Leiderschap in de mondzorg

Leiderschap in de mondzorg

Met het groter worden van tandartspraktijken neemt de behoefte aan leiderschap toe. Maar wat is een leider eigenlijk en hoe wordt u een leider? Alex Nottingham van All-Star Dental Academy gaf tijdens het seminar Dental Practice Excellence zijn visie op leiderschap in de mondzorg.

Leider

Een leider is een persoon met visie die aan de toekomst denkt en met behulp van fantasie en/of kennis plant. Hij is altijd optimistisch over de toekomst, maar is nooit tevreden. Hij ziet altijd kansen. Hij focust zich op talenten en schakelt daarbij niemand uit. Hij heeft een zekere stelligheid over zich heen; wat hij zich ten doel stelt, zal hij behalen, hoe dan ook. Hoe wordt u een leider?

Waarom visie?

Als je aan medewerkers vraagt wat de visie van hun praktijk is, dan heeft 70% geen idee. Zij begrijpen niet wat de strategie van de praktijkhouder is. Terwijl medewerkers als ze wel weten wat de visie is, ambitieuzer te werk zullen gaan en veel productiever zullen worden. Zij weten dan waarom ze zo hard moeten werken. Ze doen het dan daadwerkelijk ergens voor. Als alle medewerkers zich achter de visie scharen, kunt u gezamenlijk uw doel bereiken. De visie beschrijft wie je bent als praktijk, waarin je gelooft. Bijvoorbeeld: wij geloven dat als je doet wat je leuk vindt, je nooit meer hoeft te werken. Beschrijf wat u wilt bereiken, wat uw doelen zijn. Communiceer dit met uw team, zodat iedereen zich op het juiste focust.

Van doel naar actie

Uw doelen zet u om in acties. Deze moeten gepland worden. Zo worden ideeën concreet. Er bestaan drie typen actieplannen, namelijk:

  • strategisch: dit gaat over de lange termijn (jaren vooruit);
  • operationeel: kwartalen, maanden;
  • tactisch: dagelijks, het behalen van het doel van de dag.

Stap voor stap

Voer verbeteringen stap voor stap door. Zet dus als het ware een parcours uit hoe je van A via B naar C komt. Dus bedenk wat u elke dag moet doen om uw doel op de lange termijn te behalen.

Hiervoor moet u wel de tijd nemen en als het ware even uit uw team stappen. Bekijk het eens vanaf een afstandje. U stelt zich op als een leider en niet als een manager. Denk, plan en leer. Dit betekent dat u beter een manager kunt aanstellen, minder zelf in de praktijk werkt en veel taken delegeert. Dit zal voor veel tandartsen en mondhygiënisten moeilijk zijn. Zij zijn meer het type ‘artiest’ dan ‘entrepreneur’. Zij willen te veel zelf doen met hun eigen handen.

Leiderschap versus management

Een leider heeft als rol om de langetermijnvisie te bedenken en in de gaten te houden. Een manager zorgt voor de implementatie ervan. De manager gaat dus over de details en ontwikkelt systemen. Een manager houdt van orde en structuur en is niet altijd een groot leider, maar heeft vaak wel de potentie om er uiteindelijk een te worden. Als leider bent u een dromer. U bepaalt de richting en u inspireert uw team. Een leider moet er voor zorgen dat de langetermijnvisie wordt behaald, terwijl de manager over het behalen van de dagelijkse doelen gaat.

Een leider is iemand die dankbaar en bescheiden is. Alles heeft hij te danken aan zijn team. De wens van een leider is niet om zelf te winnen, maar om het bedrijf te laten floreren. Een leider bijt zich vast in zijn doel en is tot alles bereid om het doel te behalen. Hij laat zich hierbij door niks in de weg staan.

Groeistadia

Een leider loodst het bedrijf door diverse groeistadia. Eigenlijk net zoals een ouder bij zijn kind doet. De groeistadia zijn: van baby- en peutertijd via puberteit naar volwassenheid. Bij de baby- en peutertijd moet u werkelijk alles zelf doen en bent u overal verantwoordelijk voor. Vervolgens gaat uw bedrijf door naar de puberteit, waarbij u al meer kunt loslaten. U gaat meer delegeren, maar in de opgestarte systemen gaat er nog wel eens wat mis. U bent bezig met brandjes blussen. In de volwassenheid is uw bedrijf uitgegroeid naar iets wat zichzelf runt en zich naar uw visie heeft gevoegd. U bent niet meer uw werk, uw werk is uw product.

Bouw een team

Om uiteindelijk echt een fantastische leider te worden, moet u kunnen reflecteren. Ook heeft u een mentor of coach nodig. Het helpt om les of een training te geven, want van lesgeven kunt u het allermeeste leren. Een ‘big live event’ kan u tot inzichten brengen die u voorheen niet had. Om in uw kracht te staan focust u zich op wat u het beste kunt. Verzamel mensen om u heen die uw talenten erkennen. Bouw een team met diversiteit, zodat u tot nog meer inzichten kunt komen en u en uw bedrijf over nog meer krachten gaan beschikken. Rondom deze krachten bouwt u de activiteiten. Door elkaar te versterken wordt uw bedrijf van wereldklasse.

Delegeren

Ziet u beren op de weg? Bent u bang? Ga het toch gewoon doen! Al doende leert u meer dan dat u op enig andere wijze zou kunnen. Leer van uw fouten, werk hard aan uzelf. Werk aan uzelf, maar u moet niet te hard werken aan andere dingen. Neem niet te veel op uw schouders. Hoe meer klussen u op uw schouders neemt, hoe sneller u door uw hoeven zult zakken. Dat kan uw bedrijf niet gebruiken. Om te kunnen delegeren, moet u de taak goed kunnen beschrijven. Daarnaast moet u weten aan wie u deze taak kunt toewijzen. Wijs deze taak ook daadwerkelijk aan diegene toe. Verzeker u er zich van dat er tijdig aan gewerkt wordt. Controleer of het goed is gekomen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van een lezing door Alex Nottingham tijdens het seminar Dental Practice Excellence van Dentiva

Alex Nottingham van All-Star Dental Academy is coach en consultant voor tandartsen in de Verenigde Staten. Hij is auteur van het boek ‘Dental Practice Excellence’, coauteur van het boek ‘the E-Myth revisted’ en internationaal spreker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
Tuchtrecht: tandarts berispt voor afwijken van behandelplan orthodontist

Tuchtrecht: tandarts berispt voor afwijken van behandelplan orthodontist

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft een tandarts berispt, omdat hij is afgeweken van het behandelplan van een orthodontist. Hij heeft twee extra elementen geëxtraheerd en heeft dit niet overlegd met de betrokkenen.

Situatie

Een jongen is in 2010 door een tandarts doorverwezen naar een orthodontist in verband met problemen met de stand van zijn gebit. In 2011 heeft deze orthodontist een brief aan de tandarts gestuurd, waarin hij vraagt of de tandarts vier elementen wil extraheren: 54, 55, 64 en 65.

De tandarts heeft met tussenpozen achtereenvolgens de elementen 54, 55, 85, 65 en 75 geëxtraheerd.

In 2016 hebben de ouders van de jongen met behulp van de tandarts een schriftelijk verzoek ingediend bij de zorgverzekeraar voor vergoeding van benodigde tandheelkundige behandeling na 18-jarige leeftijd in verband met het verwijderen van de elementen 75 en 85. De tandarts vermeldt daarbij dat deze elementen niet behouden konden worden. De verzekeraar is niet op dit verzoek ingegaan.

In 2017 heeft de patiënt de tandarts schriftelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die de patiënt ondervindt door het trekken van de kiezen. De patiënt en de tandarts hebben in 2017 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de patiënt een schadevergoeding heeft ontvangen van € 10.000,-.

Klacht

De patiënt verwijt de tandarts dat hij is afgeweken van het behandelplan van de orthodontist. Hij stelt dat hij daardoor een complexere, duurdere en ingrijpendere behandeling moest ondergaan, omdat het fundament voor de beugel in de onderkaak ontbrak.

De tandarts erkent dat hij van het behandelplan is afgeweken. Volgens hem is door het verwijderen van deze melkkiezen de orthodontische behandeling echter niet langer, complexer of duurder geworden.

Beoordeling

Het tuchtcollege besluit deze zaak wel te behandelen ondanks dat er een vaststellingsbijeenkomst is getekend. In de vaststellingsbijeenkomst is namelijk het indienen van een tuchtklacht niet uitdrukkelijk uitgesloten.

Het tuchtcollege oordeelt dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de brief van de orthodontist blijkt dat deze niet heeft gevraagd om de elementen 75 en 85 te verwijderen. De tandarts heeft bij het extraheren van element 85 opgemerkt dat de wortels relatief lang waren. Hieruit kom hij afleiden dat de melkkiezen niet op korte termijn gewisseld zouden worden. Toch heeft hij daarna ook nog element 75 geëxtraheerd.

De patiënt wist niet welke elementen er volgens de orthodontist getrokken moesten worden en dat het trekken van de elementen 75 en 85 afweek van het behandelplan. De tandarts heeft dit niet met de patiënt en zijn ouders besproken. Pas nadat de orthodontist de patiënt had verteld dat er andere elementen waren geëxtraheerd, heeft de tandarts geprobeerd via de zorgverzekeraar een vergoeding te krijgen voor tandheelkundige behandeling die nodig waren door het verwijderen van de elementen 75 en 85.

Uitspraak

De klacht wordt gegrond verklaard en de tandarts krijgt een berisping.

Bron:
Overheid.nl 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Geen (kerst)cadeautjes meer van leveranciers?

Geen (kerst)cadeautjes meer van leveranciers?

Per 1 januari 2018 is wettelijk geregeld dat leveranciers van medische hulpmiddelen geen geld of cadeautjes (= gunstbetoon) mogen aanbieden aan zorgverleners met de bedoeling de verkoop te bevorderen. Een nieuwe bepaling in de wetgeving is: wederkerigheid. Dat wil zeggen dat leveranciers van medische hulpmiddelen geen gunstbetoon meer mogen aanbieden of geven en dat zorgprofessionals geen gunstbetoon meer mogen vragen of accepteren.

Dit najaar begint de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) met het toezicht hierop. Dus geen kerstgeschenken meer dit jaar?

Gunstbetoon

Het nieuwe beleid draait om ‘gunstbetoon’. Dit is het aanbieden van geld, diensten of goederen met het doel de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het geven van cadeaus of het vergoeden van reis- of deelnamekosten van een congres. Zowel de aanbieder (leverancier) als de ontvanger (zorgverlener) kan hiervoor beboet worden.

Toezicht

Zoals dental INFO al eerder berichtte, begint de IGJ dit jaar met een onderzoek naar gunstbetoon bij leveranciers van medische hulpmiddelen.

Uitzonderingen

In het nieuwe beleid worden wel wat uitzonderingen gemaakt op het verbod. Deelname aan een congres mag bijvoorbeeld wel vergoed worden als dit beperkt blijft tot de noodzakelijke kosten. Het leveren van diensten, zoals het geven van een lezing, mag ook nog beloond worden als de beloning in verhouding staat tot de geleverde prestatie. En kortingen en bonussen bij de inkoop van medische hulpmiddelen zijn ook nog toegestaan.

Geschenken?

Het incidenteel geven en ontvangen van een geschenk is toegestaan, mits het geschenk een geringe waarde heeft en gerelateerd is aan de praktijk van de zorgprofessional. Een fles wijn met kerst is dus niet meer toegestaan! Jaarlijks mag een leverancier maximaal drie geschenken van € 50,- incl. BTW per geschenk per zorgprofessional geven en de zorgprofessional ontvangen.

Bron:
VGT

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Video: Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

Video: Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

De laatste jaren wordt in de mondzorg veel gesproken over het bijna magische woord ‘protocollen’. Maar wat is toch de toegevoegde waarde ervan, want vele praktijken hebben het gevoel ook prima te draaien zonder protocollen. Is het opstellen van protocollen een onzinnige en overbodige exercitie of juist noodzakelijk en nuttig voor praktijken?

In deze video wordt antwoord gegeven op de vraag: Wat is de toegevoegde waarde van protocollen? En wordt onderstaande afbeelding verder toegelicht.

Geen standaard protocollen

Het is onzinnig standaard protocollen aan te schaffen en die vervolgens in de kast te zetten. Hiermee wordt het beoogde eindresultaat (een werkwijze overeenkomstig de richtlijn) niet behaald. Door juist gebruik te maken van de tips uit de video wordt voorkomen dat het hebben van protocollen als einddoel geldt en wordt de toegevoegde waarde van het opstellen en hebben ervan uitgenut.

Bekijk de video’s in de Dental Management Toolkit

Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

Dental Management Toolkit

De Dental Management Toolkit ondersteunt praktijken in het zich conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Onder andere door voorbeeld protocollen aan te leveren aangevuld met uitgebreide instructies, zodat praktijken zodoende zelf aan de slag kunnen met het verbeteren van hun eigen praktijkvoering. Lees meer over de Dental Management Toolkit

Video door Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO

Lees meer over: Management, Ondernemen, Partnernieuws, Thema A-Z, Video
Ziek - ziekenhuis- verzuim

Twintig vragen aan de bedrijfsarts voor helder advies bij zieke medewerker

De bedrijfsarts adviseert: “De medewerker ervaart klachten. Belangrijk is om gedurende de ziekmelding met de werknemer in gesprek te blijven voor aangepast werk (indien medisch mogelijk).” Aan zo’n ‘advies’ heeft u als werkgever natuurlijk niets. Dit advies heb ik letterlijk overgenomen uit een schrijven van een (bekende landelijke) Arbodienstverlener.

Heldere terugkoppeling van de bedrijfsarts

Een goede samenwerking met de bedrijfsarts of Arbodienst kan de kosten voor zieke medewerkers aanzienlijk reduceren. Vaak zien we dat de zieke medewerker, na de ziekmelding, zonder verdere vragen wordt ‘doorgegeven’ aan de bedrijfsarts of Arbodienst. Die volgt de melding op met een advies zoals hierboven weergegeven.

Twee belangrijke onderdelen van het werk van de bedrijfsarts zijn het vaststellen van het recht op loondoorbetaling (art. 7:629 lid 1 BW) en het benoemen van mogelijkheden en belemmeringen ten aanzien van de werkzaamheden van de medewerker. Juist voor de goede uitvoering van deze taken is het van belang dat u de bedrijfsarts een duidelijke vraagstelling voorlegt.

Onderaan dit artikel vindt u een aantal concrete vragen die u in veel gevallen kunt stellen aan de bedrijfsarts. Hiermee ontlokt u een heldere terugkoppeling.

“Demedicaliseren”

Een voorbeeld uit de praktijk: een medewerker meldt zich begin december 2017 ziek. De werkgever stuurt de melding door naar de Arbodienst. De medewerker wordt uitgenodigd voor het spreekuur van de bedrijfsarts en deze concludeert dat de medewerker “problemen ervaart op het werk.” Hij adviseerde dat de medewerker vanaf half januari weer werkzaamheden kon hervatten voor 10 uur per week en via een opbouwschema zo rond half februari 2018 volledig aan de slag kon.

De werkgever vermoedde dat er meer speelde en schakelde ons in. We verzochten de bedrijfsarts de medewerker opnieuw uit te nodigen voor het spreekuur en in het advies aandacht te geven aan de volgende vragen:

  • Is er daadwerkelijk sprake van medische arbeidsongeschiktheid? Of is er sprake van een door de medewerker ervaren arbeidsconflict?
  • Indien er sprake is van medische arbeidsongeschiktheid, met welke beperkingen dient de werkgever dan rekening te houden en welke mogelijkheden resteren op dit moment nog?
  • Indien de bedrijfsarts zich op het standpunt stelt dat de inzet van een derde onafhankelijk partij (bijvoorbeeld mediation) noodzakelijk is, kan hij dan toelichten op welke manier een dergelijke bemiddeling kan bijdragen aan een duurzame oplossing?

De laatste vraag volgt uit de STECR-richtlijn: maar al te vaak zien we dat bedrijfsartsen in het geval van een arbeidsconflict een ‘rustperiode’ gevolgd door bemiddeling adviseren. De bedrijfsarts dient in dergelijke gevallen toe te lichten wat de meerwaarde van een dergelijke bemiddeling is, maar deze toelichting blijft vaak achterwege. Als de bedrijfsarts bemiddeling adviseert, vraag dan altijd naar de te verwachten effectiviteit daarvan!

Het resultaat van deze interventie was een radicaal gewijzigd advies: de bedrijfsarts concludeerde dat er geen sprake was van medische arbeidsongeschiktheid. De bedrijfsarts verklaarde de medewerker 100% arbeidsgeschikt en de medewerker diende de dag erna weer op het werk te verschijnen. Nu het probleem volledig ‘gedemedicaliseerd’ was, kon er daadwerkelijk aan de slag worden gegaan met het bewerkstelligen van een oplossing. De bal lag, zogezegd, bij de werkgever en medewerker om het conflict met een leidinggevende op te lossen. Uiteindelijk besloten partijen in goed overleg afscheid van elkaar te nemen door middel van een vaststellingsovereenkomst.

Was de werkgever niet tot deze kritische bevraging van de bedrijfsarts overgegaan, dan is het goed denkbaar dat de situatie nog maandenlang had kunnen voortmodderen, met alle kosten van dien.

Zorg voor een scherpe vraagstelling

Stuur medewerkers niet klakkeloos door naar de bedrijfsarts. Stel concrete vragen en geef waar nodig een stuk context mee (de aanleiding voor uw vraagstelling). De bedrijfsarts zal nu veel duidelijker kunnen (en moeten!) antwoorden op uw vraagstelling. U kunt vervolgens met de zieke medewerker effectief aan de slag met de re-integratie.

20 vragen aan de bedrijfsarts

Om u handvaten te geven, benoem ik hieronder een aantal vragen die u kunt stellen aan de bedrijfsarts. Het gaat hierbij om vragen die gesteld kunnen worden bij de eerste melding, maar ook bij tussentijdse evaluaties.

 Recht op loondoorbetaling:

  • Is er sprake van medische arbeidsongeschiktheid?
  • Is de ziekte opzettelijk door de medewerker veroorzaakt?
  • Heeft de medewerker door eigen toedoen genezing belemmerd of vertraagd?
  • Heeft de medewerker recht op loondoorbetaling?

Aansprakelijkheid derde of aanspraak op uitkering:

  • Is de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door het handelen of nalaten van een derde?
  • Kunt u aangeven of voor de medewerker recht bestaat op een (versnelde) wettelijke uitkering (Ziektewet, WAO, WIA)?

Werkzaamheden:

  • Welke mogelijkheden resteren nog voor het verrichten van werkzaamheden?
  • Welke belemmeringen zijn er ten aanzien van de werkzaamheden?
  • Kunt u aangeven wat de verwachte duur is van de belemmeringen?
  • Is de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid werk gerelateerd?

Conflictsituaties:

  • Indien u bemiddeling adviseert, op welke manier draagt dit dan bij aan een duurzame oplossing?
  • Indien u een andere soort interventie adviseert, kunt u dan toelichten welke effecten hiervan te verwachten zijn?
  • Is het conflict de (enige) oorzaak van de medische arbeidsongeschiktheid?

