Een orthodontist die aandeelhouder in een werkmaatschappij was via zijn holding kocht in privé twee boten. Deze boten werden ingebracht in de werkmaatschappij zonder dat hier overeenkomsten van werden opgemaakt. Aangezien hierbij eerder persoonlijke dan zakelijke behoefte werden bevredigd was er sprake van een verkapte winstuitdeling, volgens de belastingdienst.
Verkapte winstuitdeling
Op het moment dat er geen zakelijk karakter te vinden is bij uitgaven mogen deze niet ten laste van de fiscale winst van een BV worden gebracht. De schepen die door de orthodontist werden gekocht werden daarom door de Belastingdienst gezien als verkapte winstuitdeling.
Motieven Belastingdienst
De Belastingdienst had verschillende motieven voor deze stelling. De schepen waren kapot op het moment dat deze werden opgegeven en werden betaald met liggelden in privé. Daarnaast waren de schepen al gedurende een aantal jaar in privé gebruikt en werd er geen, of een te lage, gebruiksvergoeding betaald door de directeur-grootaandeelhouder. Tot slot kon op geen enkele manier worden aangetoond dat de schepen voor zakelijk gebruik ingezet konden worden.
Het oordeel
De rechtbank Noord-Holland heeft naar aanleiding van de genoemde motieven besloten dat de uitgaven aan de schepen door de werkmaatschappij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke, en niet van de zakelijke, behoeften van de orthodontist. Om die reden is het beroep ongegrond verklaard in is de aanslag gehandhaafd.
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft uitspraak gedaan in een zaak over een tandarts die niet gehandeld heeft volgens het Protocol parodontale diagnostiek en behandeling. Volgens het college mag van het protocol worden afgeweken als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
Situatie
Een patiënte komt al sinds 2004 in een bepaalde praktijk en heeft daar vanaf het begin steeds uitgebreide gebitsreiniging gehad in verband met haar parodontium. Dit werd in het begin gedeclareerd als parodontale nazorg, maar vanaf 2010 toen gegeneraliseerde gingivitis werd vastgesteld, is er overgestapt naar T-codes. Volgens de behandelkaart is de patiënt in 2010 en 2011 verschillende keren behandeld. In 2012 is beginnende adulte parodontitis vastgesteld. Na die tijd is ze regelmatig bij de preventieassistente geweest en heeft poetsadvies gekregen. Ook is haar verteld dat haar mondhygiëne slecht is en dat haar rookgedrag dit beïnvloedt. In 2014 heeft de tandarts haar doorverwezen naar een parodontoloog, die vervolgens de diagnose gegeneraliseerde gevorderde parodontitis heeft gesteld.
Klacht
De patiënte vindt dat de tandarts haar onvoldoende voor de parodontitis heeft behandeld en haar te laat naar een parodontoloog heeft doorverwezen. Toen ze werd doorverwezen stonden er al tanden los en had ze pockets van 5 tot 7 millimeter.
De tandarts vindt de klachten ongegrond. Vanaf 2004 is de gebitsreiniging van de vrouw gedeclareerd als parodontale nazorg, omdat dat in de toenmalige tarievenlijst niet anders kon. Ze had toen echter nog geen parodontitis. Toen in 2012 beginnende adulte parodontitis werd vastgesteld is de patiënte behandeld door de preventieassistente. Hoewel bij een DPSI 3 het paroprotocol moet worden gevolgd, heeft hij geen DPSI-status gemaakt omdat er alleen problemen waren bij de elementen 16, 17 en 26, 27. Toen in 2014 de toestand nog steeds niet verbeterd was en er pockets bijkwamen, is de patiënte doorgestuurd.
De tandarts is het niet eens met de diagnose die de parodontoloog vervolgens heeft gesteld.
Beoordeling door het Regionaal Tuchtcollege
In de oorspronkelijke uitspraak door het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven in maart 2017 werd de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Het college vond dat de tandarts niet heeft gehandeld in overeenstemming met het protocol. Hij heeft niet in het dossier vastgelegd waarom hij dat heeft gedaan. Daardoor kon het college niet toetsen of dit een juiste afweging was. Volgens het college heeft de tandarts door niet te handelen in overeenstemming met het protocol, niet de juiste zorg in acht heeft genomen. Het college vindt wel dat de tandarts tijdig heeft doorverwezen.
Beoordeling van het beroep door het Centraal Tuchtcollege
In principe moet een tandarts werken volgen het Protocol parodontale diagnostiek en behandeling, maar bij bepaalde omstandigheden mag de tandarts hiervan afwijken. In het dossier moet dan wel worden opgenomen dat de tandarts dit doet en ook wat daar de reden van is. In dit geval is het feit dat patiënte heel veel rookte en een slechte mondhygiëne had voldoende reden om af te wijken. Het is begrijpelijk dat er eerst werd geprobeerd om de mondhygiëne van de patiënte te verbeteren en haar te stimuleren om met roken te stoppen.
De tandarts had echter wel in het dossier moeten vermelden dat van het protocol werd afgeweken. Daar is echter niet over geklaagd, zodat dit de tandarts tuchtrechtelijk niet verweten kan worden.
De tandarts heeft echter niet onzorgvuldig gehandeld en heeft ook niet te lang gewacht met doorverwijzen.
Uitspraak
Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege ten onrechte de klacht gegrond heeft geklaagd dat de tandarts is afgeweken van het protocol.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/Tuchtrecht.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-10-23 09:00:242018-05-29 12:00:12Tuchtrecht: afwijken van paroprotocol mag soms
Als ondernemer gaat u zeker wat merken van de fiscale ambities van Rutte 3. De rechtsvorm waarin u onderneemt is daarbij van belang. Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan wordt uw winst belast met het tweetarievenstelsel. Bent u ondernemer in de BV, dan krijgt u te maken met een verlaging van de vennootschapsbelasting en een verhoging van de inkomstenbelasting over dividenden en verkoopwinst van aandelen van de BV. Wat betekent dit voor de rechtsvorm van uw onderneming?
Lager toptarief inkomstenbelasting
Ook al komt er geen grote belastingherziening zoals in 2001, toch gaat er wel veel veranderen. Vanaf 1 januari 2019 hebben we een ‘sociale vlaktaks’ met twee tarieven. Tot een inkomen in Box 1 van 68.600 euro betaalt u in 2019 als ondernemer een tarief van 36,93% en daarboven 49,5%. Het toptarief van 52% gaat dus omlaag. Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen.
Zelfstandigenaftrek minder waard
Bent u ondernemer met een inkomen in Box 1 boven de 68.600, dan is er ook een nadeel. De zelfstandigenaftrek wordt voor u minder waard. Aftrekposten in de inkomstenbelasting mogen uiteindelijk alleen tegen het tarief in de eerste schijf (36,93%) worden afgetrokken. Hier wordt in een aantal jaren naar toegewerkt, waarbij het aftrektarief steeds met 3% per jaar wordt verminderd.
BV betaalt minder vennootschapsbelasting
Nederland moet mee in de internationale trend van verlaging van de vennootschapsbelasting. Als MKB-ondernemer profiteert u daarvan mee. Vanaf 2020 gaat het vennootschapsbelastingtarief stapsgewijs omlaag.
Ter vergelijking: uw BV betaalt nu 20% vennootschapsbelasting tot een winst van 200.000 euro en daarboven 25%. De verlenging van de eerste schijf van € 200.000 naar € 250.000 in 2018 gaat overigens niet door.
DGA betaalt meer belasting over winst uit zijn aandelen
Dividend en verkoopwinst op aandelen uit de BV wordt vanaf 2020 hoger belast. Nu betaalt u hierover 25% belasting. Het tarief in box 2 gaat in 2020 omhoog naar 27,3% en in 2021 naar 28,5%. De regering wil hiermee voorkomen dat de BV voor veel ondernemers aantrekkelijker wordt. Als u de vennootschapsbelasting in de BV (16%) en de inkomstenbelasting over de aandelen (23,94=28,5% x 84%) bij elkaar optelt, komt u op een belastingheffing van iets minder dan 40%. Dit is vergelijkbaar met de huidige gecombineerde heffing. De vennootschapsbelasting is jaarlijks verschuldigd over de winst. De inkomstenbelasting alleen bij verkoop van de aandelen of door een dividenduitkering. Het lagere tarief van de vennootschapsbelasting levert wel een liquiditeitsvoordeel op.
Als dit doorgaat dan is een dividenduitdeling nu veel goedkoper dan in 2020. Bij een dividend van 100.000 euro is je besparing 2.300 euro. U heeft nog even de tijd, want de verhoging is gepland voor 2020. Het loont de moeite dit plan van de nieuwe regering goed te blijven volgen.
Geen dividendbelasting meer
Ten slotte is nog een administratieve opsteker dat per 1 januari 2018 de dividendbelasting wordt afgeschaft. Dat scheelt papierwerk als je als DGA dividend uitkeert. Aandachtspunt is wel dat u beter niet kan vergeten een voorlopige aanslag inkomstenbelasting over het dividend aan te vragen, als je belastingrente wilt voorkomen.
BV ja/BV nee
Het toptarief in de inkomstenbelasting gaat in 2018 omlaag. De waarde van de zelfstandigenaftrek daalt de komende jaren. De vennootschapsbelasting gaat vanaf 2019 omlaag. Om een massale overstap naar de BV te voorkomen gaat het tarief in Box 2 omhoog. Het omslagpunt voor de BV zal naar verwachting door de daling van de waarde van de zelfstandigenaftrek iets in het voordeel van de BV opschuiven. De uiteindelijke keuze zal echter ook afhangen van de vormgeving van de heffingskortingen en de hoogte van het gebruikelijke loon.
Door: Lennert Bruil, senior klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs in Dodewaard.
Heeft u vragen, neemt u dan contact op met Lennert Bruil, telefoonnummer 088-2531750 of met een van de andere Alfa vestigingen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/wat-betekent-regeeraccoord-voor-ondernemers-mondzorg.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-10-23 08:45:162017-10-23 10:39:05Wat betekent het nieuwe regeerakkoord voor ondernemers in de mondzorg?
Er is een nieuwe gespecialiseerde tandheelkundige behandeling ontwikkeld voor blaasmusikanten met slijtage aan de voortanden. Tandarts Peter Vlot van De Fijne Tandartsen uit Barneveld kwam met de oplossing: kronen plaatsen. Hij behaalde daarmee de regionale krant.
Blaasmuzikanten
Met name blaasmuzikanten kunnen last krijgen van slijtage van de voortanden. Iedere blazer weet echter dat de stand en uitvoering van de voortanden een grote invloed hebben op de blaastechniek. Een bezoek aan de tandarts vormde daarom altijd een risico.
Peter Vlot zag dit als een uitdaging en heeft samen met het tandtechnisch laboratorium een nieuwe aanpak voor dit fenomeen ontwikkeld. Om niet direct in de voortanden hoeven te boren, werkt hij met tijdelijke kronen voor de voortanden. Met deze techniek kan de muzikant testen of het spelen verandert zonder dat er al geboord wordt.
Het proces
Aan de hand van foto’s wordt er met de computer een reconstructie gemaakt van de voortanden. Het tandtechnisch laboratorium heeft hiervoor de tijdelijke kronen ontwikkeld met behulp van een gipsafdruk. Nadat de patiënt de kronen heeft getest en tevreden is, kan in goed overleg het vervolgbehandelingsproces worden besproken en uitgevoerd.
Het runnen van een familiebedrijf kan veel uitdagingen met zich meebrengen. Het gebeurt regelmatig dat emoties en familiezaken de overhand nemen, wat tot veel stress en frustratie op de werkvloer kan leiden. Hoeveel je ook van je familie houdt – er zijn meerdere zaken die je strict in de gaten moet houden. Deze tips kunnen daarbij helpen.
Onthoud altijd dat tijdens werktijd de praktijk op de eerste plek komt, en familie op de tweede
Als het om het bedrijf gaat, zou de regel moeten gelden dat alles wat er gebeurt, moet gebeuren voor het bedrijf. Dit kan soms lasting zijn, maar is noodzakelijk als je een succesvol, winstgevend bedrijf wilt runnen. Je moet handelen als partners, en niet als familie.
Zorg voor gedetailleerde taak omschrijvingen en verdelingen
Het is van groot belang om heel duidelijk op papier te hebben staan wie nou precies verantwoordelijk is voor wat binnen het bedrijf, vooral als het gaat om familie. Dit zorgt ervoor dat niemand weg kan komen met een slecht smoesje en te denken ‘oh, ze vergeven het me wel’ en verzekerd ook dat er altijd iemand aangewezen kan worden, mocht er wat fout gaan. Dit is zowel beter voor de praktijk, als voor de onderlinge relatie.
Wees er zeker van dat iemand geschikt is voor de taak
Dat je heel veel van je nichtje houdt, hoef niet per sé te betekenen dat ze de manager van de praktijk hoeft te worden. Voordat je iemand een bepaalde taak toewijst, evalueer dan eerst heel goed of de persoon in kwestie daadwerkelijk geschikt is hiervoor. Dit kan lastig zijn, zeker als je weet dat een van je familieleden heel erg geholpen zou zijn met een bepaalde functie, maar is wel noodzakelijk voor een succesvolle praktijk.
Ontwikkel een systeem voor het geven van bonussen
Dit is een belangrijk punt, want mocht je broertje of zusje op een dag opeens je kantoor binnenlopen met vraag om een bonus, dan is het zeker niet ondenkbaar dat dit uitloopt op drama. Ook wil je niet dat andere werknemers eventueel denken dat familie wordt voorgetrokken. Zorg daarom dat het voor iedereen duidelijk is hoe prestaties worden gemeten en waarop gegeven bonussen worden gebaseerd.
Stel de juiste vragen
Om zeker te weten dat je goed kan samenwerken met een familielid, en om te weten of ze dezelfde bedrijfsfilosofie, visie en doelen delen, is het belangrijk om een paar belangrijke vragen aan het licht te stellen, voordat je ze de baan aanbiedt. Voorbeelden van vragen kunnen zijn:
Zou je de praktijk graag vooruit zien gaan of zo laten blijven als het nu is?
Wat is voor jou het belangrijkst, controle houden en stabiel blijven, of risico’s nemen en kans hebben op groei.
Wat is je visie voor de praktijk?
Hoe denk jij dat de praktijk deze visie en de doelen het beste kan bereiken?
Wie is er in jouw ogen verantwoordelijk voor wat?
Het stellen van dit soort vragen stelt het familielid op de hoogte van jouw houding tegenover de praktijk, en helpt ook met het uitvinden of jullie op dezelfde lijn zitten.
Al met al, het runnen van een familiebedrijf kan lastig zijn, maar dat zegt niet dat het niet kan werken. Sterker nog, er zijn genoeg voorbeelden te vinden van zeer succesvolle familiebedrijven. Laat je dus vooral niet tegenhouden, maar zorg wel dat er duidelijke afspraken zijn en dat iedereen geschikt is voor zijn of haar functie. Op die manier staat niks meer in de weg van succes.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/07/koffie-400.jpg229400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-10-02 09:07:172017-09-27 10:14:26Vijf tips voor een succesvol familiebedrijf
Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/Patiëntenbestand-Sjoerd-Kuiken.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-09-25 13:08:412017-10-25 13:19:26Hoe activeert u uw patiëntenbestand?
Er wordt steeds meer gesproken en geschreven over praktijkmanagement. Ook zijn er steeds meer praktijkmanagers aan het werk binnen tandartspraktijken. Waarom toch deze ontwikkeling? Is praktijkmanagement niet gewoon een overgewaardeerde, bedrijfseconomische hype voor de tandartspraktijk?
Wat is management?
Management is een zeer algemeen begrip met ook vele verschillende definities, zoals deze:
“Management is het besturen van een onderneming of organisatie. Het doel van management is het (her)formuleren en bereiken van de ondernemingsdoelstellingen in de gegeven – soms sterk veranderende – context.”
De term management is ontstaan in de twintigste eeuw toen er sprake was een toename van de innovatiedruk en het groter worden van een onderneming. En wordt ook wel benoemd als het ‘smeermiddel’ van de organisatie om alles goed te laten functioneren en continu te kunnen verbeteren.
Minder tijd voor mijn patiënten
Veel tandarts / praktijkhouders geven mij aan, dat zij in verhouding steeds meer tijd kwijt zijn aan de praktijk en daardoor minder tijd over hebben voor het behandelen van hun patiënten. De volgende ontwikkelingen worden hiervoor als oorzaak genoemd:
Steeds meer eisen vanuit patiënten, wet- en regelgeving en verzekeraars
Steeds meer vraagstukken en regelwerk vanuit de groeiende groep medewerkers
De concurrentie om de patiënt neemt toe, waardoor de praktijk zich moet blijven ontwikkelen en profileren.
Hierbij valt direct op dat deze oorzaken grotendeels overeenkomen met hetgeen in bovenstaande definitie over management is geschreven – lees: een sterk veranderende context door toenemende innovatiedruk en de groter worden onderneming. De tijd die een tandarts / praktijkhouder hieraan gaat besteden, gaat direct ten kosten van zijn behandeltijd, of van zijn vrije uren.
Is praktijkmanagement overgewaardeerd?
Door de veranderende context binnen tandartspraktijken, is het geheel in lijn met de geschiedenis, dat ook in de tandartspraktijk over management wordt gesproken. Echter, door alle aandacht hiervoor wordt het bijna automatisch ook een soort ‘hype’.
En is management binnen de tandartspraktijk daarmee dan ook overgewaardeerd? Ik vind dat iedere praktijk voor zich antwoord moet geven op deze vraag vanuit zijn eigen behoefte of noodzaak. Als de praktijk niet lekker functioneert, als medewerkers vertrekken, als patiënten niet tevreden zijn, als de protocollen niet op orde zijn, etc. dan zal er behoefte zijn aan verbetering. Oftewel, dan is er vraag naar meer of beter management in de praktijk.
Functioneert daarentegen alles heel goed zoals het al jaren doet, dan is de directe noodzaak om de ondernemingsdoelstellingen te herformuleren – zie de definitie hierboven – niet of nauwelijks aan de orde. Waarmee er dus ook geen management vraagstuk is.
In veel praktijken worden overigens onbewust al veel management taken uitgevoerd. Ofwel bij een praktijkhouder dan wel bij een medewerker. Zonder dit expliciet zo te benoemen, is er dan gewoon sprake van goed management.
Wanneer een praktijkmanager aanstellen?
Het hebben van een praktijkmanager is in essentie niet gerelateerd aan de omvang van de praktijk. Als de praktijk al goed loopt zonder praktijkmanager, dan is deze dus niet nodig.
Een praktijkmanager – of iemand die zich met management taken gaat bezighouden – zal van toegevoegde waarde zijn als:
De praktijk niet lekker loopt of als het niet lukt niet om verdere verbeteringen door te voeren. Denk aan het werken volgens protocollen, een goed functionerend team, meer tevreden patiënten, etc. Én:
De tandarts / praktijkhouder heeft geen zin, geen tijd of niet de kwaliteiten dit aan te pakken.
Conclusie
Het is duidelijk, dat de nadruk meer op management komt te liggen in praktijken die onderhevig zijn aan een veranderende context. Zoals de toenemende eisen vanuit wet- en regelgeving, de toenemende concurrentie van praktijken in de buurt en de mondige patiënt. Als de praktijk niet lekker functioneert of dreigt voorbij gestreefd te worden door de concurrentie of door IGZ wordt bezocht, dan is het noodzakelijk om in actie te komen. Dit vraagt om management, maar dit is gelukkig lang niet voor alle praktijken aan de orde van de dag.
Is management dan overgewaardeerd? Dat mag u zelf beoordelen voor uw eigen situatie.
Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl en initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Sjoerd is gespecialiseerd in het optimaliseren van de praktijkvoering. Gericht op een hoge kwaliteit van zorg, een omgeving waar met plezier en enthousiasme wordt gewerkt en die financieel gezond is.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/Praktijkmanager.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-09-25 09:50:002018-10-04 11:25:09Is praktijkmanagement in de mondzorg overgewaardeerd?
Een tandarts heeft van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Eindhoven een waarschuwing gekregen, omdat hij zonder schriftelijke toestemming van een patiënt meer medische informatie had gegeven aan een medisch adviseur dan waar om was gevraagd.
Situatie
Een patiënt heeft in november 2015 een klacht ingediend tegen een tandarts bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Eindhoven, die in maart 2016 ongegrond is verklaard. Hij heeft vervolgens tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar dit beroep is in oktober 2016 ongegrond verklaard.
Tegelijkertijd heeft de patiënt FNV Letselschade ingeschakeld. In maart 2016 heeft hij de medisch adviseur van FNV Letselschade gemachtigd tot het inwinnen en uitwisselen van medische gegevens. Deze medisch adviseur heeft de tandarts om het volledige medisch dossier van de patiënt gevraagd. De tandarts heeft vervolgens in september 2016 na overleg met de adviseur ook zijn verweerschrift en dupliek bij het tuchtcollege gestuurd.
In maart 2017 heeft de patiënt weer een klacht tegen de tandarts ingediend bij het tuchtcollege. Tien dagen later heeft de directeur van de praktijk waar de tandarts werkzaam is, de patiënt per brief gewaarschuwd dat indien de huidige klacht weer zou eindigen in een ongegrondverklaring, alle tijd en inspanning van de tandartsenpraktijk in rekening gebracht zou worden.
Klacht
De patiënt vindt dat de tandarts zonder zijn schriftelijke toestemming niet meer medische informatie had mogen geven dan waar de medisch adviseur om had gevraagd. Ook vindt hij dat de tandarts hem in een slecht daglicht heeft geplaatst door hem met naam te vermelden op de website www.klachtenkompas.nl, waardoor hij geen andere tandarts meer kan vinden. Daarnaast voelt hij zich bedreigd door de brief waarin de tandartspraktijk zegt de kosten voor de tuchtprocedure in rekening te brengen.
De tandarts heeft de medisch adviseur toestemming gevraagd om zijn verweerschrift aan hem op te sturen, omdat de verslaglegging in het medisch dossier erg kort was. Hij wilde de patiënt niet in een kwaad daglicht stellen en zegt dat hij niet de naam van de patiënt op de website vermeld heeft. De brief door de directeur is verstuurd na overleg met de KNMT over de kosten van een tuchtrechtelijke procedure. De tandarts zegt dat hij daar zelf niet bij betrokken was.
Beoordeling
Volgens het tuchtcollege heeft de tandarts zijn beroepsgeheim geschonden door zonder toestemming van de patiënt aan een derde meer informatie te verstrekken dan waartoe de machtiging strekte. De door de patiënt verleende machtiging had alleen betrekking op het patiëntendossier. Het eerste klachtonderdeel is dus gegrond.
Het is niet gebleken dat door het schenden van het beroepsgeheim de patiënt in een slecht daglicht is gesteld. Daarnaast is vast komen te staan dat de tandarts niet verantwoordelijk is voor de vermelding van de patiënt op de website www.klachtenkompas.nl. Hieruit volgt dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is.
Over de brief stelt het tuchtcollege, dat iemand die BIG-geregistreerd is, onderworpen is aan het tuchtrecht en de kosten dus niet op anderen verhaald kunnen worden. Er is echter vast komen te staan dat de tandarts zelf niet betrokken is geweest bij het versturen van de brief. Het derde klachtonderdeel is daarom ongegrond.
Uitspraak
De klacht is gedeeltelijk gegrond en de tandarts krijgt daarom de maatregel van waarschuwing opgelegd. De handelswijze van de tandarts was onjuist, maar niet bedoeld om de patiënt schade toe te brengen. De klacht wordt voor het overige afgewezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/recht.jpg232399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-09-11 09:00:502018-05-29 12:00:36Tuchtrecht: waarschuwing voor te veel informatie geven zonder toestemming patiënt
Tandartsketens breiden steeds verder uit. Ze krijgen meer vestigingen en er komen meer ketens bij. Hoe kijken tandartsen hier tegenaan? Vormen de ketens een kans of een bedreiging? dental INFO sprak met twee tandartsen, een praktijkeigenaar en een bedrijfskundig adviseur.
Wat cijfers Het percentage tandartspraktijken dat deel uitmaakt van een keten is van 4,7% in 2014 gestegen naar 6,0% in 2017. Tandarts.nl heeft onderzoek gedaan naar het aantal ketens en het aantal vestigingen per keten. In 2017 zijn er vijftien tandartsketens met meer dan vier vestigingen actief in Nederland (tegen acht in 2014).
De top 5 hiervan wordt gevormd door:
Dentconnect 80 vestigingen
Dental Clinics 69 vestigingen
Samenwerkende tandartsen 47 vestigingen
Kies Mondzorg 14 vestigingen
Fresh tandartsen 8 vestigingen
Gevolg voor zelfstandige tandartsen De vraag is wat de gevolgen zijn van de gestage groei van de ketens voor de zelfstandige tandartsen. Wat vinden zij zelf hiervan? Uit een poll die onlangs door dental INFO werd gehouden, kwam dat 45% van de respondenten de opkomst van ketens als een kans ziet tegen 36% die het als een bedreiging ervaart. De overige respondenten staan neutraal in deze kwestie.
dental INFO sprak met René Overmars, tandarts in Amersfoort, die zijn praktijk met twaalf kamers verkocht aan een keten en drie jaar later weer als solist een praktijk met drie kamers begon, met Patrick Bontekoe, bedrijfskundig adviseur bij Mondentis, met Jos Naafs, praktijkeigenaar, en met een tandarts die pas een praktijk begonnen is op het platteland en anoniem wil blijven.
Is de opkomst van tandartsketens een bedreiging of kans voor uw eigen praktijk?
Kans of bedreiging? Over de opkomst van de ketens verschillen de meningen. Zeker is dat deze trend niet tegen te houden is. Patrick Bontekoe: “Het proces is onomkeerbaar. Kijk maar naar andere landen, vooral ook in Engeland en Zwitserland komen er steeds meer ketens bij.” Of het een kans of bedreiging is? Patrick: “Veel zelfstandige tandartsen ervaren het in ieder geval als een bedreiging, maar volgens mij biedt het wel degelijk kansen. Een keten bij je in de buurt is natuurlijk een concurrent. Veel tandartsen zijn niet gewend om zich te profileren en aan marketing te doen.”
René Overmars ziet de ketenvorming zeker niet als een bedreiging voor de tandartsenbranche. “Ik zie het eerder als een prettige kans voor vele jongere tandartsen om ‘onder de vleugels van’ zich rustig te kunnen ontplooien. Voor de ‘oudere’ tandartsen is het ideaal om af te bouwen en voor degenen die alle administratieve handelingen en de constante aanpassingen van de inspectie c.q. NZa zat zijn een verademing.” De tandarts die anoniem wil blijven ziet de ketenvorming als een regelrechte kans. “Veel van mijn patiënten komen bij een keten vandaan. Ze waren daar niet tevreden, zochten een andere tandarts en kwamen zo bij mijn praktijk terecht.”
Voor- en nadelen ketens Volgens Jos Naafs kun je de ketens zien als een soort prijsvechters en coöperaties. “Bijvoorbeeld inkoop en administratie centraal regelen werkt kostenbesparend. Nadeel hiervan is dat ook centraal wordt bepaald welke producten in de praktijken gebruikt worden en dat hoeven niet de beste te zijn. Ook op het instrumentarium waar mee gewerkt moet worden, heeft de tandarts geen tot weinig invloed. Daarnaast kijken ketens met name naar praktijkvergroting, zoals meer stoelen op een locatie. De patiënt wordt door al deze randzaken soms uit het oog verloren, terwijl het daar uiteindelijk toch om draait. “
René Overmars kan uit eigen ervaring het werken bij een keten en als zelfstandige goed met elkaar vergelijken. “Ik heb eerst een grote praktijk gehad met 35 medewerkers en 12 kamers. Als je dan zelf fulltime als tandarts wilt blijven werken, doe je jezelf tekort als aansturend manager en vice versa. Als je als eenpitter werkt, is het nadeel dat als je zelf niet aanwezig bent, de patiënt naar een andere locatie moet. Bij een keten is altijd een tandarts beschikbaar en dat is toch een groot voordeel. Bij een keten is ook alles netjes geprotocolleerd, maar soms is er weinig ruimte om hiervan af te wijken.”
Marketing Hoe kunnen tandartsen het beste reageren op de opkomst van ketens? Volgens Patrick Bontekoe kan een beetje marketing geen kwaad. “Je moet duidelijk maken wie je bent en je profileren. Er is een tekort aan tandartsen, dus in principe zijn er voor iedereen patiënten.” Hij vervolgt: “Tandartsen zijn niet gewend om zichzelf te promoten, patiënten kwamen altijd vanzelf. In het verleden zaten praktijken vaak vol en hadden patiënten moeite om een tandarts te vinden. Als tandarts moet je inspelen op de markt. Albert Heijn zegt ook nooit dat-ie geen extra klanten kan hebben. Als tandarts zou je ook je praktijk kunnen uitbreiden als daar vraag naar is. En daarnaast moet je inspelen op de markt en op de wensen en behoeften van de patiënten. Je hebt bijvoorbeeld tandartspraktijken die medewerkers aannemen die Arabisch of Turks spreken om zo de communicatie met Arabisch- of Turkssprekende patiënten te verbeteren.”
Unique selling points Jos Naafs voegt hier aan toe: “Door de huidige regelgeving is een solopraktijk vaak niet meer lonend. Om te kunnen voldoen aan de huidige WIP-richtlijnen moet er fors geïnvesteerd worden en dat is door één tandarts niet meer op te brengen. Alleen door middel van maatschappen zou dit ondervangen kunnen worden. In die maatschappen zou men zich moeten afvragen welke ‘unique selling points’ men gaat hanteren en hoe deze te bereiken is. Het grote nadeel is dat tandartsen niet zijn opgeleid als ondernemers, maar medici zijn. Een combinatie van deze twee eigenschappen is maar bij een enkeling aanwezig. Zie hier het ontstaan van de ketens. Een commerciële organisatie die de infrastructuur neer zet en de medici die hun ding doen. Zij het dat ze zeer beknopt en beperkt worden in hun behandelingen.”
Keten om de hoek En als een keten zich nu bij een zelfstandige tandarts om de hoek vestigt? René Overmars ziet geen probleem. “Gewoon jezelf blijven en geloven in eigen kracht,” is zijn devies. Ook de anonieme tandarts zit daar niet mee: “Veel patiënten zijn niet tevreden bij een keten. Ze voelen zich als een nummer behandeld en voelen geen binding met de praktijk. Je hoeft helemaal geen actie te ondernemen als een keten zich om de hoek vestigt, die patiënten komen vanzelf naar je toe!”
Patrick Bontekoe geeft aan dat je hierover opwinden geen zin heeft. “Ik ken het geval van een keten die zich vlak bij een tandarts vestigde die daar al jaren een praktijk had. De keten plaatste advertenties en reclameborden in de buurt van de praktijk van de zelfstandige tandarts. De tandarts was daar erg verbolgen over, maar kon er niets tegen doen.”
Jos Naafs is zelf ooit benaderd door een keten, die zijn praktijk wel wilde overnemen. “Door onze, nog steeds aanhoudende, groei en financiële positie is dit nog steeds niet noodzakelijk. Door te blijven investeren in mensen en apparatuur zijn wij in staat nog steeds een hoog kwalitatieve tandheelkundige hulp aan te bieden.”
Toekomst Hebben zelfstandige tandartsen nog een toekomst? Volgens Patrick Bontekoe is dat zeker het geval.
“Maak duidelijke aan de patiënt waar je voor staat als tandarts en wat je als patiënt kunt verwachten. En uiteraard gewoon goede kwaliteit blijven leveren. De ketens gaan zich ook steeds meer differentiëren. Er komt een tweedeling in de markt van patiënten die zich wel en die zich niet prettig voelen bij een keten.”
“Het aanbod voor patiënten wordt diverser. Zelfstandige tandartsen moeten zich ook aanpassen aan de omstandigheden. Praktijken met maar één stoel zullen het in de toekomst vaak niet redden door de toegenomen kosten van bijvoorbeeld digitalisering . Uiteindelijk krijgt iedereen de patiënten die bij hem/haar passen.
Jonge tandartsen hebben vaak niet de ambitie om een eigen praktijk te beginnen. Van de jonge tandartsen is 70% vrouw. De trend is dat zij vaak liever parttime werken, als zzp’er bij een praktijk of bij een keten.”
Jos Naafs is het hier mee eens:
“Gewoon goed luisteren naar wat de behoeften van de patiënten zijn en daar adequaat op inspelen.”
Waarom wil je eigenlijk een protocol opstellen? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.
Regelmatig vragen praktijken mij om te ondersteunen bij het opstellen van protocollen. Waarom wil je die eigenlijk? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.
“Omdat het moet!” Het opstellen van protocollen ‘omdat het moet’ is mijns inziens verkeerd. Deze insteek komt voort uit de grote onzekerheid en angst, die er bij tandartsen heerst over een eventueel bezoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Deze angst vormt de aanzet tot het opstellen van protocollen. Echter, handelend vanuit deze angst zullen de protocollen geen toegevoegde waarde opleveren voor de praktijk. Het zal alleen enigszins de onzekerheid bij de tandarts wegnemen.
Is er toegevoegde waarde? Volgens mij zijn er op hoofdlijnen vier voordelen te benoemen bij het opstellen van protocollen. Deze voordelen heb ik hieronder in volgorde van belangrijkheid opgesomd:
Creëren van een leermoment Het opstellen of herzien van de protocollen is een uitgelezen moment met het team om de tafel te gaan. Dit overleg richt zich er vooral op te inventariseren waar de werkwijze onderling afwijkt en of de werkwijze overeenkomt met de geldende eisen (bijvoorbeeld vanuit de WIP-richtlijn). Deze onderlinge afstemming zorgt voor duidelijkheid en levert de grootste toegevoegde waarde binnen het proces van protocolleren.
Vastleggen van afspraken Door alle afspraken vervolgens daadwerkelijk vast te leggen in een protocol, heeft de praktijk altijd een duidelijke basis liggen om op terug te kunnen grijpen. Het protocol zorgt dus voor duidelijkheid voor nu en in de toekomst.
Inwerken van nieuwe medewerkers Als het team draait en alle afspraken worden nageleefd, kan dit betekenen dat de protocollen voor langere tijd in de kast verdwijnen. Helemaal niet erg, want dat betekent dat het team op uniforme wijze en conform de geldende eisen werkt. Wanneer een nieuwe medewerker in de praktijk komt, is het een uitgelezen moment om hem of haar via de protocollen goed in te werken. Een gemiste kans als de protocollen dan niet op tafel komen.
Verantwoorden naar IGZ Tot slot, is het uiteraard van belang om verantwoording te kunnen afleggen over de werkwijze binnen de praktijk. Onder andere naar de IGZ. Echter, dit levert de minst toegevoegde waarde op voor de praktijk en het team.
Conclusie en advies Praktijken handelen nog te veel vanuit de angst voor een bezoek van de IGZ. Echter, door meer te handelen vanuit eigen perspectief zullen de maatregelen en veranderingen van grotere toegevoegde waarde zijn voor de praktijk zelf. Je doet het niet meer ‘omdat het moet’, maar ‘omdat we er beter van worden’. En dan ben ik ervan overtuigd, dat elke praktijk zich ook prima kan verantwoorden richting de IGZ.
Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeldprotocollen en adviezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/06/157833807-rating.jpg236400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-08-28 08:25:042017-08-28 09:14:17Wat is de toegevoegde waarde van protocollen?
Volgens een uitspraak van de rechter geniet een beschrijvende bedrijfsnaam geen juridische bescherming. Concurrenten mogen dus een naam gebruiken die er erg op lijkt. Een andere soort praktijknaam is dus een goed idee, maar hoe bedenkt u die?
De ZuidAs en De Zuidas
Een tandartsenpraktijk met de naam ‘De ZuidAs-tandartspraktijk’ had een zaak aangespannen tegen een concurrent die zich ‘Tandartspraktijk De Zuidas’ noemt. Volgens de eerste lijken de namen zoveel op elkaar dat het verwarrend zou zijn voor de (potentiële) patiënten. Volgens de rechter is de naam echter te beschrijvend en kan daarom niet worden gemonopoliseerd. Beide namen mogen naast elkaar blijven bestaan.
Wat is een goede praktijknaam?
Een goede praktijknaam verzinnen is natuurlijk ook knap lastig. Waar moet je rekening mee houden als je een naam bedenkt? Welke naam iemand aanspreekt is natuurlijk persoonlijk. De een waardeert een wat creatievere naam, de ander houdt het liever zakelijker. Over het algemeen heeft een herkenbare naam de voorkeur, waardoor de klant gelijk ziet om wat voor product of dienst het gaat.
Brainstormen
Heeft u niet gelijk een goede naam in gedachten? Betrek dan mensen uit uw omgeving erbij. Organiseer desnoods een brainstormsessie waarbij u alle mogelijke namen opschrijft. Daaruit kunt u later de beste selecteren. Kijk ook hoe uw concurrenten heten. Een naam mag in ieder geval niet misleidend of verwarrend zijn.
Naam beschikbaar?
Als u dan eindelijk de juiste naam gevonden heeft, is het zaak om te controleren of deze naam nog beschikbaar is. Kijk in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Als de naam hier niet in staat, dan is het risico op een handelsnaamconflict klein. Als er wel al namen zijn die erg op de bedachte naam lijken, dan zult u iets anders moeten verzinnen. Check ook of de domeinnaam voor uw website nog vrij is. Als dit niet het geval is, kunt u beter ook nog verder zoeken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/08/Praktijknaam.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-08-28 08:20:092017-08-28 09:53:59Geen beschrijvende praktijknaam, maar wat dan wel?
Vaak worden vergaderingen door medewerkers als onproductief bestempeld. De volgende vier tips kunnen helpen om een vergadering op een goede manier te organiseren en tot een goed einde te brengen.
1. Plan een meeting in de ochtend
In de ochtend is het brein nog wakker, alert en (nog) niet bezig met stressvolle taken en e-mails. Op dit moment kan iedereen zich nog volledig focussen op het doel dat men vandaag wil behalen. Deze meeting hoeft niet lang te duren, 10 minuten is al genoeg zodat iedereen snel kan beginnen aan een efficiënte werkdag.
2. Bereid de meeting voor
Een efficiënte vergadering begint met een juiste voorbereiding. Leg een duidelijk doel en de timing van de meeting vast.
3. Bereid een agenda voor
Zorg dat de agenda vastligt voor je een uitnodiging verstuurt. Op die manier kunnen mensen zich al voorbereiden op de punten die besproken gaan worden. Leg het doel en timing van elk onderwerp vast.
4. Begin met behaalde prestaties
Vraag iedereen aan het begin van de vergadering naar een persoonlijke of professionele behaalde prestatie. Op deze manier wordt er een positieve sfeer gecreëerd en ontstaat er teambuilding. Door te focussen op dingen die goed gaan, ontstaan er productievere gesprekken.
Door tijdig over de financiële kant van een praktijkoverdracht na te denken, kunnen de fiscale mogelijkheden zo goed mogelijk benut worden.
Verslag van de presentatie van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) over fiscale en financiële aspecten bij een praktijkoverdracht tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT.
Belastingen Over de winst die bij verkoop van een tandartsenpraktijk wordt gemaakt, is belasting verschuldigd. Hoe betaal je nu zo min mogelijk belasting? Het is belangrijk om ruim van te voren over de overdracht na te denken; voor de belasting gelden termijnen van drie jaar. U kunt proberen om het inkomen dat u nu verdient naar de toekomst te verschuiven, zodat u er minder belasting over hoeft te betalen.
Bij de onderste belastingschijven is het belastingtarief met en zonder AOW anders. Als u uw inkomen kunt verschuiven en zo in de onderste schijven kunt terechtkomen, is dat gunstig. Als u echter AOW en pensioen ontvangt, is de onderste schijf al volledig benut.
Uw inkomen vooruitschuiven, blijkt in de praktijk niet veel op te leveren. Voor uw AOW-leeftijd wordt uw winstinkomen, na ondernemersaftrekken, tegen 45% belast. En met AOW ook, doordat u boven op de 40% belasting ook nog 5% zorgpremie moet betalen. Na ingang van uw AOW bedraagt de belastingdruk al snel meer dan 45%, zeker wanneer u rekening houdt met 5% zorgpremie.
Verkoop van een eenmanszaak Bij de verkoop van een eenmanszaak betaalt de koper de koopprijs voor de goederen. Hij zet deze dan op de balans en kan deze in vijf of tien jaar afschrijven. Over de winst is de verkoper inkomstenbelasting verschuldigd.
Verkoop door een BV Bij verkoop van de goederen door een BV aan een derde betaalt de vennootschap zelf belasting over de winst bij verkoop. U kunt hierbij zelf bepalen welk bedrag in de BV blijft en wanneer u de winst door de vennootschap laat uitbetalen in de vorm van dividend.
Verkoop aandelen van een B.V. In dit geval koopt de kopende partij de aandelen en niet de goederen. De koper koopt dan alle rechten en plichten die door de vennootschap zijn aangegaan, inclusief de ‘lijken in de kast’. Een koper zal dus niet graag een vennootschap kopen.
Overdracht van een gehuurde praktijkruimte Als de praktijkruimte niet in eigen bezit is, maar wordt gehuurd, dan zal bij verkoop van de praktijk contact opgenomen moeten worden met de verhuurder. Wil de verhuurder de ruimte onder dezelfde condities verhuren aan de kopende partij? Dan is een zogenaamde indeplaatsstelling nodig. Bij een vennootschap gaat de huur gewoon door. De vennootschap is namelijk huurder, niet een persoon.
Anticiperen op praktijkoverdracht Een praktijkoverdracht vraagt een ruime voorbereidingstijd – het liefste minimaal drie jaar. U moet alle contracten in beeld hebben en de consequenties ervan kunnen overzien. Het gaat dan bijvoorbeeld over leveranciers, de telefoon en de website. Ook arbeidscontracten zijn erg belangrijk. Als ze niet meer kloppen – bijvoorbeeld als het aantal uur dat iemand feitelijk werkt niet overeenkomt met de aanstelling – moeten ze tijdig aangepast worden.
Als u een maatschap met uw echtgenoot heeft: wat staat er in het contract over winstverdeling bij verkoop en moet dit nog aangepast worden? Als u nog een BV wilt oprichten, om zelf het moment van winstuitbetaling te kunnen bepalen, moet u daarna nog drie jaar doorgaan. Ook als u uw praktijk wilt overdragen aan een medewerker, geldt een voortgangstermijn van drie jaar.
Als u pensioen hebt opgebouwd, kunt u die (waarschijnlijk) afkopen (deze regeling is nog niet definitief), gewoon laten doorgaan of omzetten in een oudedagsvoorziening.
Onroerend goed moet u laten taxeren. Zorg dat het pand goed in orde is, etc.
Oudedagsvoorzieningen Er zijn verschillende vormen van oudedagsvoorzieningen: het al eerder genoemde pensioen, lijfrente, banksparen en vermogen.
Een lijfrente houdt op bij het overlijden. U kunt verlies bij voortijdig overlijden afdekken d.m.v. en overlijdensrisicoverzekering. Bij lijfrente in de vorm van banksparen wordt het ingelegde geld altijd uitbetaald; bij overlijden gaat het naar de partner of erfgenamen. De belastingdruk die u over uw vermogen betaalt, is vanaf 1 januari 2017 afhankelijk van de hoogte van uw vermogen.
Overige tips Bekijk bij de praktijkoverdracht ook tijdig de privécontracten. Het kan daarbij gaan om de huwelijkse voorwaarden, een samenlevingscontract, een testament of een levenstestament.
Bedenk bij alle keuzes wat u zelf wilt. Wilt u gelijk de opbrengt bij verkoop ontvangen of wilt u het juist later uitgekeerd krijgen?
Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) tijdens het seminar praktijkoverdracht van de KNMT.
Om ervoor te zorgen dat oud-patiënten weer een bezoek komen brengen aan uw praktijk, kunt u een zogenoemd reactiveringsprogramma gebruiken om de patiënten weer te ‘activeren’. Lees de tips.
Reactiveringsprogramma
Twee belangrijke stappen moeten worden genomen om een patiënt weer te activeren:
Stuur de patiënt een brief of e-mail
Follow-up met een telefoontje
Lijsten Voor de uitvoering van dit programma kan een medewerker worden toegewezen die de volgende taken op zich neemt:
Een lijst genereren van patiënten die een jaar of langer niet meer zijn langs geweest. Patiënten die zijn verhuisd of overleden worden niet in deze lijst opgenomen.
Deze patiënten een brief schrijven in herkenbare huisstijl voor een professionele uitstraling. U kunt ook een e-mail sturen. Let er in dit geval op dat de e-mailadressen nog juist.
Follow-up Hoewel u natuurlijk hoopt dat er een reactie komt op de brief, is een follow-up telefoontje eigenlijk belangrijker. Het is van belang dat de persoon die de patiënten gaat opbellen uitstekend kan communiceren. Voor deze telefoongesprekken kan een script en/of handleiding worden gebruikt.
Categoriseren Daarnaast kunt u de inactieve patiëntendossiers indelen in de volgende categorieën:
Categorie A: Niet voor een behandeling langs geweest in de afgelopen 12-18 maanden.
Categorie B: Niet voor een behandeling langsgeweest in de afgelopen 18-24 maanden.
Categorie C: Al meer dan twee jaar niet langs geweest voor een behandeling.
Categorie D: Wel contact mee gehad in het afgelopen jaar, maar is niet langs geweest voor een behandeling.
De groep patiënten die in de afgelopen 12 tot 18 maanden niet zijn langs geweest moet als eerste worden opgebeld om bijvoorbeeld een controle in te plannen. Geadviseerd wordt om in de late namiddag of vroege avonduren te bellen omdat de meeste mensen dan bereikbaar zijn.
Statistieken bijhouden Het is belangrijk om de volgende statistieken bij te houden om het reactiveringsprogramma goed te kunnen monitoren:
Aantal oproepen
Aantal gemaakte afspraken
Aantal gemaakte afspraken die worden nagekomen
Beltips
Neem eerst het patiëntendossier door voordat u opbelt.
Laat tijdens het gesprek zien dat de praktijk het welzijn van de patiënt hoog in het vaandel heeft staan.
Degene die de gesprekken voert moet assertief zijn. Sommige patiënten komen liever niet omdat ze angstig zijn voor de tandarts. Dan moet de beller bereid zijn om de patiënt te helpen deze barrières te overwinnen.
Patiënten die geen afspraak maken Als het niet lukt om een afspraak te maken met de patiënt, kan het dossier worden doorgegeven aan de tandarts die vervolgens de patiënt opbelt. De patiënt kan dan nogmaals geïnformeerd worden waarom een regelmatig tandartsbezoek belangrijk is. Ook kan het zijn dat de patiënt een negatieve ervaring heeft gehad in uw praktijk. U kunt via het gesprek erachter komen wat precies de reden was. Als u hierover in gesprek gaat, is de kans groot dat er uiteindelijk toch een afspraak wordt gemaakt.
De auteur van het artikel, Kevin Tighe, is een managing partner bij Cambridge Dental Consultants in Amerika.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/02/communicatie-patient.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-08-14 07:55:312017-08-14 09:50:51Hoe krijgt u een oud-patiënt weer terug in uw praktijk?
Het inrichten van een tandartspraktijk kan een uitdaging zijn. Er zijn veel belangrijke aspecten waarmee rekening moet worden gehouden. De Brit Dr. Stuart Clark stelde daarom een overzicht samen van essentiële principes die hierbij kunnen helpen.
Het stellen van doelen Het is belangrijk om precies te weten wat u uit een project wilt halen, ongeacht de grootte. Wellicht wilt u uitbreiden, of de bestaande ruimtes slechts veranderen – het maakt niet uit wat de reden achter het project is, het is altijd cruciaal dat er zo vroeg mogelijk doelen worden gesteld. Op deze manier kan hier naartoe worden gewerkt en krijgt het gehele project focus en een drijfveer.
Functies Een tandartspraktijk heeft vele verschillende functies waarop de designs moeten aansluiten. Zo is een praktijk een plek waar zowel tandheelkundige zorg als zaken plaatsvinden. Ook moeten werknemers hier effectief kunnen werken om gestelde doelen te behalen. Het is daarom belangrijk dat alle delen van uw praktijk qua functie zowel samen als afhankelijk van elkaar werken.
Optimaal gebruik Iedere tandartspraktijk wordt gelimiteerd door de beschikbare hoeveelheid aan ruimte. Om deze reden moet iedere centimeter in zijn volle potentie benut worden. Zo moet de wachtruimte enerzijds groot genoeg zijn voor patiënten zodat zij zich niet claustrofobisch of opgesloten voelen; anderzijds moet de ruimte ook weer niet te groot zijn. Tevens moet er rekening worden gehouden met de ruimte die het personeel nodig heeft om hun tijd goed te kunnen benutten.
Technologie Het investeren in technologie van hoge kwaliteit is een vereiste voor een moderne tandartspraktijk. Op deze manier blijft uw praktijk up-to-date en competitief, zal het op de lange termijn geld besparen, de werksfeer verbeteren en de patiëntenzorg verbeteren.
Digitale technologie is een vast onderdeel geworden van de moderne tandheelkunde. Het ontwikkelen van een (nieuwe) praktijk is daarom de ideale tijd om deze technologie op te nemen in uw praktijk, mocht u dit nog niet gedaan hebben. Praktijken met nieuwe technologie zijn uiteindelijk het meest succesvol.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/praktijk.jpg234400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-08-09 08:54:132017-08-08 17:20:39Hulp bij het inrichten van een tandartspraktijk
Mondzorgprofessionals die met een jonge patiënt een geruststellend gesprek aangaan zijn volgens de ouder/verzorger empathischer. Ook wordt het gesprek als meer patiënt-georiënteerd ervaren waardoor er ook meer arts-patiënt interactie ontstaat. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek gepubliceerd in PLoS ONE.
Onderzoek De onderzoekers wilden bepalen in hoeverre de besproken onderwerpen in een gesprek tussen een tandheelkundige en een pediatrische patiënt in verband staan met de patiënttevredenheid en de perceptie van de verzorger met betrekking tot de kwaliteit van het gesprek. Hiervoor hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van video-opnamen van 162 gesprekken met 62 pediatrische patiënten tussen de 0 en 20 jaar oud tijdens een tandheelkundig bezoek aan de Paediatric Dentistry Clinic of the Prince Philip Dental Hospital in Hong Kong. Daarnaast moesten de ouder/verzorgers een vragenlijst invullen.
Geruststelling De onderzoekers hebben vijf onderwerpen geïdentificeerd die tijdens het gesprek tussen arts en patiënt /verzorger worden besproken: ziekte/behandeling, instructies voorafgaand de behandeling, voorbereiding op de behandeling, geruststelling en familie.
Het blijkt dat met name woorden en zinnen met betrekking op geruststelling direct in verband staan met de patiënttevredenheid volgens de ouder/verzorger.
Patiëntgerichte benadering Het blijkt dat een ouder/verzorger de kwaliteit van het gesprek beter beoordeelde als er tijdens de arts-patiënt interactie frequenter gebruik werd gemaakt van bepaalde woorden en zinnen, zoals: mama, papa, meisje, jongen, zusje en “Laat maar aan mama zien” of “Brave meid!”.
Ook werden de tandheelkundigen door specifiek woordgebruik als empathischer ervaren. Daarnaast merkten de onderzoekers op dat een meer patiëntgerichte benadering van communicatie de samenwerking tussen de arts en de patiënt verhoogt.
Conclusie Volgens de auteurs moet er meer onderzoek gedaan worden naar gesprekken tussen een mondzorgprofessional en peuters, kleuters en tieners. Aangezien deze leeftijdsgroepen wellicht verschillend benaderd moeten worden. Ook zou directe feedback van de pediatrische patiënt en non-verbale communicatie meegenomen kunnen worden in een volgend onderzoek.
“(Tand)artsen moeten verschillende verbale uitingen en vormen van communicatie gebruiken om de tevredenheid, de mate waarin informatie wordt begrepen en de mate waarin het gedrag van een patiënt overeenstemt met de gegeven adviezen te verbeteren”, concludeerden de onderzoekers.
De telefoon is het belangrijkste medium voor praktijken om direct te communiceren met patiënten. Hoe het telefoongesprek ervaren wordt door de beller, kan aanzienlijk veel impact hebben op hoe de patiënten in het geheel de praktijk ervaren en beoordelen. Het is daarom goed om na te denken over hoe de telefoon wordt beantwoord, hoe de verdere interactie met de beller plaatsvindt en wat de beller hoort wanneer hij in de wacht staat.
Bericht Als een oproep niet direct kan worden beantwoord door een medewerker, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de beller naar een berichtgeving luistert met een juiste combinatie van spraak en muziek. Als bellers naar piepjes of muziek van slechte kwaliteit moeten luisteren, zijn ze eerder geneigd op te hangen. Ook een stilte wordt niet gewaardeerd. Tevens moet het bericht regelmatig ge-update worden om de beller ‘wakker te houden’.
Stem en muziek Zowel mannelijke als vrouwelijke stemmen worden positief beoordeeld. Leeftijd en toon zijn daarnaast belangrijke factoren en weerspiegelen de visie van uw praktijk. Qua muziek zijn elementen zoals tempo, volume en toonhoogte belangrijk. Tandheelkundige praktijken kunnen het beste kiezen voor een zacht, ontspannend muziekje dat een kalmerend effect op de beller heeft.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/07/telefoon-400.jpg227399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-07-25 09:46:152017-06-27 15:48:44De kracht van geluid aan de telefoon
Mocht u de beslissing hebben genomen uw praktijk te verkopen, dan zijn er een aantal praktische stappen die ondernomen kunnen worden om dit proces soepel te laten verlopen. Deze tips worden gegeven door Jonathan Tyson, een Britse specialist op dit gebied.
Goede voorbereiding is het halve werk
Iedereen die eerder te maken heeft gehad met het verkopen van een praktijk, weet hoeveel stress dit kan opleveren en hoe lastig dit proces soms kan verlopen. Een goede voorbereiding kan hier echter veel bij helpen.
Partner?
Ten eerste zou het helpen om direct na het besluit om te gaan verkopen een indicatie te maken van hoe de praktijk er momenteel voorstaat. Hierbij kan worden gekeken naar wie momenteel de eigenaar van het pand is en hoe de relatie met deze persoon is, en of er eventueel een partner-eigenaar van de praktijk is en hoe deze tegen de zaak aan staat. Zeker in het geval van het hebben van een partner is het cruciaal om hiermee goed in overleg te gaan.
Gespecialiseerde sales agent
Een andere stap die moet worden genomen is het vinden van een sales agent gespecialiseerd in tandartspraktijken. Zij weten precies waar ze op moeten letten en hebben daarnaast ook vaak nuttige contacten. Dit kan erg handig zijn, aangezien de laatste tijd het aanbod over het algemeen hoger is dan de vraag. Meer tips hiervoor zijn hier te lezen.
Papierwerk
Een fase die vaak langer duurt dan verwacht, is al het papieren werk dat moet worden afgehandeld. Hoe sneller alle juiste informatie verzameld en ingevuld kan worden, hoe sneller de verkoop zal gaan. Een lijst met allerlei dingen die verzameld moeten worden zijn:
Alle verschillende contracten die zijn afgesloten in verband met leningen en overeenkomsten en dergelijke
Bankrekeningen van de praktijk
Lijst met de inventaris van de praktijk
Contracten met de werknemers
Alle beleidsregels en protocollen van de praktijk
Handboeken voor de medewerkers
Eigendom praktijk
Hiernaast moeten veel dingen in verband met het eigendom van de praktijk worden overwogen. Is het pand bijvoorbeeld privé eigendom of wordt het gehuurd? En is het plan om dit zo te laten voor de toekomstige eigenaar? En mocht er worden gehuurd, wie is dan de huisbaas, en hoelang duurt de huurperiode nog?
Langdurig proces
Al met al zijn er veel verschillende aspecten die de duur en het gemak van het verkoopproces kunnen beïnvloeden. Gemiddeld zal dit proces zo’n 6 tot 9 maanden in beslag nemen. Echter, hoe beter voorbereid hoe makkelijker en sneller dit zal gaan. Het meenemen van bovenstaande stappen zal hierbij zeker helpen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/06/home-400x.jpg233397dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2017-07-17 09:00:162018-04-03 11:23:40Voorbereidingen voor verkoop van uw praktijk
“Er is behoefte aan verbetering binnen de praktijk én aan meer rust.” Dit was het antwoord van een tandarts op mijn vraag hoe hij verder wilde met zijn praktijk. Een tandarts / praktijkhouder heeft gedurende een werkdag meerdere rollen, namelijk die van zorgverlener, manager én leider. Dit vraagt persoonlijk heel veel. En hoe is het mogelijk om dan ook nog rust te creëren? Het antwoord is niet eenduidig, maar een goede agendaplanning draagt hier zeker aan bij. In dit artikel diverse tips voor een efficiënte agendaplanning.
Planning vs. Service
In veel praktijken wordt aan patiënten de volgende vraag gesteld bij het plannen van de vervolgafspraak: “Welke dag heeft uw voorkeur?” of “Wanneer komt het u uit?”. Vanuit service oogpunt misschien twee goede vragen. Echter, vanuit planning oogpunt zijn dit twee hele slechte vragen. Een efficiënte agendaplanning houdt namelijk in, dat afspraken worden ingepland op dagen en tijden die voor de agenda het beste uitkomen. Echter, via het stellen van deze vragen ligt het initiatief bij de patiënt en snijdt de praktijk ‘zichzelf in de vingers’. Een efficiënte agendaplanning krijg je alleen door het belang van de agenda te stellen boven de service aan patiënten.
Vanuit medewerkers levert dit regelmatig de vraag op of de service aan patiënten dan niet meer belangrijk is. Een terecht vraag uiteraard. Natuurlijk is de service nog steeds heel belangrijk. Echter, als de praktijk meer rust wil via een efficiënte agendaplanning, dan zal de hoogste prioriteit moeten liggen bij de planning. En de service naar patiënten volgt direct op de tweede plaats.
Tips voor efficiënte agendaplanning
Het belang van de agenda bovenaan stellen is de eerste belangrijke verandering om te komen tot een efficiënte agendaplanning. Zo lang dit niet gebeurt, zullen de volgende tips ook geen effect hebben.
Stel een blokplanning op
De titel van dit artikel is enigszins misleidend. Er zal zeker een agendaplanning zijn, die de meest efficiënte is. Echter, de persoonlijke voorkeuren en het karakter van de tandarts zijn mede bepalend voor wat de tandarts als prettig en efficiënt ervaart. Advies is dan ook altijd een maatwerk blokplanning op te stellen. Op basis van de eigen voorkeuren en situatie.Dit kan het beste door het aantal uitgevoerde verrichtingen van een vergelijkbare periode (bijvoorbeeld het voorgaande kalenderjaar) als uitgangspunt te nemen. Een eerste en gemakkelijke onderverdeling is het totaal aantal controles en het totaal aantal pijnklachten. Door dit vervolgens te extrapoleren naar één week, kun je vervolgens naar eigen inzicht een blokplanning per week gaan opstellen. Deze weekplanning dient zich dan op jaarbasis te verhouden tot het totaal.
Leer communicatiescripts
De blokplanning is het ideaalplaatje, waar de praktijk naar streeft. Echter, theorie en praktijk liggen soms ver uit elkaar. De communicatie met de patiënt bepaalt in hoeverre het team (/ de balie) in staat is om de nieuwe afspraken zo veel mogelijk binnen de blokplanning te plaatsen. Bepaalt het team de datum en het tijdstip van de afspraak, of bepaalt de patiënt? Indien medewerkers zich te vaak laten leiden door de wensen van de patiënt, kan het helpen om duidelijke communicatiescripts op te stellen. Bijkomend voordeel is, dat medewerkers ook zekerder gaan communiceren. Hoe zekerder en overtuigender wordt gecommuniceerd, hoe beter de acceptatie door de patiënt.
Wees consequent
Zoals gezegd ligt de theorie van de blokplanning soms ver af van de praktijk. Alleen door consequent de blokplanning na te streven, zullen veranderingen kunnen worden gerealiseerd in de agendaplanning. Mijn ervaring is, dat praktijken zich te snel laten verleiden om de blokplanning los te laten. Bijvoorbeeld als medewerkers over drie weken toch weer controle afspraken plaatsen in het pijnklachten blok. Alleen door consequent te zijn, zullen de voordelen van de blokplanning worden behaald.
Accepteer de fouten
Zorgverlening is mensenwerk. Hiermee wil ik zeggen, dat de lengte van een behandeling nooit exact te voorspellen is. Ook de tijdsduur van het pijnklachten blok is op basis van een gemiddelde en kan dus fluctueren. Het team dient dit vooral te accepteren. Want hoe goed de blokplanning ook is, doordat het om zorgverlening gaat kunnen we de dag nooit exact vooraf invullen. Door dit vooral te accepteren, kunnen het team en de tandarts zich een hoop ergernis besparen.
Conclusie
Een team zal alleen veranderingen weten te realiseren als het zelf verandert. De blokplanning kan hierin uiteraard ondersteunen en kan als uitgangspunt dienen, maar de echte veranderingen dienen door het team zelf te worden gemaakt. Om tot een efficiënte agendaplanning te komen, moet allereerst het belang van de agenda bovenaan worden gesteld. Vervolgens dient de communicatie naar patiënten te worden ingestoken vanuit de agenda – en niet meer vanuit het service oogpunt naar de patiënt. Tot slot is het belangrijk om consequent te zijn. Kortom een hele uitdaging, maar eentje die een praktijk veel plezier en rust kan opleveren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/07/agenda.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-07-17 08:55:202020-08-17 09:48:26Tips voor een efficiënte agendaplanning
De praktijkmanager houdt zich bezig met administratieve, secretariële en facilitaire ondersteuning in de tandartsenpraktijk. Om de inzetbaarheid van de praktijkmanager te versterken en te behouden, moet u kansen bieden voor groei en ontwikkeling. De volgende drie tips kunnen u hierbij helpen.
Tip 1: Geef een gedetailleerde beschrijving van de functie
Het is belangrijk dat u een duidelijke functie-en taakbeschrijving opstelt waarin de verwachtingen en benodigde com-penties zijn opgenomen. Een functie- en taakbeschrijving vergroot de duidelijkheid binnen de organisatie. Het maakt de organisatie inzichtelijk en bestuurbaarder omdat duidelijk wordt wat de praktijkmanager doet en waar hij of zij verantwoordelijk voor is. Onthoud dat de praktijkmanager zich met het volledige bedrijf bezig houdt, zodat u zich volledig op de tandheelkunde kunt focussen.
Tip 2: Leer om los te laten Vertrouw de taken met de bijbehorende bevoegdheden en middelen toe aan de praktijkmanager. Wees bereid de controle over delen van de praktijk los te laten. Als u uw praktijkmanager meer als een partner gaat zien, hebben jullie daar beiden profijt van. De praktijkmanager kan op deze manier meer bereid zijn (en heeft ook meer de ruimte) om ervoor te zorgen dat patiënten zo efficiënt mogelijk geholpen worden wat de algehele kwaliteit van uw praktijk kan verhogen.
Tip 3: Bied trainingen aan
De praktijkmanager is een belangrijke schakel binnen het bedrijf. Zodra u de juiste persoon gevonden heeft, is het be-langrijk dat u degene helpt groeien door het aanbieden van trainingen en cursussen. Als goed werkgever wordt van u verlangd dat u uw personeel opleidt om breder inzetbaar te zijn. De trainingen/cursussen kunnen gericht zijn op de be-roepsontwikkeling, maar ook op het vergroten van het sociale bewustzijn, persoonlijke effectiviteit en groei.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/06/Praktijkmanager.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-07-12 09:13:202017-06-27 17:17:18Versterken en behouden inzetbaarheid van uw praktijkmanager
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.