harscementen kunnen de kleur van keramiek veranderen

Studie: harscementen kunnen de kleur van keramiek veranderen

Combinatie van factoren
Tandartsen kiezen normaal gesproken een keramiekkleur gebaseerd op de kleur van aangrenzende tanden. De uiteindelijke kleur van de restauratie is echter afhankelijk van een combinatie van onderliggende tandstructuren en harscement lagen, aldus onderzoekers uit Brazilië. Dit team ontdekte dat een donkerdere onderliggende harscement laag leidde tot meerdere opmerkelijke veranderingen in de keramiek doorschijnendheid, chroma en de tint van de veneer.

Volgens Daiana Kelly Lopes Hernandes, hoofdauteur van de studie, is naast tint, waarde en chroma de totale doorlaatbaarheid van keramische restauraties een belangrijke factor voor het uiteindelijke, esthetische resultaat. Dit moet dan ook zorgvuldig worden overwogen tijdens de materiaalkeuze. (J Appl Oral Sci, July-August 2016, Vol. 24:4, pp. 391-396).

Variatie
Volgens de auteurs besteden tandartsen zorgvuldige aandacht aan het kiezen van keramische materialen aangezien het eindresultaat afhankelijk is van het porselein dat dit materiaal bevat. Verschillende merken variëren wat betreft dikte, kleur, doorschijnendheid, opalescentie, fluorescentie, oppervlaktestructuur en vorm.

“Aangezien de hoog-doorschijnende keramiek meer doorschijnt dan lage-doorschijnende keramiek kan het gebruik van harscement de uiteindelijke keramieke doorschijnendheid, chroma en tint veranderen.” – Daiana Kelly Lopes Hernandes, DDS, en collega’s.

Verschillende tinten
De invloed van de hars cementlaag op het uiteindelijke esthetische resultaat heeft geleid tot de ontwikkeling van hars bevestigingscement in verschillende tinten, waardoor clinici de juiste kleur cement kunnen selecteren voor laminaat veneers om de uiteindelijke kleur overeenkomsten te verbeteren.

Significant onderscheid
In hun analyses vonden de onderzoekers een statistisch significant onderscheid in kleurverandering, doorschijnendheid en chroma voor keramische doorschijnendheid en cement tint. Ze kwamen erachter dat de kleurverandering van hoog-doorschijnende keramiek (HT) significant hoger was dan van lage-doorschijnende keramiek, ongeacht de harscement tint.

Hogere doorschijnendheid
Ongeacht de aanwezigheid van cement, de hoog-doorschijnende keramieken vertoonden altijd hogere doorschijnendheid dan lage-doorschijnende keramieken. Ook ligt de doorschijnendheid van hoog-doorschijnende keramieken het dichtst bij menselijk glazuur, volgens de auteurs.

Harscementen en doorschijnendheid
De lithiumdisilicaat glas keramieken die werden geëvalueerd in dit onderzoek zijn meer doorschijnend dan andere keramische types zoals polykristallijne en glas geïnfiltreerde samenstellingen volgens de onderzoekers. Daarom zullen de gevolgen van het onderliggende harscement op de restauratie-tint minder uitgesproken zijn bij andere keramische materialen.

“Aangezien hoge-doorschijnende keramieken meer doorzichtig zijn dan lage-doorschijnende keramieken, kan het gebruik van harscementen de uiteindelijke doorschijnendheid, chroma en tint veranderen”, concludeerden de auteurs. “Daarom is het belangrijk dat clinici de doorschijnendheid van keramische laminaten kunnen voorspellen wanneer het harscement eronder is geplaatst, in plaats van enkel te vertrouwen op de originele doorschijnendheid van deze producten.”

Bron: Scielo.br

 

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
cola, snoep

Meerdere gezondheids- en tandheelkunde instellingen accepteren sponsorgeld van Coca-Cola & PepsiCo

Bijna 100 Amerikaanse organisaties hebben tussen 2011 en 2015 sponsorgeld aangenomen van Coca-Cola en PepsiCo, waaronder de National Dental Association. Dit blijkt uit onderzoek gepubliceerd in de American Journal of Preventive Medicine.

Frisdrankconsumptie
Amerika heeft een van de hoogste frisdrank consumptie ter wereld, ongeveer de helft van de Amerikaanse bevolking drinkt dagelijks minimaal een suikerhoudende frisdrank. In Nederland wordt er per persoon zon 61 liter suikerhoudende frisdrank geconsumeerd en is frisdrank, na koffie, de meest gedronken drank. Een hoge frisdrankconsumptie kan een oorzaak zijn voor veel tandproblemen en andere ziektes.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in Amerika door Daniel Aaron en dr. Michael Siegel. Daniel is student aan de Boston University School of Medicine en dr. Siegel is hoogleraar aan de Boston University School of Public Health. Nadat zij opmerkten dat er door grote frisdrankfabrikanten geld wordt gedoneerd aan gezondheidsinstellingen hebben ze het onderzoek gestart om erachter te komen hoe groot deze bijdrage precies is. Door middel van zoekmachines en wetenschappelijke databases verzamelde ze alle Amerikaanse organisaties die elk soort financiële bijdrage van Coca-Cola en PepsiCo aan hadden genomen tussen 2011 en 2015. De resultaten waren schokkend, 97% van de organisaties die het sponsorgeld aannemen staat ook voor verbetering van de volksgezondheid.

The National Dental Association
Onder de 96 organisaties vielen vijf overheidsorganisaties en een belangrijke tandheelkunde organisatie, the Nation Dental Association (NDA). Volgens de gegevens uit het onderzoek had de NDA ruim 215.000 dollar aangenomen van Coca-Cola. Van de 215.000 dollar is 200.000 gegaan naar het NDA’s Health Now program, met als doel het opzetten en verbeteren van mobiele klinieken in onderontwikkelde gemeenschappen. Daarnaast is er 10.000 dollar gestoken in de Centennial Anniversary Convention in 2013 en 5.000 dollar in het Women’s Health Symposium in 2011. The NDA was helaas niet de enige grote gezondheidsorganisatie die het sponsorgeld gebruikte voor programma’s ter verbetering van de gezondheid. Uit het onderzoek bleek dat the Foundation for the National Institutes of Health 1.75 miljoen dollar heeft aangenomen van Coca-Cola voor dezelfde doeleinden.

De onderzoekers twijfelen aan de oprechte inzet van deze organisaties voor de volksgezondheid, door het aannemen van het sponsorgeld dragen ze alleen maar bij aan de groei van de frisdrankproductie. Het is volgens hen zeer belangrijk dat organisaties hier hun verantwoordelijkheid in nemen.

Bronnen
American Journal of Preventive Medicine
FWS

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Opmerkelijk
Wortelkanaal

Wortelfracturen van begin tot eind

Wortelfracturen in het apicale en middelste deel van de wortel genezen meestal goed en snel. Maar hoe kunnen we die genezing beïnvloeden en hoe moeten we handelen als genezing uitblijft? Röntgendiagnostiek, behandeling en prognose bij wortelfracturen.

Röntgendiagnostiek
Voor het maken van een goede röntgenfoto is het advies van Michiel de Cleen het gebruiken van instelapperatuur. Tandheelkundige boeken adviseren nog om een röntgenfoto te maken, vanuit de diagnostiek bekeken. Maar of dit veel toegevoegde waarde heeft, dat is de vraag.

In een artikel van Bornstein et al. (2009) worden 44 tanden met een horizontale wortelfractuur onderzocht. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt in de locatie van de wortelfractuur met standaard röntgendiagnostiek, namelijk het apicale (25%), middelste (63,6%) en cervicale (11,4%) gedeelte van de wortel. Na vergelijking met conebeam-CT blijkt er toch vaak een ander beeld van de fractuurlijn te zijn, namelijk ingewikkelder dan in eerste instantie met een standaard röntgenfoto wordt ingeschat. Vaak loopt de fractuurlijn van apicaal-buccaal naar incisaal-palatinaal. Daaruit kan geconcludeerd worden dat een conebeam-CT van toegevoegde waarde is bij de diagnostiek van een wortelfractuur. In eerste instantie is de fractuurlijn niet of nauwelijks zichtbaar, na een week is deze wel zichtbaar.

Behandeling: spalken of niet?
Stap 1: Indien nodig element op de plek terugduwen. 

Stap 2:

Geen mobiliteit                                                         : dan is spalken niet geïndiceerd.

Mobiliteit                                                                   : 4 weken spalken

Mobiliteit plus breuk processus alveolaris         : 8 weken spalken

De voorkeur van Michiel de Cleen voor het type spalk gaat uit naar de spalk van Medartis (TTS Titanium Trauma Splint).

Overleving pulpa na wortelfractuur
Verkleuring na de wortelfractuur duidt op een bloeduitstorting. Afwachtend beleid is nodig: mogelijk trekt de verkleuring weer weg en blijft de pulpa vitaal.

Manieren van genezing van een wortelfractuur:

  • 33% – Callusvorming in pulpakanaal.
  • 44% – Ingroei van bindweefsel in breukdelen en soms ook botvorming in spleet.
  • 23% – Granulatieweefsel / geen genezing. Wanneer coronale deel gaat ontsteken dan zie je aan weerszijden van spleet een radiolucentie op de solo-opname. Het uitvoeren van een endodontische behandeling tot de breuk is dan geïndiceerd.

Tunneling resorption is interne resorptie, niet op basis van ontsteking maar door genezing. De pulpa reageert in dit geval sensibel en er is geen endodontische behandeling geïndiceerd.

Let op: Dit is anders dan bij andere tandletsels waar geldt: ‘’Interne resoptie met vitale pulpa: zo snel mogelijk pulpa eruit halen, dan stopt proces’’. Daar is namelijk sprake van een bacteriële infectie.

Genezing wordt beïnvloed door:

  • Stadium wortelvorming: onvolgroeide elementen hebben een betere prognose (+)
  • Dislocatie coronale breukdeel: geen verplaatsing is een betere prognose (+)
  • Sensibiliteit pulpa: positieve reactie is een betere prognose (++)
  • Repositie coronale breukdeel: goede repositie is een betere prognose (++)
  • Type spalk: flexibel > star

Genezing wordt niet beïnvloed door:

  • Locatie fractuur
  • Type element
  • Tijdstip van behandeling
  • Duur spalking

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat bij 75% van wortelfracturen de pulpa vitaal blijft.

Een horizontale wortelfractuur is een luxatie van het coronale breukdeel. Het coronale breukdeel gedraagt zich als een onvolgroeid element. Verkleuring van de tandkroon na een wortelfractuur is meestal tijdelijk. Een conebeam-CT is behulpzaam bij diagnostiek en behandeling.

Lees ook: Richtlijn tandletsel

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert nu 20 jaar een full-time endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij cursusdocent op het gebied van de endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Kwaliteit in mondzorg: Wat is dit precies?

Kwaliteit in mondzorg: Wat is dit precies?

Het begrip kwaliteit wordt heel veel gebruikt binnen praktijken. Echter, het is een zeer algemeen begrip en bij gebruik ervan wordt lang niet altijd hetzelfde bedoeld. Wat is nu precies kwaliteit? En op welke kwaliteitsaspecten zou een praktijk zich moeten focussen?

Definitie van kwaliteit
Kwaliteit is een relatief begrip omdat het gerelateerd is aan het oordeel van de gebruiker. De gebruiker beoordeelt het product of de dienst en spreekt zijn mening hierover uit, bijvoorbeeld in termen als goede of slechte kwaliteit. De mening wordt bepaald door de mate waarin de eigenschappen van het product of de dienst voldoen aan de behoeften van de gebruiker of aan de geschiktheid voor een bepaald gebruik.

Kwaliteitszorg is de georganiseerde zorgvuldigheid van werken. Op de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) wordt de volgende definitie gebruikt voor ‘kwaliteitszorg’: Alle systematische en geplande activiteiten die gericht zijn op continue beheersing, bewaking en verbetering van de kwaliteit van zorg.

Kwaliteit vanuit drie invalshoeken
Concreet komt hieruit naar voren, dat kwaliteit een relatief en tevens complex begrip is. En blijft het nogal vaag om hieruit de kwaliteit van de geleverde tandheelkundige zorg in een praktijk te bepalen. Daarvoor is het gemakkelijker om de kwaliteit van zorgverlening integraal te benaderen.

Goede tandheelkundige zorg is niet alleen vakinhoudelijk goede zorg, maar staat of valt met een soepel lopende organisatie van de zorg en een prettige omgang met de cliënt. Kortom, een integrale benadering gericht op alle drie de facetten van de beroepsuitoefening:

  1. Vakinhoudelijk
    Dit richt zich op de vakinhoudelijke kennis en kunde van de tandarts. Een facet dat niet tot nauwelijks door patiënten kan worden beoordeeld. Dit kan vooral door collega tandartsen worden beoordeeld. Sterke instrumenten hiervoor zijn de intercollegiale visitatie en het intercollegiaal overleg. 
  1. Organisatorisch
    In een goed lopende praktijk zijn de processen op elkaar afgestemd en zijn taken en verantwoordelijkheden binnen het team helder. Dit resulteert zoal in een efficiënte praktijkorganisatie en een hygiënische werkwijze. Met name de zorgverleners en deels ook de patiënten kunnen een oordeel vellen over de organisatorische kwaliteit.
  2. Communicatie met de patiënt
    Vooral de manier van communiceren met de patiënt is van invloed op zijn ervaring en beleving. Dit geldt voor verbale communicatie als ook voor alle andere vormen van communicatie, zoals uitstraling van de praktijk en houding van zorgverleners. Deze ervaring en beleving zijn heel subjectief, maar wel zeer bepalend.

Mate van kwaliteit
De mate van kwaliteit van een praktijk dient dus integraal te worden benaderd. Anders gezegd, een praktijk die zich alleen richt op één van de drie genoemde facetten zal nooit goede kwaliteit leveren.

Vanuit deze integrale benadering kan tevens worden geconcludeerd dat het oordeel over de kwaliteit van zorg afhankelijk is van het perspectief van waaruit wordt gekeken. Verschillende betrokkenen hebben dus elk hun eigen oordeel over de kwaliteit gebaseerd op hun eigen belang. Vanuit het perspectief van de patiënt gaat het veel meer om zaken als betrokkenheid, aandacht en informatievoorziening. Vanuit het perspectief van de tandarts is de effectiviteit van zorg veel belangrijker, terwijl vanuit de praktijk en het team de nadruk ligt op zaken als samenwerking, efficiëntie en interne veiligheid.

Conclusies en tips
In de huidige tijd komt er steeds meer nadruk en aandacht te liggen op de kwaliteit van zorgverlening. Dit artikel is bedoeld om inzicht te verschaffen in hoe de kwaliteit van tandheelkundige zorg is opgebouwd. Vanuit dit inzicht en de ervaringen binnen praktijken trekt de auteur de volgende conclusies:

  1. Een praktijk dient kwaliteit integraal te benaderen
    Om kwaliteit te leveren als praktijk en zodoende ook concurrerend te zijn, zal de aandacht zich moeten richten op alle drie de genoemde facetten: vakinhoudelijk, organisatorisch en communicatie met de patiënt. Daarvoor is het advies om elk facet op te nemen in de visie en doelstellingen van de praktijk. Een praktijk die zich alleen richt op één van deze facetten zal (integraal) dus nooit goede kwaliteit leveren, wat de praktijk vroeg of laat gaat tegenwerken.
  2. Voer kwaliteitsmetingen uit
    Het oordeel over de mate van kwaliteit is subjectief en wordt bepaald door de betrokkene. Als praktijkhouder kun je de kwaliteit niet zelf beoordelen als je niet zelf de betrokkene bent. Zo zal de kwaliteit vanuit patiënten perspectief alleen door patiënten kunnen worden beoordeeld en de kwaliteit vanuit organisatorisch perspectief door de medewerkers. Dit geeft direct het belang aan van het uitvoeren van patiënten enquêtes en ook medewerkerstevredenheid onderzoeken.
  3. Geef continu aandacht aan kwaliteit
    Kwaliteit is nooit een gegeven, maar een continuüm. In de definitie van kwaliteitszorg staat niet voor niets het systematisch plannen van activiteiten gericht op continue beheersing, bewaking en verbetering. Daarom het advies om kwaliteit continu aandacht te geven door dit op te nemen in de praktijkdoelstellingen (zie conclusie 1) en met vaste frequentie audits, visitaties, patiënten enquêtes en medewerkerstevredenheid onderzoeken uit te voeren (zie conclusie 2).

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nlSjoerd heeft het Praktijk Management Model ontwikkeld, waarin alle onderwerpen zijn opgenomen voor een succesvolle praktijk. Met de Praktijk Management Scan beoordeelt hij praktijken in hoeverre de juiste voorwaarden aanwezig zijn. 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Prognosetool Digital Dentist nu online in App Store

Prognosetool Digital Dentist nu online in App Store

De prognosetool Digital Dentist is nu beschikbaar voor de iPad in de App Store. Met deze tool kan de toestand van een gebitselelement op allerlei factoren worden beoordeeld en kan een prognose worden gemaakt.

Tijdens het NVvE congres vertelde Luk Daneels, voorzitter van de Flemish Society for Endontology (FSfE), over de prognosetool. De tool is ontwikkeld door de FSfE in samenwerking met de NVvE (Nederlandse Vereniging voor Endodontologie) en de NVVRT (Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde).

Inzicht voor de patiënt
Met de prognosetool kan de toestand van de tand worden geobjectiveerd door die te toetsen aan de bestaande indices uit verschillende specialismen (DPSI, DETI, IOTN, Miller-McEntire). In de app zijn gouden standaarden en gezond verstand geïmplementeerd waarbij getoetst wordt aan de hand van tekeningen. Zo kan de patiënt inzicht worden gegeven en kan de patiënt meteen het probleem zien. Ook worden er voorwaarden en adviezen aan de prognose toegevoegd om de patiënt te informeren over het behandeltraject. “Een goede communicatie met de patiënt leidt tot een betere beslissingen en gelukkige tandartsen en patiënten”, zegt Luk Daneels.

Beschikbaar voor iPad
De tool is enkel beschikbaar voor iPad. Zowel iPad mini, een normale, als een iPad pro. Dus niet voor iPhone of toestellen die met Android of Windows bestuurd worden. Hierdoor is de app niet zichtbaar in de Appstore als u zoekt met een iPhone.

De tool is zowel in het Nederlands, Frans als Engels. De taal-instelling van de iPad bepaalt welke taal gebruikt wordt. Alle tekeningen kunnen schermgroot gemaakt worden door het icoontje links boven de tekening aan te raken.

Vanaf 3 november zal de prijs 29.99 euro bedragen. Dit bedrag is gekozen om de kosten te dekken volgens de FSfE, niet om winst te maken. De app is tot 2 november gratis voor NVvE leden.

 

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Motiveren kan je leren: Hoe ga je het gesprek over tabaksverslaving aan?

Motiveren kan je leren: Hoe ga je het gesprek over tabaksverslaving aan?

Hoe kunt u als tandarts een gesprek met de patiënt aangaan zodat de patiënt overweegt om te stoppen met roken?

Veel patiënten vinden het normaal dat de tandarts, mondhygiënist of assistent over roken praat: door de mond te openen, geeft de patiënt zijn of haar mondzorgverlener direct zicht op een van de gevolgen van tabaksverslaving. Een mondzorgverlener kan aan preventie doen door een rokende patiënt te wijzen op mondgezondheidsproblemen die door roken kunnen ontstaan, zoals mond- en keelkanker en parodontitis. Motiverende gesprekstechniek kan u helpen om op een productieve en prettige manier het gesprek in goede banen te leiden waardoor de kans op succes groter wordt dan na het geven van ongevraagd advies.

Verslag van de lezing van dr. Pauline Dekker en dr. Wanda de Kanter tijdens het Ivoren Kruis congres ‘Succesvolle communicatie met uw patiënt’.

Wordt actief in tabaksbestrijding
Longartsen Pauline Dekkers en Wanda de Kanter zien heel veel patiënten die ziek zijn geworden door roken. Ziekten zoals longkanker, COPD (een chronische longziekte), emfyseem en klaplongen. Volgens de artsen doet minister Schippers van Volksgezondheid weinig aan tabaksbestrijding, terwijl er jaarlijks meer dan 20.000 Nederlanders sterven aan de gevolgen van het roken. In Nederland zijn er in totaal 4 miljoen rokers waarvan 1 miljoen rokers sterven voordat de pensioensleeftijd wordt bereikt. De artsen vragen dan ook aan de mensen werkzaam in de mondzorg om ervoor te zorgen “..dat de rokers geen patiënt bij ons worden.”

Gevolgen van roken
Roken kan resulteren in mondziektes zoals stomatitis, gingivitis, parodontitis, leukoplakie, plaveiselcelcarcinoom en haartong. Rokers hebben ook vaker een gebitsprothese dan niet-rokers. Implantaten mislukken ook vaker door minder stevig bot.

Het roken heeft gevolgen voor vrijwel het hele lichaam. Zo kunnen ziektes ontstaan zoals chronische oorinfecties, aneurysma en blaaskanker. Zelfs je eicel voorraad wordt gehalveerd waardoor je vruchtbaarheid is gehalveerd. Tevens komen angsten en depressies vaker voor onder rokers. Stoppen met roken zou zelfs evenveel of meer effect kunnen hebben als antidepressiva. Roken kent naast lichamelijke effecten ook een negatief economisch effect; rokers melden zich bijvoorbeeld 1,5 keer zo vaak ziek dan niet-rokers en nemen gemiddeld 3 weken aan rookpauzes op in een jaar.

Oorzaak roken
Waarom rookt iemand? De Kanter legt uit: “Het is een ernstige verslaving en heeft niet zoveel te maken met vrije keus. De meesten zijn al voor  hun zestiende verslaafd. Het is net zo verslavend als sommige drugs maar het is ook nog eens overal te verkrijgen voor een laag prijsje.” Dekker voegt er cynisch aan toe:

“Het is net een basisproduct, op elke hoek van de straat te koop voor een paar euro… De pakjes sigaretten zijn te vinden naast de tandpasta”

Verslaving
Nicotine stimuleert en activeert verschillende stoffen in de hersenen, waaronder dopamine. In het begin geeft het geen prettig effect, maar na een paar weken al rook je vooral omdat de ontwenningsverschijnselen onprettig aanvoelen. Die klachten kun je alleen maar opheffen door het roken van een volgende sigaret.  Na een half uur  is dit gevoel weer weg en wil je weer een nieuwe sigaret. Doordat je je zo snel weer beter voelt na een sigaret, ga je die sigaret aan van alles koppelen. Zo ontstaat de geestelijke verslaving. De sigaret kaapt als het ware je beloningssysteem.

Deze geestelijk verslaving is een hersenziekte. Mensen blijven vaak toch roken omdat zij denken dat het tegen stress werkt, om beter te concentreren en omdat ze het lekker vinden: allemaal gedachtenkronkels. Je rookt om de onprettige gevoelens door het nicotinetekort op te heffen. Rokers zijn gestresster dan niet rokers. “Lekker is het niet; even geen ontwenningsverschijnselen, dat is wat het lekker maakt”, zegt Dekker. “Rokers weten niet wat er in hun brein omgaat. Nederland is daarover dan ook slecht geïnformeerd aangezien er in de afgelopen tien jaar geen antirookcampagne is geweest.”

“Een gezondheidswerker die geen rookstopadvies geeft verwaarloost zijn/haar patiënt.”
Een gesprek aangaan over het roken is het meest essentiële wat een zorgverlener kan doen. Alleen een folder geven is niet genoeg.  Via de gesprekstechniek Motivational Interviewing kunnen zorgverleners de patiënt helpen veranderen door de ambivalentie van de patiënt te onderzoeken en op te lossen. Open vragen en reflecties zijn belangrijk in de gespreksvoering. Men moet niet zo’n gesprek beginnen als de ontvanger hier niet voor openstaat en ook geen ongevraagd advies geven. Dreigen met ‘anders behandel ik je niet meer’ is onverstandig, want dan zoekt de patiënt gewoon een andere behandelaar. De behandelaar moet zich voornamelijk gidsend opstellen.

Gesprekstechniek
Motivational Interviewing bestaat uit vijf specifieke vragen:

  • Vraag toestemming: mag ik het met u over het roken hebben?
  • Waarom rookt u?
  • Hoe graag wilt u stoppen op een schaal van 0-10? Wat maakt dat het al een 1, 2, 3 etc is?
  • Hoe groot is het vertrouwen dat het u ook lukt?
  • Mag ik u informatie geven over stoppen met roken?Motivational interviewing gaat uit van:
  • Open vragen stellen
  • Reflectief luisteren
  • Ondersteunen en bevestigen
  • Samenvattingen geven
  • Verandertaal ontlokken

Hoe meer men reflecteert, hoe meer dit een tweede natuur wordt. “Tussen droom en daad ligt nog heel veel. Help de patiënt daarmee. Vraag of je het over het roken mag hebben, vraag waarom iemand nog rookt, vraag om een motivatie-cijfer te geven om te stoppen met roken, vraag hoeveel vertrouwen hij of zij heeft dat dit gaat lukken en vraag of je meer informatie mag geven.”

kanter en dekker

Wanda de Kanter (1959) is longarts in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Pauline Dekker (1961) is longarts in het Rode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk. Sinds 2008 zijn zij zich – naast hun werkzaamheden in het ziekenhuis – in toenemende mate gaan toeleggen op tabaksverslaving, en bovenal om kinderen niet te laten beginnen met roken  Van hun hand verschenen de twee bestsellers: ‘Nederland Stopt! Met Roken’ en ‘Motiveren kun je leren – het handboek voor hulpverleners’. Het duo geeft lezingen door het hele land aan alle beroepsgroepen in de gezondheidszorg over de bestrijding van tabaksverslaving en de intensieve marketing en lobby technieken van de tabaksindustrie Zij zijn voor hun inspanningen beloond met diverse prijzen, waaronder de prestigieuze Prof. dr. P. Muntendam prijs van het KWF. Kijk voor meer informatie op www.stichtingrookpreventiejeugd.nl en www.tabaknee.nl of bekijk de film De streep – De vervangers

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO Wanda de Kanter en Pauline Dekker tijdens het Ivoren Kruis congres ‘Succesvolle communicatie met uw patiënt’.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
Kunsthal organiseerde dag Ik hou van mijn tanden

Kunsthal organiseerde Ik hou van mijn tanden-dag

Op 19 oktober organiseerde de Kunsthal in Rotterdam, samen met het Ivoren Kruis, een dag met als onderwerp gezonde tanden. Bezoekers konden in de behandelstoel een scan laten maken om te bekijken of ze goed hadden gepoetst. Ook werden er tandensprookjes verteld, was er een rondleiding die gegeven werd door Gert Schade, kaakchirurg in ruste en konden bezoekers meedoen aan de workshop ‘Pimp je tandenborstel’.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Eet je mond gezond

Winnaar Mail & Win: Eet je mond gezond 

In de dental INFO e-mailnieuwsbrief van oktober plaatsten wij de Mail & Win aktie voor het boek Eet je mond gezond van auteur Yvonne Kort. Uit alle inzendingen hebben wij ad-random Esther Vroonen van tandartsenpraktijk Javier Spits als winnaar gekozen.

De winnaar krijgt het boek per post toegestuurd. Wij wensen haar veel leesplezier!

Het boek Eet je mond gezond
Yvonne Kort (1982) is mondhygiënist, orthomoleculair therapeut en oprichter van oergezondemond.nl. In haar nieuwe boek laat ze zien wat de relatie is tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid. Het boek bevat een theoretische basis over mondgezondheid en het belang van een gezonde darm. Dit wordt aangevuld met een praktisch stappenplan en recepten. Ze leert de lezer wat de verstorende factoren zijn voor een optimale gezondheid en een fit en energiek lichaam. Ook geeft ze een stappenplan waarin ze beschrijft hoe lezers stapsgewijs een gezonder voedingspatroon kunnen aanleren.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Skyn World

Skyn World: 24-27 november 2016 in Amsterdam

Na meer dan 8 jaar reizend over 5 werelddelen, 58 landen met meer dan 75.000 deelnemers is de Digital Smile Design / SKYN Community groter dan ooit en komen de ontwikkelaars van beide concepten naar Amsterdam voor SKYN World.

Begeleiding in digitale planning
Skyn World is de beste introductie voor het SKYN Concept, ontwikkeld door Dr. Paulo Kano en Livio Yoshinaga. Tijdens Skyn World worden tandartsen begeleid in hun digitale planning, communicatie, sales en productie met een professionele relatie met het tandtechnisch laboratorium. Dit alles onder het revolutionaire SKYN Concept.  Het Skyn Concept is een volledige klinische behandeling, evenals een lab workflow dat gebruik maakt van CAD/CAM.

Balans kunst en wetenschap
Het Skyn concept is de perfecte balans tussen kunst en wetenschap waar zowel de tandarts als tandtechnieker met behulp van digitale technologie hun case acceptatie verhogen. Door middel van pre-made modellen ontwerpt de patiënt samen met zijn behandelaar een mock-up van zijn nieuwe glimlach, waarbij elke tand individueel wordt geplaatst.

Skyn World brengt u live patiënt demonstraties door Paulo Kano en diverse lezingen van internationale sprekers:

Sprekers
Eric van Dooren: Architectuur van de gingiva
Rogério Zambonato: Kaakchirugie, fully guided met Skyn
Victor Sanchez: Skyn & Social media
Marcelo & Gustavo Giordani: Implantologie en parodontologie
Christian Coachman: Orofaciaal
Florin Cofar: Skyn & Marketing
Johnny Barbur: Orthodontie
Vicente Berbís: Natuurlijke esthetiek
Nitzan Bichacho: Implantologie en Skyn
Alejandro Pineda & Lóránt Stumf: CAD Design & 3D Printing, Skyn mockup en volledige presentatie met iPhone

Naast deze unieke lezingen van ’s werelds meest gerenommeerde tandartsen gaat u zelf aan de slag tijdens diverse workshops: foto, video, scanning sessies, designing met CAD, outsourcen met Cad/Cam, SKYN Milling, Mockup en presentatie. Na Skyn World heeft u zelf alle tools in huis om uw digitale workflow en case acceptatie te verhogen.

Skyn World
Data: 24 t/m 27 november 2016
Locatie: Felix Meritis te Amsterdam
Organisator: Orlandus Academy
KRT Accreditatie: 20 punten
Kosten: € 3850 per persoon

Kom op 24 t/m 27 november naar Felix Meritis in Amsterdam en leer waarom dit revolutionaire concept wordt gebruikt door duizenden succesvolle professionals in de moderne klinieken. Bekijk het

Lees meer over: Kennis, Scholing
kindergebit

Behandeling van het kindergebit thema van Brits congres

Pediatrische tandartsen verspreid in Groot-Brittanië kwamen afgelopen week terug in hun klinieken met nieuwe kennis over de behandeling van het kindergebit, na hun bezoek aan de conferentie van de British Society of Paediatric Dentistry.

 Het congres vond plaats in Leeds van 12 tot 15 september. Een aantal van de grootste internationale sprekers, waaronder hoofd tandheelkunde van de Britse NHS, professor Sara Hurley, spraken op het evenement. Thema van de conferentie was dit jaar ‘The Magic of Paediatric Dentistry, Conjuring up Solutions’ – letterlijk te vertalen als ‘De magie van pediatrische tandheelkunde, goochelen met oplossingen’. Meer dan 330 delegaties waren aanwezig.

Een aantal van de hoofdpunten die werden benoemd zijn als volgt:

  • Er zou afstand moeten worden genomen van calcium hydroxide voor melktanden.
  • MTA (Mineral trioxide aggregate) wordt momenteel gezien als de ultieme standaard, maar er moet nog meer onderzoek worden uitgevoerd om het gebruik hiervan op de lange termijn te kunnen aanbevelen.
  • RET (regeneratieve endodontische behandeling) is ontstaan voor de behandeling van melktanden met korte wortels om vervolgens de groei van wortels te bevorderen. Resultaten hiervan zijn nog niet te voorspellen.
  • Een perfecte oplossing voor melktanden bestaat nog steeds niet. Echter, met de wetenschap dat tandheelkundige pulp cel engineering bestaat is er goede hoop voor de toekomst.

Bron: Dentistry.co.uk

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Universiteit

Britse universiteit biedt tandartsen bijscholingsmogelijkheid in craniofaciale genetica

Aan de University of Kentucky College of Dentistry in Groot-Brittanië is het van nu af aan mogelijk om de tandheelkunde opleiding uit te breiden met een flexible externship in craniofaciale genetica. Op deze manier kunnen mensen die geïnteresseerd zijn, hun kennis uitbreiden op het gebied van klinische craniofaciale genetica.

Kennis en ervaring
Deze externship benadrukt klinische craniofaciale, orale en tandheelkundige genetica, en hoe moleculaire genetica toegepast kan worden om deze fenomenen te diagnosticeren. Deelnemers zullen kennis en ervaring opdoen op het gebied van vele verschillende onderwerpen binnen deze gebieden.

Genetica
Zo kan er geleerd worden hoe patiënten het best geëvalueerd kunnen worden voor diagnoses, klinische testen en onderzoeken, met mogelijkheden bij verschillende gerenommeerde instituten. Het programma kan worden aangepast aan interesse en achtergrondkennis op het gebied van (klinische) genetica.

De tandarts van de toekomst
Dr. James Hartfield, diplomaat bij de American Board of Medical Genetics and Genomics: “Vandaag de dag is precisie in medicijnen steeds belangrijker, terwijl snel groeiende technologie dit en vele andere dingen ook daadwerkelijk mogelijk maakt. Tandartsen missen helaas nog vaak kennis van de mogelijkheden op dit gebied. Onze externship probeert in deze behoeften te voorzien zodat tandheelkundig professionals steeds meer de best mogelijke zorg kunnen gaan bieden aan hun patiënten.”

Bron: University of Kentucky

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Vijftal nieuwe sprookjes met link naar poetsgedrag

Vijf nieuwe sprookjes met link naar poetsgedrag

Lang, heel lang geleden, toen er nog geen tandartsen waren – dat is dus echt heel erg lang geleden – , was er een land waar iedereen een gaaf gebit had. Wat zeg je nu. Had iedereen een gaaf gebit. Niemand een gaatje, helemaal niets?  Ja, zo was het. Alle mensen hadden mooie, witte tanden en kiezen. En Glansje had de mooiste. Haar tanden straalden je al van verre tegemoet’.

Met dit sprookjesachtige beeld opent ‘De taarten van Glansrijk’, een sprookje ontsproten uit de pen van Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids, een instelling voor jeugdtandverzorging. Geschreven om een bijdrage te leveren aan het aanleren van verantwoord mondzorggedrag bij kinderen, vooral die uit sociaal – economisch zwakkere gezinnen.

Achterstand
“Toen ik drie jaar geleden bij JTV Mondzorg voor kids kwam te werken had ik nauwelijks een beeld van de achterstand van kinderen uit de zogenaamde lage SES. Het duurde niet lang voordat ik werd geconfronteerd met de werkelijkheid en met mijn betrokken collega’s werk ik nu dagelijks aan de gewenste verbetering. Dat dat nog steeds hard nodig is blijkt ook weer uit het Signalement Mondzorg”, aldus Raoul Trentelman, “Juist voor deze kinderen geldt dat zij meer gaatjes hebben, minder poetsen en minder vaak naar de tandarts gaan”.

Vijf sprookjes
Om vooral jongen kinderen en hun ouders te bereiken heeft Raoul Trentelman de pen ter hand genomen en is gaan schrijven. Geen nota’s of beleidsdocumenten, nee; sprookjes. “Omdat sprookjes een hoog bereik hebben en prettig ‘binnendringen’ in de belevingswereld van het jonge kind. Wellicht ook die van de ouders”, zo vervolgt hij. “Als ouders de sprookjes voor het naar bed gaan voorlezen, dan draagt dat mogelijk bij aan de verbetering van de mondgezondheid van kinderen en hoeft een schitterend gebit bij kinderen uit de lage SES straks wellicht geen sprookje meer te zijn”.

Resultaat van zijn schrijven is inmiddels een vijftal sprookjes, alle prachtig geïllustreerd door tekeningen van Floortje Klinkenberg. De hoofdpersoon in de sprookjes is ‘Glansje’, een prinsesje uit Glansrijk, een land waar alle kinderen gelukkig zijn. Met haar vriend Tom beleeft zij spannende en mooie avonturen, steeds met een link naar verantwoord poetsgedrag.

sprookje

Digitaal lespakket
De sprookjes zijn in een uitgebreide vorm als digitaal lespakket voor basisscholen en kinderopvang beschikbaar. “De eerste sprookjes werden zowel door leraren uit het basisonderwijs als door kennissen en professionals uit mijn netwerk zo hoog gewaardeerd, dat ik ben blijven schrijven. Toen een uitgeverij actief binnen basisscholen ook enthousiast reageerde heb ik natuurlijk  doorgepakt, daar immers zit onze doelgroep”.

Voor ouders en praktijkhouders
De sprookjes zijn inmiddels ook beschikbaar voor ouders en praktijkhouders, leuk en zinvol als voorleesverhalen voor in uw wachtkamer. Heeft u belangstelling, ga dan naar www.glansje.nl.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Casus: Man met pijnklacht na verwijdering M3 inferior

Casus: Man met pijnklacht na verwijdering M3 inferior

Een 49-jarige man komt via de eerste hulp bij u terecht, 12 dagen na operatieve verwijdering van de rechter M3 inferior. Hij verklaart last te hebben van pijn, zwelling en een duidelijk krakend geluid na het eten.

Casusvragen
Wat is er op de röntgenfoto’s te zien? Waaruit bestaat de initiële behandeling en hoe kan deze complicatie voorkomen worden? Beantwoord hier de casusvragen

Late fractuur
Een late fractuur van de onderkaak na extractie van de M3 is een zeldzame complicatie (0,005%). Deze fracturen komen hoofdzakelijk voor bij patiënten ouder dan 25 jaar, met een volledige dentitie, met erg geïmpacteerde M3’s. Het grootste risico is aanwezig in de eerste drie weken na de extractie. Dit is de periode waarin het granulatie weefsel op de locatie van de extractie omgezet wordt in bindweefsel. Het is daarom belangrijk om de patiënt op de hoogte te stellen dat de extractie de kaak kan verzwakken en dat activiteiten die het risico op een breuk kunnen verhogen – dit betreft ook sporten en hoge kauwkrachten – gedurende vier weken na de extractie moeten worden vermeden.

casus man met pijnklacht na verwijdering m3 inferior

Het is verstandig om, vóór de extractie:

  • Een goede inschatting te maken over de verstandskiezen en hoeveel weefsel er verwijderd moet worden.
  • De patiënt te wijzen op het risico van een fractuur na de extractie, bijvoorbeeld tijdens het kauwen.

Tijdens de extractie:

  • De hoeveelheid van het bot dat verwijderd moet worden te beperken.
  • De kies, waar geïndiceerd, te splitsen.
  • De hoeveelheid kracht die op de kaak wordt uitgeoefend te beperken.

Na de extractie:

  • Vooral wanneer het een moeilijke extractie is gebleken waarbij veel bot is verwijderd, de patiënt te adviseren om zacht voedsel te eten en zeker niet te hard te kauwen en bijten.

Casus vertaald en aangepast door: Daniël Tjia, gebaseerd op een casus van Dr. C. Bowe in Journal of the Irish Dental Association, Okt/Nov 2015 : Vol 61 (5)

Referenties:
R. Koole, De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie, Ned Tijdschr Tandheelkd november 2014; 121: 547-552
J.A. Baart et al, Mondziekten, kaak- en aangezichtschirugie, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2009

 

Lees meer over: Casus, Kennis
restauratie

De restauratie na de endodontische behandeling

Met de komst van de adhesieve composietrestauratie lijkt het vervaardigen van indirecte restauraties voor endodontisch behandelde elementen soms minder noodzakelijk. Maar is dit wel terecht? Hoe groot is de kans op breuk wanneer je geen indirecte restauratie maakt op een endodontisch behandeld element?

Kans op breuk

Vervorming gerestaureerde elementen onder verticale druk
Uit een studie van González-López et al. (2006), waarbij er werd gekeken naar vervorming van gerestaureerde elementen onder verticale druk, is gebleken dat een element ernstig verzwakt wanneer er in meerdere mate tandweefsel ontbreekt. Een MOD-preparatie inclusief endodontische opening maakt een gebitselement bijvoorbeeld erg zwak.

Knobbelbreuk in de praktijk
Een element met drievlaksrestauratie heeft een grotere kans op breuk dan  een element met een een- of tweevlaksrestauratie. Bij een endodontisch geopend element is het materiaalverlies centraal ongunstig. Bij vitale elementen treedt de breuk in 90% van de gevallen supragingivaal op en 10% subgingivaal. Bij avitale elementen liggen de percentages anders, in 40% van de gevallen treedt de breuk subgingivaal op.

Amalgaam versus composiet
In een studie van Hansen et al. (1990) werd gekeken naar knobbelbreuk bij endodontisch behandelde elementen met amalgaamrestauraties. Bij 28% van de geïncludeerde elementen met MOD-restauratie trad een fractuur op binnen 3 jaar.
Na 5 jaar was dit meer dan 50%. Bij tweevlaksrestauraties traden aanzienlijk minder knobbelfracturen op.
Ook keek Hansen et al. naar knobbelfracturen bij composietrestauraties. Hieruit kon geconcludeerd worden dat de adhesieve restauraties de kans op knobbelfracturen aanzienlijk verkleinen. Bij MOD-restauraties van composiet waren er na 3 jaar nog geen knobbelfracturen. Na 10 jaar had 20% van de elementen een knobbelfractuur, terwijl dit percentage bij amalgaamrestauraties op 60% ligt.

Inschatting kans op breuk
Uit onderzoek blijkt ook dat tandartsen in het algemeen de kans op breuk van een gebitselement goed kunnen inschatten. Amalgaamrestauraties hebben over het algemeen de grootste kans op breuk.

Conclusies

  • Het breukrisico neemt toe met de mate van weefselverlies.
  • Endodontisch behandelde elementen hebben een verhoogde kans op breuk.
  • Inschatting breukrisico door tandartsen komt overeen met werkelijkheid waarbij de amalgaamrestauratie de grootste kans op breuk heeft.
  • Respecteer gezond tandweefsel.
  • Wanneer er sprake is van intacte randlijsten of één niet intacte randlijst dan is dit positief voor de levensduur van het element. Het element hoeft niet gekroond te worden.

Indirecte kroon

Functies

De functies van de indirecte restauratie (kroon) zijn:

  • Preventie van breuk door omvatting
  • Restauratie van de klinische kroon
  • Duurzaam herstel van functie en esthetiek

Hierbij is de aanwezigheid van een ferrule een belangrijke factor. Deze moet minimaal 1-2 millimeter zijn. De 5-jaarsoverleving (Creugers et al. 2005) is 98% indien er sprake is van een ferrule (1-2 mm) en 93% wanneer de ferrule minder dan 1 millimeter is. Indicatie voor het kronen van een element is in 50% van de gevallen het voorkomen van een breuk. Het grote nadeel van een restauratie met een omvattende indirecte restauratie (volledige kroon) is ernstige verzwakking van het element ten gevolge van externe preparatie. Bij een volledige omslijping wordt er 63% van de klinische kroon weggehaald.

Conclusies

  • Omvatting (ferrule) draagt bij aan de levensduur van de indirecte restauratie.
  • De levensduur  van een endodontisch behandeld element is lager dan bij een vitaal element.
  • Voor een volledige kroonpreparatie moet er veel tandweefsel opgeofferd worden.

Levensduur grote composietrestauraties versus volledige kroon – literatuur

Fokkinga et al. (2008) onderzocht de levensduur van directe en indirecte restauraties bij endodontisch behandelde elementen. Indirecte restauraties hebben een hoger overlevingspercentage dan composietrestauraties (85% versus 55%). Echter, de extractiepercentages van de geïncludeerde elementen liggen dicht bij elkaar (90% versus 82%). Geconcludeerd kan worden dat een composietkroon meer onderhoud/herstel nodig heeft dan de indirecte restauratie.
Mannocci et al. (2002) vergeleek in zijn onderzoek directe restauraties met indirecte restauraties.  Geconcludeerd kon worden dat wanneer er voldoende dentine aanwezig is, het risico op breuk nagenoeg gelijk is. In andere studies wordt deze conclusie weer tegengesproken.
Over het algemeen kan dus geconcludeerd worden dat er te weinig onderzoek gedaan is om een goed houvast te kunnen geven over de keuze voor een directe of indirecte restauratie.

Overkappen

Vitaal versus endodontisch behandeld element

Indien er veel tandweefsel verloren is, kan de tandarts de keuze maken de knobbels van het element te overkappen. Het volgende is hierover bekend.

  1. Het overkappen van een vitaal element
    Wanneer er sprake is van een knobbelvervangende restauratie dan is het raadzaam de andere knobbel ook te overkappen. Uit onderzoek blijkt dat elementen zonder overkapte knobbels gunstigere fracturen vertonen, de factuurweerstand ligt echter wel lager. Er treden dus vaker fracturen op. Elementen die wel overkapt zijn hebben een hogere fractuurweerstand maar als er een breuk optreedt dan is deze vaak ongunstig (verticaal).
  1. Het overkappen van een endodontisch behandeld element
    Hier is nog geen onderzoek naar gedaan.

Composiet of keramiek?

Indicatie buigsterkte:

  • Composiet                90Mpa
  • Glaskeramiek           200 Mpa
  • Lithiumdisilicaat      400 Mpa
  • Zirconiumdioxide     1000 Mpa

Bekend is dat composiet het minst sterke materiaal is uit de bovenstaande rij materialen. Het nadeel van zirconiumdioxide is dat dit materiaal niet aan een gebitselement hecht en dat de esthetiek minder fraai is.

Gebruik van een vezellaag

Er bestaat een mogelijkheid om onder het composiet een vezelmatje (vezellaag) aan te brengen. Uit onderzoek is gebleken dat er geen verschil bestaat in sterkte tussen restauraties met en zonder vezellaag. Wel is er een verschil in faalgedrag: bij restauraties zonder vezellaag verloopt de breuk vaak minder gunstig.  De vezellaag zorgt er dus voor dat het breekpatroon gunstiger is.

Wat te doen na de endodontische behandeling?

Direct na de endodontische behandeling
De volgende 3 situaties worden toegelicht.

  1. Tenminste 1 crista intact (3 wanden)
    Het element kan gerestaureerd worden met een directe composietrestauratie.
  1. MOD preparatie
    Het element kan gerestaureerd worden met een directe composietrestauratie. Wanneer er sprake is van dunne knobbelpartijen dient er overkapt te worden. Een krachtbreker (vezellaag) lijkt gunstig is een dergelijke situatie.
  1. Minder dan 2 wanden aanwezig
    Het advies is een direct composietrestauratie te vervaardigen met een vezelversterkte wortelstift.

Na de evaluatie periode
Een standaardoplossing bestaat niet. In de meeste gevallen moet er een inschatting gemaakt worden op basis van eigen ervaring. De volgende 2 situaties worden toegelicht.

  1. MOD preparatie
    Wanneer er nog veel tandweefsel aanwezig is, kan de composietrestauratie gehandhaafd blijven. Bij voorkeur is dit een overkappingsrestauratie. Wanneer er nog weinig tandweefsel over is, kan er beter een omvattende kroon vervaardigd worden.
  1. Minder dan 2 wanden aanwezig
    Het vervaardigen van een omvattende kroon is het meest reëel.

Cees Kreulen werkte na zijn afstuderen (VU Amsterdam, 1986) bij de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (Amsterdam) en het ACTA (vakgroep Kindertandheelkunde). In 1992 promoveerde hij op de klinisch kwaliteitsaspecten van composietrestauraties. Sinds 1996 is hij docent en begeleider van onderzoek, voornamelijk op het gebied van de adhesieve prothetiek (Radboud Universiteit Nijmegen, Orale Functieleer). Hij draagt de ervaring met minimaal invasief werken uit in wetenschappelijke artikelen en postacademische cursussen. 

 Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, van de lezing van Cees Kreulen tijdens het najaarscongres van de NVvE.
 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Video-bril vermindert tandartsangst bij kinderen

Video-bril vermindert tandartsangst bij kinderen

Kijken naar tekenfilms met een video-bril tijdens een tandheelkundige behandeling vermindert tandartsangst bij kinderen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek gepubliceerd in Acta Odontologia Scandinavica.

Angst
Veel kinderen zijn bang voor de tandarts en ervaren meestal pijn tijdens een behandeling. Meerdere studies hebben aangetoond dat audio-visuele afleiding – bijvoorbeeld het spelen van videogames en tv-kijken – kan helpen bij het verminderen van de angst en pijn.

Onderzoek
56 kinderen in de leeftijd van zeven tot negen jaar oud, hebben deelgenomen aan het huidig onderzoek. Sommige kinderen kregen audio-visuele afleiding (kijken naar hun favoriete tekenfilms)  en sommige kregen geen afleiding  tijdens de behandeling (de controlegroep). De kinderen kregen drie afzonderlijke behandelingen: een routine-checkup, plaatselijke verdoving met een injectie en een tandheelkundige behandeling. Bij elk bezoek werd het angstniveau en coöperatief gedrag van de kinderen bepaald, en werd de bloeddruk en hartslag gemeten.Tevens moesten de kinderen aangeven in hoeverre zij angst en pijn ervoeren tijdens de behandeling.

Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat kinderen met de audio-visuele afleiding significant minder angst en meer cooperatief gedrag vertoonden dan de kinderen in de controlegroep. Met name tijdens de toediening van de injectie. Hierbij was de gemiddelde hartslag van de kinderen in de controlegroep significant hoger.

Conclusie
Op basis van de resulaten concluderen de auteurs dat audio-visuele afleiding een nuttige techniek is om angst bij kinderen te verminderen tijdens een tandheelkundige behandeling.

Bron: tandfonline.com

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
Eklund Foundation kiest kandidaten voor subsidieontvangst

Eklund Foundation kiest kandidaten voor subsidieontvangst

De Eklund Foundation heeft de vier kandidaten bekend gemaakt die dit jaar een subsidie zullen ontvangen. Onder de aanvragen uit diverse landen ter wereld zijn vier tandheelkundige onderzoeksgroepen geselecteerd die in totaal 160.000 euro ontvangen.

Eklund Foundation
De Eklund Foundation is in 2015 opgericht om onderzoek en educatie op het gebied van  tandheelkunde mogelijk te maken. “We zijn blij om bij te kunnen dragen aan belangrijke tandheelkundige onderzoeken die vandaag de dag plaatsvinden”, aldus Joel Eklund, CEO TePe Mondhygiëneproducten AB en voorzitter van Eklund Foundation.

Onderzoeken
De stichting heeft besloten subsidies toe te kennen aan de volgende onderzoeken:

  1. Orale omstandigheden bij patiënten met reumatoïde artritis: een populatie gebaseerde case-control studie
    Hoofdaanvrager: Stefan Renvert, HögskolanKristianstad, Zweden.
    Toegewezen bedrag: 73 913 euro.

    Achtergrond onderzoek: Tot op heden zijn er verschillende wetenschappelijke studies die ofwel een verband aantonen tussen reumatoïde artritis en parodontitis of juist deze tegenspreken. Dit onderzoek kan mogelijk meer inzicht geven in de mogelijke relatie tussen beide ziekten.

  2. De mondholte als een bron van febriele neutropenie: een observationele studie bij patiënten met solide tumoren die behandeld worden met myelosuppressievechemotherapie
    Hoofdaanvrager: Alexa Laheij, ACTA Nederland.
    Toegewezen bedrag: 32 000 euro.

    Achtergrond onderzoek: Patiënten met solide tumoren worden vaak behandeld met chemotherapie die vervolgens kan leiden tot febriele neutropenie. Dit onderzoek zal evalueren of mond-en tandziekten van invloed zijn op deze bijwerking. Mocht dit het geval zijn; dan kan deze studie mogelijk een ander perspectief geven op behandelplannen in de toekomst.

  3. Metagenomischeprofilering van het microbioomdat geaccosieerdis met peri-impantaireziekten door middel van hoge resolutie shotgunsequencingHoofdaanvrager: Paolo Ghensi, Universiteit van Trento, Italië.
    Toegewezen bedrag: 40 000 euro.

    Achtergrond onderzoek: Peri-implantaireziekten, in het bijzonder peri-implantairemucositis en peri-implantitiskomen veelvuldig voor bij patientendie behandeld zijn met implantaten. Deze ziekten worden door de microbiële biofilmgeïnduceerd. Deze studie zal onderzoek doen naar het plaquemicrobioomom meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van deze ziekten.

  4. Primaire preventie van complicaties bij implantaat behandelingen: Protocol voor het onderhoud van tandheelkundige implantaten
    Hoofdaanvrager: EribertoBressan, Universiteit van Padova, Italië.
    Toegewezen bedrag: 15 000 euro.

    Achtergrond onderzoek: Hoewel het belang van onderhoud van implantaten bekend is komen er tot op heden complicaties voor. Deze studie zal dieper in gaan op bepaalde delen van het protocol voor het onderhoud van implantaten om een eventuele bijdrage te leveren aan een succesvoller onderhoudsprogramma.

De Eklund Foundation staat open voor kandidaten uit alle vakgebieden binnen de tandheelkunde en zal in het bijzonder onderzoeken die gerelateerd zijn aan parodontologie, implantologieen cariologieeen hogere prioriteit geven. Daarnaast hebben aanvragen van onderzoekers op postdoctoraal niveau voorrang in de selectie. De Eklund Foundation heeft in de loop van 2016 ongeveer 160.000 euro beschikbaar gesteld aan één groot onderzoek en verschillende kleinere studies. De aanvragen voor subsidies werden tussen 1 mei en 31 mei 2016 in behandeling genomen.

Voor meer informatie kunt u terecht op www.eklundfoundation.org.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
studeren - student

Ouders en de mondgezondheid van hun kinderen – proefschrift verdediging

Onlangs verdedigde Maddelon de Jong-Lenters haar proefschrift over de rol van ouders en familie wat betreft cariës, obesitas en problematisch gedrag bij kinderen. De volledige naam van het proefschrift is “Just add positivity? – Dental caries, obesity and problem behaviour in children: the role of parents and family relations.”

Kwalitatieve studie
Doel van deze kwalitatieve studie was om de perspectieven van ouders te bestuderen op de mondgezondheid van hun kinderen. Hierbij werd ook gekeken naar wat zij zien als beperkingen en kansen voor professionele support om een goede mondgezondheid bij kinderen te stimuleren. Er werden zes focusgroep interviews gehouden met ouders uit verschillende sociaaleconomische klassen en van verschillende afkomst. De uitkomsten werden vervolgens geanalyseerd door middel van een content analysis.

Tandenpoetsen
Er werden vele invloeden op mondgezondheid opgemerkt door de ouders, zowel op niveau van het kind, familie en de omgeving. Invloed op het tandenpoetsgedrag van het kind werden vooral gemerkt in de directe familie omgeving van het kind, waaronder in de kennis van de ouders, de waarde die de ouders hechten aan het tandenpoetsen van het kind en ook het poetsgedrag van de ouders zelf werd bevonden van belang te zijn.

Suggesties vanuit ouders
De consumptie van suikerrijke voeding en drankjes bleek voornamelijk te worden beïnvloed door de directe familie omgeving en externe factoren, als school, reclames, televisie, supermarkten en de prijs van de suikerrijke producten. Ook kwamen er vanuit de ouders verschillende suggesties naar boven voor professionele support op het gebied van mondgezondheid. Zo was er vraag naar meer duidelijke informatie met een positieve invalshoek, strengere voedingsregels op scholen en een meer veelzijdige aanpak van mondzorgproblemen vanuit artsen. Deze suggesties kunnen in de toekomst goed meegenomen worden in de ontwikkeling van het tegengaan van cariës en preventieve ingrepen.

Bekijk hier het volledige proefschrift

 

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
De mondige patiënt: tips voor versterken van uw patiëntrelatie

De mondige patiënt: tips voor versterken van uw patiëntrelatie

Patiënten worden steeds mondiger. Een ontwikkeling die vooral als negatief wordt bekeken. Maar u kunt dit ook als kans zien. Door patiënten nooit te onderschatten komen de mogelijkheden bovendrijven voor een goede tandarts – patiëntrelatie. Hoe kunt u uw kansen benutten?

Als de huidige ontwikkelingen binnen de zorg worden besproken komt al snel de mondige patiënt om de hoek kijken. Een ontwikkeling die vooral als negatief wordt weggezet. Echter, deze ontwikkeling kan ook als kans worden gezien. Door patiënten nooit te onderschatten komen de mogelijkheden bovendrijven voor een goede tandarts – patiëntrelatie. Dit artikel geeft tips voor een goede informatieverstrekking aan patiënten, die tevens kunnen bijdragen aan een betere acceptatie van behandelplannen.

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
De WGBO stelt dat het verstrekken van relevante informatie en vragen van toestemming niet alleen een wettelijke plicht is. Informatie en toestemming bepalen ook de sfeer en de kwaliteit van de tandarts-patiëntrelatie. Deze relatie wordt doorgaans getypeerd als een vertrouwensrelatie. Ook de doeltreffendheid van de behandeling is ervan afhankelijk.

Wat wil de patiënt?
De tandarts – patiëntrelatie wordt dus getypeerd als een vertrouwensrelatie. Ondanks dat patiënten kritischer en mondiger worden, kiezen patiënten hun zorgverlener vooral op basis van persoonlijk vertrouwen. Het winnen van het vertrouwen komt onder andere tot stand door in te kunnen spelen op wat de patiënt wil:

  1. Patiënt wil gezamenlijk beslissen
    Naast de wettelijke verplichting vanuit de WGBO om de patiënt van relevante informatie te voorzien en toestemming te vragen, wil de patiënt ook graag samen beslissen met de tandarts. Dit op basis van informatie over de behandelmogelijkheden en prijzen.
  1. Elke patiënt heeft wensen
    Elke patiënt die in een behandelstoel gaat liggen heeft wensen. Uiteraard kunnen de wensen enorm verschillen. Van het ene uiterste om alleen de pijn weg te nemen, tot de wens voor een fraaie opbouw met composiet.

Tips: Hoe deze kansen te benutten?
De mondige patiënt kun je als kans zien. Via onderstaande tips kan hier invulling aan worden gegeven.

Tip 1: Onderschat patiënten nooit
Onderschat de patiënt nooit. Dit is het belangrijke uitgangspunt om aan de wil en de wensen van patiënten tegemoet te kunnen komen. Echter, te vaak hoor ik tandartsen diverse argumenten aandragen om niet met patiënten in gesprek te gaan over de wensen en het zorgdoel. “Patiënten zitten hier niet op te wachten” of “Zij hebben geen wensen”. Een gesprek met de patiënt over het zorgdoel en de wensen wordt regelmatig als moeilijk ervaren. Echter, onderschat de patiënt nooit en ga dit gesprek aan. Het levert vaak verrassende reacties op.

Tip 2: Zorgdoel geeft richting aan de zorg
Binnen de KNMT-richtlijn Patiëntendossier is het wenselijk een zorgdoel vast te leggen. Kenmerk van het stellen van doelen is dat dit richting en focus oplevert. Het bespreken van het zorgdoel met patiënten levert een toekomstgericht gesprek op. Het zorgdoel kan vervolgens als kapstok dienen bij het bespreken van behandelplannen, wat de acceptatie van behandelplannen vergroot.

Tip 3: Geef antwoord op deze 3 goede vragen
De informatieverstrekking aan de patiënt is optimaal als de tandarts antwoord kan geven op de volgende 3 vragen, die elke patiënt zichzelf stelt:

  1. Wat zijn mijn mogelijkheden?
    Tandarts en patiënt zetten samen de mogelijkheden op een rij. Dit zijn er altijd minimaal twee, want even wachten is ook een mogelijkheid.
  2. Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden?
    Iedere behandeling heeft voor- en nadelen. Bespreek deze met de patiënt.
  3. Wat betekent dat in mijn situatie?
    De persoonlijke situatie van de patiënt (denk aan leeftijd, beroep, financiën, thuissituatie, etc.) is belangrijk voor de keuze.

Deze vragen zijn afkomstig van de campagne ‘3 goede vragen’ van Patiëntenfederatie Nederland.

Conclusie
Informatie en toestemming zijn van invloed op de kwaliteit van de tandarts – patiëntrelatie en op de doeltreffendheid van de behandeling. Ik adviseer de toenemende mondigheid van patiënten als kans te zien door patiënten nooit te onderschatten en met ze in gesprek te gaan over de wensen, ze te voorzien van de juiste informatie en ze te helpen in het beslistraject over behandelplannen.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl. Sjoerd begeleidt en coacht tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in een solide praktijkorganisatie, een goed werkend team en voldoen aan wet- en regelgeving.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Kwaliteit

De Wkkgz – Vraag en antwoord over de kwaliteitswet

In de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) heeft de overheid vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. Aangezien bij veel zorgverleners hierover nog wat duidelijkheid ontbreekt, lieten wij u in een video een samenvatting van de kwaliteitswet Wkkgz zien. Hieronder behandelen we vragen en antwoorden op het gebied van de Wkkgz.

Vraag: Voor wie geldt de Wkkgz?
Antwoord: De Wkkgz is van toepassing op elke zorgverlener – zowel voor een eenmanszaak als voor een samenwerkingsverband, met of zonder personeel. Ook belangrijk is dat de Wkkgz geldt voor elke vorm van zorgverlening, van tandartspraktijk, tot cosmetische zorg en tot meer alternatieve vormen van zorgverlening. Ook zorgverleners die werken in opdracht van een zorgaanbieder, en niet in het bezit zijn van een eigen praktijk, vallen onder de Wkkgz. Partijen moeten elkaars verantwoordelijkheden samen helder op papier zetten.

Vraag: Welke stappen moeten worden ondernomen om mijn praktijkvoering aan de Wkkgz te laten voldoen?
Antwoord: Stap 1 – Zoek de verplichtingen die bij de Wkkgz komen kijken op, bijvoorbeeld via de websites van VWS, beroepsorganisaties of de VvAA, en ga na wat deze verplichtingen betekenen voor uw praktijk.
Stap 2 – Ga na welke werkprocessen en documenten moeten worden aangepast, om aan de Wkkgz verplichtingen te kunnen voldoen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het invoeren van een standaard informatieprocedure voor een patiënt bij eventuele incidenten.
Stap 3 – Betrek betrokkenen, zoals medewerkers en samenwerkingspartners, bij het aanpassen van de regels, zodat deze voldoen aan de Wkkgz. Op deze manier weten zij direct van de wijzigingen af en komen zij niet voor verrassingen te staan.
Stap 4 – Bespreek de nieuwe gang van zaken met alle werknemers. Zo kunnen ook zij bijdragen aan het naleven van de Wkkgz.

Vraag: Wat gebeurt er als ik niks in mijn praktijk verander naar aanleiding van de Wkkgz?
Antwoord: Als bij inspecties blijkt dat de Wkkgz in uw praktijk niet goed wordt nageleefd loopt u risico op handhavingsmaatregelen, of kan de Inspectie voor gezondheidszorg sancties opleggen. Als een calamiteit niet tijdig wordt gemeld kan dit bijvoorbeeld een boete opleveren.

Vraag: Ben ik goed verzekerd op het moment dat ik te kampen krijg met een probleem?
Antwoord: Volledig voldoen aan alle verplichtingen van de Wkkgz betekent niet dat u ook nooit te maken zal krijgen met klachten, claims of juridische problemen. Als u niet zeker bent van uw verzekeringsregeling kan het daarom goed zijn om dit even na te kijken bij uw verzekeraar, en te vragen of uw verzekering genoeg dekking biedt bij juridische geschillen en procedures, in overeenkomst met de Wkkgz.

Door: Erik van Dam, kennismanagement en netwerken en Annemarie Smilde, specialist gezondheidsrecht, beiden bij VvAA

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Wkkgz
Levensduur en risicoanalyse van restauratietypen

Levensduur en risicoanalyse van restauratietypen

Voor een posterieure restauratie kan gekozen worden uit een directe of indirecte techniek. Een overzicht van wat er qua levensduur verwacht kan worden van verschillende restauratietypen, zowel vanuit de gegevens van klinische universiteitsstudies als het werk van de Nederlandse tandarts.

Verslag van de lezing van Dr. Niek Opdam, universitair hoofddocent aan het Radboudumc en onderzoeker restauratieve tandheelkunde.

Directe of indirecte techniek bij posterieure restauratie
Voor een posterieure restauratie kan gekozen worden uit een directe of indirecte techniek. Voor directe restauraties heeft het composiet het amalgaam definitief verdrongen, voor indirecte restauraties wisselen de vernieuwingen qua materialen elkaar in snel tempo af. Traditioneel heeft de indirecte restauratie de reputatie een langere levensduur te hebben, maar de adhesieve tandheelkunde heeft ervoor gezorgd dat composieten posterieur een goede levensduur kunnen bereiken.

Hoe kijk je naar de levensduur? We zijn geneigd om te kijken naar de levensduur van de restauratie, maar misschien is de levensduur van het element wel belangrijker. Het advies van Niek Opdam is om de risicoanalyse te betrekken bij behandelplanning. Want wat te doen bij een hoog-risicopatiënt (bruxisme, cariës)?

Restauratieve keuzes posterior

  • Fysische eigenschappen: sterkte en slijtvastheid
  • Esthetiek: functioneel of Italiaanse school?
  • Direct versus indirect
    • Operator skills versus Tandtechnieker skills
    • Direct composiet versus indirect composiet/kermiek/CADCAM
      • Minimaal adhesief versus traditioneel
      • Adhesief subgingivaal restaureren en cementeren
    • Levensduur van verschillende opties

Minimaal invasief of traditioneel prepareren? Niek Opdam adviseert minimaal invasief adhesief te werken. Van de verschillende behandelopties is het belangrijk om de levensduur te weten.

Levensduur restauraties
De levensduur van composiet posteriorrestauraties is goed. Onderzoek uit Denemarken heeft resultaten van al dertig jaar, waarbij zelfs nog met verouderde composieten werd gewerkt en een calciumhydroxideonderlaag. Het jaarlijks faalpercentage is 1.6% –  1.1%. (Pallesen, van Dijken)
Met als kanttekening: de studies zijn onder ideale omstandigheden uitgevoerd in de universiteit. De faalpercentages liggen hoger bij practice-based studies, namelijk rond de 2%.

Direct versus indirect
Traditionele kronen blijken het niet veel beter te doen met jaarlijks falen van zo’n 1%. Het verschil tussen direct versus indirect is dus niet dramatisch.

Restauratieve cyclus
De restauratieve cyclus is de levensduur van een element. Na de eerste interventie volgt een volgende interventie, wat resulteert in een groter defect en een grotere restauratie. Hierdoor is er meer kans op complicaties (endo/fractuur), met uiteindelijk elementverlies tot gevolg.

Tegenwoordig is er een andere behandeling van cariës waarbij we centraal meer cariës laten zitten om pulpa-exponatie te voorkomen. Door te werken volgens de moderne cariologie is een langere levensduur van elementen mogelijk.
Systematic reviews geven een jaarlijks faalpercentage tussen de 1-2% van directe posterieure composiet restauraties.

Problemen met RCT’s is dat risicogroepen vaak worden geëxcludeerd, zoals patiënten die bruxeren. Verder zijn de onderzoeksomstandigheden ideaal, dus het echte faalpercentage ligt in de algemene praktijk hoger dan 1-2%, waar veel risicopatiënten zijn. Daarom zijn risicofactoren volgens Opdam belangrijk voor behandelingsplanning op individueel niveau. Daarbij moet het gaan om echt klinisch falen, geen surrogaat uitkomsten. Dus geen microlekkage, maar wel echte cariës onder de vulling. En is er bewijs uit onderzoek dat de risicofactor invloed heeft? En hoe groot is de invloed dan van de risicofactor op overleving?

Verschillende risico’s hebben verschillende consequenties voor restauratief behandelplan:

  • Parodontaal: wellicht op de lange termijn meer risico
  • Cariësrisico: invloed van dit risico is veel groter dan parodontaal
  • Bruxisme: bepaalt materiaalkeuze
  • Biologische prijs van de behandeling: meer tandheelkunde is meer risico
  • Bij veel aanwezig risico: richtlijn is om terughoudender met ingrijpen te zijn
  • Secundaire cariës vaker bij composiet, grotere kans op breuk bij amalgaam

Amalgaam vertoont meer breuk van knobbels, composiet toont meer secundaire cariës.
Laag risicopatiënten zijn na 12 jaar stabiel voor composiet, voor amalgaam geldt een hogere faling, hierbij is meer breuk (Opdam, 2010).

Meer tandheelkunde, meer risico’s
Niet bij iedere afwijking van de norm is er sprake van een probleem. Laat informed consent aan de orde komen: moderne tandheelkunde is shared decision making. Informed consent is de uitleg van alle opties met voor- en nadelen. De patiënt beslist en de tandarts legt het vast. Er zijn risico’s op patiëntniveau en op element niveau. Cariësrisico, bruxisme en endodontische behandeling zijn factoren die een grote rol spelen.

Levensduur klasseII restauratie in Nederland
Posterior restauraties gaan gemiddeld  zo’n 12 jaar mee. Dat is best goed. (Laske, 2016)
Glasionomeer (GIC) en compomeer doen het slechter, maar je kunt niet zo maar hardmaken dat GIC en compomeer slechter zijn. Indicatiebias speelt hierbij een grote rol, omdat glasionomeercement bijvoorbeeld meer als tijdelijke restuaratie en bij hoog risicosituaties wordt toegepast.

Levensduur kronen in de algemene praktijk
Faalpercentage is 2,4% na 10 jaar.

Verschillen tussen tandartsen
Er zijn grote verschillen tussen tandartsen, de operateur geeft dus ook een risico. De ene tandarts kiest eerder voor vervanging dan de andere. Is dit goede zorg? Opdam omschrijft dit als de proactieve tandarts versus de reactieve tandarts. Je hebt tandartsen die problemen voor willen zijn en tandartsen die afwachten. Dit is een wellicht een verklaring voor het verschil in jaarlijkse faalpercentages van verschillende algemene praktijken die betrokken zijn geweest bij klinische studies.

Posterior restaureren
Een risicofactor is het veranderen van tandarts. Risicoanalyse is de kern van de diagnose, waarbij het patiëntrisico en de tandarts waarschijnlijk gelden als de belangrijkste factoren. Opdam spreekt liever van hoogrisico in plaats van contra-indicatie. Want is het hard bewezen? Contra-indicatie is erg zwart-wit.
Bij werken volgens informed consent beheert de patiënt zelf zijn risico’s. Leg de keuzes daarom voor aan de patiënt. Kies voor shared decision making: de patiënt beslist, de tandarts legt het vast.
Wanneer bij een patiënt bijvoorbeeld sprake is van een hoog risico dan kunt u zeggen dat er wel een brug gemaakt kan worden, maar dat er een groter risico is op falen.

Take home message

  • Train uw vaardigheden
  • Herken de bruxist
  • Vermijd overbehandeling

Dr. Niek Opdam is universitair hoofddocent aan het Radboudumc. Naast onderwijs doet hij onderzoek op het terrein van de restauratieve tandheelkunde met als speciale aandachtsgebieden de levensduur van restauratief werk in de algemene praktijk, secundaire cariës en gebitsslijtage. Hij promoveerde op zijn proefschrift ‘Clinical procedures for posterior composite restorations’. Hij schreef meer dan 60 artikelen in internationale tijdschriften en hij geeft veel lezingen en cursussen in binnen- en buitenland. Hij is voorzitter van de Academy of Operative Dentistry European Section en van de Practice-based Research Scientific Group van de IADR. Opdam heeft een parttime verwijspraktijk in Ulft met als differentiatie de adhesieve tandheelkunde. In zijn praktijk behandelt hij veel patiënten met gebitsslijtage.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts en docent UMCG, voor dental INFO van de lezing van Niek Opdam tijdens het congres Posterior2016 van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z