereniging die de belangen van fabrikanten van tandheelkundige producten en apparaten behartigt.

 Dagvoorzitter op het Indent-congres was Rob Barnasconi en sprekers waren:

  • Industrie – Indent: Martin Polman
  • Overheid – Ministerie van VWS: Paul Boom
  • Beroepsorganisatie – ANT: Jan Willem Vaartjes
  • Medische hulpmiddelen Europees – Medical Device Project: Robert van Boxtel
  • Professional – Endodontoloog : Joerd van der Meer
  • Europese tandarts – Council of European dentists: Alexander Tolmeijer
  • Beroepsorganisatie – KNMT: Wolter Brands
  • Patiënten: Jaco de Ruiter

“De Nederlandse consument heeft recht op de beste mondzorg, innovaties en kwaliteitsverbeteringen.”

Het was misschien inderdaad een open deur die Martin Polman namens Indent intrapte, maar het was wel precies waar het congres om draaide. Natuurlijk, iedereen gunt de Nederlandse consument de beste zorg, maar krijgt die deze momenteel ook? Volgens organisator Indent, de vereniging die de belangen van fabrikanten van tandheelkundige producten en apparaten behartigt, valt dat te betwijfelen. Kostenbeheersing lijkt de leidende kracht van de overheid, legde Polman uit, waarbij zorgverzekeraars het beleid uitvoeren. Het maximeren van tarieven leidt tot verschraling van zorg en tot verminderde toegang tot innovaties.

Tijd voor actie dus, vindt Indent. De vereniging bestaat al veertig jaar, maar heeft in 2017 haar strategie bijgesteld. Indent ziet dat de technologie zich steeds meer ontwikkelt en wil dat die ook volop beschikbaar komt voor de cliënt. De vereniging wil onder meer keuzevrijheid in de mondzorg stimuleren en objectieve kwaliteitskenmerken van dentale producten vaststellen. Indent heeft besloten meer op de voorgrond te treden en organiseerde daarom het congres op 8 juni.

Dagvoorzitter Rob Barnasconi, tandarts en ex-voorzitter van de KNMT, juichte dat toe. “Een erg interessant en belangrijk thema”, noemde Barnasconi de kwaliteit van de mondzorg en hij deed een oproep aan de deelnemers om vooral mee te discussiëren. Aan die oproep werd volop voldaan.

Objectieve normen

Wat is ‘kwaliteit’ eigenlijk? Iedereen heeft er wel een idee bij, maar wat houdt het begrip nu precies in? Kwaliteit is op dit moment slecht te meten, zo kwam in meerdere lezingen naar voren, en dat moet veranderen. De consument let op drie zaken, zei Jaco de Ruiter, die afgelopen jaren onder

meer voorzitter was van het Consumenten Platform Mondzorg. De consument let op technische kwaliteit, functionele kwaliteit en relationele kwaliteit. Die laatste kwaliteit is het vertrouwen dat hij heeft in de tandarts. Maar hoe meet je technische en functionele kwaliteit? Objectieve kwaliteitstoetsing is nodig, aldus De Ruiter. Immers: als je kwaliteit kunt meten, kun je als consument kiezen of en waar je je geld aan wil uitgeven.

“Consumenten zijn net mensen. Als de kwaliteit in een winkel onvoldoende is, kopen mensen daar niks meer.”

Er moeten dus objectieve kwaliteitsnormen komen, niet alleen voor de tandarts en tandartspraktijk, maar ook voor dentale producten, zoals Martin Polman bepleitte. Daar wordt momenteel hard aan gewerkt. Vanaf 2017 is de Medical Device Directive (MDD) vervangen door de strengere Medical Device Regulation (MDR). Naast de fabrikanten krijgen nu ook distributeurs, importeurs en gemachtigden een aantal wettelijke verplichtingen opgelegd om medische hulpmiddelen veiliger op de markt te brengen. De zogenaamde Notified Bodies, keuringsinstituten, worden in de nieuwe wetgeving ook harder beoordeeld.

Behandelvariatie mondzorg

Het objectief vaststellen van kwaliteit is vooral belangrijk om de consument keuzemogelijkheden te geven. Daar ontbreekt het nu aan, daar waren alle sprekers op het congres het min of meer over eens. “Kwaliteit is de juiste keuze maken en die verschilt per mens”, meende tandarts en ondernemer Alexander Tolmeijer.

“Ik vind het bijna schofterig als we patiënten niet alle keuzemogelijkheden vertellen. Patiënten kunnen prima zelf keuzes maken, maar dan moeten we als tandartsen alle opties geven en de keuze die de patiënt maakt respecteren.”

