tandartsketens

Tandartsketens: hoe moeten zelfstandige tandartsen reageren?

Tandartsketens breiden steeds verder uit. Ze krijgen meer vestigingen en er komen meer ketens bij. Hoe kijken tandartsen hier tegenaan? Vormen de ketens een kans of een bedreiging? dental INFO sprak met twee tandartsen, een praktijkeigenaar en een bedrijfskundig adviseur.

Wat cijfers
Het percentage tandartspraktijken dat deel uitmaakt van een keten is van 4,7% in 2014 gestegen naar 6,0% in 2017. Tandarts.nl heeft onderzoek gedaan naar het aantal ketens en het aantal vestigingen per keten. In 2017 zijn er vijftien tandartsketens met meer dan vier vestigingen actief in Nederland (tegen acht in 2014).

 

 

De top 5 hiervan wordt gevormd door:

  1. Dentconnect 80 vestigingen
  2. Dental Clinics 69 vestigingen
  3. Samenwerkende tandartsen 47 vestigingen
  4. Kies Mondzorg 14 vestigingen
  5. Fresh tandartsen 8 vestigingen

Gevolg voor zelfstandige tandartsen
De vraag is wat de gevolgen zijn van de gestage groei van de ketens voor de zelfstandige tandartsen. Wat vinden zij zelf hiervan? Uit een poll die onlangs door dental INFO werd gehouden, kwam dat 45% van de respondenten de opkomst van ketens als een kans ziet tegen 36% die het als een bedreiging ervaart. De overige respondenten staan neutraal in deze kwestie.

dental INFO sprak met René Overmars, tandarts in Amersfoort, die zijn praktijk met twaalf kamers verkocht aan een keten en drie jaar later weer als solist een praktijk met drie kamers begon, met Patrick Bontekoe, bedrijfskundig adviseur bij Mondentis, met Jos Naafs, praktijkeigenaar, en met een tandarts die pas een praktijk begonnen is op het platteland en anoniem wil blijven.

Is de opkomst van tandartsketens een bedreiging of kans voor uw eigen praktijk?

bedreiging of kans

Kans of bedreiging?
Over de opkomst van de ketens verschillen de meningen. Zeker is dat deze trend niet tegen te houden is. Patrick Bontekoe: “Het proces is onomkeerbaar. Kijk maar naar andere landen, vooral ook in Engeland en Zwitserland komen er steeds meer ketens bij.” Of het een kans of bedreiging is? Patrick: “Veel zelfstandige tandartsen ervaren het in ieder geval als een bedreiging, maar volgens mij biedt het wel degelijk kansen. Een keten bij je in de buurt is natuurlijk een concurrent. Veel tandartsen zijn niet gewend om zich te profileren en aan marketing te doen.”

René Overmars ziet de ketenvorming zeker niet als een bedreiging voor de tandartsenbranche. “Ik zie het eerder als een prettige kans voor vele jongere tandartsen om ‘onder de vleugels van’ zich rustig te kunnen ontplooien. Voor de ‘oudere’ tandartsen is het ideaal om af te bouwen en voor degenen die alle administratieve handelingen en de constante aanpassingen van de inspectie c.q. NZa zat zijn een verademing.” De tandarts die anoniem wil blijven ziet de ketenvorming als een regelrechte kans. “Veel van mijn patiënten komen bij een keten vandaan. Ze waren daar niet tevreden, zochten een andere tandarts en kwamen zo bij mijn praktijk terecht.”

Voor- en nadelen ketens
Volgens Jos Naafs kun je de ketens zien als een soort prijsvechters en coöperaties. “Bijvoorbeeld inkoop en administratie centraal regelen werkt kostenbesparend. Nadeel hiervan is dat ook centraal wordt bepaald welke producten in de praktijken gebruikt worden en dat hoeven niet de beste te zijn. Ook op het instrumentarium waar mee gewerkt moet worden, heeft de tandarts geen tot weinig invloed. Daarnaast kijken ketens met name naar praktijkvergroting, zoals meer stoelen op een locatie. De patiënt wordt door al deze randzaken soms uit het oog verloren, terwijl het daar uiteindelijk toch om draait. “

René Overmars kan uit eigen ervaring het werken bij een keten en als zelfstandige goed met elkaar vergelijken. “Ik heb eerst een grote praktijk gehad met 35 medewerkers en 12 kamers. Als je dan zelf fulltime als tandarts wilt blijven werken, doe je jezelf tekort als aansturend manager en vice versa. Als je als eenpitter werkt, is het nadeel dat als je zelf niet aanwezig bent, de patiënt naar een andere locatie moet. Bij een keten is altijd een tandarts beschikbaar en dat is toch een groot voordeel. Bij een keten is ook alles netjes geprotocolleerd, maar soms is er weinig ruimte om hiervan af te wijken.”

Marketing
Hoe kunnen tandartsen het beste reageren op de opkomst van ketens? Volgens Patrick Bontekoe kan een beetje marketing geen kwaad. “Je moet duidelijk maken wie je bent en je profileren. Er is een tekort aan tandartsen, dus in principe zijn er voor iedereen patiënten.” Hij vervolgt: “Tandartsen zijn niet gewend om zichzelf te promoten, patiënten kwamen altijd vanzelf. In het verleden zaten praktijken vaak vol en hadden patiënten moeite om een tandarts te vinden. Als tandarts moet je inspelen op de markt. Albert Heijn zegt ook nooit dat-ie geen extra klanten kan hebben. Als tandarts zou je ook je praktijk kunnen uitbreiden als daar vraag naar is. En daarnaast moet je inspelen op de markt en op de wensen en behoeften van de patiënten. Je hebt bijvoorbeeld tandartspraktijken die medewerkers aannemen die Arabisch of Turks spreken om zo de communicatie met Arabisch- of Turkssprekende patiënten te verbeteren.”

Unique selling points
Jos Naafs voegt hier aan toe: “Door de huidige regelgeving is een solopraktijk vaak niet meer lonend. Om te kunnen voldoen aan de huidige WIP-richtlijnen moet er fors geïnvesteerd worden en dat is door één tandarts niet meer op te brengen. Alleen door middel van maatschappen zou dit ondervangen kunnen worden. In die maatschappen zou men zich moeten afvragen welke ‘unique selling points’ men gaat hanteren en hoe deze te bereiken is. Het grote nadeel is dat tandartsen niet zijn opgeleid als ondernemers, maar medici zijn. Een combinatie van deze twee eigenschappen is maar bij een enkeling aanwezig. Zie hier het ontstaan van de ketens. Een commerciële organisatie die de infrastructuur neer zet en de medici die hun ding doen. Zij het dat ze zeer beknopt en beperkt worden in hun behandelingen.”

Keten om de hoek
En als een keten zich nu bij een zelfstandige tandarts om de hoek vestigt? René Overmars ziet geen probleem. “Gewoon jezelf blijven en geloven in eigen kracht,” is zijn devies. Ook de anonieme tandarts zit daar niet mee: “Veel patiënten zijn niet tevreden bij een keten. Ze voelen zich als een nummer behandeld en voelen geen binding met de praktijk. Je hoeft helemaal geen actie te ondernemen als een keten zich om de hoek vestigt, die patiënten komen vanzelf naar je toe!”

Patrick Bontekoe geeft aan dat je hierover opwinden geen zin heeft. “Ik ken het geval van een keten die zich vlak bij een tandarts vestigde die daar al jaren een praktijk had. De keten plaatste advertenties en reclameborden in de buurt van de praktijk van de zelfstandige tandarts. De tandarts was daar erg verbolgen over, maar kon er niets tegen doen.”

Jos Naafs is zelf ooit benaderd door een keten, die zijn praktijk wel wilde overnemen. “Door onze, nog steeds aanhoudende, groei en financiële positie is dit nog steeds niet noodzakelijk. Door te blijven investeren in mensen en apparatuur zijn wij in staat nog steeds een hoog kwalitatieve tandheelkundige hulp aan te bieden.”

Toekomst
Hebben zelfstandige tandartsen nog een toekomst? Volgens Patrick Bontekoe is dat zeker het geval.

“Maak duidelijke aan de patiënt waar je voor staat als tandarts en wat je als patiënt kunt verwachten. En uiteraard gewoon goede kwaliteit blijven leveren. De ketens gaan zich ook steeds meer differentiëren. Er komt een tweedeling in de markt van patiënten die zich wel en die zich niet prettig voelen bij een keten.”

“Het aanbod voor patiënten wordt diverser. Zelfstandige tandartsen moeten zich ook aanpassen aan de omstandigheden. Praktijken met maar één stoel zullen het in de toekomst vaak niet redden door de toegenomen kosten van bijvoorbeeld digitalisering . Uiteindelijk krijgt iedereen de patiënten die bij hem/haar passen.

Jonge tandartsen hebben vaak niet de ambitie om een eigen praktijk te beginnen. Van de jonge tandartsen is 70% vrouw. De trend is dat zij vaak liever parttime werken, als zzp’er bij een praktijk of bij een keten.”
Jos Naafs is het hier mee eens:

“Gewoon goed luisteren naar wat de behoeften van de patiënten zijn en daar adequaat op inspelen.”

Lees meer over: Management, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z, ZZP-er
Score - beoordeling

Wat is de toegevoegde waarde van protocollen?

Waarom wil je eigenlijk een protocol opstellen? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

Regelmatig vragen praktijken mij om te ondersteunen bij het opstellen van protocollen. Waarom wil je die eigenlijk? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

“Omdat het moet!”
Het opstellen van protocollen ‘omdat het moet’ is mijns inziens verkeerd. Deze insteek komt voort uit de grote onzekerheid en angst, die er bij tandartsen heerst over een eventueel bezoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Deze angst vormt de aanzet tot het opstellen van protocollen. Echter, handelend vanuit deze angst zullen de protocollen geen toegevoegde waarde opleveren voor de praktijk. Het zal alleen enigszins de onzekerheid bij de tandarts wegnemen.

Is er toegevoegde waarde?
Volgens mij zijn er op hoofdlijnen vier voordelen te benoemen bij het opstellen van protocollen. Deze voordelen heb ik hieronder in volgorde van belangrijkheid opgesomd:

  1. Creëren van een leermoment
    Het opstellen of herzien van de protocollen is een uitgelezen moment met het team om de tafel te gaan. Dit overleg richt zich er vooral op te inventariseren waar de werkwijze onderling afwijkt en of de werkwijze overeenkomt met de geldende eisen (bijvoorbeeld vanuit de WIP-richtlijn). Deze onderlinge afstemming zorgt voor duidelijkheid en levert de grootste toegevoegde waarde binnen het proces van protocolleren.
  2. Vastleggen van afspraken
    Door alle afspraken vervolgens daadwerkelijk vast te leggen in een protocol, heeft de praktijk altijd een duidelijke basis liggen om op terug te kunnen grijpen. Het protocol zorgt dus voor duidelijkheid voor nu en in de toekomst.
  3. Inwerken van nieuwe medewerkers
    Als het team draait en alle afspraken worden nageleefd, kan dit betekenen dat de protocollen voor langere tijd in de kast verdwijnen. Helemaal niet erg, want dat betekent dat het team op uniforme wijze en conform de geldende eisen werkt. Wanneer een nieuwe medewerker in de praktijk komt, is het een uitgelezen moment om hem of haar via de protocollen goed in te werken. Een gemiste kans als de protocollen dan niet op tafel komen.
  4. Verantwoorden naar IGZ
    Tot slot, is het uiteraard van belang om verantwoording te kunnen afleggen over de werkwijze binnen de praktijk. Onder andere naar de IGZ. Echter, dit levert de minst toegevoegde waarde op voor de praktijk en het team.

Conclusie en advies
Praktijken handelen nog te veel vanuit de angst voor een bezoek van de IGZ. Echter, door meer te handelen vanuit eigen perspectief zullen de maatregelen en veranderingen van grotere toegevoegde waarde zijn voor de praktijk zelf. Je doet het niet meer ‘omdat het moet’, maar ‘omdat we er beter van worden’. En dan ben ik ervan overtuigd, dat elke praktijk zich ook prima kan verantwoorden richting de IGZ.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeldprotocollen en adviezen.

Lees meer over: Inspectie, Management, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Praktijknaam

Geen beschrijvende praktijknaam, maar wat dan wel?

Volgens een uitspraak van de rechter geniet een beschrijvende bedrijfsnaam geen juridische bescherming. Concurrenten mogen dus een naam gebruiken die er erg op lijkt. Een andere soort praktijknaam is dus een goed idee, maar hoe bedenkt u die?

De ZuidAs en De Zuidas
Een tandartsenpraktijk met de naam ‘De ZuidAs-tandartspraktijk’ had een zaak aangespannen tegen een concurrent die zich ‘Tandartspraktijk De Zuidas’ noemt. Volgens de eerste lijken de namen zoveel op elkaar dat het verwarrend zou zijn voor de (potentiële) patiënten. Volgens de rechter is de naam echter te beschrijvend en kan daarom niet worden gemonopoliseerd. Beide namen mogen naast elkaar blijven bestaan.

Wat is een goede praktijknaam?
Een goede praktijknaam verzinnen is natuurlijk ook knap lastig. Waar moet je rekening mee houden als je een naam bedenkt? Welke naam iemand aanspreekt is natuurlijk persoonlijk. De een waardeert een wat creatievere naam, de ander houdt het liever zakelijker. Over het algemeen heeft een herkenbare naam de voorkeur, waardoor de klant gelijk ziet om wat voor product of dienst het gaat.

Brainstormen
Heeft u niet gelijk een goede naam in gedachten? Betrek dan mensen uit uw omgeving erbij. Organiseer desnoods een brainstormsessie waarbij u alle mogelijke namen opschrijft. Daaruit kunt u later de beste selecteren. Kijk ook hoe uw concurrenten heten. Een naam mag in ieder geval niet misleidend of verwarrend zijn.

Naam beschikbaar?
Als u dan eindelijk de juiste naam gevonden heeft, is het zaak om te controleren of deze naam nog beschikbaar is. Kijk in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Als de naam hier niet in staat, dan is het risico op een handelsnaamconflict klein. Als er wel al namen zijn die erg op de bedachte naam lijken, dan zult u iets anders moeten verzinnen. Check ook of de domeinnaam voor uw website nog vrij is. Als dit niet het geval is, kunt u beter ook nog verder zoeken.

Bronnen:
Recht.nl
Ikgastarten.nl

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Wet- en regelgeving

4 tips voor productieve vergaderingen

Vaak worden vergaderingen door medewerkers als onproductief bestempeld. De volgende vier tips kunnen helpen om een vergadering op een goede manier te organiseren en tot een goed einde te brengen.

1. Plan een meeting in de ochtend
In de ochtend is het brein nog wakker, alert en (nog) niet bezig met stressvolle taken en e-mails. Op dit moment kan iedereen zich nog volledig focussen op het doel dat men vandaag wil behalen. Deze meeting hoeft niet lang te duren, 10 minuten is al genoeg zodat iedereen snel kan beginnen aan een efficiënte werkdag.

2. Bereid de meeting voor
Een efficiënte vergadering begint met een juiste voorbereiding. Leg een duidelijk doel en de timing van de meeting vast.

3. Bereid een agenda voor
Zorg dat de agenda vastligt voor je een uitnodiging verstuurt. Op die manier kunnen mensen zich al voorbereiden op de punten die besproken gaan worden. Leg het doel en timing van elk onderwerp vast.

4. Begin met behaalde prestaties
Vraag iedereen aan het begin van de vergadering naar een persoonlijke of professionele behaalde prestatie. Op deze manier wordt er een positieve sfeer gecreëerd en ontstaat er teambuilding. Door te focussen op dingen die goed gaan, ontstaan er productievere gesprekken.

 

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen
Rekening

Praktijkoverdracht: De fiscale kant

Door tijdig over de financiële kant van een praktijkoverdracht na te denken, kunnen de fiscale mogelijkheden zo goed mogelijk benut worden.

Verslag van de presentatie van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) over fiscale en financiële aspecten bij een praktijkoverdracht tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT.

Belastingen
Over de winst die bij verkoop van een tandartsenpraktijk wordt gemaakt, is belasting verschuldigd. Hoe betaal je nu zo min mogelijk belasting? Het is belangrijk om ruim van te voren over de overdracht na te denken; voor de belasting gelden termijnen van drie jaar. U kunt proberen om het inkomen dat u nu verdient naar de toekomst te verschuiven, zodat u er minder belasting over hoeft te betalen.

Bij de onderste belastingschijven is het belastingtarief met en zonder AOW anders. Als u uw inkomen kunt verschuiven en zo in de onderste schijven kunt terechtkomen, is dat gunstig. Als u echter AOW en pensioen ontvangt, is de onderste schijf al volledig benut.

Uw inkomen vooruitschuiven, blijkt in de praktijk niet veel op te leveren. Voor uw AOW-leeftijd wordt uw winstinkomen, na ondernemersaftrekken, tegen 45% belast. En met AOW ook, doordat u boven op de 40% belasting ook nog 5% zorgpremie moet betalen. Na ingang van uw AOW bedraagt de belastingdruk al snel meer dan 45%, zeker wanneer u rekening houdt met 5% zorgpremie.

Verkoop van een eenmanszaak
Bij de verkoop van een eenmanszaak betaalt de koper de koopprijs voor de goederen. Hij zet deze dan op de balans en kan deze in vijf of tien jaar afschrijven. Over de winst is de verkoper inkomstenbelasting verschuldigd.

Verkoop door een BV
Bij verkoop van de goederen door een BV aan een derde betaalt de vennootschap zelf belasting over de winst bij verkoop. U kunt hierbij zelf bepalen welk bedrag in de BV blijft en wanneer u de winst door de vennootschap laat uitbetalen in de vorm van dividend.

Verkoop aandelen van een B.V.
In dit geval koopt de kopende partij de aandelen en niet de goederen. De koper koopt dan alle rechten en plichten die door de vennootschap zijn aangegaan, inclusief de ‘lijken in de kast’. Een koper zal dus niet graag een vennootschap kopen.

Overdracht van een gehuurde praktijkruimte
Als de praktijkruimte niet in eigen bezit is, maar wordt gehuurd, dan zal bij verkoop van de praktijk contact opgenomen moeten worden met de verhuurder. Wil de verhuurder de ruimte onder dezelfde condities verhuren aan de kopende partij? Dan is een zogenaamde indeplaatsstelling nodig. Bij een vennootschap gaat de huur gewoon door. De vennootschap is namelijk huurder, niet een persoon.

Anticiperen op praktijkoverdracht
Een praktijkoverdracht vraagt een ruime voorbereidingstijd – het liefste minimaal drie jaar. U moet alle contracten in beeld hebben en de consequenties ervan kunnen overzien. Het gaat dan bijvoorbeeld over leveranciers, de telefoon en de website. Ook arbeidscontracten zijn erg belangrijk. Als ze niet meer kloppen – bijvoorbeeld als het aantal uur dat iemand feitelijk werkt niet overeenkomt met de aanstelling – moeten ze tijdig aangepast worden.

Als u een maatschap met uw echtgenoot heeft: wat staat er in het contract over winstverdeling bij verkoop en moet dit nog aangepast worden? Als u nog een BV wilt oprichten, om zelf het moment van winstuitbetaling te kunnen bepalen, moet u daarna nog drie jaar doorgaan. Ook als u uw praktijk wilt overdragen aan een medewerker, geldt een voortgangstermijn van drie jaar.

Als u pensioen hebt opgebouwd, kunt u die (waarschijnlijk) afkopen (deze regeling is nog niet definitief), gewoon laten doorgaan of omzetten in een oudedagsvoorziening.

Onroerend goed moet u laten taxeren. Zorg dat het pand goed in orde is, etc.

Oudedagsvoorzieningen
Er zijn verschillende vormen van oudedagsvoorzieningen: het al eerder genoemde pensioen, lijfrente, banksparen en vermogen.
Een lijfrente houdt op bij het overlijden. U kunt verlies bij voortijdig overlijden afdekken d.m.v. en overlijdensrisicoverzekering. Bij lijfrente in de vorm van banksparen wordt het ingelegde geld altijd uitbetaald; bij overlijden gaat het naar de partner of erfgenamen. De belastingdruk die u over uw vermogen betaalt, is vanaf 1 januari 2017 afhankelijk van de hoogte van uw vermogen.

Overige tips
Bekijk bij de praktijkoverdracht ook tijdig de privécontracten. Het kan daarbij gaan om de huwelijkse voorwaarden, een samenlevingscontract, een testament of een levenstestament.

Bedenk bij alle keuzes wat u zelf wilt. Wilt u gelijk de opbrengt bij verkoop ontvangen of wilt u het juist later uitgekeerd krijgen?

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) tijdens het seminar praktijkoverdracht van de KNMT.

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen
oud-patiënt

Hoe krijgt u een oud-patiënt weer terug in uw praktijk?

Om ervoor te zorgen dat oud-patiënten weer een bezoek komen brengen aan uw praktijk, kunt u een zogenoemd reactiveringsprogramma gebruiken om de patiënten weer te ‘activeren’. Lees de tips.

Reactiveringsprogramma

Twee belangrijke stappen moeten worden genomen om een ​​patiënt weer te activeren:

  • Stuur de patiënt een brief of e-mail
  • Follow-up met een telefoontje

Lijsten
Voor de uitvoering van dit programma kan een medewerker worden toegewezen die de volgende taken op zich neemt:

  1. Een lijst genereren van patiënten die een jaar of langer niet meer zijn langs geweest. Patiënten die zijn verhuisd of overleden worden niet in deze lijst opgenomen.
  2. Deze patiënten een brief schrijven in herkenbare huisstijl voor een professionele uitstraling. U kunt ook een e-mail sturen. Let er in dit geval op dat de e-mailadressen nog juist.

Follow-up
Hoewel u natuurlijk hoopt dat er een reactie komt op de brief, is een follow-up telefoontje eigenlijk belangrijker. Het is van belang dat de persoon die de patiënten gaat opbellen uitstekend kan communiceren. Voor deze telefoongesprekken kan een script en/of handleiding worden gebruikt.

Categoriseren
Daarnaast kunt u de inactieve patiëntendossiers indelen in de volgende categorieën:

  • Categorie A: Niet voor een behandeling langs geweest in de afgelopen 12-18 maanden.
  • Categorie B: Niet voor een behandeling langsgeweest in de afgelopen 18-24 maanden.
  • Categorie C: Al meer dan twee jaar niet langs geweest voor een behandeling.
  • Categorie D: Wel contact mee gehad in het afgelopen jaar, maar is niet langs geweest voor een behandeling.

De groep patiënten die in de afgelopen 12 tot 18 maanden niet zijn langs geweest moet als eerste worden opgebeld om bijvoorbeeld een controle in te plannen. Geadviseerd wordt om in de late namiddag of vroege avonduren te bellen omdat de meeste mensen dan bereikbaar zijn.

Statistieken bijhouden
Het is belangrijk om de volgende statistieken bij te houden om het reactiveringsprogramma goed te kunnen monitoren:

  • Aantal oproepen
  • Aantal gemaakte afspraken
  • Aantal gemaakte afspraken die worden nagekomen

Beltips

  • Neem eerst het patiëntendossier door voordat u opbelt.
  • Laat tijdens het gesprek zien dat de praktijk het welzijn van de patiënt hoog in het vaandel heeft staan.
  • Degene die de gesprekken voert moet assertief zijn. Sommige patiënten komen liever niet omdat ze angstig zijn voor de tandarts. Dan moet de beller bereid zijn om de patiënt te helpen deze barrières te overwinnen.

Patiënten die geen afspraak maken
Als het niet lukt om een afspraak te maken met de patiënt, kan het dossier worden doorgegeven aan de tandarts die vervolgens de patiënt opbelt. De patiënt kan dan nogmaals geïnformeerd worden waarom een regelmatig tandartsbezoek belangrijk is. Ook kan het zijn dat de patiënt een negatieve ervaring heeft gehad in uw praktijk. U kunt via het gesprek erachter komen wat precies de reden was. Als u hierover in gesprek gaat, is de kans groot dat er uiteindelijk toch een afspraak wordt gemaakt.

De auteur van het artikel, Kevin Tighe, is een managing partner bij Cambridge Dental Consultants in Amerika.

Bron:
Dr Bicuspid.com

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z
praktijkinrichting

Hulp bij het inrichten van een tandartspraktijk

Het inrichten van een tandartspraktijk kan een uitdaging zijn. Er zijn veel belangrijke aspecten waarmee rekening moet worden gehouden. De Brit Dr. Stuart Clark stelde daarom een overzicht samen van essentiële principes die hierbij kunnen helpen.

Het stellen van doelen
Het is belangrijk om precies te weten wat u uit een project wilt halen, ongeacht de grootte. Wellicht wilt u uitbreiden, of de bestaande ruimtes slechts veranderen – het maakt niet uit wat de reden achter het project is, het is altijd cruciaal dat er zo vroeg mogelijk doelen worden gesteld. Op deze manier kan hier naartoe worden gewerkt en krijgt het gehele project focus en een drijfveer.

Functies
Een tandartspraktijk heeft vele verschillende functies waarop de designs  moeten aansluiten. Zo is een praktijk een plek waar zowel tandheelkundige zorg als zaken plaatsvinden. Ook moeten werknemers hier effectief kunnen werken om gestelde doelen te behalen. Het is daarom belangrijk dat alle delen van uw praktijk qua functie zowel samen als afhankelijk van elkaar werken.

Optimaal gebruik
Iedere tandartspraktijk wordt gelimiteerd door de beschikbare hoeveelheid aan ruimte. Om deze reden moet iedere centimeter in zijn volle potentie benut worden. Zo moet de wachtruimte enerzijds groot genoeg zijn voor patiënten zodat zij zich niet claustrofobisch of opgesloten voelen; anderzijds moet de ruimte ook weer niet te groot zijn. Tevens moet er rekening worden gehouden met de ruimte die het personeel nodig heeft om hun tijd goed te kunnen benutten.

Technologie
Het investeren in technologie van hoge kwaliteit is een vereiste voor een moderne tandartspraktijk. Op deze manier blijft uw praktijk up-to-date en competitief, zal het op de lange termijn geld besparen, de werksfeer verbeteren en de patiëntenzorg verbeteren.

Digitale technologie is een vast onderdeel geworden van de moderne tandheelkunde. Het ontwikkelen van een (nieuwe) praktijk is daarom de ideale tijd om deze technologie op te nemen in uw praktijk, mocht u dit nog niet gedaan hebben. Praktijken met nieuwe technologie zijn uiteindelijk het meest succesvol.

Bron:
dentistry.co.uk

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
geruststellen

Effectief geruststellen van jonge patiënten

Mondzorgprofessionals die met een jonge patiënt een geruststellend gesprek aangaan zijn volgens de ouder/verzorger empathischer. Ook wordt het gesprek als meer patiënt-georiënteerd ervaren waardoor er ook meer arts-patiënt interactie ontstaat. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek gepubliceerd in PLoS ONE.

Onderzoek
De onderzoekers wilden bepalen in hoeverre de besproken onderwerpen in een gesprek tussen een tandheelkundige en een pediatrische patiënt in verband staan met de patiënttevredenheid en de perceptie van de verzorger met betrekking tot de kwaliteit van het gesprek. Hiervoor hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van video-opnamen van 162 gesprekken met 62 pediatrische patiënten tussen de 0 en 20 jaar oud tijdens een tandheelkundig bezoek aan de Paediatric Dentistry Clinic of the Prince Philip Dental Hospital in Hong Kong. Daarnaast moesten de ouder/verzorgers een vragenlijst invullen.

Geruststelling
De onderzoekers hebben vijf onderwerpen geïdentificeerd die tijdens het gesprek tussen arts en patiënt /verzorger worden besproken: ziekte/behandeling, instructies voorafgaand de behandeling, voorbereiding op de behandeling, geruststelling en familie.

Het blijkt dat met name woorden en zinnen met betrekking op geruststelling direct in verband staan met de patiënttevredenheid volgens de ouder/verzorger.

Patiëntgerichte benadering
Het blijkt dat een ouder/verzorger de kwaliteit van het gesprek beter beoordeelde als er tijdens de arts-patiënt interactie frequenter gebruik werd gemaakt van bepaalde woorden en zinnen, zoals: mama, papa, meisje, jongen, zusje en “Laat maar aan mama zien” of “Brave meid!”.
Ook werden de tandheelkundigen door specifiek woordgebruik als empathischer ervaren. Daarnaast merkten de onderzoekers op dat een meer patiëntgerichte benadering van communicatie de samenwerking tussen de arts en de patiënt verhoogt.

Conclusie
Volgens de auteurs moet er meer onderzoek gedaan worden naar gesprekken tussen een mondzorgprofessional en peuters, kleuters en tieners. Aangezien deze leeftijdsgroepen wellicht verschillend benaderd moeten worden. Ook zou directe feedback van de pediatrische patiënt en non-verbale communicatie meegenomen kunnen worden in een volgend onderzoek.

“(Tand)artsen moeten verschillende verbale uitingen en vormen van communicatie gebruiken om de tevredenheid, de mate waarin informatie wordt begrepen en de mate waarin het gedrag van een patiënt overeenstemt met de gegeven adviezen te verbeteren”, concludeerden de onderzoekers.

Bron:
journals.plos.org

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
telefoon

De kracht van geluid aan de telefoon

De telefoon is het belangrijkste medium voor praktijken om direct te communiceren met patiënten. Hoe het telefoongesprek ervaren wordt door de beller, kan aanzienlijk veel impact hebben op hoe de patiënten in het geheel de praktijk ervaren en beoordelen. Het is daarom goed om na te denken over hoe de telefoon wordt beantwoord, hoe de verdere interactie met de beller plaatsvindt en wat de beller hoort wanneer hij in de wacht staat.

Bericht
Als een oproep niet direct kan worden beantwoord door een medewerker, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de beller naar een berichtgeving luistert met een juiste combinatie van spraak en muziek. Als bellers naar piepjes of muziek van slechte kwaliteit moeten luisteren, zijn ze eerder geneigd op te hangen. Ook een stilte wordt niet gewaardeerd. Tevens moet het bericht regelmatig ge-update worden om de beller ‘wakker te houden’.

Stem en muziek
Zowel mannelijke als vrouwelijke stemmen worden positief beoordeeld. Leeftijd en toon zijn daarnaast belangrijke factoren en weerspiegelen de visie van uw praktijk. Qua muziek zijn elementen zoals tempo, volume en toonhoogte belangrijk. Tandheelkundige praktijken kunnen het beste kiezen voor een zacht, ontspannend muziekje dat een kalmerend effect op de beller heeft.

Bron:
Nature.com

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Verkoop praktijk

Voorbereidingen voor verkoop van uw praktijk

Mocht u de beslissing hebben genomen uw praktijk te verkopen, dan zijn er een aantal praktische stappen die ondernomen kunnen worden om dit proces soepel te laten verlopen. Deze tips worden gegeven door Jonathan Tyson, een Britse specialist op dit gebied.

Goede voorbereiding is het halve werk
Iedereen die eerder te maken heeft gehad met het verkopen van een praktijk, weet hoeveel stress dit kan opleveren en hoe lastig dit proces soms kan verlopen. Een goede voorbereiding kan hier echter veel bij helpen.

Partner?
Ten eerste zou het helpen om direct na het besluit om te gaan verkopen een indicatie te maken van hoe de praktijk er momenteel voorstaat. Hierbij kan worden gekeken naar wie momenteel de eigenaar van het pand is en hoe de relatie met deze persoon is, en of er eventueel een partner-eigenaar van de praktijk is en hoe deze tegen de zaak aan staat. Zeker in het geval van het hebben van een partner is het cruciaal om hiermee goed in overleg te gaan.

Gespecialiseerde sales agent
Een andere stap die moet worden genomen is het vinden van een sales agent gespecialiseerd in tandartspraktijken. Zij weten precies waar ze op moeten letten en hebben daarnaast ook vaak nuttige contacten. Dit kan erg handig zijn, aangezien de laatste tijd het aanbod over het algemeen hoger is dan de vraag. Meer tips hiervoor zijn hier te lezen.

Papierwerk
Een fase die vaak langer duurt dan verwacht, is al het papieren werk dat moet worden afgehandeld. Hoe sneller alle juiste informatie verzameld en ingevuld kan worden, hoe sneller de verkoop zal gaan. Een lijst met allerlei dingen die verzameld moeten worden zijn:

  • Alle verschillende contracten die zijn afgesloten in verband met leningen en overeenkomsten en dergelijke
  • Bankrekeningen van de praktijk
  • Lijst met de inventaris van de praktijk
  • Contracten met de werknemers
  • Alle beleidsregels en protocollen van de praktijk
  • Handboeken voor de medewerkers

Eigendom praktijk
Hiernaast moeten veel dingen in verband met het eigendom van de praktijk worden overwogen. Is het pand bijvoorbeeld privé eigendom of wordt het gehuurd? En is het plan om dit zo te laten voor de toekomstige eigenaar? En mocht er worden gehuurd, wie is dan de huisbaas, en hoelang duurt de huurperiode nog?

Langdurig proces
Al met al zijn er veel verschillende aspecten die de duur en het gemak van het verkoopproces kunnen beïnvloeden. Gemiddeld zal dit proces zo’n 6 tot 9 maanden in beslag nemen. Echter, hoe beter voorbereid  hoe makkelijker en sneller dit zal gaan. Het meenemen van bovenstaande stappen zal hierbij zeker helpen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Management, Ondernemen
agenda, planner

Tips voor een efficiënte agendaplanning

Er is behoefte aan verbetering binnen de praktijk én aan meer rust.” Dit was het antwoord van een tandarts op mijn vraag hoe hij verder wilde met zijn praktijk. Een tandarts / praktijkhouder heeft gedurende een werkdag meerdere rollen, namelijk die van zorgverlener, manager én leider. Dit vraagt persoonlijk heel veel. En hoe is het mogelijk om dan ook nog rust te creëren? Het antwoord is niet eenduidig, maar een goede agendaplanning draagt hier zeker aan bij. In dit artikel diverse tips voor een efficiënte agendaplanning.

Planning vs. Service

In veel praktijken wordt aan patiënten de volgende vraag gesteld bij het plannen van de vervolgafspraak: “Welke dag heeft uw voorkeur?” of “Wanneer komt het u uit?”. Vanuit service oogpunt misschien twee goede vragen. Echter, vanuit planning oogpunt zijn dit twee hele slechte vragen. Een efficiënte agendaplanning houdt namelijk in, dat afspraken worden ingepland op dagen en tijden die voor de agenda het beste uitkomen. Echter, via het stellen van deze vragen ligt het initiatief bij de patiënt en snijdt de praktijk ‘zichzelf in de vingers’. Een efficiënte agendaplanning krijg je alleen door het belang van de agenda te stellen boven de service aan patiënten.

Vanuit medewerkers levert dit regelmatig de vraag op of de service aan patiënten dan niet meer belangrijk is. Een terecht vraag uiteraard. Natuurlijk is de service nog steeds heel belangrijk. Echter, als de praktijk meer rust wil via een efficiënte agendaplanning, dan zal de hoogste prioriteit moeten liggen bij de planning. En de service naar patiënten volgt direct op de tweede plaats.

Tips voor efficiënte agendaplanning

Het belang van de agenda bovenaan stellen is de eerste belangrijke verandering om te komen tot een efficiënte agendaplanning. Zo lang dit niet gebeurt, zullen de volgende tips ook geen effect hebben.

  1. Stel een blokplanning op

    De titel van dit artikel is enigszins misleidend. Er zal zeker een agendaplanning zijn, die de meest efficiënte is. Echter, de persoonlijke voorkeuren en het karakter van de tandarts zijn mede bepalend voor wat de tandarts als prettig en efficiënt ervaart. Advies is dan ook altijd een maatwerk blokplanning op te stellen. Op basis van de eigen voorkeuren en situatie.Dit kan het beste door het aantal uitgevoerde verrichtingen van een vergelijkbare periode (bijvoorbeeld het voorgaande kalenderjaar) als uitgangspunt te nemen. Een eerste en gemakkelijke onderverdeling is het totaal aantal controles en het totaal aantal pijnklachten. Door dit vervolgens te extrapoleren naar één week, kun je vervolgens naar eigen inzicht een blokplanning per week gaan opstellen. Deze weekplanning dient zich dan op jaarbasis te verhouden tot het totaal.

  2. Leer communicatiescripts

    De blokplanning is het ideaalplaatje, waar de praktijk naar streeft. Echter, theorie en praktijk liggen soms ver uit elkaar. De communicatie met de patiënt bepaalt in hoeverre het team (/ de balie) in staat is om de nieuwe afspraken zo veel mogelijk binnen de blokplanning te plaatsen. Bepaalt het team de datum en het tijdstip van de afspraak, of bepaalt de patiënt? Indien medewerkers zich te vaak laten leiden door de wensen van de patiënt, kan het helpen om duidelijke communicatiescripts op te stellen. Bijkomend voordeel is, dat medewerkers ook zekerder gaan communiceren. Hoe zekerder en overtuigender wordt gecommuniceerd, hoe beter de acceptatie door de patiënt.

  3. Wees consequent

    Zoals gezegd ligt de theorie van de blokplanning soms ver af van de praktijk. Alleen door consequent de blokplanning na te streven, zullen veranderingen kunnen worden gerealiseerd in de agendaplanning. Mijn ervaring is, dat praktijken zich te snel laten verleiden om de blokplanning los te laten. Bijvoorbeeld als medewerkers over drie weken toch weer controle afspraken plaatsen in het pijnklachten blok. Alleen door consequent te zijn, zullen de voordelen van de blokplanning worden behaald.

  4. Accepteer de fouten

    Zorgverlening is mensenwerk. Hiermee wil ik zeggen, dat de lengte van een behandeling nooit exact te voorspellen is. Ook de tijdsduur van het pijnklachten blok is op basis van een gemiddelde en kan dus fluctueren. Het team dient dit vooral te accepteren. Want hoe goed de blokplanning ook is, doordat het om zorgverlening gaat kunnen we de dag nooit exact vooraf invullen. Door dit vooral te accepteren, kunnen het team en de tandarts zich een hoop ergernis besparen.

Conclusie

Een team zal alleen veranderingen weten te realiseren als het zelf verandert. De blokplanning kan hierin uiteraard ondersteunen en kan als uitgangspunt dienen, maar de echte veranderingen dienen door het team zelf te worden gemaakt. Om tot een efficiënte agendaplanning te komen, moet allereerst het belang van de agenda bovenaan worden gesteld. Vervolgens dient de communicatie naar patiënten te worden ingestoken vanuit de agenda – en niet meer vanuit het service oogpunt naar de patiënt. Tot slot is het belangrijk om consequent te zijn. Kortom een hele uitdaging, maar eentje die een praktijk veel plezier en rust kan opleveren.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor Agendaplanning.
Bekijk de video: Meer rendement in de praktijk – opstellen blokplanning, een Exceldocument om zelf een blokplanning op te stellen en een voorbeelddocument blokplanning.

Dit artikel is voor het eerst geplaatst in juli 2017

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Praktijkmanager

Versterken en behouden inzetbaarheid van uw praktijkmanager

De praktijkmanager houdt zich bezig met administratieve, secretariële en facilitaire ondersteuning in de tandartsenpraktijk. Om de inzetbaarheid van de praktijkmanager te versterken en te behouden, moet u kansen bieden voor groei en ontwikkeling. De volgende drie tips kunnen u hierbij helpen.

Tip 1: Geef een gedetailleerde beschrijving van de functie
Het is belangrijk dat u een duidelijke functie-en taakbeschrijving opstelt waarin de verwachtingen en benodigde com-penties zijn opgenomen. Een functie- en taakbeschrijving vergroot de duidelijkheid binnen de organisatie. Het maakt de organisatie inzichtelijk en bestuurbaarder omdat duidelijk wordt wat de praktijkmanager doet en waar hij of zij verantwoordelijk voor is. Onthoud dat de praktijkmanager zich met het volledige bedrijf bezig houdt, zodat u zich volledig op de tandheelkunde kunt focussen.

Tip 2: Leer om los te laten
Vertrouw de taken met de bijbehorende bevoegdheden en middelen toe aan de praktijkmanager. Wees bereid de controle over delen van de praktijk los te laten. Als u uw praktijkmanager meer als een partner gaat zien, hebben jullie daar beiden profijt van. De praktijkmanager kan op deze manier meer bereid zijn (en heeft ook meer de ruimte) om ervoor te zorgen dat patiënten zo efficiënt mogelijk geholpen worden wat de algehele kwaliteit van uw praktijk kan verhogen.

Tip 3: Bied trainingen aan
De praktijkmanager is een belangrijke schakel binnen het bedrijf. Zodra u de juiste persoon gevonden heeft, is het be-langrijk dat u degene helpt groeien door het aanbieden van trainingen en cursussen. Als goed werkgever wordt van u verlangd dat u uw personeel opleidt om breder inzetbaar te zijn. De trainingen/cursussen kunnen gericht zijn op de be-roepsontwikkeling, maar ook op het vergroten van het sociale bewustzijn, persoonlijke effectiviteit en groei.

Bron:
DrBicuspid.com

Lees meer over: Management, Ondernemen, Personeel
Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Een tandarts die in het bezit was van een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) van 2005 t/m 2009 en in 2011 en 2012, heeft op 27 juni 2005 een “Overeenkomst van praktijkmedewerking met premieplicht” gesloten. Na een boekenonderzoek werd door een inspecteur van de belastingdienst geconcludeerd dat de aangifte IB/PVV van de tandarts over 2010 moet worden gecorrigeerd omdat er in die periode geen sprake zou zijn geweest van ondernemerschap.

Hoger beroep
Het beroep van de tandarts werd vervolgens als gegrond verklaard, en de rechtbank besloot dat voor de inkomstenbelasting een VAR-wuo was afgegeven waarmee vertrouwen ontleend zou kunnen worden dat ook in 2010 tandartswerkzaamheden werden uitgevoerd en dus een onderneming werd gevoerd. Als antwoord hierop ging de inspecteur in hoger beroep.

Eigen risico van de inspecteur
Uiteindelijk heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden besloten dat dit hoger beroep ongegrond is. De reden hiervoor was dat een VAR alleen mag worden afgegeven als een inspecteur besluit dat de juiste informatie aanwezig is. De inspecteur heeft dit voor het jaar 2010 gedaan zonder het aanvraagformulier te raadplegen, ervan uitgaande dat de eerder verstrekte informatie ook dit jaar geldig zou zijn. De gevolgen hiervan horen  op de rekening van de inspecteur te komen te staan, aangezien deze hiermee een onjuiste VAR heeft afgegeven. Bovendien is het niet feitelijk aangetoond dat de situatie in 2010 afweek van de jaren daarvoor.

Bron:
Rechtspraak.nl 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
tuchtrechter

Openbaarmaking tuchtuitspraak laat zorgverleners denken aan stoppen

Uit onderzoek van NIVEL is gebleken dat een uitspraak van een tuchtrechter een zorgverlener niet alleen op zakelijk, maar ook op persoonlijk vlak raakt. Van de 294 onderzochte zorgverleners met een gegrond verklaarde tuchtklacht gaf meer dan de helft aan te overwegen om te stoppen met werken.

Kwaliteit van de zorg
Tuchtrecht bestaat voornamelijk om de kwaliteit van de zorg zo hoog mogelijk te kunnen houden. Straffen is hierbij niet per se het hoofddoel, maar is wel hoe een uitspraak door veel zorgverleners wordt ervaren. Onderzoeker Roland Friele: “Zorgverleners geven aan dat ze zich ‘aangevallen’, ‘machteloos’, ‘boos’ en ‘gecriminaliseerd’ voelen.

Belasting op persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak

Uit het onderzoek bleek dat met name de openbaarmaking van de tuchtuitspraak als belastend wordt ervaren op persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak. Openbaarmaking van informatie over berispingen en boetes is met een wetswijziging in 2012 verplicht gemaakt. Voor waarschuwingen is dit niet het geval.

Stoppen na tuchtuitspraak
Het bleek nu dat ruim de helft van de zorgverleners om bovengenoemde redenen overweegt om te stoppen met werken na onderwerp van een tuchtuitspraak te zijn geworden. 12 procent van degenen die een berisping of geldboete toegewezen kregen zijn daadwerkelijk gestopt met werken om die reden.  Van de zorgverleners met een waarschuwing gaf een derde aan te overwegen om te stoppen met werken – met name degenen van 60 jaar of ouder.

Zakelijke gevolgen
Een groot aandeel in deze overweging bleek de zakelijke gevolgen die een tuchtuitspraak heeft te zijn. Met het internet is elk nieuwtje voor iedereen toegankelijk en daarom snel bekend bij klanten, waardoor het waarschijnlijk is dat een aantal patiënten naar een andere zorgverlener zullen overstappen en zal het winnen van nieuwe patiënten lastiger gaan.

Openbaarmaking
Minister Schippers heeft na de wetswijziging in 2012 aangegeven om de gevolgen van openbaarmaking goed te onderzoeken. De KNMG hoopt dat dit onderzoek aanleiding zal zijn om berispingen van en boetes voor artsen niet langer openbaar te maken, aangezien zij het idee hebben dat een tuchtmaatregel niet direct betekent dat een zorgverlener geen goede kwaliteit levert.

Bron:
NIVEL

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Efficiënte agendaplanning in de praktijk

Efficiënte agendaplanning in de praktijk

In deze video wordt ingegaan op de methodiek van een blokplanning. Aangevuld met de do’s en don’ts en de veelgehoorde bezwaren binnen een praktijk. Een prima startpunt om weer controle te krijgen over de agenda.

Blokplanning
De sfeer in een praktijk kan variëren van “de dag liep goed” tot “het loopt niet lekker hier, we lopen continu achter de feiten aan”. Dit verschil in ervaring wordt erg bepaald door de agendaplanning. Als praktijken geleefd worden door een agenda komt dit meestal doordat de agendaplanning bepaald wordt door de voorkeur van de patiënt. Vanuit oogpunt van serviceverlening aan de patiënt is dit goed maar een praktijk snijdt zichzelf hiermee in de vingers: de praktijk krijgt dan een agendaplanning die niet logisch is.

Hoe bepaalt u uw eigen agenda? De blokplanning is vaak het middel om uw eigen agenda te kunnen invullen.

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeelddocumenten voor agendaplanning.

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Thema A-Z, Video
4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

Tijdens een congres sprak ik in de pauze een aantal tandartsmedewerkers die al langer rondliepen met plannen om een eigen praktijk te beginnen. Verder dan plannen maken waren ze nog niet gekomen. Waarom hadden ze de volgende stap nog niet gezet?

Samengevat kwam het neer op een soort van koudwatervrees. Er kwamen zoveel zaken tegelijk op deze praktijkhouders in spé af dat ze door de bomen het bos niet meer zagen en bleven hangen in hun gedachten. Dit is toch zonde. Door de vergrijzing in tandheelkundig Nederland komen er zoveel mooie praktijken op de markt waar jonge tandartsen een eigentijdse invulling aan kunnen gaan geven. Jouw eigen visie op zorg gecombineerd met ondernemerschap in een uitdagend zorglandschap. Met een beetje structuur en wat handvatten is dit prima te realiseren. Hieronder een aantal tips.

Tip 1: Weet wat voor soort ondernemer je bent
Er is geen eensluidende definitie te geven wat een goede en succesvolle ondernemer maakt. Natuurlijk, naast tandheelkundige zaken zal je ook te maken krijgen met andere aspecten van het ondernemerschap. Denk aan het beoordelen van personeel of het onderhandelen over de inkoopprijs van materialen. Wees bewust van de kwaliteiten die je hebt en verbeter je minder goed ontwikkelde punten. Hoe? Maak een Persoonlijke Profiel Analyse test. Deze geeft inzicht in jouw persoonlijkheid. Handig om te weten en komt goed van pas bij jouw verdere persoonlijke ontwikkeling.

Tip 2: Maak een stappenplan
Zoals je weet komt er enorm veel kijken bij de overname of start van jouw eigen praktijk. Bewaar het overzicht en ga systematisch te werk. Maak een stappenplan zodat je fase voor fase kunt afwikkelen. Zo hou je het overzicht in het proces, zie je niets over het hoofd en heb je grip op zaken. Een bijkomend voordeel, dat ik in de praktijk heb ervaren, is dat tandartsen aangeven hierdoor meer inzicht te hebben in de diverse afwegingen die ze moeten maken en dus betere beslissingen kunnen nemen.

Tip 3: Besteed bepaalde werkzaamheden uit
Verreweg de meeste tandartsen die een praktijk overnemen of starten doen dit één keer in hun leven. Tijdens je opleiding wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Haal het optimale uit jouw praktijkstart en schakel een deskundige in. Iemand die cijfers inzichtelijk voor je maakt, helpt met onderhandelingen en de benodigde contracten kan opstellen. Jij kunt je dan focussen op andere belangrijke zaken zoals de inrichting en vormgeving van de praktijk.

Tip 4: Periodieke controle
Wat vandaag het beste is kan morgen al verouderd zijn. Misschien een open deur maar dit gaat ook op als je eenmaal gestart bent met jouw eigen praktijk. Wet- en regelgeving zijn niet statisch. Is mijn praktijkvoering nog up-to-date? Hoe kan ik het beste gaan samenwerken met een collega tandarts? Hoe verloopt de samenwerking met het personeel? Zijn de financiën op orde? Allemaal zaken die van tijd tot tijd aandacht verdienen. Neem de tijd om deze en andere zaken periodiek op een rijtje te zetten. Blijf de architect van jouw eigen praktijk.

Door: Frank Brusche, Bedrijfskundig adviseur VvAA

Lees ook: Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

Advertorial

Dental Management Toolkit: Protocollen, video’s en tips

Dental Management Toolkit: Online protocollen, video's en tips

Het management van een praktijk vraagt net zo veel passie en gedrevenheid als de uitoefening van uw vak als tandarts of mondhygiënist. Voor veel praktijken is het een uitdaging om het praktijkmanagement – het ‘smeermiddel’ binnen een praktijk – net zo goed uit te voeren als de zorgverlening aan de patiënt. De Dental Management Toolkit helpt u hierbij met protocollen, video’s en tips. Lees meer over Dental Management Toolkit

 

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Praktijkinrichting
tandartspraktijken op instagram

Mooie tandartspraktijken op Instagram

Social media zijn bij uitstek middelen die gebruikt kunnen worden om eens wat extra aandacht te brengen aan onderbelichte onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de inrichting van een tandartspraktijk.

Samenwerkende Tandartsen maakte hier bijvoorbeeld al gebruik van en plaatste onder andere foto’s van een van hun praktijken in Nijmegen en in Dalfsen. Zo kunnen potentiële patiënten alvast een kijkje nemen in de praktijk en krijgt de mooie inrichting de verdiende aandacht!
tandartspraktijken op instagramtandartspraktijken op instagram

tandartspraktijken op instagram
Bron:
Instagram
Instagram

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen, Praktijkinrichting
(ont)regel de zorg

(Ont)Regel de Zorg wil einde maken aan ‘onzinnige regelgeving

De denktank (Ont)Regel de Zorg, een beweging van het actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) en ledenorganisatie VvAA, gaat zich de komende maanden bezighouden met de administratie van en regels voor zorgverleners. Aan de hand hiervan willen zij voorstellen gaan doen voor het schrappen van “onzinnige regelgeving”.

Administratiedruk
Volgens initiatiefnemers van (Ont)Regel de zorg hebben de zorgverleners een te grote “administratiedruk” wat leidt tot minder tijd voor de patiënt. Het zou het gevolg zijn van wetgeving, politieke keuzes, zorgverzekeraars, protocollen en normen van de eigen beroepsverenigingen en toezichthouders.

Frustratie
Volgens Edwin Brugman, directeur bij de VvAA, zorgt deze verplichte toewijding van zorgverleners voor frustratie bij patiënten. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de kwaliteit van zorg.

Tijd voor verbetering
“Als zorgverleners werk moeten doen dat niet zinnig is en niet bijdraagt aan kwaliteit voor de patiënt, dan moet je ingrijpen”, aldus Peter de Groof, huisarts en een van de organisatoren van HRMO. Hetgeen dat een betere zorg tegenhoudt wegstrepen, is de makkelijkste manier voor het aanbrengen van verbetering binnen de zorg. Volgens De Groof is het de hoogste tijd om te bepalen welke regels en procedures nog van toepassing zijn voor een goede gezondheidzorg.

Versnelling
Naast dit wegstrepen is er ook een versnelling nodig, aldus de organisatoren van HRMO en VvAA. Zij gaan daarom de komende tijd op zoek naar tien bijna of onlangs afgestudeerde kandidaten. Zij zullen zich vervolgens vier maanden lang bezighouden met onderzoek naar de registratie- en administratielast van zorgverleners.

Fundamentele rol
De Groof onderstreept dat de voorspoed van de beweging erg afhankelijk is van het inzicht en de participatie van de diverse beroepsgroepen.  Zorgverleners worden geacht zelf een fundamentele rol te spelen bij het aanpakken van (onzinnige) regelgeven en het herstructureren van de eigen kwaliteits- en registratiesystemen.

Bron:
skipr.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
wet DBA

Handhaving wet DBA verder uitgesteld

Opnieuw is handhaving van de wet DBA uitgesteld. Eerder gebeurde dit al tot 1 januari 2018, maar nu is besloten om in ieder geval tot 1 juli 2018 geen naheffingen en boetes op te leggen aan opdrachtgevers en zzp’ers.

Aanpassen aan praktijk
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) die sinds 1 mei 2016 de VAR vervangt, bleek al eerder veel onduidelijkheid op te roepen. Het nog te vormen kabinet zal moeten bekijken hoe de wet beter aangepast kan worden aan de praktijk. Ook moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd krijgen om hun werkwijze zo nodig aan te passen.

Geen naheffingen en boetes
Opdrachtgevers en zzp’ers hoeven in ieder geval tot 1 juli 2018 niet bang te zijn voor naheffingen en boetes. Zolang er geen sprake is van kwaadwillendheid, zal de belastingdienst deze niet opleggen als er toch sprake blijkt te zijn van een dienstverband.

Bron:
Belastingdienst

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
tuchtrecht

Tuchtrecht: tandarts had toestemming moeten vragen voor melding bij Veilig Thuis

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft uitspraak gedaan in een zaak waarbij een tandarts melding had gedaan van kindermishandeling/verwaarlozing vanwege een extreem slechte gebitstoestand van een kind. De moeder vindt dat de tandarts onzorgvuldig heeft gehandeld en heeft hierover een klacht ingediend.

Situatie
Een moeder heeft in mei 2016 voor haar vijfjarig kind een afspraak gemaakt bij een tandarts, omdat het kind last had van een dikke wang en/of pijn aan zijn kiezen. De moeder is niet eerder met het kind bij de tandarts geweest, maar wel met twee broers van het kind, die toen ernstige klachten hadden. De ene broer is in 2007 verwezen naar de kaakchirurg voor extractie van zes zeer carieuze melkelementen en is in 2015 in de praktijk behandeld voor een gecaviteerde laesie. De andere broer is in 2012 eenmaal in de praktijk geweest en is toen verwezen naar de kaakchirurg voor extractie van acht zeer carieuze melkelementen.

Bij het consult bleek dat het kind een groot abces had, waardoor hij zijn mond niet helemaal kon openen. Op een kaakoverzichtsfoto waren 16 carieuze elementen te zien, waarvan bij sommige de cariës tot aan de pulpa was voortgeschreden. Volgens de tandarts werd de dikke wang veroorzaakt door een pulpanecrose. Het kind kreeg een antibioticakuur voorgeschreven en is doorverwezen naar een kaakchirurg.

De tandarts heeft de moeder aangesproken op de extreem slechte toestand van het gebit en heeft aangegeven dat zij zou gaan onderzoeken hoe het kwam dat alle drie de kinderen zo’n slecht gebit hadden. Daarop is de moeder boos geworden.

De tandarts heeft vervolgens op advies van de KNMT contact opgenomen met Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis. Op aanraden van Veilig Thuis heeft ze daar een melding van kindermishandeling/verwaarlozing gedaan. Veilig Thuis heeft de melding aan de moeder doorgegeven en is een onderzoek gestart en op huisbezoek geweest.

Klacht
Volgens de moeder heeft de tandarts onzorgvuldig gehandeld door de melding bij Veilig Thuis te doen. Ze heeft daarmee de moeder zwartgemaakt en vals beschuldigd. De moeder staat nu voor vijf jaar geregistreerd bij Veilig Thuis. De tandarts zou niet zijn ingegaan op de vraag van de moeder hoe het kwam dat het kind zo’n slecht gebit had. De tandarts heeft volgens haar nagelaten een volwassen gesprek met haar te voeren.

De tandarts heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden.

Beoordeling
Sinds 1 juli 2013 is de Wet Verplichte meldcode bij huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De KNMT heeft in december 2015 een Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld opgesteld. In de Meldcode wordt toegelicht dat onder kindermishandeling ook tandheelkundige verwaarlozing wordt verstaan. In de Meldcode worden de stappen genoemd die een tandarts moet doen, voordat hij tot een melding overgaat. Dit zijn:

  1. signalen in kaart brengen
  2. advies vragen aan een collega of aan Veilig Thuis
  3. praten met de patiënt en/of zijn naasten
  4. aard, ernst en risico wegen
  5. zelf hulp organiseren of melding doen.

Het College vindt dat de tandarts tekort is geschoten met betrekking tot stap 3. De zorgverlener moet toestemming hebben van de patiënt en/of zijn naasten om zijn gegevens te verstrekken aan Veilig Thuis. De tandarts had ook nog contact op moeten nemen met de ouders en zaken als poetsgedrag en voedingspatroon van het kind moeten bespreken. Ze had moeten bekijken of er andere maatregelen mogelijk waren om de situatie te verbeteren.

Het College twijfelt niet aan de beste bedoelingen van de tandarts. Ze maakte zich terecht zorgen over de gebitstoestand van het kind. De onderzoeksresultaten van Veilig Thuis bevestigen kindermishandeling op grond van ‘lichamelijke verwaarlozing’. De tandarts heeft de moeder dus niet zwartgemaakt of vals beschuldigd. De KNMT en Veilig Thuis hebben beide de tandarts niet gewezen op de Meldcode, maar het is de eigen professionele verantwoordelijkheid van een tandarts om op de hoogte te zijn van de wettelijk verplichte hantering van de Meldcode en deze na te leven.

Uitspraak
De klacht wordt gedeeltelijk gegrond verklaard. Het College legt een maatregel van waarschuwing op. Om de Meldcode meer bekendheid te geven onder tandartsen , wordt de uitspraak ter publicatie aangeboden aan een aantal vakbladen.

Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld

Bron:
Tuchtrecht

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving