Een groep onderzoekers heeft een methode ontwikkeld om de mate van ontsteking van paraodontaal weefsel te beoordelen op basis van niveaus van verschillende pro-inflammatoire cytokinen in speeksel. In PLOS One schrijven ze dat de scoremethode tandartsen zou kunnen helpen bepalen hoe goed patiënten reageren op behandelingen voor tandvleesaandoeningen.
Lokale ontsteking
Parodontitis is het resultaat van de interactie tussen subgingivale dysbiotische bacteriën en de immuunrespons van de gastheer. De hierop volgende lokale ontsteking wordt gekenmerkt door weefselinfiltratie met immuuncellen en pro-inflammatoire cytokinen zoals IL-8, IL-1β, IL-6 en tumornecrosefactor-alfa (TNFa).
BOP, PPD en PISA
Tandvleesontstekingen worden vaak gekwantificeerd met behulp van bijvoorbeeld bloeding bij sonderen (BOP), weefselkleur en pocketdiepte (PPD). In de PISA-index (Periodontal Inflame Surface Area) worden de BOP- en PPD-waardes gecombineerd om de mate van parodontale ontsteking op een kwantitatieve manier weer te geven. Een hogere PISA-score duidt op een ernstigere ontsteking.
Relatie tussen cytokinen en PISA
Speekselcytokinen kunnen dienen als surrogaten voor parodontale ontsteking en clinici voorzien van ziekte-informatie op een dieper cellulair niveau. Het onderzoeksteam van de New York University College of Dentistry testte daarom of er een relatie is tussen PISA en verschillende speekselcytokinen. Om de kans op false positives te verminderen werd voor de cytokinen een samengestelde index gebruikt die meerdere speekselcytokinen omvat.
Metingen bij mensen met parodontitis
In de studie verkregen de onderzoekers PISA-metingen bij 67 volwassenen van 45 jaar en ouder, die een zekere mate van parodontitis hadden maar verder gezond waren. Deelnemers werd ook gevraagd om in steriele buisjes te spugen om speekselmonsters op te vangen. Vervolgens werden die geanalyseerd om een reeks van zowel pro- als ontstekingsremmende cytokinen te meten.
Significant verband
Volgens de bevindingen was er een significant verband tussen de PISA-scores en de nieuwe cytokinescores, onafhankelijk van factoren als leeftijd, geslacht, roken en body mass index. Een hogere cytokinescore kwam overeen met een ergere parodontale ontsteking.
Meer onderzoek nodig
De onderzoekers gaven aan dat meer onderzoek is vereist om de cytokinescore te valideren in patiënten met andere gezondheidsomstandigheden. Ook moet de methode nog worden bevestigd voor patiënten met alle niveaus van parodontale ziekte, waaronder gezond tandvlees en een vroeg stadium van tandvleesaandoening.
Ziekteprogressie beter begrijpen
Niettemin, als de cytokinescore in deze patiëntpopulaties gevalideerd wordt kan het worden gebruikt om parodontale ziekteprogressie en -herhaling beter te begrijpen. “Met behandeling voor tandvleesaandoeningen, zoals scaling en planing, weten we dat de PISA-score naar beneden gaat. Het zou interessant zijn om te zien of de cytokinescore ook vermindert – of, of het blijft”, voegden de auteurs hieraan toe.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/10/Parodontitis.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-06 09:00:292024-02-14 14:39:49Nieuwe methode op basis van speekselcytokinen kan mogelijk mate van parodontitis beoordelen
Arjan van den Dorpel is uitgeroepen tot Tandarts van het Jaar. De tandarts uit Yerseke kreeg de onderscheiding voor zijn jarenlange en tomeloze inzet om het tekort aan tandartsen en assistenten op de agenda te krijgen en voor de beroepsgroep in het algemeen. Van den Dorpel kreeg de prijs tijdens de uitreiking van de Apollonia Awards van de KNMT.
Christianne Bijman, die in Nijmegen studeert, ging er vandoor met de titel Tandheelkundestudent van het Jaar.
Op 1 maart reikte de KNMT de onderscheiding Tandarts van het Jaar 2024 voor het eerst uit. De prijzen werden toegekend aan een tandarts en een student Tandheelkunde die zich recent op bijzondere wijze hebben ingezet voor de mondzorg. Het gaat daarbij om maatschappelijke inzet of inzet voor de branche zelf en diegenen die daarin werkzaam zijn.
Beste initiatief voor bevorderen van mondgezondheid
Er was daarnaast een prijs voor het beste initiatief dat bijdraagt aan het bevorderen van de mondgezondheid in Nederland of daarbuiten: de KNMT Mondzorg Award. Sociale Tandarts Rotterdam won deze award. In het juryrapport werd genoemd: “Acute mondzorg voor elke Rotterdammer. Dat is het motto van Sociale Tandarts Rotterdam. En de afgelopen 3 jaar zijn er maar liefst al meer dan 1.000 stadsgenoten die in armoede leven met acute klachten geholpen!”
Overzicht genomineerden
Hieronder zie je een overzicht van de genomineerden, in alfabetische volgorde.
Tandarts van het Jaar
Arjan van den Dorpel, tandarts in Yerseke, voor zijn jarenlange en tomeloze inzet om het tekort aan tandartsen en assistenten op de agenda te krijgen (in het bijzonder in Zeeland) en voor de beroepsgroep in het algemeen
Didi Landman, tandarts in Rotterdam, voor haar werk als straattandarts voor dak- en thuislozen; “tandarts met een gouden hart”
Auke Westerhout, tandarts in Rolde, als bijzonder betrokken tandarts, zowel bij zijn patiënten als de maatschappij in het algemeen
Tandheelkundestudent van het Jaar
Christianne Bijman, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; lid van het faculteitsbestuur
Anass el Hadouchi, student Tandheelkunde ACTA Amsterdam; studentassistent Orthodontie
Richard Romp, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; geregistreerd mondhygiënist
KNMT Mondzorg Award (voor het beste initiatief)
Brush, Wash & Smile (Dental Health International) – project in lageinkomenslanden waarbij kinderen op school samen hun handen wassen en tanden poetsen
Dental Coach – preventieprogramma met app waarmee tandheelkundige zorgverleners hun patiënten helpen hun gebit gezonder te maken
Sociale Tandarts Rotterdam – tandheelkundige noodhulp voor dak- en thuislozen
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/KNMT-Apollonia-awards-logo-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-02 08:35:172024-03-05 13:16:39Arjan van den Dorpel uitgeroepen tot Tandarts van het Jaar 2024
Vooral door vergrijzing staan tandartspraktijken voor grote uitdagingen. Hierdoor krijgen zij zowel te maken met een veranderende zorgvraag als een hoge uitstroom van tandartsen die met pensioen gaan. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe. Dit concludeert ABN AMRO in het rapport ‘Mondzorg in beeld 2024’.
Kernpunten van het rapport
De komende zeven jaar gaat 1 op de 5 tandartsen met pensioen. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe
De behoefte aan gekwalificeerd personeel belemmert de groei van veel mondzorgpraktijken waardoor ‘gaten’ in het tandheelkundig team of zelfs geen opvolging kan worden gevonden
Tegelijkertijd neemt de vraag naar mondzorg juist toe, dat dwingt mondzorgpraktijken tot creatieve oplossingen om de continuïteit de komende jaren te waarborgen zoals innovaties als digitale mondscanners en 3D implantaatprinters
Steeds meer mondzorgpraktijken hebben moeite om gekwalificeerd personeel te vinden
De komende zeven jaar gaat ongeveer één op de vijf tandartsen met pensioen. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe. De behoefte aan gekwalificeerde tandartsen en mondzorgprofessionals kan de groei van veel mondzorgpraktijken belemmeren. Hierdoor kunnen sommige praktijken geen opvolger vinden en ontstaan in andere praktijken ‘gaten’ in het tandheelkundig team. Dat vereist extra maatregelen om de mondzorg toegankelijk te houden. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar complexe mondzorg flink. Zo kiezen vooral oudere patiënten steeds vaker voor een uitgebreide behandeling om hun gebit te behouden en minder snel voor een gebitsprothese. ABN AMRO verwacht in de komende jaren een toenemende druk op de toegankelijkheid van de mondzorg. Daarom is het volgens de bank van belang om duurzame personeelsstrategieën te ontwikkelen, zodat er per praktijk een bestendig tandheelkundig team beschikbaar is en blijft.
Eén op de vier nieuwe tandartsen verkiezen nul-praktijk boven overname van praktijk met patiënten
Naar verwachting daalt het aantal tandheelkundige praktijken, maar nemen deze wel in omvang toe. In de mondzorg wordt daarnaast steeds meer in teamverband gewerkt waardoor de taakdifferentiatie stijgt. Zo onderscheiden praktijken tal van functies, van preventie-assistenten tot mondhygiënisten. Verder vereist de steeds complexere zorgvraag meer maatwerk, waardoor tandartsen zich vaker op deelgebieden specialiseren. Steeds vaker ontstaan dan ook grotere mondzorgcentra die meerdere tandheelkundige disciplines en specialisaties onder één dak aanbieden. Zo is het aantal praktijken dat onderdeel is van een keten ook in 2023 verder gegroeid. Terwijl in 2021 één op de tien praktijken onderdeel was van zo’n keten geldt dit nu voor 13 procent van de tandartspraktijken. Ook de opmars van ‘nul-praktijken’ – een praktijk die wordt opgericht zonder overname van een patiëntenbestand – zet zich voort; maar liefst een kwart van de tandartsen verkiest een nul-praktijk boven het overnemen van een bestaande praktijk.
Innovaties kunnen bijdragen aan de kwaliteit en betaalbaarheid van de mondzorg
De mondzorg blijft in de komende jaren onder druk staan. Naast preventie kan innovatie een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit en betaalbaarheid van de mondzorg, volgens de bank. Zo komen tandheelkundige materialen, technieken en technologieën beschikbaar die de communicatie met de patiënt verbeteren. Daarnaast doen in de behandelkamer nieuwe IT-hulpmiddelen hun intrede, zoals mondscanners en 3D-implantaat printen. In plaats van het traditionele ‘happen’ wordt volstaan met een digitale afdruk van het gebit. Dit is een toepassing die zorgt voor perfect passende – en vaak complexe – tandheelkundige restauraties.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/Mondzorg-in-beeld-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-28 10:05:442024-02-28 10:05:44Toegankelijkheid mondzorg onder druk door vergrijzing, personeelstekorten en meer vraag mondzorg
In deze video wordt gedemonstreerd hoe je eenvoudig een dubbele zelfsluitende floss ligatuur kan aanbrengen ter bevordering van een goede rubberdam isolatie.
De levensverwachting van de mens neemt jaarlijks toe. Het aantal chronische ziekten neemt ook toe met de leeftijd. Van alle 65-plussers in Nederland heeft namelijk 75% minimaal 1 chronische aandoening en 40% gebruikt dagelijks ≥ 5 medicijnen. Het aantal dentate ouderen stijgt ook en daarmee ook het aantal chronisch zieken.
Verslag van de lezing van dr. Robert van Es, kaakchirurg, tijdens de NWVT-cursus over de invloed van de mondgezondheid op de algehele gezondheid. Ook vertelde hij uitgebreid over de invloed van verschillende systemische ziekten op de tandheelkundige behandeling.