Ook ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes vindt keuzemogelijkheid een groot goed; niet alleen voor patiënten, maar ook voor tandartsen. Hij hield een pleidooi voor praktijkvariatie, voor maatwerk. In tegenstelling tot de overheid, die richtlijnen ziet als een ‘houvast in wat een goede behandeling is’, heeft Vaartjes zijn twijfels over het belang van richtlijnen als kwaliteit. Hij wees op de definitie die de World Health Federation geeft aan een richtlijn, die een richtlijn als advies of keuzehulp ziet voor de verschillende opties van een behandeldoel. “In Nederland denken we daar anders over”, meent Vaartjes. “Hier moet een richtlijn gelden voor een meerderheid van de patiënten. Bovendien wordt deze in Nederland bedoeld voor het terugdringen van behandelvariatie en koppelen we doelmatigheid aan een richtlijn. Zo is deze helemaal niet bedoeld!”

Vaartjes plaatste ook kanttekeningen bij het gebruik van epidemiologisch bewijs als norm. Dit bewijs is er vaak niet, of klopt niet, is zelden direct vertaalbaar naar de patiënt en is niet doorslaggevend voor goede zorg, liet Vaartjes zien aan de hand van een presentatie van hoogleraar interne geneeskunde Yvo Smulders.

“Borg de kwaliteit liever met visitatie en intervisie dan met richtlijnen”, meende Vaartjes.

In 2012 bracht de Gezondheidsraad het rapport ‘De mondzorg van morgen’ uit.

Daarin schreef de raad ‘onthutst’ te zijn door het gebrek aan evidence based richtlijnen en de ‘signalen voor onverklaarbare behandelvariatie’. Maar, zegt Vaartjes: die variatie is juist goed. Richtlijnen zouden het aantal behandelmogelijkheden niet moeten beperken, aldus de ANT-voorzitter.

Eenheidsworst

Het huidige tariefsysteem zit keuzemogelijkheden momenteel echter nog vaak in de weg, meenden meerdere sprekers. Tachtig procent van de uitgaven in de mondzorg gaat om niet-en bijverzekerde zorg, gaf Polman van Indent aan. “Dat zou een zaak moeten zijn van de patiënt en de zorgverlener.” De marktwerking in de zorg lijkt echter aan de tandheelkunde voorbij te gaan. Met de huidige gemaximeerde prijzen heeft de patiënt weinig keuzemogelijkheden meer. Wil hij een betere, maar daardoor wellicht duurdere oplossing, en is hij bereid daar zelf voor te betalen? Dan is daar op dit moment geen mogelijkheid voor.

“Bezuinigen leidt tot eenheidsworst en mensen zijn geen eenheidsworst,” aldus Polman.

De vrije prijsvorming, waar in 2012 een experiment mee werd gehouden, zou kunnen bijdragen aan die keuzemogelijkheid. Polman: “Betere zorg – betere beloning. Dat is transparant.” Dat aan het experiment met vrije prijzen voortijdig een einde aan kwam, blijft dan ook steken bij meerdere partijen. Ook bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zo bleek.

“Vrije prijzen verruimen de mogelijkheid van innovaties en de keuzemogelijkheden van de patiënt”

gaf senior beleidsmedewerker bij de directie Curatieve Zorg van VWS Paul Boom aan. De bekostiging van tandzorg blijft voor de overheid leiden tot discussies, aldus Boom. Moet jeugdzorg nog wel in het basispakket, als cariës en veel andere mondproblemen te voorkomen zijn? Moeten controles terug in het basispakket, als dit ruim 2 miljard euro zou kosten en de patiënt ook zelf verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn gebit? Hoe kunnen we het best omgaan met het spanningsveld tussen de publieke verantwoordelijkheid en het ondernemerschap van de tandarts? “Laten we huldigen dat we jeugd tot 18 jaar en bijzondere tandheelkunde in het basispakket hebben en met elkaar nadenken over de verschillende verantwoordelijkheden die we hebben”, meende Boom.

Prachtig vak

Misschien ligt de oplossing van de hele kwaliteitsdiscussie wel bij de insteek die KNMT-voorzitter Wolter Brands had in zijn lezing: in vertrouwen. De regelgeving is momenteel gebaseerd op wantrouwen, meent Brands. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Algemene verordening gegevensbescherming (AGV), de MDR: de regels zijn de laatste tijd erg aangescherpt. Nog een voorbeeld: hoewel de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aangeeft dat je wel van

richtlijnen mag afwijken als je hier een gegronde reden voor hebt, blijkt deze in principe bindend te zijn. Verkeerd gebruik wordt gestraft.

