Mondzorgalliantie mondzorgregeling nodig voor financieel kwetsbare mensen

Mondzorgalliantie: mondzorgregeling nodig voor financieel kwetsbare mensen

Op 20 november overhandigde de mondzorgalliantie, het samenwerkingsverband van de beroepsverenigingen van tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici, de Handreiking noodzakelijke mondzorg voor financieel kwetsbare mensen aan minister Ernst Kuipers.

In deze handreiking staat beschreven welke behandelingen acuut en noodzakelijk zijn en hoe deze zorg in een regeling kan worden verankerd. Met deze handreiking hoopt de mondzorgalliantie een belangrijke stap te zetten op weg naar een uniforme regeling voor financieel kwetsbare mensen.

Demissionair minister Ernst Kuipers schreef op LinkedIn: “Ik vind het positief dat er een stap gezet is om als sector helder aan te geven wat minimaal noodzakelijke zorg is. De handreiking is een goed instrument voor toekomstig beleid en we nemen de adviezen mee in het project ‘verminderen mijding van mondzorg om financiële redenen’. In dit project werken we samen met de beroepsgroepen, zorgverzekeraars en overheden aan het terugdringen van het aantal mensen dat mondzorg mijdt.”

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Daphne Spang wint de NVvK-elmex® scriptieprijs

Daphne Spang wint de NVvK-elmex® scriptieprijs

Tijdens het NVvK-congres is de NVvK-Elmex® scriptieprijs uitgereikt aan Daphne Spang. De prijs werd voor de negende keer uitgereikt voor de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde.

Deze prijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste bachelorscriptie van de opleidingen mondzorgkunde en de beste masterscriptie van de opleidingen tandheelkunde. Dit jaar was de opleiding tandheelkunde aan de beurt.

De eerste prijs bestaat uit een bedrag van 1000 euro (beschikbaar gesteld door elmex®/Colgate) en een jaar gratis lidmaatschap (à 70 euro) van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. De tweede prijs bestaat uit een bedrag van 500 euro en de derde prijs een bedrag van 250 euro.

Winnaars

De ingezonden scripties hadden veel verschillende onderwerpen. De jury heeft alle inzendingen beoordeeld op originaliteit, klinische relevantie, bruikbaarheid en uitvoering. Volgens de jury waren alle inzendingen van hoge kwaliteit. Daphne Spang (ACTA) heeft de eerste prijs gewonnen, de tweede prijs ging naar Danielle Vreeken (ACTA) en de derde prijs was voor Nicole Heins (UMCG).

Presentatie Daphne Spang

Daphne Spang heeft tijdens het congres een presentatie gegeven over de scriptie met als titel: “ Infant oral mutilation (IOM), A scoping review’’.
Infant Oral Mutilation is een vorm van bijgeloof in Oost-Afrika en houdt in dat de kiemen van de melkhoektanden bij peuters worden geëxtraheerd of weggestoken zonder medische indicatie en zonder steriele instrumenten. Dit wordt meestal gedaan door ’traditional healers’ of ‘midwives’ (verloskundigen). Het is enigszins vergelijkbaar met ‘female genital mutilation’. Mensen in Oost-Afrika denken dat IOM symptomen zoals diarree, overgeven of koorts tegengaat. Ze geloven dat de zwelling van het tandvlees door een doorkomende melkhoektand (die er soms uitziet als een wit bultje onder het tandvlees) een ‘worm’ is die hun kind ziek maakt. Deze traditionele procedure kan ernstige gevolgen hebben, zoals scepsis. Ook raken kinderen vaak getraumatiseerd en worden de permanente hoektanden soms niet aangelegd. Voor dit onderzoek zijn vijf online databases gescreend voor relevante studies op het gebied van Infant Oral Mutilation. Ze vond studies uit Oeganda, Ethiopië, Soedan, Kenia en Tanzania, maar ook uit de UK waar het fenomeen ook al waargenomen is.

De conclusie van het onderzoek is dat IOM een gevaarlijke traditionele procedure is met serieuze en lange termijn gevolgen. Het is belangrijk om bewustwording te creëren in lage en hoge inkomenslanden. Er is verder onderzoek nodig over de prevalentie en de lange termijn gevolgen van IOM, ook in Europa of andere delen van de wereld.

De NVvK-elmex® scriptieprijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding tandheelkunde (masterscriptie) en de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding mondzorgkunde (bachelorscriptie). Met deze prijs willen de NVvK en elmex® onderzoek op het gebied van de kindertandheelkunde stimuleren en het belang ervan benadrukken.

Inzenden scriptie voor deelname in 2023/2024

Dit studiejaar (2023/2024) kunnen scripties van studenten mondzorgkunde (afgerond na 9 juli 2022 en voor 10 juli 2024) meedingen naar de prijs.
Meedoen? Stuur je scriptie naar secretariaat@nvvk.org.

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
Intraorale apparaten populair in de hedendaagse tandartspraktijk

Intraorale apparaten populair in de hedendaagse tandartspraktijk

In de tandartspraktijk wordt een groeiend aantal intraorale apparaten gefabriceerd en gebruikt. In een studie gepubliceerd in The Journal of the American Dental Association hebben onderzoekers de toepassing van intraorale apparaten, werkstromen in de praktijk en veranderingen in praktijktrends geanalyseerd.

Enquête onder panelleden

Onder leiding van Dr. Kevin Frazier van de Augusta University in Georgia ontwikkelden de onderzoekers een enquête die in juli 2022 verspreid werd onder de panelleden van klinische beoordelaars van de American Dental Association

Meer dan een uitneembare partiële prothese

In totaal reageerden 286 mensen. Het overgrote merendeel (88%) zei andere intraorale hulpmiddelen aan te bieden dan een uitneembare partiële prothese. Meer dan de helft gaf aan bleeklepels (88%), flippers of Essix-beugels (83%), spalken (81%), atletische mondbeschermers (72%), orthodontische beugels (60%), fluoride-lepeltjes (56%) en doorzichtige aligners (55%) aan patiënten te geven.

Grootste verandering: intraorale scans

Volgens de onderzoekers is de grootste verandering in de praktijk in de afgelopen vijf jaar met betrekking tot intraorale apparaten dat bij 56% van de respondenten tegenwoordig intraorale scans worden aangeboden. Ook is de verscheidenheid aan gebruikte intraorale apparaten toegenomen.

Meerdere teamleden betrokken

Bij het proces van afdrukken maken tot het vervaardigen van intraorale apparaten waren zowel tandartsassistenten als laboranten betrokken in zo’n driekwart van alle gevallen (respectievelijk 72% en 76%). De tandarts was echter in bijna altijd (97%) betrokken bij de levering van apparaten aan patiënten.

Verschillende soorten informatievoorziening

Patiëntenvoorlichting over het gebruik van hun apparaten kan op meerdere manieren worden gegeven. 95% van de respondenten deed dit mondeling, maar in gedrukte vorm (61%) en visueel (42%) informeren kwam ook regelmatig voor.

Leren door educatiecursussen

Negentig procent van de respondenten meldde dat ze educatiecursussen volgden over intraorale apparaten, wat overeenkomt met het feit dat deze apparaten een vast onderdeel van de tandartspraktijk worden.

Weinig bijwerkingen

Er waren weinig meldingen van bijwerkingen die verband hielden met het gebruik van intraorale hulpmiddelen. Zevenennegentig procent van de respondenten meldde dat ze slechts af en toe of nooit voorkwamen. De meest gemelde problemen waren een slechte pasvorm, pijn, ongemak en irritatie van zacht weefsel.

Steeds diversere lijst van toepassingen

De auteurs concluderen dat intraorale apparaten vaak gebruikt worden in de tandartspraktijk. Ook zijn vaak meerdere leden van het team betrokken bij de fabricageprocessen. “Er zal waarschijnlijk blijvende interesse zijn in relevante leermogelijkheden over technologische vooruitgang en de steeds diverser wordende lijst van toepassingen voor intraorale apparaten”, denken de onderzoekers.

Bron:
The Journal of the American Dental Association

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z, Uncategorized
mondgezondheid - stinkende adem

Probiotica kunnen op korte termijn helpen tegen een slechte adem

Probiotica in gefermenteerd voedsel zoals yoghurt kunnen op korte termijn verlichting bieden voor halitose. Er is echter geen significant effect op de belangrijkste oorzaak van halitose zoals tandplak en tongbeslag, volgens een recente studie gepubliceerd in BMJ Open.

Significant probleem

Halitose, het hebben van een slechte adem, is een significant probleem voor zowel het dagelijkse en sociale leven van patiënten. Het kan zelfs leiden tot psychische problemen zoals angst, depressie en sociaal isolement.

Balans van orale microbiota

De belangrijkste factor die het gezondheidsprobleem veroorzaakt zijn de vluchtige zwavelverbindingen (VSC’s) die orale bacteriën produceren via complexe interacties in de mondholte. Dit wordt geassocieerd met slechte mondhygiëne, tongcoating en peri-tandheelkundige ziekte. Het reguleren van de balans van orale microbiota om VSC-niveaus te verlagen is belangrijk bij het beheersen van halitose.

Oncomfortabele behandelingen

De huidige behandelingen voor halitose omvatten mechanische reiniging (schilfering en tongschrapen) en chemische therapie (antibiotica, mondwater en andere middelen). Deze methodes zijn echter oncomfortabel of hebben bijwerkingen.

Stinkende bijproducten verminderen

Er is steeds meer bewijs dat de toediening van probiotica de samenstelling van orale biofilms en daardoor halitose kan beïnvloeden. Probiotica kunnen de afbraak van aminozuren en eiwitten door anaërobe bacteriën in de mond kunnen remmen, waardoor de productie van stinkende bijproducten wordt afgeremd. Om probiotische therapie voor halitose aan te bevelen is echter nog onvoldoende bewijs.

Meta-analyse

Onderzoekers van de Sichuan University in Chengdu, China, onderzochten daarom het effect van probiotica op halitose vanuit een tijdsperspectief. Ze analyseerden eerdere onderzoeken waarin de effecten van orale probiotica en placebo’s op primaire halitose-uitkomsten (organoleptische (OLP) -scores en niveaus van vluchtige zwavelverbindingen) en secundaire resultaten (tongcoatingscores en plaque-index) werden vergeleken.

Ze vonden zeven onderzoeken met in totaal 278 mensen die voldeden aan de criteria voor de studie. Het aantal deelnemers aan elk onderzoek was klein, variërend van 23 tot 68, met een leeftijdsbereik tussen 19 en 70. De monitoringperiodes varieerden van twee tot twaalf weken. De gegevens werden gesubgroepeerd en geanalyseerd op korte termijn (≤4 weken) en lange termijn (>4 weken) op basis van de follow-uptijd.

Positieve gevolgen op korte termijn

Volgens de analyse toonden de gepoolde gegevens aan dat op de korte termijn zowel de OLP-scores als de VSC-waardes aanzienlijk daalden bij deelnemers die probiotica kregen in vergelijking met de deelnemers uit de placebogroep. Na vier weken was er echter alleen een significant verschil bij de organoleptische scores.
Belangrijk is dat er geen significante verschillen waren in de tongcoatingscore of plaque-index tussen degenen die probiotica kregen en degenen die dat niet kregen, merkten de auteurs op.

Geen effect op oorzaak

“Er is geen significant effect op de belangrijkste oorzaak van halitose”, schreven de onderzoekers. “[…] In de toekomst zijn meer willekeurige klinische onderzoeken van hoge kwaliteit nodig om de resultaten te verifiëren en bewijs te leveren voor de werkzaamheid van probiotica bij de behandeling van halitose”, concluderen ze.

Bron:
BMJ Open

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Tand - pijn

Casus: Zenuwbeschadiging van de nervus hypoglossus na infiltratie-anesthesie

Een 64-jarige vrouw in Tennessee ondervond tongverlamming na toediening van lokale infiltratie-anesthesie voor een tandheelkundige restauratie volgens een casusrapport gepubliceerd in Oral and Maxillofacial Surgery Cases. Door de tongverlamming is het vermogen om te praten aangetast.

De nervus hypoglossus

De nervus hypoglossus is een motorische zenuw en is verantwoordelijk voor het stimuleren van bijna alle intrinsieke en extrinsieke tongspieren.

Oorzaken van de zenuwbeschadiging

De zenuwbeschadiging zou veroorzaakt kunnen worden door mechanische compressie tijdens lokale infiltratie waardoor de zenuwen werden samengedrukt; een chemische verwonding in verband met de lokale anesthesie die werd gebruikt; of direct letsel door de naald.
Volgens de auteurs is de iatrogene schade aan de nervus alveolaris inferior uitgebreid in de literatuur beschreven maar is er een gebrek aan literatuur over complicaties met betrekking tot de nervus hypoglossus.

Onduidelijke spraak en afwijking van de tong na infiltratieanesthesie

De 64-jarige vrouw uit Tennessee bezocht haar tandarts om onder plaatselijke verdoving een tand met cariës te behandelen. Via inferieure alveolaire zenuwblokkade kon geen adequate anesthesie worden verkregen waarop de tandarts vervolgens lokale infiltratie anesthesie toepaste in de bodem van haar mond. Kort na de procedure klaagde de vrouw over een afwijking van haar tong naar rechts en onduidelijke spraak, waarnaar ze werd doorverwezen naar de afdeling mond- en aangezichtschirurgie. Het onderzoek liet een significatie dysartrie, rechtszijdige tongatrofie en afwijking naar rechts zien. Verder vertoonde de vrouw diepe hypesthesie voor verminderde pijnzin, lichte aanraking en druk. De MRI-scan van haar hersenen vertoonde geen tekenen van een cerebrovasculair accident of andere neurologische pathologie. Door de verlamming van de tong was het vermogen om te praten aangetast. De vrouw herstelde grotendeels van de zenuwbeschadiging binnen een paar maanden.

Vervolgbehandelingen

De 64-jarige vrouw werd gediagnosticeerd met rechtszijdige hypoglossale en linguale zenuwletsels. Ze werd doorverwezen naar logopedie, spraakstrategie en neuromusculaire elektrische stimulatie. Verder onderging ze om de 3 maanden vervolgonderzoeken. Na een paar maanden behandeling verbeterden de zwakte van de tong, het bewegingsbereik, het gevoel van de tong. Haar onduidelijke spraak verbeterde tot 85%.

Conclusie

Aangezien de verwonding kan ontstaan door verschillende aandoeningen, waaronder goedaardige en kwaadaardige pathologie, is een volledige medische geschiedenis, klinisch onderzoek en beeldvorming noodzakelijk.

Bron:
Oral and maxillofacial surgery cases

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
Tandartsen en huisartsen werken samen om de patiëntenzorg te verbeteren

Tandartsen en huisartsen werken samen om de patiëntenzorg te verbeteren

Experts pleiten voor een gezamenlijk beheer van parodontitis, samen met hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, obesitas, diabetes, chronische luchtwegaandoeningen, roken en hyperlipidemie. De EFP en WONCA Europe lanceerden de Perio & Family Doctors-campagne. Deze campagne bevat informatief materiaal voor professionals in de mond- en niet-mondgezondheid.

Samenwerking tussen mondzorgverleners en huisartsen

De samenwerking en uitwisseling tussen mondzorgverleners en huisartsen kan de kwaliteit van de behandeling en het welzijn van hun patiënten effectief verbeteren, en in bepaalde gevallen zelfs levens redden. Hoe nauwer de samenwerking tussen tandartsen en huisartsen, hoe groter de verbetering in de behandelstandaarden van hun patiënten, vooral met betrekking tot ernstige chronische aandoeningen zoals diabetes en hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen. Huisartsen moeten worden geïnformeerd over tandvleesaandoeningen en de gevolgen daarvan, terwijl mondzorgprofessionals bewust moeten worden gemaakt van het belang van niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) en de daarmee samenhangende risicofactoren.

Perio & Family doctors campagne

De nieuwe Perio & Family Doctors campagne is een initiatief van de Europose Federatie van Parodontologie (EFP) en WONCA Europe. In 2022 onderzochten 18 experts van de EFP en WONCA Europe de rol van huisartsen en het mondgezondheidsteam en formuleerden een reeks aanbevelingen voor beide groepen artsen. Hun conclusies zijn gepubliceerd in een wetenschappelijk consensusrapport dat eerder dit jaar werd gepubliceerd in het door EFP uitgegeven Journal of Clinical Periodontology.

Prof. Vinker geeft aan: “Het versterken van de band tussen mondgezondheidsprofessionals en huisartsen is niet alleen van groot belang bij de vroege detectie en behandeling van niet-overdraagbare ziekten, maar ook bij het bevorderen van een gezondere levensstijl. De ontwikkeling en evaluatie van routes voor vroege detectie van parodontitis in huisartspraktijken en in tandartspraktijken markeert de volgende grens in ons collectieve streven naar alomvattende gezondheidszorg.”

Campagnemateriaal

Het campagnemateriaal van Perio & Family Doctors omvat infographics en andere digitale inhoud die beschikbaar is op de EFP-website.

Doel van de campagne

Volgens voorzitter van de projectencommissie van de EFP prof. Anton Sculean: “Ons doel met deze materialen is om de kernboodschappen van het consensusrapport visueel en intuïtief te maken, waarin grondig het meest recente wetenschappelijke bewijsmateriaal is onderzocht dat ondersteunt dat parodontitis, in het bijzonder parodontitis of chronische ontsteking van het tandvlees, onafhankelijk geassocieerd is met hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en ademhalingsziekten, zoals chronische obstructieve longziekte, slaapapneu en Covid-19-complicaties”

EFP

De EFP (European Federation of Periodontology) is een non-profitorganisatie die zich inzet voor het bevorderen van het bewustzijn van parodontale wetenschap en het belang van tandvleesgezondheid bij mondgezondheidsprofessionals en het publiek. De leidende visie is ‘Parodontale gezondheid voor een beter leven’.

WONCA Europe

WONCA Europe vertegenwoordigt 47 lidorganisaties en meer dan 90.000 huisartsen, en is de academische en wetenschappelijke vereniging van WONCA voor huisartsgeneeskunde/huisartsgeneeskunde in Europa.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Loes Velthoven-Verlinden

Loes Velthoven-Verlinden vanaf 10 november nieuwe NVM-voorzitter

Loes Velthoven-Verlinden, eerder vicevoorzitter en bestuurslid op de portefeuille Onderwijs, Scholing en Wetenschap bij NVM-mondhygiënisten heeft op 10 november 2023 het voorzitterschap bij NVM-mondhygiënisten overgenomen. Manon van Splunter-Schneider gaf op de Algemene Ledervergadering van 10 november na meer dan zeven jaar voorzitterschap het stokje officieel over aan Loes Velthoven-Verlinden.

Verbindende rol

Loes Velthoven-Verlinden motiveert haar keuze voor het voorzitterschap als volgt: “Als mondhygiënist ben ik gepassioneerd over het bevorderen van de professionele ontwikkeling en groei van ons beroep. Ik geloof dat we als NVM-mondhygiënisten een belangrijke rol spelen in het verbeteren en bevorderen van de preventieve mondzorg in Nederland en het versterken van de positie van de mondhygiënist in de gezondheidszorg. Elke Nederlander moet kunnen rekenen op een toegankelijke en betaalbare mondzorg.”

Stevige fundamenten

“Mijn voorganger Manon van Splunter-Schneider heeft NVM-mondhygiënisten op een voortreffelijke wijze op de kaart gezet bij de partijen in de mondzorg, het ministerie van VWS en de politiek. Onder haar voorzitterschap heeft NVM-mondhygiënisten zich verder geprofessionaliseerd als belangenbehartiger voor de leden en kenniscentrum voor de preventieve mondzorg. Op deze fundamenten bouw ik graag verder en op het NVM-najaarscongres van 10 november zullen we hier aandacht aan schenken bij het afscheid van Manon.”

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
mondpiercing

De risico’s van piercings in of rond de mond

Mondsieraden, zoals piercings of edelstenen op tanden, kunnen de mond en tanden op verschillende manieren beschadigen. Zo kunnen er verwondingen ontstaan aan het tandvlees, de tong of de tanden. Ook kunnen mondsieraden de manier waarop tanden en mond samenwerken in de weg zitten. Het wordt lastig om duidelijk te praten, en er wordt soms te veel speeksel aangemaakt. En er is een verhoogd risico op complicaties die de mondgezondheid kunnen beïnvloeden.

Mogelijke complicaties

De meest voorkomende complicatie voor de mondgezondheid van orale piercing is een ontsteking op de plaats van de piercing. Het gebruik van niet-steriele apparatuur om de piercing te plaatsen of het hanteren van de piercing na plaatsing kunnen de plek blootstellen aan ziektekiemen die een infectie kunnen veroorzaken. Infecties in de mond kunnen in de bloedbaan terechtkomen en zich door het lichaam verspreiden. Soms zijn deze infecties zo ernstig dat iemand in het ziekenhuis belandt. Andere mogelijke complicaties zijn:

  • Zwellingen
  • Bloedingen
  • Scheuren
  • Allergische reacties
  • Het inslikken of ademen van een losgekomen sieraad

Slissen en fluiten

Veranderingen in spraak zijn een van de meest voorkomende manieren waarop piercings invloed kunnen hebben op hoe de mond werkt. Mensen kunnen gaan slissen of fluiten tijdens het praten, vooral als ze een tongpiercing hebben. Zo’n tongpiercing kan ook het kauwen en slikken verstoren. Daarnaast kan er zenuwbeschadiging optreden, wat het smaakgevoel kan beïnvloeden.

Verwondingen

Behalve dat piercings en tandsieraden de correcte werking van de mond in de weg kunnen zitten, kunnen ze ook voor vervelende verwondingen zorgen. Tanden en zacht weefsel (zoals het tandvlees en de wang) kunnen beschadigen door een piercing. Zo kunnen tanden beschadigd raken als iemand op zijn of haar piercing bijt, en kan een wangpiercing ervoor zorgen dat het tandvlees rond die plek wegtrekt.

Als er een sieraad op een tand geplakt wordt, moet het galzuur op die plek verwijderd worden. Dat maakt deze plek op de tanden extra gevoelig voor gaatjes. Bovendien kunnen tandsieraden zweren veroorzaken aan het zachte weefsel waar ze tegenaan komen.

 

Advies voor patiënten met piercings

Het is belangrijk om te weten dat deze complicaties lang niet altijd optreden. Toch is het goed om patiënten met piercings te informeren over deze risico’s en tips te geven voor hoe ze mogelijke complicaties kunnen voorkomen. Het liefste voordat de piercing gezet wordt.

De belangrijkste tip: verzorg je tanden en tandvlees goed. Natuurlijk is dit voor iedereen belangrijk, maar het is goed om het belang van mondverzorging extra te benadrukken bij patiënten met een piercing. Daardoor kunnen vervelende complicaties voorkomen worden. De basis moet in orde zijn. Dat wil zeggen:

  • Twee maal daags twee minuten poetsen met tandpasta die fluoride bevat
  • Dagelijks tussen de tanden reinigen
  • Dagelijks de mond spoelen met niet-alcoholische mondspoeling om het risico op infectie te verkleinen

Bron:
JADA

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Manon Veenstra

Sport Fit with Sound Teeth: video van BMX topatlete Manon Veenstra

In aanloop naar de Olympische Spelen van Parijs in 2024, is extra aandacht voor de mondgezondheid van een professionele atleet van groot belang, vooral in verband met hun welbevinden en prestaties. Via een videoboodschap verwoordt de 24-jarige Nederlandse Manon Veenstra, BMX topatlete, haar visie en ervaringen van een – speciaal voor haar op maat gemaakte – mondhygiëne zelfzorginterventie door de mondhygiënist.

Naast een uitgebreide gebitsscreening (DMFT-, BEWE-, en DPSI-index) en professionele mondhygiënezorg werd bij de intake een diepgaand semi-gestructureerd interview afgenomen. Naast een reguliere medische vragenlijst aangevuld met vragen over stress, slapen en ademhaling vulde Manon de zogenaamde “Mind & Mouth” vragenlijst in. Hierin is de Nederlandse versie opgenomen van het Oral Health Impact Profile-14 (OHIP-14-NL als meting van OH-QoL) en schalen voor persoonlijke verwachte sociale uitkomsten voor het hebben van een gezond gebit, attitude ten opzichte van mondhygiënegedrag (OHB-index), en angst voor de tandarts.

Waarde van professionele individuele mondhygiëne-instructies

Manon benadrukt in deze video de waarde van professionele individuele mondhygiëne-instructies en voorlichting, en met haar boodschap illustreert ze dat effectieve mondzorggedrag bij en/of van haarzelf als topsporter een belangrijke rol speelt bij het verminderen van cariës en bij het zelf ervaren OH-QoL.

Bekijk de videoboodschap Manon Veenstra

 

Jolanda zal deze persoonlijk videoboodschap van Manon Veenstra nader toelichten tijdens haar key-note presentatie op 18 november bij LBHD tarptautinė konferencija, een mondhygiëne congres in Litouwen.

Door:
Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision, info@oral-vision.nl

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Tanden bleken kan mogelijk effectiever met behulp van koude plasma’s

Tanden bleken kan mogelijk effectiever met behulp van koude plasma’s

Tanden kunnen mogelijk effectiever worden gebleekt door een koude plasmastraal te gebruiken om een waterstofperoxidegel aan te brengen. Volgens een studie gepubliceerd in BMC Oral Health kan in slechts vijf tot tien minuten al een goed resultaat worden behaald.

Meest gebruikte bleekmiddel

Waterstofperoxide (H2O2) is het meest gebruikte bleekmiddel voor tanden. Wanneer een hoge concentratie gedurende langere tijd wordt gebruikt is dit middel echter zeer corrosief voor de tanden. Er is gemeld dat de combinatie van een bleekgel en plasma de effectiviteit van het bleken kan verbeteren in vergelijking met alleen een gel.

Nieuwe technologie

Tijdens het bleekproces hebben ultraviolette straling, hitte en reactieve soorten direct of indirect een wisselwerking met het glazuur en het pulpaweefsel. Dit leidt tot verhoging van de temperatuur van de tandpulpkamer, morfologie van het glazuuroppervlak en modificatie van microhardheid. Er moeten enkele veiligheidsproblemen worden aangepakt voordat deze technologie uiteindelijk in tandheelkundige klinieken kan worden toegepast, schrijven de auteurs.

Veiligheid hangt af van gebruikstijd

De werkzaamheid en veiligheid kunnen sterk gecorreleerd zijn met de gebruikstijd. Om dit te evalueren werd in vitro het effect van verschillende bleekgels in combinatie met een koude plasmastraal op geëxtraheerde, onbeschadigde menselijke tanden beoordeeld.

Evaluatie met spectrofotometer

De vijftig tanden werden random verdeeld over vijf groepen. De tien tanden in de controlegroep werden besmeerd met 35% waterstofperoxidegel, zonder van plasma gebruik te maken. Vier groepen kregen met plasma waterstofperoxide toegediend in concentraties van 6%, 15%, 25% of 35%. Elke vijf minuten werden deze tanden behandeld met plasma, tot de behandeltijd van twintig minuten was bereikt. Om ervoor te zorgen dat er tijdens de behandelingsperiode voldoende gel op het tandoppervlak aanwezig was, werd de gel met tussenpozen van 30 seconden bijgevuld. Het bleken van tanden werd geëvalueerd door een spectrofotometer, schreven de auteurs.

Effectieve behandeling na tien minuten

Ongeveer 65% van de maximale kleurverandering trad op na een behandeling van vijf minuten met koud plasma en waterstofperoxide, en ongeveer 90% van de maximale kleurverandering trad op na een behandeling van tien minuten. Wanneer de behandeling langer dan twintig minuten duurde nam het microhardheidsniveau van de tanden af en nam de ruwheid toe. De glazuurmorfologie, microhardheid en oppervlakteruwheid waren vergelijkbaar met die van traditionele klinische methoden, schreven de auteurs van het onderzoek.

Veilig binnen twintig minuten

De temperatuur van de tandpulpkamer bleef binnen een veilige marge bij een behandeling van twintig minuten. Een dergelijk lange behandeltijd kan echter leiden tot kleurregressie en beschadigd glazuur. Het blijft volgens de onderzoekers onduidelijk hoe en via welke mechanismen tandglazuur reageert koud plasma.

Ideaal tandbleekeffect

“Vijf tot 10 minuten was de beste behandelingstijd van waaruit we een ideaal tandbleekeffect en minder invloed op tandglazuur en pulpaweefsel kunnen krijgen bij gebruik van koud plasma en waterstofperoxidegel”, concludeerden de auteurs.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
advies, tips

Het advies Cariëspreventie

Het advies Cariëspreventie is bedoeld voor iedereen die professionele adviezen geeft over preventieve mondzorg. Het Advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Het Advies Cariëspreventie bestaat uit een Basisadvies en een Aanvullend Advies.

Het Basisadvies is samengesteld uit de 3 Basisadviezen:

– Mondhygiëne
– Fluoride
– Voeding

Bij elk van deze Basisadviezen hoort een Aanvullend Advies, die gezamenlijk het Aanvullend Advies Cariëspreventie vormen. Het Basisadvies geldt voor iedereen, terwijl het Aanvullend Advies is bedoeld voor mensen met cariësactiviteit. Bekijk het advies Cariëspreventies  van het het Ivoren Kruis

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
Kanker, cellen

Tandartsen kunnen HPV-kanker helpen voorkomen door met patiënten te praten

Mondzorgprofessionals kunnen Humaan papillomavirus (HPV)-gerelateerde kankers helpen voorkomen, volgens een studie die is gepubliceerd in The Journal of the American Dental Association. Dit zouden ze kunnen doen door patiënten te betrekken bij gesprekken over HPV-vaccinatie, hoewel mondzorgverleners mogelijk eerst beter getraind moeten worden.

Oorzaak van te voorkomen kankers

HPV is de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening in de Verenigde Staten. Aanhoudende infectie met genotypen met een hoog risico kan leiden tot precancereuze laesies en invasieve kanker. HPV is de belangrijkste oorzaak van verschillende te voorkomen kankers, waaronder orofaryngeale kankers.

Verschillende rollen

Volgens de auteurs van een review kunnen mondzorgprofessionals verschillende rollen hebben wat betreft de preventie van HPV-infectie. Ze zouden zich kunnen inzetten voor het verbeteren van het bewustzijn van de patiënt, het verbeteren van de voorlichting en het opzetten en promoten van HPV-vaccinatiestrategieën.

Barrières

De onderzoekers van Boston University in de VS analyseerden barrières om kennis en discussie over HPV te verbeteren. Ook bepaalden ze de potentiële bevolking die bereikt zou kunnen worden door gesprekken over HPV-vaccinatie met een mondzorgprofessional.

Databases

Om gegevens te verzamelen, doorzochten onderzoekers systematisch vier databases en gegevens van het Behavioral Risk Factor Surveillance-systeem uit 2018 over de prevalentie van HPV-vaccinatie en tandartsbezoeken bij patiënten tussen de 18 en 49 jaar. Vierentwintig onderzoeken werden in de review opgenomen.

Discussies zijn zeldzaam

Hoewel de kennis over de prevalentie, overdracht, ziekteprocessen en risico’s van HPV varieerde, waren discussies over HPV in tandheelkundige settings over het algemeen zeldzaam. Onderzoekers speculeren dat dit te wijten kan zijn aan een gebrek aan kennis en communicatieve vaardigheden bij tandheelkundige professionals. Dit kan mogelijk worden verbeterd door opleiding en begeleiding van professionele tandheelkundige organisaties.

Ongevaccineerden bezoeken tandarts

Data uit het Behavioral Risk Factor Surveillance-systeem lieten zien dat de meeste mensen die niet gevaccineerd zijn het afgelopen jaar wel de tandarts hebben bezocht. Volgens de onderzoekers benadrukt dit de potentiële rol van mondzorgprofessionals met betrekking tot de discussie over HPV en het bevorderen van bewustzijn en acceptatie van vaccinatie.

Bereid om meer te leren

Verder meldden tandartsen over het algemeen dat ze bereid waren om meer te leren over HPV en de mogelijke gevolgen ervan. Ook is er bewijs dat mondzorgprofessionals geïnteresseerd zijn om de opname van vaccins te verbeteren.

Verbeterde richtlijnen zijn cruciaal

“Deze review toont aan dat verbeterde richtlijnen en beleidsverklaringen van toonaangevende tandheelkundige organisaties cruciaal zijn om gesprekken te ondersteunen en aan te moedigen die vaak als gevoelig worden ervaren binnen tandheelkundige instellingen”, schreven de auteurs van het onderzoek.

Bron:
The Journal of the American Dental Association

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
ergonomie - rugpijn

Ergonomie-aspecten voor tandartsen: hoe je het werk leuk en gezond kan houden

De afgelopen jaren zijn er steeds meer vrouwelijke tandartsstudenten. Volgens een artikel in Qdent wordt hun vreugde echter bedorven door lichamelijke klachten en stress. De auteurs schrijven dat er verschillende aspecten zijn wat betreft ergonomie en werklast die de aandacht verdienen om ervoor te zorgen dat jonge, vrouwelijk tandartsen hun gezondheid en plezier wél behouden.

Bewustzijn is al de helft

Het artikel is geschreven door drs. Joseph Wouters, deskundige in arbeidsvraagstukken en ergonoom, en prof. Dr. Jerome Rotgans, voorzitter van de werkgroep ‘Ergonomie in de tandheelkunde’ binnen de Duitse vereniging voor tandheelkundige, orale en maxillofaciale geneeskunde. Volgens hen zorgt het bewust zijn van het risico al voor de helft van je gezondheid.

Fysieke en mentale aspecten

De auteurs bespreken de verschillen tussen mannen en vrouwen en gaan in op twee onderdelen: de fysisch-ergonomische aspecten en het mentaal-ergonomische thema stress. Dit laatste is belangrijk in deze tijden van onzekerheid en dreiging van commercialisering in de tandheelkunde, zeggen ze.

Antropometrische verschillen

Allereerst zijn de antropometrische verschillen tussen mannen en vrouwen groot. Vrouwen zijn gemiddeld genomen kleiner en lichter dan mannen, en hebben andere lichaamsverhoudingen. Dit heeft op veel gebieden effect. Zo is het met kleinere handen lastiger om bepaalde instrumenten vast te houden en zijn zwakkere spieren eerder overbelast.

Volumineuze behandelunit

Meestal is de behandelunit behoorlijk volumineus en minder geschikt voor kleinere tandartsen. Hierdoor hebben deze eerder een verkeerde werkhouding. Een beoefenaar wordt gedwongen om voorover te buigen, de schouders op te trekken of naar voren te bukken om goed in de mondholte te kunnen kijken of pedalen te kunnen bedienen. Dit kan leiden tot overbelasting van het nek- en schoudergebied.

Grotere borstomtrek

Een ander aspect is het verschil in borstomtrek. Een grotere borstomtrek in combinatie met het dragen van een bh belemmert volgens de auteurs vanaf cupmaat D het zicht in de mondholte. Ter compensatie buigt de tandarts meestal vaker naar voren, wat voor meer belasting zorgt. Daarnaast snijden bh-bandjes in de huid – een sport- of steun-bh met brede bandjes zou de ergonomisch juiste keuze zijn. Verder proberen tandartsen het contact tussen hun borst en het hoofd van de patiënt te vermijden. Dit is begrijpelijk, maar leidt meestal ook tot een houding die schadelijk is voor de gezondheid.

Belastingverschillen

Er bestaan ook belastingverschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen hebben in het algemeen minder spierkracht, losser bindweefsel en meer elastische banden dan mannen. Hierdoor hebben ze vaker last van de bovenste ledenmaten. De meeste klachten bestaan door een combinatie van deze factoren en een slechte, stressvolle houding. Het groter wordende aandeel vrouwen geeft aanleiding om hier meer aandacht aan te besteden. Volgens Wouters en Rotgans is het essentieel voor vrouwelijke tandartsen om hun spieren te trainen, overgewicht te voorkomen en een ergonomische werkhouding te hebben.

Totale menselijke werklast

Overbelasting heeft meestal meer oorzaken dan alleen stress, schrijven de auteurs; de lichamelijke en geestelijke gesteldheid zijn allebei belangrijk. Zo speelt het vermogen om het heft in eigen handen te nemen, zoals het reorganiseren en structuren van werk, ook een grote rol. Er is echter nog te weinig onderzoek gedaan naar verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft belastingsstrategieën, vol- en deeltijd werken en de combinatie van andere variabelen die van invloed zijn op de totale menselijke werklast.

Werkdruk

De auteurs van het artikel realiseren zich dat het makkelijker is om allerlei ergonomische aspecten te beschrijven dan alle problemen op te lossen. Toch is het belangrijk om er aandacht aan te besteden. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfs jonge studenten al muscoskeletale problemen hebben ervaren. Die visie is gebaseerd op de aanname dat studenten ook een hoge werkdruk ervaren, net als tandartsen in loondienst.

Stressfactoren in de werknemersrelatie

Deze veronderstelling wordt ondersteund door de resultaten van een onderzoek bij 170 vrouwelijke tandartsen in Zweden. Zij kregen de vraag: hoe voel je je en red je jezelf binnen je organisatie? Er waren opvallend veel deelnemers die last hadden van rug-, nek- of schouderpijn, vermoeidheid zonder directe aanleiding, slaapproblemen en psychische klachten.

Gebrek aan invloed

Veel hiervan werd geweten aan het werk. Het gevoel invloed te hebben op het werkproces werd erg gemist, met name bij belangrijke beslissingen die worden genomen. De vrouwen voelden zich niet genoeg begrepen en ondersteund door hun werkgevers. Dit kwam volgens het onderzoek door de zwakke relatie tussen de deelnemers en hun superieuren. Zo voelden sommigen zich bijvoorbeeld als een fabrieksarbeider aan een lopende band door de focus op productiviteit, en niet kwaliteit.
De resultaten zijn mogelijk niet een op een te vertalen naar andere landen. Wat wel zeker is, is dat de tandheelkunde mentaal en ergonomisch wordt uitgedaagd, schrijven de auteurs. In welke mate de coronapandemie en zorgen om de oorlog in Oekraïne hier invloed op hebben is nog de vraag.

Tips voor plezierig werken

Om met name vrouwelijke tandartsen te helpen worden enkele tips gegeven om het werk plezierig te houden:

  • Zorg voor een goede lichamelijke conditie en voldoende ontspanning.
  • Luister naar de signalen van je lichaam en onderneem op tijd actie.
  • Gebruik instrumenten die bij de anatomie van je handen passen.
  • Draag een sport-bh of bh van goede kwaliteit met brede bandjes. Probeer de drempel van patiëntencontact te overwinnen als dit bijdraagt aan een goede houding.
  • Zoek een balans tussen werk en privéleven en bespreek dit met je partner.
  • Beperk de stoeltijd tot 6 à 7 uur per dag en las kleine pauzes in.
  • Als je in loondienst bent, deel je ideeën met je werkgever en laat je betrokkenheid zien.

Zeer complex, maar prachtig specialisme

De tandartspraktijk is zeer complex geworden door onder andere regelgeving, digitalisering en hoge eisen van patiënten, vinden Wouters en Rotgans. Het verband tussen stress en fysieke klachten is duidelijk, dus het verminderen van stress is essentieel. Langdurige spier- en skeletproblemen kunnen de toegangspoort zijn tot werkloosheid, zeggen ze. Het voorkomen hiervan is de taak van de ergonomie.

“Tandheelkunde is een prachtig specialisme dat je elke dag de kans geeft om geweldig werk te leveren. Het werken met mensen is heel afwisselend, er kan energie uit worden gehaald”, concluderen de auteurs.

Bron:
Qdent

 

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Parodontale zorg met op algoritmen gebaseerde herinneringsintervallen

Hoe stem je nazorg zorgvuldig af op de paropatiënt met stadium IV? De Zwitserse parodontoloog Christoph Ramseier vertelde hierover tijdens zijn lezing bij het NVvP-congres. Hij legde uit hoe regelmatig meten van de pocketdiepte ingezet kan worden in een mathematisch algoritme om optimale tijdintervallen te berekenen.

Het doel van ondersteunende parodontale therapie is het bereiken en behouden van klinische stabiliteit op lange termijn bij elke parodontale patiënt. Recent klinisch onderzoek heeft een algoritme geïdentificeerd dat mondzorgprofessionals zal helpen om de herinneringsintervallen efficiënter te bepalen voor alle patiënten die deelnemen aan het terugroepprogramma.

Elke patiënt kan er baat bij hebben om bij elk bezoek te worden beoordeeld op resterende parodontale sondedieptes (PPD’s). Dergelijke individuele kwantitatieve gegevens kunnen worden gebruikt in wiskundige formules (algoritmes) die kunnen helpen bij het bepalen van de optimale tijd tussen opeenvolgende terugroepbezoeken voor elke patiënt. Bovendien zal het gebruik van dit algoritme in combinatie met evaluatie van individuele risicofactoren parodontale patiënten een meer gepersonaliseerde en effectievere ondersteunende parodontale zorg bieden. Deze wetenschappelijke benadering is van bijzonder belang voor een succesvolle lange termijnbehandeling van verschillende parodontale patiënten in stadium IV.

Conclusie lezing

Geschat wordt dat precisiegeneeskunde zich in de toekomst verder zal ontwikkelen met behulp van machine learning. Er is een roep om actie om onze patiënten te ondersteunen bij het maken van gezonde keuzes. Verder moeten we de risicofactoren beheersen en we moeten alle risicofactoren op alle niveaus aanpakken. Aanvullende eHealth/mHealth kan ondersteunend zijn, zelfs met kleinere effectgroottes, en de effecten kunnen groter worden als we apps gebruiken die gericht zijn op onderwijs.

Dr. Christoph Ramseier is parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland. Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan en is een veelgevraagde internationale spreker.

Door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Christoph Ramseier tijdens het NVvP-congres.

Lees ook:
Parodontale regeneratie bij stadium IV parodontitis en de esthetische vraag van de patiënt

De onderschatte rol van trauma door occlusie bij ernstige paro-patiënten

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Petra Arts

Extreme kokhalsneiging: na therapie tandheelkundige behandeling wel mogelijk

Als je last hebt van een extreme kokhalsneiging, is een bezoek aan de tandarts een verschrikking. Afdrukken en foto’s maken is meestal onmogelijk. Hoe kunnen deze patiënten worden geholpen? Een gesprek met Petra Arts van Embden, psychosociaal counselor én tandartsassistente, die therapie geeft aan kokhalspatiënten.

Psychosociaal counseler

Petra Arts van Embden werkt al lang in de mondzorg. Eerst jarenlang als tandartsassistente in de reguliere mondzorg en later bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Daar kwam ze in aanraking met mensen die bij de mondzorg extra begeleiding nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege een beperking of erge angst. Ook de extreme kokhalsneiging kwam ze hier tegen. Om meer te weten te komen over de psychologische achtergronden van deze problemen is ze de hbo-opleiding Psychosociaal Counselor gaan volgen. Na haar studie heeft ze haar eigen praktijk Progress for People geopend, waar ze onder andere cliënten met een extreme kokhalsneiging helpt. Daarnaast werkt ze nog parttime bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde.

Oorzaak extreme kokhalsneiging

Hoe ontstaat eigenlijk een extreme kokhalsneiging? Petra vertelt dat de oorzaak heel verschillend kan zijn. “Iedere kokhalscliënt heeft zijn eigen specifieke probleem. Het lastige van kokhalzen is dat je heel breed moet gaan zoeken. Sommige mensen hebben last van een trauma, bijvoorbeeld iemand die bijna is verdronken. Dan kan je heel gemakkelijk terughalen waar het vandaan komt. Bij andere mensen ligt het veel complexer. Vaak heeft het te maken met stress in combinatie met een gebeurtenis ooit.”

Doorverwijzing door tandarts

De patiënten komen meestal in de praktijk terecht na doorverwijzing door een tandarts. Er moeten dan bijvoorbeeld foto’s gemaakt worden of afdrukken voor een kroon. Deze mensen hebben echter niet alleen bij de tandarts last van kokhalzen. Vaak beïnvloedt het hun hele leven. “Het is voor veel mensen een heel groot probleem. Vijf procent van de Nederlanders heeft er wel last van, maar de mensen die ik zie ondervinden er ook heel veel hinder van op het sociale vlak. Ik heb cliënten die zeer regelmatig last hebben van kokhalzen. Als ze bukken, in de auto zitten of een vergadering hebben… Sommige mensen durven de deur niet meer uit.”

Fysieke oefeningen

In eerste instantie krijgt de patiënt fysieke oefeningen om de mond minder gevoelig te maken, goed door de neus te leren ademhalen en goed in alle posities te kunnen slikken. “Sommige mensen vinden het heel moeilijk om hun mond een klein stukje open te houden en dan door hun neus adem te halen. Dat kan al een hele heftige kokhalsneiging oproepen. Dus daar gaan we dan veel mee oefenen. Natuurlijk letten we ook op de houding en de buikademhaling. De schouders moeten laag zijn en het hoofd een beetje naar voren. Mijn therapie is ook tandheelkundig gericht, zodat in een tandheelkundige setting het maken van foto’s bijvoorbeeld wel weer mogelijk is. Dat vraagt wel heel veel motivatie van de cliënt. Het is een heel uitdagend traject.”

Trigger

Ook het onderliggende probleem komt aan de orde. “Het andere aspect is de trigger zoeken. Dat kan hem zitten in wat mensen denken, maar het kan ook door een traumatische ervaring komen. Er kunnen vele oorzaken zijn. Het is heel lastig. Je moet samen op zoek. Uiteindelijk komen we er wel altijd, dat is wel heel fijn.”

Verschillende therapieën

Om de oorzaak aan te pakken maakt Petra gebruik van verschillende therapieën, zoals de Acceptance and Commitment Therapy (ACT), een nieuwe vorm van gedragstherapie die er op gericht is om het zinloze gevecht met vervelende gedachten te staken en je aandacht te richten op de dingen die je werkelijk belangrijk vindt in het leven. Ook Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) kan helpen. Deze therapie wordt gebruikt bij mensen die last blijven houden van de gevolgen van een schokkende ervaring. “Ik ben een beetje gaan zoeken, het is een grote puzzeltocht. Zo ben ik ook bij brainspotting uitgekomen. Dat is een erg effectieve therapievorm voor de verwerking van bewuste en onbewuste blokkades. Daar zie ik nu wel heel mooie dingen mee gebeuren.”

Resultaat

Petra heeft in haar eigen praktijk, die nu anderhalf jaar bestaat, ongeveer tien à vijftien mensen met kokhalsproblematiek behandeld. Tot nu toe heeft de therapie altijd resultaat gehad. Soms is het kokhalzen helemaal verdwenen, soms is het een heel eind teruggedrongen. “Een van mijn patiënten had een plasticfobie. Hij was doorverwezen, omdat er afdrukken gemaakt moesten worden voor kroon- en brugwerk. Iedere keer als de tandarts met de afdruklepel aankwam, ging hij zo extreem kokhalzen, dat hij er een paar dagen enorm ziek van was. Inmiddels zijn de afdrukken gemaakt. Met EMDR hebben we de fobie helemaal weg kunnen nemen. Zijn hele leven is nu veranderd.“

Bij andere patiënten duurt de behandeling soms wat langer. “Bij een meneer begon het kokhalzen toen hij na een totaalextractie de prothese in kreeg. Dat is zo erg geworden dat hij ’s morgens al wakker werd met een kokhalsneiging. Met brainspotting hebben we het kokhalzen heel erg terug kunnen brengen. In het dagelijks leven heeft hij er geen last meer van. Nu zijn we bezig met oefeningen om zijn mond ongevoelig te maken, zodat hij de prothese heel de dag kan dragen. Dat lukt nu al een paar uur per dag, maar nog niet volledig.”

Gedreven

Petra is erg gedreven en probeert mensen met kokhalsproblematiek zo veel mogelijk te helpen. “Ik zit er ook over te denken om een forum op te richten, waar deze mensen hun verhaal kwijt kunnen. Ze denken nu vaak dat ze de enige zijn die dit hebben. Ik ben steeds aan het verzinnen hoe ik die doelgroep het beste kan helpen en behandelen. Ik heb nu een praktijk in Zuid-Holland, maar heb ook plannen om een praktijk in Brabant te openen. Graag zou ik ook op locatie bij andere tandartsen of centra mijn diensten aanbieden. Werken met een groot interdisciplinair team, dat lijkt me echt leuk.”

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Petra Arts van Embden van Progress for People.

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Mondmicroben: steeds meer aandacht voor link parodontitis en systemische ziekten

Parodontitispatiënten lopen groter risico op de auto-immuunziekte alopecia areata

Patiënten met parodontitis kunnen een veel groter risico lopen op het ontwikkelen van de auto-immuunziekte alopecia areata (AA), volgens een brief die is gepubliceerd in het Journal of the European Academy of Dermatology and Venerology. Mogelijk is dit te wijten aan de gemeenschappelijke auto-immuun-inflammatoire aard van beide ziekten.

Inflammatoir haarverlies

Alopecia areata (AA) is T-cel-gemedieerd auto-immuun inflammatoir haarverlies. Het is de op één na meest voorkomende vorm van alopecia, na mannelijke en vrouwelijke kaalheid. De oorsprong van AA blijft onbekend, hoewel het mogelijk te wijten is aan omgevingstriggers of ontregeling van het immuunsysteem.

Systemische ontstekingsaandoeningen

Recent bewijs suggereert dat parodontitis verband houdt met immuungemedieerde huid- en systemische ontstekingsaandoeningen, waaronder psoriasis en systemische lupus. Daarom probeerden onderzoekers van Jeonbuk National University vast te stellen of er een verband was tussen tandvleesaandoeningen en alopecia door gebruik te maken van de claimsdatabase van de National Health Insurance Service.

Incidentie per 10.000 persoonsjaren

Mensen ouder dan 60 jaar en degenen die de diagnose alopecia al hadden voordat bij hen de tandvleesontsteking werd vastgesteld werden uitgesloten van deelname aan het onderzoek. Het Cox-model voor proportionele risico’s werd gebruikt om de incidentie (per 10.000 persoonsjaren) en niet-aangepaste en aangepaste risicoratio’s van AA te berekenen. Na matching omvatte de parodontitisgroep 68.703 mensen en de andere groep 68.703 mensen, volgens de brief.

Vaker alopecia areata bij parodontitispatiënten

De incidentie van alopecia areata in de parodontitisgroep was 24,19, wat significant hoger was dan die in de controlegroep (17,64). Een gevoeligheidsanalyse bevestigde het significante effect. Bovendien had de parodontitisgroep een hoger risico op AA-comorbiditeiten als systemische lupus en reumatoïde artritis.

Exacte mechanisme is onbekend

Het exacte mechanisme waardoor parodontitis als een risicofactor voor AA fungeert is niet bekend. Mogelijk kan de relatie worden verklaard door de algemene auto-immuun-inflammatoire aard van de twee aandoeningen. “Orale microbiële dysbiose kan werken als een immuunversterker die het T-cel-aangedreven auto-immuunproces van AA in gevoelige individuen initieert”, schrijven de auteurs.

Meer onderzoek nodig

Er is nog geen bewijs gevonden voor orale pathogenen bij alopecia areata. Recente darmmicrobioomstudies ondersteunen volgens de onderzoekers echter de impact van dysbiose van verre orgaanlocaties op de ontwikkeling van AA. Verder prospectief onderzoek is nodig om het verband te bevestigen en het mechanisme op te helderen.

Mogelijkheid tot nieuwe therapeutische strategieën

“Deze resultaten suggereren een mogelijk verband tussen de twee immuun-inflammatoire aandoeningen van verre orgaanlocaties (orale-haarfollikel-as), die nieuwe therapeutische strategieën voor AA kunnen openen”, concluderen de auteurs.

Bron:
Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Kind - ouder

Buccale infiltratie met articaïne mogelijk betere anesthesietechniek voor pulpabehandeling bij kinderen

Het is mogelijk beter om bij het uitvoeren van pulpatherapie bij onderkaakmolaren van kinderen buccale infiltratie met articaïne als anesthesietechniek te gebruiken dan het gebruikelijke inferieur alveolaire zenuwblok met lidocaïne. Volgens een studie gepubliceerd in het Journal of Evidence-Based Dental Practice hebben beide methodes een vergelijkbaar anesthetisch effect maar is articaïne eenvoudiger en minder pijnlijk om toe te dienen.

Pijnbestrijding is belangrijk

Pijnbestrijding is van het allergrootste belang bij het verlenen van tandheelkundige zorg, vooral voor kinderen. Adequate pijnbestrijding kan helpen om angst en onrust te verminderen, een verstandhouding en vertrouwen op te bouwen, en een positieve houding ten opzichte van de behandeling te bevorderen.

Zenuwblokkade is gouden standaard

Infiltratie en zenuwblokkades zijn de meest gebruikte anesthesietechnieken. Een zenuwblokkade met lidocaïne wordt beschouwd als de gouden standaard bij de behandeling van primaire onderkaakmolaren. Dit heeft een grotere werkzaamheid bij lagere concentraties en zorgt bij weinig mensen voor allergische reacties. Het is echter een technische, gevoelige procedure en onderzoek heeft aangetoond dat het relatief pijnlijker is dan infiltratie tijdens lokale anesthesie.

Literatuuronderzoek

Het bepalen en gebruiken van de methode en het middel met de minste nadelen kan clinici helpen de meest succesvolle resultaten bij pediatrische patiënten te bereiken. Twee onderzoekers van The University of Sydney hebben daarom de anesthetische effecten van articaïne en lidocaïne vergeleken. Hiervoor analyseerden ze vijf artikelen, die tussen 2016 en 2018 werden gepubliceerd, na een literatuuronderzoek.

Lagere pijnscores bij buccale infiltratie

Van de vijf artikelen rapporteerden er vier significant lagere pijnscores bij gebruik van 4% articaïne buccale infiltratie in vergelijking met 2% lidocaïne inferieur alveolair zenuwblok. Slechts één studie rapporteerde geen significant verschil tussen de twee anesthesiemethoden, schreven de auteurs.

Enkel gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken

Twee belangrijke beperkingen van dit overzicht zijn het ontbreken van een systematisch literatuuronderzoek en het ontbreken van een kritische beoordeling van de geselecteerde artikelen. Ook werden enkel gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken in de studie opgenomen. Andere soorten artikelen werden uitgesloten.

Overwegen als alternatief

Veel tandartsen vinden buccale infiltratie makkelijker toedienen aan kinderen vergeleken met een zenuwblok. De review suggereert dat articaïne kan worden overwogen als een alternatief. Echter is “goed opgezet onderzoek op dit gebied gerechtvaardigd om op bewijzen gebaseerde klinische aanbevelingen van hoge kwaliteit te leveren”, concluderen de onderzoekers.

Bron:
Journal of Evidence-Based Dental Practice

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Tand - gaatje - tandarts

Meer complicaties bij knieprotheses bij patiënten met tandheelkundige implantaten

Patiënten die tandcariës of plaatsing van implantaten hadden binnen een jaar van het krijgen van knieprothese hebben meer complicaties, volgens een onderzoek in The Journal of Arthroplasty. De mondgerelateerde problemen kunnen een weerspiegeling zijn van een algehele slechtere medische toestand. Dit resulteert mogelijk in meer complicaties en hogere zorgkosten, concluderen de auteurs.

Postoperatieve uitkomsten

Een team onderzoekers uit Amerika heeft het verband onderzocht tussen plaatsing van tandimplantaten of tandcariës en postoperatieve uitkomsten van patiënten met een totale knieartroplastiek (TKA). Hiervoor voerden ze een retrospectieve studie uit met behulp van particuliere verzekeringsclaimgegevens.

Implantaat en knieoperatie

De studie omvatte 9.921 patiënten. Van hen hadden 1.466 een jaar voor de knieoperatie en 1.127 een jaar na de artroplastiek een tandheelkundig implantaat geplaatst gekregen. Bij een vergelijkingscohort van 7.328 patiënten werden volgens het onderzoek geen implantaten geplaatst binnen 12 maanden na de operatie.

Vaker complicaties

Patiënten bij wie een jaar voor een TKA een tandheelkundig implantaat geplaatst was of die cariës hadden, hadden anderhalf keer vaker medische complicaties na 90 dagen dan andere patiënten. De complicaties omvatten hartinfarcten (2,52% vs. 1,23%), longontsteking (2,52% vs. 1,24%) en urineweginfecties (5,66% vs. 3,45%), schreven de auteurs.
Bovendien hadden patiënten met een tandheelkundig implantaat dat 12 maanden na de knieoperatie was geplaatst meer kans op een hartaanval binnen 90 dagen na het plaatsen van het implantaat. Ook waren de zorgkosten hoger bij patiënten met een postoperatieve en preoperatieve tandheelkundige voorgeschiedenis ($19,252 en $19,363 tegenover $17,980). Verblijfsduur, heropnamepercentages en implantaatgerelateerde complicaties waren vergelijkbaar voor de groepen patiënten.

Anamnese afnemen

De onderzoekers adviseren orthopedisch chirurgen om een mondelinge anamnese af te nemen voorafgaand aan het uitvoeren van procedures. Zo kan men beter inzicht krijgen in de effecten van het plaatsen van tandheelkundige implantaten of tandcariës op postoperatieve medische en infectieuze complicaties.

Minimaliseren van complicaties

“Deze comorbiditeit kan een weerspiegeling zijn van hun algehele slechtere medische toestand, wat resulteert in grotere postoperatieve complicaties, waaronder hartinfarcten en hogere uitgaven voor gezondheidszorg. Het behandelen van de tandheelkundige geschiedenis in de preoperatieve periode kan orthopedische artroplastische chirurgen helpen bij het minimaliseren van complicaties bij deze groep patiënten”, aldus de auteurs.

Bron:
The Journal of Arthroplasty 

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Uitblinkers

Pilot mondhygiënist op consultatiebureau is een succes

De gemeente Doetinchem startte in april 2022 de pilot Elke peuter- en kleutermond gezond! waarbij mondhygiënisten op het consulatiebureau aanwezig zijn. Aansluitend aan het consult worden ouders uitgenodigd om een bezoek aan de mondhygiënist te brengen. De mondhygiënist kijkt in de mond van het kind en doet het tandenpoetsen op een speelse manier voor. Vervolgens oefent de ouder dit. Als het nodig is, verwijst de mondhygiënist naar een tandarts door.

Deze pilot is opgezet door mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna. Samen met mondhygiënist Silvia van Hagen was zij aanwezig op het consultatiebureau. We vroegen Lieneke om een reactie. “Eindelijk heb ik het gevoel op tijd te zijn. We zien nu kinderen voordat ze gaatjes krijgen. Elke keer als ik op het consultatiebureau ben, merk ik weer hoe hard het nodig is. Hoeveel ouders nog niet begonnen zijn met poetsen of die per ongeluk hun kind pijn doen bij het poetsen. Tijdens het tandenpoetsen screen ik het gebit en ouders kunnen meteen meekijken hoe ik dat doe. Een vader kwam erachter dat hij nog nooit de binnenkant van de tanden had gepoetst. Een moeder kwam er achter dat de wangen en de lippen opzij gehouden moeten worden maar dat dit niet gaat met haar prachtige lange nagels. Ook slaan ouders het poetsen vaak over of denken dat babykoekjes nodig zijn voor de groei van hun kindje. Door met ze in gesprek te gaan, kan je ze inzicht geven. Ook de kindjes zijn vaak heel blij als ze merken dat je hun ouders helpt met beter bij hen te poetsen. Je ziet ze een team worden.”

Uitblinkers methodiek

De mondhygiënisten werken volgens de Uitblinkers methodiek waarmee ouders tandenpoets gerelateerde opvoedingsvaardigheden krijgen aangeleerd. Deze gespreksmethodiek is ontwikkeld voor ouders van 2- tot 10-jarigen.

Doelen van de pilot

Hoewel mondzorg voor kinderen volledig wordt vergoed vanuit de basisverzekering, worden niet alle kinderen hiermee bereikt. In de gemeente Doetinchem heeft 16-36% van de kinderen gedurende een jaar geen preventieve mond- en tandzorg ontvangen (peiljaar 2020, www.waarstaatjegemeente.nl). In de pilot ‘Elke peuter- en kleutermond gezond!’ wordt onderzocht hoe mondzorg laagdrempeliger en toegankelijker kan worden gemaakt door inzet van de mondhygiënist op het consultatiebureau.

Met de pilot worden de volgende doelen beoogd:

  1. Vergroten van bereik van kinderen die mondzorg ontvangen;
  2. Bewustwording onder ouders met betrekking tot het belang van goede mondzorg;
  3. Gedragsverbetering m.b.t. goede mondzorg (poetsen, voeding, gezoete dranken, speen/duimgebruik);
  4. Empowerment van ouder(s): wegnemen van barrières m.b.t. goede mondzorg door middel van het toepassen van de Uitblinkers methodiek.

De pilot startte met kinderen uit Doetinchem-Noord en Wehl en loopt van april 2022 tot en met april 2024. Er wordt uitgegaan van een bereik van circa 2.000 kinderen die gedurende de periode van de pilot gezien worden op het consultatiebureau. De mondhygiënisten zijn in totaal gemiddeld 6 dagdelen per maand op twee consultatiebureaus aanwezig, waardoor zij niet alle kinderen die naar het consultatiebureau komen kunnen zien.

Tussentijdse evaluatie

Het Evaluatiebureau heeft een tussentijdse evaluatie geschreven over het bereik, de waardering en de uitvoering van de pilot ‘Elke peuter- en kleutermond gezond!’. Voor deze evaluatie is een digitale vragenlijst afgenomen onder 11 betrokken professionals (3 assistenten JGZ, 4 jeugdverpleegkundigen, 2 jeugdartsen en 2 mondhygiënisten) en ook is er een verdiepend groepsinterview gehouden met 2 mondhygiënisten, een jeugdarts en jeugdverpleegkundige.

Resultaten

In totaal zijn er 446 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar gezien door de mondhygiënist. Kinderen kregen o.a. informatie en advies over het bezoeken van een tandarts, tandenpoetsen en gewoontes rondom speengebruik en duimen en voeding. Bij 24 kinderen was er sprake van actieve of behandelde cariës.

De meeste adviezen van de mondhygiënisten (46%) gingen over tandenpoetsen, gevolgd door advies over speengebruik en duimen (21%) en het aantal eetmomenten incl. speengebruik in de nacht (19%). Ook werd er advies gegeven aan kinderen van 2 jaar en ouder om de tandarts te bezoeken als ze daar nog niet waren geweest (12%) en advies om een tandarts te zoeken aan kinderen van 2 jaar en ouder die nog geen tandarts hadden (2%).

Alle 11 professionals waren (heel) tevreden over de pilot en noemen deze zinvol en van meerwaarde. “Primaire preventie m.b.t. mondzorg krijgt op deze manier vorm, met daarbij een groot bereik van ouders en kinderen. Het is een aanvulling op het consult bij de jeugdverpleegkundige of jeugdarts, waar er maar beperkt aandacht kan zijn voor mondzorg”, zegt het rapport.

Het laagdrempelige karakter wordt gezien als een voordeel en ook dat de doelgroep de aanwezigheid van de mondhygiënist waardeert.

Bijna alle professionals vinden dat de pilot bijdraagt aan de gestelde doelen.

De professionals denken dat ouders blij zijn met de ontvangen informatie en adviezen. Het laagdrempelige en niet-verplichte karakter van het bezoek aan de mondhygiënist helpt daarin volgens hen mee, en ook de poetsinstructies waarbij ter plekke wordt geoefend. Hierdoor is de indruk dat adviezen beter worden onthouden. Ook vinden de meeste professionals dat de meeste kinderen het bezoek aan de mondhygiënist als positief ervaren waarbij ook de setting van het consultatiebureau spanning verlagend werkt.

Lees de gehele evaluatie op de website van de Gemeente Doetinchem

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
Een praktijk op wielen

Een praktijk op wielen

Kinderen die in een bus naar de tandarts of mondhygiënist gaan. Klinkt misschien gek, maar voor BIG-geregistreerd mondhygiënist Ishtar Yousef is dit heel normaal. Met haar praktijk op wielen bereikt ze kinderen, die anders niet naar de tandarts zouden gaan. Een leuke creatieve oplossing voor een probleem dat al lang speelt.

Al jaren wordt er in verschillende platformen de mondgezondheid bij kinderen besproken, vertelt Ishtar. Het komt al jaren voor dat niet alle kinderen naar de tandarts of mondhygiënist gaan, dit is een landelijk probleem. Uit onderzoek blijkt dat in 2020 een op de vijf kinderen niet naar de tandarts of mondhygiënist gaat. Bij kinderen tussen de vier en zestien jaar oud is dit 18% en bij peuters is dit zelfs 60% gaat Ishtar verder (Bron: Pharos). Als een van de oorzaken wijst Ishtar onwetendheid aan. “Veel ouders weten niet dat de kosten voor kinderen tot 18 jaar worden vergoed vanuit het basispakket. Zij denken dat er dus kosten zijn verbonden aan de behandelingen”. Het komt ook voor dat ouders/verzorgers zelf niet gaan, dit kan ook weer door de kosten komen of omdat zij zelf bang zijn waardoor het kind dan ook niet gaat.

Praktijk op wielen

Als oplossing bedacht Ishtar een praktijk op wielen. Ik dacht als de kinderen niet naar ons toe komen dan ga ik wel naar hen toe, vertelt ze. “Ik weet hoe moeilijk het kan zijn voor kinderen met angst of bijvoorbeeld kinderen met een beperking om de praktijk te bezoeken. Door met een kleurrijke bus aan school, huis, opvang of woongroep te komen is die drempel veel lager”. In de bus kunnen kinderen samen met hun broertje/zusje, vriendjes en vriendinnetjes of klasgenoten het gezamenlijk ervaren. Zo is het al minder spannend, dan alleen moeten te gaan.

Tandvriendjes

Ontspannen omgeving

“Zelf heb ik ervoor gekozen om een kleurrijke bus te nemen. Binnen hangen veel tekeningen die ik van kinderen heb gekregen en liggen er veel knuffels. Tevens geef ik elk kind de mogelijkheid om zelf de deuren te openen, de stoel te bedienen en mogen zij in de lades kijken”, vertelt Ishtar. Op deze manier creëert ze een ontspannen omgeving voor de kinderen en geeft ze hun een gevoel van controle. “Voor mij werkt dit, ik snap dat dit niet voor iedereen een optie is. Ik raad iedereen aan om te doen wat voor hem/haar werkt”.

Kwetsbare kinderen helpen

Ishtar’s doel met Tandvriendjes, zo heet de bus, is om kwetsbare kinderen te helpen. Als kinderen eenmaal gewend zijn in de bus, is het makkelijker om hen door te sturen naar collega’s. Hierdoor kun je kinderen weer terugkrijgen in de praktijk. De voordelen van de bus zijn dat het voor kinderen tot achttien jaar kosteloos aan huis, school of opvang is en voor de ouders is het tijdbesparend. Ishtar zou in de toekomst meer bussen door Nederland willen laten rijden, om op deze manier meer kinderen te kunnen bereiken en te helpen.

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z