De Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) heeft de Verzekeringswijzer Tandprothetische Zorg 2024 ontwikkeld en geplaatst op hun website www.kunstgebit.nl
De Verzekeringswijzer ondersteunt verzekerden jaarlijks bij het maken van een keuze voor een zorgverzekeraar op het gebied van tandprothetische zorg. Vanuit patiëntenperspectief maakt de Verzekeringswijzer inzichtelijk wat er is opgenomen in het inkoopbeleid en de polisvoorwaarden van zorgverzekeraars op het gebied van tandprothetische zorg en welke afspraken zorgverzekeraars en tandprothetici hierover hebben gemaakt. Zorgverzekeraar Zilveren Kruis staat dit jaar bovenaan in de rangschikking, op de voet gevolgd door a.s.r. Opvallend is dat de meeste zorgverzekeraars lager scoren dan vorig jaar.
Zorgverzekeraar Zilveren Kruis dit jaar op de eerste plaats
Volgens de Verzekeringswijzer krijgt zorgverzekeraar en Zilveren Kruis met 4,5 sterren de hoogste beoordeling op het gebied van tandprothetische zorg voor hun verzekerden. De zorgverzekeraar scoort daarmee een halve ster meer dan vorig jaar. Vooral op het gebied van informatievoorziening onderscheidt Zilveren Kruis zich van andere zorgverzekeraars. Tim Rolink (tandprotheticus en tot voor kort betrokken bestuurslid van de ONT): “Vanwege het belang van een goede informatievoorziening voor patiënten en verzekerden krijgt dit thema in de Verzekeringswijzer dit jaar meer nadruk. Dit komt onder andere tot uitdrukking in drie bonusvragen, waarmee zorgverzekeraars door het aanleveren van een adequate onderbouwing extra punten kunnen krijgen”.
Minder sterren dan vorig jaar
Over het algemeen behalen de zorgverzekeraars een lagere score dan vorig jaar. De gemiddelde beoordeling daalt met bijna een halve ster. Vooral op het gebied van klanttevredenheid en kwaliteit laten de meeste zorgverzekeraars een lagere score zien. Als enige zorgverzekeraar scoort zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid geen sterren op het gebied van transparantie over de opbouw van de tarieven van kunstgebitten.
Zorgverzekeraars Caresq, Menzis en VGZ hebben aangegeven niet te willen meewerken aan de Verzekeringswijzer.
Keuze ondersteunende informatie
Een aanzienlijk deel van de tandprothetische zorg wordt vergoed vanuit de basisverzekering. De Verzekeringswijzer Tandprothetische Zorg kan verzekerden helpen bij hun afweging om voor volgend jaar een zorgverzekeraar te kiezen. Op de website www.kunstgebit.nl staat per zorgverzekeraar een individuele rapportage met een toelichting op de behaalde score. Ook staat op de website een uitgebreide verantwoording van de gehanteerde systematiek en de onderliggende vragenlijst.
De Verzekeringswijzer voor de tandprothetische zorg is een initiatief van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT), de beroepsvereniging van gespecialiseerde zorgverleners op het gebied van gebitsprothesen.
Het succesverhaal van de tandheelkundige wereld is onlosmakelijk verbonden met de IDS. De toonaangevende vakbeurs is gebaseerd op unieke waarden. 100 jaar IDS staat voor de volledige vertegenwoordiging van de industrie. Voor innovaties en markttrends. Voor een constante en open vergelijking van prestaties in de zin van het Olympische principe. En last but not least: voor een claim op leiderschap als het grootste internationale industrieplatform, wat al tientallen jaren keer op keer wordt bevestigd.
Koelnmesse
Het succesverhaal en de verjaardag van de IDS is ook voor de locatie van de beurs, Koelnmesse in Keulen, een bijzonder evenement. Al meer dan dertig jaar wordt op de beurslocatie de International Dental Show gehouden. De Vereniging van de Duitse Tandheelkundige Industrie e.V. (VDDI) besloot destijds om de IDS vanaf 1992 een permanent onderkomen te geven in Keulen en de organisatie van de beurs aan Koelnmesse toe te vertrouwen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/05/IDS-plaatje-1.jpg403450anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-28 10:40:472025-04-08 10:26:52IDS in Keulen: van 16 tot 20 maart 2027
De prevalentie van werkgerelateerde pijn bij tandartsen bedraagt 64-93% (*1). Daarnaast haalt 40% van de tandartsen het pensioen niet werkend. Mondhygiënisten doen er nog een schepje bovenop: maar liefst 60% van de mondhygiënisten behaalt het pensioen niet werkend als gevolg van werkgerelateerde pijn. En het is onnodig.
3 jaar geleden werd Matthijs Luitjes, fysiotherapeut bij de praktijk voor nek-, schouder- en armklachten te Groningen, gebeld door een tandarts/gnatholoog uit de regio: “Matthijs, ons voltallige personeelsbestand loopt inmiddels bij jullie in de praktijk als gevolg van werkgerelateerde pijn. Zou je ons willen leren wat we moeten doen om dit te voorkomen?” Een prima vraag, die leidde tot de oprichting van ergonomicsolutions.nl, een bedrijf dat zorg draagt voor het pijnvrij functioneren van tandheelkundigen tot aan het pensioen. Want wat is eigenlijk de meest voorkomende oorzaak van werkgerelateerde pijn bij tandartsen? En wat kan je doen als tandarts om deze oorzaken te voorkomen en de eventueel bestaande pijn te verlichten? In dit artikel presenteren we een kort overzicht van de belangrijkste do’s & don’ts.
Adequate lichaamshouding
Om zorgvuldig en accuraat te kunnen werken als tandarts, is het nodig om voor een stevige basis te zorgen in de vorm van een adequate lichaamshouding. Hierbij worden de rug, nek, schouders en bovenarmen in een statische houding gepositioneerd waardoor de onderarmen, polsen en met name de handen in staat zijn tot het uitvoeren van de benodigde fijnmotorische handelingen. Het statisch en actief aanspannen van de houdingsspieren is echter een inspannende bezigheid. En dat brengt voor tandartsen belangrijke gevolgen met zich mee die gemakkelijk inzichtelijk zijn te maken:
1. Lokale ischeamie
De kleinste capillairen in spierweefsel zijn niet groter dan de diameter van 1 rode bloedcel, dit is zo’n 7micrometer. Het statisch aanspannen van spierweefsel zorgt voor een afsluiting van deze capillairtjes waardoor lokale ischaemie (verminderde bloedaanvoer) in de spier ontstaat (*2). Deze lokale ischeamie leidt tot lokale hypoxie (verminderde zuurstof spanning) hetgeen vervelende gevolgen heeft voor het lokale spiermilieu. Daarover straks meer.
2. Hypoxie
Statische aanspanning behoeft een forse bloedtoevoer (*3). Voor de aanspanning (en ontspanning!) van spierweefsel is namelijk zuurstof en ATP (adenosine triphosphate) nodig. Dynamische aanspanning van spierweefsel zorgt voor een toename van de bloedtoevoer in het spierweefsel als gevolg van vasodilatatie. Maar juist bij statische inspanning blijft deze toename uit. Bij het werk dat je als tandarts of mondhygiënist doet, is er dus in bepaalde spieren een continu verhoogde zuurstofbehoefte, terwijl er niet geleverd kan worden.
Gevolgen
Maar wat is nu het gevolg van deze lokale ischaemie en hypoxie? In de spier, daar waar de geleverde kracht het grootst is, ontstaat middels de hypoxie een lokale, totale verkramping van spiervezels. Deze verkramping, of liever lokale spiercontractuurtjes, zorgen voor de vorming van de zogenaamde myofasciale trigger points (*4). Trigger points zijn hyperirriteerbare plekken in het spierweefsel die met de (geoefende) hand te voelen zijn als ‘strengetjes’ in het spierweefsel, met midden in de streng een zogenaamde ‘tender spot’: een zeer drukpijnlijke plek.
Myofasciale trigger points hebben verschillende kenmerken. Zo is er bijvoorbeeld kenmerkende uitstralende pijn, volgens een voorspelbaar patroon, maar ook krachtsverlies, coördinatieverlies en verkorting van de betreffende spier. De aanwezigheid van myofasciale trigger points heeft tot gevolg dat je pijn ervaart, met soms tintelingen of doofheid. Bij tandartsen met name in de armen en handen.
Oorzaken
De prevalentie van werkgerelateerde pijn bij tandartsen en mondhygiënisten is hoog. Zo’n 30% van deze klachten worden veroorzaakt door musculoskeletale aandoeningen (*5), waaronder met name de genoemde myofasciale triggerpoints (naar schatting op basis van de voorhanden zijnde wetenschappelijke literatuur) zo’n 85% (*6-10).
Het creëren van trigger points gaat dus zeer gemakkelijk als gevolg van statische aanspanning. Maar ook dynamische overbelasting, zoals bij een ongeval of een uit de hand gelopen potje padel, kan zorgen voor de vorming van myofasciale trigger points.
Daarnaast is beschreven dat trigger points sneller dan gebruikelijk ontstaan in aanwezigheid van allerlei andere aandoeningen (*11). Denk hierbij aan radiculopathiën, ontstekingen in de kaak- of schouderregio, schildklierproblematiek of bijvoorbeeld vitamine deficiënties.
Een voor tandartsen belangrijke factor bij het veroorzaken en activeren van myofasciale trigger points is supraspinale beïnvloeding. Al in 1995 toonden Hubbert & Gevirtz middels EMG-opnames aan dat de spierspanning stijgt bij het opvoeren van mentale druk, en dat deze weer daalt bij het afspelen van bijvoorbeeld rustgevende muziek (*12). Juist voor tandartsen is een ontspannen levenshouding en werkomgeving dus van vitaal belang bij het voorkomen en verlichten van werkgerelateerde pijn.
5 kerngebieden voor voorkomen en verlichten van werkgerelateerde pijn bij tandartsen en mondhygiënisten
Werkgerelateerde pijn voorkomen en verlichten is echt mogelijk. Er zijn een aantal basisstappen die per direct kunnen worden geïmplementeerd voor succes, te weten:
1. Een ontspannen zithouding
Vanuit de pathofysiologie van het ontstaan van myofasciale pijn kan je gemakkelijk begrijpen dat een ontspannen werkhouding veel belangrijker is dan een rechtopgaande zithouding. En vanuit de grondbeginselen van de fysica kan je eenvoudig afleiden dat het wel degelijk uitmaakt hoe je zit, als je kijkt naar de verschillende krachtsinvloeden op het bewegingsapparaat. Als je bijvoorbeeld meer ontspanning in de nekregio wil realiseren, is de eerste strategische stap die je kan zetten het juist instellen van je werkkruk met lendesteun. Deze steun en de juiste werkkruk hoogte zorgen ervoor dat je als gevolg van de steun van de stoel, ontspannen rechterop komt zitten. Hierbij komt het hoofd in een (vrijwel) rechte lijn boven de romp. Dat heeft tot gevolg dat de nekmusculatuur minder hard hoeft aan te spannen om het hoofd ‘overeind’ te houden. Combineer dit met goed zicht en de nekspanning verdwijnt als sneeuw voor de zon. Een ander vaak over het hoofd gezien idee ter verlichting van werkgerelateerde pijn is het werken met een assistent van ongeveer gelijke lengte. Dit zorgt bij beide tandheelkundigen voor een meer ontspannen werkhouding. De dominante zijde van de assistent (rechts- dan wel linkshandig) komt bij voorkeur overeen met die van de tandarts.
2. Een ontspannen werkstijl
Een ontspannen werkstijl betekent onder meer een goed ingerichte agenda. Met als stip op nummer 1 het vooruitplannen van je vakanties. Hoe zou het voor je zijn als je nu al weet dat je nooit langer dan 8 weken aaneengesloten werkt, simpelweg omdat je het in je agenda al hebt afgeblokt? Zelfs als je heel druk bent, kan je altijd wel ergens een paar dagen vrij nemen om weer even helemaal op te laden. Als dat niet zo is, dan weet je ook direct waar het probleem zit. Tijd voor verandering? Een ontspannen werkstijl betekent ook een intelligente dagplanning, met aan het begin en einde van de dag de standaard werkzaamheden en met name in de ochtend en begin van de middag de ingrepen die van jou als behandelaar meer vragen dan de routine matige controles. Afwisseling helpt om minder werkstress te creëren en zorgt zo voor meer ontspanning overdag.
3. Een enerverende werkomgeving
Een enerverende werkomgeving is een werkomgeving met voldoende daglicht, met fijne collega’s, een secretariaat dat jouw visie ondersteunt en je meehelpt om de agenda niet te vol te plannen. Maar ook de materialen die je gebruikt zijn bepalend voor de kwaliteit van je werkomgeving. Een goede werkkruk, een ergonomische sonde, spiegel en roterende instrumentaria helpen allemaal mee om ervoor te zorgen dat jouw spierspanning mooi laag blijft.
4. Een vitaliserende leefstijl
Vitaliserende voeding met veel vitamines en mineralen, een wandeling in de middagpauze, meerdere dynamische rustmomenten overdag, het draagt allemaal bij aan het voorkomen en verlichten van werkgerelateerde pijn bij tandartsen en mondhygiënisten. En daarnaast natuurlijk je algemene ‘level of fitness’. Hoe zou je je voelen als je 2 à 3 keer per week gaat hardlopen, op gezette tijden wat yoga doet, of als je tijd maakt om je favoriete sport met regelmaat te beoefenen? Een hoog vitaliteitsniveau helpt ook letterlijk mee om werkgerelateerde pijn te verlichten / voorkomen: de algehele circulatie is beter, maar ook de pijndempende centra van het brein zijn meer actief. Daarnaast voel je je in algemene zin rustiger, helderder en meer ontspannen. Dit leidt tot het maken van betere keuzes, die jou dienen en tot gevolg hebben dat je je patiënten nog beter van dienst kan zijn, simpelweg omdat je er meer energie voor hebt.
5. Optimaal zicht
Slecht zicht heeft zo mogelijk nog meer impact op het ontstaan/in stand houden van nekklachten dan een verkeerde zithouding. Turen om een scherp beeld te krijgen zorgt namelijk voor onnodige spierspanning. Een prismabril of loepbril kunnen een positieve bijdrage leveren, zolang de versterking van de loepbril niet te groot is (*13). Een ontspannen zithouding als gevolg van optimaal zicht, creëer je ook eenvoudig met een microscoop, maar deze is meestal niet bij elke patiënt bruikbaar en de eerste tandartspraktijk met in elke behandelkamer een microscoop moet ik ook nog tegenkomen. Wel optimaal, maar in de praktijk dus ook met regelmaat niet inzetbaar.
Checklist ergonomie
Om jou als tandarts of mondhygiënist direct van dienst te zijn, heb ik een checklist ergonomie gemaakt. Print deze uit en vink aan waar je al optimaal werkt, en waar de verbeterpunten nog liggen. Zo krijg je een concreet overzicht van waar voor jou de aandachtspunten liggen op gebied van het voorkomen en verlichten van werkgerelateerde pijn. Liever advies op maat? Via de knop ‘Gratis en waardevol’ op www.ergonomicsolutions.nl kan je een gratis online sessie van 20 minuten met mij boeken.
Door:
Matthijs Luitjes, fysiotherapeut Praktijk voor nek-, schouder- en armklachten, docent Myofasciale Pijn Seminars Groningen, trainer / spreker Ergonomic Solutions. Matthijs geeft trainingen op locatie in jouw praktijk / bedrijf – deze kun je aanvragen via ‘contact’ op www.ergonomicsolutions.nl
Literatuurverwijzing:
Aasim Farooq Shah, Pradeep Tangade, et al. Ergonomics in dental practice. International Journal of dental and health sciences. 2014; Volume 1, Issue 1: 68-78
M.J. Zwarts, L. Arendt-Nielsen. The influence of force and circulation on average muscle fibre conduction velocity during local muscle fatigue. European Journal of applied physiology and occupational physiology. 1988; Volume 58: 278-283
E. Peper, Katherine H. Gibney. Physiological rationale for micro-breaks. http://www.nexgenergo.com/ergocenter/cases/cases2.html, 2023; Reference: Peper, E., Gibney. K.H. (2000). Healthy computing with muscle biofeedback: A practical manual for preventing repetitive motion injury.
Robert D. Gerwin, Jan Dommerholt, Jay Shah. An expansion of Simons’ integrated hypothesis of trigger point formation. Current pain and headache reports, 2004; 8: 468-475
Anshul Gupta et al., Ergonomics in Dentistry. International journal of clinical pediatric dentistry, 2014; 7(1): 30-34
Skootsky, S.A., Jaeger, B, et al, Prevalence of myofascial pain in general internal medicine practice. Western Journal of medicine, 1989; 151(2): 157-160
Gerwin, R.D. Study of 96 subjects examined both for fibromylagia and myofascial pain, Journal of Musculoskeletal Pain, 1995; 3(1)
Fricton, J.R., Kroening R, et al. Myofascial pain syndrome of the head and neck: a review of clinical characteristics of 164 patients. Oral Surg Oral Med Oral Pathol 1985; 60 (6): 615-623
Fishbain, D.A., Goldberg, M, et al. Male and female chronic pain patients categorized by DSM-IV psychiatric diagnostic criteria. Pain 1986; 26(2): 181-197
Urits, I., Charipova, K., Treatment and management of myofascial pain syndrome. Best practice & research clinical anaesthesiology 2020; 34(4): 427-448
Lewis, C, Gevirtz, R, Hubbard, D and Berkoff, G. Needle trigger point and surface frontal EMG measurcments of psychophysiological Esponses in tension-type headadre patients. Biofeedback & Self-Regulation, 1994; 19(3): 27+275
Shawn C. Roll, Kryztopher D. Thung, et al. Prevention and rehabilitation of musculoskeletal disorders in dental professionals: A systematic review, 2019; 150(6): 489-502
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/02/ergonomie-rugpijn.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-27 15:13:142024-08-21 12:43:45Ergonomie voor tandartsen en mondhygiënisten: tips & tricks die je per direct kunt toepassen
Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat 35% van de tandartsen in Amerika kunstmatige intelligentie (AI) toepast in hun praktijk. Over het algemeen zijn mensen positief, ook al zijn er zorgen over ontslagen in de toekomst.
Onderzoek
Er zijn 1.015 patiënten en 250 tandartsen gesproken voor dit onderzoek om te bepalen hoe AI in de tandheelkunde wordt gebruikt. De afgelopen jaren heeft de tandheelkundige industrie een enorme groei meegemaakt, mede door AI. Dit heeft tot verschillende reacties gezorgd in het veld.
Bevindingen
Zevenenzeventig procent van de tandartsen gaf aan positieve resultaten te hebben na het inzetten van AI. Eenentachtig procent van de tandartsen vindt AI een positieve toevoeging. Tweeënzestig procent van de tandartsen vindt dat sommige taken door AI kunnen worden gedaan. Zevenenvijftig procent vindt dat AI sommige taken die nu door tandartsen worden gedaan, zou kunnen vervangen.
Uit het onderzoek blijkt dat 55% van de tandartsen denkt dat AI in de aankomende vijf jaar kan zorgen voor ontslagen. Echter ziet 68% van de patiënten voordelen in het toepassen van AI en is 65% optimistisch als het wordt verwerkt in de toekomst.
Conclusie
Het onderzoek laat zien wat AI in de toekomst te bieden heeft. Ook al gaat het nu erg langzaam, de eerste praktijken die AI al gebruiken zijn positief. De verbeterde nauwkeurigheid bij de diagnose, verbeterde behandelplanning en gepersonaliseerde behandelopties door AI zijn van harte welkom.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/AI-nu-ook-omarmt-door-tandartsen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-27 14:02:452023-11-28 11:40:07AI nu ook omarmd door tandartsen
Voor een mooi gebit is symmetrie en harmonie van stralende tanden en roze tandvlees belangrijk. Tandvlees vormt de omlijsting van een gebitselement. Om een optimale ‘roze’ esthetiek in het front te krijgen is het tandvlees daarom een kritische factor en soms kan het een beperking vormen om restauratief succes te behalen. Verslag van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden.
Schoonheid
In een tijd waar de hele dag door selfies worden gemaakt, worden we constant geconfronteerd met imperfecties. De zeven pluspunten voor schoonheid zijn;
Donker haar en lichte ogen
Licht haar en donkere ogen
Moedervlek op de bovenlip
Lange, gekrulde wimpers
Amandelvormige ogen
Sproetjes
Kuiltjes in de wangen
Aan dit lijstje ontbreekt vanuit tandheelkundig perspectief iets belangrijks en dat is gezond en intact tandvlees. Je kunt nog zulke mooie tanden maken, maar als de gingiva niet mooi de tandkroon omvat, wordt het geheel esthetisch gezien nooit mooi.
Wanneer we aan ChatGPT vragen om iets te zeggen over schoonheid en tandvlees krijgen we het volgende: ‘Schoonheid en tandvlees zijn nauw met elkaar verbonden omdat gezond tandvlees een belangrijk onderdeel is van een mooie glimlach. Wanneer het tandvlees gezond is, ziet het er roze en stevig uit, en omlijst het de tanden op een mooie en natuurlijke manier. Mooie tanden en een stralende glimlach zijn vaak kenmerken van aantrekkelijkheid en zelfvertrouwen. In het kort kunnen we zeggen dat gezond tandvlees bijdraagt aan de esthetiek van de mond.’
Mooi tandvlees en contactpunten
Een kenmerk van een mooie tandvleesomlijsting, is dat in het bovenfront het contactpunt tussen beide centrale incisieven op ongeveer de helft van de elementen ligt en deze ruimte geheel gevuld is met een mooie roze papil. Tussen de centrale incisief en de laterale incisief hoort het contactpunt op ongeveer 40% van de hoogte te liggen en tussen de laterale incisief en de cuspidaat op 30%. Beide eveneens gevuld met een mooie papil. (zie afbeelding hierboven).
Tevens is het belangrijk om te realiseren dat de oppervlakten van de contactpunten van centraal naar dorsaal gezien steeds kleiner worden, van een uitgesproken contactvlak naar meer contactpunten.
Tussen de beide centrale incisieven hoort een contactoppervlak van ongeveer 41% van het totale proximale vlak te zijn. Tussen de centrale en laterale incisief is dat ongeveer 32%, tussen de laterale en de cuspidaat 20% en tussen de cuspidaat en de premolaar 18%. De contactpunten verplaatsen zich van centraal naar dorsaal gezien, relatief steeds iets meer naar apicaal te ten opzichte van de incisale rand. Een veelgemaakte fout bij het vervaardigen van restauraties in het bovenfront is dat het driehoekje dat dan ontstaat mesiaal van de cuspidaat (zie plaatje hierboven) niet gecreëerd wordt maar dichtgemaakt.
Biotype
Het biotype,van de gingiva, of volgens de nieuwe classificatie van parodontitis beter gezegd het fenotype, zegt iets over de dikte en vorm van het tandvlees. Er bestaat een dik en een dun fenotype. Criterium om dik van dun te onderscheiden is dat bij een dun fenotype de pocketsonde door het tandvlees heen schijnt als je hem subgingivaal houdt. Er wordt gesproken van een dik fenotype, waarbij de pocketsonde niet meer doorschemert, bij een dikte van ongeveer 1 mm of meer.
Bij een dik biotype is de papil tussen de centrale incisieven ongeveer 4,9 mm hoog en 6,35 mm breed. Bij een dun biotype is dat respectievelijk 4,8 mm hoog en 6 mm breed. Statisch gezien maakt het voor de papil-hoogte dus niet uit of er sprake is van een dun of een dik biotype.
Botniveau
Wat wel belangrijk is voor de papilhoogte, is het niveau van het bot ten opzichte van het contactpunt. Wanneer de afstand tussen het approximale bot en het contactpunt minder of gelijk aan 4 mm is, dan is er in alle gevallen (dus 100%) sprake van opvulling met een papil. Wanneer de afstand 5 mm bedraagt is dat in 98% van de gevallen, bij 6 mm 56% en bij 7 mm 27%.
Wanneer je een restauratie maakt, is het dus belangrijk om te weten waar het botniveau ligt om de juiste positie van het contactpunt te bepalen en zo interdentaal een goede opvulling met een tandvleespapil te krijgen.
Papillen en cervicale randen
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de onderzochte mensen papillen laten zien bij de voortanden en bij de eerste premolaren wanneer ze lachen. Vrouwen laten iets meer papillen zien van het bovenfront als zij blij zijn en lachen dan mannen. Mannen laten dan wat meer tandvlees laten zien in de premolaar regio.
Wat esthetisch als mooi wordt ervaren is dat de topografie van de gingiva klopt. Er zijn verschillende richtlijnen hiervoor waarvan de meeste bekende is dat er een lijn getrokken kan worden van de cervicale rand van de 13 naar de 23 en daarbij de cervicale randen van de beide centrale incisieven deze lijn ook raken. De cervicale randen van de beide laterale incisieven liggen daar 1-1,5 mm onder.
De toppen van de cervicale randen, de guirlandes, liggen bij de centrale incisieven wat meer naar distaal ten opzichte van de lengte-as, bij de laterale incisieven midden opde lengte-as, en bij de cuspidaten in zij-aanzicht reltief iets naar mesiaal. In zijn boek ’Bonded Porcelain Restorations in the Anterior Dentition’geeft Pascal Magne aan dat dergelijke symmetrie niet altijd nagestreefd hoeft te worden. Harmonie is belangrijker wat voor een aantrekkelijke lach ook bereikt kan worden doordat er ook niveau verschil is in incisale randen in combinatie met een afwijkend patroon van de positie van de guirlandes. Onderzoek geeft aan dat tandartsen te veel gefocust zijn op alleen de tanden. Voor een aantrekkelijk lach zijn ook de lippen en het tandvlees belangrijk voor de esthetiek. Het geheel is belangrijker dan de som der delen.
Selfies
Patiënten komen ook regelmatig met een selfie van hun mond en vragen of er iets aan hun lach gedaan kan worden. Belangrijk is hierbij om uit te vragen wat de patiënt precies wenst. Het is goed om daarbij de aspecten van het tandvlees door te spreken. Bijvoorbeeld het verplaatsen van de gingiva middels kroonverlenging.
Ook nemen patiënten foto’s mee van influencersof fotomodellen. Omdat er tegenwoordig altijd gebruikgemaakt wordt van Photoshop bij foto’s in magazines en reclamescreëren we een wereld van uitstraling en verwachtigingen die niet bestaat.
Ook bij fotomodellen is het natuurlijke plaatje niet altijd optimaal, maar meestal wel mooi. Zelfs de beroemde lach van Julia Roberts is niet perfect. Daarom hoeft symmetrie niet perse nagestreefd te worden, maar moet onbalans en disharmonie worden voorkomen.
Te weinig of te veel tandvlees
Als er sprake is van te veel tandvlees dan is de lengte-breedte verhouding van de zichtbare tandkroon niet optimaal. De tanden zijn bijvoorbeeld te vierkant. De meest ideale lengte-breedte verhouding bij een centrale incisief wat wij als mooi ervaren is 1:⅔ tot 1: ¾. Om dit te verbeteren kan een kroonverlengingsingreep worden gedaan. Na zo’n ingreep is geduld een schone zaak. Uit onderzoek is gebleken dat er na 6 weken en zelfs na 6 maanden nog steeds sprake kan zijn van verdere recessie na een kroonverlenging-ingreep. Omgekeerd kan er ook sprake zijn van rebound. Dus mocht er een noodzaak zijn om de betreffende gebitselementen te restaureren dan is het verstandiger eerst een noodkroon te plaatsen en de maturatie van de gingiva af te wachten zodat de restauratierand op de juiste positie komt ten opzichte van de gingiva. Tegeltjes wijsheid: ‘alles komt op tijd, voor hij die wachten kan’.
Wanneer er sprake is van te weinig tandvlees is, een recessie, dan kan er tandvlees uit bijvoorbeeld het palatum worden geoogst om tandvlees aan te vullen. Onderzoek laat zien dat voor zowel het bedekken van een wortel als de toename in breedte van het gekeratiniseerde weefsel het gebruik van een subepitheliaal transplantaat de mooiste en voorspelbare resultaten geeft. Naast het uitvoeren van een dergelijke ingreep helpt het om de patiënt te leren om zo atraumatisch mogelijk te poetsen, zodat het resultaat van de ingreep ook op lange termijn goed blijft.
Niet elke recessie hoeft echter bedekt te worden. Om verdere progressie tegen te gaan moet wel de marginale gingiva gezond zijn. Omdat een recessie ten opzicht van de overige cervicale randen wat meer naar apicaal ligt en daardoor gemakkelijk kan worden overgeslagen is het instrueren met een single-tufted borstel vaak een succes.
Recessies onderfront
Recessie in het onderfront komt vaak voor. De hoofdoorzaken hiervan zijn:
langdurige low-level trauma
parodontale aandoeningen of parodontale behandelingen
occlusale krachten/ actieve of losgekomen draadspalkjes
Predisponerende factoren zijn:
dunne gingiva, dun bot of een dehiscentie van het bot
trekkrachten van een frenulumn
lip- en of tongpiercing
Van der Weijden liet een casus zien waarbij er een recessie bij de 31 aanwezig was. Nader onderzoek liet zien dat de asrichting van het element niet goed was. Het element stond met zijn apex te veel naar buiten toe. Het element stond buccaal bijna tot aan de apex buiten het bot. Met behulp van orthodontie is het element eerst goed gepositioneerd. Omdat daarmee de apex weer in het bot komt te staan, wordt ook de gingiva weer ondersteund. Onderzoek van jan Wennstrom heeft laten ziet dat hierdoor ook de recessie zal afnemen doordat de gingiva samen met het bot omhoog komt.
Wanneer bij de recessie ook sprake is van tractie van het frenulum zal het doorhalen van het frenulum de kans op verdere progressie verkleinen. Hierdoor blijkt de recessie soms ook af te nemen.
In het geval van een lippiercing is de incidentie van een gingivarecessie 50% en bij een tongpiercing 44%. Bij een tongpiercing kan de recessie zowel linguaal als buccaal zijn. Een buccale recessie ontstaat dan niet door direct contact met de piercing maar doordat de piercing druk op de tand uitoefent. Het gevolg is dat de tand naar proaal wordt verplaatst en de gingiva niet meer ondersteund wordt door buccaal bot.
Voor mensen die ondanks deze risico’s toch voor een tongpiercing kiezen heeft het Ivoren Kruis heeft een folder ‘mondpiercings en mondgezondheid’ uitgebracht. In de folder staan tips hoe de piercing het beste geplaatst kan worden en hoe je deze schoon moet houden. Bij de tong is plaatsing midden op de tong het beste. Zeker niet teveel op de punt zetten – wat vaak juist wel gebeurt omdat mensen door de pijn hun tong terugtrekken. Na genezing, moet als de zwelling is afgenomen, ook het staafje vervangen worden door een korter exemplaar en dan het liefst van kunststof.
Bij het constateren van een recessie is het altijd verstandig om de patiënt te vragen of hij/zij een lip- en/of tongpiercing heeft. Mensen doen die namelijk ook wel uit als ze naar de tandarts gaan. Verder navragen of de orthodontische draadspalk ooit is losgekomen en opnieuw is vastgezet. Door verbuiging van de losgekomen draad zorgt opnieuw vastzetten voor een actieve kracht wat de positie van onder incisieven ongunstig kan beïnvloeden.
Classificatie recessies
De Europese Federatie voor Parodontologie (EFP) heeft een nieuwe classificatie geïntroduceerd om recessies te beoordelen waarbij de hoogte van het approximale bot een bepalende factor is voor de verwachten kans op een succesvolle behandeling.
RT1
Recessie buccaal maar approximaal geen klinisch aanhechtingsverlies. Dit type recessie kan je met hoge voorspelbaarheid worden bedekt.
RT2
Recessie buccaal maar ook met approximaal aanhechtingsverlies. Het approximale aanhechtingsverlies is echter minder of gelijk aan het buccale klinische aanhechtingsverlies. Bij deze recessie kan een gedeeltelijke recessiebedekking verwacht worden.
RT3
Recessie buccaal maar met fors verlies van approximale aanhechting. Het approximale aanhechtingsverlies is groter dan het verlies aan buccaal aanhechtingsverlies. In zo’n een geval lukt het niet om bedekking te krijgen. De kans is groter dat je het alleen maar erger maakt als je het toch probeert.
Verdikken gingiva
Van der Weijden besprak naast het bedekken van recessies ook het dikker maken van de gingiva op bijvoorbeeld een plek van een extractie. Na een extractie van een tand volgt er een reductie in breedte van de alveole-randen van bijna 4 mm richting palatinaal. Hierdoor zal er een deuk in de processus ontstaan. Dit kan voorkomen worden door een ridge preservation te doen direct na extractie. Dit is een ingreep waar bij naast het aanbrengen van botkorrels in de extractie alveole deze wordt afgedekt met een membraan (Cytoplast®, een membraan van teflon gemaakt blijkt hier voor heel goed geschikt). Het membraan wordt na een paar weken weggehaald, waarbij op dat moment de botkorrels meestal goed doorbloed zijn en mooi opgenomen zijn in het weefsel.
Van der Weijden liet ook een casus zien waarbij twee implantaten op de plek van de 12 en 22 zijn gezet. De implantaten schemeren buccaal door omdat het buccale bot is verdwenen. Er is geen sprake van per-implantitis. Het verdwijnen van het bot is waarschijnlijk ontstaan doordat er nog groei heeft plaatsgevonden na plaatsing van de implantaten op een te jonge leeftijd. In deze casus zijn de oude kronen van de implantaten gehaald, zijn de implantaten na een opklap schoongemaakt met een airpolisher en natriumbicarbonaat poeder, zijn er botkorrels en een membraan met daaroverheen een bindweefseltransplantaat aangebracht om zo veel mogelijk dikte te krijgen en is na het mobiliseren van de lap door het klieven van het periost de wond primair gesloten. Na 4 maanden zijn de implantaten opgezocht en zijn de oude kronen teruggeplaatst. In een latere fase zijn er nieuwe kronen gemaakt.
In de diepte
Om begrip te hebben wat je als behandelaar kunt verwachten van het tandvlees is kennis van de normale anatomie van de gingiva en de reactie op een behandeling belangrijk. Om daar wat in te duiken werden in de lezing een aantal handvatten hiervoor gepresenteerd
De marginale gingiva bestaat uit het orale epitheel, het orale sulcus epitheel en het aanhechtingsepitheel.
Je kunt je een voorstelling maken van het aanhechtingsepitheel als een soort plakbandje die het tandvlees aan de tand vastplakt zodat er een afsluiting is van het mondmilieu naar het onderliggende weefsel. Zo voorkomen dat bacteriën er tussen kunnen komen. De supra-alveolaire bindweefsel vezels bevinden zich in een gezonde situatie ongeveer 1 mm boven de alveolaire botrand tot aan de glazuur-cement grens.
Wanneer je de gingiva uitvergroot zie je collageenvezels in verschillende richtingen lopen in een 3D model. Dit is om de gingiva als een soort elastiekje strak om de tand te laten liggen.
De ’biologic width’ (NL: fysiologische hoogte) wordt gevormd door het aanhechtingsepitheel en het supra-alveolaire bindweefsel; bij elkaar ongeveer 2 mm hoog. Wanneer een restauratierand in de ’biologic width’ wordt gelegd zal het tandvlees ontstoken raken. Bij het prepareren moet daarom zorgvuldige parallel aan de contour van de glazuur-cementgrens worden geboord om de fysiologische hoogte overal te respecteren. Vaak gaat het mis in het front waar de glazuur-cementgrens approximaal vrij stijl omhoog gaat en de preparatie te vlak vanaf buccaal naar linguaal wordt gelegd. ‘Violoation of the biologic width’ met als gevolg ontstoken tandvlees na het plaatsen van een restauratie heeft daarom vaak zijn oorsprong aan de approximale zijde.
Papilhoogte
Het lichaam heeft een soort geheugen voor de anatamie van de gingiva. Als je tandvlees tot aan het bot verwijdert dan zal het teruggroeien met aan de buccale en linguale zijde zo’n 3 mm hoogte en approximaal 4,5 mm. Zoals eerder hierboven beschreven dicteert de approximale bothoogte de voorspelbaarheid voor herstel van een interdentale papil. De hoogte blijkt ook afhankelijk van de uitgangssituatie. Waar tussen twee natuurlijke gebitselementen de papil 4,5mm hoog is zal dat tussen twee implantaten 3-3,5mm zijn. Ervan uitgaande dat een implantaat ongeveer op de hoogte van het buccale bot van de buurelementen wordt geplaatst, zal een papil tussen twee implantaten altijd veel meer naar apicaal liggen dan bij een natuurlijk element. Ook heeft een papil tussen twee implantaten voldoende voeding vanuit het bot nodig zodat als minimale afstand ongeveer 3 mm aangehouden moet worden. Tussen een natuurlijk element en een implantaat is dat 1,5 mm. Deze getallen kunnen helpen bij het bepalen van de juiste positie van een implantaat en de minimale interdentale afstand die noodzakelijk is voor het plaatsen van een of meerdere implantaten.
In een mooi overzichtsartikel van Maurice Salama worden de volgende handvatten gegeven wat er qua papilhoogte verwacht kan worden afhankelijk van de uitgangssituatie.
Tand-tand
Tand-pontic
Pontic-pontic
Tand-implantaat
Implantaat-pontic
Implantaat-implantaat
4,5- 5,0 mm
6,5 mm
6,0 mm
4,5 mm
5,5 mm
3-3,5 mm
Dit in ogenschouw nemend kan het verstandiger zijn om in een esthetisch kritische situatie juist te kiezen voor een implantaatgedragen kroon met een dummy in plaats van twee implantaten naast elkaar te zetten. Dan is de kans groter dat er een mooie papil ontstaat. Bij twee implantaten naast elkaar houd je approximaal vaak een zwart driehoekje over of dit moet restauratie gecorrigeerd worden.
Kortom, het is belangrijk om voorafgaand aan het implanteren goed op de röntgenfoto te checken of het approximale bot op de goede hoogte is en dit ook te communiceren met de tandtechnieker zodat het contactpunt op de juiste hoogte wordt gelegd.
Gingivectomie
Tot slot besprak Fridus van der Weijden nog een aantal technieken om de klinische kroon te verlengen. Bij een gingivectomie is het belangrijk dat er buccaal meer dan 3 mm gingivahoogte is ten opzichte van de botrand. Want met het geheugen van het lichaam zou het anders gewoon terug groeien. Dus vooraf de bothoogte bepalen door met een pocketsonde onder anaesthesie te sonderen waar de botrand zich bevindt. Een gingivectomie kan noodzakelijk zijn wanneer er sprake is van onvoldoende passieve eruptie. Wanneer er onvoldoende ferrule is om een kroon te maken (een ferrule moet minimaal 1,5-2 mm zijn) is een chrirugische kroonverlenging geïndiceerd waarbij er ook bot verwijderd wordt. Omdat er soms toch behoorlijk wat bot (ook bij de buurelementen) weggehaald moet worden wanneer een element diep is afgebroken, is het wijs om vooraf wel te bepalen of restauratie zinvol is met een grote kans op succes. Het verwijderen van het approximale bot zal zonder restauratie van de buurlementen ook leiden tot ‘black triangles’. Daarom moet bij een kroonverlengingsingreep in het esthetisch gebied ook de buurelementen betrokken worden in het restauratieproces.
Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde in 1984 in Utrecht als tandarts af. Zijn erkenning tot tandarts-parodontoloog NVvP volgde in 1990. In 1993 promoveerde hij op zijn proefschrift met de titel ‘The use of models and indices in plaque and gingivitis trials’. In 2006 ontving hij zijn erkenning als tandarts-implantoloog door de NVOI. Sinds 1989 verdeelt hij zijn tijd tussen zijn gespecialiseerde praktijk in Utrecht en de vakgroep Parodontologie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Begin 2010 werd hij benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’.
Verslag door tandarts Ilse Bouma voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden tijdens het congres Front2023 van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/08/Congres-Front-2023-afbeelding-1.jpg340605anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-27 13:28:072023-11-08 13:27:21Tandvlees: de omlijsting van het front
Door een teamapproach worden patiënten het beste geholpen. Het is afhankelijk van de behandeling welk team je nodig hebt. De behandeling door de parodontoloog, orthodontist, endodontoloog, implantoloog, mondhygiënist en/of tandtechnicus wordt idealiter gecoördineerd door de (restauratief) tandarts. Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers (deel 2).
Bevindingen (diagnose) en aanbevelingen (indicatie) leiden ertoe dat we patiënten kunnen gaan behandelen. Tanden moeten langer meegaan dan de patiënt zelf: dat is de uitdaging waar we als tandarts mee te dealen hebben. Hoe groter de restauratie, hoe groter de kans op falen, d.w.z. dat het betreffende element niet tot het eind van het leven van de patiënt mee gaat.
Vaak wordt gezegd dat een endodontische behandeling een element verzwakt. Er blijkt echter dat het niet de endodontische behandeling is die het element verzwakt, maar dat de combinatie met een grote restauratie de tandverzwakking veroorzaakt. Daarnaast is er ook sprake van een aanzienlijke tandverzwakking wanneer we te maken hebben met uitgebreide 3- of meervlaksrestauraties.
Falen van elementen en/of fracturen willen we sowieso voorkomen. Bij subgingivale fracturen is het element in veel gevallen niet meer te redden.
Om het element op lange termijn te behouden is het gebruik van keramiek voor elementen met tandverzwakkende restauraties raadzaam, liefst voor een fractuur optreedt. Een onlay (overkapping van de knobbels) geeft meer evenredige verdeling van de spanning en (dus) duurzaamheid bij endodontisch behandelde elementen.
Slijtage
Met gebitsscans of -modellen kun je goed in kaart brengen hoe de slijtage zich ontwikkelt. Maar wanneer nou ingrijpen?
Slijtage is de enige tandziekte die je niet zelf kunt voorkomen. Het proces kan fysiologisch of pathologisch zijn.
Tandslijtage:
1. Fysiologisch
Passend bij leeftijd patiënt
Geen expositie dentine
Klachten afwezig
→ Monitoren
2. Fysiologisch / pathologisch
Wel slijtage geen expositie dentine
Sensitiviteit
Ongewenste gewoontes
Verwachtingspatroon van pijnklachten
→ Preventief beleid
3. Pathologisch
Expositie dentine
Sensitiviteit / pijn
Esthetische problemen
Functionele problemen
Progressieve slijtage
→ Restauratief en preventief beleid
Keuze voor composiet of een partiële kroon wordt voornamelijk gemaakt op basis van verzwakking van het element en het risico dat daarmee gepaard gaat op vitaliteitsverlies of zelfs om verlies van het element te voorkomen.
De behandelindicatie is afhankelijk van:
Grootte van de restauratie
Endodontische behandeling
Mate van slijtage
Restauratief tandarts Maarten Bekkers adviseert om een indirecte restauratie te indiceren wanneer bij een element sprake is van aanzienlijk integriteitsverlies. Wanneer we pas in een laat stadium een kroon indiceren zal het vaak voorkomen dat we enkel een onmogelijke kroon met een matige prognose kunnen vervaardigen.
Het doel is de integriteit van het element zo veel mogelijk te herstellen door de fractuurweerstand te minimaliseren met behulp van adhesieve technieken en door op indicatie te overkappen. Als er sprake is van een endodontische behandeling in combinatie met een 3- of meervlaksrestauratie overkapt tandarts Maarten Bekkers altijd.
Gebitsniveau
Het is belangrijk om uit te zoomen, zo ga je van elementniveau naar gebitsniveau. Wanneer kies je voor een uitgebreid behandelplan?
Wanneer een uitgebreid behandelplan?
Redenen zijn:
Uitgebreide restauraties
>5 elementen met tandverzwakkende situaties
Een diepe beet (3 mm overbite)
Afwezigheid van anterior geleiding en/of instabiele occlusie in combinatie met TMD gerelateerde klachten
De behandelplanning voor een restauratief behandelplan bestaat voor Maarten Bekkers uit 4 stappen:
Kennis maken
Informatie verzamelen en analyseren
Digital Smile Design, esthetische try-in
Presentatie behandelplan
Het ontbreken van anterior geleiding en/of occlusale stabiliteit kan zorgen voor TMD klachten. De kauwmuscalatuur wordt dan mogelijk overbelast wat in verband gebracht kan worden met:
Chronische hoofd-, nek- en faciale pijn
Spanning in de kaak
Falende splinttherapie
Chronisch gebruik pijnstillers
Milde kaakgewrichtspijn
Bruxisme / klemmen
Door het terugbrengen van de occlusale stabiliteit en anterior geleiding wordt direct een lagere spieractiviteit gemeten en na enkele weken zijn er ook minder klachten. Dit wordt gedaan door het inslijpen van de occlusie en vervolgens de articulatie.
Bij een diepe beet is vaak sprake van een constricted (of restricted) envelope of function. Door het ontbreken van bewegingsvrijheid van de beet kan dit tot overmatige slijtage, kaakklachten of andere problematiek leiden.
In dit soort gevallen is het raadzaam om de problematiek in een behandelplan te onderzoeken en de noodzaak van behandeling te bepalen.
Het bovenstaande komt uit de lezing van Maarten Bekkers. Hieronder volgt het verslag van het deel van Patrick Oosterwijk.
Diagnostiek
Het is cruciaal om het juiste verwachtingspatroon bij uw patiënt te creëren. Het blijkt dat wanneer artsen hun patiënten volledig informeren en betrekken bij hun beslissingen, dit verschillende positieve effecten heeft. Zo leidt gezamenlijke besluitvorming bij patiënten tot actievere deelname aan het verdere behandelproces, een betere inschatting van risico’s en een algehele hogere tevredenheid. Creëer daarom het juiste verwachtingspatroon bij uw patiënt.
Fail to plan is plan to fail
Het kijken naar het totaalplaatje is belangrijk voor de diagnostiek. Patrick Oosterwijk merkte dat hij vroeger veel op aannames werkte. Hierdoor ontstaat in veel gevallen miscommunicatie. Het is belangrijk is om alles goed te documenten. Voor een goede samenwerking met het laboratorium zijn de onderstaande zaken voor de diagnostiek van uitgebreide casussen noodzakelijk:
Lichtfoto aangezicht
Kleurbepaling, ook van de stomp
Intra-orale foto(‘s)
Overige wenselijke informatie voor de diagnostiek:
Uiteindelijk doel behandeling
Is er nog glazuur aanwezig
Is er recent een endodontische behandeling gedaan?
Klemt of knarst de patiënt
Wensen van de patiënt
Modellen oude situatie
Facebow
Video
Gezichtsscan
Individuele articulatie registratie
Leeftijd
Geslacht
De lijst voor de wenselijke input is langer dan die voor de noodzakelijke. Belangrijk hierbij is dat het wel praktisch haalbaar moet zijn. Voor de diagnostiek is er altijd een ontwerp die goedgekeurd moet worden. Hiervoor wordt een digitale of analoge wax-up gebruikt. Na goedkeuring kan ervoor worden gekozen om een pasfase in de mond van de patiënt te doen, deze kan worden toegepast voor prepareren maar ook na prepareren als een tijdelijke pasfase.
Waardoor remake indirecte werkstukken?
De grootste remake van indirecte werkstukken komt door een onjuiste kleur of pasvorm. Onder andere de kwaliteit van het omliggende licht speelt hierbij een rol. Is er daglicht? Is het bewolkt? Is er geen direct zonlicht? De uitkomst is daarnaast ook afhankelijk van:
Occulaire fysiologie
Veroudering retina
Visueel onderwijs
De classic shade kleurring is voor veel behandelaars de standaard kleurenring. Er wordt een onderscheid gemaakt in verschillende kleurgroepen:
A: Rood-bruin
B: Rood-geel
C: Grijs
D: Rood-grijs
Elke kleurgroep heeft dezelfde hue en binnen de groep zie je een vermeerdering in chroma. Er is geen relatie value, wat de Vitaplan 3D wel heeft. Hierbij vertegenwoordigen 1-5 de value niveau’s.
De 3D-masterkleuring kijkt naar Hue en chroma en dekt het volledig spectrum af, deze kleurring heeft daarom de voorkeur. Er vindt bij iedereen een kleurverandering plaats van het gebit door glazuur dat verandert door de jaren heen: het wordt dunner er translucenter. En zorgt voor vermindering van value (lichtere kleuren naar donkerder kleuren).
Kleurbepalen
Het gebruiken van een fotospectrometer kan een toegevoegde waarde zijn voor het bepalen van kleur. De optishade gecombineerd met Matisse software is een techniek die gebruikt kan worden voor het creëren van een recept voor het opbakken. Hierbij wordt de ondergrond zowel als de beschikbare ruimte en het te gebruiken materiaal meegenomen.
Digitalisering komt steeds meer voor in de praktijk, een scanner is hiervoor onmisbaar. De technieken zijn zo ontwikkeld dat een intra orale scan gecombineerd kan worden met een aangezichtsscan en eventueel een CBCT, daarbij kunnen de individuele articulatietrajecten worden vastgelegd (en gecombineerd met de andere scans) om op deze manier niet alleen de occlusie goed vast te leggen maar ook de vormgeving van de restauratie past bij iedere individuele patiënt (een voorbeeld hiervan is de ModJaw). Een groot voordeel van deze technieken is dat er veel voorspelbaarder wordt gewerkt en de esthetische verwachtingen kloppen met de haalbaarheid hiervan.
Daarnaast werkt het om de patiënt te motiveren een bepaald behandeltraject in te gaan.
Een pasfase van de mock-up voor prepareren is een leidraad voor hoe je gaat prepareren. Na het prepareren kan ook worden gekozen voor een pasfase. Je zou hiervoor kunnen gebruiken:
Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985 en tot 2012 was hij eigenaar van een allround tandtechnisch laboratorium met vestigingen in Utrecht, Amersfoort en in ACTA. Sinds 2012 is hij voor Elysee Dental verantwoordelijk voor de kennisoverdracht van tandtechnische oplossingen en processen richting tandartsen en tandtechnici. Hij is de contactpersoon voor verschillende tandheelkunde universiteiten waarvoor Elysee Dental het techniekwerk verzorgd. Vanuit deze positie draagt Patrick bij aan gedegen kennisoverdracht richting de studenten van de tandheelkundige opleiding. Naast het geven van lezingen over uiteenlopende onderwerpen verzorgt Patrick ook lezingen voor een grote Europese laboratoriumgroep.
Maarten Bekkers is afgestudeerd in 2008 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na zijn afstuderen werkte hij in verschillende praktijken en volgde hij congressen, cursussen en trainingen om zich te kunnen ontwikkelen op het gebied van de restauratieve en esthetische tandheelkunde. Begin 2015 werd Maarten erkend als specialist Restauratief Tandarts (NVVRT), in september 2015 werd hij tevens op Europees niveau erkend als Prosthodontist (EPA). In 2015 lanceerde hij zijn tandheelkundig behandelconcept ‘gaaf.care’ om complexe en/of esthetische cases op gestructureerde wijze voorspelbaar, tandweefselbesparend en duurzaam te kunnen plannen en uitvoeren. Maarten houdt zich in de praktijk voornamelijk bezig met de esthetische en restauratieve tandheelkunde. Tevens interesseert hij zich in implantologie en parodontale esthetische chirurgie.
Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/12/tandarts-materiaal.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-27 13:26:412023-11-08 13:28:52Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation – Deel 2
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) wil ook kleinere fusies en overnames kunnen tegenhouden, als zij vermoeden dat er concurrentieproblemen ontstaan. “Kleine overnames kunnen wel degelijk tot problemen leiden, bijvoorbeeld wanneer de concurrentie zich afspeelt op lokaal of regionaal niveau of wanneer sprake is van nichemarkten. Denk bij de eerste groep aan bijvoorbeeld dierenartsen, huisartspraktijken”, zegt bestuursvoorzitter Martijn Snoep.
Hij schreef het blog Kleine overnames, grote problemen en dit is geplaatst op de ACM-website.
“Kleine overnames kunnen wel degelijk tot problemen leiden”
“De wetgever heeft er destijds voor gekozen dat alleen overnames hoeven te worden gemeld en kunnen worden getoetst waarbij zowel het overnemende als het overgenomen bedrijf een omzet heeft in Nederland van ten minste 30 miljoen euro. De gedachte achter deze omzetdrempel was dat overnames van bedrijven die onder deze drempel blijven niet snel tot problemen leiden. Een ACM-toets voor deze categorie overnames zou tot onnodige administratieve lasten leiden”, zegt Snoep. “Inmiddels zien we dat kleine overnames wel degelijk tot problemen kunnen leiden, bijvoorbeeld wanneer de concurrentie zich afspeelt op lokaal of regionaal niveau of wanneer sprake is van nichemarkten. Denk bij de eerste groep aan bijvoorbeeld dierenartsen, huisartspraktijken, kinderdagverblijven en autoreparatiebedrijven. En bij de tweede groep aan sectorspecifieke software of verzekeringen, bijzondere hobbyproducten en speciale levensmiddelen. Marktmacht op lokaal of regionaal niveau of in nichemarkten leidt tot hogere prijzen en lagere kwaliteit voor de gebruikers van deze producten en diensten.”
“Doelbewust kralen aan het rijgen”
Het overgrote deel van de kleine overnames leidt niet tot marktmacht, zegt hij. “Maar voor een klein deel ligt dat anders. Dat is zeker het geval wanneer de overnemende partij een grote partij is die op basis van een doelbewuste strategie kralen aan het rijgen is door één voor één kleine spelers over te nemen. Recente overnames door private equitybedrijven van praktijken van dierenartsen en huisartsen via zo’n ‘roll-upstrategie, leiden tot de nodige onrust en vragen, ook in de media en de politiek.”
De topman refereert hiermee aan de recente overnames van huisartsketen Co-Med, die nu ongeveer twintig praktijken bezit. De IGJ heeft relatief veel klachten over Co-Med ontvangen, onder meer omdat de Co-Med-praktijken soms slecht bereikbaar zijn voor patiënten of zelfs onverwacht gesloten blijken.
Ketenvorming in de mondzorg
In juli plaatsten wij een overzicht van de ketenvorming in de mondzorg.
Er zijn steeds meer investeringsmaatschappijen actief in de zorgsector, waarbij de mondzorg het grootste segment vormt. Van “doelbewust kralen rijgen”, zoals Snoep het noemde, is dus ook in de mondzorg sprake.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/ACM-wil-ook-kleine-overnames-toetsen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-27 13:16:362023-11-22 11:38:20ACM wil ook kleine overnames toetsen
Volgens een onderzoek in the Journal of Oral Microbiology kan met behulp van een speekselmonster en op CRISPR gebaseerde technologie ‘Sherlock’ een scala aan orale en systemische ziekten worden beoordeeld. Onderzoek heeft aangetoond dat orale microbiële gemeenschappen een rol spelen bij orale ziekten zoals parodontitis en cariës.
Tandartsbezoek
Onderzoekers van het Forsyth Institute ontdekten dat CRISPR specifieke orale pathogenen en ziektes kan detecteren in 30 minuten via een speekselmonster. Stel dat wanneer je naar de tandarts gaat, dan kan er een monster van je speeksel worden genomen en daarbij uitgebreide informatie geven over je mondgezondheid, tandvleesaandoeningen, cariës en systemische ziekten zoals diabetes, hartaandoeningen en kanker.
Dit diagnostische hulpmiddel zou dus ideaal zijn om ziektes op te sporen zonder pijn, kosten en gedoe van een bloedonderzoek.
Mondziekten
Meer dan 3 miljard mensen wereldwijd hebben mondziekten en 65% van de oudere volwassenen in de VS hebben tandvleesaandoeningen volgens de onderzoekers. Specifieke bacteriën zoals Streptococcus mutans, Porphyromonas gingivalis en Fusobacterium nucleatum worden geassocieerd met mondziekten maar ook met systemische ziekten.
Omdat orale bacteriën een verband hebben met systemische ziekten heeft het onderzoeksteam van het Forsyth Institute onderzocht of CRISPR-Cas technologie een momentopname zou kunnen geven van iemand mondgezondheid. CRISPR-Cas richt zich op RNA- en DNA-moleculen die in speeksel kunnen worden aangetroffen. De groep richtte zich op vier bacteriën in de mond waarvan bekend is dat ze ziekten veroorzaken die verband houden met spijsverterings-, cardiovasculaire en neurodegeneratieve ziekten en kanker.
Specifieke bacteriën
Het team was in staat om zich op specifieke bacteriën in het speeksel te richten en te detecteren zonder het speekselmonster extra hoeven te verwerken. Dit houdt in dat het niveau van gevoeligheid en specificiteit al bereikt is in onverwerkt speeksel. Deze bevindingen zouden kunnen leiden tot een nieuwe tool in de mondgezondheid. Volgens Shi van het onderzoekteam ‘’kan de tandarts met deze nieuwe ontwikkeling u voorzien van alle biologische informatie met betrekking tot uw mond- en algehele gezondheid, terwijl de tanden worden schoongemaakt’’.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/01/Richtlijn-Klinische-praktijkrichtlijn-overkappingsprothese-op-implantaten-in-de-edentate-bovenkaak.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-23 09:00:512023-11-08 13:34:12Op CRISPR gebaseerde technologie in de tandheelkunde
Op 20 november overhandigde de mondzorgalliantie, het samenwerkingsverband van de beroepsverenigingen van tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici, de Handreiking noodzakelijke mondzorg voor financieel kwetsbare mensen aan minister Ernst Kuipers.
In deze handreiking staat beschreven welke behandelingen acuut en noodzakelijk zijn en hoe deze zorg in een regeling kan worden verankerd. Met deze handreiking hoopt de mondzorgalliantie een belangrijke stap te zetten op weg naar een uniforme regeling voor financieel kwetsbare mensen.
Demissionair minister Ernst Kuipers schreef op LinkedIn: “Ik vind het positief dat er een stap gezet is om als sector helder aan te geven wat minimaal noodzakelijke zorg is. De handreiking is een goed instrument voor toekomstig beleid en we nemen de adviezen mee in het project ‘verminderen mijding van mondzorg om financiële redenen’. In dit project werken we samen met de beroepsgroepen, zorgverzekeraars en overheden aan het terugdringen van het aantal mensen dat mondzorg mijdt.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/Mondzorgalliantie-mondzorgregeling-nodig-voor-financieel-kwetsbare-mensen-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-22 11:48:262023-11-22 11:48:26Mondzorgalliantie: mondzorgregeling nodig voor financieel kwetsbare mensen
Tijdens het NVvK-congres is de NVvK-Elmex® scriptieprijs uitgereikt aan Daphne Spang. De prijs werd voor de negende keer uitgereikt voor de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde.
Deze prijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste bachelorscriptie van de opleidingen mondzorgkunde en de beste masterscriptie van de opleidingen tandheelkunde. Dit jaar was de opleiding tandheelkunde aan de beurt.
De eerste prijs bestaat uit een bedrag van 1000 euro (beschikbaar gesteld door elmex®/Colgate) en een jaar gratis lidmaatschap (à 70 euro) van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. De tweede prijs bestaat uit een bedrag van 500 euro en de derde prijs een bedrag van 250 euro.
Winnaars
De ingezonden scripties hadden veel verschillende onderwerpen. De jury heeft alle inzendingen beoordeeld op originaliteit, klinische relevantie, bruikbaarheid en uitvoering. Volgens de jury waren alle inzendingen van hoge kwaliteit. Daphne Spang (ACTA) heeft de eerste prijs gewonnen, de tweede prijs ging naar Danielle Vreeken (ACTA) en de derde prijs was voor Nicole Heins (UMCG).
Presentatie Daphne Spang
Daphne Spang heeft tijdens het congres een presentatie gegeven over de scriptie met als titel: “ Infant oral mutilation (IOM), A scoping review’’.
Infant Oral Mutilation is een vorm van bijgeloof in Oost-Afrika en houdt in dat de kiemen van de melkhoektanden bij peuters worden geëxtraheerd of weggestoken zonder medische indicatie en zonder steriele instrumenten. Dit wordt meestal gedaan door ’traditional healers’ of ‘midwives’ (verloskundigen). Het is enigszins vergelijkbaar met ‘female genital mutilation’. Mensen in Oost-Afrika denken dat IOM symptomen zoals diarree, overgeven of koorts tegengaat. Ze geloven dat de zwelling van het tandvlees door een doorkomende melkhoektand (die er soms uitziet als een wit bultje onder het tandvlees) een ‘worm’ is die hun kind ziek maakt. Deze traditionele procedure kan ernstige gevolgen hebben, zoals scepsis. Ook raken kinderen vaak getraumatiseerd en worden de permanente hoektanden soms niet aangelegd. Voor dit onderzoek zijn vijf online databases gescreend voor relevante studies op het gebied van Infant Oral Mutilation. Ze vond studies uit Oeganda, Ethiopië, Soedan, Kenia en Tanzania, maar ook uit de UK waar het fenomeen ook al waargenomen is.
De conclusie van het onderzoek is dat IOM een gevaarlijke traditionele procedure is met serieuze en lange termijn gevolgen. Het is belangrijk om bewustwording te creëren in lage en hoge inkomenslanden. Er is verder onderzoek nodig over de prevalentie en de lange termijn gevolgen van IOM, ook in Europa of andere delen van de wereld.
De NVvK-elmex® scriptieprijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding tandheelkunde (masterscriptie) en de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding mondzorgkunde (bachelorscriptie). Met deze prijs willen de NVvK en elmex® onderzoek op het gebied van de kindertandheelkunde stimuleren en het belang ervan benadrukken.
Inzenden scriptie voor deelname in 2023/2024
Dit studiejaar (2023/2024) kunnen scripties van studenten mondzorgkunde (afgerond na 9 juli 2022 en voor 10 juli 2024) meedingen naar de prijs.
Meedoen? Stuur je scriptie naar secretariaat@nvvk.org.
In de tandartspraktijk wordt een groeiend aantal intraorale apparaten gefabriceerd en gebruikt. In een studie gepubliceerd in The Journal of the American Dental Association hebben onderzoekers de toepassing van intraorale apparaten, werkstromen in de praktijk en veranderingen in praktijktrends geanalyseerd.
Enquête onder panelleden
Onder leiding van Dr. Kevin Frazier van de Augusta University in Georgia ontwikkelden de onderzoekers een enquête die in juli 2022 verspreid werd onder de panelleden van klinische beoordelaars van de American Dental Association
Meer dan een uitneembare partiële prothese
In totaal reageerden 286 mensen. Het overgrote merendeel (88%) zei andere intraorale hulpmiddelen aan te bieden dan een uitneembare partiële prothese. Meer dan de helft gaf aan bleeklepels (88%), flippers of Essix-beugels (83%), spalken (81%), atletische mondbeschermers (72%), orthodontische beugels (60%), fluoride-lepeltjes (56%) en doorzichtige aligners (55%) aan patiënten te geven.
Grootste verandering: intraorale scans
Volgens de onderzoekers is de grootste verandering in de praktijk in de afgelopen vijf jaar met betrekking tot intraorale apparaten dat bij 56% van de respondenten tegenwoordig intraorale scans worden aangeboden. Ook is de verscheidenheid aan gebruikte intraorale apparaten toegenomen.
Meerdere teamleden betrokken
Bij het proces van afdrukken maken tot het vervaardigen van intraorale apparaten waren zowel tandartsassistenten als laboranten betrokken in zo’n driekwart van alle gevallen (respectievelijk 72% en 76%). De tandarts was echter in bijna altijd (97%) betrokken bij de levering van apparaten aan patiënten.
Verschillende soorten informatievoorziening
Patiëntenvoorlichting over het gebruik van hun apparaten kan op meerdere manieren worden gegeven. 95% van de respondenten deed dit mondeling, maar in gedrukte vorm (61%) en visueel (42%) informeren kwam ook regelmatig voor.
Leren door educatiecursussen
Negentig procent van de respondenten meldde dat ze educatiecursussen volgden over intraorale apparaten, wat overeenkomt met het feit dat deze apparaten een vast onderdeel van de tandartspraktijk worden.
Weinig bijwerkingen
Er waren weinig meldingen van bijwerkingen die verband hielden met het gebruik van intraorale hulpmiddelen. Zevenennegentig procent van de respondenten meldde dat ze slechts af en toe of nooit voorkwamen. De meest gemelde problemen waren een slechte pasvorm, pijn, ongemak en irritatie van zacht weefsel.
Steeds diversere lijst van toepassingen
De auteurs concluderen dat intraorale apparaten vaak gebruikt worden in de tandartspraktijk. Ook zijn vaak meerdere leden van het team betrokken bij de fabricageprocessen. “Er zal waarschijnlijk blijvende interesse zijn in relevante leermogelijkheden over technologische vooruitgang en de steeds diverser wordende lijst van toepassingen voor intraorale apparaten”, denken de onderzoekers.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/Intraorale-apparaten-populair-in-de-hedendaagse-tandartspraktijk.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-22 09:00:102023-11-15 12:40:33Intraorale apparaten populair in de hedendaagse tandartspraktijk
Probiotica in gefermenteerd voedsel zoals yoghurt kunnen op korte termijn verlichting bieden voor halitose. Er is echter geen significant effect op de belangrijkste oorzaak van halitose zoals tandplak en tongbeslag, volgens een recente studie gepubliceerd in BMJ Open.
Significant probleem
Halitose, het hebben van een slechte adem, is een significant probleem voor zowel het dagelijkse en sociale leven van patiënten. Het kan zelfs leiden tot psychische problemen zoals angst, depressie en sociaal isolement.
Balans van orale microbiota
De belangrijkste factor die het gezondheidsprobleem veroorzaakt zijn de vluchtige zwavelverbindingen (VSC’s) die orale bacteriën produceren via complexe interacties in de mondholte. Dit wordt geassocieerd met slechte mondhygiëne, tongcoating en peri-tandheelkundige ziekte. Het reguleren van de balans van orale microbiota om VSC-niveaus te verlagen is belangrijk bij het beheersen van halitose.
Oncomfortabele behandelingen
De huidige behandelingen voor halitose omvatten mechanische reiniging (schilfering en tongschrapen) en chemische therapie (antibiotica, mondwater en andere middelen). Deze methodes zijn echter oncomfortabel of hebben bijwerkingen.
Stinkende bijproducten verminderen
Er is steeds meer bewijs dat de toediening van probiotica de samenstelling van orale biofilms en daardoor halitose kan beïnvloeden. Probiotica kunnen de afbraak van aminozuren en eiwitten door anaërobe bacteriën in de mond kunnen remmen, waardoor de productie van stinkende bijproducten wordt afgeremd. Om probiotische therapie voor halitose aan te bevelen is echter nog onvoldoende bewijs.
Meta-analyse
Onderzoekers van de Sichuan University in Chengdu, China, onderzochten daarom het effect van probiotica op halitose vanuit een tijdsperspectief. Ze analyseerden eerdere onderzoeken waarin de effecten van orale probiotica en placebo’s op primaire halitose-uitkomsten (organoleptische (OLP) -scores en niveaus van vluchtige zwavelverbindingen) en secundaire resultaten (tongcoatingscores en plaque-index) werden vergeleken.
Ze vonden zeven onderzoeken met in totaal 278 mensen die voldeden aan de criteria voor de studie. Het aantal deelnemers aan elk onderzoek was klein, variërend van 23 tot 68, met een leeftijdsbereik tussen 19 en 70. De monitoringperiodes varieerden van twee tot twaalf weken. De gegevens werden gesubgroepeerd en geanalyseerd op korte termijn (≤4 weken) en lange termijn (>4 weken) op basis van de follow-uptijd.
Positieve gevolgen op korte termijn
Volgens de analyse toonden de gepoolde gegevens aan dat op de korte termijn zowel de OLP-scores als de VSC-waardes aanzienlijk daalden bij deelnemers die probiotica kregen in vergelijking met de deelnemers uit de placebogroep. Na vier weken was er echter alleen een significant verschil bij de organoleptische scores.
Belangrijk is dat er geen significante verschillen waren in de tongcoatingscore of plaque-index tussen degenen die probiotica kregen en degenen die dat niet kregen, merkten de auteurs op.
Geen effect op oorzaak
“Er is geen significant effect op de belangrijkste oorzaak van halitose”, schreven de onderzoekers. “[…] In de toekomst zijn meer willekeurige klinische onderzoeken van hoge kwaliteit nodig om de resultaten te verifiëren en bewijs te leveren voor de werkzaamheid van probiotica bij de behandeling van halitose”, concluderen ze.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/12/De-werkwijze-en-ervaringen-van-mondhygienisten-in-Nederland-met-behandeling-van-patienten-met-halitose.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-21 09:00:122023-11-08 13:32:42Probiotica kunnen op korte termijn helpen tegen een slechte adem
Een 64-jarige vrouw in Tennessee ondervond tongverlamming na toediening van lokale infiltratie-anesthesie voor een tandheelkundige restauratie volgens een casusrapport gepubliceerd in Oral and Maxillofacial Surgery Cases. Door de tongverlamming is het vermogen om te praten aangetast.
De nervus hypoglossus
De nervus hypoglossus is een motorische zenuw en is verantwoordelijk voor het stimuleren van bijna alle intrinsieke en extrinsieke tongspieren.
Oorzaken van de zenuwbeschadiging
De zenuwbeschadiging zou veroorzaakt kunnen worden door mechanische compressie tijdens lokale infiltratie waardoor de zenuwen werden samengedrukt; een chemische verwonding in verband met de lokale anesthesie die werd gebruikt; of direct letsel door de naald.
Volgens de auteurs is de iatrogene schade aan de nervus alveolaris inferior uitgebreid in de literatuur beschreven maar is er een gebrek aan literatuur over complicaties met betrekking tot de nervus hypoglossus.
Onduidelijke spraak en afwijking van de tong na infiltratieanesthesie
De 64-jarige vrouw uit Tennessee bezocht haar tandarts om onder plaatselijke verdoving een tand met cariës te behandelen. Via inferieure alveolaire zenuwblokkade kon geen adequate anesthesie worden verkregen waarop de tandarts vervolgens lokale infiltratie anesthesie toepaste in de bodem van haar mond. Kort na de procedure klaagde de vrouw over een afwijking van haar tong naar rechts en onduidelijke spraak, waarnaar ze werd doorverwezen naar de afdeling mond- en aangezichtschirurgie. Het onderzoek liet een significatie dysartrie, rechtszijdige tongatrofie en afwijking naar rechts zien. Verder vertoonde de vrouw diepe hypesthesie voor verminderde pijnzin, lichte aanraking en druk. De MRI-scan van haar hersenen vertoonde geen tekenen van een cerebrovasculair accident of andere neurologische pathologie. Door de verlamming van de tong was het vermogen om te praten aangetast. De vrouw herstelde grotendeels van de zenuwbeschadiging binnen een paar maanden.
Vervolgbehandelingen
De 64-jarige vrouw werd gediagnosticeerd met rechtszijdige hypoglossale en linguale zenuwletsels. Ze werd doorverwezen naar logopedie, spraakstrategie en neuromusculaire elektrische stimulatie. Verder onderging ze om de 3 maanden vervolgonderzoeken. Na een paar maanden behandeling verbeterden de zwakte van de tong, het bewegingsbereik, het gevoel van de tong. Haar onduidelijke spraak verbeterde tot 85%.
Conclusie
Aangezien de verwonding kan ontstaan door verschillende aandoeningen, waaronder goedaardige en kwaadaardige pathologie, is een volledige medische geschiedenis, klinisch onderzoek en beeldvorming noodzakelijk.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/10/Het-verhaal-van-een-vrouw-en-honderden-anderen-met-vele-jaren-pijn-door-een-TMJ-implantaat.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-13 13:18:542023-10-26 14:58:22Casus: Zenuwbeschadiging van de nervus hypoglossus na infiltratie-anesthesie
Experts pleiten voor een gezamenlijk beheer van parodontitis, samen met hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, obesitas, diabetes, chronische luchtwegaandoeningen, roken en hyperlipidemie. De EFP en WONCA Europe lanceerden de Perio & Family Doctors-campagne. Deze campagne bevat informatief materiaal voor professionals in de mond- en niet-mondgezondheid.
Samenwerking tussen mondzorgverleners en huisartsen
De samenwerking en uitwisseling tussen mondzorgverleners en huisartsen kan de kwaliteit van de behandeling en het welzijn van hun patiënten effectief verbeteren, en in bepaalde gevallen zelfs levens redden. Hoe nauwer de samenwerking tussen tandartsen en huisartsen, hoe groter de verbetering in de behandelstandaarden van hun patiënten, vooral met betrekking tot ernstige chronische aandoeningen zoals diabetes en hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen. Huisartsen moeten worden geïnformeerd over tandvleesaandoeningen en de gevolgen daarvan, terwijl mondzorgprofessionals bewust moeten worden gemaakt van het belang van niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) en de daarmee samenhangende risicofactoren.
Perio & Family doctors campagne
De nieuwe Perio & Family Doctors campagne is een initiatief van de Europose Federatie van Parodontologie (EFP) en WONCA Europe. In 2022 onderzochten 18 experts van de EFP en WONCA Europe de rol van huisartsen en het mondgezondheidsteam en formuleerden een reeks aanbevelingen voor beide groepen artsen. Hun conclusies zijn gepubliceerd in een wetenschappelijk consensusrapport dat eerder dit jaar werd gepubliceerd in het door EFP uitgegeven Journal of Clinical Periodontology.
Prof. Vinker geeft aan: “Het versterken van de band tussen mondgezondheidsprofessionals en huisartsen is niet alleen van groot belang bij de vroege detectie en behandeling van niet-overdraagbare ziekten, maar ook bij het bevorderen van een gezondere levensstijl. De ontwikkeling en evaluatie van routes voor vroege detectie van parodontitis in huisartspraktijken en in tandartspraktijken markeert de volgende grens in ons collectieve streven naar alomvattende gezondheidszorg.”
Campagnemateriaal
Het campagnemateriaal van Perio & Family Doctors omvat infographics en andere digitale inhoud die beschikbaar is op de EFP-website.
Doel van de campagne
Volgens voorzitter van de projectencommissie van de EFP prof. Anton Sculean: “Ons doel met deze materialen is om de kernboodschappen van het consensusrapport visueel en intuïtief te maken, waarin grondig het meest recente wetenschappelijke bewijsmateriaal is onderzocht dat ondersteunt dat parodontitis, in het bijzonder parodontitis of chronische ontsteking van het tandvlees, onafhankelijk geassocieerd is met hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en ademhalingsziekten, zoals chronische obstructieve longziekte, slaapapneu en Covid-19-complicaties”
EFP
De EFP (European Federation of Periodontology) is een non-profitorganisatie die zich inzet voor het bevorderen van het bewustzijn van parodontale wetenschap en het belang van tandvleesgezondheid bij mondgezondheidsprofessionals en het publiek. De leidende visie is ‘Parodontale gezondheid voor een beter leven’.
WONCA Europe
WONCA Europe vertegenwoordigt 47 lidorganisaties en meer dan 90.000 huisartsen, en is de academische en wetenschappelijke vereniging van WONCA voor huisartsgeneeskunde/huisartsgeneeskunde in Europa.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/Tandartsen-en-huisartsen-werken-samen-om-de-patientenzorg-te-verbeteren.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-13 13:16:322023-11-13 13:56:43Tandartsen en huisartsen werken samen om de patiëntenzorg te verbeteren
Loes Velthoven-Verlinden, eerder vicevoorzitter en bestuurslid op de portefeuille Onderwijs, Scholing en Wetenschap bij NVM-mondhygiënisten heeft op 10 november 2023 het voorzitterschap bij NVM-mondhygiënisten overgenomen. Manon van Splunter-Schneider gaf op de Algemene Ledervergadering van 10 november na meer dan zeven jaar voorzitterschap het stokje officieel over aan Loes Velthoven-Verlinden.
Verbindende rol
Loes Velthoven-Verlinden motiveert haar keuze voor het voorzitterschap als volgt: “Als mondhygiënist ben ik gepassioneerd over het bevorderen van de professionele ontwikkeling en groei van ons beroep. Ik geloof dat we als NVM-mondhygiënisten een belangrijke rol spelen in het verbeteren en bevorderen van de preventieve mondzorg in Nederland en het versterken van de positie van de mondhygiënist in de gezondheidszorg. Elke Nederlander moet kunnen rekenen op een toegankelijke en betaalbare mondzorg.”
Stevige fundamenten
“Mijn voorganger Manon van Splunter-Schneider heeft NVM-mondhygiënisten op een voortreffelijke wijze op de kaart gezet bij de partijen in de mondzorg, het ministerie van VWS en de politiek. Onder haar voorzitterschap heeft NVM-mondhygiënisten zich verder geprofessionaliseerd als belangenbehartiger voor de leden en kenniscentrum voor de preventieve mondzorg. Op deze fundamenten bouw ik graag verder en op het NVM-najaarscongres van 10 november zullen we hier aandacht aan schenken bij het afscheid van Manon.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/07/Loes-Velthoven-Verlinden.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-09 10:33:422023-11-13 11:47:16Loes Velthoven-Verlinden vanaf 10 november nieuwe NVM-voorzitter
Mondsieraden, zoals piercings of edelstenen op tanden, kunnen de mond en tanden op verschillende manieren beschadigen. Zo kunnen er verwondingen ontstaan aan het tandvlees, de tong of de tanden. Ook kunnen mondsieraden de manier waarop tanden en mond samenwerken in de weg zitten. Het wordt lastig om duidelijk te praten, en er wordt soms te veel speeksel aangemaakt. En er is een verhoogd risico op complicaties die de mondgezondheid kunnen beïnvloeden.
Mogelijke complicaties
De meest voorkomende complicatie voor de mondgezondheid van orale piercing is een ontsteking op de plaats van de piercing. Het gebruik van niet-steriele apparatuur om de piercing te plaatsen of het hanteren van de piercing na plaatsing kunnen de plek blootstellen aan ziektekiemen die een infectie kunnen veroorzaken. Infecties in de mond kunnen in de bloedbaan terechtkomen en zich door het lichaam verspreiden. Soms zijn deze infecties zo ernstig dat iemand in het ziekenhuis belandt. Andere mogelijke complicaties zijn:
Zwellingen
Bloedingen
Scheuren
Allergische reacties
Het inslikken of ademen van een losgekomen sieraad
Slissen en fluiten
Veranderingen in spraak zijn een van de meest voorkomende manieren waarop piercings invloed kunnen hebben op hoe de mond werkt. Mensen kunnen gaan slissen of fluiten tijdens het praten, vooral als ze een tongpiercing hebben. Zo’n tongpiercing kan ook het kauwen en slikken verstoren. Daarnaast kan er zenuwbeschadiging optreden, wat het smaakgevoel kan beïnvloeden.
Verwondingen
Behalve dat piercings en tandsieraden de correcte werking van de mond in de weg kunnen zitten, kunnen ze ook voor vervelende verwondingen zorgen. Tanden en zacht weefsel (zoals het tandvlees en de wang) kunnen beschadigen door een piercing. Zo kunnen tanden beschadigd raken als iemand op zijn of haar piercing bijt, en kan een wangpiercing ervoor zorgen dat het tandvlees rond die plek wegtrekt.
Als er een sieraad op een tand geplakt wordt, moet het galzuur op die plek verwijderd worden. Dat maakt deze plek op de tanden extra gevoelig voor gaatjes. Bovendien kunnen tandsieraden zweren veroorzaken aan het zachte weefsel waar ze tegenaan komen.
Advies voor patiënten met piercings
Het is belangrijk om te weten dat deze complicaties lang niet altijd optreden. Toch is het goed om patiënten met piercings te informeren over deze risico’s en tips te geven voor hoe ze mogelijke complicaties kunnen voorkomen. Het liefste voordat de piercing gezet wordt.
De belangrijkste tip: verzorg je tanden en tandvlees goed. Natuurlijk is dit voor iedereen belangrijk, maar het is goed om het belang van mondverzorging extra te benadrukken bij patiënten met een piercing. Daardoor kunnen vervelende complicaties voorkomen worden. De basis moet in orde zijn. Dat wil zeggen:
Twee maal daags twee minuten poetsen met tandpasta die fluoride bevat
Dagelijks tussen de tanden reinigen
Dagelijks de mond spoelen met niet-alcoholische mondspoeling om het risico op infectie te verkleinen
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/12/beautiful-1867374_640-400x230.jpg230399Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-08 09:00:012023-10-26 14:32:37De risico’s van piercings in of rond de mond
In aanloop naar de Olympische Spelen van Parijs in 2024, is extra aandacht voor de mondgezondheid van een professionele atleet van groot belang, vooral in verband met hun welbevinden en prestaties. Via een videoboodschap verwoordt de 24-jarige Nederlandse Manon Veenstra, BMX topatlete, haar visie en ervaringen van een – speciaal voor haar op maat gemaakte – mondhygiëne zelfzorginterventie door de mondhygiënist.
Naast een uitgebreide gebitsscreening (DMFT-, BEWE-, en DPSI-index) en professionele mondhygiënezorg werd bij de intake een diepgaand semi-gestructureerd interview afgenomen. Naast een reguliere medische vragenlijst aangevuld met vragen over stress, slapen en ademhaling vulde Manon de zogenaamde “Mind & Mouth” vragenlijst in. Hierin is de Nederlandse versie opgenomen van het Oral Health Impact Profile-14 (OHIP-14-NL als meting van OH-QoL) en schalen voor persoonlijke verwachte sociale uitkomsten voor het hebben van een gezond gebit, attitude ten opzichte van mondhygiënegedrag (OHB-index), en angst voor de tandarts.
Waarde van professionele individuele mondhygiëne-instructies
Manon benadrukt in deze video de waarde van professionele individuele mondhygiëne-instructies en voorlichting, en met haar boodschap illustreert ze dat effectieve mondzorggedrag bij en/of van haarzelf als topsporter een belangrijke rol speelt bij het verminderen van cariës en bij het zelf ervaren OH-QoL.
Bekijk de videoboodschap Manon Veenstra
Jolanda zal deze persoonlijk videoboodschap van Manon Veenstra nader toelichten tijdens haar key-note presentatie op 18 november bij LBHD tarptautinė konferencija, een mondhygiëne congres in Litouwen.
Door:
Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision, info@oral-vision.nl
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/Manon-Veenstra-400-video.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2023-11-07 12:27:132023-11-07 15:30:38Sport Fit with Sound Teeth: video van BMX topatlete Manon Veenstra
Tanden kunnen mogelijk effectiever worden gebleekt door een koude plasmastraal te gebruiken om een waterstofperoxidegel aan te brengen. Volgens een studie gepubliceerd in BMC Oral Health kan in slechts vijf tot tien minuten al een goed resultaat worden behaald.
Meest gebruikte bleekmiddel
Waterstofperoxide (H2O2) is het meest gebruikte bleekmiddel voor tanden. Wanneer een hoge concentratie gedurende langere tijd wordt gebruikt is dit middel echter zeer corrosief voor de tanden. Er is gemeld dat de combinatie van een bleekgel en plasma de effectiviteit van het bleken kan verbeteren in vergelijking met alleen een gel.
Nieuwe technologie
Tijdens het bleekproces hebben ultraviolette straling, hitte en reactieve soorten direct of indirect een wisselwerking met het glazuur en het pulpaweefsel. Dit leidt tot verhoging van de temperatuur van de tandpulpkamer, morfologie van het glazuuroppervlak en modificatie van microhardheid. Er moeten enkele veiligheidsproblemen worden aangepakt voordat deze technologie uiteindelijk in tandheelkundige klinieken kan worden toegepast, schrijven de auteurs.
Veiligheid hangt af van gebruikstijd
De werkzaamheid en veiligheid kunnen sterk gecorreleerd zijn met de gebruikstijd. Om dit te evalueren werd in vitro het effect van verschillende bleekgels in combinatie met een koude plasmastraal op geëxtraheerde, onbeschadigde menselijke tanden beoordeeld.
Evaluatie met spectrofotometer
De vijftig tanden werden random verdeeld over vijf groepen. De tien tanden in de controlegroep werden besmeerd met 35% waterstofperoxidegel, zonder van plasma gebruik te maken. Vier groepen kregen met plasma waterstofperoxide toegediend in concentraties van 6%, 15%, 25% of 35%. Elke vijf minuten werden deze tanden behandeld met plasma, tot de behandeltijd van twintig minuten was bereikt. Om ervoor te zorgen dat er tijdens de behandelingsperiode voldoende gel op het tandoppervlak aanwezig was, werd de gel met tussenpozen van 30 seconden bijgevuld. Het bleken van tanden werd geëvalueerd door een spectrofotometer, schreven de auteurs.
Effectieve behandeling na tien minuten
Ongeveer 65% van de maximale kleurverandering trad op na een behandeling van vijf minuten met koud plasma en waterstofperoxide, en ongeveer 90% van de maximale kleurverandering trad op na een behandeling van tien minuten. Wanneer de behandeling langer dan twintig minuten duurde nam het microhardheidsniveau van de tanden af en nam de ruwheid toe. De glazuurmorfologie, microhardheid en oppervlakteruwheid waren vergelijkbaar met die van traditionele klinische methoden, schreven de auteurs van het onderzoek.
Veilig binnen twintig minuten
De temperatuur van de tandpulpkamer bleef binnen een veilige marge bij een behandeling van twintig minuten. Een dergelijk lange behandeltijd kan echter leiden tot kleurregressie en beschadigd glazuur. Het blijft volgens de onderzoekers onduidelijk hoe en via welke mechanismen tandglazuur reageert koud plasma.
Ideaal tandbleekeffect
“Vijf tot 10 minuten was de beste behandelingstijd van waaruit we een ideaal tandbleekeffect en minder invloed op tandglazuur en pulpaweefsel kunnen krijgen bij gebruik van koud plasma en waterstofperoxidegel”, concludeerden de auteurs.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/Tanden-bleken-kan-mogelijk-effectiever-met-behulp-van-koude-plasmas.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-07 09:00:262023-10-26 14:43:32Tanden bleken kan mogelijk effectiever met behulp van koude plasma’s
Het advies Cariëspreventie is bedoeld voor iedereen die professionele adviezen geeft over preventieve mondzorg. Het Advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Cariëspreventie bestaat uit een Basisadvies en een Aanvullend Advies.
Het Basisadvies is samengesteld uit de 3 Basisadviezen:
– Mondhygiëne
– Fluoride
– Voeding
Bij elk van deze Basisadviezen hoort een Aanvullend Advies, die gezamenlijk het Aanvullend Advies Cariëspreventie vormen. Het Basisadvies geldt voor iedereen, terwijl het Aanvullend Advies is bedoeld voor mensen met cariësactiviteit. Bekijk het advies Cariëspreventies van het het Ivoren Kruis
Mondzorgprofessionals kunnen Humaan papillomavirus (HPV)-gerelateerde kankers helpen voorkomen, volgens een studie die is gepubliceerd in The Journal of the American Dental Association. Dit zouden ze kunnen doen door patiënten te betrekken bij gesprekken over HPV-vaccinatie, hoewel mondzorgverleners mogelijk eerst beter getraind moeten worden.
Oorzaak van te voorkomen kankers
HPV is de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening in de Verenigde Staten. Aanhoudende infectie met genotypen met een hoog risico kan leiden tot precancereuze laesies en invasieve kanker. HPV is de belangrijkste oorzaak van verschillende te voorkomen kankers, waaronder orofaryngeale kankers.
Verschillende rollen
Volgens de auteurs van een review kunnen mondzorgprofessionals verschillende rollen hebben wat betreft de preventie van HPV-infectie. Ze zouden zich kunnen inzetten voor het verbeteren van het bewustzijn van de patiënt, het verbeteren van de voorlichting en het opzetten en promoten van HPV-vaccinatiestrategieën.
Barrières
De onderzoekers van Boston University in de VS analyseerden barrières om kennis en discussie over HPV te verbeteren. Ook bepaalden ze de potentiële bevolking die bereikt zou kunnen worden door gesprekken over HPV-vaccinatie met een mondzorgprofessional.
Databases
Om gegevens te verzamelen, doorzochten onderzoekers systematisch vier databases en gegevens van het Behavioral Risk Factor Surveillance-systeem uit 2018 over de prevalentie van HPV-vaccinatie en tandartsbezoeken bij patiënten tussen de 18 en 49 jaar. Vierentwintig onderzoeken werden in de review opgenomen.
Discussies zijn zeldzaam
Hoewel de kennis over de prevalentie, overdracht, ziekteprocessen en risico’s van HPV varieerde, waren discussies over HPV in tandheelkundige settings over het algemeen zeldzaam. Onderzoekers speculeren dat dit te wijten kan zijn aan een gebrek aan kennis en communicatieve vaardigheden bij tandheelkundige professionals. Dit kan mogelijk worden verbeterd door opleiding en begeleiding van professionele tandheelkundige organisaties.
Ongevaccineerden bezoeken tandarts
Data uit het Behavioral Risk Factor Surveillance-systeem lieten zien dat de meeste mensen die niet gevaccineerd zijn het afgelopen jaar wel de tandarts hebben bezocht. Volgens de onderzoekers benadrukt dit de potentiële rol van mondzorgprofessionals met betrekking tot de discussie over HPV en het bevorderen van bewustzijn en acceptatie van vaccinatie.
Bereid om meer te leren
Verder meldden tandartsen over het algemeen dat ze bereid waren om meer te leren over HPV en de mogelijke gevolgen ervan. Ook is er bewijs dat mondzorgprofessionals geïnteresseerd zijn om de opname van vaccins te verbeteren.
Verbeterde richtlijnen zijn cruciaal
“Deze review toont aan dat verbeterde richtlijnen en beleidsverklaringen van toonaangevende tandheelkundige organisaties cruciaal zijn om gesprekken te ondersteunen en aan te moedigen die vaak als gevoelig worden ervaren binnen tandheelkundige instellingen”, schreven de auteurs van het onderzoek.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/Agressieve-orale-kanker-mogelijk-door-parodontale-pathogenen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2023-11-06 09:00:032023-10-26 14:23:45Tandartsen kunnen HPV-kanker helpen voorkomen door met patiënten te praten
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.