De overheid handelt kortom vanuit wantrouwen, meent Brands, terwijl het vertrouwen in de tandarts door consumenten, in tegenstelling tot het vertrouwen dat de consument heeft in de overheid, al jaren erg hoog is. Brands liet zien dat het vertrouwen dat consumenten in zorgverzekeraars met 30% het laagst is. Ook de overheid scoort met 40% niet hoog. Het vertrouwen in de wetenschap is 70% en in de tandarts is dat al jaren boven de 80%.

Brands: “De patiënt vertrouwt de tandarts als zijn adviseur over de kwaliteit van tandheelkundige zorg. De overheid zou dan ook alles moeten doen om die vertrouwensrelatie te bevorderen.”

Volgens Brands betekent wantrouwen óf een lagere kwaliteit, óf minder tandartsen (omdat buitenlandse tandartsen niet meer in Nederland met al zijn regels willen werken) óf hogere kosten (omdat het hele apparaat van toezicht kosten met zich meeneemt). “De overheid bijt zich op een gegeven moment in zijn eigen staart”, aldus Brands.

Wellicht heeft de mondzorg wel zelf de sleutel in handen om dat vertrouwen nog verder te vergroten, opperden enkele deelnemers: laat publiek en overheid zien wat voor moois de tandheelkunde te bieden heeft. “We worden momenteel geketend, maar we hebben een prachtig vak”, aldus een van de deelnemers. “Laten we al die mooie dingen van ons vak laten zien en uitdragen.”

Tandarts Joerd van der Meer, die in 2016 promoveerde op 3D-technologie en digitale workflows, sloot de dag positief af. Hij heeft veel vertrouwen in de toekomst van het vak, door de ontwikkelingen in de technologie.

“Er gaat de komende tien jaar veel veranderen. De tandheelkunde wordt snel digitaal, goedkoper en de kwaliteit van werkstukken zal nog hoger en voorspelbaarder worden”, aldus Van der Meer. “Dat is niet eng, maar gewoon een verandering. Laten we de technologie omarmen.

Verslag door Indent van het Indent-congres van 8 juni 2018.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tarieven, Thema A-Z
Beugel

Beugel en kunstgebit niet overal even duur

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft grote prijsverschillen geconstateerd bij beugels en kunstgebitten. Vooral de materiaalkosten kunnen per praktijk sterk verschillen. Ze raadt patiënten aan om de kosten van verschillende praktijken met elkaar te vergelijken.

Monitor mondzorg

In de Monitor mondzorg 2018 van de NZa zijn de ontwikkelingen in de mondzorg tussen 2013 en 2016 in kaart gebracht. Dit gebeurde op basis van de declaraties bij de zorgverzekeraars. Per patiënt zijn de gedeclareerde kosten toegenomen, terwijl de tarieven zijn gedaald. De declaraties voor orthodontie en preventieve mondzorg, zoals gebitsreiniging, zijn het meest gestegen. De toegenomen kosten van preventieve zorg hebben nog niet geleid tot lagere kosten in de curatieve zorg, zoals het vullen van gaatjes. De geleverde preventieve mondzorg verschilt sterk per praktijk.

Beugels en kunstgebitten

Uit de Monitor mondzorg blijkt ook dat er grote verschillen zijn tussen praktijken in gedeclareerde materiaal- en techniekkosten voor beugels en kunstgebitten. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt doordat er verschillende soorten materialen en technieken worden gebruikt bij de behandeling.

Volgens de NZa moeten patiënten vooraf goed geïnformeerd worden over de verschillende behandelopties en de kosten ervan. Het kan voor patiënten zinvol zijn om bij verschillende praktijken te informeren hoe duur de behandeling daar is.

Duidelijkheid in kosten

Behandelaars moeten duidelijkheid bieden in de te verwachten kosten. Als een behandeling meer dan € 250 gaat kosten, moet de patiënt vooraf een begroting krijgen en inzicht in de verschillende behandel- en materiaalopties. De NZa wil graag dat mondzorgprofessionals kwaliteitsrichtlijnen opstellen, waaruit blijkt wanneer welke behandeling het beste is.

Sinds 1 januari 2018 is het voor zorgaanbieders verplicht om op hun website een prijslijst met materiaal- en techniekkosten op te nemen.

Nieuwe bekostiging

De NZa streeft de komende jaren naar goede en betaalbare zorg én transparantie voor de patiënt. Hierbij moet de patiënt weten wat de behandeling inhoudt, waaruit hij kan kiezen en wat dat kost.

Daarnaast wil de NZa de preventieve zorg bevorderen.

Bron:
NZa.nl

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z