Taakdelegatie heeft u het goed vastgelegd

Taakdelegatie: heeft u het goed vastgelegd?

Binnen het mondzorgteam zijn steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit aantoonbaar vastgelegd? Uitleg en checklist.

De rol en positie van de tandarts zijn aan het veranderen, doordat het werken in teamverband toeneemt. Zo zijn binnen het mondzorgteam steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit goed (/ aantoonbaar) vastgelegd? Dit artikel geeft een praktische uitleg met een checklist voor de praktijk.

Wie heeft de regie?

Binnen de zorgverlening zal het werken in teamverband verder toenemen. Door een toename van het aantal zorgverleners, neemt de behoefte aan een goede centrale regie toe. De tandarts is de regievoerder voor de mondgezondheid van de patiënt. Deze centrale regie heeft vooral betrekking op de diagnose en indicatiestelling. De tandarts heeft namelijk samen met de patiënt een duidelijk zorgplan besproken en vastgesteld, waarop de te leveren zorg wordt afgestemd. De uitvoering van de zorg kan gedeeltelijk worden gedelegeerd volgens de voorwaarden vanuit de Wet BIG.

Wet BIG

Doel van de Wet BIG is de kwaliteit van de beroepsbeoefening te bevorderen en te bewaken, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. De wet maakt onderscheid in voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen.

Voorbehouden handelingen zijn handelingen die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de patiënt meebrengen als ze door ondeskundigen worden uitgevoerd. Tandartsen zijn zelfstandig bevoegd voor het uitvoeren van de volgende voorbehouden handelingen:

  • Heelkundige handelingen
  • Injecties
  • Narcose (voor zover dit behoort tot de deskundigheid van de tandarts)
  • Gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling
  • Voorschrijven van geneesmiddelen (alleen op recept) binnen deskundigheidsgebied

Tandartsassistenten zijn niet zelfstandig bevoegd, maar mogen wel in opdracht van een tandarts onder bepaalde voorwaarden deze voorbehouden handelingen uitvoeren. Oftewel, taakdelegatie.

Geregistreerd-mondhygiënisten

Sinds 1 juli 2020 mogen geregistreerd-mondhygiënisten die aan de voorwaarden voldoen bij wijze van experiment drie voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren: anesthesie geven, röntgenfoto’s maken en primaire cariës behandelen. Ook mogen zij deze handelingen delegeren aan een tandartsassistent. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een tandarts.

Voorwaarden bij taakdelegatie

Bij taakdelegatie gaat het om taken die niet behoren tot het deskundigheidsgebied van de persoon aan wie de taken worden gedelegeerd (oftewel, een assistent die handelingen gedelegeerd krijgt van een tandarts). In dat geval kan het zowel gaan om voorbehouden als om niet-voorbehouden handelingen.

Aan het delegeren van voorbehouden handelingen zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • De tandarts is deskundig en bekwaam tot indicatiestelling;
  • De tandarts geeft opdracht per patiënt en indien nodig aanwijzingen en evalueert de uitvoering; de opdracht wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol;
  • De tandarts stelt vast dat de assistent bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De tandarts is fysiek in de praktijk aanwezig voor overleg, advies en de mogelijkheid van tussenkomst;
  • De assistent handelt uitsluitend in en na opdracht van de tandarts;
  • De assistent handelt volgens de gegeven aanwijzingen;
  • De assistent stelt zelf vast of zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De assistent informeert de patiënt dat hij de voorbehouden handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en vraagt de patiënt toestemming voor deze behandeling.

Wanneer ben je bekwaam?

Belangrijke voorwaarde uit bovenstaande lijst is de bekwaamheid van de assistent (/ de opdrachtnemer). De beoordeling van de bekwaamheid laat de Wet BIG over aan de tandarts en de assistent zelf. Uit tuchtrechtspraak volgt dat het gaat om subjectieve maar ook objectieve bekwaamheid. Oftewel, zowel de eigen (subjectieve) beleving als ook aantoonbare (objectieve) scholing en ervaring.

Hoe zit het bij niet-voorbehouden handelingen?

Niet-voorbehouden handelingen kunnen worden verdeeld in risicovolle en niet-risicovolle handelingen. Aan het delegeren van niet-voorbehouden handelingen zijn niet zoveel eisen gesteld. Dit betekent echter niet dat iedereen zomaar deze handelingen mag uitvoeren. Immers de tandarts moet ook waarborgen dat de patiënt kwalitatief goede zorg ontvangt. Advies voor de tandarts / praktijkhouder is dan ook om bovengenoemde voorwaarden ook van toepassing te verklaren op het delegeren van niet-voorbehouden handelingen.

Checklist vastleggen taakdelegatie

Hoewel vele tandartsen voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen delegeren, blijkt echter uit ervaring dat de tandarts maar zelden zich (aantoonbaar) heeft vergewist van de bekwaamheid van de assistent. Daarom deze checklist voor het aantoonbaar vastleggen van de taakdelegatie.

Volg de volgende stappen om de bekwaamheidstoets aantoonbaar vast te leggen:

  1. Inventariseer per medewerker welke voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen in de praktijk worden gedelegeerd.
  2. Breng de bekwaamheid van de assistent in kaart op basis van gevolgde opleidingen, cursussen en werkervaring.
  3. Evalueer de uitvoering door de assistent om bekwaamheid in de praktijk te beoordelen.
  4. Laat de assistent vaststellen of hij/zij zichzelf daadwerkelijk bekwaam acht om de handeling naar behoren uit te voeren.
  5. Zorg ervoor dat er per gedelegeerde handeling ook daadwerkelijk een protocol (de schriftelijke instructie) uitgeschreven is.
  6. Herhaal deze stappen periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per jaar).

Aantoonbaar bewijs

Veel praktijken voldoen veelal aan bovengenoemde voorwaarden. Echter, praktijken kunnen dit lang niet altijd aantonen. Advies is de interne afspraken (/ werkwijze) rondom taakdelegatie uit te schrijven en ook de voorwaarden per medewerker aantoonbaar ‘dicht te timmeren’.

Bronnen:
Rijksoverheid.nl

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo zijn in de Toolkit opgenomen:

Videotraining: Uitleg taakdelegatie
Voorbeeld beleid Taakdelegatie
Formulier Taakdelegatie

Lees ook: Voorbehouden handelingen en taakdelegatie: hoe zit het ook alweer? 

Dit bericht is ge-update in april 2024 met informatie over geregistreerd-mondhygiënisten.

Lees meer over: Ondernemen, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
prik - vaccin

Onderzoek naar verplichten griepprik bij zorgpersoneel

Binnenkort zal er op verzoek van staatssecretaris Paul Blokhuis een onderzoek van start gaan naar het verplichten van de griepprik bij zorgpersoneel. Hiernaast zal ook worden gekeken naar overige manieren om de vaccinatiegraad weer te verhogen.

Steeds minder mensen nemen griepprik

De afgelopen jaren is er een duidelijke trend te zien in een afnemend animo voor de griepprik. Waar tien jaar geleden nog 72 procent van de Nederlanders met risico op complicaties een griepprik haalde, is dit inmiddels nog maar de helft. Met name mensen met chronische aandoeningen en zestigplussers vallen in de risicogroep. Van de groep 65plussers met hoog risico op complicaties haalde vorig jaar nog wel 70 procent de griepprik. Gezondheidsinstituut Nivel baseerde deze cijfers op een onderzoek onder 800.000 patiënten van 205 verschillende huisartspraktijken.

Verhogen vaccinatiegraad

Staatssecretaris Blokhuis streeft om de vaccinatiegraad weer zo hoog mogelijk te krijgen – met name onder zorgpersoneel. Dit jaar zal de griepprik weer onder aandacht worden gebracht tijdens de jaarlijkse griepcampagne. Volgend jaar zal het onderzoek van start gaan. Ook de KBO-PCOB, de grootste Nederlandse seniorenorganisatie, pleit voor het doorvoeren van een verplichte griepprik bij zorgpersoneel, om zo ook oudere patiënten beter te beschermen.

Bron:
Skipr
NRC
Medisch Contact

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z
In Miljoenennota 2019 mondzorg niet genoemd

Kabinetsvoornemens op HR-gebied

Tijdens Prinsjesdag zijn diverse maatregelen op het gebied van HR aangekondigd. We hebben er een aantal voor u op een rijtje gezet die van belang (kunnen gaan) zijn voor uw tandartspraktijk.

Compensatie transitievergoeding

Werkgevers die een werknemer na twee jaar ziekte ontslaan moeten een transitievergoeding betalen. De Eerste Kamer stemde onlangs in met een wet waardoor werkgevers een compensatie krijgen voor deze vergoeding; per wanneer dit kan is nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat dit ook met terugwerkende kracht geldt voor transitievergoedingen die zijn betaald sinds 1 juli 2015. Als u een medewerker hebt die na twee jaar ziek uit dienst is gegaan, is het van belang documenten goed te bewaren.

Wettelijke minimumloon

Per 1 juli 2019 hebben werknemers vanaf 21 jaar recht op het volledige minimumloon, in plaats van vanaf 22 jaar. Daarnaast gaat het minimumjeugdloon voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar verder omhoog.