Behandelmethoden:

  • Is een behandeling door de huisarts en/of specialist noodzakelijk om genezing te bespoedigen?
  • Zijn er alternatieve behandelmethoden beschikbaar, die effectiever zijn dan de behandelmethoden die de medewerker nu volgt?
  • Kan een vakantie bijdragen aan het herstel en zo ja, onder welke voorwaarden? (vooral relevant als de zieke medewerker zelf op vakantie wil)

Vervolg:

  • Wanneer dient de medewerker zich opnieuw naar uw spreekuur te begeven voor een nieuwe evaluatie van voorgenoemde vragen?
  • Kunt u een opbouwschema adviseren?
  • Hoe hebben de belemmeringen en mogelijkheden zich ontwikkeld sinds de laatste evaluatie?
  • Is het gehanteerde opbouwschema nog passend?

Door: Christiaan Witteman, Heron Healthcare, adequate P&O oplossingen voor de zorg.

Christiaan Witteman

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Raymon Bots

Bedrijfsvoering van een mondzorgpraktijk: alles draait om effectiviteit!

Mondzorgpraktijken krijgen net als andere ondernemingen te maken met veel veranderingen. Hoe moeten zij de bedrijfsvoering hier op aanpassen? Moeten zij hun efficiency vergroten? dental INFO sprak met Raymon Bots, mede-eigenaar van administratie- en advieskantoor In Account. Volgens hem draait het om effectiviteit.

Kun je je voorstellen?

Mijn naam is Raymon Bots, ik ben 47 jaar en heb ruim twintig jaar ervaring in de accountancy. Tien jaar geleden heb ik samen met twee anderen InAccount opgericht. Ik merkte dat de markt een andere dienstverlening van zijn boekhouder/accountant verlangde dan het traditionele verwerken. Ik wilde het ‘Scrooge-imago’ doorbreken. Dit is goed gelukt door onder andere de dienstverlening tegen vaste tarieven aan te bieden. Hierdoor hebben we nu ruim 225 mkb-cliënten, operationeel in alle branches en van groot tot klein.

Van origine ben ik een bedrijfseconoom, maar ik heb ook de opleidingen voor controller en accountant (AA) voltooid. Ik voer echter geen enkele titel, aangezien ik daarin geen toegevoegde waarde zie voor mijn klanten. Belangrijker is dat je de juiste kennis hebt en kunt sparren met je klant op alle vlakken, zowel zakelijk als privé. Dit laatste vooral omdat het thuisfront een gedegen fundament moet zijn om succesvol te kunnen ondernemen.

Je hoort wel zeggen dat mondzorgpraktijken met veel veranderingen te maken krijgen. Waar lopen ze tegenaan?

Vaak wordt vergeten dat het runnen van een mondzorgpraktijk gewoon te vergelijken is met elke andere onderneming. Mondzorgpraktijken hebben dus ook allemaal te maken met allerlei externe invloeden. Sommige wetswijzigingen bijvoorbeeld hebben grote gevolgen voor een praktijk. Invoering van de AVG is zo’n wijziging die best veel invloed heeft gehad, omdat verzekeringen gekoppeld zijn aan burgerservicenummers.

Wat wel specifiek is voor de mondzorg, is dat de regulering van de tarieven de laatste jaren steeds is veranderd: van vaste prijzen naar vrije prijzen, dan weer naar vaste prijzen enzovoort. Verder kan ik niet echt iets herkennen, wat specifiek is voor de branche.

Er zijn tandartsen die aangeven dat ze steeds meer tijd kwijt zijn aan het managen van de praktijk. Doen zij iets fout of brengt de huidige tijd dat gewoon met zich mee?

Het klopt dat ze meer tijd nodig hebben voor het managen. In principe doen ze helemaal niets fout. De markt verandert in het algemeen steeds sneller. Gebruik van social media zorgt er bijvoorbeeld voor dat je bijna alles direct hoort, terwijl daar vroeger veel langer over werd gedaan. De beeldvorming van patiënten is dus ook anders dan bijvoorbeeld tien jaar geleden.

Voor de crisis was het mogelijk om menig onderneming te sturen op basis van efficiency (kosten/baten). Ik heb echter altijd aangegeven dat het gaat om effectiviteit. Efficiency is namelijk hiervan een onderdeel.

Kun je dit toelichten?

Bedrijfseconomisch kun je de effectiviteit van een onderneming meten aan de hand van vier pijlers, namelijk:

  • flexibiliteit: de mogelijkheid om je organisatie aan te passen aan veranderende marktomstandigheden;
  • efficiency: de kosten-batenanalyse;
  • satisfactie: het ‘goed in je vel zitten’, de balans dus tussen privé en zakelijk;
  • externe behoeftevoorziening: klantgerichtheid in de ruimste zin van het woord.

Het begrip effectiviteit is dus heel breed. De opleiding van specialisten, medisch of anderszins, is niet gericht op al deze facetten. Zeker in de crisisjaren en daarna is het beheersen van al deze pijlers echter essentieel geworden. Dit vergt wel een investering van tandartsen om het ‘nieuwe ondernemen’ te leren. Praktijkhouders die dit al hebben opgepakt, gaan nu langzaamaan ook de vruchten ervan plukken.

Hoe moeten mondzorgpraktijken dit dan toepassen?

Het belangrijkste is dat je tegenwoordig niet meer kan sturen op alleen kosten. Je moet alle verschillende pijlers in de gaten houden om een succesvolle onderneming te runnen. In de crisisjaren zag je dat veel ondernemers aan de noodrem gingen trekken voor hun uitgaven. Ik heb altijd gezegd dat niet te doen. Wel het gas loslaten en beetje bijremmen, maar gewoon blijven investeren. Natuurlijk alleen als het financieel gezien mogelijk was, soms trok een bank aan de noodrem. Bedrijven die dit hebben gedaan, profiteren nu het meest van de economische groei. Bedrijven die dit (wel of niet bewust) hebben nagelaten, hebben het vaak nu nog steeds moeilijk. Ze zijn van de trein gestapt en moeten nu alles inhalen. Aangezien de ontwikkelingen zich sinds 2015 zeer snel opvolgen, is dat een hele zware opgave.

Gaan mondzorgpraktijken steeds bedrijfsmatiger werken?

Ze moeten wel, of ze willen of niet. Je merkt wel in welke levensfase een praktijkhouder zit. Iemand die zijn pensioen in het vizier heeft, kijkt anders naar alles dan iemand die net komt kijken met een nieuwe praktijk.

Je merkt ook de invloed van franchise-concepten. Hierdoor krijg je automatisch een ‘splitsing’ in de markt. Franchise past niet bij iedereen, maar is wel interessant voor dat deel van de markt die het bedrijfsmatige onderdeel wil ‘uitbesteden’. Het andere deel van de markt gaat meer zelfstandig aan het werk met de eerder genoemde effectiviteitspunten.

Hoe kan je als mondzorgpraktijk je kosten beheersen en je winst vergroten?

Je moet dus niet alleen naar de kosten kijken! Ik praat dan ook niet over winst, maar over rendement. Op internet kan je meer dan 25 definities terugvinden over het begrip rendement. Natuurlijk heb je het financieel rendement. Om deze te beheersen dien je een langetermijnvisie te ontwikkelen en goede managementinformatiesystemen in te voeren. Dit zorgt er voor dat je de combinatie met de andere pijlers van effectiviteit goed kan doorvoeren. Er bestaan namelijk heel veel verbanden tussen alle onderdelen. Bijvoorbeeld dat als het hele team goed in zijn vel zit (dus de pijler satisfactie), er meer betrokkenheid is. Er zullen minder fouten gemaakt worden, wat kostenverlagend werkt. Met een flexibele instelling binnen het team kan de hele onderneming gemakkelijker aanpassingen doorvoeren tegen lagere kosten, wat weer meer winst oplevert. En door samenwerkingen te creëren op verschillende vlakken, kunnen sommige kosten gedeeld worden.

Dit zijn slechts een aantal verbanden. Je moet wel altijd in je achterhoofd houden dat sommige aanpassingen moeilijker zijn door te voeren door externe factoren zoals de krapte op de arbeidsmarkt of verplichtingen van overheidswege.

Heb je nog tips voor mondzorgpraktijken?

Als een praktijkhouder zich wil gaan herstructureren, dan is de eerste stap een zogenaamde nulmeting maken. Kijk dus waar je nu staat: financieel, operationeel, privé, echt alles. Daarna moet ook een langetermijnvisie worden bepaald: wel of niet groeien/uitbreiden, investeren, ‘klaarmaken’ voor overdracht aan familie of derden, enzovoort.

Er volgt dan een actieplan met welke stappen er wanneer genomen moeten worden om het doel te bereiken. Tussentijdse evaluatie dient er voor te zorgen dat men niet blind een kant op gaat. Zoals aangegeven verandert de externe markt erg snel en deze veranderingen vergen soms enige bijsturing.

Interview door Yvette in ’t Velt met Raymon Bots, mede-eigenaar van InAccount voor belastingzaken, administratie en advisering.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Opinie, Thema A-Z
Controle op hepatitis B binnen mondzorgpraktijken

Controle door IGJ op hepatitis B binnen mondzorgpraktijken

Tandartsen hebben nog niet genoeg aandacht voor de bescherming tegen hepatitis B-infecties, zegt de IGJ. Daarom zal de inspectie de komende tijd bij toezichtbezoeken meer aandacht vragen voor het voorkomen van dit soort infecties.

Inspectiebezoeken voor controle op hepatitis B

De inspectie zal de komende tijd bezoeken brengen bij minimaal 30 tandartspraktijken om te controleren of het personeel dat patiënten behandelt, ingeënt is tegen hepatitis B. Als blijkt dat medewerkers niet beschermd zijn tegen hepatitis B, mogen zij geen behandelingen meer uitvoeren totdat dit geregeld is. Werken in de sterilisatieruimte mag ook niet meer, omdat daar de kans op prikaccidenten groot is. Een besmet instrument zou dan in de schone keten kunnen komen.

Wat is hepatitis B?

Hepatitis B is een infectieziekte met hoog risico op besmetting en kan leiden tot een ontsteking aan de lever. De infectie wordt over het algemeen veroorzaakt door een virus en komt voor in bloed, sperma, voorvocht en vaginaal vocht. Hepatitis B wordt meestal overgedragen door onveilig seksueel contact, via bloed, of rond een bevalling van moeder op kind. Een hand, knuffel of het drinken uit iemands kopje koffie kan dus niet zorgen dat hepatitis B wordt overgedragen. Over het algemeen valt zowel tijdelijke als chronische hepatitis B goed te behandelen. In de meeste gevallen is medicatie hiervoor niet nodig.

Meldingsplicht hepatitis B

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft, net als voor een aantal andere infectieziektes, een meldingsplicht ingeschakeld voor hepatitis B. Op het moment dat het dragen van hepatitis B niet wordt gemeld kan dit leiden tot een wettelijke maatregel, leidend tot een verbod op beroepsuitoefening. De symptomen van hepatitis B worden toegelicht op de website van RIVM.

Vaccinatieplicht voor werkgever

Tandartspraktijken zijn verplicht om ervoor te zorgen dat het personeel dat patiëntgebonden contact heeft, gevaccineerd is tegen hepatitis B en dit kan laten zien.

Bron:
IGJ
RIVM

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
6 stappen bij het verkopen van de tandartspraktijk

6 stappen bij het verkopen van de tandartspraktijk

Bent u van plan om binnenkort uw tandartspraktijk te verkopen? Dat is een belangrijke stap en kan een grote uitdaging zijn. Door te weten wat er te wachten staat kan het proces makkelijker worden. In dit artikel worden zes belangrijke stappen toegelicht die gevolgd zouden moeten worden bij het verkopen van de tandartspraktijk.

  1. Begrijp uw rol

Voordat u begint met de verkoop van de praktijk is het belangrijk om te weten welk doel u hiermee hoopt te bereiken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan financiële onafhankelijkheid, pensioen, minder werkuren of het willen bereiken van een hogere klinische rol. Het is belangrijk voor potentiële kopers om hiervan op de hoogte te zijn.

  1. Zorg dat alle papieren klaar zijn

Op het moment dat het besluit om te verkopen vaststaat, is het fijn als het proces zo snel mogelijk kan verlopen. Hiervoor is het belangrijk om al de benodigde papieren gesorteerd te hebben, om er zeker van te zijn dat alle benodigdheden aanwezig zijn.

  1. Bereid de werknemers voor

In dit stadium van het verkoopproces is het niet per sé noodzakelijk om de werknemers al in te lichten over een eventuele verkoop. Het is echter wel belangrijk om ervoor te zorgen dat de verkoop hen zo weinig invloed op hen zal hebben. Zorg dat alle contracten up-to-date en getekend zijn, en dat alle voorwaarden waarvoor zij hebben getekend aanwezig zijn.

  1. Kies een advocaat

Van begin af aan is het belangrijk om goed juridisch advies over belangrijke beslissingen en overeenkomsten met potentiële kopers te kunnen inwinnen bij een advocaat. Het is daarom raadzaam om tijdig een advocatenkantoor te kiezen die kennis heeft van de industrie, en daardoor in staat is om passend advies te geven. Vraag bijvoorbeeld eens rond bij collega’s die hetzelfde hebben doorstaan.

  1. Wees eerlijk en duidelijk

Alles wat er niet wordt verteld op het moment dat de verkoopprijs wordt opgemaakt kan hier een negatief effect op hebben. Wees daarom direct zo eerlijk mogelijk over eventuele minpunten van de praktijk, om later veel gedoe te kunnen voorkomen.

  1. Wees realistisch in het stellen van verwachtingen

Bij het verkopen van een tandartspraktijk zal iedereen in het proces voorstander zijn van een snelle en efficiënte verkoop. Wees echter voorbereid op eventuele vertragingen in het proces om frustraties te voorkomen en de tijdlijn niet in de war te schoppen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Taakdelegatie heeft u het goed vastgelegd

Taakdelegatie: heeft u het goed vastgelegd?

Binnen het mondzorgteam zijn steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit aantoonbaar vastgelegd? Uitleg en checklist.

De rol en positie van de tandarts zijn aan het veranderen, doordat het werken in teamverband toeneemt. Zo zijn binnen het mondzorgteam steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit goed (/ aantoonbaar) vastgelegd? Dit artikel geeft een praktische uitleg met een checklist voor de praktijk.

Wie heeft de regie?

Binnen de zorgverlening zal het werken in teamverband verder toenemen. Door een toename van het aantal zorgverleners, neemt de behoefte aan een goede centrale regie toe. De tandarts is de regievoerder voor de mondgezondheid van de patiënt. Deze centrale regie heeft vooral betrekking op de diagnose en indicatiestelling. De tandarts heeft namelijk samen met de patiënt een duidelijk zorgplan besproken en vastgesteld, waarop de te leveren zorg wordt afgestemd. De uitvoering van de zorg kan gedeeltelijk worden gedelegeerd volgens de voorwaarden vanuit de Wet BIG.

Wet BIG

Doel van de Wet BIG is de kwaliteit van de beroepsbeoefening te bevorderen en te bewaken, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. De wet maakt onderscheid in voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen.

Voorbehouden handelingen zijn handelingen die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de patiënt meebrengen als ze door ondeskundigen worden uitgevoerd. Tandartsen zijn zelfstandig bevoegd voor het uitvoeren van de volgende voorbehouden handelingen:

  • Heelkundige handelingen
  • Injecties
  • Narcose (voor zover dit behoort tot de deskundigheid van de tandarts)
  • Gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling
  • Voorschrijven van geneesmiddelen (alleen op recept) binnen deskundigheidsgebied

Tandartsassistenten zijn niet zelfstandig bevoegd, maar mogen wel in opdracht van een tandarts onder bepaalde voorwaarden deze voorbehouden handelingen uitvoeren. Oftewel, taakdelegatie.

Geregistreerd-mondhygiënisten

Sinds 1 juli 2020 mogen geregistreerd-mondhygiënisten die aan de voorwaarden voldoen bij wijze van experiment drie voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren: anesthesie geven, röntgenfoto’s maken en primaire cariës behandelen. Ook mogen zij deze handelingen delegeren aan een tandartsassistent. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een tandarts.

Voorwaarden bij taakdelegatie

Bij taakdelegatie gaat het om taken die niet behoren tot het deskundigheidsgebied van de persoon aan wie de taken worden gedelegeerd (oftewel, een assistent die handelingen gedelegeerd krijgt van een tandarts). In dat geval kan het zowel gaan om voorbehouden als om niet-voorbehouden handelingen.

Aan het delegeren van voorbehouden handelingen zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • De tandarts is deskundig en bekwaam tot indicatiestelling;
  • De tandarts geeft opdracht per patiënt en indien nodig aanwijzingen en evalueert de uitvoering; de opdracht wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol;
  • De tandarts stelt vast dat de assistent bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De tandarts is fysiek in de praktijk aanwezig voor overleg, advies en de mogelijkheid van tussenkomst;
  • De assistent handelt uitsluitend in en na opdracht van de tandarts;
  • De assistent handelt volgens de gegeven aanwijzingen;
  • De assistent stelt zelf vast of zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De assistent informeert de patiënt dat hij de voorbehouden handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en vraagt de patiënt toestemming voor deze behandeling.

Wanneer ben je bekwaam?

Belangrijke voorwaarde uit bovenstaande lijst is de bekwaamheid van de assistent (/ de opdrachtnemer). De beoordeling van de bekwaamheid laat de Wet BIG over aan de tandarts en de assistent zelf. Uit tuchtrechtspraak volgt dat het gaat om subjectieve maar ook objectieve bekwaamheid. Oftewel, zowel de eigen (subjectieve) beleving als ook aantoonbare (objectieve) scholing en ervaring.

Hoe zit het bij niet-voorbehouden handelingen?

Niet-voorbehouden handelingen kunnen worden verdeeld in risicovolle en niet-risicovolle handelingen. Aan het delegeren van niet-voorbehouden handelingen zijn niet zoveel eisen gesteld. Dit betekent echter niet dat iedereen zomaar deze handelingen mag uitvoeren. Immers de tandarts moet ook waarborgen dat de patiënt kwalitatief goede zorg ontvangt. Advies voor de tandarts / praktijkhouder is dan ook om bovengenoemde voorwaarden ook van toepassing te verklaren op het delegeren van niet-voorbehouden handelingen.

Checklist vastleggen taakdelegatie

Hoewel vele tandartsen voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen delegeren, blijkt echter uit ervaring dat de tandarts maar zelden zich (aantoonbaar) heeft vergewist van de bekwaamheid van de assistent. Daarom deze checklist voor het aantoonbaar vastleggen van de taakdelegatie.

Volg de volgende stappen om de bekwaamheidstoets aantoonbaar vast te leggen:

  1. Inventariseer per medewerker welke voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen in de praktijk worden gedelegeerd.
  2. Breng de bekwaamheid van de assistent in kaart op basis van gevolgde opleidingen, cursussen en werkervaring.
  3. Evalueer de uitvoering door de assistent om bekwaamheid in de praktijk te beoordelen.
  4. Laat de assistent vaststellen of hij/zij zichzelf daadwerkelijk bekwaam acht om de handeling naar behoren uit te voeren.
  5. Zorg ervoor dat er per gedelegeerde handeling ook daadwerkelijk een protocol (de schriftelijke instructie) uitgeschreven is.
  6. Herhaal deze stappen periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per jaar).

Aantoonbaar bewijs

Veel praktijken voldoen veelal aan bovengenoemde voorwaarden. Echter, praktijken kunnen dit lang niet altijd aantonen. Advies is de interne afspraken (/ werkwijze) rondom taakdelegatie uit te schrijven en ook de voorwaarden per medewerker aantoonbaar ‘dicht te timmeren’.

Bronnen:
Rijksoverheid.nl

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo zijn in de Toolkit opgenomen:

Videotraining: Uitleg taakdelegatie
Voorbeeld beleid Taakdelegatie
Formulier Taakdelegatie

Lees ook: Voorbehouden handelingen en taakdelegatie: hoe zit het ook alweer? 

Dit bericht is ge-update in april 2024 met informatie over geregistreerd-mondhygiënisten.

Lees meer over: Ondernemen, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
prik - vaccin

Onderzoek naar verplichten griepprik bij zorgpersoneel

Binnenkort zal er op verzoek van staatssecretaris Paul Blokhuis een onderzoek van start gaan naar het verplichten van de griepprik bij zorgpersoneel. Hiernaast zal ook worden gekeken naar overige manieren om de vaccinatiegraad weer te verhogen.

Steeds minder mensen nemen griepprik

De afgelopen jaren is er een duidelijke trend te zien in een afnemend animo voor de griepprik. Waar tien jaar geleden nog 72 procent van de Nederlanders met risico op complicaties een griepprik haalde, is dit inmiddels nog maar de helft. Met name mensen met chronische aandoeningen en zestigplussers vallen in de risicogroep. Van de groep 65plussers met hoog risico op complicaties haalde vorig jaar nog wel 70 procent de griepprik. Gezondheidsinstituut Nivel baseerde deze cijfers op een onderzoek onder 800.000 patiënten van 205 verschillende huisartspraktijken.

Verhogen vaccinatiegraad

Staatssecretaris Blokhuis streeft om de vaccinatiegraad weer zo hoog mogelijk te krijgen – met name onder zorgpersoneel. Dit jaar zal de griepprik weer onder aandacht worden gebracht tijdens de jaarlijkse griepcampagne. Volgend jaar zal het onderzoek van start gaan. Ook de KBO-PCOB, de grootste Nederlandse seniorenorganisatie, pleit voor het doorvoeren van een verplichte griepprik bij zorgpersoneel, om zo ook oudere patiënten beter te beschermen.

Bron:
Skipr
NRC
Medisch Contact

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z
In Miljoenennota 2019 mondzorg niet genoemd

Kabinetsvoornemens op HR-gebied

Tijdens Prinsjesdag zijn diverse maatregelen op het gebied van HR aangekondigd. We hebben er een aantal voor u op een rijtje gezet die van belang (kunnen gaan) zijn voor uw tandartspraktijk.

Compensatie transitievergoeding

Werkgevers die een werknemer na twee jaar ziekte ontslaan moeten een transitievergoeding betalen. De Eerste Kamer stemde onlangs in met een wet waardoor werkgevers een compensatie krijgen voor deze vergoeding; per wanneer dit kan is nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat dit ook met terugwerkende kracht geldt voor transitievergoedingen die zijn betaald sinds 1 juli 2015. Als u een medewerker hebt die na twee jaar ziek uit dienst is gegaan, is het van belang documenten goed te bewaren.

Wettelijke minimumloon

Per 1 juli 2019 hebben werknemers vanaf 21 jaar recht op het volledige minimumloon, in plaats van vanaf 22 jaar. Daarnaast gaat het minimumjeugdloon voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar verder omhoog.

Uitbreiding van geboorte-, pleegzorg- en adoptieverlof

Het voorstel voor de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) ligt op dit moment bij de Tweede Kamer. Voorstel is dat werknemers per 1 januari 2019 bij bevalling van hun partner recht hebben op vijf dagen verlof met volledige doorbetaling van het loon, bij een fulltime dienstverband. Bij parttime werknemers werkt dit naar rato. Per 1 juli 2020 kunnen partners een aanvullend geboorteverlof opnemen van maximaal vijfmaal de arbeidsduur per week, tegen een uitkering van het UWV ter hoogte van 70% van het (maximum)dagloon. Ook krijgen werknemers per 1 januari 2019 recht op zes weken pleegzorg- en adoptieverlof.

Wet Arbeid in balans

De invoering van de WAB (Wet Arbeid in Balans) staat gepland voor 1 januari 2020. Nog dit najaar ligt het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Enkele onderdelen van de WAB zijn:

  • Verruiming van de proeftijd. Bij een vast contract wordt de proeftijd maximaal 5 maanden. Voor contracten van meer dan twee jaar wordt de maximale proeftijd drie maanden.
  • Invoering van een extra ontslaggrond, de cumulatiegrond (i-grond), bij een ontslagprocedure voor de rechter. De optelsom van omstandigheden uit twee of meer ontslaggronden tezamen kunnen een redelijke grond voor ontslag gaan opleveren.
  • De transitievergoeding gaat gelden vanaf eerste werkdag, in plaats van vanaf 2 jaar. De opbouw van de transitievergoeding wordt soberder, elk dienstjaar telt voor een derde maandsalaris.
  • Een hogere WW-premie voor werknemers met een flexibel contract ten opzichte van werknemers met een vast contract.
  • De ketenregeling wordt weer verlengd van twee naar drie jaar, werknemers krijgen dus pas na drie jaar recht op een contract voor onbepaalde tijd.
  • Oproepkrachten hoeven niet permanent beschikbaar te zijn. De oproepkracht is alleen verplicht gehoor te geven als de oproep minstens vier dagen van te voren plaats vindt.
  • Payroll werknemers moeten minimaal dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden krijgen als werknemers, met uitzondering van pensioen.
  • In een volgende nieuwsbrief houden wij u op de hoogte van de status van de WAB en de gevolgen daarvan voor uw praktijk.

Vervanging Wet DBA

De wetgeving voor zzp’ers gaat veranderen. Hoe de wet er concreet uit gaat zien is nog niet bekend. Doel is het aanpakken van de schijnzelfstandigheid. Een belangrijk punt bij de beoordeling of er sprake is van schijnzelfstandigheid is het al dan niet hebben van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Uiterlijk 1 januari 2019 wil het kabinet duidelijk gespecificeerd hebben wanneer wel of geen sprake is van gezag.

30%-regeling

Werkgevers mogen aan werknemers uit het buitenland een onbelaste kostenvergoeding van 30% geven. De plannen zijn om deze periode in te korten van 8 naar 5 jaar. Daarbij geldt geen overgangsrecht. Dit betekent dat buitenlandse tandartsen die nu een regeling hebben voor de duur van 8 jaar, straks ineens geen recht meer kunnen hebben op de laatste 3 jaar 30%-regeling.

Invoering tweeschijvenstelsel

Vanaf 2021 zijn er nog maar twee belastingschijven over, terwijl dat er nu nog vier zijn. Uiteindelijk doel is om werken lonender te maken. Volgend jaar dalen de tarieven van de tweede en derde schijf al. In 2021 geldt voor inkomens onder de € 68.507,- een basistarief van 37,0% en voor inkomens boven die grens het toptarief van 49,5%.

Door:
Dental Care Professionals, vacatures, personeelsmanagement en praktijkovername in de mondzorg

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Positieve reviews op Google te koop

Positieve reviews op Google te koop?

Een Duitse tandarts kreeg te maken met slechte recensies op Google nadat hij een telefonisch aanbod om zijn account te ‘optimaliseren’ met goede recensies had afgeslagen. Komt dit ook in Nederland voor? We horen het graag van u!

Reviews

Op internet zijn tegenwoordig overal reviews over te vinden. Hotelaccommodaties, producten bij een internetwinkel, verzekeringen en ook mondzorgprofessionals ontkomen er niet aan. Consumenten en patiënten worden steeds mondiger, maar de vraag is in hoeverre die reviews altijd echt zijn.

Negatieve recensies voor tandarts

Een tandarts in Duitsland kreeg, naast vijfsterrenbeoordelingen, ineens te maken met verschillende negatieve recensies op Google. Kan gebeuren natuurlijk, maar de recensies kwamen van mensen die nooit bij hem in de praktijk waren geweest. Dezelfde recensies bleken letterlijk ook bij andere tandartsen voor te komen.

Aanbod optimalisatie account

Toevallig verschenen de negatieve beoordeling vlak nadat hij had een aantal keer had geweigerd in te gaan op een telefonisch aanbod om zijn account te ‘optimaliseren’ met positieve recensies. Hiervoor diende uiteraard betaald te worden.

Het is al langer bekend dat goede reviews te koop zijn. Er bestaan websites die ‘patiëntenbijdragen’ aanbieden vanaf 29 euro per maand.

De Duitse tandarts heeft aangifte gedaan bij de politie, maar die gaf hem weinig hoop dat dit iets zou opleveren. Hij heeft ook geprobeerd Google te bellen, maar daar kreeg hij niemand aan de telefoon.

Ook in Nederland?

Wij zijn erg benieuwd naar uw ervaringen. Worden er in Nederland ook positieve recensies te koop aangeboden en verschijnen er ook verdachte negatieve recensies? Vul onze poll in.

Bron:
Nordbayern.de

Lees meer over: ICT, Ondernemen
Tandartsen ondervinden financieel nadeel van patiënten die een afspraak niet nakomen

Tandartsen ondervinden financieel nadeel van patiënten die een afspraak niet nakomen

Naar aanleiding van een Duitse punctualiteitsstudie vroegen wij u in juli een vragenlijst in te vullen over de punctualiteit van uw patiënten. Heeft u ook patiënten die niet op een afspraak verschijnen? Lees hier hoe uw collega’s in Nederland dit ervaren.

Duits onderzoek

In het Duitse onderzoek onder 561 artsen gaf meer dan de helft van de ondervraagden aan zo’n 1000 euro per maand aan inkomen mis te lopen door patiënten die niet komen opdagen. Patiënten tussen de 19 en 30 jaar zouden het vaakst verstek laten gaan.

