twitter

Inspecteur Mondzorg nu ook op Twitter

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) wil in 2018 haar toezichtresultaten toegankelijker maken voor een breed publiek. Reden om gebruik te gaan maken van moderne communicatiemiddelen zoals Twitter. Wat en hoe wil de IGJ met de mondzorgprofessionals gaan communiceren? dental INFO vroeg het aan de IGJ.

Verschillende kanalen

De IGJ houdt toezicht op de veiligheid en kwaliteit van de (mond)zorg. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van informatie uit onderzoek en analyse en uit meldingen. Ook worden zorgverleners beoordeeld aan de hand van veldnormen en richtlijnen die door de beroepsgroepen zelf zijn opgesteld. Meer dan voorheen wil de IGJ de komende tijd de resultaten van het toezicht openbaar maken en laten zien hoe het toezicht wordt uitgeoefend. Hoe wil ze dat voor de mondzorg gaan doen? De IGJ: “De inspectie communiceert via allerlei kanalen met en over de mondzorg; bijvoorbeeld door overleg met beroepsverenigingen, via de publieksmedia en de vakpers, de website, het meldpunt IGJ, het Landelijke Meldpunt Zorg, en ook via social media. De rol van social media wordt snel belangrijker. We volgen de burger en dus ook de zorgprofessionals in hun keuze van communicatiekanalen. Momenteel zijn vooral Twitter, LinkedIn en de website IGJ.nl belangrijk.”

Twitterende inspecteurs

De IGJ wil de communicatiekracht van haar inspecteurs benutten: “Zij zijn het gezicht van de organisatie en hebben veel kennis van hun werkveld. Sinds ruim een maand zijn er voor mondzorg en een aantal andere zorgsectoren twitterende inspecteurs. Zij twitteren namens de inspectie. Ze kunnen dat samen doen met collega-inspecteurs of na een tijdje deze rol aan een collega overdoen.

De twitterende inspecteurs geven heel praktisch inzicht in hun werk en zijn daarover in gesprek met zorgverleners, patiënten en ‘het publiek’ in het algemeen. Dit vergroot de bekendheid met wat de inspectie is en doet, hoe ze dat doet en wat daarvan de resultaten zijn. Wij denken dat meer bekendheid met de inspectie leidt tot meer vertrouwen in het toezicht en indirect ook tot meer vertrouwen in de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Daarmee draagt deze toezichtcommunicatie bij aan de doelstellingen van de inspectie.”

Doelgroepen

Zowel beroepsverenigingen als individuele mondzorgprofessionals hoopt de IGJ op deze manier te bereiken. “De inspectie overlegt vanzelfsprekend en al heel lang met koepelorganisaties, beroepsverenigingen en patiënten- en cliëntenorganisaties over kwaliteit en veiligheid van de zorg. Dat blijven we doen. Dankzij de ontwikkeling van social media komt daar bij dat we gemakkelijker dan vroeger ook rechtstreeks met zorgverleners en patiënten/cliënten kunnen communiceren. Dat verwachten burgers tegenwoordig, ook van hun overheid. De inspecteurs twitteren over hun dagelijks werk, bijvoorbeeld over wat ze meemaken in hun toezicht, over geanonimiseerde bevindingen daarvan, en over relevante nieuwsberichten, weetjes, onderzoeken en berichtgeving van IGJ. De tweets richten zich op zorgverleners en hun patiënten. Het bereik is na een maand nog niet zo groot, maar we verwachten dat het snel gaat toenemen, ook al omdat publieksmedia en vakpers ook actief zijn op Twitter.”

Website

Naast Twitter blijft de website van de IGJ een bron van informatie voor tandartsen en mondhygiënisten. Per zorgsector wordt toegelicht wat de inspectie doet. Voor mondzorg staat ook duidelijk omschreven wat er in 2018 te verwachten is. Zo zal er veel aandacht zijn voor radiologie, vooral voor het maken van röntgenfoto’s bij kinderen. In de loop van het jaar zullen rapporten in het kader van risicotoezicht aan mondzorgpraktijken openbaar gemaakt worden. Het hele werkplan 2018 is te downloaden. Ook meldingen kunnen via de website gedaan worden.

Interview met Walter Verhoeven, Hoofd Communicatie IGZ, en de twitterende inspecteur namens het team Mondzorg (@inspecteurmondz), door Yvette in ’t Velt.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Gezond kindergebit

Gezond kindergebit: tips voor voorlichting aan ouders en kinderen

In 2011 was de prevalentie van cariës 41% bij 5-jarigen. Wat kunt u als zorgverlener doen om te zorgen dat het melkgebit cariësvrij blijft? Het is vooral belangrijk dat de focus op ondersteuning van zelfzorg ligt: mondhygiëne en voeding.

Voorlichting – de aanname

Een logische rationele basis voor gedrag is kennis. Het is echter goed om te beseffen dat het informeren van de patiënt niet automatisch tot gedragsverandering leidt. Uit onderzoek naar de effectiviteit van voorlichting blijkt dat voorlichting de kennis verhoogd en dat er op korte termijn gedragsverandering optreedt. Op lange termijn levert het echter geen gedragsverandering op. Kennis is dus vaak slechts een voorwaarde voor gedragsverandering maar zelden voldoende. De kennis is vaak wel aanwezig, er zijn dus meer aspecten die hierbij een rol bij spelen.

Waarom is alleen kennisoverdracht niet voldoende?

Mondgezondheidsgedrag is complex en wordt beïnvloed door veel factoren zoals:

  • Leefstijl en psychologie
  • Gezin en sociale omgeving
  • Buurt- en leefomstandigheden
  • Culturele, politieke en economische context

Gezin en sociale omgeving

Een belangrijke factor is het gezin en de sociale omgeving. Waarom lukt het bij het ene gezin wel en bij het andere gezin niet om een goede mondhygiëne te handhaven? Uit onderzoek blijkt dat er vaak genoeg kennis aanwezig is bij ouders maar dat barrières – bijvoorbeeld geen tijd/druk, tegenstribbelend kind, stress – ervoor zorgen dat dit niet altijd lukt.

Hieronder een aantal gezinsfactoren die een goede zelfzorg in de weg kunnen staan (barrières):

  1. Ouderfactoren
    De opvattingen en kennis van ouders over motivatie. Sommige ouders leggen bijvoorbeeld de ‘locus of control’ extern wanneer zij denken dat cariës erfelijk is. Ook stress en angst van de ouders spelen hierbij een rol.
  2. Opvoeding
    Positieve betrokkenheid, complimenten geven en (consequente) gematigde strengheid leiden tot minder weerstand bij kinderen.
  3. Gezinsfunctioneren
    Dit is de manier waarop leden binnen het gezin met elkaar omgaan. Routine en organisatie spelen hierbij een grote rol. Het gemiddelde dmft is hoger wanneer een gezin minder goed functioneert.

Communicatie ouders en kind

Goed advies geven betekent dus dat dit moet aansluiten op de patiënt. Het is belangrijk om met de ouders in gesprek te gaan zodat de barrières achterhaalt kunnen worden. De manier van communiceren speelt hierbij een grote rol. Hierbij een aantal tips:

  • In plaats van ‘Je moet beter poetsen!’ kun je beter zeggen ‘Hoe gaat het thuis met poetsen? Het is soms best lastige hè?’. Denk mee en toon begrip. Op deze manier creëer je een open sfeer en is doorvragen naar de echte oorzaak makkelijker.
  • Ontken nooit een onjuiste opvatting van ouders, bijvoorbeeld over een genetische oorzaak van de hoge cariësactiviteit. Het is beter om mee te veren en aan te geven op welke manier ze dit wel kunnen beïnvloeden.
  • Denk mee in oplossingen wanneer ouders moeite hebben met de organisatie, zoals tijdsgebrek vlak voor het slapen gaan. Zo kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om in de woonkamer/keuken de tanden te poetsen zodat dit niet meer hoeft vlak voordat ze naar bed gaan.
  • Het is voor het kind belangrijk dat het positief benaderd wordt: benoem gewenst gedrag en negeer ongewenst gedrag, belonen helpt.
  • Investeer in de relatie met de patiënt. Toon begrip, geef echte aandacht, hou het simpel, niet zwaaien met het vingertje.

Dr. Denise Duijster is tandheelkundig onderzoekster bij ACTA. Na het behalen van haar Bachelor in de Tandheelkunde heeft zij de Masteropleiding ‘Dental Public Health’ gevolgd aan de University College London (UCL). Begin 2015 is zij gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op de rol van het gezin bij de preventie van cariës bij kinderen. Na haar promotie-onderzoek werkte ze een jaar in Manila als onderzoekster bij UCL en de Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ). 

Maddelon de Jong-Lenters is tandarts-pedodontoloog en eigenaar van Cleyburch junior, een verwijspraktijk voor kindertandheelkunde in Noordwijk. In deze praktijk werken niet alleen kindertandartsen, maar ook een psycholoog en een logopedist. Ook is er een narcose faciliteit aanwezig, voor als het echt niet anders kan. Tijdens de behandeling van kinderen die een specifieke (tandheelkundige) zorg en benadering nodig hebben, komen veel vragen voorbij, die Maddelon al een tijd bezig houden. 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Denise Duijster en Maddelon de Jong-Lenters tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Periodieke controle en onderhoud van implantaten

Periodieke controle en onderhoud van implantaten

Voorkomen is beter dan genezen. Dat is de belangrijkste boodschap als het gaat om peri-implantitis. Verslag van de lezing van Ronnie Goené over het onderhouden en de periodieke controle van implantaten.

Sonderen bij tanden

Er is een verschil tussen sonderen bij tanden en implantaten. Bij tanden meet je de sulcusdiepte/pocketdiepte. Bij natuurlijke elementen is er 1 mm sulcus,  1 mm aanhechtingsepiteel, en 1 mm aanhechtingsweefsel. Dit aanhechtingsweefsel bestaat uit het parodontaal ligament. Dat loopt zowel tussen wortelcement en bot als tussen bot en gingiva. De pocketsonde stopt door de druk op supra-cristale vezels. Hierdoor meten we de pockets.

Sonderen bij implantaten

Bij een implantaat zijn geen supra-cristale vezels, maar alleen circulaire vezels. Bij sonderen met dezelfde druk kom je dan uit op het bot. Dit gemeten getal zegt dan ook niets vergeleken met de pocketdiepte bij normale elementen.

Gestandaardiseerde druksonde

Om juiste metingen bij implantaten te kunnen doen is een pocketsonde nodig die de druk van sonderen meet. Bij de juiste druk geeft de pocketsonde een knapje/klikje en voelt de tandarts dat er te hard gesondeerd wordt. Dit wordt de gestandaardiseerde druksonde genoemd.

Ragers en floss

Na plaatsing van implantaten wordt de patiënt geïnstrueerd hoe deze schoon te houden. De patiënt kan het beste ragers gebruiken tussen de geïmplanteerde ruimtes en superfloss bij het bovenfront.

Eerste periodieke controle

Bij het eerste periodieke onderzoek worden de pocketdieptes rondom het implantaat gemeten en daarnaast wordt genoteerd of er bloeding bij sonderen aanwezig is. Dit wordt niet direct bij het plaatsen gedaan, omdat het tandvlees dan getraumatiseerd is. Dit noemen we de nulmeeting. Deze wordt opgeslagen samen met de röntgenfoto na plaatsen. Zo is de beginsituatie vastgelegd.

Volgende controles

De tweede controle wordt vergeleken met de nulmeting.  Wanneer er meer dan 2 mm afwijking is van de nulmetingen, worden er extra foto’s gemaakt. Daarnaast worden er foto’s gemaakt na één jaar, 5, 10 jaar etc. en daarna alleen als er tussentijds aanleiding voor is.

Mucositis

Bij normale elementen is er onderscheid tussen gingivitis en parodontitis. Bij implantaten is dit onderscheid er ook, namelijk mucositis en peri-implantitis.

Bij mucositis wordt gestart met het reinigen onder de gingiva. Dit gebeurt met kunststof ultrasone apparatuur of kunststof curettes en noemen we ‘non surgical mechanical debridement’. Er wordt ook steeds vaker met normale curettes gereinigd. Middels deze techniek wordt het gladde oppervlak van het implantaat (abutment) boven het bot gereinigd.

Een nieuwe methode is een zandstraler met speciale korrelgrootte voor reiniging van abutments. Na het reinigen wordt er gepolijst met chloorhexidine gel. Dit is niet evidence based, maar practice based. Verder krijgt de patiënt instructies ook thuis 14 dagen met ragertjes en deze gel te reinigen.

Peri-implantitis

Bij peri-implantitis liggen de windingen van het implantaat bloot, wat niet goed te reinigen is.  Daarnaast is dit een heel ruw oppervlak, waarop bioflim niet te verwijderen is. De beste behandelmethode tot nu toe is opklappen.

Voor deze behandeling wordt de patiënt eerst weer goed geïnstrueerd. De mondhygiëne moet optimaal zijn! Vervolgens worden de kronen gedemonteerd en wordt het granulatieweefsel verwijderd tot op het kale bot. Er worden gaasjes gedrenkt in fysiologisch zout en de implantaten worden schoongewreven. Daarna wordt de lap verder naar beneden gehecht en worden de kronen teruggeplaatst. Het metaal is nu zichtbaar, maar in de niet esthetische zone is dit geen probleem.

Botafbraak

Wanneer eenmaal botafbraak aanwezig is, moet de patiënt afgeraden worden om floss te gebruiken. Daar ligt namelijk het opgeruwde oppervlak bloot en de floss rafelt daar langs. Floss onderhoudt zo de peri-implantitis.

Zandstraler

Onlangs is een nieuwe versie van de zandstraler uitgekomen. Voordat overgegaan wordt tot de chirurgische behandeling wordt eerst gekozen voor een mechanische manier voor reinigen tot 7 mm reinigen onder de gingiva middels deze zandstraler.

Het is belangrijk dat bij deze behandeling goed dichtbij wordt afgezogen, omdat het heel veel troep geeft. De poeder bestaat uit chloorhexidine en hele kleine korreltjes. Wanneer deze behandeling niet aanslaat, dan wordt er na 2 tot 3 maanden alsnog overgegaan op chirurgische benadering. Er wordt dan temrex op het implantaat gesmeerd. Dit is een etsgel die 99% van de bacteriën doodt. Voor de mechanische decontaminatie  van de biofilm wordt de zandstraler weer gebruikt. Het fosforzuur geeft wel pijn na afloop en patiënten moeten daarnaast ook systemische antibiotica slikken.

Goené geeft aan dat hij nooit de windingen van het implantaat wegslijpt, omdat je op dat moment aan het slijpen bent in een open wond. Hij geeft aan dat er behandelaars zijn die dit wel doen.  

In het front

In het front is er bij peri-implantitis vaak, om esthetische redenen, geen andere optie dan het verwijderen van het implantaat, genezing afwachten, opnieuw augmenteren en een nieuw implantaat plaatsen.  

”De belangrijkste boodschap: voorkomen is beter dan genezen!”

Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Minister-Bruins-taakherschikking

Minister Bruins biedt taakherschikking aan de Tweede Kamer aan

Minister Bruins van Medische Zorg biedt de Tweede Kamer nog voor het zomerreces de Algemene Maatregel van Bestuur aan om een experiment met taakherschikking mogelijk te maken. Dat schreef hij in een brief aan de KNMT, ANT en NVM-mondhygiënisten.

Alternatief taakherschikking

In zijn brief zegt hij dat hij de beroepsverenigingen de mogelijkheid heeft geboden tot 20 april met een alternatief te komen. Dit alternatief is niet aangeboden door de beroepsverenigingen.

“ANT en NVM bleken echter niet bereid zelfs maar op een uitnodiging van de KNMT tot gesprek in te gaan”, zegt de KNMT op haar website.

De ANT vindt de brief van minister Bruins overbodig. “Immers, in januari van dit jaar heeft de minister zich al volledig klem gezet door in een brief aan de Kamer aan te geven de knoop te hebben doorgehakt en de maatregel koste wat het kost te zullen gaan doordrukken. De felheid van de daarop volgende reacties heeft ertoe geleid dat de minister snel en voor de vorm de veldpartijen in Den Haag uitnodigde met een oproep “er samen uit te komen” d.w.z. een alternatief plan te formuleren, echter zonder enige indicatie van mogelijke oplossingsrichtingen. Dat was op zich al een veeg teken. De ANT heeft daarop een brief rondgestuurd aan alle betrokken partijen in een poging om duidelijkheid te krijgen over waar precies ruimte zou bestaan voor aanpassingen. Uit de reactie van VWS werd toen meteen duidelijk dat aan de uitgangspunten van de AMvB – het vrijgeven van de verrichtingen verdoven, boren en röntgen – niet te tornen viel. Ook deelname aan een onderzoek tijdens het experiment komt verder niet in aanmerking”, zegt de ANT op haar website.

NVM-mondhygiënisten is blij

NVM-mondhygiënisten is blij met deze stap. “Op deze manier kan de mondhygiënist als dé zorgprofessional in de preventieve mondzorg zijn taken effectiever en efficiënter voor cliënten uitvoeren. De opleiding tot mondhygiënist voorziet al meer dan 10 jaar in de nodige kwalificaties en vereisten om de drie handelingen bekwaam en deskundig uit te voeren. Nadat Edith Schippers, voorganger van minister Bruins, al in 2017 tot de conclusie was gekomen dat mondhygiënisten de nodige kwaliteit en veiligheid volledig kunnen bieden om de handelingen ten behoeve van de preventieve taken in te zetten, is nu ook Bruins overtuigd van de bekwaamheid en deskundigheid van de mondhygiënist”, zegt de NVM.

Capaciteitsonderzoek mondzorg

Zowel de KNMT als ANT wachten op de uitkomsten van het capaciteitsonderzoek.

“De KNMT is verbaasd over het feit dat de minister niet eerst de uitkomsten van het onderzoek naar de benodigde capaciteit in de mondzorg, dat momenteel wordt uitgevoerd, afwacht”, schrijft de KNMT.

“De deadline is al twee weken verstreken maar VWS doet er alles aan om deze gevoelige informatie niet met de Kamer te delen voordat de AMvB veilig door de Kamer heen is. Taakherschikking moet immers het antwoord worden op het groeiende capaciteitstekort in de mondzorg en is de voornaamste rechtvaardiging voor het feit dat VWS het aantal opleidingsplaatsen drastisch heeft teruggebracht tot 240. De waarheid over dit capaciteitstekort mag de invoering van de maatregel kennelijk niet in gevaar gaan brengen”, aldus de ANT.

Bron:
KNMT
ANT
NVM-mondhygiënisten

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Student mondzorgkunde naar Lombok voor poetslessen

Student mondzorgkunde naar Lombok voor poetslessen

Derdejaars mondzorgkundestudent Lotte van Dongen vertrekt eind september naar Lombok. Met een tandheelkundig team zal zij lagere scholen en opvanghuizen voor straatkinderen bezoeken voor een tandheelkundige behandeling en een poetsles. Zo wil zij ervoor zorgen dat de kennis over het tandenpoetsen groeit, om cariës en pijn te voorkomen.

Dit is niet haar eerste ervaring met het geven van poetslessen in het buitenland. In 2014 reisde Lotte naar Nepal, samen met een team van tandartsen en assistenten. In twee weken tijd hielpen zij meer dan 1300 kinderen aan een gezonde mond.
“Dit geeft een fantastisch gevoel en maakt duidelijk dat deze projecten echt nodig zijn”, zegt Lotte.  “Elk kind heeft recht op zorg. Als kind heb je niet de keuze om op te groeien op een plek waar deze middelen aanwezig zijn. Laten wij met z’n allen ervoor zorgen dat wij vanuit Nederland een steentje bij kunnen dragen aan de mondzorg op Lombok.”

 

Student mondzorgkunde naar Lombok voor poetslessen

Donatie

U kunt Lotte een donatie geven zodat zij deze reis kan ondernemen en de kinderen kan helpen. “Met een kleine bijdrage kunnen we samen de toekomst van deze kinderen verbeteren.”
Bekijk hier de informatie over Lotte voor Lombok.

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Hogere kans op mislukken vulling door persoonlijke factoren dan door vulmateriaal

Hogere kans op mislukken vulling door persoonlijke factoren dan door vulmateriaal

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat het mislukken van een vulling met name te maken heeft met persoonlijke factoren, zoals roken, drinken of simpelweg de genen. Het vulmateriaal blijkt hier een minder grote rol in te hebben.

Falen vullingen door verschillende redenen

Vullingen in tanden kunnen falen vanwege uiteenlopende redenen, zoals tandbederf of het losraken van de vulling. Op dit moment wordt onderzocht of nieuwe composietvullingen wel net zo houdbaar zijn als de traditionele amalgaam vullingen, die al zo’n 150 jaar worden gebruikt.

Composiet vs. amalgaam vullingen

Amerikaanse en Braziliaanse onderzoekers van de Universiteit van Pittsburgh onderzochten de zaak door informatie van de vullingen van patiënten te verzamelen, en te kijken naar hoeveel hiervan binnen vijf jaar mislukt bleken te zijn. Hieruit bleek dat er weinig verschil zat tussen de ratio van mislukte composiet of amalgaam vullingen. De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat composiet vullingen net zo duurzaam zijn als amalgaam vullingen en dus een goed alternatief bieden.

Roken, drinken en genetica

In hetzelfde onderzoek werden verschillende persoonlijke factoren van de patiënten bestudeerd, en werd gekeken naar hoe deze in relatie staan tot het succes of falen van de geplaatste vulling. Er werd bevonden dat, met name binnen twee jaar na het plaatsen, de vullingen veel vaker mislukten bij patiënten die veel alcohol dronken, en bij mannen die roken. Daarnaast bleek dat mensen met het matrix metalloproteinase (MMP2) gen, een enzym dat in de tanden gevonden kan worden, een hogere kans hadden op het mislukken van hun vulling.

Grotere rol voor persoonlijke factoren

De onderzoekers denken dat mogelijk MMP2 de hechting tussen de vulling en het tandoppervlak vermindert, waardoor deze eerder los raakt. Of dit daadwerkelijk het geval is zal in verder onderzoek moeten blijken. Een conclusie die wel uit dit onderzoek kan worden getrokken is dat persoonlijke factoren een grotere rol spelen bij het mislukken van vullingen dan het vulmateriaal.

Bron:
Frontiers in Medicine 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
Behandeling met silver diamine fluoride effectief tegen cariës

Behandeling met silver diamine fluoride effectief tegen cariës

Onderzoek heeft uitgewezen dat behandeling met silver diamine fluoride (SDF) effectief is tegen cariës in het melkgebit van risicokinderen en dat deze behandeling geaccepteerd wordt door hun ouders. De resultaten van het onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in Journal of Public Health Dentistry.

Onderzoek bij risicokinderen

Het onderzoek werd geleid door Jennifer Clemens van het College of Graduate Health Studies, A.T. Still University Missouri School of Dentistry and Oral Health.

Er werd gekeken wat het effect was van het gebruik van SDF bij honderd carieuze laesies in het melkgebit van dertig kinderen. Er bleek dat SDF de laesies een halt toeroept en de pijn en infecties vermindert of voorkomt bij jonge, risicokinderen.

“Uit onze resultaten bleek dat SDF effectief laesies een halt toeroept in het melkgebit van jonge kinderen en dat het geaccepteerd werd door de ouders,“ aldus de auteurs (J Pub Health Dent, July 27, 2017).

Goedkope behandelingsmethode

Meer dan 40% van de jonge kinderen in de VS heeft cariës en meer dan 20% van de kinderen heeft onbehandeld tandbederf. Het vinden van een kostenefficiënte behandeling voor cariës binnen deze bevolkingsgroep is cruciaal, volgens de auteurs. De toepassing van silver diamine fluoride is een goedkope behandelingsmethode, dat tandbederf succesvol tot staan kan brengen. In 2014 heeft de U.S. Food and Drug Administration (FDA) SDF als fluoride erkend.

Opzet van het onderzoek

Aan het onderzoek deden 32 kinderen mee in de leeftijd van twee tot vijf jaar. De laesies werden een of twee keer behandeld met 38% SDF. De tanden werden gedroogd en geïsoleerd voordat de SDF met een microborsteltje direct op de laesie werd aangebracht, waarna deze werd bedekt met een klein laagje fluoridevernis. Het kind mocht vervolgens een uur niet eten of drinken.

Als de behandelde laesie donker en hard werd en geen pijn en infecties veroorzaakte, werd dit als positief bestempeld. Verdere uitbreiding van de laesie, een gele en zachte laesie, pijn en infecties werden als een mislukking van de behandeling gezien.

Resultaten

Na drie weken en na drie maanden werden de kinderen onderzocht. De laesies warden bekeken en de ouders werd naar pijnsymptomen bij de kinderen gevraagd.

Alle laesies bleken na drie maanden tot staan gebracht te zijn. Er werden geen pijn en infecties waargenomen. De ouders waren positief over het gemak, de smaak en de esthetische aspecten van de behandeling.

Verder onderzoek

De onderzoekers bevelen verder onderzoek aan om de effectiviteit van SDF verder te bepalen.

Bron:
Online library Wiley

 

Lees meer over: Cariës, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
ANT vraagt Zorgverzekeraars Nederland om uitspraak over taakherschikking

ANT vraagt Zorgverzekeraars Nederland om uitspraak over taakherschikking

De ANT heeft een klemmend beroep gedaan op de voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), André Rouvoet om zich uit te spreken over de AMvB taakherschikking in de mondzorg. De ANT schrijft in een brief aan ZN dat de taakherschikking zal leiden tot fors stijgende zorgkosten.

“De rekening hiervan komt voor een belangrijk deel te liggen bij de zorgverzekeraars en de patiënt in de vorm van stijgende tarieven voor behandelingen. Om die reden heeft eerder de Patiëntenfederatie Nederland zich ook al tegen de AMvB taakherschikking uitgesproken. De ANT vindt het belangrijk dat minister Bruins van Medische Zorg (VWS) en de Tweede Kamer die gaan over de invoering van de AMvB op de hoogte zijn van de standpunten en bezwaren van direct betrokken partijen: zorgverleners, zorgverzekeraars en patiënten”, zegt de ANT.

Doorverwijzen en röntgenopnamen

De ANT vraagt ZN ook een publiek standpunt in te nemen en beschrijft in de brief welke negatieve effecten de AMvB heeft voor zorgverzekeraars. “Minder ervaren zorgverleners zullen sneller doorverwijzen, wat tot overbehandeling en stijgende zorgkosten zal leiden. Ook zullen de praktijken van de vrijgevestigde mondhygiënisten op grote schaal röntgenapparaten plaatsen met een volumetoename van verrichtingen tot gevolg. Deze komen voor een belangrijk deel ten laste van de basisverzekering. Daarnaast zal in geval van problemen door gebrek aan kennis, ervaring en bevoegdheid doorverwezen moeten worden naar de tandarts, waardoor dubbele kosten ontstaan. De toename van de administratieve belasting en regeldruk in de sector is ook een ongewenst effect”, schrijft de ANT.

“We kunnen ons niet voorstellen dat Zorgverzekeraar Nederland en zorgverzekeraars neutraal staan tegenover deze geschetste gevolgen, zeker omdat de negatieve financiële effecten van de maatregel voornamelijk zullen worden afgewenteld op de leden van ZN”, legt Wilfred Kniese vice-voorzitter van de ANT uit. “Omdat de AMvB taakherschikking binnenkort naar de Tweede Kamer wordt gestuurd, is het belangrijk dat Kamerleden het standpunt van zorgverleners, patiënten én zorgverzekeraars kennen. De ANT hoopt dat Zorgverzekeraars Nederland nu ook kleur bekent.”

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Mannen twee keer meer kans op mondkanker dan vrouwen

Mannen twee keer meer kans op mondkanker dan vrouwen

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat mannen twee keer zoveel kans hebben op het ontwikkelen van mondkanker. Waar in het Verenigd Koninkrijk jaarlijks zo’n 2,500 vrouwen met mondkanker worden gediagnosticeerd, is dit het geval voor wel 5,300 mannen.

Lagere leeftijd

Hiernaast bleek uit het onderzoek dat de gemiddelde leeftijd waarop mensen worden gediagnosticeerd met mondkanker lager ligt dan het geval is voor de meeste andere vormen van kanker. Over het algemeen genomen is mondkanker de op 10 na meest voorkomende vorm van kanker, terwijl het de op 3 na meest voorkomende vorm is onder mannen in de leeftijd van 45 – 49.

Roken en drinken

Mondkanker bevat vormen van kanker in de mond, tong, lippen, amandelen en het middelste gedeelte van de nek. 9 van de 10 vormen van mondkanker, in het Verenigd Koninkrijk, worden gelinkt aan oorzaken als roken, alcohol en het humaan papillomavirus. Een reden voor het feit dat dat meer mannen dan vrouwen last krijgen van mondkanker kan zijn dat mannen over het algemeen vaker roken.

Algemene stijging in mondkankerpatiënten

Zowel het aantal mannen als vrouwen dat met mondkanker wordt gediagnosticeerd is toegenomen de afgelopen jaren. Waar halverwege de 2000s in het Verenigd Koninkrijk zo’n 10/100,000 mensen per jaar werden gediagnosticeerd met mondkanker, zijn dit er nu 13/100,000.

Tegengaan van verdere groei

Om een verdere groei in mondkanker tegen te gaan heeft Cancer Research UK een online pakket gecreëerd waarmee tandartsen en huisartsen kunnen leren over hoe zij de ziekte eerder kunnen herkennen, waar ze patiënten het best naar door kunnen verwijzen en hoe ze de ziekte kunnen voorkomen.

Bron:
Cancerresearchuk.org

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Orthodontie, Thema A-Z
Lucht in tandartspraktijken mogelijk slecht voor gezondheid

Lucht in tandartspraktijken mogelijk slecht voor gezondheid

De lucht die in tandartspraktijken circuleert zou nog wel eens schadelijk kunnen zijn, zo bleek uit een nieuwe studie die recentelijk verscheen in het Journal of Occupational and Environmental Hygiene. De nanodeeltjes waaraan medewerkers in tandartspraktijken worden blootgesteld zouden het risico op ademhalingsproblemen en systemische ziektes kunnen vergroten.

Nanodeeltjes

Bij het uitvoeren van verschillende behandelingen komen bepaalde nanodeeltjes los. Deeltjes die kleiner dan 50 nm zijn kunnen zich vervolgens verspreiden door de werkomgeving, om zo vervolgens in het lichaam, en via het alveolaire membraan in de bloedsomloop terecht te kunnen komen. Deze deeltjes kunnen een negatief effect hebben op de lever, milt en lymfeklieren, en soms zelfs ook op het hart, de nieren, de mergklier en de hersenen. Daarnaast beweren verschillende studies dat blootstelling aan deze deeltjes ook de kans op Alzheimer, Parkinson en het ontwikkelen van tumoren kunnen vergroten.

Circulatie nanodeeltjes in tandartspraktijken

Eerder werden er niet veel studies uitgevoerd naar de invloed van circulerende nanodeeltjes op de gezondheid van werknemers in tandartspraktijken en laboratoria. Om die reden besloten Andreja Lang, onderzoeker aan de medische faculteit van de University of Ljubljana in Slovenië, zich te verdiepen in de concentratie nanodeeltjes in tandartspraktijken en tandtechnische laboratoria.

Onderzoek in tandartspraktijk en laboratorium

Voor dit onderzoek werd gedurende twee weken in juli 2012 en 15 dagen in april 2013 de afdeling voor prothetische tandheelkunde in Ljubljana bestudeerd. In de eerste periode was er relatief weinig werk, vanwege de zomerperiode. In de tweede periode was de werkdruk hoger. Zowel het laboratorium als de tandartspraktijk bevonden zich op de eerste verdieping, hadden natuurlijke ventilatie en ramen. De tandartspraktijk bevatte zeven verschillende werkruimten, een sterilisatie kamer en een administratieve ruimte.

Significant meer nanodeeltjes tijdens werkuren

De hoeveelheid en verdeling van het aantal nanodeeltjes werd gemeten door middel van een mobiele deeltjesgrootte scanner (TSI). De deeltjes werden steeds gemeten in periodes van drie tot vier dagen, waarbij elke losse scan vijf minuten duurde. Door middel van een röntgenanalyse werd koolstof, kalium, zuurstof, ijzer, aluminium, zink, silicum en fosfor gevonden in de ruimtes, in clusters van nanodeeltjes kleiner dan 100 nm. Tijdens werkuren werden de volgende gemiddelde concentraties van nanodeeltjes gevonden:

  • 45,000-56,000 deeltjes/cm3in het schone lab
  • 28,000-74,000 deeltjes/cm3in het niet schone lab
  • 21,000-50,000 deeltjes/cm3in de tandartspraktijk

Deze bleken significant hoger dan de gemiddelde concentraties van nanodeeltjes buiten werkuren, welke als volgt waren:

  • 11,000-24,000 deeltjes/cm3 in het schone lab
  • 14,000-40,000 deeltjes/cm3 in het niet schone lab
  • 13,000-26,000 deeltjes/cm3 in de tandartspraktijk

Verhoogd risico op gezondheidsproblemen

‘Het uitvoeren van werkzaamheden in de drie bestudeerde werkruimtes verhoogt de gemiddelde concentratie van nanodeeltjes, wat een potentieel risico op gezondheidsproblemen betekent voor de werknemers,’ aldus de auteurs van de studie. Ze denken dat het hoge aantal nanodeeltjes met name toe te schrijven is aan het gebruik van tandheelkundige materialen. Ze konden niet vaststellen welke specifieke behandeling de hoogste toename in nanodeeltjes teweeg bracht.

Preventieve maatregelen

‘Aangezien het inademen van nanodeeltjes gezondheidsproblemen met zich mee kan brengen, is het zeer belangrijk om vast te stellen welke preventieve maatregelen hier het best tegen genomen kunnen worden,’ zo luidde de conclusie van het onderzoek.

Bron:
Journal of occupational and environmental hygiene

 

Lees meer over: Infectiepreventie, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
FDI brengt whitepapers uit voor meer aandacht parodontale aandoeningen

FDI brengt whitepapers uit voor meer aandacht parodontale aandoeningen

De World Dental Federation (or Fédération Dentaire Internationale – FDI) heeft een whitepaper uitgebracht als onderdeel van het Global Periodontal Health Project (GPHP). 90 procent van alle volwassenen wereldwijd heeft momenteel last van een vorm van parodontale aandoeningen. Daarom wil de FDI met deze whitepaper het probleem van parodontale aandoeningen meer onder de aandacht brengen.

Actieplan voor wereldwijde samenwerking

In deze whitepaper wordt een actieplan uitgezet en gevraagd om wereldwijde samenwerking. Hierin komen verschillende onderwerpen aan bod, variërend van het betrekken van het gehele tandheelkundige team bij preventie en behandelingen, tot het belang van het leren over de algemene medische professie, om veelvoorkomende risico factoren beter te kunnen herkennen. Daarnaast komt ook het belang van samenwerking met overige partijen, zoals gezondheidsorganisaties, aan bod, om zo te kunnen zorgen dat parodontale gezondheid kan worden geïntegreerd in elk gezondheidsbeleid.

Managen van parodontale aandoeningen

Het eerste deel van de whitepaper betreft de preventie en het managen van parodontale aandoeningen voor algemene en mondgezondheid. Hierin wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste zaken rondom de impact parodontale aandoeningen wereldwijd. Daarnaast worden preventie, diagnose en behandeling van de aandoeningen besproken.

Toolkit voor meer ruimte parodontale aandoeningen in gezondheidsbeleid

Het tweede deel biedt een toolkit voor mondzorgprofessionals om hen te helpen het globale probleem van parodontitis aan te pakken. Het hoopt met name nationale tandartsverenigingen te helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van campagnes gericht op het verbeteren van het gezondheidsbeleid om effectiever parodontale en tandvlees aandoeningen te kunnen voorkomen en managen.

Geen cosmetisch probleem, maar een gezondheidsprobleem

De toolkit is volledig gebaseerd op bevindingen die werden gepresenteerd tijdens het 2017 World Oral Health Forum (WOHF). ‘Parodontitis is geen cosmetisch probleem – het is een gezondheidsprobleem,’ zo werd hier benadrukt. Uit een wereldwijde enquête, die werd uitgevoerd naar aanleiding van het GPHP, bleek echter dat momenteel slechts 40 procent van de nationale tandartsverenigingen een plan van aanpak voor parodontale aandoeningen heeft. Door de ernst van de aandoening te onderstrepen en duidelijke richtlijnen te bieden, hoopt de FDI tandheelkundigen wereldwijd te kunnen assisteren bij het aanpakken van de aandoening.

Bron:
FDI

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Slaapapneu verhoogt kans op terugkomen beroerte of overlijden

Slaapapneu verhoogt kans op terugkomen beroerte of overlijden

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat mensen die in het verleden een beroerte hebben gehad en kampen met slaapapneu meer kans hebben op het krijgen van nog een beroerte, of zelfs te overlijden.

De onderzoekers van de University of Michigan vonden dat 24% van de overlevenden van een beroerte met slaapapneu meer kans hadden om in de opvolgende 600 dagen nog een beroerte mee te maken of te overlijden. Daarnaast werd gevonden dat het hebben van een Mexicaans-Amerikaanse afkomst deze kans nog eens 1,7 keer vergroot.

Relatie slaapapneu en terugkomende beroertes

De relatie tussen slaapapneu en terugkomende beroertes werd onderzocht aangezien dit nog nooit eerder was gedaan op basis van populatie data, grote samples of etnisch diverse groepen. Er werd data verzameld van het Brain Attack Surveillance project in Texas. De 842 patiënten die tussen 2010 en 2015 te maken kregen met een beroerte werden geselecteerd en werden getest op slaapapneu, met een ApneaLink Plus apparaat. Op basis hiervan werd een apneu-hypopneu index gemaakt die aangaf hoeveel adempauzes er elk uur tijdens slaap voorkwamen.

Deelnemers onderzoek

De gemiddelde leeftijd van de deelnemers aan het onderzoek was 65, met 47 procent vrouwen, bijna 60 procent van Mexicaans-Amerikaanse afkomst en 34 procent volledig blank. 63 procent van de deelnemers had last van slaapapneu, met een gemiddelde van 14 adempauzes per uur. Er bleek een verband tussen het hebben van slaapapneu en de volgende factoren:

  • Man
  • Mexicaans-Amerikaanse afkomst
  • Het hebben van een verzekering
  • Niet roken
  • Diabetes
  • Hypergevoeligheid
  • Laag opgeleid

24% terugkomende incidenten

In de circa 600 dagen na de eerste beroerte werden nog 90 beroertes en 125 sterfgevallen gerapporteerd. Dit staat gelijk aan 24 procent van de deelnemers die nog een beroerte kregen of overleden na het hebben van een beroerte. Voor elke unit toename in de apneu-hypopneu index vergrootte de kans met 9 procent.

Bron:
American Heart Association

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Help kinderen natuurgeweld te overleven, doe mee aan het Gouden Kronen Plan!

Help kinderen natuurgeweld te overleven, doe mee aan het Gouden Kronen Plan!

Wist u dat edelmetaal een groot verschil kan maken voor kinderen die lijden onder natuurrampen?  Het werkt heel simpel: besluit vandaag om met uw tandartspraktijk mee te doen met het Gouden Kronen Plan van het Rode Kruis. Een kleine beslissing die een grote verandering kan betekenen voor de kinderen op de Filipijnen. Waar elk jaar vele ouders en kinderen getroffen worden door de verwoestende overstromingen en orkanen.

Het Rode Kruis helpt op twee manieren om levens te redden:

  1. We trainen speciale teams om tijdens een ramp direct in actie te komen.
  2. We helpen de lokale bevolking om na een ramp een epidemie te voorkomen.

Met elkaar kunnen we kwetsbare families in rampgevoelige gebieden wereldwijd een beter en gezonder bestaan geven.

Wat hebben we vorig jaar met de opbrengst gedaan?

Met de steun van ruim 300 tandartspraktijken hebben wij afgelopen jaar zo’n tienduizend ouders en kinderen uit drie dorpen aan de Sénégal rivier in Mali kunnen helpen. Zij zijn nu in staat om zich in tijden van een overstroming te redden en zijn beter beschermd tegen ziektes door vervuild drinkwater. Een prachtig resultaat!

Meedoen is eenvoudig!

Doe mee, want ook de gouden kronen uit uw praktijk zijn nodig om dit prachtige en belangrijke doel te realiseren.

Vraag het gratis Gouden Kronen Pakket aan via www.rodekruis.nl/goudenkronen of meldt u zich meteen aan. Zo helpt u de kinderen op de Filipijnen beter te beschermen tegen natuurrampen!

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Gemiddelde Nederlander schat eigen suikerinname drie keer zo laag in

Gemiddelde Nederlander schat eigen suikerinname drie keer zo laag in

Het is gebleken dat Nederlanders gemiddeld denken tien suikerklontjes per dag te consumeren door middel van eten en drinken. In realiteit is dit echter maar liefst dertig. “Alarmerend,” aldus Hanneke Dessing, directeur van het Diabetes Fonds.

Suiker in onverwachte producten

Dessing vindt het niet gek dat mensen hun eigen suikerinname zoveel lager schatten. “Het is niet gek dat consumenten denken dat ze drie keer minder suiker binnenkrijgen, want er zitten onnodig veel suikers in producten waarvan mensen het niet zouden verwachten. Denk bijvoorbeeld aan ontbijtgranen, zuiveldranken, sauzen, dressings en tussendoortjes.” Een Brits onderzoek onderstreept deze bevinding. Zij vonden dat 75 procent van de klanten denkt dat zij betere, gezondere voedingskeuzes zouden kunnen maken op het moment dat de ingrediënten van een product duidelijk op de verpakking zouden worden vermeld.

Diabetes type 2

Alarmerend is het echter wel. Momenteel hebben al 1,1 miljoen Nederlanders diabetes type 2, waarvan veel gevallen mede zijn veroorzaakt door een hoge suikerinname. Nog steeds worden wekelijks duizend mensen gediagnosticeerd met diabetes.

Minder suiker, diabetes en obesitas door suikertaks

In het Verenigd Koninkrijk werd eerder al hetzelfde probleem geconstateerd, en werd om die reden met ingang van 6 april de Britse suikertaks op frisdrank ingevoerd. Dit houdt in dat hoe meer suiker een drankje bevat, hoe meer belasting de fabrikant moet betalen. Door deze maatregel hebben meerdere frisdrankfabrikanten nu al het suikergehalte in hun dranken verlaagd. Dit is erg positief. Vorig jaar werd berekend dat op het moment dat het gemiddelde suikergehalte in frisdrank met 30 procent zou worden verminderd, er jaarlijks 19.000 minder mensen met diabetes type 2 bij zouden komen. Daarnaast zouden dit naar verwachting 144.000 minder mensen per jaar met overgewicht zijn.

 

Bron:
Diabetesfonds.nl
Dentistry.co.uk
Skipr.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Botox-A voor pijn vermindering bij TMD

Botox-A voor pijn vermindering bij TMD

Bijna 10 procent van de volwassenen heeft last van een temporomandibulaire gewrichtsaandoening (TMD) in de kaak. Omdat traditionele behandeling hier niet altijd tegen helpt, is nu onderzocht of Botox type A deze patiënten wel een oplossing zou kunnen bieden.

Temporomandibulaire gewrichtsaandoeningen

Temporomandibulaire gewrichtsaandoeningen leiden vaak tot een aanhoudende, doordringende pijn. De oorzaak kan vaak niet precies worden vastgesteld. Wel bleek eerder dat vrouwen meer risico lopen op het ontwikkelen van TMD. Daarnaast hebben mensen die normaal gesproken al regelmatig last hebben van pijn in hun kaak meer kans op het ontwikkelen van chronische kaakpijn.

Botox-A als oplossing voor TMD

Waar de meerderheid van de patiënten positief reageert op traditionele therapieën, lossen deze bij lang niet alle patiënten de pijn op, met als gevolg dat deze alleen maar toeneemt. Dr. Khawaja en zijn team van het Shaukat Khanum Memorial Cancer Hospital en onderzoekscentrum in Lahore, Pakistan, onderzochten of botulinum toxin (botox) type A voor deze gevallen een oplossing zou kunnen bieden.

Twee injectie cyclussen

Om dit te kunnen doen, keken de onderzoekers naar data van 116 patiënten met TMD die twee injectie cyclussen van 100 eenheden van Botox-A waren ondergaan, met 12 weken tussen de cyclussen, in het ziekenhuis van Massachussets. De meerderheid van deze patiënten had al meer dan vijf jaar last van de pijn. Er werd specifiek gekozen voor patiënten die twee cyclussen ondergingen, om veiligheid en effectiviteit van de behandeling te kunnen garanderen.

Minder pijn

Meer dan 30 procent van de patiënten gaf aan om significant minder pijn te voelen voor een periode van gemiddeld 10 weken. 40 procent gaf aan gedurende 9 weken minder last te hebben gehad van de pijn. 29,6 procent had niet het idee dat hun pijn gestild was voor meer dan 1,5 week.

Bijwerkingen

Meer dan 16 procent van de patiënten gaf aan last te hebben gehad van bijwerkingen naar aanleiding van de injecties. Verrassend genoeg gebeurde dit met name bij de groep waarbij de injecties het beste hadden geholpen. De meest genoemde bijwerking was een verkleining van de kaakspier.

De onderzoekers vonden dat de effectiviteit van Botox-A therapie significant te maken heeft met de aanwezigheid van spier hypertrofie, bewegingsbereik, gebruik van opioïde analgetica en gebruik van verdovingsmiddelen. Waarbij de eerste twee factoren op een positieve uitkomst bleken te wijzen, lijken de laatste twee factoren te leiden tot een nauwelijks aanwezige vermindering van pijn.

Vernieuwend onderzoek

Aangezien dit onderzoek zeer vernieuwend is kunnen de resultaten slechts voorzichtig worden geïnterpreteerd. Wel wijzen de resultaten duidelijk op het feit dat op het moment dat een traditionele behandeling niet lijkt te werken bij een patiënt, Botox-A nog wel eens een interessante oplossing zou kunnen zijn.

Bron:
Journal of oral and maxillofacial surgery 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Tandarts (48) uit Ganshoren (België) veroordeeld voor seksueel misbruik

Tandarts uit Ganshoren (België) veroordeeld voor seksueel misbruik

Onlangs is een tandarts (48) uit Ganshoren, België, veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De rechtbank heeft de man schuldig bevonden aan het seksueel misbruiken van drie patiëntes. Onder hen was een was een 19-jarig meisje uit Ruisbroek die hij verkrachtte na haar zwaarder te verdoven dan nodig was.

Eerdere klacht

De man werd in 2007 al aangeklaagd toen zijn praktijk nog in Namen gevestigd was. De klacht betrof aanranding maar de zaak die hieruit volgde werd geseponeerd. Na deze zaak heeft de man zijn praktijk verhuisd naar Ganshoren.

Misbruik

In 2012 en 2013 kwamen er wederom drie klachten binnen van vrouwen omtrent seksueel misbruik. Twee vrouwen hadden te maken met handtastelijkheden, het jongste slachtoffer werd verkracht. De man verdoofde al deze patiënten zwaarder dan nodig was.

Oordeel

De rechtbank in Brussel bevond de man vorige week schuldig en kende hem zelfs een zwaardere straf toe dan aanvankelijk door de openbare aanklager werd geëist. Hij krijgt vijf jaar gevangenisstraf, waarvan twee jaar met uitstel. Het vonnis wordt naar de Provinciale Geneeskundige Commissie gestuurd zodat hij het beroep van tandarts nooit meer uit kan voeren.

Bron:
Nieuwsblad.be

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?

Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?

dental INFO heeft onlangs een enquête gehouden onder mondzorgprofessionals. Wat vinden zij het leukste aan hun werk en wat juist niet? De antwoorden van tandartsen en mondhygiënisten blijken nogal te verschillen.

Enquête

Een kleine 90 tandartsen, mondhygiënisten en (preventie)assistenten vulden de enquête van dental INFO in. Zij beantwoordden de vraag wat zij het leukste aan hun baan vinden en wat het minst leuk. Verrassend genoeg bleken de verschillende beroepsgroepen verschillende dingen leuk en niet leuk te vinden.

Tandartsen

‘Vakinhoudelijk werken’ en ‘relatie met de patiënten’ scoorden bij de tandartsen het hoogst. Beide aspecten werden door 35% van de tandartsen als het leukste genoemd. Daarna vond 12% van de tandartsen ‘het hebben van een positieve invloed op de dorpsgemeenschap’ het leukste van het vak. Het hebben van een flexibel werkschema en de interactie met collega’s werden beide door 6% het meeste gewaardeerd.

Als het minst leuk werd door de meer dan de helft van de tandartsen (53%) ‘voldoen aan regels en richtlijnen’ genoemd. Daarna volgde ‘administratieve handeling’ met 19%. ‘Het gebrek aan tijd voor de patiënten’, ‘het gebrek aan professionele autonomie’ en ‘de onveranderde routine van een behandeling’ werden elk door 6% het minst gewaardeerd.

 

Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?

Mondhygiënisten

Bij de antwoorden van de mondhygiënisten was opvallend dat het overgrote deel (60%) van de respondenten ‘relatie met de patiënten’ het leukste aspect van het werk vonden. De overige aspecten die genoemd werden waren ‘vakinhoudelijk werken’, ‘het hebben van een positieve invloed op de lokale gemeenschap’ (elk 12%), ‘intellectuele stimulatie’ en ‘interactie met collega’s’ (elk 3%).

Ook bij de mondhygiënisten werd ‘voldoen aan regels en richtlijnen’ het vaakst als het minst leuke aspect genoemd. Het percentage dat dit noemde was echter wel een stuk lager dan bij de tandartsen, namelijk 33%. 21% noemde het gebrek aan tijd voor patiënten als minst leuk. Dat is een stuk hoger dan bij de tandartsen. Verder werden genoemd: ‘administratieve afhandeling’ (15%), ‘de onveranderde routine van het werk’ (12%)en ‘financiële beloning’ (3%).

Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?

(Preventie)assistenten

Onder de (preventie)assistenten werden twee aspecten ongeveer even vaak het leukste gevonden: ‘relatie met de patiënten’ (39%) en ‘vakinhoudelijk werken’ (36%). Daarnaast werd door 6%, ‘het hebben van een positieve invloed op de lokale gemeenschap’ genoemd.

Deze groep is blijkbaar niet heel tevreden over het salaris; 31% noemde de financiële beloning als het minst leuke aspect van het werk. Verder werden hier bijna alle mogelijk antwoorden genoemd: ‘administratieve afhandeling’ (17%), ‘voldoen aan regels en richtlijnen’ (17%), ‘het gebrek aan tijd voor patiënten’ (14%), ‘het gebrek aan professionele autonomie’ (6%), ‘de onveranderde routine van een behandeling’ (3%), ‘relatie met de werkgever’ (3%)

Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?Wat vinden mondzorgprofessionals het leukst aan hun werk?

 

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Behandeling van perforaties: welke factoren spelen mee?

Behandeling van perforaties: welke factoren spelen mee?

Het veroorzaken van een perforatie is voor veel tandartsen een stressvolle gebeurtenis. Perforaties kunnen niet alleen ontstaan als complicatie bij een endodontische behandeling, maar kunnen ook het gevolg zijn van een pathologisch proces, zoals wortelresorptie. Het is vaak lastig te bepalen wat te doen. Endodontoloog Marga Ree besprak in haar lezing de factoren die van invloed zijn op het beslisproces. Wat is de prognose en is het daarmee het geld en de tijd waard? Of kan er beter gekozen worden voor extractie?

Etiologie

Wat zijn situaties waardoor je kan perforeren?

– Complicatie tijdens preparatie van endodontische opening
– Complicatie tijdens instrumentatie
– Complicatie tijdens de restauratieve behandeling of herbehandeling
– Ten gevolge van cariës of resorptie

Locatie

  • Cervicaal
  • Furcatie
  • Midden
  • Apicaal

Diagnose

Aan de hand van klinisch onderzoek kunnen fistels, pockets en furcatieproblematiek worden waargenomen. Aan de hand van röntgenologisch onderzoek kan de diagnose van een perforatie gesteld worden door vergelijking met pre-operatieve röntgenfoto’s, de locatie van de radiolucentie of door een CBCT.

Manieren om een perforatie tijdens behandeling vast te stellen:

  • Directe observatie
  • Indirect met behulp van papierstiften
  • Pijn en bloeding op een ongewone locatie
  • Apexlocator, röntgenfoto’s

Behandeling

Factoren die van invloed zijn op de prognose:

  • Locatie
  • Tijd
  • Grootte
  • Communicatie met mondholte
  • Pre-operatieve laesie
  • Restauratieve status

Lang bestaande perforaties die gecontamineerd zijn hebben een slechte prognose, daarnaast hebben ook perforaties in een furcatie een slechte prognose. Perforaties in de kritische zone kunnen resulteren in parodontale afbraak.

Materialen die in de loop der jaren zijn gebruikt voor het afsluiten van een perforatie

  • Amalgaam
  • Calciumhydroxide
  • Super-EBA
  • Glasionomeer
  • Composiet
  • Gutta-percha
  • Zinc-oxide eugenolcementen
  • Calciumsilicaatcementen

Biokeramische producten in de endodontie

Over het algemeen zijn biokeramische materialen op basis van calciumsilicaat. Hiertoe behoren de meeste producten die aan MTA gerelateerd zijn. Ze zijn verkrijgbaar in poeder/vloeistof of voorgemengd en beschikbaar in drie consistenties: sealer, pasta, putty.

MTA

Sinds 1998 is MTA op de markt. Eigenschappen van MTA:

  • Dimensioneel stabiel
  • Expandeert bij uitharding
  • Antibacteriële eigenschappen door hoge pH
  • Biocompatibel
  • Genereert een interface van hydroxyapatiet als het in contact komt met weefselvloeistof
  • Bij doorpersen van MTA lost met materiaal te zijner tijd op
  • Goede lange-termijnprognose

Nadelen

  • Lange uithardingstijd
  • Toxische elementen, zoals arcenicum, chroom, lood
  • Mogelijk lekkage van aluminium
  • Consistentie
  • Lastig te appliceren in nauwe kanalen
  • Verkleuring van tandweefsel – De stof voor röntgencontrast, bismutoxide , is hier mogelijk de oorzaak van, naast het gebrek aan zuurstof in het wortelkanaal en als in gevolg van contact met bloed en NaOCL.

 MTA is een calciumsilicaatcement en wordt wel beschouwd als een eerste generatie bioactief materiaal. Het heeft voordelen, maar kent ook wat nadelen. Daarom zijn er in de loop der jaren alternatieve materialen ontwikkeld. Onder andere Biodentine en Root Repair Material Putty.

Biodentine

Biodentine werd in 2009 geïntroduceerd als dentine vervanger. Sinds 2008 zijn er hierover 300 artikelen verschenen. Biodentine is ook geschikt voor pulpotomie.

Vergelijking biodentine en MTA voor perforaties: in vijf artikelen gelijkwaardig, in vier artikelen biodentine beter en in één artikel biodentine slechter. Volgens Marga Ree is de keuze vaak gebaseerd op een persoonlijke voorkeur.

Endosequence/Total fill Root Repair Material Putty, Paste en BC sealer

Deze materialen zijn geïntroduceerd in 2007 als iRootSP, iRootBP en iRoot BP plus. Sindsdien zijn er meer dan 150 studies hierover verschenen. De meeste studies tonen gunstige eigenschappen met betrekking tot biocompatibiliteit, cytotoxiciteit, mineralisatie en afsluitend vermogen, vrijkomen van calciumionen, antibacteriële eigenschappen. Het is vergelijkbaar met MTA.

Behandelplanning bij perforaties:

  • Beslissing wel of niet behandelen: prognostische factoren
  • Conventioneel, chirurgisch of beide?
  • Selectie van vulmateriaal
  • Klinische procedure (gebruik van oa. carriers en paperpoint)
  • Restauratieve follow-up behandeling
  • Lange-termijnprognose

Behandelresultaat

In de lezing laat Marga Ree meerdere klinische casussen zien, die allen na 10 jaar een goede follow-up tonen. Hieruit, alsook uit de wetenschappelijke publicaties kan geconcludeerd worden dat een adequate behandeling van een perforatie ook op lange termijn kan resulteren in behoud van een element. In esthetisch kritische situaties gaat de voorkeur uit naar bismutoxidevrije calciumsilicaat materialen.

Marga Ree

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 150 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen- en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Sinds 1980 voert zij praktijk in Purmerend, waarvan de laatste vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z, Uncategorized
Tips voor het voorkomen van pijn door een ongunstige houding

Tips voor het voorkomen van pijn door een ongunstige houding

Onlangs plaatsten wij het artikel Vermijden van musculoskeletale pijn door slecht postuur.
De symptomen van musculoskeletale pijn – pijn in de onderrug, nek en schouders – ontwikkelen zich op een bijna onmerkbare wijze, als gevolg van een ongunstige houding . Lees de tips van ergonomiedeskundige Amber Denekamp.

Hoe werk je in een gunstige houding?

  • De patiënt ligt altijd horizontaal. Dus zowel bij behandeling in de bovenkaak als de onderkaak. De hoofdsteun van de patiënt moet verplaatst worden om het hoofd achterover te brengen of de kin naar de borst te brengen (onderkaak).
  • Leg het hoofd van de patiënt ‘op schoot’. Dus niet lager, dan kunt u niet met de benen onder de stoel, en niet hoger – dan worden de armen teveel geheven.
  • Het element (werkveld) ligt op uw middellijn, zodat u symmetrisch zit.
  • Beweeg het hoofd van de patiënt voortdurend mee, zodat een symmetrische houding mogelijk blijft.
  • Houd de handen symmetrisch, dus op dezelfde hoogte en links én rechts afgesteund. Dit zorgt voor rust, een betere coördinatie en balans.
  • Bekijk het werkveld alsof u een boek leest. U wilt er dus loodrecht op kijken, en niet in een hoek. Anders gaat u altijd scheef zitten.
  • Houd u aan uw klokpositie. Als u buiten uw ‘kwartier’ komt, komt u de neus van de patiënt tegen en moet u de armen en polsen heffen om eroverheen te komen. Extracties in sommige gevallen uitgezonderd, mits staand uitgevoerd.
  • Dynamiek en afwisseling. Haal de patiënt uit de wachtkamer, loop in de lunchpauze. Zorg voor een computerwerkplek in de praktijk waar u goed kan staan. Doe controles en extracties staand. Voorkom lang aaneengesloten zitten.

Driestappenplan naar een gezonde techniek voor de armen, handen en polsen:

  1. Zorg voor een neutrale polsstand: manipulaties en andere bewegingen worden gedaan met de vingers, en licht met de arm, niet met de polsen.
    driestappenplan naar een gezonde techniek voor de armen, handen en andere bewegingen
    Een neutrale polsstand is B en E. Ongunstig zijn met name de deviaties: D en F. Ook ongunstig zijn overmatig A en C. De pols dient in een neutrale positie gehouden te worden.
  2. Gebruik de gemodificeerde pengreep. Gebruik dus niet de gewone pengreep als bij schrijven.
  3. Werk ontspannen:
  • Begin ontspannen aan de behandeling door vooruit te kijken, in en uit te ademen en in een neutrale houding.
  • Knijp niet knijpen in de instrumenten.
  • Gebruik instrumenten met een heft met een diameter van 7,5 mm of groter. Dus dikkere handinstrumenten.
  • Zorg voor ‘halen en brengen’ van instrumenten: Krachtig halen, ontspannen terugbrengen naar het element.
  • Steun goed af met beide handen.
  • Voorkom onnodig reiken, plaats instrumenten en (zweep)unit dichtbij.
  • Blijf ademhalen.

Door: Amber Denekamp, ergonomiedeskundige en bedrijfsoefentherapeut www.aeflexdental.nl, amber@aeflex.nl specialist in tandheelkundige ergonomie. Aeflex geeft individuele trainingen in de praktijk en workshops op maat.

Foto: UMCG, met dank aan dr. O. Hokwerda

Lees meer artikelen over ergonomie

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Mondhygiënist en zwanger: vier verhalen

Mondhygiënist en zwanger: vier verhalen

Dental INFO vroeg op social media of professionals in de mondzorg hun ervaringen wilden delen over hun zwangerschap en de periode erna. Lukte het om gewoon door te werken tijdens de zwangerschap? En heeft het ouderschap invloed op hun werk?

Vier mondhygiënisten

Vier mondhygiënisten waren bereid om hun verhaal met dental INFO te delen. We stellen hen hier eerst kort voor.

Anita Vonhoff is in 1989 afgestuurd als mondhygiënist. Tot 1995 werkte ze in loondienst en startte toen haar eigen praktijk. In haar praktijk geeft ze extra zorg aan mensen met angst of een beperking als autisme en ADHD en aan kwetsbare ouderen. Ze vindt het heerlijk om met haar vak bezig te zijn, volgt graag bij- en nascholingscursussen en geeft zelf de cursus nazorg bij implantaten.

Aysun is 32 jaar, getrouwd en heeft een zoon van twee jaar en is in verwachting van een zoon. Ze stelt zich voor: “Ik vind het heel leuk om mensen te helpen. Ik ben in 2014 afgestuurd aan de Hogeschool Utrecht in Mondzorgkunde. Ik hou van mijn beroep en wil het nog jaren blijven doen. Ik was in mijn kinderjaren een angstpatiënt. Ik vind het een uitdaging om patiënten met angst met geduld te behandelen en vooral angst bij kinderen te voorkomen.

Twee vrouwen willen anoniem blijven. De eerste vertelt: “Ik ben getrouwd, 33 jaar en moeder van twee kinderen. De derde is op komst. Onze beide zonen zijn te vroeg geboren. Sinds mijn 16e zit ik in de tandheelkunde. Ik heb eerst de opleiding Tandartsassistent gevolgd. Daarna heb ik een paar jaar gewerkt en op mijn 22e ben ik gestart met de opleiding Mondzorgkunde. Ik heb erg veel plezier in het werk. Het motiveren van patiënten en daarvan het effect zien maakt mij trots.”

De tweede vrouw heeft twee kinderen, de oudste is drieënhalf jaar en de jongste is bijna een jaar. Met mensen werken vindt ze erg fijn. “Je komt continu met diverse mensen in aanraking en het is heel afwisselend: van hele simpele preventieafspraken tot uitgebreide paro-patiënten.” Ze geniet ervan om zwaar ongemotiveerde patiënten in positieve zin te zien veranderen.

Bekkeninstabiliteit

Alle vier de vrouwen hebben een en ander meegemaakt tijdens de zwangerschap. Sommige verhalen zijn erg heftig.

Anita’s eerste zwangerschap in 1997 verliep redelijk goed, hoewel ze de laatste vier weken niet meer kon lopen. Dat had achteraf gezien misschien een aanwijzing moeten zijn voor bekkeninstabiliteit, maar door andere complicaties is dat niet als apart probleem herkend. Bij zowel de tweede als de derde zwangerschap kreeg ze te maken met ernstige bekkeninstabiliteit, waardoor ze in de tweede maand van haar zwangerschap al bijna niet meer kon lopen of de trap op kon. Gedurende de gehele zwangerschap en het jaar erna heeft er een bed in de huiskamer gestaan. Rolstoel, krukken en bekkenband waren nodig om te kunnen bewegen. Uiteindelijk heeft ze bijna vierenhalf jaar gebruik moeten maken van een rolstoel, eerst volledig en later vooral bij langere afstanden.

Eerder met verlof

Werken als zwangere mondhygiënist vindt Aysun heel leuk, omdat je dan veel positieve reacties van patiënten krijgt. Lichamelijk is het tot ongeveer vijf, zes maanden wel goed vol te houden, maar daarna wordt het steeds zwaarder. “Dat buikje zit steeds in de weg. Vooral bepaalde houdingen gaan steeds moeizamer. Je merkt ook dat je aan het eind van de dag uitgeput bent en vooral last van de rug hebt. Ik wilde een keer iets uit de lade pakken om mee te geven aan een patiënt en kon toen niet meer overeind komen en viel achterover! Gelukkig sprong de patiënt uit de stoel en hielp mij om weer overeind te komen. Dat was een beetje aan het einde van mijn zwangerschap. Achteraf moest ik er wel erg om lachen. Ik had gehoopt dat ik tot vier weken voor de bevalling kon werken, maar vanwege mijn lichamelijke klachten ben ik dus eerder met verlof gegaan.”

Premature bevallingen

Bij de eerste vrouw die anoniem wil blijven is de eerste met 19 weken zwangerschap geboren en de tweede met 25 weken. Ze vertelt: “Onze oudste is overleden en de tweede is nu een vrolijke, ondeugende peuter van net drie jaar. Bij beide zwangerschappen waren er geen aanwijzingen voor vroeggeboorte. Bij de tweede zwangerschap moest ik wel meer rust nemen, al kwam dit er niet echt van tijdens het werk. Nu bij de derde gaat dit stukken beter omdat ik zzp-er ben. Sinds week 27 ben ik niet meer aan het werk geweest. Ik heb toen in het ziekenhuis gelegen en sindsdien moet ik meer rust nemen.”

Haar tweede kindje is met een spoedkeizersnede geboren. Hij woog 800 gram en heeft bijna vierenhalve maand in verschillende ziekenhuizen gelegen. Er zijn meerdere operaties en infecties geweest. “Het duurde wel een jaar voordat ik er lichamelijk en geestelijk weer helemaal bovenop was. Dat komt omdat je steeds in het ziekenhuis bent en er geen tijd is voor je eigen herstel.” Behalve lichamelijke en geestelijke problemen waren er ook financiële problemen: “Bij de eerste had ik geen wettelijk recht op zwangerschapsverlof, terwijl je wel kraamvrouw bent. Dit was bij de tweede ook zo. Toen het bevallingsverlof gestopt was, moest ik eigenlijk weer aan het werk. Ook krijg je geen kraamzorg als je kindje net thuis is. Terwijl als alles goed was verlopen, je op dat moment net bevallen zou zijn.

Ons zoontje kwam voor een extreem prematuur relatief snel uit het ziekenhuis: een week nadat ik uitgerekend was van hem. Mijn verlof stopte en de werkgever verlangde dat ik aan het werk ging. Ik was arbeidsongeschikt, maar zowel de werkgever als het UWV wilden niks betalen. Het effect van dit alles was dat ik niet meer in loondienst wilde werken als mondhygiënist, zodat als een arts zegt dat ik rust moet nemen, ik dit ook kan doen en niet gedwongen wordt om te werken.”

Hyperemesis gravidarum

Ook de tweede anonieme vrouw heeft een heftig verhaal: “Sinds ik zwanger ben geweest, ben ik niet meer de oude. Ik ben veranderd van iemand die bruiste van de energie en honderd dingen tegelijk kon doen, naar iemand die arbeidsongeschikt is geraakt.” Ze werkte in eerste instantie wel door, maar had dit niet moeten doen. “Mijn zwangerschap was niet te combineren met werk of eigenlijk met niks! Mijn zwangerschap bestond uit ziekenhuisbezoeken en opnames in verband met uitdroging. Ik had Hyperemesis gravidarum (HG), wat inhoudt dat je overmatig braakt (ongeveer 20 tot 30 keer per dag). Je bent maanden non-stop, 24/7, kots- en kotsmisselijk. Ik ben 10 kg afgevallen in ongeveer anderhalve maand tijd. Het was het meest extreme wat me ooit is overkomen. Ik kreeg uiteindelijk medicatie, maar daar ben ik mee gestopt, want het haalde de misselijkheid niet weg. Ik ben vier maanden zo ziek geweest, dat ik alleen maar plat kon liggen. De rest van de zwangerschap was ik behoorlijk verzwakt en daardoor had ik extreme duizelingen. Ook had ik veel pijn in mijn bekken en dat was achteraf gezien bekkeninstabiliteit.” Ook bij haar tweede zwangerschap kampte ze weer met HG.

Praktijk aan huis

Hoe de zwangerschapsproblemen van invloed waren op het werk, is voor alle vrouwen verschillend.

Anita heeft geen werkgever, maar heeft haar praktijk aan huis. Nadeel is dat de praktijk op de eerste etage is. “Mijn man heeft toen een intercomsysteem aangelegd, waardoor ik vanaf mijn bed en vanuit de praktijk de deur kon openen.” Zolang mogelijk heeft ze zelf de patiënten behandeld, met steeds langere tussenpozen tussen de patiënten, om op bed te kunnen rusten. Toen dat niet meer ging, konden de patiënten terecht bij hun eigen tandarts of bij een bevriende collega, die voor haar wilde waarnemen. Zowel bij de tweede als derde zwangerschap heeft de collega-mondhygiënist waargenomen. “Uiteindelijk is de praktijk maar twee maanden volledig dicht geweest. Daarna was de praktijk dagelijks open, met ’s morgens een patiënt, ‘s middags een patiënt en dat opbouwend. De patiënten waren lief en begripvol, en op een enkeling na zijn ze allen in de praktijk gebleven.”

Maar niet alles ging even gladjes. “Toen ik in de rolstoelperiode naar een congres ging, werd de collega-mondhygiënist die de rolstoel duwde wel door de vertegenwoordiger aangesproken, maar ik werd zittend in de rolstoel genegeerd. Ze gingen niet serieus in op vragen over bestellingen etc. En een cursus werd op de bovenetage gegeven, terwijl er alleen een trap was. Uiteindelijk bleek er achter in het gebouw een hele lage goederenlift te zijn, zonder verlichting, waarin ik in gefrommeld werd, zodat ik alsnog de cursus kon volgen.”

Minder gaan werken

Hoe combineren de mondhygiënisten hun werk met kinderen? Aysun heeft haar werktijden aangepast: ”Voor mijn eerste zwangerschap werkte ik in de oneven weken 25 uur per week en in de even weken 20 uur. Na mijn zwangerschap ben ik drie uurtjes minder gaan werken.

Tijdens schooltijd werken

Anita’s kinderen zijn alle drie hoog intelligent, maar hebben ook ADHD en autisme. Veel planning en structuur is daarom belangrijk, terwijl de eerste acht jaar een aaneenschakeling van ziekenhuisbezoeken was. De eigen praktijk biedt de mogelijkheid om binnen de schooltijden te werken. “Als er eentje ziek is, ben ik in de buurt. Ik kan desnoods tussen twee patiënten door even om het hoekje kijken. Nu de kinderen ouder zijn, zijn ze onregelmatiger thuis.” Ze is net verhuisd naar een grotere woning, waar de praktijkruimte apart aangebouwd is. “Dat is heerlijk rustig en toch dichtbij. Juist bij kinderen die meer aandacht behoeven is het ideaal.”

Gestopt met werken

De tweede vrouw die anoniem wil blijven was na de geboorte van haar eerste kindje zo blij niet meer ziek te zijn, dat ze niet de tijd nam om te herstellen. “Eindelijk weer contact met de buitenwereld! Ik ging weer aan het werk, maar ik zag wel dat ik lichamelijk niet de oude was. Dit werd gebagatelliseerd met ‘het zijn de hormonen’. De lichamelijke klachten werden steeds erger, met duizelingen en migraineaanvallen. Daarom ben ik mijn werkdagen gaan inkorten van fulltime naar parttime. De dagen die ik thuis zat had ik nodig om bij te komen. Uiteindelijk ben ik helemaal gestopt met werken, het lukte gewoon echt niet meer. Hoe erg dat ook is om te erkennen……”

Voordelen

Wat is het grote voordeel van het hebben van kinderen als mondhygiënist? Anita: “Het hebben van kinderen geeft meer inzicht, het is makkelijker om met andere kinderen in de praktijk om te gaan. Aysun: “In beide gevallen kan het werk als mondhygiënist in sommige situaties moeilijk zijn of juist makkelijk, dus als moeder zijnde of niet heeft voor mij geen verschil gemaakt. Wel kan ik mij inleven in ouders die hun kind meenemen naar de behandeling. Ik probeer ruimte en rust te creëren, zodat de ouder en het kind 30 minuten behandeling kunnen volhouden. Vooral met een huilende baby is het voor de moeder niet leuk om te horen dat ze beter moet stokeren of poetsen. Ik kijk naar de situatie en pas mijn behandeling daarop aan.”

Drink- en eetgewoonten

De eerste anonieme geïnterviewde: “Je komt meer in aanraking met andere ouders. daarbij vallen mij het aantal voedingsmomenten en drinkgewoonten op. Het begint al bij speengebruik, de hele dag door limonade of diksap, dat gegeven wordt in zuigflesjes, daarna vaak gelijk weer een speentje in. Veel snoep, koekjes met zoetigheid. De hele dag door eten in plaats van vaste eetmomenten. Kinderen die geen gewone thee of water ‘lusten’. Kinderen die ’s nachts nog borst of flesvoedingen krijgen als de melkelementen doorgebroken zijn. Het voordeel dat ik nu zelf ook moeder ben is dat je als mondhygiënist sneller connectie hebt met de patiënt. Ze accepteren de adviezen beter omdat ze ook herkenning in mijn verhalen horen.“

Inlevingsvermogen

Ook bij de tweede anonieme vrouw bracht het haar iets positiefs op haar werk: ”Het voordeel is dat ik meer inlevingsvermogen heb bij zwangeren, moeders en kinderen. Ik ben al van mijzelf meelevend, maar sommige dingen in het leven moet je ervaren en dan snap je het helemaal. Ook heeft mijn ziekzijn me laten zien dat niet alles vanzelfsprekend is, ook niet voor de zieke patiënten, dus snap ik hen nu veel beter.“

Tips

Hebben de vrouwen tips voor andere mondhygiënisten die zwanger willen worden of zijn?

Anita vertelt ons ondanks alle pijn en moeite:

“Altijd gewoon zwanger worden, je niet tegen laten houden door mogelijke beperkingen.”

Zij vond de tweede zwangerschap veel lastiger dan de derde. Bij de tweede overviel het haar meer, ze wist niet waardoor ze niet kon lopen. Het duurde even voordat de juiste diagnose en therapie gegeven werd. Bij de derde was ze voorbereid. De waarneming was beter geregeld, ze had meer huishoudelijke hulp ingeschakeld en meer rust genomen en op eigen grenzen gelet, waardoor het herstel veel beter ging.

De eerste anonieme vrouw:

“Mijn tip: luister goed naar je lichaam tot hoe lang je kan werken. We hebben een zwaar beroep. Als je geen hulp krijgt van assistentes, dan lijkt het mij niet vol te houden tot 34 of 36 weken zwangerschap. Neem adviezen van verloskundigen en gynaecologen ook aan, ondanks dat er veel werk is en er altijd moeilijk vervanging te vinden is.”

“Denk aan je ongeboren kindje, dat zich aan het ontwikkelen is. Tijdens deze zwangerschap krijg ik wel steun van collega’s. Dit doet erg goed.”

De anonieme tweede vrouw:

”Ik ga er vanuit dat de meesten ‘normaal’ zwanger zijn. In dat geval: geniet ervan! Als je zo ziek als ik wordt: vraag hulp! Want ik kreeg geen steun van collega’s, totaal niet! Eerder het gevoel ‘stel je niet aan, je bent alleen maar zwanger’. Dus wees echt duidelijk als het echt niet gaat.”

Volop genieten

Anita wil als laatste nog iets toevoegen: “Zwanger zijn is geen ziekte, geen beperking, het is de cirkel van het leven en hoort erbij.” Want ondanks de lastige zwangerschappen en de intensieve zorg die de kinderen nodig hebben, heeft ze volop genoten, en geniet ze nog steeds iedere dag van het plezier dat de kinderen haar geven, en zou ze niets willen veranderen.

De anonieme tweede vrouw: “Zwangerschap is geen ziekte maar bij mij ging de zwangerschap wel gepaard met een ziekte, genaamd HG, en dat wordt door vele mensen zwaar onderschat. Desondanks ben ik heel blij dat ik twee mooie kindjes heb en geniet ook met volle teugen van het moederschap.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z, Werken met plezier