Pluis of niet-pluis? – Parodontale screening en behandelplanning in de algemene praktijk

Je zou graag al je patiënten tijdens hun periodiek mondonderzoek op een efficiënte manier willen controleren op de aanwezigheid van parodontitis. Maar is dat niet te veel gevraagd? Verslag van de lezing van dr. Wijnand Teeuw, tandarts-parodontoloog.

Screening

‘Screening’ wordt gedefinieerd als het opsporen van ziekte in een preklinisch stadium door middel van een relatief eenvoudige test. Daarbij is de term ‘preklinische fase’ erg breed en kan er over de exacte definitie van een ‘relatief eenvoudige test’ gediscussieerd worden.

Screening: Wie, wat, waar en hoe?

Waar?

Het liefst zouden we iedereen willen screenen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door middel van een (eenvoudige) doe-het-zelf test die men thuis kan afnemen. Het voordeel van deze methode is dat er een bepaalde bewustwording wordt gecreëerd bij de bevolking.
Een veel zuiverdere manier van screenen is ‘screenen op locatie’, dus in de tandheelkundige of geneeskundige setting. Daarbij heeft de tandheelkundige setting (tandartspraktijk) een groot voordeel in vergelijking met een geneeskundige setting. Voor een ziekenhuis of huisartsenpraktijk geldt namelijk dat mensen hier zelden tot nooit binnen stappen in de preklinische fase terwijl in de tandartspraktijk grofweg de hele populatie periodiek langskomt. Familieverbanden kunnen op deze manier ook mee worden genomen bij het screenen. Daarnaast heeft de tandarts allerlei tools (o.a. röntgenfoto’s) tot zijn/haar beschikking om een zuivere diagnose te kunnen stellen. Ook bij verdenking op een bepaalde diagnose kan de tandarts de patiënt sneller terug laten komen waardoor de daadwerkelijke diagnose niet gelijk gesteld hoeft te worden.

Wat?

Grofweg betekent dit dat de tandarts het onderscheid moet kunnen maken tussen gezonde gingiva en parodontitis. Maar daar tussenin zit nog een grijs gebied. De vraag is dus: Wanneer wilt u dat u het niet-pluis gevoel krijgt? Wat wilt u zien bij de patiënt?

Wie?

Wie kunnen de ziekte allemaal ontwikkelen? In principe kan parodontitis op elke leeftijd ontstaan maar verschilt de prevalentie per leeftijdscategorie. Dus moeten we alle mensen screenen terwijl parodontitis bij kinderen heel zelden voorkomt? Aan de andere kan heeft parodontitis bij kinderen vaak een onderliggende oorzaak (afweer- of stofwisselingsziekte) en is de ernst vaker groter dan bij volwassenen. De tandarts kan de eerste zijn die de onderliggende ziekte screent.

Hoe?

De gouden standaard is om bij iedere patiënt een zuivere diagnose te stellen door middel van screening in de tandartspraktijk. Dit is echter een zeer tijdrovende manier van screenen (klinisch onderzoek, parodontiumstatus en röntgendiagnostiek). Aangezien ongeveer 15% van de bevolking parodontitis heeft, betekent dit automatisch dat er sprake is van overdiagnostiek. De vraag is dus of er altijd zuivere diagnostiek nodig is. Een andere methode is het invoeren van een werkdiagnose. Aan de hand van de werkdiagnose wordt er een inschatting gemaakt van de diagnose en gaat men daar eerst mee aan de slag, dus voordat er een zuivere diagnose wordt gesteld.

Screening: de gouden standaard

Een zuivere diagnose wordt gesteld aan de hand van het klinisch beeld, de parodontiumstatus en het röntgenonderzoek. Er moet gescreend worden op ontsteking en aanhechtingsverlies.

1. Ontsteking

– Aanwezigheid van bloeding na sonderen (>10%)
– Pocketdiepte ≥ 4 mm

2. Aanhechtingsverlies

– Direct: pocketdiepte + recessie
– Indirect: botverlies gemeten op röntgenfoto

De prevalentie van gingivitis wordt geschat op 46% en van parodontitis op 11%. Er vindt dus veel overdiagnostiek plaats bij het uitvoeren van deze methode. We moeten dus af van de gouden standaard, de consequentie is wel dat we minden zuiver worden in de diagnostiek.

Dutch Periodontal Screening Index (DPSI)

Door de jaren heen zijn er verschillende screeningsmethoden geweest. Het begon met de CPITN (1982), waarbij er gekeken wordt naar de eerste tekenen van ontsteking. In 1998 werd de DPSI geïntroduceerd waarbij zowel ontsteking als aanhechtingsverlies werd gekeken (de definitie van parodontitis). Aan de hand van de DPSI-score kan de patiënt ingedeeld worden in de volgende categorieën:
– Categorie A: DPSI 1,2
– Categorie B : DPSI 3-
– Categorie C: DPSI 3+,4

Aan de hand van de DPSI kan er een behandelplan opgesteld worden. Uit onderzoek blijkt dat met deze methode de ernstige groep er altijd wel uit gehaald wordt, maar de minder ernstige vormen niet (van der Velden, 2009). Baelum et al. (1995) koppelde de CPITN aan leeftijd en liet zien dat de prevalentie van een hoge CPITN-score toenam met het toenemen van de leeftijd. Teeuw et al. (2019, in progress) heeft met zijn resultaten laten zien dat van de patiënten in categorie A uiteindelijk een klein deel matige parodontitis heeft. Voor categorie B geldt dat het percentage matige parodontitis toenam en dat er een klein percentage ernstige parodontitis had. In categorie C werden nagenoeg geen gezonde mensen gezien.

Planning – Na de DPSI

Categorie A: Pockets ≤ 3 mm

– Mogelijke diagnoses (o.a. afhankelijk van leeftijd): gezond; gezond gereduceerd parodontium; gingivitis; gereduceerd parodontium met gingivale ontsteking.
– Behandeling is gericht op preventie

Categorie B: Pockets 4-5 mm, zonder zichtbare recessies

– Mogelijke diagnoses zijn (o.a. afhankelijk van leeftijd): gingivitis tot matige parodontitis; bij kinderen: gingivitis/zelden parodontitis; van 12-21 jaar voornamelijk gingivitis/ geringe parodontitis; Van 21-35: gingivitis/parodontitis; Bij >35 jaar: voornamelijk parodontitis.

– Behandeling kan eerst bestaan uit:
o Gebitsreiniging: lifestylefactoren en omgevingsfactoren
o Na de gebitsreiniging wordt altijd een afspraak voor evaluatie ingepland met eventueel ook nog een tussentijdse controle

Het is goed om bij kinderen op bloeding te letten. Bloeding na sonderen, ondanks een slechte mondhygiëne, is voor kinderen uitzonderlijk. Daarnaast zijn verdiepte pockets ook uitzonderlijk. Bij kinderen hoeft de DPSI alleen uitgevoerd worden bij de permanente elementen van de wisseldentitie.

Categorie C: Pockets 4-5 mm met recessies en/of pockets ≥ 6mm

– Mogelijke diagnoses zijn (o.a. afhankelijk van leeftijd): Gingivitis tot ernstige parodontitis (bijna altijd parodontitis!); gereduceerd parodontium na behandeling.
– Voor deze groep wordt altijd een parodontaal onderzoek uitgevoerd.

Ongeveer 75% van totale tandartspraktijkpopulatie valt in categorie B (+/- 50%) of C (+/- 25%) en dit betekent dus dat veel mensen het paro-protocol in moeten. Om die reden is het goed om voor de patiënten die in categorie B vallen, dus de patiënten met gingivitis tot matige parodontitis, een voorlopige werkdiagnose te stellen. Daarbij is de geschatte etiologie en behandeling erg van belang. Vaak kan er door het aanpassen levensstijl (Vnl. poetsgedrag en roken) en omgevingsfactoren (uitgebreide gebitsreiniging) al veel verbetering behaald worden. Voor categorie B geldt dat evaluatie ook enorm belangrijk is. Het advies is om bij elke patiënt de regie bij de tandarts te leggen. Dit betekent dat de tandarts bij elke PMO een DPSI uitvoert, ook al zit de patiënt in het paro-protocol.

Dr. Wijnand Teeuw, parodontoloog NVvP, behaalde in 2003 zijn doctoraaldiploma Biologie aan de Universiteit Utrecht met als afstudeerrichting Fundamentele Biomedische Wetenschappen. In 2006 studeerde hij als tandarts af aan ACTA waaraan hij sinds die tijd verbonden is aan de sectie Parodondologie. Van 2009 t/m 2012 volgde hij aldaar de MSc-opleiding tot parodontoloog, welke hij cum laude heeft afgerond. Sinds 2015 is hij hoofd van de Kliniek voor Parodontologie ACTA. In 2017 promoveerde hij op de relatie tussen parodontitis en de algemene gezondheid, in het bijzonder diabetes mellitus en hart- en vaatziekten. Daarnaast adviseert hij tandartsen en mondhygiënisten over het plannen en uitvoeren van parodontale behandelingen binnen de algemene tandartsenpraktijk.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Wijnand Teeuw tijdens het congres Paro van Bureau Kalker.

Bekijk ook het interview met dr. Wijnand Teeuw over screenen op parodontitis

Wij interviewden dr. Wijnand Teeuw kort na zijn lezing Screenen op parodontitis. Hij praat over de uitkomst van screenen: is het pluis of niet-pluis? Hoe ga je om met de uitkomsten van de DPSI-score, de nieuwe paro-richtlijn en zijn advies voor taakverdeling en regie over paro en preventie.

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Mensen met psoriasis meer kans op parodontitis

Mensen met psoriasis meer kans op parodontitis

Een nieuwe studie is erachter gekomen dat mensen met psoriasis een hoger risico hebben op parodontitis. Sirka Woeste en haar team van de Kiel University Clinic of Conservative Dentistry and Periodontology in Duitsland vonden een link tussen de jeukende, rode huidaandoening en de gezondheid van het gebit.

Auto-immuunziekte psoriasis

Psoriasis is een chronische auto-immuunziekte die dikke, rode en soms schilferende huid op verschillende plekken op het lichaam met zich meebrengt. Volgens Duitse onderzoekers zouden zowel psoriasis als parodontitis mede kunnen worden veroorzaakt door bepaalde genen die ontstekingen met zich mee kunnen brengen. Aangezien er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar de mogelijke link tussen psoriasis en parodontitis besloten de onderzoekers uit Kiel om dit wel te doen.

Het onderzoek

Voor het onderzoek werden 100 patiënten met en 101 patiënten zonder psoriasis bestudeerd. Een tandarts evalueerde hun mondgezondheid, door onder andere te kijken naar bloedingen, de community periodontal index (CPI) en naar vervallen of missende tanden. Hiernaast werden de patiënten gevraagd om een vragenlijst in te vullen met vragen over onder andere hun leeftijd, rookstatus, opleidingsniveau en gebitsverzorging.

Statistische analyses

De onderzoekers voerden vervolgens twee statistische analyses uit. In de eerste werden patiënten met psoriasis gekoppeld aan deelnemers zonder psoriasis, met gelijke demografische en gezondheidsfactoren. Dit leidde tot 53 paren van soortgelijke deelnemers, met ongeveer de gelijke leeftijd, gebitsverzorgingsgewoontes, voedselpatronen, body mass index en opleidingsniveaus. De tweede analyse was een logistieke regressie met alle 201 deelnemers. Hieruit kon worden afgeleid of psoriasis wel of geen risico voor parodontitis met zich meebrengt.

Significant meer kans op parodontitis

Het bleek dat patiënten met psoriasis een significant slechtere mondgezondheid hebben dan de patiënten zonder psoriasis. De mensen met psoriasis scoorden zowel slechtere CPI scores en hadden meer last van bloeden. Dit toont aan dat het goed omgaan met psoriasis ook belangrijk is voor de gezondheid van het gebit, en dat bij deze groep mensen het gebit vaker moet worden gecheckt.

Bron:
Journal of Investigative Dermatology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Antibiotica en mogelijke alternatieven nu en in de toekomst

Antibiotica en mogelijke alternatieven nu en in de toekomst

Al decennia wordt antibiotica ingezet ter ondersteuning van een parodontale behandeling.
Gebruik van antibiotica staat echter onder druk, onder andere vanwege toenemende resistentie. Er zijn een aantal potentiële alternatieven in ontwikkeling, maar het kan nog wel even duren alvorens we weten of deze even effectief zijn. Tot die tijd heeft verstandig inzetten van antibiotica een toegevoegde waarde.

Nieuwe biofilm

Een belangrijk onderdeel van de parodontale behandeling is het weghalen van zo veel mogelijk micro‐organismen uit de pocket van de patiënt. Eigen onderzoek laat zien dat een behandelaar ongeveer 99% van de bacteriën elimineert. Dat is een gigantisch aantal. Dankzij het wegvallen van deze bacteriën krijgt de afweer van de patiënt de kans om de subepitheliale ontstekingshaarden op te ruimen. Daarnaast zal zich een nieuwe biofilm in de pocket vormen, die hopelijk stabiliteit brengt.

Homeostase

Bij de herbeoordeling zal de behandelaar kunnen inschatten of de dysbiose is omgezet in een homeostase. Als er geen homeostase bereikt is, kan bovenop de subgingivale reiniging, behandeling met bijvoorbeeld antibiotica effectief zijn. Zeker bij aanwezigheid van pathogenen als Enterococcus facecalis (E.f.), Aggregatibacter actinomycetemcomitans (A.a.) en de keystone pathogeen Porphyromonas gingivalis (P.g.) kan inzetten van antibiotica tot een significante verbetering leiden. Deze pathogenen zijn in staat om de epitheliale barrière te passeren en zich “schuil” te houden in de (sub) epitheliale weefsels. Van hier uit kunnen ze de schoongemaakte pocket weer opnieuw koloniseren, waardoor het resultaat bij de
herbeoordeling tegen zal vallen.

Welk antibioticum?

Over welk antibioticum het beste kan worden ingezet, bestaat veel discussie. Dit varieert van de combikuur tot het gericht gebruik van een (smaller‐spectrum) antibioticum. Bij de studies naar het verschil in effectiviteit tussen de combikuur en een monotherapie met bijvoorbeeld metronidazol is er één belangrijke valkuil. Bij de meeste studies wordt vooraf geen microbiologisch onderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat ook A.a. positieve patiënten bij de studies zitten. We weten dat metronidazol nauwelijks effect heeft op de facultatief anaerobe A.a. bacteriën. Hierdoor lijkt het effect van een monotherapie met metronidazol kleiner te zijn. Echter, als er vooraf wel microbiologisch gescreend wordt, zien we een duidelijk significant effect van metronidazol bij pockets > 5mm (Preus et al. 2012).

Niet standaard

Maar waarom dan toch niet standaard de combikuur? Standaard de combikuur kan tot overbehandeling van de patiënt leiden. Bij bijvoorbeeld aanwezigheid van alleen P.g. is de combikuur niet noodzakelijk. Ook kan het standaard inzetten van de combikuur helemaal nutteloos zijn. Dit geldt bijvoorbeeld als er sprake is van aanwezigheid van andere micro-organismen zoals virussen en/of schimmels/gisten, maar ook bij aanwezigheid van de resistente E.f. bacterie is de combikuur niet de juiste keuze. Daarnaast zorgt gebruik van de combikuur er voor dat ook de bacteriën die de eerste laag van de biofilm vormen, geremd worden. Dit vertraagt de vorming van een nieuwe stabiele biofilm.

Voordelen gebruik van alleen metronidazol

Gebruik van alleen metronidazol heeft een aantal voordelen. Metronidazol is in de jaren ‘50 ontwikkeld als een anti‐protozoa middel. Het werd voornamelijk ingezet tegen Trichomonas vaginalis, Giardia lambliae en Entamoeba histolytica. In 1962 werd bij toeval ontdekt dat metronidazol ook effectief is bij parodontitis patiënten (Shinn 1962). Sindsdien wordt metronidazol een prodrug genoemd, omdat het zo efficiënt werkt tegen anaeroben. Daarnaast komt resistentie tegen metronidazol niet frequent voor (Soares et al 2012). Dit in tegenstelling tot de hoge resistentiegraad die we bij antibiotica, zoals penicillines (amoxicilline) en macroliden, zien. Bij aanwezigheid van A.a. of andere bacteriën uit het groene complex van Socransky is gebruik van metronidazol alleen niet toereikend en is de combikuur de juiste keus.

Alternatief voor antibiotica

Op dit moment wordt er hard gezocht naar een alternatief voor antibiotica. Alternatieven zijn onder te verdelen in anti‐inflammatoire middelen, antibacteriële middelen en middelen die de afweer versterken.

Anti‐inflammatoire middelen

Voorbeelden van mogelijk effectieve anti‐inflammatoire middelen zijn polyfenolen, resolvines (Chun‐Teh Lee et al. 2016), curcuma (Nagasri et al. 2015) en aspirine in lage dosering gecombineerd met omega‐3 derivaten (Elwakeel et al. 2015).

Antibacterieel middel

Een voorbeeld van een antibacterieel middel is de bacteriofaag. Bacteriofagen zijn virussen en natuurlijke vijanden van bacteriën. Een bacteriofaag werkt slechts tegen 1 soort bacterie, waardoor men heel gericht bacteriën kan uitschakelen. De eerste successen met bacteriofagen zijn recent gepubliceerd (Szafranski et al. 2017). Er is echter nog te weinig klinisch onderzoek beschikbaar om fagen nu al in de kliniek in te zetten tegen parodontitis. Op dit moment zijn fagen dus nog geen alternatief voor antibiotica.

Middelen die afweer versterken

Veelbelovend zijn de studies die worden uitgevoerd met host modulatoren zoals CP40 (AMY101). CP40 is een klein eiwitje en een analoog van compstatine. Het blokkeert een onderdeel van het complement afweersysteem, waardoor de parodontale ontsteking geremd wordt (Hajishengallis et al. 2019). Op dit moment worden er fase II studies uitgevoerd en is het wachten op de resultaten.

Het ziet er naar uit dat we in de nabije toekomst antibiotica kunnen gaan vervangen voor even effectieve of zelfs effectievere alternatieven. Tot het zover is, blijft antibiotica een goede keuze bij bijvoorbeeld refractaire parodontitis, agressieve parodontitis en als er sprake is van diepe pockets. Afhankelijk van de soorten bacteriën die in de pocket aanwezig zijn, zal de keus vallen op een monotherapie of een combinatie therapie. Hierbij is het devies om de aanwezige bacteriën zo gericht mogelijk aan te vallen.

Door:
Dr. Hugo E. van Beurden, Bio2Dental BV

Lees ook eerdere artikelen van Hugo van Beurden:

De rol van herpesvirussen bij parodontitis

Oorzaken van refractaire parodontitis

Real-time PCR. Diagnostiek van de toekomst

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Diagnose van parodontitis moet vaker bij huisartsen

Diagnose van parodontitis moet vaker bij huisartsen

Mensen die niet regelmatig naar een tandarts gaan moeten door hun huisarts worden getest op parodontitis, aldus de European Federation of Periodontology (EFP). Parodontitis is een aandoening die grote risico’s op onder andere diabetes, hartaanvallen en beroertes met zich meebrengt, en komt voor bij 50% van de mensen boven de 30. Controle is daarom van groot belang.

Diagnose van parodontitis

Dr. Eduardo Montero, van de Complutense University in Madrid en hoofd auteur van deze studie: “Parodontitis is een van de meest voorkomende aandoeningen, met een directe impact op de mond- en algemene gezondheid. Uit dit onderzoek is gebleken dat 40% van de volwassenen in het afgelopen jaar niet naar een tandarts is geweest, wat maakt dat parodontitis niet gediagnosticeerd kan worden. In veel landen komt het vaker voor dat mensen een huisarts bezoeken. Daarom hebben we een screening tool ontwikkeld met vijf routine onderdelen zodat huisartsen mensen met (risico op) parodontitis kunnen herkennen, om hen vervolgens door te kunnen verwijzen naar een tandarts voor definitieve diagnose en behandeling indien nodig.”

Screening tool

De screening tool kijkt naar leeftijd, geslacht, etniciteit, rookgedrag en bloedsuiker. De grootste risico groep bestaat uit rokende mannen tussen de 70 en 80 jaar uit met een hoog bloedsuikergehalte. Niet-rokende vrouwen tussen de 30 en 40 jaar uit met een normaal bloedsuikergehalte lopen het minste risico.

Integratie mondzorg en algehele zorg

Het onderzoek onderstreept het belang van een betere integratie tussen mondzorg en algehele medische zorg wereldwijd, om een betere levenskwaliteit en lagere zorgkosten te kunnen faciliteren. De ontwikkelde parodontitis screening tool is een goed voorbeeld van betere integratie. Dr. Montero: “Mochten huisartsen gaan screenen voor parodontitis dan zou dit van grote invloed kunnen zijn op de volksgezondheid. Het behandelen van parodontitis verbetert de mondgezondheid, helpt mensen met diabetes om hun bloedsuiker te controleren en vermindert ontstekingen en andere factoren die te maken hebben met atherosclerose.

Bron:
EFP

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Sterkere relatie tussen parodontitis en diabetes bij mannen

Sterkere relatie tussen parodontitis en diabetes bij mannen

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat er bij mannen een sterkere relatie bestaat tussen parodontitis en diabetes type 2 dan bij vrouwen. Waar bij mannen wel een significant verband werd gevonden, was dit bij vrouwen niet het geval.

Verband tussen parodontitis en diabetes type 2

Het is bekend dat mensen met diabetes een drie keer hogere kans hebben op parodontitis dan mensen zonder diabetes. Daarnaast helpen parodontale behandelingen vaak ook met het verbeteren van het metabolisme en bloedsuiker bij mensen met diabetes type 2.

Onderzoek naar relatie per geslacht

Parodontitis komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Eerdere studies keken echter niet naar het verschil per geslacht wat betreft de relatie tussen parodontitis en diabetes. Om die reden besloten Ying Liu en haar team van de East Tennessee State University in Johnson City om dit wel te onderzoeken. Hiervoor werd gebruik gemaakt van data van verschillende NHANES (National Health and Nutrition Examination Survey) datasets van tussen 2009 en 2014, van individuen van 30 jaar of ouder die zowel zijn getest op parodontitis als op diabetes.

In het onderzoek werd onder andere onder andere de volgende data meegenomen

  • Schoonmaken van ruimtes tussen tanden (bijv. door te flossen)
  • Gebruik van mondwater
  • BMI
  • Wel of geen dekking door zorgverzekering
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Etniciteit
  • Socio-economische status, als weergegeven door educatie en inkomen

Verschil tussen mannen en vrouwen

Er werd gevonden dat 36 procent van de deelnemers met diabetes type 2 ook gemiddelde tot ernstige parodontitis had, terwijl dit slechts het geval was bij 23 procent van de deelnemers zonder diabetes. Hiernaast werd duidelijk dat parodontitis het vaakst voorkomt bij mensen boven de 60 (34%), mannen (31%), van een niet blanke afkomst, een lager inkomen (36%), zonder een middelbare school diploma (40%) en zonder zorgverzekering (36%).

De auteurs benadrukken wel dat deze resultaten geen bewijs zijn van een causale relatie tussen diabetes type 2 bij mannen of andersom, maar dat er wel een duidelijk verband zichtbaar is dat veel vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Ook noemden ze dat het slim zou zijn om gender specifieke preventie strategieën door te voeren.

Bron:
Wiley Online Library 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
sigaretten - roken

Roken vermindert het succes van implantaten bij parodontitis patiënten

Uit een grootschalige studie – gepresenteerd tijdens Europerio9 – is gebleken dat roken een negatief effect heeft op het succes van implantaten op de lange termijn.

Met deze studie wilde Professor Bernhard Pommer, van de Academy for Oral Implantology in Wenen, Oostenrijk, het individuele risico op falen van een implantaat relateren aan de leeftijd en rookgewoonten van een patiënt, en zijn of haar geschiedenis met parodontitis. Hiervoor werd data verzameld en een app gecreëerd, om het risico op falen simpel te kunnen berekenen. Vervolgens werden de drie belangrijkste factoren voor het slagen of falen van implantaten bepaald: leeftijd, roken en parodontale gezondheid.

Onderzoeksopzet

Tussen 2004 en 2016 werden er 20,000 implantaten geplaatst in de Academy for Oral Implantology. Voor deze studie werd de data van patiënten van 40 jaar of ouder geanalyseerd, waarbij met name naar roken en geschiedenis qua tandvleesaandoeningen gekeken. Over het algemeen lieten de resultaten een zeer goede 10-jaar oude implantaat overlevingsratio zien van meer dan 90 procent voor alle groepen. Bij jonge rokers met parodontitis was echter een verhoogd risico van 6 procent te zien op het falen van een implantaat, vergeleken met jonge gezonde patiënten.

Patiënten informeren

Prof. Pommer: “Aan de hand van deze resultaten kunnen mondgezondheidsteams hun patiënten informeren over individuele risico’s op het falen van implantaten. Daarnaast kunnen zij deze resultaten gebruiken om te wijzen op de consequenties van roken, en aan te geven dat dit het enige is wat ze zelf in de hand hebben waarmee ze het risico op falen kunnen verminderen.”

Bron:
1. EuroPerio9 abstract O081. Pommer B, Mailath-Pokorny G, Busenlechner D, Millesi W, Fürhauser R & Haas R. Implant Failure Risk Estimation related to Age, Smoking and Periodontitis: 10-year Analysis of 20,000 implants.

Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Relatie aangetoond tussen chronische parodontitis en ziekte van Alzheimer

Relatie aangetoond tussen chronische parodontitis en ziekte van Alzheimer

Wetenschappers in de Verenigde Staten hebben een relatie aangetoond tussen tandvleesaandoeningen en neurodegeneratieve ziekten, waaronder de ziekte van Alzheimer. Onderzoek bij muizen wees uit dat er een verband is tussen chronische tandvleesontsteking en hersenontsteking en neurodegeneratie.

Onderzoek

Onderzoekers van University of Illinois in Chicago wilden achterhalen waarom de ziekteverwekker Porphyromonas gingivalis voorkomt in de hersens van mensen en muizen met alzheimer. Voor het onderzoek werden twintig muizen gebruikt. De ene helft van de muizen kreeg drie dagen per week een oplossing met Porphyromonas gingivalis toegediend, terwijl de andere helft een zoutoplossing kreeg. Na 22 weken werden de hersens van de muizen verwijderd voor onderzoek.

Resultaten

De hersens van de muizen die de zoutoplossing hadden gekregen leken normaal. De hersens van de andere muizen vertoonden echter tekenen van degeneratie, ontsteking en plaques, die kenmerkend zijn voor alzheimer bij mensen.

Dat de muizen die de ziekteverwekker kregen toegediend zulke duidelijke verschijnselen vertoonden, zou komen doordat ze er chronisch aan werden blootgesteld. Parodontitis is een chronische aandoening en de ontwikkeling duurt een lange tijd. Onderzoekleider Keiko Watanabe had niet verwacht zulke grote veranderingen in de hersens te vinden. Ook de ontdekking van amyloïde plaques was een verrassing, omdat men dacht dat deze muizen die niet konden ontwikkelen.

Vervolgonderzoek

De resultaten van het onderzoek wijzen er op dat een chronische infectie door P. gingivalis een rol kan spelen bij de ontwikkeling van neurodegeneratieve ziekten zoals alzheimer. Deze uitkomsten zijn opmerkelijk, maar aan het experiment namen slechts twintig mannelijke muizen deel. Daarnaast zijn de resultaten misschien niet direct van toepassing op mensen. Inmiddels is er een vervolgonderzoek gestart. Hierbij wordt gekeken of de waarnemingen direct het gevolg zijn van de parodontale ziekteverwekker of door andere factoren die veroorzaakt zijn door de toediening van de ziekteverwekker.

Bron:
Plos One

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z

Hart- en mondgezondheidsprofessionals bundelen krachten voor advies

Experts op het gebied van hart- en mondgezondheid zullen gezamenlijke aanbevelingen geven voor medische professionals en patiënten. Dit advies werd tijdens de Perio & Cardio Workshop op 18 en 19 februari 2019 gepresenteerd door de European Federation of Periodontology (EFP) en de World Heart Federation (WHF). Aangezien de mensen met ernstige parodontitis meer risico lopen op het krijgen van een hartaanval of beroerte is dit van groot belang.

Impact hart- en vaatziekten en parodontitis

Wereldwijd zijn hart- en vaatziekten de nummer één oorzaak van overlijden. Tegelijkertijd staat ernstige parodontitis op nummer zes in de lijst van chronische aandoeningen. Professor Mariano Sanz, EFP voorzitter van de workshop: “Beide aandoeningen raken vele mensen, verspreid over de hele wereld. Tijdens dit evenement hopen wij uit te lichten hoe parodontale gezondheid kan helpen met het verminderen van risico op hart- en vaatziekten.”

Hoger risico op hartaanval

Vele studies hebben de relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten onderzocht, en bewezen. Parodontitis patiënten lopen meer risico op een hartaanval of beroerte. Dit is met name het geval op het moment dat deze patiënten eerder hartproblemen hebben ervaren. Bacteriën in de mond ontwikkelen atherosclerotische tandplak, waarnaast parodontitis ook zorgt voor ontstekingen verspreid over het hele lichaam, die de ernst van de plak ook weer verhogen.

Perio & Cardio Workshop 2019

Tijdens de workshop werden met name de volgende vier onderwerpen besproken:

  • Het bewijs van de link tussen parodontitis en hart- en vaatziekten;
  • Biologische mechanismes voor het verhoogde risico van atherosclerose bij patiënten met parodontitis;
  • Het effect van parodontale behandelingen op het risico van atherosclerose;
  • De potentiële risico’s voor hart- en vaatziekten van orale interventies.

De conclusies van de workshop zal ook door de EFP en WHF worden gepubliceerd in een artikel in het Journal of Clinical Periodontology. Hiernaast zullen aanbevelingen worden ontwikkeld voor mondzorgprofessionals, cardiologen, apothekers, onderzoekers, media, patiënten en het bredere publiek.

Bron:
EFP

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Op 1 februari vond het congres PARO2019 plaats in de RAI in Amsterdam. Meer dan 1.100 tandartsen, mondhygiënisten, tandarts(preventie-assistenten) en studenten namen deel aan het congres dat als thema had: “Succesvol behandelen van parodontitis in de algemene praktijk”.

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Behandeling parodontitis helpt controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2

Behandeling parodontitis helpt controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2

Het behandelen van tandvleesaandoeningen helpt met het controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2 en vermindert de kans op complicaties. Dit bleek uit een studie die onlangs werd gepubliceerd in The Lancet Diabetes & Endocrinology. De studie concludeert dat diabetespatiënten vaker tandvleescontroles en behandelingen zouden moeten ondergaan.

Minder ontstekingen en lager bloedsuiker na behandeling

In het Britse onderzoek kregen 264 patiënten met diabetes type 2 en parodontitis of een intensieve parodontale behandeling, of gedurende een jaar elke drie maanden een sessie waarbij het gebit werd geschaald en gepolijst. De resultaten toonden aan dat de intensieve behandeling het bloedglucose niveau gemiddeld met 0,6 procent verminderde, wat gelijk staat aan het innemen van een tweede bloedsuikerverlagend medicijn. Hiernaast daalde ook de kans op chronische ontstekingen. Beiden kunnen oorzaken zijn van hart-, vaat- en nierziektes.

Professor Lior Shapira, woordvoerder van de Europese Federatie van Parodontologie (EFP): “De resultaten geven aan dat intensieve parodontitis behandelingen mensen met diabetes type 2 kunnen helpen om hun aandoening te controleren, en om complicaties die aan diabetes zijn verwant, zoals hartziektes, beroertes en nierproblemen, te voorkomen.”

Link tussen parodontitis en diabetes

Parodontitis wordt veroorzaakt door een verzameling van bacteriën rondom de tanden, die een ontsteking veroorzaken. Naar mate het probleem verder vordert kan deze ontstekingen leiden tot het verlies van tanden en afbraak van het kaakbot. Er is een tweezijdige relatie tussen parodontitis en diabetes type 2: mensen met parodontitis hebben 20 – 30 procent meer kans op diabetes, en mensen met diabetes hebben drie keer zoveel kans op parodontitis.

Bron:
The Lancet
Euroean Federation of Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Vroege detectie van parodontitis door sensor in de mond

Vroege detectie van parodontitis door sensor in de mond

Speekselmarkers en gingivale creviculaire vloeistoffen spelen een belangrijke rol in de moderne parodontale diagnostiek. Om hier nog beter gebruik van te kunnen maken werken Amerikaanse onderzoekers momenteel aan een sensor die de bijbehorende waarden automatisch kan verzenden.

Detectie tandvleesontsteking door biomarkers

Nog voordat een tandvleesontsteking kan worden vastgesteld met behulp van bijvoorbeeld röntgenfoto’s kan deze al worden gedetecteerd door biomarkers. Met name speeksel en gingivale creviculaire vloeistoffen lijken hiervoor goede indicatoren.

Elektronische chip in mond

Onderzoekers van de Washington University School of Medicine in St. Louis en de School of Engineering & Applied Science besloten daarom om deze aanpak verder te ontwikkelen en een manier te zoeken om de testen te automatiseren. Ze deden dit door een elektronische chip van slechts een aantal millimeters groot te ontwikkelen, die bijvoorbeeld kan worden bevestigd aan een beugel of kan worden gebruikt in de ruimte bij het tandvlees.

Toegang tot informatie op elk moment

De sensor bevat biodetectie-elementen die peptideniveaus kunnen opvangen, om deze vervolgens uit te lezen via een radioverbinding en beschikbaar te maken in de cloud. Op deze manier zou de behandelende tandarts op elk moment toegang kunnen hebben naar de peptidenwaarde in de mond op dat moment zelf, zonder dat de patiënt hiervoor langs de arts hoeft te gaan.

Het project is nog te onontwikkeld om te kunnen zeggen of de sensor daadwerkelijk toegevoegde waarde kan bieden aan de patiënt en tandarts. Hier wordt momenteel hard aan gewerkt.

Bron:
Dentistrytoday.com

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z, Uncategorized

Gezond dieet zorgt voor significante vermindering gingivitis

Volgens een nieuwe studie, gepresenteerd tijdens Europerio9, kan slechts vier weken gezond eten gingivitis al significant verminderen. Uit eerder onderzoek bleek al dat voeding een groot effect kan hebben op tandvleesontsteking, zelfs zonder correlatie tussen tandplak en de ontsteking. Hoe dit precies in zijn werk gaat is echter onbekend. Dr Johan Wölber, van de afdeling operatieve tandheelkunde en parodontologie aan de universiteit van Freiburg, Duitsland, en zijn team wilden daarom verder onderzoeken hoe een voor de mondgezondheid optimaal dieet van invloed kan zijn op parodontale en systemische ontstekingen.

Onderzoeksopzet

Om dit te onderzoeken werd een willekeurig klinische proces gebruikt, waarbij een groep patiënten werd gevraagd om een speciaal dieet te volgen, arm in koolhydraten en proteïnen en rijk in omega 3, vitamine c en d, antioxidanten, plantaardige nitraten en vezels. De controlegroep veranderde het eetpatroon niet, en at een typisch westers dieet, rijk in koolhydraten en verzadigd vet, met weinig micronutriënten. Beide groepen werd gevraagd om gedurende de studie niet tussen hun tanden schoon te maken. Na vier weken werd er gekeken naar klinische parodontale parameters en tekenen van ontsteking bij de gebitten van beide groepen.

Significant minder ontsteking

Dr Wölber: “We waren positief verrast toen we zagen dat al na vier weken, een gezond dieet substantiële positieve effecten heeft wat betreft het verminderen van de tandvleesontsteking. Bij 40 procent van de testgroep werd een significant verminderde ontsteking gevonden, wat niet het geval was bij de controle groep, ondanks het feit dat er niet tussen de tanden werd schoongemaakt. Het kan daarom worden geconcludeerd dat een optimaal dieet een positieve invloed heeft op vroege gingivitis.”

Dr Wölber heeft aangegeven te hopen om deze resultaten te kunnen valideren in een toekomstige grotere studie, over een langere periode. Ook hoopt hij dan een microbiome analyse uit te kunnen vieren om beter naar het tandplak te kijken.

Bronnen:

1) EuroPerio9 abstract PD019: The effect of an oral health optimised diet on periodontal and serological parameters. A randomized controlled trial. Johan Wölber. Session on Adjunctive Periodontal Therapies, 20 June 2018, at 15:45 CEST.

2) Woelber, J. et al. (2016). An oral health optimized diet can reduce gingival and periodontal inflammation in humans – a randomized controlled pilot study. BMC Oral Health. 17. 28. 10.1186/s12903-016-0257-1.

Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Antibiotica

Antibiotica resistentie onder patiënten met ernstige tandvleesaandoeningen neemt toe

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat antibiotica resistentie zorgwekkend snel toeneemt bij patiënten met ernstige parodontitis. Gezondheidsorganisaties waarschuwen voor een globale crisis van antimicrobiële resistentie. Door deze crisis komen de voordelen van antibiotica, en de miljoenen levens die dit medicijn heeft gered sinds het begin van de 20e eeuw, in gevaar.

“Antibiotica resistentie is van extreem groot belang voor de tandheelkunde, aangezien de proporties van medisch voorgeschreven antibiotica voor 8 – 11,3% voor tandheelkunde bedoeld zijn (Noorwegen, Canada en VS). In Duitsland ligt dit percentage op ongeveer 8,8 procent,” aldus hoofd auteur Dr Karin Jepsen van de afdeling tandheelkunde en orale medicatie parodontitis in Bonn, Duitsland.

Antibiotica en parodontale behandeling

Veel patiënten met parodontitis krijgen antibiotica voorgeschreven zonder te zijn getest op eerdere medicatie. Hierdoor wordt de kans op resistentie vergroot en verliest de antimicrobiële therapie zijn effect. Aangezien veel studies hebben aangetoond dat antibiotica de kans op het slagen van een parodontale behandeling vergroot, loopt ook dit resultaat hierdoor gevaar.

Verschillende parodontale pathogenen kunnen verschillen zien in niveau van resistentie. In deze studie werd daarom met name gekeken naar hoe vaak antibiotica resistentie voorkomt in verschillende samples van bacteriën. Hiervoor werden samples van ontstoken parodontale pockets van 7,804 Duitse patiënten geanalyseerd in een laboratorium, in de periode tussen 2008 en 2015. Geselecteerde pathogenen werden getest op gevoeligheid voor bepaalde antibiotica en werden geanalyseerd voor resistentie gedurende de hele periode.

Behandelen parodontitis

Uiteindelijk warden vier ‘hoofdbacteriën’ gevonden die resistent waren voor minstens een van de geteste antibiotica. Hiernaast toonden drie andere bacteriesoorten ook een verhoogde resistentie. Deze resultaten bevestigen dus de vraagtekens die bij het hoge antibioticagebruik bij parodontale behandelingen worden gezet. In de meeste gevallen kan parodontitis worden opgelost door conventional scaling, in combinatie met verhoogde hygiëne. Antibiotica zou daarom pas moeten worden ingezet op het moment dat hier echt geen andere oplossing voor is.

Bronnen: Antibiotica resistentie onder patiënten met ernstige tandvleesaandoeningen neemt toe

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Prestaties van topatleten negatief beïnvloed door gebitsproblemen

De oorzaak van aandoeningen in de mond onder sporters

Tijdens Europerio werd bekend dat een nieuwe studie heeft aangetoond dat een groot deel van de topatleten last heeft van parodontale aandoeningen. Een derde van de topatleten geeft aan dat de staat van hun mondgezondheid hun prestaties negatief beïnvloedt.

Eerdere studies omtrent Olympische atleten en professionele voetballers in Engeland toonde al aan dat veel atleten een slechte mondgezondheid hebben, en dat dit kan worden gelinkt aan een zelf-gerapporteerde slechte invloed op het welzijn, trainen en prestaties.

De studie werd uitgevoerd voorafgaand aan de zomer olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016, en bevatte 325 atleten van verschillende disciplines, waaronder atletiek, rugby en voetbal. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 25 (verschillend tussen de 18 en 29). 67 procent van de deelnemers waren mannen.

Slechts 1,1 procent van de deelnemers bleek een ‘uitstekende’ parodontale gezondheid te hebben.Hiernaast gaf 39 procent van de atleten aan last te hebben van bloedend tandvlees, een teken van ontsteking, bij het poetsen van de tanden.

Uit de eerdere onderzoeken bleek het volgende:

  • Olympische Spelen Londen in 2012, onderzoek onder 302 deelnemers:

  • Caries: 55%
  • Erosie: 45%
  • Gingivitis: 70%
  • Parodontitis: 15%

40% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid. 28% vond dat het hun levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 18% had hun mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

  • Engelse voetbalprofessionals in 2014, onderzoek onder 187 deelnemers:

  • Caries: 37%
  • Erosie: 53%
  • Gingivitis: 80%
  • Parodontitis: 5%

45% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid en 20% vond dat het de levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 7% van de deelnemers had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De cijfers van het nieuwe onderzoek, gepresenteerd tijdens Europerio zijn als volgt:

  • Caries: 49%
  • Erosie: 42%
  • Gingivitis: 77%
  • Parodontitis: 22%

Bij 32% had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De mondgezondheid van topsporters is slecht. Zij hebben beduidend meer mondaandoeningen dan gemiddeld over de hele populatie. Bovendien werd door de topsporters zelf aangegeven dat zij de impact van hun mondgezondheid merkten tijdens training of op sportresultaten.

Needleman: “Interessant is dat 97 procent van de atleten aangaf hun tanden gewoon tweemaal per dag te poetsen en 40 procent ook beweert de ruimtes tussen hun tanden dagelijks schoon te maken. Deze getallen zijn hoger dan de gemiddelden van de gehele Britse bevolking, maar toch hebben ze in grote maten last van gebitsproblemen.”

Een mogelijke reden hiervan zou het voedingspatroon van atleten kunnen zijn, aangezien deze vaak veel koolhydraten bevat, welke ontstekingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast zou bij sporten zoals wielrennen en hardlopen de zware ademhaling een reden kunnen zijn, aangezien deze de mond droog maakt en ervoor zorgt dat speeksel minder goed zijn beschermende taken uit kan voeren.

Oorzaken slechtere mondgezondheid sporters

De slechtere mondgezondheid wordt veroorzaakt door factoren die pro-inflammatoir zijn en dysbiose veroorzaken. Door training ontstaat er een verminderde immuunrespons (uitputting). Ook is er vaak sprake van dehydratie en een droge mond. Het dieet van sporters bevat vaak sportdrank en energie suppletie. Maar ook sociale factoren spelen een rol zoals levensstijl, precontemplatie en priorisering, mate van toegang tot zorg en zorgkosten.

Wat betekent de mondconditie voor sporters op psycho-sociaal gebied?

49% merkt een psychosociale impact en 35% heeft moeilijkheden met eten en drinken.

15% heeft moeite om te relaxen (inclusief slapen).

17% schaamt zich voor het uiterlijk van het gebit. Hierdoor hebben zij moeite met de tanden bloot te lachen.

Dus sociale factoren beïnvloeden de mondgezondheid en de mondgezondheid beïnvloedt sociale factoren. Het werkt dus beide kanten op.

Slechte mondgezondheid als risicofactor

Een slechte mondgezondheid is een risicofactor voor een lagere sportieve conditie, cardiorespiratoir gezien. Dit bleek uit een onderzoek onder gezonde mannen in de leeftijd van 45-65 jaar. Hun fysieke activiteiten werden met behulp van een gevalideerde vragenlijst uitgevraagd. Deze werden opgezet naar Metabolic Equivalent of Task scores (MET). Hun parodontale status werd vast gelegd. Tijdens een gestandaardiseerde oefening werd de maximale zuurstofconsumptie gemeten.

Een slechte mondgezondheid reduceert positieve effecten op leefstijlinterventies bij diabeten. Hierbij werden vrouwen en mannen tussen de 19-79 oud met diabetes onderzocht. Hun parodontale status werd onderzocht en hen werd geadviseerd om gedurende zes maanden een gecontroleerd. conditioneel programma te volgen. De bloedsuiker werd gedurende zes maanden gecontroleerd.

Een slechte mondgezondheid reduceert de positieve effecten van fysieke activiteit. De celdeling stopt sneller en dus overlijdt men sneller.

Evenwicht voor algehele gezondheid

Fysieke activiteit blijft natuurlijk wel belangrijk voor de algehele gezondheid. Maar extensieve activiteit kan leiden tot lichamelijke schade en inadequaat herstel. Als na de acute fase de phagocyten onvoldoende leiden tot het brengen van homeostase (normale status van het weefsel) dan is er sprake van chronische infectie, systemische ziekte en dit resulteert in zelfdestructie.

Als resultaat van fysieke activiteit, is weefselschade nodig om tot adaptie (bijvoorbeeld groei van de spier) te komen. Verhoogde ontstekingsactiviteit en herstel resulteren in een gebalanceerde fysieke activiteit. Er is dus een relatie tussen fysieke activiteiten en gezondheid. Het risico op een hartaanval vermindert met 30-50%, de bloeddruk verlaagt, de insuline-sensitiviteit neemt toe en ga zo maar door. CRP-levels verlagen ook door fysieke activiteit. Dat is interessant want, een verhoogde CRP-waarde komt voor bij infecties en ontstekingen. Als er ergens in het lichaam een ontsteking ontstaat, circuleert er binnen 6 tot 8 uur veel CRP in het bloed. Het eiwit CRP (afkorting voor ‘C-reactief proteïne’) wordt door de lever aangemaakt als reactie op een ontsteking of een infectie en het komt vervolgens in de bloedbaan terecht. Een verhoogde CRP-waarde in het bloed betekent dat er ergens in het lichaam een ontsteking of infectie actief is. Parodontitispatiënten hebben verhoogde CRP-waardes en dit verhoogt het risico op een hartinfarct.

Fysieke belasting leidt tot aanmaak van lipoxin A4. Bij de fysieke belasting ontstaat een ontstekingsreactie. Bron voor de lipoxin zijn bloedplaatjes en neutrofielen. Lipoxinproductie gedurende fysieke inspanning zal waarschijnlijk voor balans zorgen tussen ontsteking en preventie van celschade. Aspirine heeft ook dit effect. Tijdens de vorige editie van Europerio werden al onderzoeken besproken waaruit zou blijken dat bepaalde pijnstillers parodontitis zouden kunnen voorkomen.

Reactie van een huisarts op mondzorg voor sporters

Een fanatiek wielrennende huisarts reageert: Dit is bekend binnen de wielrenwereld als ‘overreaching’. Dit is de situatie wanneer de balans tussen de normale trainingstress en adequaat herstel is verstoord. De acute vermoeidheid kan resulteren in verminderde prestatie, wat opgevolgd wordt door overcompensatie. Dit wordt functionele overreaching genoemd: voortdurende verminderde prestaties geassocieerd met andere stressfactoren veroorzaken nog slechtere prestaties en verlengen de herstelfase. Hiermee komt de sporter in een vicieuze cirkel terecht.
Het disfunctioneren van het immuunsysteem na fysieke inspanning verergert als de inspanning voortdurend is, te intensief en met een niet-passend dieet. Dus het is zeker mogelijk dat gecombineerde effecten van veranderingen in de immunologische parameters parodontitis kunnen (mede) veroorzaken.

De huisarts:” Ik adviseer wielrenners om na het seizoen goed in het gebit te investeren en het daarna goed bij te houden. Als een sporter last heeft van zijn tandvlees, dan moet hij de hersteltraining in.” Echter wordt tandvleesontsteking lang niet altijd waargenomen. “Dus voor (top)sporters is het belangrijk om regelmatig het tandvlees te laten controleren bij de tandarts of mondhygiënist.”

Naast tandvleesontsteking zijn stemmingswisselingen en slaapstoornissen een teken van non-functionele overreaching.

Bronnen:
1. EuroPerio9 Abstract PD125, Periodontal health of UK elite athletes and impact on performance, Prof Ian Needleman, UCL Eastman Dental Institute, UK. Abstract presented in Session “Oral and periodontal medicine” on 21 June 2018 at 12:30.

2. Needleman, Ian et al (2014). Oral health and elite sport performance.  British Journal of Sports Medicine49(1). September 2014. DOI: 10.1136/bjsports-2014-093804

3. Needleman, Ian, et al (2015). Poor oral health including active caries in 187 UK professional male football players: clinical dental examination performed by dentists. British Journal of Sports Medicine. 50. bjsports-2015. 10.1136/bjsports-2015-094953.

4. Chadwick B, White D, Larder D & Pitts N. 5. Preventive behaviour and risks to oral health – a report from the Adult Dental Health Survey 2009. The Health and Social Care Information Centre.

5. Een huisarts die dental INFO sprak. De huisarts wilde niet met naam genoemd worden in het artikel.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Er bestaat een duidelijke dosis-respons relatie tussen tandenpoetsgedrag en veranderingen in parodontale pockets. Dit blijkt uit een Fins onderzoek dat op 13 december in het Journal of Clinical Periodontology is gepubliceerd.

Verband

Onderzoekers ontwierpen de epidemiologische studie om het verband te beoordelen tussen zelf-gerapporteerd gedrag in tandenpoetsen en veranderingen in parodontale pockets. Het onderzoek werd gehouden onder Finse volwassenen ouder dan 11 jaar.

Nationale enquêtes

Voor het onderzoek werden gegevens gebruikt van twee nationale enquêtes in Finland, namelijk de ‘Gezondheid’-enquête uit 2000 en 2011. Beide enquêtes zijn uitgevoerd door het Nationale Instituut voor Gezondheid en Welzijn van het land. Het studiemonster omvatte 1.025 volwassenen met tanden die evaluaties bij zowel baseline als follow-up hadden voltooid.

Cumulatieve maat

De onderzoekers hebben een cumulatieve maat voor regelmatig tandenpoetsen gemaakt door te tellen hoe vaak deelnemers hebben gemeld dat ze tweemaal of vaker dagelijks poetsten, dit over beide onderzoeken. De maat varieerde  van 0 tot 2. Hierbij staat 0 voor degenen die in beide onderzoeken niet tweemaal of vaker per dag hebben gepoetst; 1 voor degenen die bij de baseline of follow-up tweemaal per dag poetsen rapporteerden; en 2 voor diegenen die in beide onderzoeken tweemaal per dag of meer poetsten.

Parodontale status

De auteurs van het onderzoek bepaalden de parodontale status door de parodontale pocket diepte (PPD) te meten op 4 plaatsen per tand (distaal, mesiaal, midbuccaal en midlinguaal), exclusief derde molaren en tandresten. Alle tanden met een PPD van 4 millimeters of groter op elke plaats werden beschouwd als parodontale pockets.

PPD-risicogroepen

Tweemaal of vaker poetsen per dag werd vaker gemeld bij vrouwen, hoger opgeleide volwassenen, niet-rokers en degenen die de tandarts regelmatig bezochten voor controle in beide onderzoeken. De toename van het aantal tanden met een PPD van 4 millimeter of meer was dan ook aanzienlijk groter bij de overige partijen.

Conclusie

De auteurs concludeerden dat deze studie een duidelijke dosis-respons associatie vertoonde tussen tandenpoetsgedrag en verandering in parodontale pockets bij Finse volwassenen. Regelmatig poetsen, dat is dus twee keer per dag, kan parodontitis helpen voorkomen.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Tijdens Europerio9 in Amsterdam werd de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis gepresenteerd door de American Academy of Periodontology en de European Federation of Periodontology.

De laatste classificatie dateert uit 1999. Hoog tijd voor een nieuwe classificatie, want sinds die tijd heeft de wetenschap niet stilgestaan. Bij de nieuwe classificatie wordt er niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit gekeken zodat technologische, chirurgische en medicatieve mogelijkheden kunnen worden toegepast. De implicatie van het management van risicofactoren wordt daarin meegenomen. De nieuwe classificatie is gericht op preventie.

Waarom classificaties?

Classificaties moeten het mogelijk maken om op internationaal en wetenschappelijk niveau als professionals en wetenschappers onder elkaar te kunnen communiceren. Met de nieuwe classificaties kunnen eenvoudig populatie surveys worden opgezet en afgenomen over de prevalentie van tandvleesziekten. Ook voor de patiënten zelf zijn classificaties nodig om helder aan te kunnen geven in welk stadium hun ziekte is en hoe ernstig dit is.

De nieuwe classificatie geeft de mogelijkheid om complexe casussen te identificeren en te managen. Daarnaast geeft het recent opgeleide tandartsen met interesse in parodontologie, mondhygiënisten en parodontologen de toegang om aansluitende therapie toe te passen om een gezonde mond te behouden. De verouderde classificatie bleek bij 25% van de patiënten insufficiënt te zijn. De nieuwe classificatie is erop gebaseerd dat niet iedereen hetzelfde reageert op de biofilm en therapie. Hierbij is ervan uitgegaan dat men nog te weinig weet van bacteriën om te zeggen welke bacterie wat precies veroorzaakt. Ook kan het aantal bacteriën niet exact worden voorspeld en of er sprake is van ontsteking. In de wetenschap worden wel hiervoor stappen gezet, maar men is nog niet zo ver.

Classificatie in hoofdlijnen

De classificatie is nu opgesplitst in:

  • Parodontale ziektes en condities
  • Peri-implantaire ziektes en condities

De parodontale ziektes en condities worden opgesplitst:

  • Parodontale gezondheid, ziekte en condities van de gingiva
  • Parodontitis
  • Andere condities die het parodontium schaden

Peri-implantaire ziektes en condities worden opgesplitst in:

  • Peri-mucositis
  • Peri-implantitis
  • Peri-implantaire zachte en harde weefsel deficiënties

Definitie van gezondheid

Om parodontale gezondheid en ziekte en conditie van de gingiva op te kunnen splitsen moest eerst duidelijk worden wat men onder gezondheid en parodontale gezondheid verstaat. Voor de definitie van gezondheid is de definitie van World Health Organization (WHO) aangehouden. Uiteindelijk is dit vertaald naar parodontale gezondheid met een holistische benadering:

“Een staat die vrij is van ontsteking van het parodontium waarbij het individu normaal kan functioneren en waarbij fysieke of mentale consequenties niet aanwezig zijn door actuele ziekte of ziekteverleden.”

Uiteindelijk werden parodontale gezondheid en ziekte opgesplitst in:

  • Een gezond parodontium, gezonde gingiva
  • Biofilm gerelateerde gingivitis
  • Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

Maar bestaat een gezond parodontium eigenlijk wel? Het is erg zeldzaam, want binnen 24 uur aanwezigheid van de biofilm is het weefsel eigenlijk al in staat van ontsteking. Het lijkt wel iets wat enkel in boeken bestaat. De anatomie is dan absoluut perfect. En heeft iemand met slechts twee puntbloedingen gingivitis? Dit soort discussies werden gehouden. Uiteindelijk strandde de discussie in de volgende definitie van een gezond parodontium:

“Een afwezigheid van klinisch detecteerbare ontsteking.”

Gingivitis

Bij gingivitis zijn er geen pockets te detecteren (m.u.v. pseudopockets waarbij de pocketsonde de glazuur-cementgrens niet passeert) dieper dan 3 mm. Ook röntgenfoto’s laten geen botverlies zien. Als grens wordt een bloedingsindex (BoP) van < 10% aangehouden, wil men spreken van (lokale) gingivitis. Vanaf 30% is er geen sprake meer van lokale gingivitis, maar van gegeneraliseerde gingivitis. Bij een BoP van minder dan 10% is er geen sprake van gingivitis, maar een gezonde situatie.

Een klinisch gezonde gingiva kan voorkomen in een intact parodontium, maar ook in een gereduceerd parodontium. Bijvoorbeeld bij stabiele paro-patienten en patiënten die nooit parodontitis hebben gehad maar bijvoorbeeld poetstrauma hebben. Een intact parodontium is echter een parodontium waar geen tekenen zijn van verlies van aanhechting en/of botverlies. Gingivitis is de staat van ontsteking die omkeerbaar is naar een gezonde situatie.

Beïnvloedende en modificerende factoren voor biofilm gerelateerde gingivitis

  • Plakretentie factoren als tandanatomie en restauratieranden
  • Monddroogheid door verlaagde speekselflow en/of verlaagde speekselkwaliteit

Systemische risicofactoren zijn:

  • Roken
  • Metabolische factoren (hoge bloedsuiker waardes)
  • Voedingsfactoren
  • Medicijnen
  • Hormonen (puberteit, zwangerschap)
  • Hematologische condities

Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

  • Genetische / aangeboren afwijkingen
  • HGF
  • Juvenile Hyaline Fibromatosis
  • Sebaceous Naevus of Jadessohn
  • Specifieke infecties
  • Gingivale Herpes Simplex
  • Molluscum Contegeosum
  • Histolplasma Capsulatum
  • Conditie van verlaagde afweer en immuniteit
  • Disseminated pyogenic granuloma
  • Plasma Cell Gingivitis
  • C1 -esterase inhibitor dysfunction
  • Erosieve Lichen Planus
  • Erythema Multiforme
  • Systemische Lupus Erythematosis
  • Reactieve processen (Epulides)
  • Fibroom epulis
  • Vasuclaire epulis
  • Zwangerschapsepulis
  • Peripheral gaint cell granuloma
  • Neoplasma
  • Non-Hodgkins Lympoma
  • Chondrosarcoma
  • Squamous cell carcinoma
  • Proliferative verrucous leukoplakia
  • Endocriene, nutritie en metabolische afwijkingen
  • Giant cell tumour van bot
  • Scheurbuik
  • Trauma laesies
  • Cocaïne veroorzakende necrose
  • Poetstrauma
  • Gingivale pigmentatie
  • AZT pigmentatie
  • Rokers melanosis

Parodontitis

In de oude classificatie stond de diagnose ‘agressieve parodontitis’. Er is echter geen enkel bewijs van een specifieke pathologie dat een onderscheid zou maken tussen agressieve en chronische parodontitis of een solide protocol waarin verschillende therapieën voor deze voorgenomen verschillende parodontitis soorten staan beschreven. Wetenschappelijke data ondersteunen niet het idee dat agressieve parodontitis en chronische parodontitis twee verschillende ziektes zouden zijn. Deze twee soorten parodontitis zijn dus ook niet meer terug te vinden in de classificatie.

Parodontitis is daarom nu op te splitsen in:

  • Necrotiserende parodontale ziekten
  • Parodontitis
  • Parodontitis als manifestatie van systemische ziekte

Necrotiserende parodontale ziektes zijn:

  • Necrotische gingivitis
  • Necrotische parodontitis
  • Nectrotische stomatitis

In het geval van parodontitis zijn er pockets te meten van meer dan 3mm bij 2 of meer elementen en komt de sonde onder de glazuur-cementgrens uit. Er is mogelijk (!!) botverlies waarneembaar op röntgenfoto’s, maar ook bij een gezond gereduceerd parodontium kan er botverlies op foto’s te zien zijn.

Parodontitis is een chronische multifactoriële ontstekingsziekte geassocieerd met bacteriële dysbiose en wordt gekarakteriseerd door een progressieve destructie van de tand-ondersteunende weefsels. Er is sprake van botverlies, pockets en bloeding en andere oorzaken (hieronder beschreven) zijn uitgesloten.

Andere condities die het parodontium kunnen schaden en niet ‘parodontitis’ zijn te noemen zijn:

  • Systemische ziekte of condities die de steunende weefsels aandoen
  • Parodontale abcessen en endodontische parodontale laesies
  • Mucogingivale afwijkingen en condities
  • Traumatische occlusie en fracturen
  • Tand- en prothetisch gerelateerde factoren

Recallfase

De zwaarte van de parodontitis alleen, zoals beschreven in de oude classificatie, doet geen recht aan de complexiteit van ziektemanagement en therapeutisch succes, het risico van verdere progressie en het potentieel van inferieure behandeluitkomsten.

Parodontitis is na therapie op te splitsen in:

  • Stabiele situatie
  • Geringe tandvleesontsteking
  • Niet stabiele situatie van terugkerende parodontitis

De situatie is stabiel als er geen pockets van 4 mm of dieper zijn te meten (m.u.v. pseudopockets) met bloeding. Ook hier ligt de grens van PoB van < 10 %. Op de foto kan botverlies waarneembaar, zowel in een stabiele situatie als in een onstabiele situatie.

Fase and stage

Naast deze categorieën is parodontitis op te delen in:

  • Fase (staging)
  • Gradatie (grading)

Staging classificeert de ernst en omvang van het actuele weefselverlies. Nieuw is hierbij dat het verlies van elementen door parodontitis wordt meegenomen. Ook het niveau van complexiteit is erin gebouwd om op lange termijn te kunnen managen op functie en op esthetiek.

Bij de grading zijn vier biologische dimensies ingebouwd:

  • De historie van parodontale progressie
  • Het risico van toekomstige progressie
  • Anticipatie op inferieure behandelresultaten
  • Het risico dat de ziekte of de behandeling ervan een negatief effect heeft op de algehele gezondheid van de patient

De gradatie kan in een schema worden afgezet ten opzichte van de fase om een individuele fase en gradatie toe te kennen. We kennen Grade A, B en C en Stage I,II,III en IV.

Stage I:  beginnende parodontitis:

  • Ernst: maximaal 1-2mm botverlies; radiografisch < 15%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 4mm, vooral horizontaal botverlies

Stage II: gematigde  parodontitis

  • Ernst: maximaal 3-4 mm botverlies: radiografisch 15-33%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 5 mm, vooral horizontaal botverlies

Stage III: ernstige parodontitis met risico op tandverlies

  • Ernst: 5 mm of meer botverlies; radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 4 of meer elementen verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 6mm, verticaal botverlies van maximaal 3mm, furcaties van I of II, gematigde botdefecten

Stage IV: voortgeschreden parodontitis met tandverlies en risico op gebitsverlies

  • Ernst: 5mm of meer botverlies, radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 5 elementen of meer verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit : de complexiteit van stage III, mobiliteit van 2 of meer, migratie, extrusie, minder dan 10 occluderende paren, kauwdisfunctie, ernstige botdefecten

Bij elke stage wordt beschreven of het gaat om een gelokaliseerd probleem (minder dan 30% van de elementen zijn betrokken), een gegeneraliseerd probleem of molaar-incisief patroon.

Grade A

Afgelopen 5 jaar was er geen sprake van botverlies, het percentage van botverlies per jaar is < 0,25, er is veel tandsteen/plak maar weinig destructie, niet-roker, geen diabeet.

Grade B

<2mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar 0,25-1, destructie, gemiddeld tandsteen/plak, rookt <10 sigaretten per dag, HbA1C < 7,0% bij een diabeet.

Grade C

2 of meer mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar is 1,0, de destructie is meer dan je zou verwachten gezien het volume tandsteen/plak, bewijs dat er perioden zijn van snelle progressie en/of early-onset, verwachting dat therapie onvoldoende zal aanslaan, rookt 10 of meer sigaretten per dag, HbA1c van 7,0% of meer bij een diabeet.

Management

Patiënten met milde of gematigde parodontitis (stage I en II, Grade AB of C) kunnen een standaard parodontale behandeling aangeboden krijgen via het paroprotocol. Ernstige of voortgeschreden parodontitis (grade III en IV, Grade AB of C) valt onder een complexe en/of multi-disciplinaire behandeling. De gradatie kan aan worden gepast na initiële therapie en/of andere veranderingen.

De classificatie is gepubliceerd in de Journal of Clinical Periodontology 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing over de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis tijdens Europerio9 in Amsterdam.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
eten, burgers

Slechte diëten kunnen bijdragen aan tandvleesaandoeningen

Een nieuwe studie heeft aangetoond dat voeding een impact kan hebben op parodontale aandoeningen en de behandeling hiervan. De studie werd gepresenteerd tijdens Europerio9.

Het is bekend dat iemands dieet een grote invloed kan hebben op verschillende ontstekingsziekten. De laatste jaren is er ook steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijke rol van voeding bij parodontale aandoeningen, waaronder door Prof. Iain Chapple en zijn team, van de University of Birmingham.

Invloed op tandvleesaandoeningen

Parodontitis is een complexe aandoening, die wordt veroorzaakt door tandplak, gecombineerd met andere factoren. Deze factoren kunnen genetisch zijn, maar kunnen ook worden veroorzaakt door het milieu waarin iemand woont of een bepaalde levensstijl. Aangezien voeding cruciaal is voor het leveren van energiebronnen door middel van macro- en microvoedingsstoffen, zou ook voeding een invloed kunnen hebben op tandvleesaandoeningen. Dit zou te maken kunnen hebben met oxidatieve stress.

Het is bekend dat verhoogde oxidatieve stress schade kan aanrichten aan verschillende cellulaire en moleculaire gebeurtenissen, en dat verhoogde oxidatieve stress kan voort komen uit een normaal cellulair metabolisme, maar ook uit een hoge suiker- of vetinname.

Parodontale ontstekingen

Eerdere studies maakten gebruik van een experimenteel gingivitis model om meer bloedingen aan te tonen op het moment dat patiënten een dieet met veel koolhydraten kregen, tegenover een suikerarm dieet. Zoals verwacht werd hierbij ook meer tandplak zichtbaar. Echter, tandvlees bloeding werd juist verminderd van 35 naar 13 procent. Deze resultaten tonen aan dat voeding waarschijnlijk inderdaad een rol speelt bij parodontale ontstekingen.

Door een beperkte inname van suiker en vet kan het niveau van oxidatieve stress en daarmee ontsteking worden verminderd. Daarnaast kan ook het consumeren van voedsel rijk van antioxidanten en vitamines, zoals groene groenten (broccoli, spinazie etc.), bessen (blauwe bessen, cranberries, aardbeien etc.), rode bonen, rode wijn en pure chocola, gunstig zijn. Hierbij is het wel belangrijk dat individueel wordt gekeken naar het meest geschikte dieet, aangezien dit per persoon kan verschillen.

Al met al kan het nuttigen van de juiste voeding helpen bij het verminderen van ontstekingen zoals parodontitis. Hierbij is het echter heel belangrijk om per individu naar de genetische achtergrond te kijken. Echter, het is veilig om te zeggen dat het voor iedereen een goed idee is om meer visolie, vezels, fruit en groenten te eten, en minder suiker en vet, om de kans op parodontitis te verkleinen.

Bronnen:

  1. Europerio9, Abstract 2774 The role of nutrition: Boost or damage of immune system? Iain Chapple. To be presented at the Team Session on the Role of Nutrition on 22 June.
  2. Chapple ILC, Milward MR, Dietrich T. The prevalence of inflammatory periodontitis is negatively associated with serum antioxidant concentrations. J Nutrition. 2007: 137; 657-664
    Amarasena et al, 2005, J Clin Perio 32; 93-97
    Amaliya et al, 2007, J Clin Perio 34, 299-304
    Linden et al, 2009, J Clin Perio 36, 843-849
  3. Allen EA, Matthews JB, O’Halloran D, Griffiths H, Chapple ILC. Oxidative and Inflammatory status in Type 2 Diabetes Patients with Periodontitis. J Clin Periodontol 2011: 38; 894-901. doi: 10.1111/j.1600-051X.2011.01764.x
    Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
  4. Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
    Chapple ILC. Potential mechanisms underpinning the nutritional modulation of periodontal inflammation. JADA. 2009: 1402; 178-184.
  5. Sidi & Ashley 1983: J Periodontol 55: 419-423.
  6. Baumgartner  S et al, 2009. The Impact of the Stone Age Diet on Gingival Conditions in the Absence of Oral Hygiene. J Periodontology 80, 759-768.
  7. Ceriello et al 2008, Diabetes 57: 1349-1355
    Esposito et al 2008, J Clin Endocrinol Metab 93: 1345-1350.
  8. Chapple et al 2011. Adjunctive daily supplementation with encapsulated fruit, vegetable and berry juice powder concentrates and clinical periodontal outcomes: A double-blind RCT. J Clin Periodontol 39; 62-72
  9. Leung et al 2009. FASEB Journal, 23 (4). pp. 1041-1053.
Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Op Europerio9, het congres over parodontologie en implantologie, worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Deze blijken een gezamenlijke genetische basis te hebben.

Relatie parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten

In een meta-analyse is de relatie onderzocht tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Coronaire hartziekten zijn hart- en vaatziekten die het gevolg zijn van slagaderverkalking of afwijkingen in de kransslagaders. Wereldwijd hebben 110 miljoen mensen te maken met coronaire hartziekten. Het is doodsoorzaak nummer 1. Parodontale aandoeningen komen bij 538 miljoen mensen voor.
Dat er een relatie is tussen coronaire hartziekten en parodontale aandoeningen is al eerder vastgesteld. Beide ziekten worden vaak samen gediagnosticeerd en hebben dezelfde risicofactoren zoals roken en diabetes.

Onderzoek

Doel van de studie, die meer dan tien jaar in beslag nam, was om de gezamenlijke genetische basis van beide aandoeningen te onderzoeken. Er is gekeken of een bepaalde variant in het DNA vaker voorkwam bij zowel patiënten met coronaire hartziekten als bij patiënten met parodontale aandoeningen. Dit bleek het geval te zijn met het gen VAMP8. Hiermee is bewezen dat de relatie tussen hartziekten en tandvleesaandoeningen niet alleen te herleiden is tot leefstijlfactoren.

Betekenis

Kennis van de gedeelde genetische basis van beide ziekten kan duidelijk maken wat iemand vatbaar maakt voor de ziekten. Er zijn waarschijnlijk risicogroepen met een genetische aanleg als reactie op bepaalde factoren. Dit betekent ook dat parodontitis het risico voor coronaire hartziekten in het algemeen niet verhoogt en vice versa. Het kan wel zo zijn dat een groep individuen een genetische aanleg heeft, waarbij de VAMP8-functie betrokken is, die het risico op beide ziekten verhoogt. De meest efficiënte manier om het ontstaan van hartziekten en parodontale aandoeningen te voorkomen, blijft echter een gezonde leefstijl en niet roken.

EuroPerio

De resultaten van de meta-analyse zullen gepresenteerd worden op EuroPerio9. EuroPerio is het grootste wetenschappelijk congres op het gebied van parodontologie ter wereld. Dit congres wordt een keer per drie jaar gehouden. De laatste editie in juni 2015 in Londen werd bijgewoond door bijna 10.000 mensen. EuroPerio9 wordt van 20 tot 23 juni gehouden in de RAI in Amsterdam.

Bron: Europerio, met referenties:

  1. EuroPerio9 Abstract O017, Genome wide association meta-analysis of coronary artery disease and periodontitis reveals a novel shared risk locus. Presentation at the Biomarkers session on 21 June 2018, at 14:00.
  2. “Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 310 diseases and injuries, 1990-2015: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2015”. Lancet. 388 (10053): 1545–1602. doi:10.1016/S0140-6736(16)31678-6.
  3. Identification of a shared genetic susceptibility locus for coronary heart disease and periodontitis. Arne S Schaefer et al. PLoS Genet 2009 Feb 13;5(2):e1000378. Epub 2009 Feb 13.
  4. The large non-coding RNA ANRIL, which is associated with atherosclerosis, periodontitis and several forms of cancer, regulates ADIPOR1, VAMP3 and C11ORF10. Gregor Bochenek et al. Hum Mol Genet 2013 Nov 27; 22(22):4516-27. Epub 2013 Jun 27.
Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Onderzoek in China heeft uitgewezen dat behandeling van parodontitis bij patiënten met een licht verhoogde bloeddruk kan leiden tot een aanzienlijke daling van de bloeddruk. Bij patiënten die een professionele gebitsreiniging ondergingen daalde de bloeddruk met tien punten.

Parodontale aandoeningen

Onderzoekers van het First Affiliated Hospital of Sun Yat-sen University in Guangzhou, China, hebben onder leiding van Jun Tao, PhD, als eerste het directe verband aangetoond tussen een parodontale behandeling en een bloeddrukverlaging. Dit kan van groot belang zijn voor patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Eerdere studies hadden wel al parodontale aandoeningen in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

Lagere bloeddruk

Aan het onderzoek deden 107 volwassen Chinese patiënten mee. Alle patiënten hadden een licht verhoogde bloeddruk en matige tot ernstige parodontitis.

De patiënten werden opgesplitst in twee groepen. De ene groep kreeg vier weken lang een intensieve parodontale behandeling met professionele gebitsreiniging, antibiotica en indien nodig extracties. De controlegroep kreeg vier weken basale tandheelkundige zorg met instructies voor mondhygiëne.

Degenen met de intensieve parodontale behandeling vertoonden een maand na de behandeling een aanzienlijke lagere bloeddruk. Zes maanden na de behandeling was de bovendruk 13 punten lager en de onderdruk 10 punten lager dan bij de controlegroep.

Aanvullend onderzoek

De onderzoekers geven aan dat aanvullend onderzoek nodig is, waarbij patiënten met verschillende achtergronden betrokken worden. Desondanks is het gehouden onderzoek al belangrijk, omdat het een directe relatie aantoont tussen een parodontale behandeling en een verbeterde bloeddruk. Parodontale behandeling zou in combinatie met andere maatregelen om hartaandoeningen te voorkomen, waaronder lichaamsbeweging en gezonde voeding, de gezondheid van miljoenen mensen kunnen verbeteren.

Bron:
American Heart Association

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Parodontitis

Parodontitis verhoogt risico op maagkanker

De rij met ziektes waar het hebben van parodontitis een negatief effect op heeft blijft maar groeien. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat parodontitis ook het risico op het ontwikkelen van maagkanker verhoogt.

Precancereuze laesies

Onderzoekers van het New York University College of Dentistry en de New York University School of Medicine onderzochten het speeksel en mondplaque van ongeveer 100 mensen. Bij een derde van deze groep waren weefselveranderingen (precancereuze laesies) vindbaar in de mond, welke worden beschouwd als mogelijke voorlopers van maagkanker. De rest van de groep had geen precancereuze laesies en diende als controlegroep.

Meer ziekteverwekkers in speeksel

In het speeksel van de groep met weefselveranderingen werden meer ziekteverwekkers gevonden. Drie pathogenen die met name een stuk vaker voorkwamen bij de groep met laesies dan bij die zonder waren treponema denticola, Actinobacillus actinomycetemcomitans en Tanner Forsythia – drie pathogenen die in sterk verband staan met parodontitis. Daarnaast was bij deze groep een gebrek aan bacteriële diversiteit in het speeksel en plaque te zien.

Belang goede mondhygiëne

De significant hogere aanwezigheid van de drie pathogenen en het gebrek aan variatie van bacteriën leiden tot een significant hoger resultaat op maagkanker. Hiermee toont deze studie wederom aan dat een goede mondhygiëne van belang is voor de gezondheid van het gehele lichaam.

Bron:
NYE.edu 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z