Nederlandse vragenlijst

Uit de antwoorden op de vragenlijst van dental INFO blijkt dat het niet komen opdagen van patiënten ook in Nederland veel voorkomt. Van de 80 respondenten gaf 25% aan dat dit tot 3 keer per maand gebeurt, 20% tot 5 keer per maand, 32,5% tot 10 keer per maand en 22,5% zelfs meer dan 10 keer per maand. Niemand gaf het antwoord ‘nooit’.

De afspraken die het meeste vergeten worden zijn controleonderzoeken of nabehandelingen (40%) en regelmatige afspraken (26%).

Soort patiënten

Uit de vragen over welke soort patiënten het vaakst een afspraak vergeten kwam niet een duidelijk beeld. Over de leeftijdsgroep gaf 44% van de respondenten aan dat de leeftijd geen rol speelt. 30% zei dat het vooral gaat om patiënten tussen de 19 en 30 jaar en 25% om patiënten tussen de 31 en 50 jaar. 79% gaf aan dat het geslacht geen rol speelt, terwijl 21% antwoordde dat het vooral om mannen gaat.

Ook het hebben van een aanvullende mondzorgverzekering maakt niet uit volgens het merendeel van de respondenten (87,5%). Van de 12,5% die hierin wel een verschil zag, vond 11,25% patiënten met een aanvullende verzekering het meest betrouwbaar.

Financiële gevolgen

Bijna alle respondenten (97,5%) geven aan financieel nadeel te ondervinden van de onbetrouwbare patiënten. Bij 17,5% gaat het om 0 tot 200 euro per maand, bij 43,75% om 200 tot 500 euro, bij 15% om 500 tot 1000 euro en bij 8,75% zelfs om meer dan 1000 euro. 2,5% zegt geen nadeel te ondervinden en 12,5% weet het niet.

Patiëntenplan

Op de vraag hoe het patiëntenplan wordt bijgehouden antwoordt het merendeel (87,5%) dat dit gebeurt via een geïntegreerd afspraakbeheer (ingebouwd in de praktijksoftware). Bij 8,75% gebeurt dit digitaal los van de praktijksoftware en bij 3,75% met een papieren kalender.

Het overgrote deel van de respondenten (89%) herinnert patiënten aan afspraken, 59% doet dit per e-mail, 24% per sms en 5% per telefoon.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
controle - vergrootglas

Controles in de mondzorg: meer nadruk op verantwoordelijkheid zorgverzekeraar?

In de mondzorg worden steeds meer controles uitgevoerd door zorgverzekeraars en zelfs de zorgkantoren laten inmiddels van zich horen. Bij hun controles vragen zorgverzekeraars bij mondzorgpraktijken vaak allerlei medische informatie van patiënten op. Als de mondzorgprofessional die gegevens zomaar verstrekt, kan hij de privacy van zijn patiënten schenden.

Omdat veel mondzorgprofessionals werken zonder contract, is het meer regel dan uitzondering dat gegevens niet aan de verzekeraar verstrekt mogen worden. Toch wordt in de praktijk vaak gegevens bij de verzekeraar opgevraagd en ontstaat de vraag of dat zomaar mag. De mondzorgprofessional is gehouden tot geheimhouding van de medische gegevens, maar hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar op dit punt, na de invoering van de AVG?

Is de zorg rechtmatig en doelmatig?

Aan de toenemende controles in de mondzorg en aan de tips en tricks bij controles voor mondzorgpraktijken hebben wij op dental INFO al meerdere malen aandacht besteed. De meeste controles in de mondzorg gaan over de vraag of de geleverde zorg rechtmatig is verleend (in overeenstemming met de geldende regels) en of deze doelmatig is verleend (de verleende zorg is de meest aangewezen zorg gelet op de gezondheidstoestand van de patiënt). In de praktijk geven zorgverzekeraars vaak aan dat zij, om deze rechtmatigheid en doelmatigheid goed te kunnen toetsen, medische informatie over individuele patiënten van de mondzorgpraktijk nodig hebben.

Medische gegevens verstrekken: wanneer en wanneer niet?

De meeste mondzorgprofessionals die geconfronteerd worden met een controle, vragen zich af of zij gegevens uit patiëntendossiers of medische informatie over individuele patiënten met de verzekeraar mogen of moeten delen, als de verzekeraar daarom vraagt. In beginsel bevat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (de bekende AVG), net zoals de Wet bescherming persoonsgegevens, een verbod om medische gegevens van patiënten te verstrekken aan derden, dus ook de verzekeraar.
Op dat verbod zijn uitzonderingen, onder meer bij controles door de verzekeraar bij gecontracteerde zorgaanbieders. Maar kort samengevat mag een mondzorgprofessional alleen gegevens aan de zorgverzekeraar te verstrekken als hij op basis van een overeenkomst met de zorgverzekaar rechtstreeks bij de zorgverzekeraar heeft gedeclareerd. In alle andere gevallen mag hij alleen gegevens aan de verzekerde verstrekken. Dat volgt uit de wet.

Als de mondzorgaanbieder een (betaal)overeenkomst heeft met de zorgverzekeraar, dient hij te controleren of de opgevraagde medische gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het controledoel en passen binnen het controledoel. Daarnaast dient de zorgaanbieder vast te stellen of de opgevraagde gegevens wel proportioneel zijn: kan de controle niet op een andere – minder ingrijpende – (denk aan bijvoorbeeld een toelichting op praktijkniveau in plaats van over de individuele patiënt) manier worden afgerond? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dient de mondzorgaanbieder bij de zorgverzekeraar het specifieke controleplan en controledoel op te vragen.

Medische gegevens verstrekken: verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder?

Gelet op het voorgaande is van belang dat de zorgaanbieder goed nagaat wat de verzekeraar onderzoekt en om welke reden de verzekeraar medische gegevens opvraagt: is dat wel noodzakelijk en proportioneel? Indien de zorgaanbieder die toets niet uitvoert of gegevens verstrekt terwijl hij geen overeenkomst met de verzekeraar heeft gesloten, dan schendt hij feitelijk zijn beroepsgeheim. Daardoor kan hij problemen krijgen met de patiënt en als deze klaagt bij de Autoriteit Persoonsgegevens, ook daarmee.

Eerder besteedden wij op dental INFO al aandacht aan de merkwaardige situatie dat de zorgaanbieder deze zware verantwoordelijkheid krijgt, terwijl in de wetgeving geen duidelijke sanctie is opgenomen voor de zorgverzekeraar die zich niet houdt aan de Regeling zorgverzekering en – zonder dat aan de wettelijke eisen is voldaan – medisch vertrouwelijke informatie opvraagt en verkrijgt.

Medische gegevens opvragen: verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar?

De invoering van de AVG heeft als bijkomend effect dat de privacy in en buiten de zorg in de schijnwerpers is komen te staan en ook de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, zich anders is gaan opstellen. Niet is uitgesloten dat zorgverzekeraars, indien zij zonder dat dit strikt noodzakelijk is medische gegevens opvragen bij de zorgaanbieder, bij het verwerken van deze gegevens dezelfde privacyrechtelijke verantwoordelijkheden hebben als zorgaanbieders en bij onterechte verwerking zelf handelen in strijd met de AVG. Dat betekent dat in voorkomend geval niet alleen de zorgaanbieder, maar ook zorgverzekeraars zich blootstellen aan mogelijke maatregelen (denk aan hoge boetes) die de Autoriteit Persoonsgegevens kan opleggen. Dit zal met name het geval kunnen zijn als een zorgaanbieder vanwege door een zorgverzekeraar opgelegde druk, bijvoorbeeld opschorting van betaling, gegevens heeft verstrekt. Dit is een aandachtspunt voor de Functionaris Gegevensbescherming van de betreffende verzekeraars. Immers, als er onrechtmatig gegevens verwerkt worden door een zorgverzekeraar doordat onterecht teveel gegevens zijn opgevraagd en verkregen, dan dient de FG daar actie op te ondernemen.

Kosteloos seminar: Materiële controles en AVG

Op 9 oktober a.s. zal in een 2 uur durend seminar stil gestaan worden bij de belangrijkste praktische vragen van materiële controles en de aanvullende vragen die de AVG oproept. Lees meer over het kosteloos seminar Materiële controles en AVG

Door: Karik van Berloo en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving, Zorgverzekeringen
tuchtrecht

Tuchtrecht: niet uitvoeren behandeling na opmaken behandelplan

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag heeft uitspraak gedaan over een klacht tegen een tandarts. De tandarts maakte een behandelovereenkomst op maar kon de behandeling vervolgens niet uitvoeren. Het Tuchtcollege heeft besloten dat de klacht deels gegrond is en legt als maatregel een waarschuwing op.

Situatie

In december 2017 bezocht een patiënt een tandartspraktijk in Rotterdam om hier advies in te winnen over een gebitsbehandeling. De behandelopties werden met de tandarts besproken, en een paar dagen later werd een vervolgafspraak gepland. Tijdens deze vervolgafspraak werden afdrukken van het gebit van de patiënt gemaakt, om een wax-up te kunnen creëren. Daarnaast werd er geprobeerd om een foto van het hele gebit, een orthopantomogram, te maken, wat mislukte doordat het apparaat het niet deed. Diezelfde dag werd er een behandelplan opgesteld, met totale kosten van €8.184,54, waar de patiënt ter plekke voor tekende. Daarnaast tekende hij een document waarin stond dat het volledige bedrag en de kosten van de orthopantomogram moesten worden betaald, voorafgaand aan de behandeling. De rekening werd om 30 december 2017 verstuurd naar de patiënt.

Toen in januari 2018 de tandarts het behandelplan intern met haar collega’s besprak werd gesteld dat de tandarts onvoldoende expertise had om de behandeling zelf uit te kunnen voeren.  De tandarts legde dit op 23 januari 2018 telefonisch uit aan de patiënt, waarna de rekening volledig werd gecrediteerd.

Klacht

Naar aanleiding van het niet doorgaan van de behandeling klaagt de patiënt de tandarts aan. De redenen die hiervoor werden gegeven zijn contractbreuk, fraude en schending van beroepsgeheim. Daarnaast stelt de patiënt om financiële schade te hebben opgelopen, waarvan hij wenst dat deze schade wordt vergoedt door de tandarts.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het college stelt dat er door het niet doorgaan van de behandeling inderdaad contractbreuk is gepleegd. Door het opstellen van de behandelovereenkomst was er een contract dat niet zomaar verbroken kan worden. De tandarts heeft dit toch gedaan door de behandeling later alsnog te weigeren. Het is hierbij ook belangrijk om te onthouden dat het behandelplan werd opgesteld en getekend op initiatief van de tandarts. Hierdoor is het niet raar dat de patiënt ervan uitging dat er een behandelovereenkomst tot stand was gekomen, die niet verbroken kon worden. Anderzijds was het gebrek aan expertise een goede reden voor de tandarts om het contract te verbreken.

De onduidelijkheid had weggenomen kunnen worden door bij het tekenen van het behandelplan duidelijk te maken dat dit slechts een voorlopig plan was en dat de uitkomst van de wax-up en de gebitsfoto moest worden afgewacht voor een definitief oordeel. Het klachtonderdeel contractbreuk is gegrond, aangezien dit niet is gebeurd. Het klachtonderdeel fraude is echter als ongegrond besloten, doordat alle gemaakte kosten zijn gecrediteerd en doordat het declareren van de gebitsfoto een vergissing was. De patiënt heeft het laatste klachtonderdeel, schending van beroepsgeheim, niet onderbouwd, waardoor het College hier ook geen oordeel over heeft gedaan.

Al met al heeft het Regionaal Tuchtcollege besloten dat de klacht deels gegrond is. De tandarts heeft als maatregel een waarschuwing gekregen.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Kennis, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Let op de arbeidsrechtelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs heeft de rechter een belangrijke uitspraak gedaan. Hieruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

In de mondzorg wordt, zoals in bijna alle sectoren, veel gewerkt met tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Baliepersoneel, (preventie-)assistenten, tandtechnisch personeel; veel van hen werken voor de praktijk op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Onlangs deed de rechter een voor mondzorgpraktijken belangrijke arbeidsrechtelijke uitspraak. Daaruit volgt dat het informeren door de mondzorgpraktijk als werkgever aan de werknemer over het al dan niet voortzetten (“verlengen”) van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, schriftelijk moet geschieden.

Schriftelijke aanzegplicht bij aflopen arbeidsovereenkomst

Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid geldt de zogenaamde aanzegplicht op basis waarvan een werknemer 1 maand voor het aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (6 maanden of langer) geïnformeerd moet worden over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Deze mededeling dient schriftelijk te gebeuren. Doet de werkgever dat niet dan is zij maximaal het maandsalaris van de werknemer verschuldigd, naar rato dat de werknemer te laat is geïnformeerd

In de jurisprudentie heeft zich onlangs een situatie voorgedaan waarbij de werkgever wel verder wilde met de werknemer en dat – naar eigen zeggen – ook mondeling had gecommuniceerd. De werknemer in kwestie met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft op enig moment aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen. Vervolgens maakte de werknemer echter aanspraak op een totale maandvergoeding omdat de werkgever had nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren over het wel of niet voortzetten van de overeenkomst. Saillant detail was dus dat de werknemer echter zelf had aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te willen verlengen.

In deze zaak wordt door de rechter voorbijgegaan aan het aanbod van de werkgever om te bewijzen dat mondeling met de werknemer is besproken verder te willen. De rechter oordeelt dat de werkgever een totale maandvergoeding verschuldigd is omdat zij heeft nagelaten de werknemer schriftelijk te informeren. Daarbij gaat de rechter voorbij aan het feit dat de werknemer op eigen initiatief is vertrokken.

Uiterlijk 1 maand van tevoren én schriftelijk

Dit is natuurlijk bijzonder zuur in de setting dat een werkgever ervan uit gaat dat een werknemer blijft en dat ook mondeling als zodanig heeft besproken. Wij wijzen u er daarom op dat u op basis van deze jurisprudentie niet kunt volstaan met een mondelinge afspraak voor (wel of geen) verlenging van een overeenkomst voor bepaalde termijn. Wilt u de arbeidsovereenkomst van een werknemer voor bepaalde tijd verlengen of juist niet voortzetten, dan moet u dat uiterlijk 1 maand van tevoren schriftelijk aan deze werknemer laten weten. Overigens kan dit laatste ook per e-mail en valt ook niet uit te sluiten dat zelfs een SMS- of WhatsAppbericht afdoende is. U moet alleen wel kunnen bewijzen dat de informatie de werknemer ook daadwerkelijk heeft bereikt. Een aangetekende brief of de werknemer laten tekenen voor ontvangst verdient daarom altijd de voorkeur. Denkt u hier wel aan, want anders kunt u als praktijkhouder verrast worden met onaangename consequenties.

Door: Lisanne Brouwer en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tuchtrecht: tandarts berispt om declaratie van verkeerde code

Tuchtrecht: tandarts berispt om declaratie van verkeerde code

Een tandarts is door het Centraal Tuchtcollege berispt, omdat hij bij het declareren een verkeerde code heeft gebruikt. Volgens het college heeft hij hiermee niet de zorgvuldigheid en nauwgezetheid betracht die van hem verwacht mogen worden.

Situatie

Op verzoek van een patiënt heeft een tandarts een van haar onderkiezen onderzocht. Hij vermoedde dat er een barst in de wortel van de kies zat en wilde dit met een kijkoperatie onderzoeken. Op de patiëntenkaart heeft hij vervolgens genoteerd hoeveel de operatie en eventuele vervolgbehandeling zouden gaan kosten en dat de patiënt geen begroting wilde.

Bij de kijkoperatie heeft de tandarts onder verdoving het tandvlees afgeschoven om de kies te bekijken en ontstoken weefsel weg te halen. Hij constateerde een combinatie van bruxisme en mesiale radix en vond de prognose te slecht voor verdere behandeling. Hij heeft vervolgens een rekening gestuurd met de code E33 en de omschrijving ‘molaar’.

Een week na de operatie heeft de patiënt ontstekingsklachten gekregen, die door een collega van de tandarts zijn behandeld. Een maand later is de patiënt naar een andere tandarts gegaan die 3D-foto’s heeft gemaakt en de kies heeft behandeld.

Klacht

De patiënt heeft een klacht ingediend, omdat volgens haar de tandarts haar niet geïnformeerd heeft over de kosten van de kijkoperatie, hij een nota heeft gestuurd met een onjuiste code waardoor de declaratie hoger werd en dat hij een behandeling wilde uitvoeren die niet mogelijk was.

Volgens de tandarts heeft hij met behulp van de zorgsompolis de patiënt geïnformeerd over de kosten van de kijkoperatie en heeft hij de begroting aan de patiënt gemaild. De tandarts kan dit niet meer aantonen, maar zijn assistente heeft zijn verhaal bevestigd.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam oordeelt dat aan te nemen is dat de patiënt van te voren is geïnformeerd over de kosten van de kijkoperatie. Volgens het college kan ook niet vastgesteld worden dat er een verkeerde code is gebruikt. Het college stelt: “Er is een zogenaamde ‘flapoperatie’ uitgevoerd, waarbij tandvlees is opengesneden om de situatie met direct zicht te bekijken en ontstoken weefstel te verwijderen. Voor deze handelingen kan de genoemde declaratiecode worden gebruikt.”

Ook kan niet worden vastgesteld dat de tandarts een verkeerde behandeling wilde uitvoeren. Volgens de tandarts heeft hij bij de kijkoperatie vastgesteld dat verdere behandeling zinloos was en heeft hij dat de patiënt gelijk verteld. Volgens de patiënt heeft hij gezegd dat er geen scheur in de wortel zat en dat er een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd zou worden. Volgens het college lijkt het er op dat de patiënt het mogelijk door taalproblemen niet goed begrepen heeft.

Beoordeling Centraal Tuchtcollege

De patiënt is tegen de uitspraak in beroep gegaan, waardoor de zaak bij het Centraal Tuchtcollege is terechtgekomen.

Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de tandarts wel een verkeerde declaratiecode heeft gebruikt. Onder code E33 die de tandarts heeft gebruikt valt: het uitvoeren van een flap, het toegankelijk maken van de wortelpunt door middel van een osteo-ectomie, het verwijderen van ontstekingsweefsel en het aanbrengen van hechtingen. Uit de patiëntenkaart blijkt niet dat de tandarts deze verrichtingen heeft uitgevoerd. De tandarts heeft hiermee niet de zorgvuldigheid en nauwgezetheid betracht die van hem verwacht mogen worden. Het Centraal Tuchtcollege acht een berisping daarom op zijn plaats.

Voor de overige onderdelen van de klacht oordeelt het Centraal Tuchtcollege hetzelfde als het Regionaal Tuchtcollege.

Bron:
Tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
regels

Veranderingen in wet- en regelgeving mondzorg

In de zomerperiode zijn een aantal wetten en richtlijnen aangenomen die ook van belang zijn voor de mondzorg. Hieronder een overzicht.

Wijziging in Wet BIG – naar verwachting begin 2019

De Eerste Kamer stemde in juli in met verandering van de Wet BIG.  Tandartsen moeten volgens de aanpassing van de Wet Big dan hun BIG-nummer bekendmaken. Ook wordt het tuchtrecht aangepast. Een tuchtcollege kan straks direct een beroepsverbod opleggen aan een zorgverlener bij ernstige dreiging van gevaar voor de patiënt. Het beroepsverbod kan ook worden opgelegd voor behandeling van bepaalde categorieën patiënten.

Verder worden berispingen en boetes alleen nog openbaar gemaakt als de tuchtrechter dat in het belang van de individuele gezondheidszorg nodig vindt. Het toepassingsbereik van tuchtrecht wordt bovendien verruimd waardoor BIG-geregistreerde zorgverleners in een ander beroep of privésituatie onder het tuchtrecht vallen. Daarnaast zijn er veranderingen voor patiënten. Zo moeten zij bijvoorbeeld griffierechten gaan betalen. De patiënt krijgt dit geld terug als de klacht gegrond wordt verklaard.  Lees alle details  over de wijziging Wet BIG op de website van de KNMT.

Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding

Er komt een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Het gaat bijvoorbeeld om een integraalhelm, een bivakmuts of een nikaab. De Eerste Kamer heeft in juni ingestemd met het wetsvoorstel. De datum van inwerkingtreding wordt na overleg met de betreffende sectoren vastgesteld.

Voorstel om de WGBO aan te passen

Minister Bruins voor Medische Zorg heeft in juli een voorstel ingediend bij de Tweede Kamer voor aanpassing van de WGBO. Hij stelt voor om de bewaartermijn van patiëntendossiers te verlengen, nabestaanden in bepaalde gevallen het recht te geven om een patiëntendossier in te zien en “samen beslissen”  op te nemen in de WGBO, schrijft de KNMT.

Aanpassingswet AVG-wetgeving

De Aanpassingswet AVG is in juli aangenomen en treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25 mei 2018.
Via deze wet wordt de WGBO aangepast:

  • Een patiëntendossier moet ‘onverwijld’ worden vernietigd na een verzoek van een patiënt. Eerder was dat binnen drie maanden.
  • Eerder mocht een redelijke vergoeding aan de patiënt worden gevraagd voor het geven van een kopie van z’n patiëntendossier. Dit is nu gratis geworden.
  • Voorheen moest een zorgverlener ‘Zo spoedig mogelijk’ inzage aan een patiënt in zijn dossier of een afschrift geven. De term ‘Zo spoedig mogelijk’ is nu weggehaald.

Herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie geautoriseerd

De herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie is geautoriseerd door de KNMT. Tandartsen kunnen de richtlijn nu dus implementeren in de praktijk.

Taakherschikking mondzorg definitief

De ministerraad stemde begin juli in met het besluit van minister Bruins om mondhygiënisten vanaf 1 januari 2020 zelfstandige bevoegdheden te geven. Het gaat om een experiment voor een periode van vijf jaar. Mondhygiënisten mogen dan zelfstandig verdoven, röntgenfoto’s maken en eerste gaatjes vullen.

Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld: nieuw afwegingskader en stappenplan

Wanneer moet u als tandarts vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld melden bij Veilig Thuis?
Het nieuwe afwegingskader van de KNMG helpt tandartsen bij het nemen van de beslissing om te melden.

Bronnen:
Overheid.nl
Tweedekamer.nl
KNMT
KNMG

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
leiding geven

Leiding geven aan uw team

Hoe geef ik op de beste manier leiding aan mijn team? Pas uw leiderschapsstijl aan op uw medewerker en let op uw eigen voorkeursstijl. Bekijk de video.

Video door Anna Berends van Loenen. 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z, Video
Positioneren van de tandartspraktijk in de eerstelijnszorg

Positioneren van de tandartspraktijk in de eerstelijnszorg

De huidige economie vraagt om meer ondernemerschap en commercieel inzicht van zowel praktijkeigenaren als van medewerkers in de eerstelijnszorg. Patiënten worden mondiger, zoeken naar informatie op het internet, zijn kritischer en vertonen steeds vaker uitstelgedrag vanwege de eigen bijdrage. Hoe positioneert u uw praktijk?

Uw cliënten hebben niet per sé voor u gekozen, ze komen bij u omdat u de dichtstbijzijnde mogelijkheid bent, of omdat de hele familie al jaren bij u komt. Lekker makkelijk, dat wel. Toch is het in de huidige economie, waar vergoedingen en behandelingen aan banden worden gelegd en er steeds meer concurrentie komt noodzakelijk om na te denken over uw positionering. Wat maakt een behandeling in uw praktijk nou zo speciaal? Wat is u onderscheidend vermogen?

Wanneer u iets speciaals te bieden hebt en dit duidelijk weet uit te dragen zijn cliënten bereid om hiervoor om te rijden en te betalen. Ga het maar na bij uzelf, heeft u goede apparatuur nodig voor uw praktijk, dan kiest u voor een gespecialiseerd bedrijf dat kennis en verstand van zaken heeft. Wanneer u kinderen heeft, weet u dat zij graag naar McDonalds willen, daar is het namelijk leuk: ze kunnen er spelen, mogen met hun handen eten en ze krijgen een speeltje. U bent er vast wel eens voor omgereden…. Je zou in dit voorbeeld kunnen zeggen dat McDonalds zich goed heeft gepositioneerd.

Keuzes maken

Positioneren, waar staat dat woord eigenlijk voor? Wanneer je de betekenis opzoekt, lees je het volgende:

“Plaatsen”, “Het streven om een product of merk in de beleving van de consument een bepaalde positie te laten innemen ten opzichte van vergelijkbare concurrenten. Het zogenaamde “in de markt zetten” van een product of merk”.

Positioneren wil zeggen dat je een onderscheidende positie inneemt in het brein van je doelgroep. Dat je leert om keuzes te maken. Er wordt niet voor niks gezegd “Kies en wordt gekozen”.

U zult een keuze moeten maken in welke doelgroepen u aan uw praktijk wilt binden en welke niet. U zult keuzes moeten maken over wat u over uw praktijk of product/dienst naar buiten toe wilt laten zien. U moet zelfs keuzes maken over wie u als concurrent ziet.

Op dit punt is er binnen de eerstelijnszorg nog erg veel te doen. Eerder was het niet nodig om na te denken over een goede positionering,  de cliënten kwamen toch wel, de behandelingen werden grotendeels betaald door de zorgverzekeraar en u was vooral zorgverlener. Daar komt bij dat u niet bent opgeleid in ondernemerschap, marketing en sales. Vaktechnisch bent u  wel zeer goed opgeleid en wordt u regelmatig bijgeschoold.

Het belang van positioneren in de eerstelijnszorg

 Het leveren van een goede service en kwaliteit is, zeker binnen de eerstelijnzorg, een gegeven. Natuurlijk zullen er wat verschillen zijn maar over het algemeen is dit naar een gelijk niveau getrokken. Toch wil de zorgconsument een keuze kunnen maken in het ruime aanbod van eerstelijnszorg. Hier komt het belang van een goede positionering kijken. Weet u zich te onderscheiden van de rest?  Weet u de aandacht te trekken van uw doelgroep?

Allemansvriend

Positioneren van uw praktijk/dienst/product vraagt om keuzes maar zeker zo belangrijk is het managen van dit proces. In de praktijk worden er te weinig keuzes gemaakt, bang om bepaalde doelgroepen te verliezen of om doelgroepen uit te sluiten. Wanneer u keuzes durft te maken en de juiste doelgroepen aan u weet te binden doet u alleen nog datgene wat u het leukste vindt om te doen. U specialiseert zich. Dat wil niet zeggen dat u nooit meer andere zaken aan kunt bieden binnen uw praktijk, het gaat erom dat uw doelgroep u weet te vinden en dat u uw expertise in kunt zetten als onderscheidend vermogen ten opzichte van de concurrent. Heeft de zorgconsument u eenmaal gevonden, dan kunt u uiteraard ook andere zaken aanbieden. Het imago van een allemansvriend is niet de beste.

Onderscheidend vermogen

Waarin kunt u onderscheidend zijn? Is dit vanwege de extra behandeltijd die u neemt voor u cliënten? Vanwege uw technische perfectie, (op welk vlak..?) of vanwege uw ervaring met een specifieke doelgroep? Zo kan de expertise van een tandartspraktijk bij de behandeling van kinderen liggen.

Digitalisering

Tegenwoordig zoekt iedereen op internet naar informatie bij aanschaf van iets nieuws, het boeken van een vakantie of hulp bij een probleem of behoefte. Zo ook de zorgconsument. We praten steeds vaker over kennis delen. Wanneer u of uw praktijk een expertise heeft, is dat een geweldige aanleiding om uw kennis in hapklare brokken aan te bieden. Dit heeft niets te maken met uw ego, het heeft te maken met de positionering van uw praktijk.  Bent u voldoende aanwezig op internet, schrijft u weleens een blog bijvoorbeeld? U kunt blijven ontkennen en niet mee willen gaan in deze nieuwe tijd maar dit is de toekomst: kennis delen en gevonden worden door uw doelgroep.

Vragen bij positionering

 Een goede positionering neerzetten vraagt tijd en aandacht, dit is niet zomaar even gedaan. Het begint met nadenken over de volgende zaken en dit doet u bij voorkeur met uw team.

  • Wat is uw bestaansrecht of uw missie?
  • Welke soort patiënt (doelgroep) wilt u graag bedienen?
  • Weet de zorgconsument u te vinden op basis van uw specialisatie?
  • Wat is uw visie voor de toekomst?
  • Wat kunt u uw doelgroep bieden?
  • Welke doelen heeft u gesteld voor dit jaar en de lange termijn?
  • Wat zijn de wensen en behoeften van uw doelgroep?
  • Op welke pijlers rust uw praktijk?
  • Wie ziet u als concurrent?

Wanneer uw positionering volledig helder is, worden een aantal zaken veel makkelijker. Bijvoorbeeld acquireren, u weet nu wat u wilt , waarom u dit wilt en wat u zoekt. Dat praat een stuk prettiger wanneer u gesprekken wilt voeren met uw verwijzers of andere  partijen waarmee u samenwerkt.

Door Thalita Smit van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen. Dit bedrijf ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen