Augmented Reality campagne voor bewustwording mondgezondheid

Henry Schein Dental en Ivoclar Vivadent lanceren samen de #OptraGateSelfie Augmented Reality campagne. Met dit pilootproject willen zij het belang van mondgezondheid onder de aandacht brengen van het grote publiek en bijdragen aan een goede mondzorg voor iedereen.

Elke week toont nieuw onderzoek aan dat een gezonde mond essentieel is voor de algemene levenskwaliteit. Een verzorgd gebit en gezond tandvlees dragen bij tot een betere algehele gezondheid. Goede mondzorg helpt niet alleen bij de preventie van ziektes, maar draagt ook bij tot het algemene welbevinden. Toch is het met de kennis van het brede publiek in Nederland en België rond dit thema niet goed gesteld. Daarom hebben Ivoclar Vivadent en Henry Schein Dental de handen in elkaar geslagen om de bevolking op het gebied van mondgezondheid bewust te maken en om initiatieven met betrekking tot toegankelijke en preventieve mondzorg te ondersteunen.

Een gesprek met de initiators van het project, Deborah Vermeulen-Rog, Marketing Manager bij Ivoclar Vivadent en Wendy Scheppers, Marketing Manager bij Henry Schein Dental.

Wendy Scheppers: “De cijfers tonen aan dat het belang van mondgezondheid nog niet genoeg gekend is. Onze campagne wil de bevolking rond dit thema sensibiliseren, zonder te stigmatiseren en zonder belerend te zijn.”

Deborah Vermeulen-Rog: “De #OptraGateSelfie campagne is opgebouwd rond de warme oproep om een glimlach te doneren. Mensen laten glimlachen zit in de kern van het DNA van Ivoclar Vivadent. Lachen, eten, drinken, slikken en praten behoren tot onze basisbehoeften en zou daarom een fundamenteel recht moeten zijn voor iedereen. Vandaar dat wij ons ten volle blijven engageren voor preventieve en toegankelijke mondzorg voor iedereen.”

Wendy Scheppers vult aan: “Wij hebben elkaar gevonden in het gemeenschappelijke doel om iedereen toegang te geven tot een goede mondzorg. Dit is al jarenlang een belangrijk onderdeel van Henry Schein’s wereldwijde programma voor bedrijfsverantwoordelijkheid, Henry Schein Cares. Deze campagne maakt deel uit van de inspanningen die wij leveren op het gebied van voorlichting, preventie en zorg. En nu steken wij samen met Ivoclar Vivadent een tandje bij.”

Doneren van een glimlach

De centrale boodschap om een glimlach te doneren voor toegankelijke en preventieve mondzorg voor iedereen wordt op een verrassende manier uitgedragen met Augmented Reality (AR) technologie.

Deborah Vermeulen-Rog: “Augmented Reality wordt gebruikt voor de #OptraGateSelfie filter op sociale media. Je kan deze filter makkelijk delen op Facebook of via je Instagram verhaal. De actie wordt ondersteund met Augmented Reality Posters die tandartsen kunnen ophangen in de wachtruimte voor patiënten.”

Wendy Scheppers legt uit hoe dat concreet gebeurt: “Augmented Reality wordt gebruikt voor de #OptraGateSelfie filter op sociale media. Je kan deze filter makkelijk delen op Facebook of bijvoorbeeld op Instagram gebruiken in je verhaal. Wanneer je de QR-code op de begeleidende AR posters met je smartphone scant, komt het stilstaande beeld tot leven.”

Samen het verschil maken

Henry Schein Dental en Ivoclar Vivadent zullen een deel van de opbrengst van de campagne doneren aan Dokters van de Wereld, een organisatie die kwetsbare mensen aan zorg helpt in Nederland, België en elders in de wereld en aan ‘Tand-em’, een Belgisch project van het Verbond der Vlaamse Tandartsen ondersteund door Henry Schein. Ivoclar Vivadent ondersteunt materieel door één OptraGate te doneren aan de lokale tandheelkundige hulporganisatie Tand-em per geposte #optragateselfie op social media.

Per OptraGate product gekocht door mondzorgprofessionals bij Henry Schein Dental wordt 9,99 euro aan hulporganisaties gedoneerd. De OptraGate To Oral Health pilootcampagne loopt tot en met 16 december 2019.

De OptraGate is een latexvrij hulpmiddel, dat vrij zicht geeft in de mond, en helpt o.a. bij diagnostiek van de mondgezondheid en tandheelkundige behandelingen bij patiënten. Het zorgt voor een isolatie van het behandelgebied bij elke tandheelkundige behandeling.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nieuwe richtlijn mondzorg voor jeugdigen

Nieuwe richtlijn ‘Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek’

Op 1 november is de nieuwe klinische praktijkrichtlijn ‘Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek’ door het KIMO aangeboden aan het Zorginstituut.

De richtlijn gaat over röntgenfoto’s bij mondzorg voor jeugdigen tot 18 jaar. Bewustwording van het doelmatig gebruiken van röntgenopnamen bij de jeugd is de belangrijkste doelstelling van de richtlijn.

De Richtlijn Ontwikkel Commissie (ROC) stond onder voorzitterschap van em. prof. dr. C. van Loveren, bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde.

 

Bekijk de richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek

Bekijk een samenvatting van de richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen

Bekijk een patiëntenversie van de richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Opleiding mondzorgkunde

Opleiding mondzorgkunde levert top-10 startsalaris op

Elk jaar brengt de Keuzegids HBO een overzicht van de beste hogescholen, de best verdienende banen en de hoogst aangeschreven studies. Ook in 2019 eindigt de opleiding mondzorgkunde weer hoog op de lijst met best verdienende banen. Met een gemiddeld bruto maandsalaris van €2540 verovert de studie de zevende plek in de top 10 beste startsalarissen voor hbo-grootverdieners. Dit getal is gebaseerd op de daadwerkelijk gewerkte uren, in plaats van op een full time werkweek. Binnen sommige branches komen part time contracten namelijk veel voor.

Mondzorgkunde omringt door techniek

In de top 10 van 2019 is mondzorgkunde omringt door technische opleidingen. Sterker nog, mondzorgkunde is de enige medische HBO-opleiding die het tot de top 10 beste startsalarissen wist te schoppen. Het meeste geld wordt aan het begin van hun carrière verdiend door studenten Technische bedrijfskunde. Zij vangen in de eerste jaren zo’n €2700 bruto per maand. Voertuigentechniek en elektrotechniek completeren de top 3. De complete top 10 voor HBO-grootverdieners ziet er als volgt uit:

1. Technische bedrijfskunde (€2700)
2. Voertuigentechniek (€2640)
3. Elektrotechniek (€2590)
4. Werktuigbouwkunde (€2570)
5. Logistiek & transport (€2560)
6. ICT (€2550)
7. Mondzorgkunde (€2540)
8. Civiele techniek (€2530)
9. Toegepaste wiskunde (€2450)
10. Bedrijfseconomie (€2420)

HBO mondzorgkunde

De HBO mondzorgkunde wordt momenteel gegeven aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool InHolland, Hogeschool Utrecht en de Hanzehogeschool Groningen. Laatstgenoemde eindigde overigens op de derde plek in de ranglijst met beste hogescholen van Nederland.

Bron:
Keuzegids HBO

Lees meer over: Kennis, Scholing
Hoe ga je om met een narcist?

Hoe ga je om met een narcist?

Mensen met een narcistische stoornis hebben behoefte aan aandacht en kunnen buitenproportioneel reageren. Als je een narcist als patiënt, collega of baas hebt, hoe ga je dan met hem om? Dr. Martin Appelo, psycholoog en cognitief gedragstherapeut, vertelde erover tijdens het congres ‘Bijzondere patiënten in de praktijk’.

Het verschil tussen een narcist en een psychopaat

Als we het over narcisme hebben, dan hebben we het automatisch ook over Freud. Freud vond narcisme een typisch vrouwelijke stoornis. Narcisten waren volgens hem vrouwen die mannen letterlijk en figuurlijk leegzuigen voor hun eigen belang. Het icoon van de narcistische stoornis zou dan Cleopatra zijn. Inmiddels geldt dit natuurlijk niet meer. Cleopatra was continu bezig om alle Romeinse hoofdmannen te versieren, niet omdat ze van hen hield, maar om aan de macht te komen. Dit zou de kern zijn van narcisme: een ander gebruiken voor je eigen voordeel. Nu is dit het kernsymptoom van een psychopaat. Een psychopaat manipuleert een ander om er beter van te worden. Een narcist ontploft zelf en beschadigt jou met de brokstukken. Een psychopaat laat jou ontploffen en geniet van de brokstukken. Een psychopaat doet het bewust, is geniepig en vindt het prettig om jou kwaad te maken. Die wordt daar rustig van. Een narcist wordt juist onrustig als je kwaad wordt.

Even leek narcisme uit de boeken te worden geschrapt, omdat er op een gegeven moment wel 350 symptomen onder geschaard werden. Je kon al haast niet meer géén narcist zijn. Toch bleef het erin. Een narcistische stoornis neemt een specifiek domein in de psychologie in, omdat het in een relatie zoveel destructieve gevolgen heeft. De symptomen zijn daarna geclusterd.

Griekse mythe

De Griekse mythe over Narcissus gaat als volgt. De moeder van Narcissus is een nimf en wordt verkracht in de rivier waarin ze woont. Ze raakt zwanger en baart een zoon. Ze noemt hem Narcissus. Ze vraagt zich af of het wel goed komt met haar kindje en gaat dan naar een blinde ziener. Hij stelt haar gerust, het zal goed met hem gaan als hij zichzelf maar niet onder ogen komt. Het wordt een aantrekkelijke jongen en alle jongens en meisjes willen verkering en seks met hem. Maar Narcissus  wil geen contact met anderen en leidt een solistisch bestaan. Zeus de oppergod is druk bezig met vreemdgaan en raakt uitgekeken op zijn vrouw Hera. Hij gaat vooral vreemd met nimfen. De nimf Echo wordt door Zeus ingezet om met Hera te gaan praten als afleiding. Uiteindelijk komt Hera erachter dat Echo wordt ingezet, zodat Zeus zijn gang kan gaan en wordt heel boos. Ze straft Echo door haar spraakvermogen af te nemen en zij kan dan alleen de laatste zin die iemand anders uitspreekt herhalen. Echo raakt zeer verliefd op Narcissus, maar zij kan haar liefde niet uiten. Narcissus zegt bovendien niks, dus ze kan hem ook niet napraten. Dat gaat zo een tijdje door….Op een gegeven moment werpt Echo zich op Narcissus en hij duwt haar weg. Echo verteert door verdriet. Niks blijft van haar over, behalve haar stem. Aphrodite wordt gewaarschuwd door de nimfen en ze straft Narcissus met het meest verschrikkelijke waarmee je gestraft kunt worden: eigen liefde. Op een gegeven moment krijgt Narcissus dorst en vindt een beekje, dat volkomen glad is. Hij buigt zich voorover en ziet zichzelf en raakt op slag verliefd. Hij probeert zijn gezicht te omarmen. Hij stopt daarmee en blijft naar zichzelf kijken. Drinken kan niet meer, want dan raakt direct het beeld vertroebeld. Hij sterft een hongerdood. Op deze plek wordt een voorovergebogen bloem geplaatst: de narcis.

Hechtingsprobleem

Narcisme wordt altijd geassocieerd met de buitenkant: zie mij eens geweldig zijn. Bijvoorbeeld met Gordon en Gerard. Maar narcisme zit aan de binnenkant. De kern van narcisme is het onvermogen om je intiem te verhouden tot een ander. Aan de basis van narcisme ligt een hechtingsprobleem. Het gaat om mensen die in een ‘oersoep-omgeving’ opgroeien en niet van hun primaire zorg aankunnen. Als je dat combineert met een ‘fight-reactie’ bij verhoogd cortisol, dan heb je een verhoogde kans op narcisme. Het zijn mensen die in de basis van hun psychologie de ander wantrouwen. Als kinderen niet onvoorwaardelijk worden geaccepteerd, ontstaat er een hechtingsprobleem. Soms zijn de opvoeders er wel en soms niet. Het is volstrekt onvoorspelbaar en als zij er wel zijn, dan is dit vaak op een agressieve manier.

Vechtmodus

Narcisten zijn continu alert of ze wel veilig zijn. Zij gaan in de aanval omdat zij een diep wantrouwen hebben in de ander. Dat is een heftig en naar gevoel. Narcisten raken ook niet goed gehecht aan mensen die wel echt van hen houden. Ze staan continu in een vechtreactie, ook als het helemaal niet nodig is. Dit uit zich in heel hard werken, hard sporten, op een podium staan (“Kijk mij eens…”). Dit gebeurt niet met het doel om anderen te imponeren, maar om van het nare gevoel van wantrouwen in zichzelf weg te blijven.

De narcistische cirkel

Narcisten ontnemen daarmee de ruimte van anderen en die vinden dat irritant. Dus de omgeving raakt geïrriteerd over het opgeblazen gedrag en gaat kritiek leveren. Maar dan denkt de narcist “Zie je wel, ook zij doen onaardig” en “Ik moet hen afstoten”. Zij zijn dan bevestigd in het idee dat de ander niet goed op hem afstemt. Dit is de narcistische cirkel. Het is een overlevingsstrategie die veroorzaakt waardoor hij is ontstaan. De energie die normaal in de relatie wordt gestoken, gaat nu naar zichzelf. “Als jij er niet voor mij bent, dan doe ik het wel alleen en ook nog beter,” denkt de narcist.

Zelfbescherming

Egocentrisme is hierbij zelfbescherming, die voortkomt uit een vroeger opgelopen trauma. De narcist leeft noodgedwongen op een eenrichtingsweg. De ander is altijd een tegenligger of een aanduwer. Nooit gaan ze samen op. Narcisten kiezen vaak voor de aanval, omdat ze daarmee hun eigen veiligheid garanderen. In het opblazen van zichzelf zit vaak iets waarvoor anderen applaus geven. Dat betekent dat het opblazen af toe wordt beloond en af en toe niet. Doordat het wordt beloond, wordt het gedrag in stand gehouden.

Kinderlijke reactie

De reactie op een bepaalde situatie is van een narcist buiten proportie, kinderlijk. Veel wordt opgevat als kritiek, terwijl het zo niet wordt bedoeld. Daarbij wordt een situatie als kind herbeleefd en dan ontstaat er boosheid. De buitenproportionele reactie stoot de ander af. De ander wordt bang voor de narcist.

Hoe herken je een narcist?

Een narcist:

  • heeft behoefte aan aandacht, roem, bevestiging en bewondering;
  • is op het eerste gezicht charmant en vol zelfvertrouwen;
  • gebruikt manipulatie om de eigen wensen te realiseren;
  • heeft moeite met liefde geven, maar wil deze wel ontvangen;
  • heeft vaak een jaloers gevoel;
  • vertoont opschepperig gedrag;
  • heeft een onzeker gevoel, een laag zelfbeeld;
  • heeft last van depressiviteit bij tegenslag.

Daarnaast wil een narcist graag anderen helpen, vaak mensen die kwetsbaar zijn. Dit is een hulpverlenerssyndroom: je gaat een ander geven wat je zelf hebt gemist.

Van de narcisten is 75% man. Bij vrouwen gaat het vaak verhuld achter iets anders, bijvoorbeeld achter een eetstoornis. “Vrouwen auto-mutileren en mannen mutileren auto’s.” Het afstoten is bij vrouwen op zichzelf gericht. Zoals Cleopatra en de koningin uit Sneeuwwitje uiteindelijk zelfmoord plegen, zo richten vrouwen met narcisme de agressie vaak naar zichzelf. Bijvoorbeeld door een eetstoornis zoals Anorexia Nervosa

Casus

Iemand uit de zaal die heeft samengewerkt met een collega, waarvan ze het idee heeft dat hij narcist is. Hij verbood haar om een behandeling uit te voeren, terwijl dit juridisch gewoon wel zou moeten kunnen. Hij heeft alle trucs uit de kast gehaald om te zorgen dat zij deze behandeling niet kon doen. Als ze hem er op aansprak, dan werd hij heel erg kwaad. Deze collega vond dat hij altijd gelijk had en een ander kon geen gelijk hebben. De spreker reageerde dat een narcist niet tegen iemand is, maar bang is dat hij zelf gekwetst wordt. Hij adviseerde haar het volgende: “Je probeert eigenlijk het als dwerg tegen een reus op te nemen en dit ga je nooit winnen. Dus je moet een andere strategie toepassen. Zeg bijvoorbeeld dat je bang voor hem wordt of dat je geïmponeerd raakt. Zo laat je weten dat hij veilig is.” De persoon in de zaal liet weten dit ook te hebben gezegd, maar daarop kreeg ze de reactie dat hij de macht over haar had. Dit klinkt niet meer narcistisch, maar meer als een psychopaat. Een narcist zou zeggen dat het niet zijn bedoeling was. Een narcist doet het namelijk niet om de ander pijn te doen, maar om zichzelf te beschermen. Op het moment dat een narcist ziet dat er niks te vrezen valt, houdt hij op met zich op te blazen.

Omgaan met narcisten

Als een narcist in je stoel zit, vraag dan aan hem hoe hij zou willen dat jij het doet. Geef hem het idee dat hij de controle heeft. ‘Regels’ voor het omgaan met narcisten zijn:

  • Luister niet naar je reptielenbrein, maar gebruik je verstand.
  • Laat de narcist merken dat hij veilig is, ga ‘down’.
  • Benoem je emotie/arousal.
  • Geef de narcist de regie.


Dr. Martin Appelo is vrijgevestigd psycholoog, cognitief gedragstherapeut en publicist te Barneveld en Den Andel. Hij schreef o.a. de boeken Een Spiegel voor Narcisten. (2013) en Wij-Zij. Gaat de wereld aan Narcisme ten onder? (2017), Uitgeverij Boom.

 Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van dr. Martin Appelo tijdens het congres ‘Bijzondere patiënten in de praktijk’ van Lemion.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
Mobiele apps in de mondzorg

Mobiele apps in de mondzorg: ervaringen van de mondhygiënist

Weinig mondhygiënisten adviseren mHealth. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg. Dit is de conclusie van kwantitatief onderzoek naar het gebruik en de implementatie van mHealth onder mondhygiënisten in Nederland, door studenten Mondzorgkunde van Hogeschool Utrecht.

Onderzoek

Er is een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van mHealth applicaties door mondhygiënisten. De survey bevatte onder andere vragen die inzicht gaven over in hoeverre en welke mobiele apps gebruikt worden door de onderzochten mondhygiënisten en wat hun attitude is tegenover de implementatie en gebruik hiervan.

Mobiele apps in de mondzorg ervaringen van de mondhygiënist
Klik hier voor vergrote versie: mobiele apps in de mondzorg

Conclusie

73 respondenten hebben de online enquête ingevuld. 17 respondenten adviseerden mHealth bij hun patiëntengroep en zij gaven aan dat de Oral-B/Philips poetsapp het meest geadviseerd wordt. De doelgroep die de meeste mHealth adviezen krijgt van de mondhygiënisten zijn (ouders van) kinderen tot 12 jaar en jongeren/jong volwassenen tot 25 jaar. De meeste respondenten vonden dat de implementatie van het gebruik van mHealth bemoeilijkt wordt door het gebrek aan technologische vaardigheden en door de privacywetgeving. De resultaten toonden geen samenhang aan tussen leeftijd, geslacht, opleidingsinstelling, -duur en de provincie waar de respondent werkzaam is.

Het merendeel van de respondenten vond dat het gebruik en adviseren van mHealth kan bijdragen aan het verbreden van de patiëntbetrokkenheid en de kennis van de patiënt. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat weinig van de onderzochte mondhygiënisten mHealth adviseren. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg.

Poster ontwikkeld door:
Ouijdan Bouchaten en Cécile van Wingerden

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Glimlachen.be gaat voor een betere mondgezondheid bij jeugd in België

Glimlachen.be gaat voor een betere mondgezondheid bij jeugd in België

Glimlachen.be is een project om de mondgezondheid van jeugd in België te verbeteren. Dit doen ze onder meer met een gratis reizende tentoonstelling en door informatie aan te bieden op de website.

Gratis reizende tentoonstelling

De tentoonstelling is een samenwerking met het Verbond der Vlaamse Tandartsen met als doel (voornamelijk) kleuters het belang van gezonde tanden bij te brengen. Dit gebeurt met een verhaal over Cas en Kato, waardoor kleuters spelenderwijs en op kindvriendelijke wijze gesensibiliseerd worden.

Natuurlijk is iedereen is natuurlijk welkom om kennis te maken met alles rondom het onderwerp tanden. Van hoe tanden eruitzien tot goed poetsen tot voeding, er is van alles te leren en te doen.

Informatieve website met bronnen voor iedereen

Op de website is een grote hoeveelheid aan informatie voor verschillende doelgroepen te vinden. Zo kunnen scholen er terecht voor werkblaadjes en educatief materiaal voor leeftijdsgroepen vanaf de kleuters tot en met het secundaire onderwijs. Ook biedt de site verschillende soorten ondersteuning aan voor scholen, sportclubs, ouders en begeleiders; van poetsposters tot traumakaarten.

Verder zijn er zelfs allerlei filmpjes en games over het onderwerp mondhygiëne te vinden. Zo wordt het onderwerp laagdrempelig en op een leuke wijze gebracht.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Markttrends, Thema A-Z
Succesvol ConnectDental™ Event 2019

Succesvol ConnectDental™ Event 2019

Op 27 september 2019 vond het ConnectDental Event van Henry Schein Dental, Arseus Dental en Arseus Lab plaats in Hotel Van der Valk in Houten. Zowel tandartsen als tandtechnici uit de Benelux waren uitgenodigd. Tijdens het event stonden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitale tandheelkunde centraal.

Ontwikkelingen op het gebied van digitale tandheelkunde

De onderwerpen waaruit de meer dan 160 deelnemers konden kiezen waren divers: Zo waren bijvoorbeeld onder het motto: “Yes we scan” de ontwikkelingen op het gebied van digitale scannertechnologie prominent aanwezig. Arend van den Akker maakte de deelnemers wegwijs
in het snelgroeiende aanbod van scanners en gaf tips hoe een keuze te maken voor een apparaat dat past bij de eigen wensen. Op het gebied van implantologie vertelde Ronald Kooistra over het traject van “planning tot kroon”. Verder behandelde hij essentiële concepten zoals: “Primescan en InLab 18 met apps”, en “Primescan gericht op nauwkeurigheid en trueness bij Fullmouth scan.”

Wouter Reybrouck vertelde onder andere over “Implantaat planning en het ontwerpen van een surgical guide met TRIOS Implant Studio” alsmede de “Digitale workflow”. Isabelle Savoye gaf een kijkje in “De volledige digitale orthodontische patiënt m.b.v. TRIOS” en “Orthodontische 3D toepassingen: Clear Aligner Studio, IBTray en 3D Printed Applications (hyrax, herbst).” Mark Veenstra vertelde over “Workflow digitale prothese van intake tot eindcontrole” terwijl Gerrit van Dijk inging op het onderwerp “De onbegrensde mogelijkheden van de faciale prothetiek”. Benedikt Vanaillen en Alexander de Clercq behoorden eveneens tot de uitgenodigde experts en presenteerden in hun bijdrage “De analoge en digitale symbiose tussen tandarts en tandtechnicus”. Marat Awadaljan informeerde het publiek over een “Nieuw hoofdstuk in het matchen van kleuren binnen de tandheelkunde.” Het welkomst- en slotwoord kwam van Dirk Denoyelle, een inspirerende spreker en stemmenimitator uit België, die wel weet hoe hij het publiek enthousiast kan maken.

Op het event presenteerden daarnaast toonaangevende fabrikanten van tandheelkundige materialen hun nieuwste innovaties en gaven bezoekers een live demonstratie. Experts beantwoordden vragen en kwamen met individuele oplossingen voor praktijkspecifieke behoeften.

 

Succesvol ConnectDental™ Event 2019 2Succesvol ConnectDental™ Event 2019 3

Digitalisering niet meer weg te denken in tandheelkunde

“De digitalisering is niet meer weg te denken uit de tandheelkunde. Met ons uitgebreide bijscholingsaanbod over deze onderwerpen informeren wij continu over nieuwe trends, ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande mogelijkheden. Het ConnectDental Event is hierin een hoogtepunt. Wij zijn verheugd dat zoveel deelnemers aanwezig waren, want het is onze missie om tandartsen en medisch personeel te ondersteunen en de producten, services en oplossingen te bieden die het de medische staf mogelijk maakt om kwalitatief hoogwaardige patiëntenzorg te leveren “, aldus Cees Balder, directeur Henry Schein Dental Benelux.

ConnectDental

Het ConnectDental Event is een van de activiteiten van ConnectDental, een platform van Henry Schein Dental, Arseus Dental en Arseus Lab. Met ConnectDental bundelen de drie partners in de BeNeLux hun expertise tot een totaaloplossing in digitale tandheelkunde. Een digitale workflow waarbij technologie, software en de samenwerking tussen de tandartspraktijk en tandtechnisch laboratorium worden geïntegreerd en geoptimaliseerd. Ondersteunt door een uitgebreide portfolio materialen, apparatuur, systemen, educatieve ondersteuning en begeleiding van specialisten.

De deelname aan het event was gratis, maar de no-show bijdrage van 50 euro van deelnemers die niet konden komen werd gedoneerd aan de stichting CliniClowns. Deze Clowns brengen afleiding en vreugde voor kinderen die door ziekte en/of handicap in het ziekenhuis moeten verblijven en daardoor weinig contact hebben met hun omgeving. Door middel van improvisatie proberen de clowns afleiding te creëren in de vier muren van een ziekenhuiskamer. Voor de clowns is elk kind uniek en het clownspel is volledig aangepast aan het karakter en de fantasiewereld van het kind. Dankzij hun jarenlange ervaring kennen de clowns de emotionele wereld van een kind heel goed. *)

*) Bron: Cliniclowns

Lees meer over: Kennis, Scholing

“Paro is multidisciplinair: we hebben elkaar allemaal nodig”


Op 17 januari 2020 wordt door de Dr. G.J. van Hoytema Stichting het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief georganiseerd. Naar aanleiding hiervan sprak dental INFO met dr. Schelte Fokkema, parodontoloog en samensteller van dit congres over de nieuwste inzichten in parodontitis.

Kun je jezelf voorstellen?

“Ik ben parodontoloog en werkzaam als clinicus in een eigen verwijspraktijk voor parodontologie. Dat doe ik al ruim 20 jaar. Eerst ben ik mondhygiënist geworden en daarna tandarts. Voor mijn vakgebied de parodontologie heb ik daarmee een brede basis gelegd. Door deze achtergrond begrijp ik deze beroepsgroep goed, denk ik. Misschien is dat ook de reden dat ik met veel succes bij- en nascholingscursussen verzorg voor mondhygiënisten. Verder ben ik gepromoveerd en daarmee ook wetenschappelijk onderlegd en is mijn drijfveer vooral de ziekte zelf oftewel de etiologie van parodontitis. Met deze vraagstelling sta ik ’s ochtends op en ik ga er mee naar bed.”

Je bent gevraagd om het congres ‘PARO: multidisciplinair’ te organiseren. Waar gaat dat congres over?

“In het congres proberen we een antwoord te vinden op de vraag wat parodontitis is, hoe het ontstaat en proberen we te achterhalen wat de oorzaak is. Immers als we de oorzaak van parodontitis kennen, dan zullen we ook beter in staat zijn om de aandoening te behandelen, maar met name ook te voorkomen. De doelstelling was om een paro-congres te organiseren dat zowel interessant is voor mondhygiënisten, tandartsen als tandarts-specialisten. De snijvlakken van al deze beroepen zijn verweven in dit congres. Parodontitis is multifactorieel waarvoor een multidisciplinaire behandeling noodzakelijk is en we dus elkaar allemaal nodig hebben. Zo zijn mondhygiënisten in de behandeling van parodontitis vooral verantwoordelijk voor het onder controle brengen van de bacteriën in de mond en de bijdrage die de patiënt daar aan levert. Een tandarts daarentegen is meer gericht op de functie en het herstel van het gebit en is daardoor vooral restauratief georiënteerd. Het restaureren van het gebit heeft echter niet alleen functionele, maar ook microbiële gevolgen en daarmee een directe relatie met het parodontium. Het is allang bekend dat bacteriën zich sneller hechten op ruwe oppervlakken of onregelmatige overgangen in het gebit. De tandarts speelt hierdoor een cruciale rol in het beheersbaar maken van de bacteriën in de mond. Naast het microbiële aspect gaan we het op het congres ook over veel andere aspecten van parodontitis hebben. Parodontitis heeft namelijk verschillende gezichten en iedere verdiepte pocket hoeft niet precies dezelfde oorsprong te hebben. Het is een aandoening die meerdere oorzaken kent.”

Wanneer is er volgens de laatste inzichten sprake van parodontitis?

“Dat is nog steeds zoals het in de leerboeken beschreven staat. Over het algemeen is het een ontsteking en is er klinisch sprake van een verdiepte pocket. De aanhechting van het tandvlees heeft in elk geval losgelaten en op een röntgenfoto is botverlies te zien. Als mensen in hun gebit de bacteriën onvoldoende onder controle hebben, zal er een parodontale ontsteking ontstaan als gevolg van de verstoring van het evenwicht in de aangehechte bacteriën oftewel biofilm. De vraag is echter of de biofilm alleen of in alle gevallen verantwoordelijk is voor het verlies van de parodontale aanhechting, dat wil zeggen desintegratie van het parodontale ligament en alveolaire botafbraak. Als we de behandeling namelijk richten op de bestrijding van deze biofilm, dan verkrijgen we niet in alle gevallen parodontale wederaanhechting en daarmee reductie van de pocket. Het klinische doel van de behandeling is namelijk dat de pocket ondieper wordt, zodat het parodontium beheersbaar en controleerbaar wordt voor het onderhoud door de patiënt zelf. In een behandelsituatie kun je bijvoorbeeld aantreffen, dat de parodontale ontsteking wel minder of afwezig is, maar dat een pocket nog aanwezig of diep blijft. Er spelen met andere woorden meer zaken een rol in niet alleen het ontstaan van parodontitis, maar ook in de behandeling ervan. Deze aspecten willen we tijdens het congres ‘PARO: multidisciplinair’ voor het voetlicht brengen.”

Hoe groot is het probleem van parodontitis? Neemt het toe of af?

“De literatuur is daar niet helemaal eenduidig over. Het lijkt wel zo te zijn dat geringe tot matige aandoeningen van parodontitis afnemen, omdat de mondhygiëne in veel Westerse landen verbeterd is. In deze gevallen zijn vooral de parodontale ontsteking en daarmee de bacteriën de oorzaak van de parodontale afbraak. Van de ernstige vormen van parodontitis zeggen sommige studies dat het afneemt, maar andere spreken dat tegen. Dit zou mij ook niet verbazen, misschien nemen ernstige vormen van parodontitis zelfs wel iets toe. Deze gegevens geven opnieuw aan dat het verbeteren van de mondhygiëne alleen ernstige vormen niet kan voorkomen. Wat we uit onderzoek verder weten is dat zo’n 10 tot 15 procent van de bevolking behept is met zo’n ernstige vorm van afbraak. Dat wil dan zeggen dat meer dan de helft van de wortellengte het kaakbot is afgebroken bij twee of meerdere tanden of kiezen. Het risico is dan groot dat zo’n patiënt meerdere tanden of kiezen verliest en soms zelfs de gehele dentitie.”

Dat die ernstige vorm niet afneemt, heeft dat er ook mee te maken dat mensen ouder worden?

“Daar wordt uiteraard voor gecorrigeerd in wetenschappelijk onderzoek, maar het is wel zo dat bij het ouder worden de problemen veelal verergeren. Het is echter niet zo dat bij iedere oudere de parodontale problemen ernstig worden. Ernstig wil ook zeggen dat er in relatief korte tijd parodontale destructie heeft plaatsgevonden en het geen geleidelijk proces is. Het geleidelijke proces lijkt meer een gestage tred te houden met de aanwezigheid van de bacteriële ontsteking. Er zijn allerlei theorieën over hoe de parodontale destructie ineens verergert of ernstig kan worden, wat in principe bij ieder mens op elke leeftijd kan ontstaan. Zo weten we dat als bij mensen plotseling bepaalde plekken in hun gebit achteruitgaan, dit heel vaak geassocieerd is met major life-events. Daar bedoelen we mee dat mensen veel stress hebben ervaren, door het verlies van een dierbare, een verhuizing, een echtscheiding, maar ook door gezondheidsveranderingen.”

Parodontitis wordt ook geassocieerd met dementie?

“De aandoening wordt met steeds meer ziekten geassocieerd, al veel langer ook met hart- en vaatziekten. Dat wil niet zeggen dat het één tot het ander leidt, oftewel er een oorzaak-gevolgrelatie is. Ook daar zijn vele theorieën over die met name gebaseerd zijn op de bacteriële ontsteking van het parodontium. Als mensen ernstige parodontitis hebben, dan is er sprake van een behoorlijk omvangrijke ontstekingswond. Het is wetenschappelijk aangetoond dat bacteriën en ontstekingsproducten van deze wond in de bloedbaan treden. Alleen is het moeilijk aan te tonen of het één rechtstreeks leidt tot het ander, of dat ze juist gemeenschappelijke delers hebben oftewel risicofactoren delen. Het is in elk geval belangrijk voor het vakgebied dat er aandacht is voor het feit dat het lichaam ook de mond omvat en dat de mondgezondheid effect kan hebben op de algemene gezondheid.”

Wat is in het algemeen de beste parodontale therapie?

“Dat is tot op heden het onder controle brengen van de bacteriën. Dat betekent het aanleren van een daadwerkelijk goede mondhygiëne door de patiënt en dat die daar ook consciëntieus in is. Anderzijds is het ook belangrijk dat door de behandelaar grondig gereinigd wordt. Het is aangetoond dat als je wilt dat een pocket klinisch minder diep wordt, beide partijen zich aan die voorwaarde moeten houden. Maar zoals gezegd, zullen daarmee niet in alle gevallen diepe pockets verdwijnen. Een categorie pockets of pockets bij een select groepje patiënten lijkt op de plaquegerichte therapie minder goed of onvoldoende te reageren.”

Hoe moet je die pockets dan behandelen?

“Als bij een patiënt aan voorgaande voorwaarden lijkt te zijn voldaan en diegene heeft toch nog door het hele gebit heen sterk verdiepte pockets, dan kan een antibioticumkuur een mogelijkheid bieden. Men heeft geprobeerd aan te tonen dat specifieke bacteriën verantwoordelijk zijn voor deze (rest)problemen, maar dat is niet gelukt. Daarom kunnen we dus ook niet op basis van een bacteriologisch onderzoek de indicatie stellen voor een antibioticumkuur. Het gebruik van antibioticum in de parodontale behandeling is daarmee een klinische afweging en is gebaseerd op wat je al hebt gedaan en wat je denkt dat je nog kunt doen bij een specifieke patiënt. Een antibioticumkuur is een mogelijkheid, maar het is niet per se de oplossing. De afweging is lastiger geworden en behoeft daarmee voldoende deskundigheid.”

En als dat dan niet helpt?

“Dan kun je opereren. Ik vind dat zelf niet de oplossing voor de hele mond. Dat zou je meer moeten beperken tot lokale plekken en waar het niet anders kan. Dan gaat het vooral om anatomisch moeilijk bereikbare plekken om bacteriën te bestrijden. Daar helpt een operatie vaak wel, maar is ook niet altijd de oplossing. De allerbeste oplossing voor het ontstekingsprobleem en ook het verval is eigenlijk een tand of kies trekken. Dan ben je de ontstekingsbron kwijt en daarmee de potentiële bedreiging voor het lichaam. Als je een tand of kies trekt, dan hou je een holte in de kaak over. Die kaak kan zich echter herstellen door middel van vorming van nieuw bot. Je doet dus wel degelijk iets. Je zit alleen wel met een tand of kies minder. Als dit op een plek is waar je hem niet kan of wilt missen, dan komen we opnieuw op het werkveld van de tandarts, die gericht is op het herstel van de functie en de esthetiek. Voor dit herstel is de tandarts echter wel afhankelijk van het fundament en daarmee het parodontium. De tandarts kan geen mooie constructie maken op een slecht fundament of in een gebit met een aangetast fundament oftewel een paro-patiënt.”

Kan bij parodontitis een implantaat geplaatst worden?

“In theorie is een implantaat een oplossing voor een verloren tand of kies. Bij paro-patiënten of mensen die parodontitis hebben gehad is het echter lang niet altijd de juiste oplossing of misschien zelfs niet de oplossing. Alleen als je al jarenlang de parodontale situatie onder controle hebt, dan kun je er aan beginnen. Blijkbaar heb je bij zo’n patiënt de risicofactoren voor parodontitis onder controle. Alles wat je in een mond doet, heeft niet enkel bacteriologische consequenties, maar ook functionele. Als je een gebitselement weghaalt of toevoegt, verschuift daardoor de balans in de functie ook. Dat kan soms ongewenste effecten hebben. Wellicht dat parodontitis ook een kwestie van occlusale (over)belasting is en dus een kwestie zou je kunnen zeggen van dichtbijten is. Oftewel: hoe komen de tanden en kiezen op elkaar. De vraag is, speelt dit aspect een rol bij mensen met ernstige parodontale problemen? Tijdens het congres ‘PARO: multidisciplinair’ zullen we daarom eveneens het fenomeen occlusaal trauma behandelen.”

Is ook bruxisme een risicofactor?

“Er is geen concreet onderzoek naar de relatie met bruxisme gedaan. Maar als je het hebt over de invloed van het krachtenspel op het parodontium, dan kun je bij bruxisme wel degelijk spreken van overmatige krachten en het daarvan uitgaande potentiële trauma. Het vóórkomen van bruxisme is 15 à 20 procent van de normale populatie. Dat komt erg mooi overeen met die 10 à 15 procent van ernstige vormen van parodontitis. Je kunt dan echter op zich nog niet stellen dat er een relatie is, laat staan een oorzakelijk verband. Maar als er gekeken wordt bij patiënten in een parodontologiepraktijk, dan ligt het percentage van bruxisme op 80 à 90 procent. Ik denk zelf dat niet letterlijk het krachtenspel, dus hoe de tanden en kiezen op elkaar komen, meespeelt bij parodontitis, maar dat het vooral is wat je met je gebit doet. Iemand kan een perfect gebit hebben met een ideale occlusie, maar als hij dat overmatig gebruikt of juist nauwelijks, dan kan er ook iets mis gaan.

Bruxisme is geassocieerd met gedrag zoals klemmen en knarsen en wordt sterk geïnduceerd vanuit stress. De vraag binnen de parodontologie is ook of stress vanuit pathofysiologisch opzicht iets doet met het parodontium. Kunnen immunologische veranderingen leiden tot parodontale destructie of is het juist de veranderingen in iemands mondgedrag? Als mensen zich niet goed voelen, heeft dat altijd gevolgen voor hun patronen. Vaak is dan de verzorging van de mond ook minder, waardoor in elk geval de parodontale ontsteking toeneemt. ”

Welk gedrag is met name van invloed op parodontitis?

“Het begint met het mondhygiënische gedrag, maar ook roken kan van invloed zijn. Van roken is echter niet ondubbelzinnig aangetoond dat het de directe oorzaak is, maar het wordt wel gezien als een risicofactor. Daarnaast is stressmanagement belangrijk, een verantwoord voedingspatroon, maar ook voldoende nachtrust en voldoende lichaamsbeweging. Mensen die een slechter slaappatroon hebben, maar ook zij die minder bewegen, hebben vaker meer en ernstiger vormen van parodontitis. Dit zou kunnen komen door een verlaagde weerstand door het slaaptekort. Het zou echter ook een onderdeel kunnen zijn van de onrust en de spanning in iemands leven, die daardoor bepaald gedrag vertoont in zijn mond dat ongunstig is voor de parodontale aanhechting.”

Hoe kun je gedragsverandering tot stand brengen om parodontitis te verminderen?

“Dan gaat het vooral over het motiveren van mensen. Het vraagt iets van jezelf om iemand met respect en compassie te begeleiden naar een meer verantwoorde levensstijl. Uiteindelijk is de patiënt zelf verantwoordelijk voor zijn eigen mondconditie en daarmee ook de verzorging. Het aspect van motiveren speelt in de hele gezondheidszorg. Er wordt van de medewerkers in de gezondheidszorg dan ook steeds meer van hun begeleidende rol gevraagd. Je moet dus mensen ‘aansporen tot’, maar dan moet je wel per ziektegebied weten welke gedragingen je welke kant op zou willen sturen.

Stressmanagement bijvoorbeeld is best lastig. Voordeel is wel dat als je mensen periodiek ziet, zoals het geval is in de parodontologie, je daar repeterende gesprekken over kunt voeren. Dat is vooral open vragen stellen en reflecteren, zodat mensen zicht krijgen in zichzelf en op hun situatie. Patiënten komen dan in feite bij een coach terecht, die inhoudelijke kennis bezit over de ziekte maar ook kennis moet hebben van de gedragsleer en de achterliggende psychologie om mensen bij te kunnen staan. In het congres ‘PARO: multidisciplinair’ besteden we daarom ook aandacht aan het (on)vermogen van mensen om te komen tot gedragsverandering.”

Is daarin ook een rol voor mondhygiënisten weggelegd?

“Ja zeker, ik denk dat mondhygiënisten pur sang opgeleid zijn of dienen te worden als gedragsbegeleiders, omdat het in de eerste plaats altijd zal gaan om het mondhygiënische gedrag. Dat heeft de meeste invloed op mondproblemen en dat is al een uitdaging, want het gaat verder dan mensen alleen maar aanwijzingen geven over hoe het gebit gereinigd dient te worden. Het werkveld wordt hiermee breder en interessanter. Het is meer gericht op gedragscomponenten dan enkel op het technisch handelen. Dat is eigenlijk bijzaak en dient ter ondersteuning om het gezondheidsdoel te kunnen bereiken. Ook dit geldt niet enkel voor de mondzorg maar voor de gehele gezondheidszorg.”

Zou er in de toekomst nog iets veranderen in de behandeling van parodontitis?

“Zeker. De gouden standaard (het bestrijden van de biofilm) zal blijven, omdat je anders het parodontium klinisch nooit gezond kan maken. Maar om op de lange termijn nieuwe problemen te voorkomen, is het management van andere risicofactoren ook heel belangrijk. Lifestyle-begeleiding en stressmanagement gaan steeds belangrijker worden. Ik verwacht dat als we meer inzicht krijgen in deze onderdelen, dat de behandeling breder gaat worden. Hiervoor hebben we elkaar zoals aan het begin gezegd allemaal nodig, vandaar ook de titel van het congres ‘PARO: multidisciplinair’.”

 

Interview door dental INFO met dr. Schelte Fokkema, samensteller en moderator van het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief.

 

Schelte Fokkema is opgeleid als mondhygiënist, tandarts en parodontoloog en is gepromoveerd op het gebied van de immunopathogenese van parodontitis. Hij heeft een verwijspraktijk voor parodontologie in Den Bosch, geeft bij- en nascholingscursussen en is auteur van wetenschappelijke publicaties.

 

Het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief, wordt op 17 januari 2020 georganiseerd door de Dr. G.J. van Hoytema Stichting in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Op dit congres wordt het multifactoriële karakter van parodontitis belicht en worden relaties gelegd met de endodontologie, kaakchirurgie, orthodontie, occlusieleer, restauratieve tandheelkunde, implantologie en gedragsleer. Sprekers zijn deskundigen uit al deze vakgebieden.

 

 Paro-multidisciplinair

Lees meer over: Kennis, Parodontologie, Scholing, Thema A-Z
Studenten tandheelkunde

Vlaamse minister wil meer studenten tandheelkunde toelaten

De Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts wil zich niet meer houden aan de federale quota voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. Hierdoor zouden er meer artsen en tandartsen bij kunnen komen in Vlaanderen.

Quota voor geneeskunde en tandheelkunde

Net als in Nederland is in België het aantal benodigde plaatsen voor de studie tandheelkunde een punt van discussie. Door de federale regering van België zijn er quota opgelegd voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. In 2019 was er in Vlaanderen plaats voor 1153 studenten geneeskunde en 147 studenten tandheelkunde. Wie met de opleiding wil beginnen moet eerst toelatingsexamen doen. Degenen met de beste resultaten worden vervolgens toegelaten tot de studie.

Wallonië houdt zich ook niet aan quota

Minister Weyts wil zich echter niet langer aan de federale quota houden. Volgens hem is Vlaanderen nu de enige die hier gehoor aan geeft; in Wallonië zouden ze al twintig jaar de quota aan hun laars lappen. Sinds 2017 werken ze daar ook met een toelatingsexamen, maar ze laten ieder jaar meer studenten toe dan volgens de vastgestelde quota mag. Er studeren in Wallonië daardoor jaarlijks meer studenten af dan dat er banen zijn. De Walen zeggen dat dit noodzakelijk is, omdat er nog te weinig huisartsen zijn.

Planningscommissie

Als de quota in Vlaanderen losgelaten worden, kunnen er dus meer studenten geneeskunde en tandheelkunde gaan studeren. Het plan is dat het toelatingsexamen wordt gehandhaafd, maar dat de normen ruimer worden.
Hoeveel studenten er precies na het examen aan de studies mogen beginnen, zal worden bekeken door een planningscommissie. Het is nog niet duidelijk wanneer de nieuwe regeling ingaat. De woordvoerder van minister Weyts spreekt van ‘zo snel mogelijk’, maar het is de vraag of dat komend jaar al is.

Riziv-nummers

Probleem kan nog wel de toekenning van Riziv-nummers zijn. De toekenning van dit identificatienummer voor zorgverleners is een federale zaak. Als je geen Riziv-nummer hebt, mag je als Belgische zorgverlener niet je beroep uitoefenen. De federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block wilde eerder al de boventallige Waalse studenten geen Riziv-nummer toekennen. In aanloop naar de verkiezingen heeft ze dat op aandringen van de Franstalige partijen toch gedaan.
De vereniging van artsenvakbonden BVAS is niet blij met het loslaten van de federale quota en vreest dat studenten voor niets gaan studeren en na hun diplomering geen Riziv-nummer zullen krijgen. Ook het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO) is bang voor rechtsonzekerheid.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Een goede orthodontist heeft een goede restauratieve tandarts nodig

Een goede orthodontist heeft een goede restauratieve tandarts nodig

Vaak gaan orthodontie en restauratieve tandheelkunde hand in hand. Het is belangrijk dat de (restauratief)tandarts weet wat de orthodontist kan en dat de orthodontist weet wat de tandarts wil. Verslag van de lezing van dr. Domingo Martin, orthodontist, en dr. Maria Jesus Provedo, restauratief tandarts, over hun manier van werken.

Bij behandeling van patiënten met complexe gebitsmutilaties heb je alle tandheelkundige disciplines nodig om tot een goed behandelresultaat te komen. Vaak gaan de orthodontie en de restauratieve tandheelkunde hierbij hand in hand. Het is belangrijk dat de (restauratief)tandarts weet wat de orthodontist kan en dat de orthodontist weet wat de tandarts wil. Verslag van de lezing van dr. Domingo Martin, orthodontist, en dr. Maria Jesus Provedo, restauratief tandarts, over hun manier van werken.

Dr. Domingo Martin

Belang van teamwork voor slagen behandeling

Teamwork is enorm belangrijk om een behandeling te laten slagen. Het is van belang om bij een patiënt zowel de functie als de esthetiek te beoordelen. Als er alleen naar esthetiek gekeken wordt, focust men zich vaak op de voorste zes elementen.  Patiënten zien alleen de esthetiek, maar esthetiek zonder functie is altijd een faillure.  Dr. Domingo en dr. Maria Jesus Provedo, restauratief tandarts, werken 200 kilometer uit elkaar, maar werken veelvuldig samen. Dit werkt omdat mensen tegenwoordig bereid zijn om afstand af te leggen als ze daarvoor een betere kwaliteit krijgen.

Tijdens de lezing spraken ze het protocol waarvan zij gebruik maken in hun samenwerking. Beiden hebben hun eigen protocol, maar ze komen altijd samen voor de behandeling.

Dr. Maria Jesus Prevedo

Situatie begrijpen

Het is van belang om bij een nieuwe patiënt niet alleen naar de elementen te kijken, maar ook naar het grotere plaatje. Kijk naar hoe de elementen in de mond staan, hoe de mond in het gezicht staat, het gezicht in het gehele hoofd en uiteindelijk zelfs naar het hoofd ten opzichte van het lichaam. Bekijk het gehele systeem en kijk dus niet alleen naar de voorste zes elementen.
We moeten naar de functie kijken en hiervoor moeten we een aantal vragen stellen:
De eerste vraag: wat is de hoofdklacht? Wat is de reden van het bezoek?
Dit moeten we weten om de patiënt uiteindelijk tevreden te kunnen stellen. We moeten weten of hij pijn heeft en zo ja, waar die pijn precies zit.

Daarna moeten we onszelf drie vragen stellen:

  • Wat is er gebeurd?
  • Waarom gebeurt het?
  • Hoe kunnen we de situatie veranderen?

We moeten de situatie eerst begrijpen voordat we de problemen kunnen aanpakken. Doen we dit niet, dan behalen we alleen korte termijn resultaten, terwijl we juist zoeken naar een oplossing voor de lange termijn.

We bespreken de casus van Eduardo

Eduardo’s hoofdklacht is last hebben van zijn nek. Hij loopt veel triatlons en denkt zelf dat het hierdoor komt. Hij is meerdere malen naar de fysiotherapeut geweest hiervoor.

We beginnen met de eerste vraag: wat gebeurt hier?

Op de gemaakte portret foto’s is duidelijk te zien dat Eduardo zijn hoofd scheef houdt. Hierdoor staat zijn ene oog hoger dan de andere en staan zijn lippen scheef.  En niet alleen zijn hoofd staat scheef, maar ook zijn schouders lopen niet gelijk. Dit is een van de eerste dingen die we aan moeten pakken: de spieren moeten behandeld worden, zodat de nek ten opzichte van de nekwervels weer in de juiste positie komt te staan.

Daarnaast zien we dat de ene kant van het gezicht meer ontwikkeld is dan de andere kant. Het zou kunnen zijn dat hij niet helemaal symmetrisch is. Het kan ook dat dit komt doordat zijn hoofd wat geroteerd en geïnclineerd staat.
Bij een foto vanaf sagittaal zien we dat zijn hoofd ten opzichte van zijn nek naar voren staat. Hierdoor worden de spieren van de nek en schouders veel zwaarder belast: wel tot tien keer zo zwaar!

Als de positie van het hoofd in kaart gebracht is, gaan we verder naar de elementen. Hoeveel dental show is er in rust en met lachen? Hoeveel gingiva is er zichtbaar? Is de lach symmetrisch? Bij Eduardo blijkt dat hij veel meer gingiva toont met lachen aan de ene kant dan aan de andere kant.

Daarna gaan we verder naar intra-oraal. We kijken naar de proporties van de tanden. Er is in dit geval duidelijk slijtage zichtbaar.  Er wordt gekeken naar de occlusie: hier een klasse 2 occlusie met een midline shift en daarnaast een kruisbeet rechts. De tandboog vanaf occlussaal wordt beoordeeld.
Er worden vervolgens modellen gemaakt welke in CR (centrale relatie) in de articulator gezet worden.
Dan wordt er gekeken naar de functie. Hoe bewegen de kaken ten opzichte van elkaar. We zien dat er bij protrusie posterieure interferenties zijn. Ook bij articuleren naar links en naar rechts zijn er interferenties en is er geen disclusie in de zijdelingse delen. Dit lijkt de oorzaak te zijn van de slijtage en zorgt ervoor dat er geen goede functie meer aanwezig is.
De verticale relatie in MO (maximale occlusie)  wordt vergelijken met de CR. Hiertussen is één millimeter verschil.

De volgende vraag die beantwoord moet worden is: waarom gebeurt dit?

Hiervoor gaan we verder onderzoek doen. We palperen de spieren en het blijkt dat deze flink samentrekken en niet op de juiste manier functioneren. Bij verschillende bewegingen wordt beoordeeld hoeveel pijn dit opwekt en zo zoeken we naar de spieren die betrokken zijn.
Er wordt altijd een CBCT gemaakt om de craneomandibulaire structuren te beoordelen. Hieruit kan vervolgens een OPT en een Ceph gehaald worden.

Op de CBCT van Eduardo is terug te zien dat zijn hoofd geroteerd en geïnclineerd staat. De condyli worden beoordeeld om in te schatten of er TMD klachten aanwezig zijn. De condyli staan in dit geval op de juiste plek, waardoor geconcludeerd kan worden dat de klachten voornamelijk spier gerelateerd zijn. Wel is te zien dat de condylus links iets lager staat dan rechts, maar dit is te verklaren door de schuine positie van het hoofd. Daarnaast zien we dat het neusseptum scheef staat. Dit kan gerelateerd zijn aan de functie, omdat dit obstructie van de luchtweg geeft.

In het geval van het verkrijgen van een goede functie en goede esthetiek is het van belang om van achter naar voren te werken. Daarom moet ook de ruggengraad op de CBCT staan. Eerst moet het hoofd en de nek gestabiliseerd worden, eventueel met behulp van een fysiotherapeut en osteopaat die ook in het behandelteam zitten. Als de nek en het hoofd niet stabiel zijn dan is het gebit dit ook niet. Daarom wordt het volledige hoofd-halsgebied beoordeeld en ook het craniale deel van de nek.

Uiteindelijk volgt de vraag: hoe kunnen we dit veranderen?

Hiervoor moeten we terug naar de juiste positie van het hoofd en van de nek. Hiermee zorgen we dat hij pijnvrij is. Daarna gaan we het gebit behandelen.

Een belangrijke stap hierbij is splint- en fysiotherapie.  Hiermee wordt de positie van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak veranderd en daarmee ook de positie van de condylus.

Als dit achter de rug is, staat het hoofd weer op de juiste (rechte) positie. Eduardo is pijnvrij en heeft geen last meer van zijn nek en schouders. Op deze manier is het veel makkelijker om de elementen mooi te krijgen.

Dit alles behoort tot de diagnostische fase. Vervolgens wordt de patiënt naar de orthodontist gestuurd.

Dr. Domingo Martin

Bij de orthodontische behandeling wordt de verkeerde beet aangepakt. De occlusie die er nu is, is al veranderd ten opzichte van de begin situatie door het dragen van de splint. Het is belangrijk dat patiënten goed ingelicht worden voordat ze starten met deze splint therapie. Het doel is het stabiliseren van de condylus in de juiste positie, maar er zijn ook bijkomstigheden zoals een open beet. Daarnaast moeten we oppassen dat de patiënt niet te asymmetrisch wordt door het dragen van de splint. Dit kan als gevolg hebben dat er orthognatische chirurgie nodig is. De risico’s met betrekking tot het dragen van de splint moeten van te voren goed uitgelegd worden.

Esthetische analyse

Dr. Domingo begint met de esthetische analyse. Hij kijkt naar de gebitselementen en de lippen. Eduardo is iets lipincompetent en er is sprake van lichte faciale asymmetrie. Dit ontstaat als de mandibula scheef groeit. De maxilla groeit dan automatisch scheef mee. Zijn onderste 1/3 deel van zijn gelaat is iets langer. Er is lichte hypoplasie van de maxilla en ook de mandibula ligt iets terug. In de regio van Spanje waar dr. Domingo Martin en dr. Maria Jesus Prevedo werken, komt dit veel voor. Het gevolg is een dunne en vlakke bovenlip. Zowel onder- als bovenlip liggen ten opzichte van de lijn subnasale iets terug.

Breedte van de maxilla en mandibla

De breedte van de maxilla en mandibla wordt gemeten. Hieruit kan afgeleid worden of een kaak verbreed moet worden. Om een juiste interdigitatie te krijgen weten we dat de maxilla drie tot vijf millimeter breder moet zijn. In het geval van Eduardo zijn maxilla en mandibulla ongeveer even breed en dus zal de maxilla verbreed moeten worden.

Uit de Ceph blijkt dat er geen skelataal probleem is. De nekpositie is ook goed te beoordelen en daarnaast wordt aandacht gegeven aan de luchtweg. Als de luchtweg vernauwd is, worden er extra testen gedaan en vragen gesteld. Zo kunnen eventuele patiënten met apneu problemen eruit gefilterd worden.
Verder blijkt dat er sprake is van een klasse II occlusie rechts en klasse I occlusie links. Er is slijtage aanwezig en de gingivalijn is niet optimaal. Er is een kruisbeet zichtbaar, de elementen zijn iets aan de kleine kant en er is een midline shift.

Esthetische veranderingen

Dr. Domingo is van mening dat het behandelen van volwassenen nooit een 100% tevreden patiënt oplevert mits je ook iets veranderd aan de gebitselementen zelf. De patiënten zijn op zoek naar esthetische veranderingen. Niet alleen willen ze de elementen netjes hebben staan, maar ze willen vaak ook de morfologie en de kleur van de elementen veranderd zien. De elementen moeten de juiste proporties hebben. Daarom past hij ook altijd de voorste vier elementen aan, zodat de tanden breder en langer worden en iets witter.

Daarom lijnt hij de gingiva op, maar laat ook ruimtes open om de tanden te verbreden en te verlengen. Dit is ook van belang voor de juiste overbeet en de juiste wisselwerking tussen functie en esthetiek. Het materiaal wat hij hier meestal voor gebruikt is composiet. Door de juiste positie van de condylus slijt dit niet zo veel als verwacht. Daarom wordt er altijd voor de behandeling splinttherapie toegepast.

In het geval van Eduardo is het nodig om de bovenkaak drie tot vijf millimeter te verbreden. Orthodontisch kan dit maar één millimeter. Daarom zal dit middels een corticotomie plaats moeten vinden. Hierbij is het mogelijk om 1,5 mm per kant te winnen. In dit geval is dat net voldoende.

Bij Eduardo wordt ook een implantaat geplaatst regio 16. De orthodontist bepaalt waar het implantaat geplaatst moet worden. In het geval van Eduardo wil hij het implantaat zo veel mogelijk buccaal hebben. Zo kan hij het implantaat gebruiken om de maxilla breder maken. Implantaten zijn perfect om orthodontische krachten op uit te oefenen.  De positionering van het implantaat wordt bepaald middels 3D-scans .

Juiste kauwbewegingen

Na het dragen van de splint, staat de condylus op de juiste plek en hierdoor is het weer mogelijk om de juiste kauwbewegingen te maken. Van origine zijn wij gemaakte om verticale kauwbewegingen te maken en niet horizontaal. Alleen op het moment dat er posterieure contacten, slijtage of andere interferenties zijn, gaan we horizontale kauwbewegingen maken. Om deze horizontale kauwbewegingen uit te voeren moeten we veel grotere bewegingen maken, met daarbij een veel groter risico op eventuele TMD-achtige klachten.

De splint zorgt er voor dat de juiste kauwbewegingen weer mogelijk zijn. Alleen klopt de occlusie niet meer op het moment dat de patiënt stopt met het dragen van de splint. Dit wordt in het geval van Eduardo orthodontisch aangepast.

Het is belangrijk om tijdens de orthodontie de condylus in de juiste positie te behouden. Dit kan gedaan worden door de patiënten een splint in de bovenkaak te laten dragen, terwijl de orthodontische behandeling in de onderkaak wordt uitgevoerd.

Splint/bijtplaat

Nadat de orthodontie in de onderkaak voor het grootste deel is uitgevoerd, wordt een splint/bijtplaat voor in de onderkaak gemaakt en wordt de orthodontie in de bovenkaak uitgevoerd. Het implantaat regio 16 wordt wederom gebruikt in de orthodontische behandeling. Nu om te distaliseren. Daarna worden alle elementen in de bovenkaak opgelijnd.  Vervolgens wordt de juiste manier van dicht bijten mogelijk gemaakt middels een soort bijtblokjes. Hierdoor is er aan beide kanten even veel contact. Dit is het moment om de cortocotomie uit te voeren. Het duurt ongeveer drie maanden om het maximale resultaat te bereiken. Dit wordt gedaan middels kruisbeet elastieken en een dikke draad.

Tijdelijke opbouw

Vervolgens worden de ruimtes in de bovenkaak geopend en gaat de patiënt naar dr. Maria Jesus Prevedo. De brackets worden van de vier incisieven afgehaald. Zij maakt een tijdelijke opbouw om ook de occlusie te bepalen. Nadat de orthodontie volledig afgerond is, komt de patiënt terug voor de definitieve opbouw.

Op het moment dat de definitieve opbouw gemaakt wordt, staan zowel de condylus als de elementen precies op de goede plek, waardoor de prosthodontist de meest ideale uitgangspositie heeft.

Dr. Domingo geeft nog als tip dat het handig is om tekeningen te maken voor de patiënt om duidelijke uitleg te geven. Op het moment dat je alleen spreekt dan is het voor de patiënt veel minder goed te begrijpen.

 

Dr. Maria Jesus Prevedo geeft aan dat ze na de orthodontie nogmaals een nieuwe splint en nieuwe wax up maakt. Dit om een zo stabiel mogelijke situatie te behalen. Daarna gaat ze pas verder met het afmaken van de behandeling. Omdat er nu nog maar minimale aanpassingen nodig zijn, is het makkelijk  om de optimale occlusie te verkrijgen.

Dr. Domingo Martin is een internationale autoriteit op het gebied van gecombineerde orthodontische en tandheelkundige behandelingen.

Dr. Maria Jesus Prevedo is restauratief tandarts.

Verslag voor dental INFO door tandarts Paulien Buijs van de lezing van dr. Domingo Martin en dr. Maria Jesus Prevedo tijdens het NVVRT-congres Resto meets ortho.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z
Relatie antidepressiva en antipsychotica

Relaties tussen gebruik van antidepressiva en antipsychotica medicijnen op de speekselvloed

Patiënten die antidepressiva en antipsychotica gebruiken en ouder zijn dan 18 jaar waren geïncludeerd. De exclusiecriteria waren: het syndroom van Sjörgen, radiotherapie in hoofd- en halsgebied, roken, zwangerschap. Alleen kwalitatief goede studies die niet ouder dan 10 jaar waren, werden geïncludeerd voor dit onderzoek.

Vijf studies voldeden aan de in- en exclusiecriteria. In drie studies, die de medicijngroep antipsychotica onderzochten, werden de medicijnen Quetiapine en Paroxetine vergeleken met een placebo. Bij twee studies werd de medicijngroep antidepressiva onderzocht, zij vergeleken het medicijn Vortioxetine met een placebo.

Conclusie

Uit de resultaten bleek dat volwassenen die antipsychotica of antidepressiva slikken een droge mond kunnen ervaren. Geconcludeerd kan worden dat er aanwijzingen zijn voor een samenhang tussen antipsychotica, respectievelijk antidepressiva en de bijwerking ‘xerostomie’.

Klik hier voor een vergrote versie: Relatie antidepressiva en antipsychotica medicijnen op speekselvloed

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Winnaar NT-GSK Bachelorscriptie Award 2019 - Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Winnaar NT-GSK Bachelorscriptie Award 2019: Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Leonie Pereboom heeft met haar scriptie ‘De gebitssituatie onder ouderen’ de NT-GSK Bachelorscriptie Award gewonnen. Zij concludeerde in haar scriptie dat er meer vraag naar mondzorg voor ouderen zal zijn in 2040.

Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Leonie Pereboom maakte een inschatting van de vraag naar mondzorg door ouderen in 2040. Ze bekeek hoeveel ouderen op dit moment een uitneembare tandprothese hebben en deed aan de hand hiervan een prognose voor 2040. Zij concludeerde dat er steeds minder ouderen zullen zijn met een volledige gebitsprothese en meer ouderen met frames en plaatjes. Meer ouderen behouden dus deels hun eigen tanden wat zal leiden tot een hogere vraag naar mondzorg in 2040.

Bekijk een video-interview met Leonie Pereboom over haar scriptie

Leonie Pereboom, student van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), ontving voor haar winnende scriptie een award en een prijs van € 1.000.

Tweede, derde en Publieksprijs

De tweede prijs van € 500 ging naar de scriptie ‘Hoe kun je op CBCT-beelden geplande implantaatposities nauwkeuriger overbrengen naar de patiënt’ van Sanne Korsten en Guido Kielenstijn (Radboud Universiteit Nijmegen). Silvia Yuniawati en Mariam Tsagikian van ACTA wonnen met hun scriptie ‘Het effect van propolis op gingivitis en parodontitis’ de derde prijs van € 250. Zij wonnen ook de Publieksprijs, waarvoor in totaal 895 stemmen zijn uitgebracht.

5 genomineerden in de race voor de Award

In totaal dongen 5 genomineerden mee naar de Bachelorscriptie Award. Naast de prijswinnaars deden Fadi Mosa, Max Marselis en Rezi Foumani (UMC Groningen) met hun scriptie ‘Effect van sigarettenrook op de groei van orale bacteriën’ mee. Net als Rick de Vos en Thymen Naaktgeboren (Nijmegen) met hun scriptie ‘Effect van warmtebehandelingen op de sterkte van composiet’.

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Scholing, Thema A-Z
NVM-mondhygienisten-website

NVM-Mondhygiënisten lanceert nieuwe websites voor consumenten en professionals

NVM-Mondhygiënisten heeft sinds 1 oktober twee nieuwe websites: één voor consumenten en één voor mondhygiënisten. Hier kunnen consumenten en professionals alles lezen over mondgezondheid, mondverzorging en de mondhygiënist.

Website voor mondhygiënisten

Voor professionals verandert er voorlopig weinig. Het deel van de website voor mondhygiënisten en NVM-leden is namelijk nagenoeg onveranderd. Op www.nvmmondhygiënisten.nl kun je ook zonder lidmaatschap nog steeds terecht voor informatie over de beroepsvereniging en nieuws over congressen. Ook dient de website als een plek waar mondhygiënisten hun kennis kunnen verbreden via cursussen.

Leden hebben echter toegang tot extra informatie en functionaliteiten. De site geeft meerwaarde aan het lidmaatschap door middel van een overzicht van actueel ledennieuws, een agenda, forum, vacaturebank, prikbord, waarnemersbank, diverse producten en diensten.

In feite is dit dus de ‘oude’ website, maar dan zonder het deel voor consumenten. Deze website zal echter niet lang onveranderd blijven. NVM-mondhygiënisten laat in een nieuwsbericht weten dat ook de website voor leden en mondhygiënisten die geen lid zijn van de beroepsvereniging de komende tijd verbeterd zal worden.

Consumentenwebsite

De grote verandering is daarentegen te vinden op de nieuwe consumentenwebsite: www.mondhygiënisten.nl. Waar consumenten en professionals vroeger terecht konden op dezelfde website, heeft het deel voor consumenten zich sinds 1 oktober afgesplitst op dit nieuwe adres. Op deze website is praktische informatie te vinden over bijvoorbeeld mondverzorging, gezonde voeding en de tarieven van mondhygiënisten. Daarnaast kan er via dit portaal gezocht worden naar een mondhygiënist in de buurt.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Hoe kun je patiënten motiveren om hun gedrag te veranderen

Hoe kun je patiënten motiveren om hun gedrag te veranderen?

Het NVM-najaarscongres staat dit jaar in het teken van ‘positieve gezondheid’ en op welke manier je patiënten kunt motiveren om hun gedrag blijvend te veranderen. dental INFO sprak hierover met Johnny Buivenga, gedragspsycholoog en een van de sprekers op het congres.

Positieve gezondheid

Positieve gezondheid is een benadering binnen de gezondheidszorg waarbij niet de ziekte of aandoening van iemand centraal staat, maar juist wat hij of zij wel kan en wil. De nadruk ligt hierbij op veerkracht, eigen regie en een betekenisvol leven. Door een patiënt zelf de regie te laten nemen, zal deze eerder intrinsiek gemotiveerd zijn voor gedragsverandering.

Kun je iets meer vertellen over je achtergrond?

“Ik ben gedragspsycholoog. Dat is niet de traditionele psycholoog waar mensen in eerste instantie aan denken, die bijvoorbeeld mensen met depressieve klachten helpt. Ik bestudeer het gedrag van mensen in groepen. Ik houd me bezig met de vraag: waarom gedragen mensen zich zoals ze zich gedragen? En gegeven de oorzaken van hun gedrag: hoe kunnen we dat gedrag een gewenste richting op veranderen? Dit kan op allerlei vlakken: mensen meer met de trein laten reizen in plaats van de auto, mensen duurzamere etenskeuzes laten maken of meer laten recyclen. Ook op het gebied van mondzorg kun je gedrag proberen te beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld een patiënt motiveren een behandelplan na te leven of stimuleren om beter of vaker te rageren.”

Is er een andere benadering van de patiënt in de mondzorg nodig? Wat gaat er nu niet goed?

“Op dit moment wordt er (in mijn optiek) in de mondzorg te veel geleund op een traditioneel, rationeel mensbeeld: informeer, beargumenteer en belicht positieve of negatieve consequenties van het handelen en het gedrag van de patiënt volgt. Dit mensbeeld wordt (niet alleen in de mondzorg) nog te sterk aangehangen, terwijl menselijk gedrag in de meeste situaties lang niet zo rationeel tot stand komt. Menselijk gedrag komt veel vaker onbewuster of door andere, bijvoorbeeld sociale, invloeden tot stand. Wanneer de mondzorgkunde op dergelijke invloeden zal inspelen om gedrag te veranderen, verwacht ik dat dit beter aansluit op de behoefte van de patiënten, met ‘beter’ gedrag en in het verlengde daarvan, mondhygiëne, tot gevolg.”

Waarom is het zo moeilijk om een patiënt zijn of haar gedrag te laten veranderen?

“Menselijk gedrag komt veelal door onbewuste en niet rationele oorzaken tot stand. Omdat hier nog niet altijd voldoende op ingespeeld wordt, is het veranderen van gedrag vaak lastig. Om te bepalen wat de specifieke oorzaak is die het veranderen van gedrag bemoeilijkt, is het essentieel om naar het specifieke gedrag in kwestie te kijken. Een gegeneraliseerde uitspraak is lastig om te doen. Maar iets wat je vaker terugziet als factor die verandering bemoeilijkt, is ‘gewoontegedrag’. Het is lastig om slecht gewoontegedrag af te leren en het is moeilijk om van nieuw gedrag zoals rageren een routine te maken. Tijdens de lezing in het NVM-najaarscongres vertel ik over meer factoren die gedragsverandering bemoeilijken en geef ik concrete handvatten vanuit de gedragspsychologie om daarmee om te gaan.”

Wat kan een mondhygiënist doen om een patiënt te motiveren?

“In het contact met de patiënt proberen rekening te houden met of in te spelen op de meer irrationele, onbewuste oorzaken van het gedrag van de patiënt. Dit is succesvoller dan het veranderen daarvan. Je sluit op deze manier beter aan bij de behoefte van de patiënt. Dit vereist natuurlijk dat je iets van kennis hebt van psychologische concepten en gedragswetenschap. Dit is te leren in cursussen of door erover te lezen. Maar ook zonder cursussen en bijlezen is dit te doen, door:

  • te beseffen dat informatie geven vaak onvoldoende is;
  • mensen niet te vertellen wat ze ‘moeten’ doen;
  • een goede relatie met de patiënt op te bouwen;
  • in gesprek te gaan met de patiënt en te luisteren naar wat de patiënt te zeggen heeft (wat een lastige is gezien de gemiddelde behandeltijden);
  • rekening te houden met de individuele behoefte van de patiënt en de patiënt zelf te laten nadenken over mogelijke oplossingen voor hem of haar;
  • concrete afspraken te maken met de patiënt over gedrag dat vertoond dient te worden (zonder hierin autonomie in te perken).

Tijdens de lezing op het NVM-najaarscongres worden deze tips verklaard en onderbouwd en krijg je meer concrete manieren vanuit de gedragspsychologie aangereikt om patiënten te stimuleren om meer de eigen regie en verantwoordelijkheid te nemen.”

Kan een mondhygiënist dit alleen doen of zijn er hiervoor in de hele mondzorgpraktijk waarin zij werkt veranderingen nodig?

“Een mondhygiënist kan dit zeker alleen doen, omdat het belangrijkste en grootste gedeelte van het patiëntcontact in de behandelkamer plaatsvindt. Het wordt echter gemakkelijker wanneer de praktijk ondersteuning biedt door leesmateriaal, trainingen of cursussen te faciliteren. Daarnaast beklijft een andere kijk en aanpak natuurlijk beter als je daar met collega’s onderling over kan discussiëren of sparren.”

 

 Interview door Yvette in ’t Velt met Johnny Buivenga, gedragspsycholoog bij en eigenaar van De Beweegreden. Hij is een van de sprekers op het NVM-najaarscongres. Dit congres vindt plaats op 15 november 2019 in Theater Orpheus in Apeldoorn en heeft als onderwerp ‘Positieve gezondheid. Wat motiveert jouw cliënt om te veranderen?’

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Scholing, Uncategorized
richtlijnen

Peiling KIMO: richtlijn over antibiotica is het meest gewenst

Uit een onlangs gehouden peiling onder mondzorgprofessionals is gebleken dat risico’s van antibiotica in de tandartsenpraktijk onder mondzorgprofessionals het meest is gewenst als onderwerp voor de 12de klinische praktijkrichtlijn van het KIMO (Kennisinstituut Mondzorg).

Aanleiding voor de peiling was het nog onbepaalde onderwerp voor de 12de klinische praktijkrichtlijn uit het meerjarenprogramma van het KIMO. De leden van het KIMO hadden eind 2018 de wens uitgesproken om voor de bepaling van het onderwerp een peiling te houden bij de beroepsgroepen van mondzorgverleners. Ter voorbereiding hiervan heeft de Richtlijn Advies Commissie van het KIMO in nauwe samenwerking met ACTA en KNMT op basis van eerdere peilingen een voorselectie van 10 onderwerpen gemaakt.

De peiling is uitgevoerd via KBA Nijmegen door het Centraal Administratiepunt Peilstations tussen 20 juni en 15 juli 2019 via een online enquête waarvoor in totaal 1500 mondzorgprofessionals zijn benaderd. Iedere respondent kreeg de mogelijkheid één onderwerp te kiezen uit de lijst van 10 onderwerpen. Het KIMO heeft de beschikking gekregen over geanonimiseerde uitkomsten. De respons bedroeg 16,1%.

De voorbereidingscommissie van de richtlijn gaat binnenkort van start onder leiding van beoogd voorzitter van de richtlijnontwikkelcommissie Prof. dr. Fred Rozema. Het KIMO is voornemens in november een Invitational Conference te organiseren voor de inventarisatie en prioritering van de knelpunten, die de basis zullen vormen van de nieuwe richtlijn.

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Edental Open Huis

Openhuis dagen E Dental

Gastvrijheid en persoonlijke aandacht zijn ons handelsmerk Tijdens de openhuis dagen van E Dental  kunt u genieten van heerlijke hapjes, goede wijnen en uiteraard zeer scherpe aanbiedingen. Wanneer u zich van te voren aanmeldt krijgt u bovendien 5% extra korting. Ook dit jaar houden wij weer een outlet sale!

donderdag 31 oktober 17:00 tot 22:00
vrijdag 1 november 12:00 tot 20:00
zaterdag 2 november 10:00 tot 17:00

E Dental Open Huis

“Walk in” Workshops

Het principe van onze walk-in workshops is eenvoudig, ze beginnen wanneer u binnen komt lopen en worden op basis van uw vragen gevormd. Gedurende onze dagen hebben kunt u bij ons terecht voor :

  • 3D Implantaatplanning
  • Zelf kronen ontwerpen
  • Scan untill you can
  • Endo 2.0 met de Tri-Auto ZX-2

De “walk-in” workshops worden gegeven door:

  • dr. Bassam Hassan
    Vrijdag 14:00-18:00 en zaterdag van 11:00-15:00
  • Quirein Bakker
    Vrijdag 15:00-20:00 en zaterdag van 11:00-15:00
  • Yumi Moriahra
    Donderdag en vrijdag
  • Hein Vrins
    Donderdag, vrijdag , zaterdag

Leerzaam

Naast onze walk-in workshops kunt u bij onze specialisten terecht voor onder andere.

  • CBCT apparatuur
  • Verschillende behandelconcepten
  • Kleuradvies en praktijkontwerp met virtual realitiy experience van uw nieuwe praktijk
  • Nieuwste sterilisatie & desinfectie apparatuur
  • Financiering
  • Praktijkverbouwing
  • … En nog zoveel meer!

Bezoek de openhuis dagen van E Dental en laat u informeren over de digitale tandheelkunde

E Dental is als specialist op het gebied van digitale tandheelkunde als geen ander in staat om u goed te adviseren en de digitale apparatuur te integreren en te onderhouden. Gedurende onze openhuis dagen wordt ons team verstrekt door twee specialisten.

Dr. Bassam Hassan heeft zich helemaal toegelegd op digitale tandheelkunde en zal u meenemen in de voordelen van digitale implantaat planning. Door middel van een interactieve workshop zal hij u laten zien dat het ontwerpen van een boormal, waarmee implantaten optimaal kunnen worden gepositioneerd, redelijk eenvoudig is.

 

Quirein Bakker is digitaal tand technicus en tevens directeur van Dental Cam, een 100% digitaal werkend tandtechnisch lab. Hij zal u uitgebreid informeren over het zelf ontwerpen van kronen en inlays. Uiteraard kunt u zelf kennismaken met de Chairside CAD CAM software en kan hij u alles vertellen over de verschillende materialen.

Praktijk (ver)bouwen, maak kennis met E Build!

Laat u informeren door de specialisten van onze dochteronderneming, E Build. Zij zijn volledig gespecialiseerd in het ontwerpen en (ver)bouwen van complete praktijken.

Neem een plattegrond van uw praktijk mee en ontvang tijdens onze openhuis dagen gratis advies over routing en een gratis (ver)bouw ontwerp.

Over E Dental

E Dental is al bijna 20 jaar een professioneel en high-tech dental depot met meer dan 20 betrokken medewerkers. We bieden degelijke, kwalitatieve merken en een compleet dienstenpakket. We kennen onze klanten persoonlijk, reageren snel, zijn flexibel en betaalbaar. Onze dochteronderneming E Build bouwt en verbouwt praktijken en in samenwerking ontzorgen wij u van ontwerp tot oplevering.

E-dental

Kelvinring 5
2952 BG Alblasserdam
I www.e-dental.nl
T +31(0)88 6060800

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Praktijkinrichting, Producten, Scholing
VPM regiotour

VPM Regiotour met workshop: Pubers, Poetsen en Flossen

Vragen die tijdens de VPM-workshop worden besproken: hoe motiveer ik een puber om goed voor zijn gebit te zorgen, hoe bouw ik een relatie op met een puber en wat moet ik weten over het puberbrein om effectief te communiceren. Avondworkshop: 6 november – Zwolle, 21 november – Hoorn, 28 november – Nijmegen, 11 december – Breda.

Tegen een puber zeggen: “Het is belangrijk om twee keer per dag je tanden te poetsen, zal minder effectief zijn dan de boodschap: “Een mond met schone en witte tanden zoent veel lekkerder!”

Ingrid van Essen

Ingrid van Essen, Pubercoach en jeugdtherapeut, Young Identity Coaching

Aan de hand van de metafoor van de puberijsberg neemt Ingrid je mee in de wereld van pubers en leer je de do’s en don’ts van effectief communiceren met pubers over hun gebit, het belang van poetsen, energydrinks en flossen. Ingrid van Essen is gespecialiseerd in communiceren met pubers. Zij schreef hierover meerdere boeken o.a. Pubermania en Schoolmania en in november verschijnt haar nieuwe boek Communicatie zonder frustratie. Vanuit haar coachings- en trainingspraktijk begeleidt en traint zij jongeren, ouders en professionals die met jongeren werken. Daarnaast is Ingrid een veelgevraagd spreker op congressen. Ingrid is moeder van vier pubers.

Organisatie

De Vereniging Promotie Mondhygiëne (VPM) is de brancheorganisatie van fabrikanten en direct betrokkenen die gezamenlijk het belang van de mondhygiëne centraal stellen. Leden van de VPM zijn: Advanced Dental Diagnostics, Hu-Friedy, Johnson & Johnson Consumer, Mylan, Philips Oral Healthcare en TePe Mondhygiëne Producten.

Data en locaties

De VPM-Regiotour 2019 wordt op 4 avonden in Van der Valk Hotels georganiseerd.

  • Woensdag 6 november: Zwolle
  • Donderdag 21 november: Hoorn
  • Donderdag 28 november: Nijmegen
  • Woensdag 11 december: Breda

Vanaf 18.00 uur bent u welkom op deze gemakkelijk bereikbare locaties, verdeeld over Nederland.
De locaties beschikken over ruim voldoende (gratis) parkeerplaatsen.

Doelgroep

De VPM-Regiotour 2019 wordt georganiseerd voor mondhygiënisten, (preventie) assistenten en geïnteresseerden uit andere (tandheelkundige) disciplines.

Prijs en inschrijven

De kosten voor deelname aan de VPM-Regiotour bedragen € 69,50 (inclusief 21% btw; € 57,44 ex btw).
U kunt zich inschrijven voor een van de VPM-Regiotouravonden via www.promotiemondhygiene.nl.
Na inschrijving ontvangt u een bevestiging en separaat een factuur.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de VPM, Annemieke van Dam:
T 0578 – 62 09 41
E vpm@promotiemondhygiene.nl

Lees meer over: Kennis, Scholing

Studenten hebben voorkeur voor online patiëntcommunicatie

Amerikaanse studenten tandheelkunde communiceren liever met mede studenten en patiënten via hun telefoon dan face-to-face. Dit bleek uit een nieuw onderzoek dat werd gepresenteerd op de 2019 International Association for Dental Research in Vancouver, Canada.

Verschil in generaties

Steeds meer mensen maken gebruik van smartphones, computers en social media. Dat is ook te merken in de wereld van tandheelkundige communicatie. Erica Kleinbaum nam een enquête af bij studenten en faculteitsleden van de Tufts University School of Dental Medicine (Massachussets, Amerika) om te kijken of verschillende generaties een andere voorkeur hebben wat betreft communicatie medium.

Online vs. offline

De deelnemers werden gevraagd om sms/WhatsApp, email, telefoon en face-to-face communicatie te rangschikken naar waar zij het liefst gebruik van maken. Uit de 229 respondenten bleek dat tandheelkundige studenten significant liever patiënten en vrienden e-mailen of sms’en, terwijl de faculteitsleden aangaven iemand het liefst in het echt te spreken.

Reactietijd

De studenten bleken over het algemeen ook veel eerder te reageren en snellere reacties te verwachten. Waar de studenten uitgingen van een wachttijd van drie tot zes uur gaven de faculteitsleden aan een reactietijd van 24 uur te verwachten. Beide generaties gaven echter aan graag hun telefoon te gebruiken en het liefst te communiceren met mensen van rond hun eigen leeftijd.

Effectiviteit van communicatiemethoden

Op basis van de data van de studenten en faculteitsleden van Tufts University valt er te zien dat er een significante associatie is tussen de leeftijd van de respondent, met wie deze het liefst communiceert en de technologische methodes die zij hierbij graag gebruiken. Kleinbaum: ‘Toekomstige studies zouden kunnen kijken naar de effectiviteit van verschillende communicatie methodes omtrent bijvoorbeeld de antwoordratio van patiënten.’

Bron:

DrBicuspid, prestentatie van onderzoeksresultaten tijdens de 2019 International Association for Dental Research (IADR) meeting in Vancouver, British Columbia.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
parodontale-therapie

Niet-chirurgische parodontale therapie: Factoren die bepalend zijn voor het succes

Parodontitis wordt ook wel een complexe ziekte genoemd omdat er niet één enkele oorzaak voor is. We weten echter dat de klinische behandeling van parodontitis heel succesvol is als we de therapie richten op de bestrijding en het onder controle brengen van de mondbacteriën. Welke factoren zijn bepalend voor dit succes?

Omdat er voor parodontitis niet één enkele oorzaak is, is er ook geen enkele bacterie in de subgingivale biofilm primair of alleen de oorzaak van de parodontale afbraak. Wat we wel zeker weten is dat de parodontale ontsteking veroorzaakt wordt door de bacteriën, dat is experimenteel zeer overtuigend aan te tonen voor zowel gingivitis als peri-implantaire mucositis. Echter hoe nu precies de overgang optreedt van deze marginale parodontale ontsteking naar parodontitis waarbij verlies van het parodontale ligament en het alveolaire kaakbot optreedt, is tot op de dag van vandaag onduidelijk.

Desondanks weten we dat de klinische behandeling van parodontitis heel succesvol is als we de therapie richten op de bestrijding en het onder controle brengen van de mondbacteriën. Dat wil zeggen als een grondige professionele supra- en subgingivale gebitsreiniging wordt uitgevoerd in combinatie met het inzetten van een goede plaquebeheersing door de patiënt. Echter voor een geslaagde uitkomst van deze therapie gelden een paar cruciale randvoorwaarden, alle met een biologische grondslag. Als de behandelaar deze factoren onderkent en daarnaar handelt is iedereen in staat om parodontitispatiënten succesvol te behandelen. In de meeste gevallen volstaat mechanische therapie, maar soms is ondersteuning met systemische antibacteriële middelen noodzakelijk. Daarnaast kunnen lifestyle-veranderingen ingezet worden om de microbiële status in balans te brengen.

Voorwaarden parodontale therapie

  • Motivatie is voorwaardelijk voor het volgen van het paroprotocol
  • Patiënt ziet het belang in en heeft vertrouwen in de verandering
  • Patiënt is zelf verantwoordelijk en zelf oplossend
  • Patiënt kiest eigen weg vanuit intrinsieke motivatie
  • Behandelaar geeft deskundige begeleiding
  • Behandelaar werkt samen op basis van gelijkwaardigheid

Motiveren patiënt

De Baderstenstudies hebben laten zien dat het allereerst motiveren en instrueren van de patiënt heel goed werkt; zij voorkwamen namelijk daarmee de rekolonisatie van de (sterk) verdiepte pockets direct na afloop van de subgingivale scaling. Voor de parodontale genezing is het van cruciaal belang dat tijdens de herstelperiode voorkómen wordt dat het subgingivale milieu opnieuw bevolkt wordt met paropathogenen.

Uit studies is gebleken dat als er niks gedaan wordt aan het motiveren van patiënten voor het ontwikkelen van een goede plaquebeheersing, de behandeling veel minder aanslaat. In deze studies is aangetoond dat de rekolonisatie van sterk verdiepte pockets binnen 6 tot 8 weken optreedt na diep subgingivale scaling indien er gen supragingivale plaquecontrole plaatsvindt. De zogen. 6-weekse controle na afloop van de niet-chirurgische parodontale behandeling is van deze studies afgeleid. Hierbij wordt door het controleren en bijsturen van de mondhygiëne en het reinigen van het gebit geïnvesteerd in de verdere parodontale genezing.

Een ander voordeel van het vooraf motiveren en instrueren van patiënten voor een goede plaquebeheersing is dat er binnen een paar weken reductie van de marginale gingiva optreedt. Hierdoor is de curatieve therapie effectiever en efficiënter, omdat het aanwezige subgingivale tandsteen zichtbaar wordt voor de behandelaar. Afhankelijk van de mate van marginale ontsteking, de pocketdiepte en het type hulpmiddel dat geadviseerd wordt voor de interdentale reiniging, kan er een reductie van maar liefst 2 mm en zelfs meer optreden.
Daarom stelt Fokkema dan ook voor om voorafgaande aan de curatieve therapie en het starten van het paroprotocol, allereerst te beginnen met preventie! Deze suggestie is ook opgenomen in het nieuwe paroprotocol.

Paroprotocol of preventietraject

Bovenstaande betekent dan ook dat je niet met iedereen die (sterk) verdiepte pockets heeft het paroprotocol hoeft in te gaan; het is veel doeltreffender om eerst een patiënt te motiveren in het veranderen van zijn mondhygiënische (en life style) gedrag dan het gebit ofwel de pockets te reinigen. Daarnaast zou een patiënt met een incidenteel probleem ook het paroprotocol niet in moeten gaan om onnodige kosten en overbehandeling te voorkomen. In het nieuwe protocol is verder opgenomen dat bij lokale problemen geanalyseerd dient te worden of het wel een echt paroprobleem is en als dit niet het geval blijkt te zijn kan er volstaan worden met het volgen van het preventietraject middels M-codes.

Reinigen diep subgingivale worteloppervlakken

Uit de Baderstenstudies is verder gebleken dat de behandelaars gemiddeld 7 minuten per gebitselement bezig waren met het reinigen van sterk verdiepte pockets. Dit betekent zoals doorgaans gebruikelijk is binnen de parodontologie dat voor een initiële behandeling waarbij sprake is van gegeneraliseerd sterk verdiepte pockets per kwadrant, ėėn uur wordt gehanteerd. Het is met andere woorden heel belangrijk voldoende tijd te plannen voor het reinigen van diep subgingivale worteloppervlakken om een doeltreffend resultaat te kunnen bereiken.

Verschil tussen ultrasone- en handinstrumenten

Daarnaast is in de Baderstenstudies onderzocht of er een verschil is tussen ultrasone- en handinstrumenten bij de subgingivale reiniging van sterk verdiepte pockets. De parodontale verbeteringen blijken geheel vergelijkbaar te zijn en de reiniging van de diep subgingivale oppervlakken is hetzelfde. Echter omdat men in die tijd nog te hard sondeerde weten we niet zeker of de mate van pocketdieptereductie voor handinstrumenten en ultrasone apparatuur vergelijkbaar is. Namelijk of er een verschil is tussen de mate van epitheliale aanhechting tussen beide behandelmethodes. De Baderstenstudies hebben uiteindelijk enkel aangetoond dat het herstel van de bindweefselaanhechting op de bodem van de pocket hetzelfde is voor hand en ultrasone instrumenten. Het is uit andere studies wel gebleken dat na ultrasone reiniging relatief ruwere worteloppervlakten worden nagelaten maar het is nog onduidelijk of dit gunstig of juist ongunstig is voor de epitheliale aanhechting. Ultrasoon heeft echter wel meerdere voordelen zoals minder fysieke belasting, een beter werkveldoverzicht en dat het gemakkelijker hanteerbaar is.

Furcatieproblemen

Als er sprake is van furcatieproblemen dan blijkt uit onderzoek dat de parodontale therapie minder goed aanslaat en chirurgie vaak noodzakelijk is. Echter chirurgie is lang niet in al dit soort gevallen nodig. Voor enkelwortelige elementen of anatomisch gladde vlakken van meerwortelige elementen geldt dat vaak de niet-chirurgische therapie afdoende is.

Als de motivatie van de patiënt daarentegen erg hoog is hoeft chirurgie niet nodig te zijn bij furcatieproblemen.

Dr. Schelte Fokkema laat dit zien aan de hand van een casus waarbij zelfs reductie van sterk toegankelijke en doorgankelijke furcatiegradaties optrad en er een stabiele situatie werd verkregen.

Effect van een antibioticumkuur bij parodontitis?

Fokkema zet verder meerdere kanttekeningen bij studies die onderzoek doen naar het effect van een antibioticumkuur bij parodontitis. Statistische analyse van klinische data is veelal dubieus en klinisch niet relevant ofwel ontoepasbaar, omdat er in het algemeen gemiddelde pocketdieptes worden gepresenteerd. Als clinicus wil je weten of persisterende sterk verdiepte pockets baat hebben bij een aanvullende antibioticumkuur en hiervoor is het zinvoller om in studies per pocketdiepte het effect te tonen. Daarnaast wisselt de kwaliteit van de niet-chirurgische parodontale behandeling sterk, waardoor onduidelijk is of de reductie van de pocketdiepte het effect is van de antibioticumkuur of de supra- en subgingivale reiniging. Verder zijn er weinig lange termijn evaluaties gepubliceerd en zijn de patiëntengroepen vaak onvoldoende vergelijkbaar, waardoor uiteindelijk appels met peren worden vergeleken.

Echter als patiënten daadwerkelijk gemotiveerd zijn in het ontwikkelen en het handhaven van een goede plaquebeheersing en er een grondige reiniging plaats vindt van de diep subgingivale worteloppervlakken waarvoor voldoende tijd is genomen, dan heeft Metronidazol als monotherapie geen additioneel effect is gebleken uit onderzoek.

Of de combikuur, de gelijktijdige toediening van Amoxicilline en Metronidazol die beide driemaal daags worden ingenomen gedurende een week, hetzelfde effect heeft is nog onvoldoende bekend. In het algemeen zorgt de combikuur gemiddeld voor 0,5 mm meer aanhechtingswinst ten opzichte van de groep zonder de kuur. Echter voor een patiënt met multipele persisterende sterk verdiepte pockets na afloop van de parodontale therapie is een dergelijke beperkte en klinisch irrelevante reductie onvoldoende doeltreffend en wordt klinisch nog steeds geen stabiele en controleerbare situatie bereikt.
Vanwege het ontbreken van voldoende bewijs voor de oorzakelijke factoren voor persisterende verdiepte pockets na de behandeling is er geen duidelijke indicatie voor een combikuur te stellen enkel dan op basis van klinische en daarmee empirische afwegingen. Echter indien het resultaat van de therapie tegenvalt, dan dient altijd eerst de bijdrage van de mondhygiëne en die van de curatie ontsloten te worden. Helaas zijn deze twee zaken klinisch moeilijk te analyseren aangezien de aanwezigheid van supragingivale plaque een momentopname is en de subgingivale worteloppervlakken met het oog niet te inspecteren zijn.

De vraag is of alternatieve vormen van parodontale therapie de oplossing zijn, zoals

  • Laser voor het verwijderen van verkalkte en onverkalkte bacteriën
  • Fototherapie voor het doden van bacteriën
  • Airflow om onverkalkte bacteriën te verwijderen
  • 24-12 uurs behandeling om de immuunrespons te verhogen
  • Lokale antibiotica of antiseptica om bacteriën te doden of in groei te remmen
  • Probiotica om invloed uit te oefenen op de biofilmsamenstelling
  • Voeding en voedingssupplementen die invloed op het immuunsysteem en celfuncties hebben.

Tot op heden blijkt er geen enkele therapie superieur te zijn boven een goede plaquebeheersing en een professionele scaling om de supra- en subgingivale biofilm te beheersen en daarmee parodontale genezing te bewerkstelligen. Daarom is het inzetten op gedragsverandering en een gezonde lifestyle de enige oplossing, omdat hiermee de minste kans op rekolonisatie aanwezig is en daarmee de terugkeer van parodontale ontsteking.

Omdat het voorkomen van rekolonisatie van mondbacteriën van essentieel belang is, is het slagen van de parodontale behandeling een kwestie van teamwork, waarbij ieder lid van het tandheelkundige team, van balieassistent, preventieassistent tot mondhygiënist en tandarts, een taak heeft en waarvoor één en dezelfde visie noodzakelijk is om succesvolle uitkomsten van de therapie te verkrijgen.

Conclusie: “supragingivale reiniging door de patiënt zelf is de belangrijkste factor voor een succesvol resultaat.”

Dr. Schelte Fokkema is tandarts-parodontoloog, maar ook mondhygiënist en is in 2002 gepromoveerd op het gebied van de immunopathogenese van parodontitis. Al ruim 20 jaar voert hij een verwijspraktijk voor parodontologie in Den Bosch en coacht hij mondzorgprofessionals op het gebied van de klinische parodontologie. Hij heeft een scholingsreeks van acht dagcursussen ontwikkeld die vallen onder NVM-educatie mondhygiënisten. Schelte heeft jarenlang gedoceerd bij de opleidingen Mondzorgkunde en is verantwoordelijk voor de in 2014 geaccrediteerde post-HBO opleiding ‘Leergang Parodontologie’. Hij is auteur van diverse wetenschappelijke publicaties in de (inter)nationale literatuur, heeft beleidsnota’s opgesteld en heeft regelmatig zitting (gehad) in commissies, adviescolleges en besturen.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van dr. Schelte Fokkema tijdens het congres Paro2019 van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
ISDH-congres 2019 - over grenzen heen kijken vergroot je visie

ISDH-congres 2019: over grenzen heen kijken vergroot je visie

Het International Symposium on Dental Hygiene (ISDH) werd dit jaar in Brisbane (Australië) gehouden. Aan dit internationale congres voor mondhygiënisten namen 1200 vakgenoten uit 35 landen deel. Drie Nederlandse deelnemers vertellen over hun ervaringen.

International Symposium on Dental Hygiene

Het ISDH werd tot nu toe elke drie jaar op een andere plaats in de wereld gehouden. Vanaf 2022 is dat elke twee jaar. Tijdens het congres zijn er lezingen en posterpresentaties over allerhande onderwerpen op het gebied van mondhygiëne. Dit jaar in Brisbane waren de Nederlandse mondhygiënisten Esther Reyerse, Dagmar Else Slot en Yvonne Buunk-Werkhoven erbij. Ze beantwoordden vragen over het congres en hun visie op het vak van mondhygiënist.

Wanneer zijn jullie afgestudeerd als mondhygiënist, en wat was jullie reden of motivatie om naar het ISDH in Brisbane te gaan?

Esther Reyerse:
“In 1989 ben ik afgestudeerd als mondhygiënist (Utrecht). Direct na mijn opleiding heb ik één jaar in Zwitserland gewerkt in twee verschillende algemene praktijken (stad/platteland) en tevens schoolkinderen voorlichting gegeven en behandeld (gebitsreiniging en sealants aanbrengen). Na dat jaar ben ik teruggekeerd naar Nederland en heb ik bij de ParoPraktijk Utrecht gewerkt én als klinisch onderzoeker bij het ACTA (afdeling Parodontologie/industrial division) gewerkt. Eind 1995 besloot ik om een soort sabbatical jaar te nemen en ben ik als duikinstructeur op Curaçao en later ook als onderwatervideograaf op Bonaire gaan werken. Mijn sabbatical jaar duurde uiteindelijk 3,5 jaar.
Sinds 1999 werk ik als mondhygiënist in een algemene praktijk op Curaçao.
In samenwerking met de Universiteit van Curaçao hebben Yvonne Buunk-Werkhoven, Kirsten Kortleve en ik (kwantitatief en kwalitatief) onderzoek gedaan naar “Oral Health Determinants” onder tieners op Curaçao. Naar aanleiding van dat onderzoek hebben wij een abstract geschreven (dat geaccepteerd werd) en een poster plus “oral rapid fire”-presentatie ingediend voor het ISDH 2019. De presentatie van onze poster is mede ondersteund door het ministerie van Gezondheid Milieu en Natuur van Curaçao. Wij hopen nu voor deze doelgroep een gerichte mondzorginterventie op te zetten.”

Dagmar Else Slot:

“In 1997 ben ik afgestudeerd als mondhygiënist in Utrecht van het driejarig programma. Later in 2006 heb ik ook de bachelor mondzorgkunde gehaald. Daarnaast heb ik nog een pedagogische en een didactische opleiding gedaan, een master Evidence Based Practice en ben ik gepromoveerd. Nu ben ik bezig met een MBA gericht op healthcare. Ik ben werkzaam op ACTA bij de secties parodontologie, oral radiologie en kindertandheelkunde.
Ik ben uitgenodigd door de organisatie van de ISDH om samen met drie andere mondhygiënisten (Ron Kevel een Nederlander in Australie, Mel Hayes een Australische en Mario Rui Araujo) de openingskeynote vorm te geven. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van het congresthema LEAD: leaderschip, empowerment, advances and diversity. Dit hebben we opgehangen aan de quote van filosoof Rumi: Be a lamp, or a lifeboat, or a ladder.
Daarnaast heb ik ook nog een lezing gegeven met de associate editors van het International Journal of Dental Hygiene. Dit ging vooral over hoe je wetenschappelijke literatuur kunt lezen en welke conclusies je kan trekken. Dit onder het mom van ‘fake news’.”

Yvonne Buunk-Werkhoven:

“Met ruim 20 jaar ervaring als praktizerend mondhygiënist in de algemene praktijk, in de parodontologie, binnen de THK/MZK onderwijs- en stafteampraktijk in Groningen en in de forensische psychiatrie, promoveerde ik in 2010 als sociaal psycholoog en mondhygiënist. Zo’n 15 jaar focus ik me binnen mijn onderzoeken op Determinanten en promotie van mondzorggedrag in diverse contexten. Ik heb een index ontwikkeld, waarmee mondhygiënegedrag kan worden vastgesteld en geëvalueerd. Deze index wordt toegepast binnen de theorie van gepland gedrag, in relatie tot het gedragsverandering-fasenmodel en andere psychologische gedragstheorieën en modellen in onderzoeksprojecten. Momenteel ben ik als zelfstandig gedragswetenschapper (onderzoeker/adviseur) op internationaal en nationaal niveau betrokken bij promotie- en preventiemaatregelen, gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering.

Als voormalig bestuurslid van NVM-mondhygiënisten (portefeuille Onderwijs, Scholing & Wetenschap) was ik zes jaar als ‘House of Delegates member’ betrokken bij de IFDH. Tijdens het ISDH 2019 heb ik een poster en rapid fire-presentatie gegeven over het Gouden Boekje Wiwi Wit, het leven van een kindertand, dat op initiatief en onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van Dagmar en mij in 2017 gepubliceerd is.”

Hoe kijken jullie terug op het internationale symposium? Wat waren jullie verwachtingen toen jullie er heen gingen en zijn die uitgekomen?

Esther Reyerse:
“Het symposium was goed georganiseerd. Ik vond de openingsceremonie met Aboriginalzang, muziek en dans indrukwekkend. De openingspresentatie door de vier keynote-speakers Dagmar Else Slot, Ron Knevel, Mario Rui Araujo en Melanie Hayes amuseerde en was inspirerend. Er was een grote verscheidenheid aan sprekers op het symposium en ook op de expositie waren verschillende fabrikanten vertegenwoordigd.
Er zijn bijna 100 posters en abstracts ingediend. Mijns inziens hadden ze deze beter op onderwerp kunnen indelen. De locatie van de ‘oral poster presentations’ was iets te rumoerig of had op een andere manier georganiseerd moeten worden. Als extra aanmoediging was een ‘posterprijs’ misschien een leuk initiatief geweest. Met veel plezier kijk ik terug op het gehele symposium, als ook de periode voor en na het symposium. Ik vond het vooral bijzonder om het samen met Yvonne en Dagmar ‘upclose and personal’ te beleven.”

Dagmar Else Slot:

“Het ISDH-congres is het internationale congres voor en door mondhygiënisten. Het is bijzonder om eens in de drie jaar bij elkaar te komen met collega’s die overal op de wereld werken. Naast de inhoudelijke lezingen zijn de vele ontmoetingen en kleine gesprekjes het leukste. Ik geniet er enorm van om te horen waar iemand anders vandaan komt en hoe deze het vak mondhygiënist vormgeeft. Het is bijzonder om te horen wat individuele drijfveren zijn, barrières en welke creatieve oplossingen er zijn gevonden.”

Yvonne Buunk-Werkhoven:

“Naast het feit dat Esther en ik als vriendinnen en jaargenoten gezamenlijk mondonderzoek onder de jeugd hebben uitgevoerd en Esther deze mocht presenteren met ondersteuning van het Ministerie van Gezondheid Milieu en Natuur van Curaçao, was het ISDH voor mij persoonlijk vooral een warm weerzien met vele HoD-members en collega-mondhygiënisten. Het ISDH-bezoek heeft me een totale update gegeven van de stand van mondzorgzaken en het niveau vanuit mondhygiënistenperspectief wereldwijd.”

Hoe zien jullie de rol van de mondhygiënist in internationale context? Ook in relatie tot de huidige ontwikkelingen in Nederland (het experiment van de taakherschikking)?

Esther Reyerse:

“Internationaal zie je verschillen hoe invulling aan het beroep mondhygiënist wordt gegeven. Het lijkt soms zo dat in landen waar de middelen beperkt zijn, men wel creatiever is in het vinden van oplossingen voor ‘problemen’ en men beter samenwerkt. In Australië heb je de ‘Dental Therapist, Dental Hygienist and Oral Health Therapist’, ieder met eigen bevoegdheden. Dat lijkt mij vooral erg verwarrend voor de patiënt.
De World Health Organisation zegt: “Despite great achievements in oral health of populations globally, problems still remain in many communities all over the world”. ‘Public health’ en ‘Social responsibility’ zijn denk ik internationaal gezien verbindende werkvelden en werkgebieden.
Zelf vind ik dat de mondhygiënist zich vooral bezig zou moeten houden met voorlichting (aan individuele patiënten, maar ook aan een groter publiek of groepen), verschillende aspecten van preventie en behandeling van parodontitis.
De tandarts waar ik mee samenwerk vindt het prima als ik eenvoudige curatieve taken zou overnemen, maar in de praktijk komt het erop neer dat ik als mondhygiënist het te druk heb met bovengenoemde taken. Het is fijn hoe hij ons werk als mondhygiënist waardeert en ondersteunt waardoor ik mijzelf beroepsmatig en persoonlijk verder kan ontwikkelen.”

Dagmar Else Slot:

“Nederland heeft als positionering van de mondhygiënist een zeer vooruitstrevende rol. Dat is mooi, de keerzijde is echter dat wij als beroepsgroep met elkaar wel de verantwoordelijkheid hebben het ook goed te doen. Alleen op die manier kun je deze rol succesvol vormgeven, ik vind dat we ons dat niet altijd voldoende bewust zijn. Enige vorm van zelfreflectie kan helpen om de samenwerking binnen de mondzorg op alle niveaus vorm te geven. Het overschreeuwen van jezelf als beroepsgroep is voor niemand goed, niet voor de individuele mondzorgverlener, noch voor de context op landelijk of internationaal niveau.”

Yvonne Buunk-Werkhoven:

“Thema’s waarmee alle (mond)zorgprofessionals, en dus ook de mondhygiënist, hedendaags en in de toekomst te dealen heeft, zijn: bewustwording en het belang van mondgezondheid en mondzorggedrag als onderdeel van de algemene gezondheid, de patiënt centraal, shared decision, gedrag en gedragsverandering, evidence based practice, practise based evidence, public health, sociaal-maatschappelijke en culturele context. Ook interprofessional education and collaborative practice zijn nog steeds hot topics. Ik ben van mening dat er meer naar de zorgsituatie en de inhoudelijke kanten van de (mond)gezondheidszorg en leefstijlfactoren gekeken moet worden, dan naar de posities van wie doet wat. Pas dan kan er optimale onderlinge afstemming worden bewerkstelligd. Ik maak me (internationaal beschouwend) zorgen over het ingezette model in Nederland.”

In 2022 is het ISDH in Dublin; hebben jullie suggesties om collega-mondhygiënisten te stimuleren en motiveren om over grenzen te kijken?

 Esther Reyerse:

“Ik zou iedereen willen aanmoedigen om deel te nemen aan ISDH 2022 in Dublin. (Het is om de hoek van Nederland.) Gediplomeerde mondhygiënisten, maar vooral ook docenten én studenten (de Hogeschool Arnhem-Nijmegen was goed vertegenwoordigd in Brisbane!). Om nieuwe ideeën en inspiratie op te doen, ervaringen uit te wisselen óf misschien wel je (afstudeer)onderzoek in de vorm van een posterbijdrage te presenteren. Wie weet ontmoeten we elkaar daar!?”

Dagmar Else Slot:

“Het bezoeken van congressen en het doen van cursussen vind ik altijd inspirerend. De internationale context geeft daar echt nog een surplus op. Het is nu nog drie jaar, zet het in de agenda, bespreek hoe het financieel haalbaar is. De verrijking is deze planning meer dan waard!”

Yvonne Buunk-Werkhoven:

“Ik ben selectief in het bezoeken van internationale congressen; pas als ik aansluiting vind in de doelgroep en het onderwerp gerelateerd aan mijn activiteiten overweeg ik te participeren. Over grenzen –durven- kijken vergroot daadwerkelijk je visie en daarbij ontmoet je saillante andere professionals en wetenschappers, die je helpen je horizon te verbreden. Voor ISDH 2022 in Dublin zou ik zeggen: Ga, ervaar en geniet!“

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Opinie