Mondgezondheid en de algehele gezondheid
De mondgezondheid beïnvloedt de algehele gezondheid op verschillende manieren:
Een goede kauwfunctie bevordert goede voedselopname en cognitieve functies op oudere leeftijd – en daarmee ook de kwaliteit van leven
Er is een sterke relatie tussen orale ontstekingen (parodontitis) en systemische ontstekingsziekten: diabetes, reumatoïde artritis, cardiovasculaire – en longziekten
Er zijn aanwijzingen dat deze interactie bi-directioneel is en invloed heeft op progressie, ernst en sterfte.
Er wordt gedacht dat parodontitis de algehele gezondheid verslechtert door een toename van systemische ontstekings-belasting. Echter hebben experimenten deze hypothese nog niet kunnen bewijzen. Parodontitis ontwikkelt zich in het algemeen voordat er verslechtering van de algehele gezondheid optreedt. Daarom kan de diagnose parodontitis als alarmsignaal dienen en kunnen patiënten erop geattendeerd worden dat hun lifestyle veranderd moet worden om gezondheidsrisico’s te verminderen.
Systeem ziekten en invloed op uw tandheelkundig (be)handelen
In deze cursus werden veel voorkomende medische aandoeningen en de consequenties hiervan op de tandheelkundige behandeling besproken.
Ten eerste is het belangrijk om een volledige anamnese af te nemen. Europese Medische Risico Registrerend Anamnese (EMRRH) is een sturend anamnesesysteem waarmee tandartsen en mondhygiënisten een adequate en volledige medische anamnese kunnen afnemen. Daarnaast kan de gezondheidsvragenlijst van de VMTI ook gebruikt worden om de medische anamnese af te nemen bij patiënten. Op basis van de ingevulde vragenlijst kan er een ASA-score toegekend worden aan de patiënt.
ASA-classificatie
Gezond persoon zonder regelmatig medicatiegebruik
Patiënt met systeemaandoening, zonder beperking van normale activiteiten
Patiënt met ernstige systeemaandoening die hem beperkt bij normale activiteiten: tandheelkundige behandeling aanpassen
Patiënt met ernstige systeemaandoening, chronisch bedreigend voor het leven: alleen tandheelkundige noodbehandeling
Moribund: Verwacht te overlijden < 24 uur
Wanneer er een ASA-classificatie is toegekend aan de patiënt moeten er bij elk nieuw bezoek 3 vragen worden gesteld om de anamnese up-to-date te houden:
Bent u in de afgelopen periode nog bij een arts of specialist geweest? Zo ja, waarom?
Is er in de afgelopen periode nog iets aan uw gezondheid veranderd?
Is er aan de medicatie in de afgelopen periode iets veranderd? Wat en waarom?
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk zijn hartziekten, longziekten, anafylaxie, nierfalen (en dialyse), afweerstoornissen (suikerziekte en corticosteroïdgebruik) en de oncologische patiënt. Deze aandoeningen en de consequenties hiervan worden hieronder besproken.
Hartziekten
Er zijn verschillende hartziekten zoals coronair lijden, ritmestoornissen en hartfalen.
Coronair lijden
Bij coronair lijden functioneert de slagader die naar de hartspier toe gaan slecht. Er is sprake van een vernauwing van de kransslagader en dit veroorzaakt een tekort schieten van bloedvoorziening naar het hartspierweefsel. De klachten die optreden zijn Angina pectoris en/of een hartinfarct.
Coronair lijden kan worden behandeld met therapieën zoals PTCA (dotteren) en CABG (bypassoperatie). Tegenwoordig wordt er al sneller besloten tot ingrijpen, namelijk al vanaf angina pectoris klasse II.
Patiënten waarbij onlangs stents zijn geplaatst krijgen vaak 2 typen antistolling medicatie. Het is dan niet verstandig om een chirurgische behandeling uit te voeren. Dan is het beter om te wachten met de behandeling tot de patiënt gestopt is met dubbele antistolling en overgegaan is op enkele antistolling.
Ritmestoornis
Een ritmestoornis van het hart is het gevolg van abnormale prikkelvorming of abnormale prikkelgeleiding. Wanneer het hart te snel gaat is er sprake van tachycardie en wanneer het hart te langzaam klopt is er sprake van bradycardie. De belangrijkste ritmestoornis is atriumfibrilleren. Patiënten met een ritmestoornis krijgen antistolling medicatie zoals een vitamine K antagonist of directe orale anticoagulantia(DOAC).
Hartfalen
Hartfalen is een toestand waarbij de pompfunctie van het hart tekortschiet. Hartfalen (decompensatio cordis) is de belangrijkste complicatie van praktisch alle hartaandoeningen.
Er zijn 2 soorten hartfalen; links-decompensatie en rechts-decompensatie. Links-decompensatie leidt tot longoedeem en tot kortademigheid bij inspanning en liggen. Rechts-decompensatie leidt tot perifere stuwing en als gevolg daarvan tot enkeloedeem en cyanose.
Consequenties van hartziekten op tandheelkundig (be)handelen
Een consequentie van een hartziekte is de kans op complicaties bij stress. Stress kan leiden tot een ernstige ritmestoornis of hartstilstand. Het is daarom belangrijk om stress tijdens de behandeling te voorkomen. Het is belangrijk om pijn en angst te bestrijden, de behandelduur te beperken en de patiënt niet te plat te laten liggen.
Adrenaline
Bij een instabiele angina pectoris (klasse III of IV) of wanneer een patiënt minder dan 3 maanden geleden een hartinfarct gehad heeft is het belangrijk om anesthesie zonder adrenaline te gebruiken.
De adrenaline plasmaconcentratie in rust is 0,035 ng/ml. Bij een acute stresssituatie kan de endogene adrenaline uitstoot oplopen tot 300 µg/min. Dit is een toename van de plasmaconcentratie 300x, namelijk tot 10,3 ng/ml. Indien een hele carpule locale anesthesie met adrenaline 1:200.000 resp 1: 80.000 intraveneus in het bloed komt wordt de adrenaline plasmaspiegel 1,8 resp 4,5 ng/ml.
De conclusie is dat eventuele stress-geïnduceerde endogene adrenaline uitstoot vele malen groter is en potentieel bedreigender dan de via uw carpule toegediende adrenaline in weefsel. Bij een gezonde volwassen patiënt kunnen veilig 8 carpules met 22,5 ug adrenaline worden toegediend.
Overige aandachtspunten
Wanneer een patiënt met een pacemaker bij u in de praktijk komt is het belangrijk om te vragen hoe oud de pacemaker is. Alleen wanneer een pacemaker ouder is dan 15 jaar kan er geen elektrochirurgie toegepast worden in de mond, bij nieuwe pacemakers is dit geen probleem.
Bij patiënten met orthostatische hypotensie is het belangrijk om de patiënt te laten wachten met opstaan wanneer de stoel rechtop gezet wordt.
Patiënten met een hartklepafwijking moeten antibiotica profylaxe nemen voor bepaalde tandheelkundige behandelingen i.v.m. de kans op endocarditis (zie de endocarditis profylaxe richtlijn).
Wanneer een patiënt met angina pectoris zich niet goed voelt en zijn/haar eigen medicijnen niet meegebracht heeft is het belangrijk om een nitrostat 0,4 mg tablet of nitrolingual 0,4 mg spray sublinguaal toe te dienen.
Obstructieve longziekten
Onder obstructieve longziekten vallen astma en COPD.
Astma
Astma bronchiale is een veel voorkomende aandoeningen en treft vooral jongere mensen. De symptomen van astma zijn ernstige aanvallen van kortademigheid met een verlengd piepend expirium en een snellere ademhaling (tachypnoe). Patiënten met astma hebben vaak ook last van atopische constitutie (eczeem).
Tandheelkundige consequenties van astma is de overgevoeligheid voor Ascal en NSAID’s. Bij een astma-aanval heeft de patiënt vaak een eigen salbutamol inhaler bij zich. In de praktijk kan eventueel ook een nood salbutamol inhaler aanwezig zijn. Bij een ernstige astma-aanval kan een hydrocortison ampul 100mg/2ml injectie nodig zijn.
COPD
COPD is een chronische longziekte die vaak voorkomt bij ouderen en rokers. De symptomen van COPD zijn kortademigheid met een piepend expirium en veel hoesten met slijm. Patiënten met COPD hebben een beperkte inspanningstolerantie.
Er zijn verschillende stadia van COPD, gebaseerd op basis van spirometrie (volgens Gold)
Stadium 1 = spirometrie >80%
Stadium 2 = spirometrie 80-50%
Stadium 3 = spirometrie 50-30%
Stadium 4 = spirometrie <30%
Met betrekking tot een tandheelkundige behandeling is het belangrijk om patiënten in de ochtend te behandelen omdat ze dat de minste klachten ervaren. Het is verder belangrijk om de patiënt voor de behandeling goed te laten ophoesten zodat er niet te veel slijm ophoopt tijdens de behandeling. Daarnaast moet de eigen medicatie geïnhaleerd worden voor de behandeling en is het aangeraden om in een hoek van 45 graden te behandelen.
Anafylaxie
Anafylaxie type I is een acute allergische reactie op een vreemde stof. Anafylaxie kan ontstaan als gevolg van een wespensteek, ACE-remmers en/of antibiotica. Er is altijd sprake van voorafgaande sensibilisatie.
Symptomen van de verschillende types anafylaxie
Jeuk, urticarie, erytheem
+ oedeem, misselijkheid, braken, buikpijn, pijn op de borst
Er is zelden een reactie op de lidocaïne in een anesthesie carpule. De vasoconstrictor adrenaline is een lichaamseigen stof en daarom krijgt de patiënt hier geen reactie op. Er is in sommige gevallen sprake van een allergische reactie op het conserveermiddel metabisulfiet.
Xylocaïne, citanest en mepivacaïne zijn soorten anesthetica verkrijgbaar zonder conserveermiddel die gebruikt kunnen worden wanneer de patiënt bekend is met anafylaxie. Echter het nadeel van deze soorten is dat ze niet lang houdbaar zijn.
Handelen bij anafylaxie
Leg de patiënt neer en het hoofd opzij
Adrenaline toedienen via een epi-pen
Clemastine (tavegil) 2 mg intramusculair
100 mg hydrocortison intramusculair
Vrijhouden van de luchtweg en zo nodig nood tracheotomie
Snel transport naar het ziekenhuis
Nierfalen en dialyse
Nierfalen is een progressieve achteruitgang van de nierfunctie. Er sprake van een verminderde glomerulaire filtratie ratio (GFR). Klachten bij nierfalen zijn lang asymptomatisch maar later kan er misselijkheid, jeuk, oedeem, kortademigheid en polyneuropathie optreden. Oorzaken van nierfalen zijn diabetes mellitus, glomerulonephritis en nier-vaatziekten zoals chronische hypertensie. De dosis van de medicatie moet altijd aangepast worden op basis van de nierfunctie.
Er zijn verschillende stadia van nierinsufficiëntie
>90 normale of verhoogde GFR
60-90 laaggradig functieverlies
30-60 matig functieverlies
15-30 zwaar functieverlies
<15 eindstadium nierfalen
Orale verschijnselen
Orale verschijnselen van nierfalen zijn gingivahyperplasie door Ca-antagonist en cyclosporine. Vaak is er sprake van een slechte mondhygiëne dat leidt tot parodontitis. Verder kunnen xerostomie, halitose en smaakstoornis optreden. Daarnaast kunnen infecties zoals candida optreden en is er sprake van osteodystrofie (meer parodontale afbraak).
Tandheelkundige consequenties
De patiënt moet beschouwd worden als een patiënt met een afweerstoornis en verhoogde bloedingsneiging. De behandeling kan het beste uitgevoerd worden de dag na dialyse omdat er dan sprake is van minder bloedingsneiging door verbeterde bloedplaatjes en de minste afvalstoffen. Gebruik nooit NSAID’s. Het is belangrijk om de mondhygiëne te optimaliseren voor een niertransplantatie.
Na een niertransplantatie krijgen patiënten immuunsuppressie en daarom is er een verhoogde kans op infectierisico. Verder is een verhoogde kans op maligniteiten zoals plaveiselcarcinoom, non hodgkin lymfoom en Kaposi sarcoom.
Afweerstoornissen
Voorbeelden van afweerstoornissen zijn diabetes mellitus, auto-immuunziekten, chronische infectieziekten en kwaadaardige bloedziekten. Er wordt nu vooral gefocust op diabetes mellitus.
Diabetes mellitus is een relatief of absoluut te kort aan insuline en dit leidt tot ontregeling van de koolhydraatstofwisseling. Er is sprake van een gestoorde glucose-opname in de cel.
Tandheelkundige consequenties
Hypoglycemie is een tekort aan suiker. Dit ontstaat wanneer er wel insuline is gespoten maar wanneer er weinig is gegeten of wanneer er sprake is van stress. Dit kan leiden tot sufheid, trillen, transpireren en gapen. Het is daarom belangrijk om ‘s morgens te behandelen, kort na de maaltijd. Een andere consequentie van diabetes is een verhoogd infectierisico. Parodontitis, candidiasis, steekinfect en flegmone kunnen sneller voorkomen. Daarom is het belangrijk om extra aandacht te hebben voor de mondhygiëne en dentogene foci. Bij een infectie is het belangrijk om snel met antibiotica te starten.
Corticosteroïdgebruik
Corticosteroïden worden vaak toegepast voor het onderdrukken van chronische ontstekingsreacties. Daarom is er een verhoogde kans op infecties. Bij patiënten die corticosteroïden gebruiken en waarbij een invasieve behandeling nodig is, is het belangrijk om de dagdosis te verdubbelen en de volgende dag bij veel pijn en zwelling opnieuw de dagdosis te verdubbelen.
Oncologische patiënt
Er zijn verschillende soorten oncolytica. De klassieke chemotherapie blokkeert de celdeling van cellen maar ook van de afweer, slijmvliezen, parodontium en speekselklieren. Deze patiënten hebben vaak last van mucositis.
Tegenwoordig is er een verschuiving van klassieke chemotherapie naar middelen met een specifiek aangrijpingspunt: targeted therapie. Deze behandeling is afhankelijk van de specifieke biochemische eigenschappen van de tumor.
NIB’jes en MAP’jes
NIB’jes zijn kleine moleculen die de tumor-chemie in de cel blokkeren. MAB’jes zijn monoclonale antilichamen die de receptoren op een kankercel blokkeren.
Aan de buitenkant van een cel liggen receptoren die de groei van de cel stimuleert en in de kern ligt DNA. In een tumorcel is er sprake van veel celdeling.
Wanneer een groeireceptor gestimuleerd wordt is er sprake van signaaltransductie van die RAS>RAF>MEK>ERK-eiwitketen. Een MAB’je is een stof die op de receptor gaat zitten, de groeireceptor blokkeert en daarmee de groei van de cel laat stoppen.
Een NIB’je blokkeert de signaaltransductie ergens in de eiwitketen.
Bot-resorptie remmers
Bot-resorptie remmers worden toegepast ter preventie van botbreuken bij beenmerg-tumoren en bot-metastasen. Patiënten die botresorptie remmers gebruiken kunnen beter doorverwezen worden naar de kaakchirurg omdat er een hoog risico is op medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaak (MRONJ)
Ten slotte
Het is dus erg belangrijk om een volledige medische anamnese af te nemen bij de patiënten die bij je in de praktijk komen om voor een juiste behandeling te zorgen.
Een basisset noodmedicatie voor in de tandartspraktijk is aangeraden.
Dr. Robert van Es behaalde in 1985 en 1990 resp. zijn tandarts- en arts-examen aan de RU-Utrecht en was van 1985-‘90 waarnemend algemeen praktiserend tandarts. Van 1990-‘92 was hij arts-assistent KNO-heelkunde in het Militair Hospitaal en MKA-chirurgie in het St. Radboud ziekenhuis te Nijmegen. Hij voltooide zijn opleiding tot MKA-chirurg in 1996 in het Academisch Ziekenhuis Utrecht. In 1998 was hij fellow in het Mt. Vernon Hospital te Londen ter specialisatie in maxillofaciale microchirurgie. Hij promoveerde in maart 2001 op de ontwikkeling van een proefdiermodel voor de behandeling van Hoofd-hals kanker.
Sinds 2001 is hij staflid op de afdelingen Mondziekten, Kaak- en Aangezichts-chirurgie van het Universitair Medisch Centrum en het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Sinds 2006 is hij tevens werkzaam in het Diakonessen Ziekenhuis te Utrecht.
Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Robert van Es tijdens NWVT-cursus
In deze video wordt een methode gedemonstreerd hoe een optimale afronding van directe en indirecte composiet facings kan worden bewerkstelligd. Hierbij wordt de focus gelegd op een aantal oriëntatiepunten zoals de ‘hoeklijnen’, ‘incisale insnoeringen’ en de ‘buccale contour’.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen macro- en microstructuren (verticaal en horizontaal) in het tandoppervlak.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/05/De-afwerking-van-directe-en-indirecte-composiet-restauraties.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-02-26 11:12:092024-02-26 11:32:21Video: De afwerking van directe en indirecte composiet restauraties
Tijdens het NVvP congres checkten Fridus van der Weijden en Dagmar Else Slot feiten & fabels over preventie en verschillende producten die beschikbaar zijn voor de dagelijkse mondverzorging. Bekijk het overzicht hieronder.
Is een spoelmiddel met essentiële oliën een goede keuze voor dagelijks gebruik?
Er zijn veel artikelen over essentiële oliën waarvan een flink aantal klinische studies. Meerdere systematic reviews hebben de gegevens die in de internationale literatuur naar voren komen samengevat. Daaruit bleek dat spoelmiddelen met essentiële oliën een anti-plak en anti-gingivitis effect hebben. Van origine zijn deze spoelmiddelen geformuleerd met een alcohol basis. De vraag zou kunnen zijn: is het effect een gevolg van de essentiële oliën of van de alcohol? Uit onderzoek blijkt dat het toch echt de essentiële oliën zijn die het effect verzorgen. Het effect van alleen alcohol was vergelijkbaar met het effect van spoelen met water. Samengevat laat de wetenschappelijk literatuur zien dat voor een korte termijn spoelen chloorhexidine effectiever is maar dat er bij dagelijks gebruik voor de lange termijn geen verschil is tussen een spoelmiddel met chloorhexidine of essentiële oliën.
Maakt het niet uit wat voor tandpasta je gebruikt zo lang er maar fluoride inzit?
Fluoride tandpasta ontving in 1960 het seal van de American Dental Association waarmee verklaard werd dat fluoride een belangrijk bijdrage levert aan cariës reductie. Recent werd door een expert comité van de World Health Organization (WHO) fluoride bestempeld als een noodzakelijk en essentieel medicijn tegen cariës. Tinfluoride heeft iets extra’s. Het tin ion heeft namelijk ook een antibacterieel effect en het vormt een beschermend laagje wat bijvoorbeeld helpt tegen dentine overgevoeligheid. Opvallend was dat uit onderzoek blijkt dat poetsen met tandpasta geen extra effect heeft op de mate van plakverwijdering. De tandenborstel doet daarin het meeste werk. Je kunt je dan afvragen waarom we dan tandpasta gebruiken – los van dat de fluoride natuurlijk belangrijk is. In ieder geval voor een schoon en fris gevoel want de literatuur laat zien dat dit voor mensen een belangrijke reden is. Verder zijn er tandpasta met extra toevoegingen zoals producten die tanden witter maken. Ingrediënten die voorkomen dat tandplak minder snel terug groeit, zorgen dat de gingiva ontsteking vermindert, antitandsteen producten en stofjes tegen dentineovergevoeligheid. Kortom een heel scala aan extra ondersteuning van de dagelijkse mondverzorging waardoor er meer is voor onze patiënten dan alleen de fluoride.
Helpt het gebruik van tandfloss tegen cariës en gingivitis?
Met de publicaties van de onderzoeksgroep van Fridus en Dagmar in 2008 in de International Journal of dental Hygiene is het gebruik van floss aardig in opspraak geraakt. Het bleek dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat flossen helpt om tandplak, gingivitis of cariës te verminderen. De European Federation of Periodontology (EFP) stelt in haar richtlijn dat: “De eerste keus voor interdentale reiniging de rager is en als de interdentale ruimte deze niet toelaat andere interdentale mondhygiëne hulpmiddelen zoals floss overwogen kunnen worden.” Toch wordt er nog steeds onderzoek met floss gedaan. Bijvoorbeeld over dat er een verschil is tussen eerst flossen en dan poetsen in vergelijking met eerst poetsen en dan flossen. Dat bleek niet het geval te zijn. Er werd ook een flossdraad met een stukje verdikking onderzocht en vergeleken met een gewone flossdraad. Ook hierbij werd geen verschil gevonden. Heeft het misschien nut om een knoopje in het flossdraad te leggen en dan te flossen? Op de plakscore scheelde het een beetje maar er was geen effect op de mate van bloeding. Het bleek wel motiverend te werken. Patiënten vonden het prettiger aanvoelen en hadden het idee dat het beter werkte. Concluderend blijkt dat het effect van floss teleurstellend is en er beter een andere keuze gemaakt kan worden om tussen de tanden en kiezen te reinigen.
Zijn rubberen interdental stokers dan een alternatief voor floss?
Uit Zweeds onderzoek blijkt dat van de volwassenen 12% regelmatig flossdraad gebruikt en 46% houten tandenstokers. Deze voorkeur voor een stoker is van invloed op de compliance van onze patiënten voor de dagelijkse interdentale reiniging. Daarin zou een rubberen tandenstoker een rol kunnen spelen. Het eerste klinische onderzoek stamt uit 2006 waarbij floss werd vergeleken met een rubberen stoker. De rubberen stoker was hierbij niet verschillend van floss. Dit werd ook in ander onderzoek bevestigd. De rubberen stoker werd vergeleken met een rager en hierbij werd geen verschil gezien. Er is zelfs een klinisch onderzoek waarbij een rubberen stoker beter bleek dan een hele kleine rager. Uit laboratoriumonderzoeken waarin gebitsmodellen worden gebruikt blijkt toch dat een rager het beter doet dan een rubberen stoker qua plakverwijdering. Een reden voor de onderzoeksgroep van ACTA om een systematisch review van de beschikbare literatuur te doen. Daaruit blijkt dat de rubberen stoker een effect heeft op plak en gingivitis maar dat het bewijs is zwak. Wat wel duidelijk naar voren kwam uit alle geïncludeerde onderzoeken was dat de patiënt een rubberen stoker wel erg prettig vindt in het gebruik. Daarmee zijn ze zeker een goed alternatief voor floss.
Is een monddouche effectief of spoelt die alleen maar etensresten weg?
De monddouche bestaat al heel lang en kreeg op basis van het klinische onderzoek in 2017 seal van de American Dental Association. Uit het beschikbare onderzoek komt geen effect op de plaque score naar voren maar wel een reductie van gingivitis. Recent is door Network Meta Analyse naar de verschillende producten voor interdentale reiniging gekeken. Deze manier van analyseren maakt het mogelijk om alles met elkaar te vergelijken in 1 model waaruit dan een hiërarchie naar voren komt. Daaruit bleek dat interdentale ragers en de monddouche als meest effectieve producten rankten. Omdat een monddouche werkt op basis van schuifkrachten die veroorzaakt worden door krachtig snelstromend water, is het effect in een smalle ruimte groter dat in een open approximale ruimte. Daarom is de monddouche met name geschikt voor gingivitis patiënten en dus niet zo zeer voor mensen met parodontitis. Een monddouche doet dus meer dan alleen etensresten wegspoelen.
Afsluiting
In recent artikel uit hun onderzoeksgroep is geëvalueerd in hoeverre mensen in het kader van een niet-chirurgische parodontale behandeling mondverzorgingsadviezen ook opvolgen. Het blijkt dat mensen langer gaan poetsen, vaker een elektrische tandenborstel, tandenstokers en interdentale ragers gaan gebruiken. Het is goed om te zien dat met ‘feiten’ onderbouwde adviezen hun opvolging krijgen bij onze patiënten.
Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde af al tandarts, promoveerde en werd benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’ aan ACTA. Door zijn wetenschappelijke oeuvre verwierf hij meerdere (inter)nationale prijzen onder andere van de NVvP, het Ivoren Kruis, de IADR en de ORCA. Hij is erkent als tandarts-parodontoloog door de NVvP en tandarts-implantoloog door de NVOI. Het grootste deel van zijn carrière verdeelt hij zijn tijd tussen Paro Praktijk Utrecht, Implantologie Utrecht en de sectie Parodontologie van ACTA.
Prof. dr. Dagmar Else Slot is opgeleid tot mondhygiënist en heeft daarnaast een onderwijskundige achtergrond, is klinisch epidemioloog en heeft een MBA afgerond. Zij is benoemd bij ACTA als hoogleraar ‘Preventie in de Mondzorg’ en voelt zij zich zeer verbonden met de dagelijkse klinische praktijk en de mondhygiënist in het bijzonder. Zij verdeelt momenteel haar tijd tussen sectie Parodontologie van ACTA, de mondzorgpraktijk, de master HGZO en het International Journal of Dental Hygiene.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden en prof. dr. Dagmar Else Slot tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/07/Fabels-en-feiten-over-mondverzorgingsproducten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-26 11:10:062024-08-21 12:43:11Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten
Volgens een onderzoek gepubliceerd in BMC Oral Health kunnen postmenopauzale vrouwen met HIV meer tandverlies ervaren. Het tandverlies is een gevolg van de afbraak van trabeculaire botmicroarchitectuur. Deze studie evalueert de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis bij postmenopauzale vrouwen met en zonder HIV.
Patiënten met HIV
IL-1β, IL-6 en TNF-α zijn pro-inflammatoire cytokines en worden geassocieerd met orale ontstekingen zoals parodontitis en met botresorptie. Patiënten met HIV (PWH) lopen daarom een hoger risico op het ontwikkelen van parodontitis vergeleken met patiënten zonder PWH. Anti-retrovirale therapie (ART) kan zorgen voor een verlaging van pro-inflammatoire cytokines en kan ervoor zorgen dat patiënten met HIV een hogere levensverwachting hebben.
Botverlies
Volgens gegevens hebben oudere vrouwen vaker botverlies en botbreuken dan jongere vrouwen en mannen. Dit kan het gevolg zijn van de menopauze en afname van oestrogeen. Echter lijkt het risico op factureren van de mandibula niet toe te nemen met de leeftijd. Er is wel aangetoond dat oudere PWH-patiënten in de menopauze een groter botverlies hebben dan de algemene bevolking. Ook is ontdekt dat vrouwen na de menopauze met PWH een lagere botmineraaldichtheid en groter longitudinaal botverlies hebben dan postmenopauzale vrouwen zonder HIV.
Onderzoek
135 vrouwen namen deel aan het onderzoek om de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis te evalueren. 76 van de 135 vrouwen met PWH ondergingen anti-retrovirale therapie. De overige 59 vrouwelijke deelnemers hadden geen PWH. Er werden bij alle deelnemers parodontale onderzoeken gedaan waarbij de pocketdiepte, het klinische aanhechtingsniveau en bloeding na sonderen werd gemeten. Met behulp van intra-orale röntgenfoto’s werd de hoogte van de alveolaire top gemeten.
Resultaten
De resultaten lieten zien dat vrouwen met PWH een significante vermindering van het aantal tanden vertoonden vergeleken met vrouwen zonder PWH. Daarnaast was op de röntgenfoto’s meer alveolair botverlies te zien bij vrouwen met PWH en vertoonden zij een hogere expressie van een belangrijke cytokine betrokken bij parodontitis, GCF RANKL.
Conclusie
De hogere expressie van GCF RANKL en een verslechtering van de alveolaire trabeculaire botmicroarchitectuur bij postmenopauzale vrouwen met HIV leiden tot meer tandverlies.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/Grotere-kans-op-tandverlies-bij-patienten-met-HIV.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-22 09:00:072024-02-14 14:38:29Grotere kans op tandverlies bij patiënten met HIV
Rai Amsterdam opent op 14, 15 en 16 maart 2024 weer haar deuren voor de Dental Expo: al jaren een begrip binnen de mondzorg. Ontmoet nieuwe en bekende exposanten, volg een kennissessie of workshop of tref studiegenoten tijdens de reünie.
Kom naar de Dental Expo en voor gratis toegang gebruik code GR1660. Aan de deur zijn de kosten voor een kaartje €17.50. Voor meer info: dentalexpo.nl
Karma Dentistry theater met workshops
Onderscheidend dit jaar is het groots opgezette karma dentistry theater in samenwerking met Excent waarbij kosteloos workshops worden gegeven door onder andere Bart Beekmans, Marco Gresnigt, Edris Rasta en vele anderen.
Hands on workshops
Op het Edin Kennistheater kun je, tevens kosteloos, hands on workshops volgen die direct toepasbaar zijn in de praktijk. Denk hierbij aan een cursus slijpen, goed werkgeverschap of het maken van noodkronen. Voor het voltallige team, voor elk wat wils.
Gratis toegang met code
Kom naar de Dental Expo en voor gratis toegang gebruik code GR1660. Aan de deur zijn de kosten voor een kaartje €17.50
Bij patiënten met een beroerte die Cnm-positieve streptococcus mutans (S. mutans) bacterie in hun mond hadden werden hogere aantallen van diepe, lobaire cerebrale microbloedingen gevonden volgens een studie gepubliceerd in het European Journal of Neurology
S. mutans
Streptococcus mutans, een belangrijke cariogene bacterie die het collageenbindende eiwit Cnm tot expressie brengt. Ongeveer 90% van de algemene bevolking heeft S. mutans in hun mond. S. mutans leeft in tandplaque en is bekend als veroorzaker van tandbederf. Bacteriën in de mond, waaronder Cnm-positieve S. mutans, veroorzaken endocarditis. En volgens de studie gaan microbloedingen in de hersenen vooraf aan intracerebrale bloeding bij infectieuze endocarditis.
Effecten van Cnm-positieve S. mutans
De effecten van Cnm-positieve S. mutans zijn het induceren van cerebrovasculaire ontsteking, het aantasten van de bloed-hersenbarrière en veroorzaken van hersenbloedingen. Cerebrale microbloedingen beïnvloeden de lange termijn prognose van patiënten met een beroerte.
Verband Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen
De auteurs publiceerden eerder literatuur over een verband tussen S. mutans die Cnm tot expressie brengen en een verhoogd risico op diepe cerebrale microbloedingen. Verder was ook gevonden dat bij beroerte-gevoelige ratten, die Cnm-positieve S.mutans intraveneus kregen toegediend, verergerde bloedingen plaatsvonden in de corticale en diepgrijze hersenmaterie. Het blijft echter onduidelijk hoe Cnm-positieve S. mutans bijdragen aan microbloedingen in het lobaire gebied van de hersenen van mensen.
Verder onderzoek naarCnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen
De auteurs voerden een retrospectieve studie uit waarbij 428 patiënten met een beroerte orale bacteriële onderzoeken hadden ondergaan, om de associatie tussen Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen verder te onderzoeken. Bij 76% van de patiënten was S. mutans gevonden en 24% hadden de ziekteverwekker niet in hun mondholte. In de groep waarin S. mutans werd gedetecteerd in de mondholte hadden 72 patienten Cnm-positieve S. mutans en 254 hadden Cnm-negatieve S. mutans.
De auteurs schreven dat Cnm-positieve S. mutans significant gerelateerd was aan de aanwezigheid van meer dan 10 cerebrale microbloedingen.
Conclusie
Als conclusie van het onderzoek schreven de auteurs dat Cnm-positieve S. mutans geassocieerd waren met een hoger aantal van lobaire en diepe cerebrale microbloedingen. Het reduceren van de bacteriën in de mondholte zou kunnen dienen als een nieuwe behandeling voor patiënten met een beroerte.
Maar er waren verschillende beperkingen van het onderzoek zoals uitkomstgegevens die niet werden verzameld omdat het onderzoek retrospectief werd uitgevoerd. Om de effecten van Cnm-positieve S. mutans te evalueren voeren de onderzoekers een prospectieve studie uit.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/09/Laserbehandeling-vermindert-pijn-na-extractie-en-implantaatoperaties-400-x-230.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-20 09:00:272024-02-14 14:37:50Cnm-positieve S. mutans zorgen voor meer cerebrale microbloedingen
De klinische praktijkrichtlijn voor de behandeling van stadium I tot en met III parodontitis laat zien dat antibiotica voordelige en nadelige effecten hebben als aanvulling op subgingivale instrumentatie. Volgens de richtlijn kan systemische antibiotica worden overwogen in specifieke gevallen, zoals stadium III en IV gegeneraliseerde parodontitis bij jongvolwassenen.
Studie
De studie onderzoekt of het stadium en de graad van parodontitis de behandelresultaten kan beïnvloeden bij het voorschrijven van systemische antibiotica als aanvulling op subgingivale instrumentatie. De studie werd uitgevoerd bij patiënten tussen de 18 en 75 jaar bij wie ernstige chronische en agressieve parodontitis was vastgesteld.
Randomisatie op basis van het stadium parodontitis en rookstatus werd uitgevoerd om patiënten in te delen in de antimicrobiële behandelingsgroep of de placebogroep.
Nadat supra- en subgingivale reiniging werd uitgevoerd kreeg de ene groep amoxicilline 500 mg en metronidazol 400 mg, driemaal daags gedurende zeven dagen en de andere groep kreeg placebopillen. Na ten minste twee maanden werd een herevaluatie uitgevoerd en alle patiënten kregen onderhoudstherapie met tussenpozen van drie maanden.
Daarnaast werd herclassificatie volgende classificatie van parodontitis uit 2018 uitgevoerd en het behandelingseffect werd beoordeel aan de hand van het percentage per patiënt van locaties met nieuw klinisch aanhechtingsverlies (PSAL) ≥1,3 mm. De baselinemeting werd vergeleken met 27,5 maanden.
Resultaten
De patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III en IV vertoonden wanneer ook antibiotica werden voorgeschreven een significant lagere PSAL ≥1,3 mm, reductie van de pocketdiepte en een lager percentage plaatsen met pocketdiepte ≥ 5 mm, vergeleken met de placebogroep.
Patiënten met parodontitis graad C in de met antibiotica behandelde groep hadden een lagere PSAL ≥1,3 mm vergeleken met de placebogroep.
Bij patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III en graad C leidde het gebruik van aanvullende systemische antibiotica tot een klinisch voordeel van een lagere incidentie van nieuw bijkomend verlies van klinische hechting na 27,5 maanden. Daarnaast vertoonden patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III of IV en graad C significant hogere frequenties voor het bereiken van het eindpunt (minder dan 5 plaatsen met pocketdiepte van ≥ 5 mm).
Het gebruik van antibiotica bij patiënten met gelokaliseerde parodontitis stadium III en patiënten met parodontitis graad B resulteerde niet in een klinisch voordeel bij reductie van de pocketdiepte of PSAL ≥1,3 mm na 27,5 maanden.
Conclusie
Door systemische antibiotica amoxicilline en metronidazol toe te dienen als aanvulling op subgingivale instrumentatie kan een groter klinisch voordeel en minder extra verlies van klinische hechting optreden ondanks enkele beperkingen van de studie.
Toekomstige onderzoeken moeten alle patiënten volgens de richtlijn uit 2018 classificeren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/Effecten-van-systemische-antibiotica-afhankelijk-van-het-stadium-en-graad-parodontitis.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-19 12:08:312024-02-19 12:09:17Effecten van systemische antibiotica afhankelijk van het stadium en graad parodontitis
Nieuwe technologieën maken volledige virtuele planning en computerondersteunde klinische uitvoering van tandheelkundige implantaten mogelijk. Bovendien hebben ze het potentieel om het proces sneller, nauwkeuriger, maar ook minder ingrijpend en duur te maken, volgens een ingezonden brief in het International Dental Journal. Ook zou het kunnen helpen bij het bestrijden van antibioticaresistentie.
Preventieve antibiotica bij implantaatprocedures
Vanwege de aanwezigheid van ongeveer 500 tot 700 soorten bacteriën in de mond maken profylactische antibiotica vanaf het begin deel uit van tandheelkundige implantaatprocedures. Het gebruik van deze medicijnen wordt echter nog steeds in twijfel getrokken vanwege hun mogelijke bijwerkingen en complicaties. Er is geen overeenstemming over de vraag of preventieve antibiotica (PAT) meer kwaad dan goed doen bij implantaatprocedures.
Antimivrobiële resistentie is belangrijk probleem
Daarnaast is de ontwikkeling van bacteriële antimicrobiële resistentie (AMR) tegen de meeste soorten bekende antibiotica een belangrijk wereldwijd probleem. Dit kan in de toekomst mogelijk leiden tot langere ziekenhuisopnames, hogere behandelingskosten en patiëntensterfte.
Herzien van protocollen is cruciaal
Volgens de auteurs van de ingezonden brief onder leiding van Dr. Juan-Francisco Peña-Cardelles van de Harvard School of Dental Medicine betekent dit dat het van cruciaal belang is dat clinici protocollen voor het voorschrijven van antibiotica herzien.
Huidige protocol
Momenteel wordt aanbevolen dat patiënten een uur vóór standaard tandheelkundige implantaatprocedures 2 g tot 3 g amoxicilline moeten krijgen. Hieronder vallen patiënten met anatomische beperkingen en ingeleide botregeneratie en de plaatsing van tandheelkundige implantaten in één of twee fasen.
Profylactische antibiotica bij bepaalde procedures
Bij andere procedures, waaronder direct geplaatste tandheelkundige implantaten en plaatsingen van meerdere implantaten, worden profylactische antibiotica aanbevolen tijdens de preoperatieve fase en worden antibiotica doorgaans gegeven tijdens de postoperatieve fase. Omdat deze procedures verband houden met grotere mucoperiosteale flappen zijn ze vaak gekoppeld aan langere operatietijden en groot chirurgisch trauma dat het risico op infectie verhoogt, schreven de auteurs.
Betere processen met behulp van de computer
Door gebruik te maken van virtuele planningstechnologieën is een volledige virtuele behandelingsplanning en computerondersteunde klinische uitvoering mogelijk. Hierbij wordt een combinatie van radiografische, prothetische, chirurgische en laboratoriumaspecten gebruikt. Dit zorgt ervoor dat de processen nauwkeuriger, sneller, minder ingrijpend en goedkoper worden.
Computerondersteunde implantaatchirurgie
Statische computerondersteunde implantaatchirurgie (S-CAIS) biedt de mogelijkheid om meerdere implantaten in een optimale driedimensionale positie in te brengen met een kortere operatietijd in vergelijking met een conventionele procedure.
Wanneer een geval geschikt is voor computerondersteunde implantaatchirurgie die moet worden uitgevoerd met behulp van een flaploze benadering, nemen zowel het aantal postoperatieve infecties als de ontstekingsreactie van de patiënt af. Bovendien stelt de computerondersteunde procedure clinici in staat om implantaten te plaatsen in beperkte anatomische gebieden, waarbij in veel gevallen procedures voor ridge augmentation worden vermeden, schreven ze.
Resistentiepreventie bevorderen
“Digitale planning en S-CAIS lijken bij te dragen aan het uitvoeren van minder ingrijpende interventies, waarmee clinici worden geholpen het gebruik van PAT aan te passen en daarom de preventie van toenemende AMR te bevorderen”, schrijven de auteurs. Voordat de nieuwe technieken worden ingezet moeten eerst studies worden uitgevoerd om de prevalentie van secundaire infecties te analyseren, concluderen ze.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/02/antibioticaresistentie.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-19 10:55:422024-02-19 10:56:41Computerondersteunde chirurgie is mogelijk een hulpmiddel tegen antibioticaresistentie
Pijn in de nek, schouders en rug zijn veel voorkomende klachten bij tandheelkundige professionals. Zelfs studenten worden door deze klachten getroffen. Tandartsen hebben in vergelijking met collega’s in een ander werkveld twee tot vier keer meer aandoeningen aan het bewegingsapparaat.
Oorzaken
Aandoeningen aan het bewegingsapparaat zijn het gevolg van een ongezonde, asymmetrische en statische werkhouding. Deze werkhouding ontstaat tijdens het behandelen van patiënten waarvoor hoog geconcentreerd een statische houding nodig is. Deze leidt tot vermoeidheid van spieren met pijn als antwoord. Zwakke buik- en rugspieren, stress en een ongeschikte werkplek zijn risicofactoren voor instabiliteit van de romp.
Preventieve maatregelen
Om houdingsproblemen te voorkomen moet spiervermoeidheid vermeden worden. Een ergonomisch correcte werkhouding, een ergonomisch ingerichte werkplek en een juiste positionering van de patiënt zijn hiervoor noodzakelijk.
Ergonomische houding
Een juiste ergonomische houding is een symmetrisch rechtopstaande houding waarbij de dijen en de onderbenen een hoek maken van 110 tot 115 graden en het hoofd licht gebogen is (10 tot 15 graden). De onderarmen zijn licht opgeheven (15 graden) en de ellebogen rusten licht tegen het lichaam.
Tien regels voor een goed ergonomisch gedrag samen met de stoel assistent(e)
Zit of sta in de juiste ergonomisch correcte houding
Foto: R. de Ruijter, UMCG
Zit of sta tijdens de behandeling afwisselend statisch gefixeerd en ontspannen
Werk bij een four-handed behandelconcept als rechtshandige tussen 9 en 12 uur en verander van zitpositie tijdens de behandeling.
Wissel korte en lange behandelingen af.
Haal zelf de patiënt uit de wachtkamer
Werk met een behandelstoel waarbij zittend en staand gewerkt kan worden
Plan tijdens de behandelimg micropauzes in om even te ontspannen. Plan tussen de behandelingen macropauzes in om ontspanningsoefeningen te doen en/of te eten en drinken.
Werk niet meer dan 7 uur per dag.
Train minimaal twee keer per week 30 tot 45 minuten krachtig.
Plan elke 6 weken een onderbreking in voor korte vakanties, cursussen etc.
Conclusie
Om een beroepsleven lang gezond te kunnen blijven werken is het belangrijk dat de behandelaar goed zit, de patiënt goed gepositioneerd is, de mondopening van de patiënt als een trechter naar de behandelaar gericht is, de lichtstraal van de lamp parallel aan de kijkrichting van de behandelaar verloopt, het werkveld zonder schaduwvelden te zien is, het werkblad in handbereik is en het voetpedaal naast, voor of onder de voet van de behandelaar staat.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/03/Fysieke-klachten-voorkomen-door-ergonomische-inrichting-werkplek.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-12 13:30:112024-02-12 15:06:02Tips voor een juist ergonomisch gedrag in de tandartspraktijk
Minimale invasieve behandeling van cariës is de eerste behandelkeuze binnen de kindertandheelkunde. Wat gaat goed en wat niet bij deze minimaal invasieve behandelstrategieën? Waarmee schaal je dan op en wanneer is een behandeling onder algehele anesthesie geïndiceerd?
Minimaal invasieve behandeling als eerste keus
Voor kinderen geldt dat er het liefst zo minimaal invasief mogelijk behandeld wordt. Het streven is om het liefst zonder lokale anesthesie en boor te behandelen zodat eventuele pijn en angst voorkomen kunnen worden. Actief monitoren staat hierbij centraal en bestaat uit het opstellen van een strak individueel preventieplan, regelmatige herbeoordeling en het op tijd ingrijpen.
De resultaten van de studie van Ladewig et al. (2018) laten zien dat de oral-health related quality of life niet verbetert bij het uitvoeren van restauratieve behandeling ten opzichte van niet-invasieve behandelingen bij kinderen.
Het is belangrijk om het cariësproces goed te volgen op tand- en patiëntniveau. Dit kan met behulp van de volgende tools.
Tandniveau
ICDAS – aan de hand van de grootte van de cariëslaesie krijgt het element een score van 0 (gaaf element) tot 6 (uitgebreide laesie).
Cariëslaesies in dentine vrijleggen voor reiniging.
Zelfzorg stimuleren.
Monitoren en documenteren.
Remineralisatie-bevorderend middel aan brengen (zoals Silver Diamine Fluoride (SDF)).
Mogelijkheid om regelmatig te evalueren.
Ouders motiveren.
Het doel van deze methode is de ouders en kind leren de balans te vinden.
Atraumatic restorative treatment (ART)
Bij deze methode wordt de caviteit schoongemaakt met handexcavatoren waarbij de randen goed schoongemaakt worden en er centraal selectieve cariësverwijdering plaatsvindt. De laesie wordt gevuld met een glasionomeercement met hoge viscositeit. ART werkt goed voor één-vlaks caviteiten.
Hall techniek
Bij deze methode wordt er een roestvrijstalen kroon over het carieuze element geplaatst zonder te excaveren. De Hall-techniek kan niet worden toegepast worden bij tekenen en symptomen van irreversibele pulpitis en/of een caviteit die te dicht bij de pulpa zit. Het succespercentage van deze methode ligt tussen de 94-97%.
Pulpitis: behoud of extractie
Wanneer er sprake is van pulpitis (of pulpa-exponatie) en er de wens is om het melkelement te behouden dan kan er gekozen worden om een pulpotomie uit te voeren met MTA of Biodentine. Het succespercentage van deze behandeling ligt boven de 95%. Bij deze behandeling is het aan te raden om een Quick Sleeper anesthesie te gebruiken.
Wanneer een pulpa-behandeling geen optie is, kan er gekozen worden voor extractie. Daarbij is het goed om te weten dat de kans op een glazuurontwikkeling nihil is bij melkelementen met een ontsteking bij kinderen ouder dan 7 jaar. Bij kinderen die ouder dan 8 jaar zijn is de kans op ruimteverlies (leewayspace) minimaal.
Algehele anesthesie
Er kan voor algehele anesthesie gekozen worden indien:
Er sprake is van onvoldoende coöperatie door angst of jonge leeftijd voor behandeling met behavioral management technieken.
Er sprake is van onvoldoende coöperatie vanwege fysieke, medische of speciale behoeften.
Er sprake is van een uitgebreid behandelingsbehoefte.
Wanneer er sprake is van behandeling van trauma.
De volgende factoren spelen mee in de keuze of een kind wel of niet onder narcose behandeld gaat worden:
Ontwikkelingsleeftijd: past de ontwikkeling van het kind bij zijn of haar leeftijd?
Angst scoren aan de hand van de CFSS-DS scores
Hoe is de psychische belastbaarheid: hoe gaat iemand om met spanning/stress?
Behandelbaarheid: kun je bitewings maken of lukt dat al niet?
Hoeveel kwadranten behandelen? Hoeveel extracties zijn er nodig?
Zijn er nog andere bijzonderheden zoals extreme naaldangst, kokhalzen?
Wat is de wens van de ouders? Sommige ouders vinden behandeling onder narcose een vervelend idee. Het is belangrijk om hierbij goed te bespreken wat voor het kind het beste is.
Verwachtingsmanagement
Wanneer ouders geen narcose willen dan is het bespreken van verwachtingen erg belangrijk. De ouders worden ingelicht over het volgende:
Mogelijk extracties nodig.
Het succes is afhankelijk van de coöperatie en mate van mondhygiëne.
Frequentie afspraken hoog.
Algehele narcose misschien toch nodig.
Cariësvrije toekomst
De speerpunten voor een cariësvrije toekomst zijn:
Every child born in 2026 should stay cavity-free during their life time.
Begin bij zwangere vrouwen.
Interval – Kind vanaf jonge leeftijd zien.
Toepassen van een individueel fluoride advies.
Goede vertrouwensrelatie opbouwen.
Advies over voeding etc.
Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van Prof. Cor van Loveren. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.
Arie Riem studeerde af als tandarts in 1988 en werkte van begin af aan met ‘bijzondere zorggroepen’. Ruim 10 jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Justitietandartsen en tandarts van onder andere het Pieter Baan Centrum. Hij was 12 jaar bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Sinds 2006 is hij een door de NVvK erkend pedodontoloog. Hij werkte 14 jaar op de afdeling angstbegeleiding en gehandicaptenzorg van de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam. Van 2002 tot 2010 was hij verbonden aan het CBT van het St. Antonius ziekenhuis waar hij voor regio Midden Nederland de gebitsbehandelingen onder algehele anesthesie bij gezonde kinderen uitvoerde. Sinds 2012 werkt hij bij Kinderkliniek TandInZicht en helpt verwezen kinderen zonder wachttijden. Hij geeft lezingen en een cursus over zijn passie: kindertandheelkunde.
Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Clarissa Bonifácio en Arie Riem tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/05/cariës.png230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-12 13:22:292024-01-31 10:34:53De indicaties voor behandeling van cariës bij kinderen: van NRCT, ART en Hall tot narcose
En ik maar denken dat ik zo’n goeie baas ben voor mijn medewerkers, maar het blijkt dus dat er praktijken zijn die hun ZZP-tandartsen en mondhygiënisten nog meer betalen dan de riante 40% van de omzet die ik betaal!?!
Hier kwam ik laatst achter toen een mondhygiënist, die in mijn praktijk werkt, vroeg om een (veel) hoger percentage dan wat ik mijn ZZP-ers gun. Ze kon ergens anders meer verdienen en dreigde met vertrek als ik haar niet meer ging betalen. Ik weigerde, want iemand die maar een klein onderdeel van de tandheelkunde uitoefent en daar dus ook veel korter voor heeft gestudeerd, verdient het natuurlijk niet om meer te verdienen dan haar tandarts-collega’s, die wel van alle markten thuis zijn.
Na wat rondvragen blijkt dat het echter helemaal niet ongebruikelijk is, dat mondhygiënisten soms een hoger percentage dan tandartsen krijgen en aangezien hun omzet niet veel verschilt, verdienen ze dan dus meer dan hun veel hoger opgeleide verwijzers! Economisch gezien kan dat misschien uit, aangezien preventiemedewerkers geen kostbare stoelassistentie gebruiken, maar behalve dat ik principieel tegen het hogere belonen van de lager opgeleide arbeidskrachten ben, is het ook niet nodig.
Mijn mondhygiënist werkt namelijk nog steeds voor mij en ook nog steeds voor hetzelfde schamele honorarium, dus blijkbaar zijn er voor mijn medewerker belangrijkere redenen om voor een werkplek te kiezen. Wellicht is werkvreugde door intercollegiaal overleg, de nieuwste apparatuur, praktijkuitjes met karaoke, bowlen en bingo en vooral een goede sfeer in de praktijk veel belangrijker, dan iets meer verdienen in een praktijk met minder jolijt.
Misschien is het ook een idee als de praktijkhouders elkaar voortaan hierop beconcurreren in plaats van op de huidige buitensporige gages, want zelfs een armetierige 40% van de omzet zorgt nog steeds voor een goed belegde boterham voor de medewerker (in verkapt dienstverband) en dan houdt de baas, die alles regelt en de risico’s loopt, er ook nog iets aan over.
Voeding en occlusie en articulatie zijn de belangrijkste pijlers voor het gezond houden van het gebit. Tandarts Hans Beekmans legt dit uit en verduidelijkt het aan de hand van een groot aantal foto’s.
Pijler 1: Voeding
Belangrijkste ingrediënten voor een gezond gebit: Voldoende calcium en magnesium in een verhouding 2:1 in de bloedbaan en in de tussenruimtes van de cellen.
Pijler 2: Occlusie en articulatie
Een maximale occlusie in de Neutrale Positie en een articulatie volgens Schuyler 1935, later L.V Arnold in 1963.1
Definitie van de ideale positie van de onderkaak
De Neutrale Positie is die positie van de onderkaak, waarbij de onderkaak een rotatie uitvoert door de denkbeeldige as van de gewrichten in de laatste zone van opening en sluiten van 2-4mm gemeten in het front.
Over de eerste pijler – voeding – de belangrijkste, is sinds Weston Price (1930)2 zijn onderzoeken heeft gedaan en beschreven, niet erg veel aandacht meer besteed aan dit onderwerp. Al snel is men over gegaan op poetsmethoden, suiker de oorzaak laten zijn van de problemen en fluoride de oplossing. Helaas is fluoride neurotoxisch.3 Tevens is er een bloeiende industrie ontstaan rondom alle problemen van de tanden zelf, het tandvlees en het kaakbot rondom de tanden.
1. Beweging van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak
Onderontwikkeling kaken
Het begint al met de onderontwikkeling van de kaken, waardoor orthodontische problemen ontstaan en de verstandskiezen meestal ongunstig doorkomen of niet doorkomen vanwege een tekort aan ruimte. De meest idiote oplossing die gekozen is om dat probleem met de verstandkiezen op te lossen is het verwijderen van de kiem van de verstandskies op jonge leeftijd, zodat er later geen problemen kunnen ontstaan. Dat lijkt mooi, maar de kies is de bron van de groei van het bot en met het wegnemen van de kiem, wordt ook die prikkel weggenomen en worden de problemen van de kaakgrootte alleen maar groter.
Over pijler 2 – Occlusie en articulatie – is al heel erg lang veel verwarring, dat blijkt uit de complexiteit van de oplossingen4. Al vroeg in de tandheelkunde bleek dit wel een onderdeel van interesse en mooie apparaten. Articulatoren, computerapparatuur om de bewegingen van de onderkaak te nabootsen. Schitterende meetinstrumenten om de occlusie te meten in kracht van locatie en moment. Er zou niets meer aan het toeval over gelaten hoeven te worden. Toch lopen er slechts 10 van de 1000 mensen rond met een goede occlusie en articulatie. Dat heeft vele oorzaken, waaronder één die met de eerste pijler sterk verbonden is.
2. rotatie van de onderkaak, van belang voor het bepalen van de Neutrale Positie
3. Overbelasting leidt tot pijnlijke elementen of overmatige slijtage
Gebrek aan mineralen en vitamines in voeding
De oorzaak van deze onderontwikkelde groei is het gebrek aan mineralen en vitamines in de voeding. Voor de geboorte is dit al het probleem: de moeder heeft te weinig mineralen, de baby ook. Processen lopen minder snel dan dat ze zouden moeten doen, omdat er geen energie voldoende is om de processen te ondersteunen. De geneeskunde is niet in staat om de werkelijke oorzaak van al de problemen die eruit voorkomen te vinden. Het is ook haast niet te vinden waarom deze problemen er zijn, maar zijn te ontdekken door te zien dat de tand en kaakontwikkeling achter blijven en de gebitsproblemen in het algemeen. Te kleine kaken voor alle elementen, crowding, cariës en overmatige slijtage, naast gingivitis en veel plak. Het zijn allemaal indicaties van onderproductie van de mitochondriën5, de energiefabrieken van de cel. Door het gebrek aan mineralen, calcium en magnesium functioneren ze minder en daarmee functioneert alles minder. En met alles bedoel ik ook alles, in iedere lichaamscel zitten minimaal 300- 3000 mitochondriën. Dus als die niet genoeg energie kunnen maken omdat er te weinig calcium en magnesium is dan is het ook niet mogelijk om optimaal te functioneren. De reden dat de tanden en de kiezen lijden, is omdat het de laatste bron is die gebruikt wordt als er geen calcium en magnesium voldoende uit de voeding komen.
Het lijkt alsof dit probleem niet echt bestaat, we hebben immers goede voeding, eten gezond en het liefst biologisch. Toch heeft 50% van de westerse mensen problemen met de tanden en het tandvlees of een orthodontisch probleem.
Als je abrasie, attritie, knarsen4 en terugtrekkend tandvlees meeneemt in de beoordeling heeft 98% van de wereldpopulatie problemen met het gebit en daarmee met de mitochondriën en dus de gezondheid.6,7,8
Wat is een goede beet?
We hebben goede tandheelkunde, meer ouderen hebben nog tanden en kiezen, jongeren hebben minder gaatjes. Vooral de verzorging en de aandacht die gaat naar het minimaliseren van de tandplak heeft deze resultaten opgeleverd. De beet, de manier waarop de onderkaak en bovenkaak sluiten is een heel ander hoofdstuk, uit onderzoek blijkt dat slechts 10 van de 1000 mensen een goede beet heeft
Een goede beet heeft een maximale occlusie in de exacte rotatie as van de beide condyli zonder spieractiviteit en een articulatie zonder balanscontacten en met een hoektand geleiding. Zodra deze occlusie gerealiseerd is, kan de patiënt zelf in deze maximale occlusie dichtbijten zonder trauma aan de elementen.
Voordat deze conditie bestaat, is er een ontwijk-mechanisme wat nauwelijks is waar te nemen.9. Zelfs met de T-Scan is dit ontwijk-mechanisme net niet waar te nemen. Het is een neuro musculaire reflex uitgaande van het parodontale ligament en de sensoren die er in aanwezig zijn. Nadat deze maximale occlusie in de neutrale positie is hersteld, kan de T-Scan heel goed gebruikt worden voor de kleine correcties die dan nog moeten plaatsvinden en het inslijpen van de articulatie.
De details die met de T-scan kunnen worden waargenomen blijven voor het oog van de tandarts met een articulatie folie onwaarneembaar.
4. gesleten elementen ten gevolge van overbelasting
5. Articulatie patroon
Ouder worden en de beet
Een aspect dat op een of andere manier wel vergeten lijkt te zijn is het feit dat mensen ouder worden en dat daarmee de vorm van de condyli en de fossa maxillaire van vorm veranderen.10 Met deze vormverandering zou ook een verandering van de vorm van de tanden en kiezen moeten plaatsvinden.4 Door ons moderne voedsel en de moderne tandheelkunde vindt de vormverandering van de elementen niet plaats. Zoals bekend uit de literatuur wordt met de jaren de Bennet hoek groter en de Condylus baan vlakker. Dat heeft implicaties voor de kauwvlakken en de articulatie. Het is interessant om te zien dat tandtechnici zich druk blijven maken over knobbels en fissuren omdat die er zo mooi uitzien. Het werkelijke oppervlak van een kies van een 60-jarige ziet er uit als een kommetje en is verder vlak, hooguit uithollingen ten gevolge van de slijtage in het dentine.
Pantograaf en T-scan
Met behulp van een pantograaf zijn de vormen van de kaakgewrichten te analyseren en conform deze vorm de aanpassingen te verrichten aan de kauwvlakken.11 Het aanpassen met behulp van een pantograaf is een technisch complexe behandeling en zeer tijdrovend. Voor een goed resultaat zal de behandeling meerdere malen moeten worden gedaan. Een andere zeer precieze methode is de correctie met behulp van de T-scan. Een zeldzaam nauwkeurig instrument waarmee iedere discrepantie in de contacten is waar te nemen. In mijn ogen effectiever, sneller en nauwkeuriger dan de pantografische benadering.
Belangrijkste gegeven om mee te nemen is dat bij het ouder worden de natuur rekent op het vlakker worden van de elementen en dat de bovenkaak en de onderkaak als een kommetje en een bol op elkaar moeten ingrijpen ter wille van een goed functionerend kauwstelstel en daarmee de positie van het hoofd op de wervelkolom. De Wilson12 curve – minder bekend als de curve van Spee – is de curve die in het horizontale vlak over de elementen ligt en zou moeten veranderen met de jaren, ten gevolge slijtage door de aard van de voeding en het gebruik van de dentitie om voedsel te verwerken. Iets wat in deze moderne tijd (de laatste 5000 jaar) niet meer in gebruik is in de beschaafde wereld. Weston Price2 toonde aan dat in primitieve gebieden, verstoken van moderne invloeden, tandheelkundige problemen niet bestaan.
6. gevolgen van de verhoogde druk op de gewrichten ten gevolge van verlies van elementen en slijtage
7. Neuromusculaire sturing ten gevolge van een prematuur contact.
8. breuk van het element door een gebrek aan afsteuning en overbelasting
9. Het parodontale ligament.
10. Resultaat van combinatie van verkeerde beet en een tekort aan mineralen
Conclusie
Met de hierboven beschreven gegevens is het mogelijk om toe te werken naar een levenslang gezond gebit en een goede gezondheid. De technische procedure om goed in te slijpen zal in een vervolg artikel worden beschreven.
De supplementen die gebruikt kunnen worden om de mitochondriën van voldoende mineralen en vitamines te voorzien zijn op de markt verkrijgbaar, helaas is het een enorme speurtocht om de juiste te vinden. In dit artikel mag daar niet naar verwezen worden van de Voedsel- en Warenautoriteit. De resultaten met het gebruik van de juiste supplementen en het bijhouden van een goede beet zijn verbluffend, zowel voor het gebit als voor de gezondheid.
Price, W. Nutrition and Physical Degeneration. Canadian Medical Association journal vol. 42 208 (1940).
Guth, S. et al. Toxicity of fluoride: critical evaluation of evidence for human developmental neurotoxicity in epidemiological studies, animal experiments and in vitro analyses. Archives of Toxicology vol. 94 1375–1415 (2020).
López-Frías, F. J., Castellanos-Cosano, L., Martán-González, J., Llamas-Carreras, J. M. & Segura-Egea, J. J. Clinical measurement of tooth wear: Tooth wear indices. Journal of Clinical and Experimental Dentistry vol. 4 48–53 (2012).
Hans Beekmans. Brilliant hidden secret of dental health. 83 (2020).
Kucharská, J. Vitamins in mitochondrial function. Mitochondrial Medicine: Mitochondrial Metabolism, Diseases, Diagnosis and Therapy 367–384 (2008) doi:10.1007/978-1-4020-6714-3_21.
Beekmans, H. (Beekmans T. Drie Oliën, verhaal3. 2 (2020).
Jacobs, R. & van Steenberghe, D. Role of periodontal ligament receptors in the tactile function of teeth: a review. Journal of Periodontal Research vol. 29 153–167 (1994).
Sreelal, T., Janardanan, K., Nair, A. S. & Nair, A. S. Age changes in horizontal condylar angle: A clinical and cephalometric study. Journal of Indian Prosthodontist Society vol. 13 108–112 (2013).
Nair, V., Nair, C., K, H. & Janardanan, K. BENNETT MOVEMENT -AN OVERVIEW. (2020). doi:10.13140/RG.2.2.24551.06562.
Standardized parameters Curve of Wilson Curve of Spee. 1–5.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/01/De-twee-pijlers-van-de-hele-tandheelkunde-hoofdafb-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-12 13:15:352024-02-12 15:46:55De twee pijlers van de hele tandheelkunde
Wasabi of whisky als tandpastasmaak hebben, wie wil dat nou. Een tandarts uit de Amerikaanse staat Georgia hield het niet bij deze twee aparte smaken, maar heeft een verzameling van 2.037 verschillende tandpastatubes. Hiermee heeft hij een Guinness World Record te pakken.
Het begin
In 2001 begon Dr. Val Kolpakov tandpasta’s te verzamelen om zo meer te weten te komen over alle beschikbare tandpasta’s die er zijn. Al snel groeide dit uit tot een hobby en begon hij specialere tubes te zoeken. Eerst waren het oudere tandpastas, toen uit andere landen en nu bevat zijn collectie zeldzame tandpasta’s uit landen als Japan, Zuid-Korea, China, India en Rusland.
Ongewone tandpasta’s
De bijzonderste tandpasta’s in zijn verzameling zijn die met alcohol erin. Hij heeft whiskeysmaak, in rogge-, whisky- en bourbonvarianten. Volgens Kolpakov bevatten de tandpasta’s 3% alcohol. Verder heeft hij ook een wasabi-smaak staan, een tube Doramad-tandpasta die de radioactieve stof thorium bevat en een tube Brenner’s tandpasta die speciaal is gemaakt als rekwisiet voor de tv-serie ‘Prison Break’.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/Geen-tandpastasmaak-te-gek-voor-deze-tandarts.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-11 09:10:192024-02-07 11:36:22Geen tandpastasmaak te gek voor deze tandarts
Volgens een studie gepubliceerd in The Journal of Oral Rehabilitation kunnen de craniofaciale kenmerken van tandheelkundige patiënten voorspellen of een mandibulair repositie apparaat (MRA)-beugel hun obstructieve slaapapneu (OSA) kan verminderen.
MRA-beugel
MRA-beugels bieden een niet-invasieve manier om patiënten met OSA te helpen, maar de respons op de behandeling varieert. Om de rol van craniofaciale kenmerken in de respons van patiënten op MRA-beugels te onderzoeken, voerden de auteurs een studie uit.
Craniofaciale kenmerken
Wanneer een patiënt een hogere baseline-apneu-hypopneu-index (AHI) en een grotere gonionhoek heeft is er minder kans om hun slaapapneu te verbeteren door het dragen van een MRA-beugel.
De negatieve effecten van de ernst van OSA zijn in veel onderzoeken gerapporteerd. De gonionhoek kwam hierin naar voren als een belangrijke factor die de behandelingsresultaten beïnvloedde.
Onderzoek
Er is onderzoek gedaan bij 42 mannen met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar en een AHI van 21,5 voorvallen per uur. Van deze patiënten hadden er 13 een lage onderkaakhoek, 14 een gemiddelde hoek en 15 een hoge hoek.
Er werden verstelbare MRA-beugels gebruikt om de onderkaak elke dag naar voren te titreren van 0 mm met een toename van 0,5 mm per dag.
De groepen werden vergeleken door polysomnografie uitkomsten, mandibulaire protrusie waarden, veranderingen in metingen van magnetische resonantiebeeldvorming van de bovenste luchtwegen en neusweerstand te evalueren.
Resultaten
De normalisatiesnelheid, een AHI van minder dan 5 voorvallen per uur, was ongeveer 92% in patiënten met een lage onderkaakhoek. In patiënten met een gemiddelde hoek was dit ongeveer 57% en ongeveer 47% in patiënten met een hoge onderkaakhoek.
Hierna voerden de auteurs een logistische regressie uit, en hieruit bleek dat een grotere gonionhoek en baseline AHI de kans op normalisatie kan verminderen.
Conclusie
De studie had verschillende beperkingen waaronder de kleine steekproefomvang maar concluderend tonen de bevindingen aan dat een hoge gonionhoek van de mandibula een ongunstige factor zou zijn voor een MRA-beugel behandeling om slaapapneu te verminderen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/04/wekker.jpg238400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-07 09:00:412024-01-31 10:37:57Voor welke patiënten met slaapapneu is een MRA-beugel geschikt?
Tom van Riet promoveerde op 6 december 2023 op zijn onderzoek naar gebruik van robots in de tandheelkunde. Zijn onderzoek werd cum laude beoordeeld. Hij onderzocht een belangrijk maatschappelijk onderwerp: het gebrek aan mogelijkheden om het trekken van tanden en kiezen te oefenen tijdens de tandheelkunde opleiding. Met als gevolg dat deze taken zich verplaatsen naar ziekenhuizen en (duurdere) specialismen.
Hij gebruikte robottechnologie in zijn onderzoek om meer te weten te komen over het trekken van tanden en kiezen. Deze nieuwe kennis kan direct gebruikt worden in het onderwijs. Studenten tandheelkunde krijgen hiermee de mogelijkheid om onderwijs te krijgen op dit gebied. Hij gebruikte voor zijn onderzoek een ‘gestructureerde academische denkwijze en zijn aanpak rond het toepassen van robottechnologie was uniek, creatief en innovatief.’
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/05/robots-mondzorg.png230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-06 09:00:292024-01-31 10:52:12Gebruik van robots in de tandheelkunde - promotieonderzoek
De 2 belangrijkste onderwerpen in de (inter)nationale media zijn sport en sport. De eerste sport is de competitie op zichzelf, het tweede verwijst naar de atleten. De gezondheid van deze atleten is van cruciaal belang voor het welslagen van de competitie. Daaraan worden dan ook de nodige centen uitgegeven want verlies aan inzetbaarheid kost bakken geld.
Voor het vieren van de tiende verjaardag van hun bestaan, werd door de EA4SD, de European Association for Sports Dentistry, een twee daags symposium ingericht in Edinburgh, Schotland, in het Murrayfield rugby stadion. Dit was hun derde internationaal symposium. Het eerste ging door in Parijs in 2019, het tweede in Athene in 2012. Met veel internationale sprekers werd de terechte plaats van tandheelkunde in de verzorging van de atleten bepleit en bewezen. Volgens een van de sprekers Dr. Peter Fine van de UCL Eastman Dental school is er nog veel overtuiging nodig en dit bij de verschillende sport disciplines.
Inschatten van kwetsuren
De eerste spreker was als opwarmer bedoeld, een bloemlezing uit het rijke verleden van de teamdokter van het Schots Rugby team. James Robson belichtte de taak van de sportarts die samen met zijn team de kwetsuren moet inschatten en behandelen zodat de speler in ijltempo terug kan spelen, de investering moet namelijk renderen. De getoonde vlugge en soms wonderbaarlijke recuperatie van spelers is werkelijk indrukwekkend: bijvoorbeeld KO na een tackle en binnen de minuut terug de bal in handen en verder spelen of met de speler met gescheurde nier die nog een half uur doorspeelt en na plassen van bloed in paniek slaat. De nazorg van de soms gruwelijke incidenten is in vele gevallen een huzaren stukje. Bij de screening, gewoonlijk jaarlijks, wordt de tandarts ook liefst ingeschakeld.
Dr. Peter Fine beschreef de omstandigheden waarin de controle van het team (ongeveer 25 spelers) in de lokalen van de club op een massagetafel gebeuren, een niet zo ideale positie. De financiële middelen zijn belachelijk laag (toen de spreker 1000£ vroeg voor deze screening zijnde 40£ per speler werd hem dit geweigerd).
Gebrek aan aandacht voor mondzorg
De noodzaak van een goed gebit is geen luxe. Het voortijdig detecteren van problemen voorkomt het beperken of in het geheel niet deelnemen van een atleet aan de competitie. Rekening houden met de financiële investering van de club voor bepaalde spelers in de competitiesport zou dit doorslaggevend moeten zijn. De cijfers welke werden vergaard op verschillende sportevenementen bewijzen het gebrek aan aandacht voor mondzorg. Zo hadden bij de Olympische spelen in Rio 49% van de deelnemers cariës, 42% erosie, 77% gingivitis en 22% periodontitis. Problemen met potentiële negatieve impact op de prestaties werden geschat op 9%. De gemeten cijfers bij andere grote evenementen waren gelijklopend.
Dentale screening
Dr. Amir Pakravan gaf ook een pleidooi voor een dentale screening. De prestaties zullen verbeteren en musculoskeletale problemen kunnen voorkomen worden. Zijn suggesties naar de club tandarts toe is het screenen van de spelers voor het seizoen en bij intake van nieuwe spelers. Deze screening wordt best regelmatig gepland, jaarlijks of zesmaandelijks bij sommige spelers. De EA4SD heeft hiertoe een formulier samengesteld dat een goed hulpmiddel is bij de screening. Hierbij is het voortijdig ontdekken van eetstoornissen evenals het gebruik van teveel suikers in de energiedrankjes, een belangrijk topic voor toelichting bij de betrokken sporter. TMJ problemen en focale infecties, waarover verder meer, moeten in de screening onderzocht worden. Dit alles zal op termijn kosten efficiënt zijn voor de club.
Speeksel als biomarker
Een ander interessante topic was het gebruik van speeksel als biomarker. Dit onderwerp werd gebracht door collega Rachiotis Christos. Het gebruik van speeksel heeft als voordeel dat het gemakkelijk kan verzameld worden, namelijk pijnvrij en niet invasief, het is een stabiele vloeistof en kan real-time resultaten geven. Het verschil van de testen voor en na training kan ook interessante gegevens opleveren. Een van de substanties van speeksel zijn biomarkers. De biomarkers zijn anorganisch (elektrolyten) en organisch (enzymes, DNA, RNA metabolieten, lipiden, proteïnen, mucines, immunoglobulines, steroïden en niet-steroidale hormonen, creatine, glucose, drugs en de metabolieten en microorganismen). Na een sportprestatie zullen de Na, HCO, Ca en Cl hoeveelheden gestegen zijn evenals catecholamines, a-amylase, lactase en cysteïnes. Orale peroxides en nitraat oxides zullen gestegen zijn bij beginners. Andere gegevens zijn bij overtraining de hoeveelheden cortisol, lactase en testosterone die afgeweken zijn. De stijging van microRNA’s wijst op een hersenschudding.
Relatie tussen prestatie en tandheelkunde
Een andere interessante topic handelde over relatie tussen prestatie en tandheelkunde (performance dentistry). Hier werd vanuit een normale prestatie uitgegaan om dan naar verminderde prestaties te wijzen en hun tandheelkundige oorzaak. Hieraan verhelpen leidt tot normale prestaties. Dit is zorgen voor pijnverlichting, het verzekeren van een goede mondgezondheid en het voorkomen en behandelen van oro-faciale traumas. Het verbeteren van prestatie door tandheelkundige behandelingen is het andere aspect: dit kan door de kaakpositie te optimaliseren, de occlusie te optimaliseren, de ademhaling vrij te maken. Dit is een controversieel onderwerp, de meningen en bewijzen zijn niet unisono.
Endodontie
Het onderwerp endodontie werd toegelicht door prof. Marc Engels-Deutsch van de universiteit van Lorraine. Na een wat lang uitgevallen verhaal met algemeenheden welke elke tandarts minimaal dient te weten kwamen focale infecties ter sprake. Het verband tussen een chronische apicale ontsteking en ontstekingsverschijnselen in andere organen, relatie tussen apicale periodontitis en metabolische syndromen, dit is een cluster van symptomen die samen optreden met een verhoogd risico op hartinfarct, beroerte en diabetes type 2. Dit alles werd aangetoond in studies.
Bacteremie
Evenals de problematiek van bacteremie na 1 minuut na een extracties (100%), parodontale behandelingen (70%) en endodontie (20%) welke kan leiden tot complicaties. Zo werd onder andere bij reumatoïde artritis de aanwezigheid van rRNA van 49 verschillende bacteriën in het gewrichtsweefsel vastgesteld. Chronische apicale parodontitis medieerde de hoge expressie van cytokines en induceerde de initiële ontstekingsreactie in de aorta door het niveau van inflammatoire cytokines te beïnvloeden (Chen et all, 2021 Clin Oral Investig. 2021 Jun). Apicale parodontitis verhoogt de bloedserumspiegels van CRP, IL-2 en IL 6, waardoor omkeerbare veranderingen in de aortaboog, het myocardium, de milt en de lever ontstaan, dit bij een studie op ratten. (Zhang et all, 2016). Alhoewel het niveau van bewijskracht voor de relatie tussen apicale periodontitis en systeem ziekten over het algemeen als laag wordt beschouwd door bepaalde auteurs, verdient het wel verder onderzoek.
Mondbeschermers
Het gebruik van mondbeschermers was een belangrijk onderwerp van veel sprekers. Hier werden vele aspecten en theorieën verkondigd. Enkele van de te onthouden aspecten: de mondbeschermers moeten wel custom made zijn voor een adequate bescherming. Bij inspanningen die gepaard gaan met klemmen blijkt de mondbeschermer een grotere kracht op te leveren, dus betere prestaties. Dit werd aangetoond met een gewichtheffer die vlotter het gewicht omhoog kreeg. Er werd een cijfer van 10% verhoging van de bovenlichaam kracht en 12% voor het onderlichaam kracht en zelfs een elimineren van Hamstring blessures. Het gebruik van een op maat gemaakte mondbeschermer kan de ademhaling bevorderen doch de maximale aerobe kracht (VO2max) is statistisch niet verbeterd (studie 2021 bij jeugd boksers). Hier was de conclusie evenwel dat het prestatie verbeterend werkt aangezien het niet een prestatievermindering teweeg brengt.! Wie bedenkt dit?
Het verbeteren van de houding door het stabiliseren en mogelijk corrigeren van de beetrelatie, zou leiden tot betere prestaties. waarover evenwel veel discussie bestaat. Het is aangetoond dat het op elkaar klemmen van tanden de spieractiviteit op afstand en de gewrichtsfixatie in het hele lichaam verbetert. Het klemmen kan helpen het evenwicht te bewaren, de systemische functie te verbeteren en de veiligheid te vergroten. Het fixeren van het hoofd is ook verbeterd.
Posturologie
Posturologie was ook een item in dit tweedaags symposium. De elementaire vraag die hierbij gesteld wordt is of het lichaam samengesteld is uit 600 spieren of juist één spier die verpakt zit in 600 facia zakjes. Dit onderwerp is te complex om in één paragraafje uit te leggen. Maar de discussie is zeker het voeren waard.
De brug tussen lichaam en mond werd door collega Eider Unamuno uit Spanje uitgebreid toegelicht. De relatie van prestatie bij sport en in het bijzonder topsporters en tandheelkunde kan niet miskend worden, niet alleen op financieel vlak door het kunnen missen van evenementen maar ook door het mogelijk minder presteren en zelfs groter risico op letsel. Een interessante topic waar veel tandheelkundige deelgebieden aan bod komen.
Dit symposium kan u als een voorproefje zien van het geplande symposium in april 2024 te Gent. Dit gaat door in samenwerkend verband van de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Tandheellkunde, het Universitair Ziekenhuis te Gent, meer bepaald de afdeling Fysische Geneeskunde en het Sportsinjurylab uit Nederland. Alle informatie hierover leest u op de website van de VWVT: www.vwvt.be
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/12/Symposiumverslag-3rd-edition-of-the-International-Sports-Dentistry-Symposium-Edinburgh.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-01-29 13:22:282024-01-29 14:11:16Symposiumverslag: 3rd edition of the International Sports Dentistry Symposium, Edinburgh
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.