Uitbreiding van geboorte-, pleegzorg- en adoptieverlof

Het voorstel voor de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) ligt op dit moment bij de Tweede Kamer. Voorstel is dat werknemers per 1 januari 2019 bij bevalling van hun partner recht hebben op vijf dagen verlof met volledige doorbetaling van het loon, bij een fulltime dienstverband. Bij parttime werknemers werkt dit naar rato. Per 1 juli 2020 kunnen partners een aanvullend geboorteverlof opnemen van maximaal vijfmaal de arbeidsduur per week, tegen een uitkering van het UWV ter hoogte van 70% van het (maximum)dagloon. Ook krijgen werknemers per 1 januari 2019 recht op zes weken pleegzorg- en adoptieverlof.

Wet Arbeid in balans

De invoering van de WAB (Wet Arbeid in Balans) staat gepland voor 1 januari 2020. Nog dit najaar ligt het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Enkele onderdelen van de WAB zijn:

  • Verruiming van de proeftijd. Bij een vast contract wordt de proeftijd maximaal 5 maanden. Voor contracten van meer dan twee jaar wordt de maximale proeftijd drie maanden.
  • Invoering van een extra ontslaggrond, de cumulatiegrond (i-grond), bij een ontslagprocedure voor de rechter. De optelsom van omstandigheden uit twee of meer ontslaggronden tezamen kunnen een redelijke grond voor ontslag gaan opleveren.
  • De transitievergoeding gaat gelden vanaf eerste werkdag, in plaats van vanaf 2 jaar. De opbouw van de transitievergoeding wordt soberder, elk dienstjaar telt voor een derde maandsalaris.
  • Een hogere WW-premie voor werknemers met een flexibel contract ten opzichte van werknemers met een vast contract.
  • De ketenregeling wordt weer verlengd van twee naar drie jaar, werknemers krijgen dus pas na drie jaar recht op een contract voor onbepaalde tijd.
  • Oproepkrachten hoeven niet permanent beschikbaar te zijn. De oproepkracht is alleen verplicht gehoor te geven als de oproep minstens vier dagen van te voren plaats vindt.
  • Payroll werknemers moeten minimaal dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden krijgen als werknemers, met uitzondering van pensioen.
  • In een volgende nieuwsbrief houden wij u op de hoogte van de status van de WAB en de gevolgen daarvan voor uw praktijk.

Vervanging Wet DBA

De wetgeving voor zzp’ers gaat veranderen. Hoe de wet er concreet uit gaat zien is nog niet bekend. Doel is het aanpakken van de schijnzelfstandigheid. Een belangrijk punt bij de beoordeling of er sprake is van schijnzelfstandigheid is het al dan niet hebben van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Uiterlijk 1 januari 2019 wil het kabinet duidelijk gespecificeerd hebben wanneer wel of geen sprake is van gezag.

30%-regeling

Werkgevers mogen aan werknemers uit het buitenland een onbelaste kostenvergoeding van 30% geven. De plannen zijn om deze periode in te korten van 8 naar 5 jaar. Daarbij geldt geen overgangsrecht. Dit betekent dat buitenlandse tandartsen die nu een regeling hebben voor de duur van 8 jaar, straks ineens geen recht meer kunnen hebben op de laatste 3 jaar 30%-regeling.

Invoering tweeschijvenstelsel

Vanaf 2021 zijn er nog maar twee belastingschijven over, terwijl dat er nu nog vier zijn. Uiteindelijk doel is om werken lonender te maken. Volgend jaar dalen de tarieven van de tweede en derde schijf al. In 2021 geldt voor inkomens onder de € 68.507,- een basistarief van 37,0% en voor inkomens boven die grens het toptarief van 49,5%.

Door:
Dental Care Professionals, vacatures, personeelsmanagement en praktijkovername in de mondzorg

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Positieve reviews op Google te koop

Positieve reviews op Google te koop?

Een Duitse tandarts kreeg te maken met slechte recensies op Google nadat hij een telefonisch aanbod om zijn account te ‘optimaliseren’ met goede recensies had afgeslagen. Komt dit ook in Nederland voor? We horen het graag van u!

Reviews

Op internet zijn tegenwoordig overal reviews over te vinden. Hotelaccommodaties, producten bij een internetwinkel, verzekeringen en ook mondzorgprofessionals ontkomen er niet aan. Consumenten en patiënten worden steeds mondiger, maar de vraag is in hoeverre die reviews altijd echt zijn.

Negatieve recensies voor tandarts

Een tandarts in Duitsland kreeg, naast vijfsterrenbeoordelingen, ineens te maken met verschillende negatieve recensies op Google. Kan gebeuren natuurlijk, maar de recensies kwamen van mensen die nooit bij hem in de praktijk waren geweest. Dezelfde recensies bleken letterlijk ook bij andere tandartsen voor te komen.

Aanbod optimalisatie account

Toevallig verschenen de negatieve beoordeling vlak nadat hij had een aantal keer had geweigerd in te gaan op een telefonisch aanbod om zijn account te ‘optimaliseren’ met positieve recensies. Hiervoor diende uiteraard betaald te worden.

Het is al langer bekend dat goede reviews te koop zijn. Er bestaan websites die ‘patiëntenbijdragen’ aanbieden vanaf 29 euro per maand.

De Duitse tandarts heeft aangifte gedaan bij de politie, maar die gaf hem weinig hoop dat dit iets zou opleveren. Hij heeft ook geprobeerd Google te bellen, maar daar kreeg hij niemand aan de telefoon.

Ook in Nederland?

Wij zijn erg benieuwd naar uw ervaringen. Worden er in Nederland ook positieve recensies te koop aangeboden en verschijnen er ook verdachte negatieve recensies? Vul onze poll in.

Bron:
Nordbayern.de

Lees meer over: ICT, Ondernemen
Tandartsen ondervinden financieel nadeel van patiënten die een afspraak niet nakomen

Tandartsen ondervinden financieel nadeel van patiënten die een afspraak niet nakomen

Naar aanleiding van een Duitse punctualiteitsstudie vroegen wij u in juli een vragenlijst in te vullen over de punctualiteit van uw patiënten. Heeft u ook patiënten die niet op een afspraak verschijnen? Lees hier hoe uw collega’s in Nederland dit ervaren.

Duits onderzoek

In het Duitse onderzoek onder 561 artsen gaf meer dan de helft van de ondervraagden aan zo’n 1000 euro per maand aan inkomen mis te lopen door patiënten die niet komen opdagen. Patiënten tussen de 19 en 30 jaar zouden het vaakst verstek laten gaan.

Nederlandse vragenlijst

Uit de antwoorden op de vragenlijst van dental INFO blijkt dat het niet komen opdagen van patiënten ook in Nederland veel voorkomt. Van de 80 respondenten gaf 25% aan dat dit tot 3 keer per maand gebeurt, 20% tot 5 keer per maand, 32,5% tot 10 keer per maand en 22,5% zelfs meer dan 10 keer per maand. Niemand gaf het antwoord ‘nooit’.

De afspraken die het meeste vergeten worden zijn controleonderzoeken of nabehandelingen (40%) en regelmatige afspraken (26%).

Soort patiënten

Uit de vragen over welke soort patiënten het vaakst een afspraak vergeten kwam niet een duidelijk beeld. Over de leeftijdsgroep gaf 44% van de respondenten aan dat de leeftijd geen rol speelt. 30% zei dat het vooral gaat om patiënten tussen de 19 en 30 jaar en 25% om patiënten tussen de 31 en 50 jaar. 79% gaf aan dat het geslacht geen rol speelt, terwijl 21% antwoordde dat het vooral om mannen gaat.

Ook het hebben van een aanvullende mondzorgverzekering maakt niet uit volgens het merendeel van de respondenten (87,5%). Van de 12,5% die hierin wel een verschil zag, vond 11,25% patiënten met een aanvullende verzekering het meest betrouwbaar.

Financiële gevolgen

Bijna alle respondenten (97,5%) geven aan financieel nadeel te ondervinden van de onbetrouwbare patiënten. Bij 17,5% gaat het om 0 tot 200 euro per maand, bij 43,75% om 200 tot 500 euro, bij 15% om 500 tot 1000 euro en bij 8,75% zelfs om meer dan 1000 euro. 2,5% zegt geen nadeel te ondervinden en 12,5% weet het niet.

Patiëntenplan

Op de vraag hoe het patiëntenplan wordt bijgehouden antwoordt het merendeel (87,5%) dat dit gebeurt via een geïntegreerd afspraakbeheer (ingebouwd in de praktijksoftware). Bij 8,75% gebeurt dit digitaal los van de praktijksoftware en bij 3,75% met een papieren kalender.

Het overgrote deel van de respondenten (89%) herinnert patiënten aan afspraken, 59% doet dit per e-mail, 24% per sms en 5% per telefoon.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
controle - vergrootglas

Controles in de mondzorg: meer nadruk op verantwoordelijkheid zorgverzekeraar?

In de mondzorg worden steeds meer controles uitgevoerd door zorgverzekeraars en zelfs de zorgkantoren laten inmiddels van zich horen. Bij hun controles vragen zorgverzekeraars bij mondzorgpraktijken vaak allerlei medische informatie van patiënten op. Als de mondzorgprofessional die gegevens zomaar verstrekt, kan hij de privacy van zijn patiënten schenden.

Omdat veel mondzorgprofessionals werken zonder contract, is het meer regel dan uitzondering dat gegevens niet aan de verzekeraar verstrekt mogen worden. Toch wordt in de praktijk vaak gegevens bij de verzekeraar opgevraagd en ontstaat de vraag of dat zomaar mag. De mondzorgprofessional is gehouden tot geheimhouding van de medische gegevens, maar hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar op dit punt, na de invoering van de AVG?

Is de zorg rechtmatig en doelmatig?

Aan de toenemende controles in de mondzorg en aan de tips en tricks bij controles voor mondzorgpraktijken hebben wij op dental INFO al meerdere malen aandacht besteed. De meeste controles in de mondzorg gaan over de vraag of de geleverde zorg rechtmatig is verleend (in overeenstemming met de geldende regels) en of deze doelmatig is verleend (de verleende zorg is de meest aangewezen zorg gelet op de gezondheidstoestand van de patiënt). In de praktijk geven zorgverzekeraars vaak aan dat zij, om deze rechtmatigheid en doelmatigheid goed te kunnen toetsen, medische informatie over individuele patiënten van de mondzorgpraktijk nodig hebben.

Medische gegevens verstrekken: wanneer en wanneer niet?

De meeste mondzorgprofessionals die geconfronteerd worden met een controle, vragen zich af of zij gegevens uit patiëntendossiers of medische informatie over individuele patiënten met de verzekeraar mogen of moeten delen, als de verzekeraar daarom vraagt. In beginsel bevat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (de bekende AVG), net zoals de Wet bescherming persoonsgegevens, een verbod om medische gegevens van patiënten te verstrekken aan derden, dus ook de verzekeraar.
Op dat verbod zijn uitzonderingen, onder meer bij controles door de verzekeraar bij gecontracteerde zorgaanbieders. Maar kort samengevat mag een mondzorgprofessional alleen gegevens aan de zorgverzekeraar te verstrekken als hij op basis van een overeenkomst met de zorgverzekaar rechtstreeks bij de zorgverzekeraar heeft gedeclareerd. In alle andere gevallen mag hij alleen gegevens aan de verzekerde verstrekken. Dat volgt uit de wet.

Als de mondzorgaanbieder een (betaal)overeenkomst heeft met de zorgverzekeraar, dient hij te controleren of de opgevraagde medische gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het controledoel en passen binnen het controledoel. Daarnaast dient de zorgaanbieder vast te stellen of de opgevraagde gegevens wel proportioneel zijn: kan de controle niet op een andere – minder ingrijpende – (denk aan bijvoorbeeld een toelichting op praktijkniveau in plaats van over de individuele patiënt) manier worden afgerond? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dient de mondzorgaanbieder bij de zorgverzekeraar het specifieke controleplan en controledoel op te vragen.

Medische gegevens verstrekken: verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder?

Gelet op het voorgaande is van belang dat de zorgaanbieder goed nagaat wat de verzekeraar onderzoekt en om welke reden de verzekeraar medische gegevens opvraagt: is dat wel noodzakelijk en proportioneel? Indien de zorgaanbieder die toets niet uitvoert of gegevens verstrekt terwijl hij geen overeenkomst met de verzekeraar heeft gesloten, dan schendt hij feitelijk zijn beroepsgeheim. Daardoor kan hij problemen krijgen met de patiënt en als deze klaagt bij de Autoriteit Persoonsgegevens, ook daarmee.

Eerder besteedden wij op dental INFO al aandacht aan de merkwaardige situatie dat de zorgaanbieder deze zware verantwoordelijkheid krijgt, terwijl in de wetgeving geen duidelijke sanctie is opgenomen voor de zorgverzekeraar die zich niet houdt aan de Regeling zorgverzekering en – zonder dat aan de wettelijke eisen is voldaan – medisch vertrouwelijke informatie opvraagt en verkrijgt.

Medische gegevens opvragen: verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar?

De invoering van de AVG heeft als bijkomend effect dat de privacy in en buiten de zorg in de schijnwerpers is komen te staan en ook de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, zich anders is gaan opstellen. Niet is uitgesloten dat zorgverzekeraars, indien zij zonder dat dit strikt noodzakelijk is medische gegevens opvragen bij de zorgaanbieder, bij het verwerken van deze gegevens dezelfde privacyrechtelijke verantwoordelijkheden hebben als zorgaanbieders en bij onterechte verwerking zelf handelen in strijd met de AVG. Dat betekent dat in voorkomend geval niet alleen de zorgaanbieder, maar ook zorgverzekeraars zich blootstellen aan mogelijke maatregelen (denk aan hoge boetes) die de Autoriteit Persoonsgegevens kan opleggen. Dit zal met name het geval kunnen zijn als een zorgaanbieder vanwege door een zorgverzekeraar opgelegde druk, bijvoorbeeld opschorting van betaling, gegevens heeft verstrekt. Dit is een aandachtspunt voor de Functionaris Gegevensbescherming van de betreffende verzekeraars. Immers, als er onrechtmatig gegevens verwerkt worden door een zorgverzekeraar doordat onterecht teveel gegevens zijn opgevraagd en verkregen, dan dient de FG daar actie op te ondernemen.

Kosteloos seminar: Materiële controles en AVG

Op 9 oktober a.s. zal in een 2 uur durend seminar stil gestaan worden bij de belangrijkste praktische vragen van materiële controles en de aanvullende vragen die de AVG oproept. Lees meer over het kosteloos seminar Materiële controles en AVG

Door: Karik van Berloo en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving, Zorgverzekeringen
tuchtrecht

Tuchtrecht: niet uitvoeren behandeling na opmaken behandelplan

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag heeft uitspraak gedaan over een klacht tegen een tandarts. De tandarts maakte een behandelovereenkomst op maar kon de behandeling vervolgens niet uitvoeren. Het Tuchtcollege heeft besloten dat de klacht deels gegrond is en legt als maatregel een waarschuwing op.

Situatie

In december 2017 bezocht een patiënt een tandartspraktijk in Rotterdam om hier advies in te winnen over een gebitsbehandeling. De behandelopties werden met de tandarts besproken, en een paar dagen later werd een vervolgafspraak gepland. Tijdens deze vervolgafspraak werden afdrukken van het gebit van de patiënt gemaakt, om een wax-up te kunnen creëren. Daarnaast werd er geprobeerd om een foto van het hele gebit, een orthopantomogram, te maken, wat mislukte doordat het apparaat het niet deed. Diezelfde dag werd er een behandelplan opgesteld, met totale kosten van €8.184,54, waar de patiënt ter plekke voor tekende. Daarnaast tekende hij een document waarin stond dat het volledige bedrag en de kosten van de orthopantomogram moesten worden betaald, voorafgaand aan de behandeling. De rekening werd om 30 december 2017 verstuurd naar de patiënt.

Toen in januari 2018 de tandarts het behandelplan intern met haar collega’s besprak werd gesteld dat de tandarts onvoldoende expertise had om de behandeling zelf uit te kunnen voeren.  De tandarts legde dit op 23 januari 2018 telefonisch uit aan de patiënt, waarna de rekening volledig werd gecrediteerd.

Klacht

Naar aanleiding van het niet doorgaan van de behandeling klaagt de patiënt de tandarts aan. De redenen die hiervoor werden gegeven zijn contractbreuk, fraude en schending van beroepsgeheim. Daarnaast stelt de patiënt om financiële schade te hebben opgelopen, waarvan hij wenst dat deze schade wordt vergoedt door de tandarts.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het college stelt dat er door het niet doorgaan van de behandeling inderdaad contractbreuk is gepleegd. Door het opstellen van de behandelovereenkomst was er een contract dat niet zomaar verbroken kan worden. De tandarts heeft dit toch gedaan door de behandeling later alsnog te weigeren. Het is hierbij ook belangrijk om te onthouden dat het behandelplan werd opgesteld en getekend op initiatief van de tandarts. Hierdoor is het niet raar dat de patiënt ervan uitging dat er een behandelovereenkomst tot stand was gekomen, die niet verbroken kon worden. Anderzijds was het gebrek aan expertise een goede reden voor de tandarts om het contract te verbreken.

De onduidelijkheid had weggenomen kunnen worden door bij het tekenen van het behandelplan duidelijk te maken dat dit slechts een voorlopig plan was en dat de uitkomst van de wax-up en de gebitsfoto moest worden afgewacht voor een definitief oordeel. Het klachtonderdeel contractbreuk is gegrond, aangezien dit niet is gebeurd. Het klachtonderdeel fraude is echter als ongegrond besloten, doordat alle gemaakte kosten zijn gecrediteerd en doordat het declareren van de gebitsfoto een vergissing was. De patiënt heeft het laatste klachtonderdeel, schending van beroepsgeheim, niet onderbouwd, waardoor het College hier ook geen oordeel over heeft gedaan.

Al met al heeft het Regionaal Tuchtcollege besloten dat de klacht deels gegrond is. De tandarts heeft als maatregel een waarschuwing gekregen.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Kennis, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs heeft de rechter een belangrijke uitspraak gedaan. Hieruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

In de mondzorg wordt, zoals in bijna alle sectoren, veel gewerkt met tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken voor de praktijk op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs deed de rechter een voor mondzorgpraktijken belangrijke arbeidsrechtelijke uitspraak. Daaruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

Schriftelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid geldt de zogenaamde aanzegplicht op basis waarvan een werknemer 1 maand voor het aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (6 maanden of langer) geïnformeerd moet worden over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Deze mededeling dient schriftelijk te gebeuren. Doet de werkgever dat niet dan is zij maximaal het maandsalaris van de werknemer verschuldigd, naar rato dat de werknemer te laat is geïnformeerd

In de jurisprudentie heeft zich onlangs een situatie voorgedaan waarbij de werkgever wel verder wilde met de werknemer en dat – naar eigen zeggen – ook mondeling had gecommuniceerd. De werknemer in kwestie met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft op enig moment aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen. Vervolgens maakte de werknemer echter aanspraak op een totale maandvergoeding omdat de werkgever had nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren over het wel of niet voortzetten van de overeenkomst. Saillant detail was dus dat de werknemer echter zelf had aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen.

In deze zaak wordt door de rechter voorbijgegaan aan het aanbod van de werkgever om te bewijzen dat mondeling met de werknemer is besproken verder te willen. De rechter oordeelt dat de werkgever een totale maandvergoeding verschuldigd is omdat zij heeft nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren. Daarbij gaat de rechter voorbij aan het feit dat de werknemer op eigen initiatief is vertrokken.

Uiterlijk 1 maand van tevoren én schriftelijk

Dit is natuurlijk bijzonder zuur in de setting dat een werkgever ervan uit gaat dat een werknemer blijft en dat ook mondeling als zodanig heeft besproken. Wij wijzen u er daarom op dat u op basis van deze jurisprudentie niet kunt volstaan met een mondelinge afspraak voor (wel of geen) verlenging van een overeenkomst voor bepaalde termijn. Wilt u de arbeidsovereenkomst van een werknemer voor bepaalde tijd verlengen of juist niet voortzetten, dan moet u dat uiterlijk 1 maand van tevoren schriftelijk aan deze werknemer laten weten. Overigens kan dit laatste ook per e-mail en valt ook niet uit te sluiten dat zelfs een SMS- of WhatsAppbericht afdoende is. U moet alleen wel kunnen bewijzen dat de informatie de werknemer ook daadwerkelijk heeft bereikt. Een aangetekende brief of de werknemer laten tekenen voor ontvangst verdient daarom altijd de voorkeur. Denkt u hier wel aan, want anders kunt u als praktijkhouder verrast worden met onaangename consequenties.

Door: Lisanne Brouwer en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tuchtrecht: tandarts berispt om declaratie van verkeerde code

Tuchtrecht: tandarts berispt om declaratie van verkeerde code

Een tandarts is door het Centraal Tuchtcollege berispt, omdat hij bij het declareren een verkeerde code heeft gebruikt. Volgens het college heeft hij hiermee niet de zorgvuldigheid en nauwgezetheid betracht die van hem verwacht mogen worden.

Situatie

Op verzoek van een patiënt heeft een tandarts een van haar onderkiezen onderzocht. Hij vermoedde dat er een barst in de wortel van de kies zat en wilde dit met een kijkoperatie onderzoeken. Op de patiëntenkaart heeft hij vervolgens genoteerd hoeveel de operatie en eventuele vervolgbehandeling zouden gaan kosten en dat de patiënt geen begroting wilde.

Bij de kijkoperatie heeft de tandarts onder verdoving het tandvlees afgeschoven om de kies te bekijken en ontstoken weefsel weg te halen. Hij constateerde een combinatie van bruxisme en mesiale radix en vond de prognose te slecht voor verdere behandeling. Hij heeft vervolgens een rekening gestuurd met de code E33 en de omschrijving ‘molaar’.

Een week na de operatie heeft de patiënt ontstekingsklachten gekregen, die door een collega van de tandarts zijn behandeld. Een maand later is de patiënt naar een andere tandarts gegaan die 3D-foto’s heeft gemaakt en de kies heeft behandeld.

Klacht

De patiënt heeft een klacht ingediend, omdat volgens haar de tandarts haar niet geïnformeerd heeft over de kosten van de kijkoperatie, hij een nota heeft gestuurd met een onjuiste code waardoor de declaratie hoger werd en dat hij een behandeling wilde uitvoeren die niet mogelijk was.

Volgens de tandarts heeft hij met behulp van de zorgsompolis de patiënt geïnformeerd over de kosten van de kijkoperatie en heeft hij de begroting aan de patiënt gemaild. De tandarts kan dit niet meer aantonen, maar zijn assistente heeft zijn verhaal bevestigd.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam oordeelt dat aan te nemen is dat de patiënt van te voren is geïnformeerd over de kosten van de kijkoperatie. Volgens het college kan ook niet vastgesteld worden dat er een verkeerde code is gebruikt. Het college stelt: “Er is een zogenaamde ‘flapoperatie’ uitgevoerd, waarbij tandvlees is opengesneden om de situatie met direct zicht te bekijken en ontstoken weefstel te verwijderen. Voor deze handelingen kan de genoemde declaratiecode worden gebruikt.”

Ook kan niet worden vastgesteld dat de tandarts een verkeerde behandeling wilde uitvoeren. Volgens de tandarts heeft hij bij de kijkoperatie vastgesteld dat verdere behandeling zinloos was en heeft hij dat de patiënt gelijk verteld. Volgens de patiënt heeft hij gezegd dat er geen scheur in de wortel zat en dat er een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd zou worden. Volgens het college lijkt het er op dat de patiënt het mogelijk door taalproblemen niet goed begrepen heeft.

Beoordeling Centraal Tuchtcollege

De patiënt is tegen de uitspraak in beroep gegaan, waardoor de zaak bij het Centraal Tuchtcollege is terechtgekomen.

Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de tandarts wel een verkeerde declaratiecode heeft gebruikt. Onder code E33 die de tandarts heeft gebruikt valt: het uitvoeren van een flap, het toegankelijk maken van de wortelpunt door middel van een osteo-ectomie, het verwijderen van ontstekingsweefsel en het aanbrengen van hechtingen. Uit de patiëntenkaart blijkt niet dat de tandarts deze verrichtingen heeft uitgevoerd. De tandarts heeft hiermee niet de zorgvuldigheid en nauwgezetheid betracht die van hem verwacht mogen worden. Het Centraal Tuchtcollege acht een berisping daarom op zijn plaats.

Voor de overige onderdelen van de klacht oordeelt het Centraal Tuchtcollege hetzelfde als het Regionaal Tuchtcollege.

Bron:
Tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
regels

Veranderingen in wet- en regelgeving mondzorg

In de zomerperiode zijn een aantal wetten en richtlijnen aangenomen die ook van belang zijn voor de mondzorg. Hieronder een overzicht.

Wijziging in Wet BIG – naar verwachting begin 2019

De Eerste Kamer stemde in juli in met verandering van de Wet BIG.  Tandartsen moeten volgens de aanpassing van de Wet Big dan hun BIG-nummer bekendmaken. Ook wordt het tuchtrecht aangepast. Een tuchtcollege kan straks direct een beroepsverbod opleggen aan een zorgverlener bij ernstige dreiging van gevaar voor de patiënt. Het beroepsverbod kan ook worden opgelegd voor behandeling van bepaalde categorieën patiënten.

Verder worden berispingen en boetes alleen nog openbaar gemaakt als de tuchtrechter dat in het belang van de individuele gezondheidszorg nodig vindt. Het toepassingsbereik van tuchtrecht wordt bovendien verruimd waardoor BIG-geregistreerde zorgverleners in een ander beroep of privésituatie onder het tuchtrecht vallen. Daarnaast zijn er veranderingen voor patiënten. Zo moeten zij bijvoorbeeld griffierechten gaan betalen. De patiënt krijgt dit geld terug als de klacht gegrond wordt verklaard.  Lees alle details  over de wijziging Wet BIG op de website van de KNMT.

Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding

Er komt een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Het gaat bijvoorbeeld om een integraalhelm, een bivakmuts of een nikaab. De Eerste Kamer heeft in juni ingestemd met het wetsvoorstel. De datum van inwerkingtreding wordt na overleg met de betreffende sectoren vastgesteld.

Voorstel om de WGBO aan te passen

Minister Bruins voor Medische Zorg heeft in juli een voorstel ingediend bij de Tweede Kamer voor aanpassing van de WGBO. Hij stelt voor om de bewaartermijn van patiëntendossiers te verlengen, nabestaanden in bepaalde gevallen het recht te geven om een patiëntendossier in te zien en “samen beslissen”  op te nemen in de WGBO, schrijft de KNMT.

Aanpassingswet AVG-wetgeving

De Aanpassingswet AVG is in juli aangenomen en treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25 mei 2018.
Via deze wet wordt de WGBO aangepast:

  • Een patiëntendossier moet ‘onverwijld’ worden vernietigd na een verzoek van een patiënt. Eerder was dat binnen drie maanden.
  • Eerder mocht een redelijke vergoeding aan de patiënt worden gevraagd voor het geven van een kopie van z’n patiëntendossier. Dit is nu gratis geworden.
  • Voorheen moest een zorgverlener ‘Zo spoedig mogelijk’ inzage aan een patiënt in zijn dossier of een afschrift geven. De term ‘Zo spoedig mogelijk’ is nu weggehaald.

Herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie geautoriseerd

De herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie is geautoriseerd door de KNMT. Tandartsen kunnen de richtlijn nu dus implementeren in de praktijk.

Taakherschikking mondzorg definitief

De ministerraad stemde begin juli in met het besluit van minister Bruins om mondhygiënisten vanaf 1 januari 2020 zelfstandige bevoegdheden te geven. Het gaat om een experiment voor een periode van vijf jaar. Mondhygiënisten mogen dan zelfstandig verdoven, röntgenfoto’s maken en eerste gaatjes vullen.

Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld: nieuw afwegingskader en stappenplan

Wanneer moet u als tandarts vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld melden bij Veilig Thuis?
Het nieuwe afwegingskader van de KNMG helpt tandartsen bij het nemen van de beslissing om te melden.

Bronnen:
Overheid.nl
Tweedekamer.nl
KNMT
KNMG

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
leiding geven

Leiding geven aan uw team

Hoe geef ik op de beste manier leiding aan mijn team? Pas uw leiderschapsstijl aan op uw medewerker en let op uw eigen voorkeursstijl. Bekijk de video.

Video door Anna Berends van Loenen. 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z, Video
Positioneren van de tandartspraktijk in de eerstelijnszorg

Positioneren van de tandartspraktijk in de eerstelijnszorg

De huidige economie vraagt om meer ondernemerschap en commercieel inzicht van zowel praktijkeigenaren als van medewerkers in de eerstelijnszorg. Patiënten worden mondiger, zoeken naar informatie op het internet, zijn kritischer en vertonen steeds vaker uitstelgedrag vanwege de eigen bijdrage. Hoe positioneert u uw praktijk?

Uw cliënten hebben niet per sé voor u gekozen, ze komen bij u omdat u de dichtstbijzijnde mogelijkheid bent, of omdat de hele familie al jaren bij u komt. Lekker makkelijk, dat wel. Toch is het in de huidige economie, waar vergoedingen en behandelingen aan banden worden gelegd en er steeds meer concurrentie komt noodzakelijk om na te denken over uw positionering. Wat maakt een behandeling in uw praktijk nou zo speciaal? Wat is u onderscheidend vermogen?

Wanneer u iets speciaals te bieden hebt en dit duidelijk weet uit te dragen zijn cliënten bereid om hiervoor om te rijden en te betalen. Ga het maar na bij uzelf, heeft u goede apparatuur nodig voor uw praktijk, dan kiest u voor een gespecialiseerd bedrijf dat kennis en verstand van zaken heeft. Wanneer u kinderen heeft, weet u dat zij graag naar McDonalds willen, daar is het namelijk leuk: ze kunnen er spelen, mogen met hun handen eten en ze krijgen een speeltje. U bent er vast wel eens voor omgereden…. Je zou in dit voorbeeld kunnen zeggen dat McDonalds zich goed heeft gepositioneerd.

Keuzes maken

Positioneren, waar staat dat woord eigenlijk voor? Wanneer je de betekenis opzoekt, lees je het volgende:

“Plaatsen”, “Het streven om een product of merk in de beleving van de consument een bepaalde positie te laten innemen ten opzichte van vergelijkbare concurrenten. Het zogenaamde “in de markt zetten” van een product of merk”.

Positioneren wil zeggen dat je een onderscheidende positie inneemt in het brein van je doelgroep. Dat je leert om keuzes te maken. Er wordt niet voor niks gezegd “Kies en wordt gekozen”.

U zult een keuze moeten maken in welke doelgroepen u aan uw praktijk wilt binden en welke niet. U zult keuzes moeten maken over wat u over uw praktijk of product/dienst naar buiten toe wilt laten zien. U moet zelfs keuzes maken over wie u als concurrent ziet.

Op dit punt is er binnen de eerstelijnszorg nog erg veel te doen. Eerder was het niet nodig om na te denken over een goede positionering,  de cliënten kwamen toch wel, de behandelingen werden grotendeels betaald door de zorgverzekeraar en u was vooral zorgverlener. Daar komt bij dat u niet bent opgeleid in ondernemerschap, marketing en sales. Vaktechnisch bent u  wel zeer goed opgeleid en wordt u regelmatig bijgeschoold.

Het belang van positioneren in de eerstelijnszorg

 Het leveren van een goede service en kwaliteit is, zeker binnen de eerstelijnzorg, een gegeven. Natuurlijk zullen er wat verschillen zijn maar over het algemeen is dit naar een gelijk niveau getrokken. Toch wil de zorgconsument een keuze kunnen maken in het ruime aanbod van eerstelijnszorg. Hier komt het belang van een goede positionering kijken. Weet u zich te onderscheiden van de rest?  Weet u de aandacht te trekken van uw doelgroep?

Allemansvriend

Positioneren van uw praktijk/dienst/product vraagt om keuzes maar zeker zo belangrijk is het managen van dit proces. In de praktijk worden er te weinig keuzes gemaakt, bang om bepaalde doelgroepen te verliezen of om doelgroepen uit te sluiten. Wanneer u keuzes durft te maken en de juiste doelgroepen aan u weet te binden doet u alleen nog datgene wat u het leukste vindt om te doen. U specialiseert zich. Dat wil niet zeggen dat u nooit meer andere zaken aan kunt bieden binnen uw praktijk, het gaat erom dat uw doelgroep u weet te vinden en dat u uw expertise in kunt zetten als onderscheidend vermogen ten opzichte van de concurrent. Heeft de zorgconsument u eenmaal gevonden, dan kunt u uiteraard ook andere zaken aanbieden. Het imago van een allemansvriend is niet de beste.

Onderscheidend vermogen

Waarin kunt u onderscheidend zijn? Is dit vanwege de extra behandeltijd die u neemt voor u cliënten? Vanwege uw technische perfectie, (op welk vlak..?) of vanwege uw ervaring met een specifieke doelgroep? Zo kan de expertise van een tandartspraktijk bij de behandeling van kinderen liggen.

Digitalisering

Tegenwoordig zoekt iedereen op internet naar informatie bij aanschaf van iets nieuws, het boeken van een vakantie of hulp bij een probleem of behoefte. Zo ook de zorgconsument. We praten steeds vaker over kennis delen. Wanneer u of uw praktijk een expertise heeft, is dat een geweldige aanleiding om uw kennis in hapklare brokken aan te bieden. Dit heeft niets te maken met uw ego, het heeft te maken met de positionering van uw praktijk.  Bent u voldoende aanwezig op internet, schrijft u weleens een blog bijvoorbeeld? U kunt blijven ontkennen en niet mee willen gaan in deze nieuwe tijd maar dit is de toekomst: kennis delen en gevonden worden door uw doelgroep.

Vragen bij positionering

 Een goede positionering neerzetten vraagt tijd en aandacht, dit is niet zomaar even gedaan. Het begint met nadenken over de volgende zaken en dit doet u bij voorkeur met uw team.

  • Wat is uw bestaansrecht of uw missie?
  • Welke soort patiënt (doelgroep) wilt u graag bedienen?
  • Weet de zorgconsument u te vinden op basis van uw specialisatie?
  • Wat is uw visie voor de toekomst?
  • Wat kunt u uw doelgroep bieden?
  • Welke doelen heeft u gesteld voor dit jaar en de lange termijn?
  • Wat zijn de wensen en behoeften van uw doelgroep?
  • Op welke pijlers rust uw praktijk?
  • Wie ziet u als concurrent?

Wanneer uw positionering volledig helder is, worden een aantal zaken veel makkelijker. Bijvoorbeeld acquireren, u weet nu wat u wilt , waarom u dit wilt en wat u zoekt. Dat praat een stuk prettiger wanneer u gesprekken wilt voeren met uw verwijzers of andere  partijen waarmee u samenwerkt.

Door Thalita Smit van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen. Dit bedrijf ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Tijd - geld

Heeft u wel eens patiënten die op een afspraak niet op komen dagen?

Wij zijn benieuwd hoe Nederlandse tandartsen en mondhygiënisten dit ervaren. Doe mee aan onze inventarisatie en vul de vragenlijst (anoniem) in. Op een later moment zullen we de resultaten op dental INFO bekendmaken.

Nadelen voor tandartsen door onbetrouwbare patiënten

Elke tandartsenpraktijk krijgt er wel eens mee te maken: onbetrouwbare patiënten. Deze patiënten, die bijvoorbeeld niet bij hun afspraken komen opdagen, zorgen er zelfs voor dat medische professionals vaak wel €1000 of meer per maand mislopen.

Behoefte aan optimalisatie

Deze resultaten bleken uit een punctualiteitsstudie die in Duitsland werd uitgevoerd onder 561 artsen. Opvallend was dat met name patiënten tussen de 19 en 30 jaar uitblinken in onbetrouwbaarheid (44,64%). Aangezien de meerderheid van de artsen meende dat deze onbetrouwbaarheid steeds populairder lijkt te worden is er een grote behoefte van optimalisatie.

Afspraaksherinneringen

Zo bleek dat slechts de helft van de onderzochte praktijken hun patiënten aan hun aankomende afspraken herinnert. De meeste praktijken doen dit met relatief dure middelen, zoals per telefoon (42,93%) of per post (31,48%), terwijl goedkopere alternatieven, zoals SMS (8,94%) of e-mail (14,49%), een stuk minder worden gebruikt in Duitsland. Als meer praktijken slim van dit soort middelen gebruik zouden gaan maken is de kans groot dat een stuk minder patiënten hun afspraken in de toekomst zullen missen.

Bron:
Aertzeblatt.de

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Partnernieuws, Partnernieuws
Hoe wordt een tandarts klantvriendelijker?

Hoe wordt een tandarts klantvriendelijker?

Bas Hoogland is 19 jaar commercieel directeur van Landal GreenParks geweest. Onder zijn leiding heeft Landal het geschopt tot ‘klantvriendelijkst bedrijf van Nederland’. Wat kunnen tandartsen van hem leren over klantvriendelijkheid? Op Praktijk Anno Nu vertelde hij erover.

Customer jouney

Als je het over gastvrijheid hebt, moet je de gasten centraal zetten. Je moet er achter komen wat zij verwachten en die verwachtingen proberen te overtreffen.

Veel bedrijven werken met het begrip ‘customer journey’ (klantreis), dat wil zeggen dat ze alle stappen die een potentiële klant zet in kaart brengen. Bij een vakantie begint dat bijvoorbeeld met op de bank zitten dromen over een vakantie, dan op internet een vakantie zoeken, boeken, bij de receptie aankomen, enzovoort. Van alle contactmomenten (‘touch points’) moet je een goede ervaring proberen te maken.

Tandartsen

Wat voor bedrijven geldt, geldt ook voor tandartsen. Ook zij kunnen de customer journey in kaart brengen en kijken naar de parkeergelegenheid, de entree (hoe klinkt bijvoorbeeld de bel), de inrichting van de spreekkamer, de ontvangst en de kleding van de medewerkers. Bij alles kun je je afvragen wat als leuk en wat als niet leuk ervaren wordt. Een tandarts zou dit ook samen met een patiënt kunnen doen om alles echt door de ogen van de patiënt te zien.

Klantvriendelijkheid

Bij reviews krijgen veel bedrijven (ook tandartsen) een cijfer tussen 0 en 6. Over deze bedrijven wordt door de klanten in negatieve zin gesproken. De bedrijven die tussen 6 en 8 scoren zijn oké, maar worden meestal niet genoemd. De bedrijven die tussen 8 en 10 krijgen, hebben de wow-factor. Daar spreken klanten ook over, maar dan in positieve zin.

Criteria klantvriendelijkste bedrijf

Bij de verkiezing van het klantvriendelijkste bedrijf van Nederland golden een aantal criteria. Eén ervan was ‘het tijdig fouten oplossen’. Fouten maken is dus niet erg, als ze maar opgelost worden. Daarnaast werd een goede bereikbaarheid belangrijk gevonden: ben je er als de klant dat wil? Ook beloften nakomen is van belang. Voor een tandarts is dat ook dat een patiënt die om 2 uur een afspraak heeft, niet pas om 3 uur aan de beurt is. Ook flexibiliteit in oplossingen tonen wordt gewaardeerd (“Het kan eigenlijk niet, maar ik ga het voor u proberen.”) Daarnaast moeten klanten alleen benaderd worden met relevante informatie.

Cultuur

De cultuur die bij Landal heerste droeg in grote mate bij aan de uitverkiezing tot het klantvriendelijkste bedrijf. Iedereen werkte erg hard en de onderlinge sfeer was erg goed. De directie draaide soms ook mee op de werkvloer en de selectie van de medewerkers gebeurde erg zorgvuldig. (Tip voor de tandartsen: neem leuke mensen aan!)

Altijd geldt dat bij beslissingen het belang van de klanten moet worden meegewogen. Klachtenbrieven en reviews moeten serieus worden genomen. Overweeg ook om social media in te zetten en leuke gebeurtenissen bijvoorbeeld op Facebook te delen.

Basiskwaliteit

Daarnaast is het van groot belang dat de basiskwaliteit van de processen op orde is, bijvoorbeeld dat de boor niet te veel geluid maakt. Het bedrijf moet één geheel zijn, ook de assistenten moeten voelen dat ze er bij horen. De medewerkers moeten het belangrijk vinden om bij jou te werken. Je moet proberen onder de klanten sympathie te verwerven. Als er dan een keer iets mis gaat, vinden je klanten dat niet zo erg. Je moet flexibel zijn en boven verwachting presteren.

Adviezen

Tot slot geeft Bas Hoogland nog een aantal adviezen aan de tandartsen om een klantvriendelijke praktijk te krijgen: “Bedenk goed wat de sterkte van de praktijk is. Waarom moeten klanten deze praktijk kiezen? Neem alleen bevlogen en hele leuke collega’s aan en zoek verbinding met elkaar. Leer je personeel goed kennen en geef vaker een compliment. Doe sommige dingen anders dan anderen, verzin bijvoorbeeld iets leuks voor de kinderen in de praktijk.” En als laatste:

“Behandel de ander niet zoals je zelf behandeld wilt worden, maar behandel de ander zoals de ander behandeld wil worden!”

 

Bas Hoogland was 19 jaar commercieel directeur van Landal GreenParks. Hij had daar klantvriendelijkheid hoog in zijn vaandel staan, wat onder andere in 2010 leidde tot de uitverkiezing van Landal GreenParks als klantvriendelijkste bedrijf van Nederland. Begin 2015 heeft hij zijn baan opgezegd om een ‘bed no breakfast’ te beginnen in Zuid-Limburg.

Verslag door Yvette in ’t Velt van de lezing door Bas Hoogland tijdens Praktijk Anno Nu. Op 8 december 2018 vindt de vijfde editie van Praktijk Anno Nu plaats.

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
De mooiste behandelkamers

De mooiste behandelkamers

Het is weer tijd om een update te geven over de mooiste, strakste en opvallendste behandelkamers aangezien deze het visitekaartje van de praktijk zijn. Door uw behandelkamer op een vriendelijke, open of geruststellende wijze in te richten, kunt u de patiënt vooraf al een goede indruk geven.

Dr. Sabina Ripka und Kollegen, Stuttgart, Duitsland

Dr. Sabina Ripka und Kollegen, Stuttgart, Duitsland

 

Kieferorthopädie Bogen, Bogen

Kieferorthopädie Bogen, Bogen

Kieferorthopädie Bogen, Bogen

Kieferorthopädie Bogen, Bogen

 

ORA Oral Surgery & Implant Studio – Chicago, Illinois, Verenigde Staten

ORA Oral Surgery & Implant Studio – Chicago, Illinois, Verenigde Staten

 

Praktijk Orthopoint – Aalst, België

Praktijk Orthopoint – Aalst, België

 

Tandartspraktijk Jeroen Moortgat – Lebbeke, België

Tandartspraktijk Jeroen Moortgat – Lebbeke, België

 

Tandartspraktijk Swiss Smile – Zurich, Zwitserland

Tandartspraktijk Swiss Smile – Zurich, Zwitserland

 

Naam van praktijk onbekend – Belo Horizonte, Brazilië

Naam van praktijk onbekend – Belo Horizonte, Brazilië

 

Praxis für Zahnheilkunde Dr. Sabine Hessabi, Baden-Baden

Praxis für Zahnheilkunde Dr. Sabine Hessabi, Baden-Baden

 

Tandartsenpraktijk Koning – Koog aan de Zaan, Nederland

Tandartsenpraktijk Koning – Koog aan de Zaan, Nederland

 

High-tech tandartspraktijk Statenkwartier – Den Haag, Nederland

Tandartspraktijk Statenkwartier – Den Haag, Nederland

Stuur ons een foto van uw behandelkamer

Heeft u een mooie, opvallende en/of bijzondere behandelkamer die u graag laat zien aan uw collega’s? Mail ons een foto hiervan.  Wij plaatsen ‘m graag op dental INFO in een vervolgbericht.

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
Professionaliseren van de praktijk

Professionaliseren van de praktijk

25 Mei is voorbij. En wat nu…? Het lijkt wel of heel tandheelkundig Nederland in de afgelopen weken en maanden heeft toegeleefd naar 25 mei 2018. Zoals velen weten is op die datum namelijk de AVG inwerking getreden. Het voldoen aan deze – plus andere wetgeving – kost praktijken heel veel tijd en moeite. Iets wat uiteraard nodig is, maar wat enorm afleidt van zaken die er voor een praktijk veel meer toe doen. Het professionaliseren van de praktijk is voor veel praktijkhouders namelijk een veel belangrijker issue in deze tijd van ontwikkelingen in de mondzorg.

Druk, druk, druk

Het voldoen aan geldende wet- en regelgeving is voor veel praktijkhouders een last op de schouders. Dit blijkt wel uit de grote onzekerheid die hierover heerst onder praktijkhouders. Mijn ervaring is, dat velen zich hier serieus in vastbijten en de praktijk inmiddels ook goed ‘op orde’ hebben. Ondanks dat, blijft die onzekerheid vaak bestaan.

Het is voor een praktijk en de praktijkhouder heel belangrijk aantoonbaar te voldoen aan geldende wet- en regelgeving. Daarom is het ook belangrijk hier tijd en aandacht aan te besteden. Echter, veel praktijken blijven dit onderwerp op de agenda houden. En blijven hier heel veel tijd en aandacht aan besteden, terwijl de zaakjes inmiddels al goed op orde zijn. Dit als gevolg van de voortdurende onzekerheid hierover. En dat is juist zo zonde, want de praktijk heeft ook veel tijd en aandacht nodig om concurrerend te blijven in alle ontwikkeling van tegenwoordig. Iets waar voor veel praktijken nog winst te behalen is.

Ontwikkelingen in de mondzorg

In de afgelopen 10 tot 15 jaar is het beroep van tandarts erg veranderd. Praktijken zijn gemiddeld groter geworden en de randzaken zijn enorm toegenomen. Ook in de komende tijd gaan de ontwikkelingen nog door.

  • Centrale regie bij de tandarts

    Binnen de zorgverlening zal het werken in teamverband verder toenemen. Naast de verschillende functies binnen het mondzorg team worden steeds meer verbanden gelegd met de algemene gezondheidszorg en met esthetische behandelingen. Door een toename van het aantal zorgverleners binnen de zorg, neemt de behoefte aan een goede centrale regie toe.

  • Meer gericht op preventieve aanpak

    In de preventieve aanpak is er voor veel mondzorgverleners nog veel te winnen. Een effectieve, preventieve aanpak betekent dat het gedrag van patiënten naar een gezondere levensstijl daadwerkelijk verandert. Het gaat feitelijk niet om wat je doet (bijvoorbeeld continu poetsinstructies geven), maar vooral om het resultaat dat ermee wordt bereikt (de gedragsverandering van de patiënt).

  • Toenemende concurrentie en ketenvorming

    Ketenvorming zet de komende jaren verder door, wat resulteert in steeds meer praktijken die zeer professioneel gemanaged worden. Daarnaast wordt in de Randstad de concurrentie om de patiënt steeds groter, wat blijkt uit de zichtbaarheid van praktijken via marketingactiviteiten en social media. Ontwikkelingen, die ervoor kunnen zorgen, dat patiënten eerder kunnen switchen van praktijk.

  • De mondigere patiënt

    Een veelgehoorde klacht vanuit praktijken is de steeds mondiger wordende patiënt en een groeiende ‘claim’ cultuur. Dit vraagt erom goed verantwoording te kunnen overleggen over de geleverde zorg.

  • Tandartsen zijn steeds schaarser

    Door de vergrijzing gaan de komende jaren veel tandartsen met pensioen, welk aantal de instroom van nieuwe en buitenlandse tandartsen overstijgt. Daarnaast is de wens steeds vaker om parttime te werken. Daardoor wordt het aantrekken van nieuwe tandartsen steeds moeilijker voor praktijken. Iets wat met name buiten het Randstedelijk gebied als een steeds groter probleem wordt ervaren.

Focus op toegevoegde waarde

In plaats van de grote onzekerheid of de praktijk ‘op orde’ is, kunnen praktijkhouders zich wellicht beter afvragen in hoeverre de praktijk eigenlijk concurrerend is op bovengenoemde ontwikkelingen. Het is aannemelijk, dat de praktijken in uw directe omgeving van vorm en eigenaar zullen veranderen in de komende jaren. Met wellicht het gevolg, dat die andere praktijken het beter gaan doen. Nu alle stress rondom de AVG voorbij is, is het wellicht goed om kritisch naar de eigen praktijk te kijken. En af te vragen hoe u toegevoegde waarde kunt toevoegen aan de praktijk.

En hoe doet u dat? Volgens mij kunnen praktijken zich in de toekomst vooral onderscheiden door de beste werkgever in de omgeving te zijn. Mijn advies is dan ook om niet de patiënten op de eerste plaats te zetten. Zorgverlening is mensenwerk en mondzorg is meer en meer een teamprestatie. Door als praktijkhouder het team op de eerste plaats te zetten, zullen zij zorgen voor (zeer) tevreden patiënten. Via een sterk team kan de praktijk zich onderscheiden naar patiënten. De kracht van het team bepaalt de kracht van de praktijk.

Conclusie

Veel tandartsen ervaren nog altijd veel onzekerheid of de praktijk ‘op orde’ is met betrekking tot geldende wet- en regelgeving. Ook de inwerkingtreding van de AVG heeft de mondzorgpraktijken weer een enorme inspanning gekost. Helaas zijn dergelijke inspanning niet van directe toegevoegde waarde voor de praktijk als het gaat om de toekomstige ontwikkelingen binnen de mondzorg. Hopelijk krijgen praktijkhouders weer de ruimte en het enthousiasme om zich vooral met het team en hun zorgverlening bezig te houden. Er is op dit terrein namelijk nog veel te winnen, voordat je voorbij wordt gelopen door je collega praktijken (lees: concurrenten).

Door: Sjoerd Kuiken van Kuiken Praktijkmanagement . Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in het opzetten van een solide praktijkorganisatie met gedeelde verantwoordelijkheden. De praktijkhouder en het team worden gecoacht en getraind, zodat de praktijkhouder vooral tandarts kan zijn.

Lees meer over: Management, Ondernemen
handtekening - contract

Machtiging medische informatie: mogen minderjarigen zelf tekenen?

Het Centraal Tuchtcollege heeft in een tuchtrechtzaak tussen een tandarts en een tandheelkundig adviseur van een zorgverzekeraar uitspraken gedaan over de handelingsbekwaamheid van minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar en 16- en 17-jarigen. Wie moet toestemming geven voor de behandelingsovereenkomst?

Tuchtrechtzaak

In de tuchtrechtzaak ging het om een controle door een tandheelkundig adviseur in loondienst bij een zorgverzekeraar. De controle vond plaats bij een tandarts in verband met ‘geconstateerde afwijkingen met betrekking tot de rechtmatigheid en doelmatigheid van vervaardigde röntgenfoto’s’.

Om deze controle te kunnen uitvoeren heeft de zorgverzekeraar individuele verzekerden, waaronder minderjarigen, schriftelijk om toestemming gevraagd om hun medisch dossier in te zien.

Het geschil tussen de beide partijen gaat over de machtigingen die de zorgverzekeraar heeft verstuurd voor het verstrekken van medische informatie over 12- tot 16-jarigen en 16- en 17-jarigen. De vraag is of op deze machtigingen terecht is vermeld dat bij minderjarigheid de wettelijk vertegenwoordiger moet tekenen.

Minderjarigen van 16 en 17 jaar

Volgens het Centraal Tuchtcollege volgt uit artikel 7:447 van het Burgerlijk Wetboek dat minderjarigen van 16 en 17 jaar handelingsbekwaam zijn voor het uitoefenen van de met de behandelingsovereenkomst samenhangende rechten als patiënt. Dit omvat ook het wel of niet toestemming geven voor het verstrekken van medische informatie. Zij mogen een machtiging dus zelf tekenen; een handtekening van hun wettelijk vertegenwoordiger is niet nodig.

Minderjarigen van 12 tot 16 jaar

Voor 12- tot 16-jarigen ligt dit anders. Het Burgerlijk Wetboek artikel 7:450, tweede lid, vermeldt dat voor de uitvoering van de behandelingsovereenkomst hun toestemming nodig is, maar ook die van hun wettelijk vertegenwoordiger. Zij kunnen zelf hun rechten als patiënt uitoefenen, maar de zorgverlener moet ook de wettelijk vertegenwoordiger hierbij betrekken, tenzij daarvoor ernstige bezwaren bestaan. Daarom geldt voor minderjarigen van 12 tot 16 jaar, dat zowel de patiënt zelf als de wettelijke vertegenwoordiger toestemming moet geven voor het verstrekken van medische gegevens.

Machtiging

Als een hulpverlener een machtiging verstuurt of laat versturen, moet hij er voor zorgen dat deze aan de wettelijke eisen voldoet.

Bron:
Overheid.nl 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tandartspraktijk neemt korte film op voor marketing

Tandartspraktijk neemt korte film op voor marketing

Een tandartspraktijk in Berlijn besloot om hun marketing eens anders dan gewoonlijk aan te pakken. De tandartspraktijk wilde een speciale commercial neerzetten, en slaagde erin om Duitse rapper Marteria over te halen om hieraan mee te doen. Op 30 mei ging de korte film in première.

Tandartspraktijk als camouflage

In DENTBOSS. DIE PRAXIS, veranderen patiënten in cameramannen, rappers in tandartsen en tandartsen in directeuren. Marten Laciny, beter bekend als Marteria, neemt de rol aan van een Italiaanse maffioso, die wordt opgepakt door de Berlijnse politie. De deal: een verklaring tegen een getuigenbeschermingsprogramma, met als camouflage… een tandartspraktijk. Dit blijkt erg goed samen te gaan in combinatie met zijn niet-bestaande tandheelkundige expertise.

Groot bereik

De 18-minuten durende korte film is heel leuk om te zien, en lijkt daardoor ook te slagen in het bereiken van het gewenste effect. Na 2,5 uur op YouTube werd de korte film al door meer dan 4.500 mensen bekeken.

Bron:
YouTube

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Zwangerschapsverlof in de (mondzorg)praktijk

Zwangerschapsverlof in de (mondzorg)praktijk

Wanneer een werknemer in uw praktijk zwanger wordt ontstaan er voor zowel werknemer als werkgever verschillende rechten en plichten. Waar dient u allemaal rekening mee te houden? Enkele tips en tricks.

De werkplek tijdens de zwangerschap

Als werkgever zult u moeten zorgen voor een gezonde en veilige werkplek binnen uw praktijk voor uw (zwangere) medewerkers. Dit houdt in dat u mogelijke gevaren of veiligheidsrisico’s zoveel mogelijk inperkt. Voor de zwangere medewerker kan dat bijvoorbeeld betekenen dat u het werk, de werkplek of de werktijden zonodig dient aan te passen.

Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Rond de periode van bevallen heeft de werknemer recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof en een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van het UWV. Dit is geregeld in de WAZO (Wet Arbeid en Zorg).

Het aanvragen van zwangerschapsverlof

  • Wanneer uw werknemer aangeeft zwanger te zijn, vraag haar dan wanneer zij voornemens is met verlof te gaan. Hier heeft de werknemer een klein beetje vrijheid; het kan in principe elke dag tussen de 6 en 4 weken voorafgaand aan de verwachte bevallingsdatum. Vanaf vier weken voor de uitgerekende datum mag zij niet meer werken!
  • Vraag de zwangerschapsuitkering aan tussen de 4 en 2 weken voor de ingangsdatum van het verlof.
    Voor het aanvragen van een zwangerschapsuitkering is een zwangerschapsverklaring nodig. Dit formulier dient de werknemer aan u te verstrekken. De verklaring kan uw werknemer krijgen van haar arts of verloskundige. In deze verklaring staat ook wanneer zij is uitgerekend. De verklaring hoeft niet te worden verzonden naar het UWV, maar er wordt wel van u verwacht dat u deze bewaart. Tot 1 jaar NA de einddatum van de uitkering, kan het UWV dit nog bij u opvragen ter controle!
  • U vraagt de zwangerschapsuitkering digitaal aan via de website van het UWV. Bij de aanvraag van de uitkering kunt u aangeven of u wilt dat de betaling aan u, of direct aan de werknemer zal geschieden.

Duur van het verlof

Werknemer heeft recht op minimaal 16 weken verlof, waarvan in principe 6 weken vóór de bevalling en 10 na de bevalling. Er zijn situaties waarin het bevallingsverlof langer dan 10 weken kan duren:

  • Wanneer de werknemer vóór de bevalling slechts 4 of 5 weken opneemt, kan zij de resterende 1 of 2 weken na de bevalling opnemen.
  • Wanneer de werknemer eerder bevalt dan de uitgerekende datum, kan zij de dagen dat zij eerder bevallen is bij haar bevallingsverlof optellen.
  • Sinds 1 januari 2015 heeft uw werknemer ook recht op extra verlof als het kind wordt opgenomen in het ziekenhuis. Hoeveel dagen dat zijn, kunt u vinden op de website van het UWV
  • Ziekte tijdens of na de zwangerschap.

Van de 10 weken bevallingsverlof, dient de werknemer verplicht 6 aaneengesloten op te nemen na de bevalling. De rest mag in overleg met de werkgever flexibel worden opgenomen over een periode van 30 weken. Dit dient u uiterlijk 3 weken na de start van het bevallingsverlof te hebben kortgesloten.
Hoe het verlof ook wordt verdeeld, het UWV betaalt de uitkering altijd aaneengesloten aan u of aan de werknemer!

 

Het begin van een zwangerschapsverlof berekent u door vanaf de dag na de uitgerekende bevallingsdatum 6 weken terug te tellen. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling.

Ziekte rond de zwangerschap

Wanneer de werknemer ziek wordt voor, na of tijdens haar zwangerschap kunnen er, afhankelijk van de situatie, verschillende regels van toepassing zijn. Hierbij speelt de oorzaak van de ziekte (is deze gerelateerd aan de zwangerschap of niet) en het moment van ziek worden (voor, na of tijdens het verlof) een rol.
Als de werknemer ziek is door haar zwangerschap voorafgaand aan de verlofperiode, kunt u voor die periode een Ziektewet-uitkering aanvragen bij het UWV. Dit is ook het geval indien de werknemer na het aflopen van het verlof nog niet in staat is om te werken. Let op: dit is alleen mogelijk als de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van haar zwangerschap. Indien dit niet het geval is, dan geeft u niets door aan het UWV en valt de ziekmelding onder de reguliere regels.

Zelfstandige tandarts

Voor de tandartsen niet in loondienst gelden andere regels. Een zelfstandige tandarts die zwangerschapsverlof opneemt, kan een zwangerschapsuitkering aanvragen onder de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Deze uitkering duurt net als het reguliere zwangerschapsverlof minimaal 16 weken. Zij mag het verlof op dezelfde manier verdelen als de tandarts in loondienst.

Ontslag

Volgens de wet geniet de zwangere werknemer ontslagbescherming. Dit houdt in dat u de werknemer niet kunt ontslaan vanaf de eerste dag van de zwangerschap. Deze bescherming is van kracht tot een tijdvak van 6 weken aansluitend op het bevallingsverlof. Indien de werknemer na het aflopen van het bevallingsverlof een periode arbeidsongeschikt is geweest door haar zwangerschap, kunt u haar arbeidsovereenkomst pas 6 weken na het aflopen van deze periode opzeggen.
Alleen in speciale gevallen is ontslag tijdens zwangerschap mogelijk. Het ontslagverbod geldt bijvoorbeeld niet wanneer sprake is van faillissement of wanneer er sprake is van dringende redenen die ontslag op staande voet rechtvaardigen.

Door:
Lisanne Brouwer en Céline Peersman – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Wet- en regelgeving
Tuchtrecht: tandarts mag orthodontie niet meer uitoefenen

Tuchtrecht: tandarts mag orthodontie niet meer uitoefenen

Het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg in Eindhoven heeft een tandarts de bevoegdheid ontzegd om het vak orthodontie uit te oefenen. Hij heeft de informatie- en dossierplicht geschonden en heeft onvoldoende inzicht getoond in een ingewikkelde casus.

Situatie

Bij een jongen (geboren in 2000) was gebitscorrectie nodig, omdat sprake was van skelettale malocclusie. Hij is daarvoor van medio tot najaar 2016 door een tandarts behandeld. Er is een beugel met brackets geplaatst en er hebben meerdere controles plaatsgevonden.

Klacht

De ouders van de jongen hebben een klacht ingediend, omdat de tandarts geen behandelplan, maar alleen een kostenraming heeft opgesteld. Volgens hen heeft hij niet overlegd over de behandelmogelijkheden en de voor- en nadelen daarvan. Hij heeft niet verteld dat de gebitscorrectie alleen mét een kaak-osteotomie kon plaatsvinden en dat de zoon twee blijvende kiezen in zijn onderkaak miste. Daarnaast heeft hij slecht werk verricht: hij heeft te veel lijm gebruikt en brackets verkeerd geplaatst.

Weerwoord

Volgens de tandarts heeft hij drie behandelopties uitgebreid besproken met vader en zoon, waaronder chirurgie. Optie twee (het direct plaatsen van vaste apparatuur met reversed curve en opbeet in de molaarstreek) was volgens hem het beste. Chirurgie vond hij vanwege de jonge leeftijd ‘zielig’ en geen goede optie. Vader en zoon zouden hiermee ingestemd hebben. Volgens de tandarts heeft hij ook besproken dat er twee kiezen ontbraken. Het behandelplan is niet op schrift gezet.

In juli 2016 heeft de tandarts de beugel geplaatst en instructie gegeven over het gebruik van de brackets en mondhygiëne. Bij de maandelijkse controles bleek een paar keer dat de zoon een bracket had losgebeten en dat de mondhygiëne niet optimaal was. Na oktober 2016 is de zoon niet meer op controle verschenen.

Beoordeling

Volgens het college gaat het in deze zaak om twee vragen, namelijk of er sprake was van ‘informed consent’ en of de behandeling bekwaam is uitgevoerd.

‘Informed consent’ houdt in dat een tandarts verplicht is de patiënt te informeren over de voorgestelde behandeling en eventuele alternatieven. Er kan niet worden vastgesteld dat dit in deze zaak is gebeurd, omdat dit nergens is vastgelegd. Een schriftelijk behandelplan ontbreekt ook.

Wat het medisch-technisch handelen betreft, stelt het college vast dat de tandarts door doelbewust veel lijm te gebruiken is afgeweken van de professionele standaard. Hij heeft geen motivatie hiervoor vastgelegd in het dossier. De tandarts erkent dat hij een bracket op een verkeerd element en een bracket niet goed geplaatst heeft. Hij had dit later willen herstellen, maar volgens het college had dit gelijk moeten gebeuren. Hij heeft daarom in strijd met de geldende professionele standaard gehandeld.

Volgens het college is het niet waarschijnlijk dat de gebitsafwijking van de zoon met de gekozen behandeling gecorrigeerd had kunnen worden. Kaakchirurgie had op zijn minst besproken moeten worden. Ook het ontbreken van twee blijvende kiezen in de onderkaak had meegenomen moeten worden in de behandelplanning en de bespreking met de patiënt.

Uitspraak

Het college verklaart de klacht gegrond. Volgens het college ontbrak het de tandarts aan voldoende inzicht bij deze ingewikkelde casus en heeft hij de behandeling gekozen op basis van onjuiste, niet-vakinhoudelijke overwegingen. Chirurgisch ingrijpen bij een kind van 16 is niet zielig als dit tot het gewenste resultaat leidt. Het college heeft er onvoldoende vertrouwen in dat de tandarts in de toekomst het vak orthodontie op bekwame wijze zal uitoefenen. De tandarts wordt daarom de bevoegdheid ontzegd om het beroep van tandarts uit te oefenen voor zover het de orthodontie betreft.

Bron:
Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving