Tuchtrecht: tandarts schiet te kort in orthodontische zorg

Tuchtrecht tandarts schiet te kort in orthodontische zorg

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft uitspraak gedaan in een zaak over een tandarts die te kort is geschoten in het voorzien van orthodontische zorg aan een patiënt. De klacht bleek gegrond en de tandarts heeft de maatregel van berisping gekregen.

Situatie

Op 25 januari 2010 ging de patiënt bij de tandarts langs omdat haar tanden scheef stonden en elkaar overlapten, en ze graag een recht gebit wilde. Het bleek dat dit kwam door een gebrek aan ruimte in de boven- en onderkaak. Daarnaast werden cariës en ontstoken tandvlees geconstateerd. De tandarts suggereerde om het probleem op te lossen met een spalk en een nachtbeugel. Deze werd op 11 maart door de tandarts aangebracht, waarvoor ook een kostenbegroting werd opgesteld.

De patiënt was niet zeker over de progressie van haar gebit, en raadpleegde daarom twee orthodontisten in februari 2012. Haar boventanden waren alleen maar verder naar elkaar toe gaan staan. De tweede orthodontist suggereerde om een of twee kiezen te verwijderen en een beugel met intermaxilaire correctieveren te plaatsen. Hier kon echter geen definitief oordeel over worden gegeven, aangezien er geen documentatie van het begin van de orthodontische behandeling beschikbaar was. Het was echter wel zeker duidelijk dat de tandarts, over wie de aanklacht is ingediend, onvoldoende rekening heeft gehouden met het horizontale probleem, waardoor nu een ernstige afwijking was ontstaan. Na dit consult is de patiënt nog vijf keer bij de tandarts terug geweest, maar hier kwam niks goeds uit. Sinds 24 januari 2013 is de patiënt in behandeling bij een van de orthodontisten.

Klacht

De klacht die de patiënt heeft ingediend betreft het feit dat met de toegepaste behandeling tekort is geschoten in de zorg die had moeten worden gegeven. De orthodontiebehandeling duurde te lang en behaalde niet het beoogde eindresultaat. In plaats van het krijgen van een mooi en recht gebit heeft de patiënt een ernstig aangetast gebit met cariës overgehouden aan de behandeling. Daarnaast was de nazorg onvoldoende; er kon voor een lange tijd geen contact worden opgenomen om een afspraak te maken. Ook was de tandarts überhaupt niet bekwaam om het werk van een orthodontist over te nemen, terwijl dit wel is gedaan. Tenslotte zijn de kosten die in rekening zijn gebracht te hoog, zeker gezien het feit dat het bedoelde eindresultaat niet is behaald.

Beoordeling

Het college volgt de orthodontist in het bevinden dat de behandeling ongeschikt was voor de problemen van de patiënt. Daarnaast konden voor een te lange tijd geen vervolgafspraken worden gemaakt, waardoor de schade niet op tijd kon worden geconstateerd. Verder heeft tandarts niet duidelijk gemaakt naar de patiënt toe dat deze niet bekwaam was als orthodontist. Het college heeft daarom besloten dat alle klachten gegrond zijn.

Uitspraak

De aan de tandarts verweten gedragingen zijn van ernstige aard en vragen daarom om een passende maatregel. Aangezien de problemen plaatsvonden voordat het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam hier een uitspraak over had gedaan wordt in dit geval volstaan met een berisping.

Bron:
Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving