Voorbehouden handelingen en taakdelegatie in de mondzorg: hoe zit het ook alweer?

Voorbehouden handelingen en taakdelegatie in de mondzorg: hoe zit het ook alweer?

De IGJ let bij haar inspecties in het bijzonder op de vraag of er sprake is van ‘behandelingen door een onbevoegd of onbekwaam behandelaar, al dan niet via taakdelegatie.’ Het is dus ook dit jaar zaak om goed op een rijtje te hebben wie binnen de praktijk bevoegd is welke handelingen uit te voeren. Over voorbehouden handelingen en bevoegdheidsvraagstukken bestaat, ter bescherming van de patiënt, zeer gedetailleerde wet- en regelgeving. De belangrijkste zaken op een rij.

De Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) zal in 2018 meer aandacht besteden aan risicotoezicht binnen de mondzorg, zo is te lezen in het werkplan 2018 dat door IGJ is gepubliceerd. Volgens de IGJ neemt het aantal praktijken dat werkt met het zogenoemde ‘meerstoelenconcept’ de laatste tijd sterk toe. Bij dit concept staat taakdelegatie centraal en werken meerdere assistentes onder supervisie van een tandarts. De Inspectie signaleert daarbij meerdere risico’s, onder andere met betrekking tot bekwaamheid van personeel en de onbekendheid met regelgeving over bekwaamheid. Volgens IGJ kunnen deze ontwikkelingen de door patiënten ervaren kwaliteit beïnvloeden. In haar toezichtstrategie formuleert de IGJ dan ook dat zij wil stimuleren dat veldpartijen normen voor taakdelegatie en bekwaamheid verder ontwikkelen.

Wet & regelgeving voorbehouden handelingen

In de wet is vastgelegd dat bepaalde medische handelingen voorbehouden zijn aan specifieke (beschermde) beroepstitels. De genoemde voorbehouden handelingen zijn van zodanige aard, dat het als onveilig wordt geacht als deze worden uitgevoerd door onbevoegden. Denk hierbij aan het geven van een injectie of het toepassen van defibrillatie.

De regelgeving omtrent de voorbehouden handelingen is te vinden in de wet Beroepen op de Individuele Gezondheidszorg, de wet BIG. Op grond van artikel 36 van de wet BIG hebben ook tandartsen zelfstandige bevoegdheid tot een aantal van die voorbehouden handelingen, te weten:

  • Het geven van injecties
  • Het onder narcose brengen
  • Het gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling (mits wordt voldaan aan de Kernenergiewet).
  • Heelkundige handelingen
  • Het voorschrijven van UR (Uitsluitend op Recept) geneesmiddelen

NB: tandartsen zijn dus – logischerwijs – niet bevoegd tot het uitvoeren van de andere voorbehouden handelingen die genoemd worden in wet BIG, zoals bijvoorbeeld het verrichten van een catheterisatie.
Deze opsomming geeft de tandarts daarnaast niet de bevoegdheid de handelingen zonder meer uit te voeren, de voorwaarde is dat handeling valt binnen het domein van de tandheelkunde.

Niet alle verrichtingen die binnen een tandartspraktijk plaatsvinden worden genoemd in artikel 36 wet BIG. Handelingen zoals het verwijderen van tandsteen, het reinigen van het tandvlees of het stellen van een diagnose staan niet opgesomd in dit artikel. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de tandarts deze niet mag uitvoeren, het betekent slechts dat niet alleen de tandarts gerechtigd is tot de uitvoering.

Taakdelegatie naar niet-tandartsen

Om meer aan te sluiten op de dagelijkse praktijk, is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan dat anderen, bijvoorbeeld tandartsassistenten, de voorbehouden handelingen uitvoeren in opdracht van de tandarts. De wet en de IGJ stellen bepaalde voorwaarden aan deze zogenoemde “opdrachtrelatie”.

Voorwaarden uitvoering in opdracht

  • De zelfstandig bevoegde opdrachtgever, in dit geval de tandarts, geeft de opdracht. Belangrijk is dat de opdracht per patiënt wordt gegeven, inclusief eventuele instructies. De uitvoering van de opdracht moet door de tandarts worden geëvalueerd.
  • De tandarts dient zich ervan te overtuigen dat de opdrachtnemer bekwaam genoeg is de handeling uit te voeren. Deze bekwaamheid zou bijvoorbeeld kunnen blijken uit een diploma of certificaat. Enkel een verwijzing naar een interne instructie of werkervaring volstaat daarbij niet. De IGJ stelt dat er bij een interne opleiding tenminste toezicht door professionals uit het opleidingscircuit moet zijn geweest.
  • Andersom wordt ook van de opdrachtnemer verwacht dat hij binnen de grenzen van zijn kennen en kunnen blijft. Hij moet zichzelf in staat achten de opdracht tot een goed einde te brengen.
  • De tandarts dient beschikbaar te zijn voor toezicht of tussenkomst. Of dit altijd een fysieke nabijheid – de tandarts bevindt zich in de praktijk – vereist, is niet in de wet uitgewerkt. Het uitgangspunt van de wetgever was dit af te laten hangen van de aard van de omstandigheden, zoals de aard van de opdracht en de opdrachtnemer. In diverse tuchtuitspraken is door de tuchtrechter geoordeeld dat in die specifieke omstandigheden telefonische bereikbaarheid niet voldoende was om aan de voorwaarden voor ‘toezicht of tussenkomst’ te voldoen. Die uitspraken zeggen echter alleen iets over de noodzaak van fysieke aanwezigheid in die betreffende omstandigheden. Nog niet duidelijk is of de tandarts in alle omstandigheden in de praktijk moet zijn. In beginsel lijkt echter wel te kunnen worden gesteld dat fysieke nabijheid een voorwaarde is waaraan moet worden voldaan.
  • De patiënt moet ervan op de hoogte zijn dat diegene die hem helpt niet zelfstandig bevoegd is. De patiënt moet toestemming geven voor het uitvoeren van de handeling door de niet-zelfstandig bevoegde.

Handhaving en sancties

Wanneer de IGJ – bijvoorbeeld in het kader van de door haar uitgevoerde controles – vaststelt dat de voorwaarden met betrekking tot de uitvoering in opdracht niet (voldoende) in acht zijn genomen, kan dit leiden tot het opdragen van verbetermaatregelen. Ook heeft de IGJ de bevoegdheid over te gaan tot bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een boete, verscherpt toezicht, een aanwijzing of een bevel. In bepaalde gevallen kan de IGJ ook een tuchtprocedure initiëren. Kortom: maatregelen die u of uw praktijk behoorlijk kunnen schaden.

Om dergelijke maatregelen te voorkomen is het raadzaam de taakdelegatie binnen uw praktijk onder de loep te nemen. Dat geldt eens te meer gelet op de nieuwe regels voor IGJ, waardoor IGJ sneller en meer informatie zal moeten publiceren over door haar uitgevoerde controles.

Door:
Daniël Post en Céline Peersman – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

Lees meer over: Ondernemen, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Wet- en regelgeving