Leren- boeken

Leren van meldingen via de Wkkgz

Het streven van de inspectie is dat steeds meer gegevens openbaar gemaakt worden zodat zorginstellingen kunnen leren van elkaar. Dit streven wordt onder meer gerealiseerd door de introductie van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Conform deze wet moeten (bijna) incidenten intern gemeld worden conform het systeem Veilig Incident Melden (VIM) en andere incidenten van grotere ernst direct bij de inspectie.

De volgende incidenten moet men melden bij de inspectie:
1. Een calamiteit moet binnen 3 dagen gemeld worden
2. Geweld binnen de zorgrelatie
3. Ontslag van een medewerker wegens disfunctioneren

Hoe gaat de inspectie daar mee om?
Indien er sprake is van ernstige gevaar grijpt de inspectie direct in, ook als een zorgorganisatie zich niet houdt aan wetten en regels omtrent klachtenbehandeling en als hetzelfde incident meerdere malen gemeld wordt. Meestal begeleidt de inspectie het inventarisatieproces van de zorgaanbieder, deze blijft zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. De melding wordt uitgebreid door de inspectie bekeken. Hoe heeft het incident kunnen gebeuren en welke (preventieve) maatregelen zijn genomen in dit kader?

Maatregel
Indien er sprake is van, zoals de inspectie dat noemt, ’te weinig leervermogen en verbeterkracht’ kan een maatregel opgelegd worden. Welke dat kunnen zijn staat beschreven in het IGZ-handhavingskader.

Nulmeting
Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen omtrent meldingen, wordt de stand van zaken jaarlijks gepubliceerd. De eerste publicatie betreft de nulmeting Wkkgz. Zo kan beoordeeld worden of er sprake is van een efficiënt leerproces door de jaren heen.

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Wkkgz
Stralingsdeskundigen

Juridische uitspraak: Erkenning buitenlands diploma stralingsdeskundigen

Na een juridische uitspraak voert de ANVS geen waarderingen meer uit van buitenlandse diploma’s stralingsdeskundigheid.

Wel zorg voor voldoende bij- en nascholing
Een tandarts die is afgestudeerd in een land binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland, voldoet aan het vereiste niveau om zelfstandig röntgenopnamen te maken – en alle handelingen die daarbij horen; indicatiestelling, interpretatie etc. –  en/of om de taken van Toezichthoudend Deskundige uit te voeren. Net zoals voor de tandarts die in Nederland is afgestudeerd geldt wel dat er zorg gedragen moet worden voor voldoende bij- en nascholing.

Dit meldde de ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) aan de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche).

Aanpassing in Richtlijn Tandheelkundige Radiologie
De informatie over de erkenning van buitenlandse diploma’s in de KNMT Richtlijn Tandheelkundige Radiologie is door de uitspraak van de rechter achterhaald en zal in de loop van het jaar geactualiseerd worden, volgens de KNMT.

Bron:
Bericht van de ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) aan de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche) en KNMT.

Lees meer over: Ondernemen, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
Praktische update voor uw praktijkautomatisering

Praktische update voor uw praktijkautomatisering

Wat kan ICT betekenen in uw dagelijks werk op bijvoorbeeld het gebied van dossiervorming en communicatie? En hoe kan uw automatiseringssysteem u ondersteunen in het dagelijks werk? Verslag van de lezing van Pieter Schram tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk.

Pieter Schram, mede-eigenaar van Vertimart Consultants, bekend van de software Exquise, heeft een enigszins interactief programma voor zijn lezing bedacht waarbij hij door middel van respons van de zaal zijn presentatie van de nodige interactiviteit voorziet.

Verleden
In 1970 kwamen de eerste computersystemen in de mondzorgpraktijken en in 1982 kwamen de eerste personal computers op de Nederlandse markt en zo ook in de tandartspraktijk. In 1985 werd gestart met computernetwerken en in 1987 bracht de firma Trophy de eerste digitale röntgensoftware op de markt. Rond 1990 waren er ongeveer 25 aanbieders van tandartssoftware in Nederland en was 75% van de tandartsen geautomatiseerd. In datzelfde jaar kwam ook Windows op de markt.

Heden
Momenteel zijn er nog maar zo’n 10 aanbieders van tandheelkundige praktijksoftware actief in de markt en sinds 2000 is 98% van de Nederlandse praktijken geautomatiseerd.

E-learning
Vandaag de dag zien we de opkomst van e-learning, hoewel dit nog weinig praktisch voor de tandarts is. Het verschijnsel van “serious gaming” wordt steeds populairder – het als het ware spelenderwijs leren van tandheelkundige behandelingen via een serieus computerspel.

Leren van onze eigen data
We kunnen ook van ons eigen systeem leren want dagelijks stoppen we grote hoeveelheden data in de praktijkmanagement software en we kunnen die data ook weer ophalen. Verschillende factoren kunnen zo onderzocht en geanalyseerd worden. Zaken als bijvoorbeeld een verkeerde planning kunnen door zo’n nuttige analyse aan het licht komen.

Ook voor onderzoeksdoeleinden kan deze informatie nuttig zijn, bijvoorbeeld middels de KNMT peilstations. Het is ook niet zo gek te bedenken dat big data wel eens gebruik kan worden bij het opstellen van richtlijnen.

Regelgeving
Er komt tegenwoordig veel kijken bij het up-to-date houden van het patiëntendossier. De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) verplicht het bijhouden van dit dossier.

Steeds nadrukkelijker wordt door de overheid verlangd om hier op passende wijze mee om te gaan wegens de privacy. Datalekken moeten gemeld worden en alle verwerkingen van de data moeten geregistreerd worden.

De KNMT praktijkrichtlijn patiëntendossier omschrijft een aantal verplichte en niet-verplichte onderdelen van het dossier. Het is gemakkelijk als dit soort zaken met standaardvelden ingevuld kunnen worden.

De invoering van richtlijnen ziet Schram positief tegemoet want daarmee kan hij zogenaamde workflows introduceren waarmee je stapsgewijs bepaalde stappen doorloopt. Op die manier zal de software zorgen dat je niets hoeft te vergeten: dat is een voordeel van gestandaardiseerd werken.

Cybercriminaliteit
Onheil waarmee je te maken kunt krijgen, zijn onder meer phishing, ransomware en datalekken. Ter illustratie noemt Schram het boek “Komt een vrouw bij de H@cker” dat deze fenomenen mooi illustreert.

De laatste tijd wordt de zorg steeds meer het doelwit van cybercriminaliteit en ransomware want het zijn gevoelige data en vaak niet al te best beveiligd. Iedereen in de praktijk moet behoedzaam zijn voor phishing e-mail berichten.

Vaak is het ondergaan van ransomware ook al een datalek en die moet bij de overheid gemeld worden. Hiervoor is het handig om een protocol te hebben waarin staat hoe te handelen, adviseert Schram.

Het is niet onwaarschijnlijk dat we ook in tandartspraktijken zogenaamde “Information Security Management Systems” (ISMS) gaan zien verschijnen. Het ISMS-proces begint met het in kaart brengen van de mogelijke risico’s en de reeds aanwezige maatregelen om vervolgens inschattingen te maken van wat er verbeterd moet worden. Uiteindelijk kan men zelfs op dit punt tot certificering komen. En ook met derden dienen zogenaamde bewerkingsovereenkomsten gesloten te worden als zij met de praktijkdata omgaan.

Toekomstvoorspellingen
Tenslotte doet Schram nog een aantal toekomstvoorspellingen.
– Hij verwacht dat er in de e-health ontwikkelingen zullen komen in trant van wat we nu al kennen: bijvoorbeeld slimme tandenborstels of de bruxisme app.
– De cloud zal een grotere rol gaan spelen spelen en we zullen naar steeds meer computerondersteunde zorg toe gaan verwacht Schram.
– Hij verwacht in de toekomst een grotere rol van de patiënt bij de bepaling van wie wel of geen toegang mag krijgen tot zijn patiëntendossier, wat dus een rol in de praktijkautomatisering zal kunnen gaan spelen.

Pieter Schram is directeur en mede-eigenaar van Vertimart Consultants. Hij startte zijn loopbaan in de automatisering in 1981 bij Dental Union en heeft dus inmiddels 35 jaar ervaring in de diverse facetten van de tandheelkundige automatisering. Vanuit deze specifieke expertise en praktijkervaring schetst hij tijdens zijn lezing een duidelijk beeld van de uitdagingen, de risico’s en van wat we de komende jaren mogen verwachten op het gebeid van tandheelkundige automatisering. Naast zijn werk binnen Vertimart heeft hij enkele jaren leiding gegeven aan een middelgrote groepspraktijk.

Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Pieter Schram tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

Lees meer over: E-health, ICT, Kennis
Implantoloog berispt voor niet-bewaren patiëntendossier en implanteren bij parodontitis

Implantoloog berispt voor niet-bewaren patiëntendossier en implanteren bij parodontitis

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft na een klacht van een patiënt een implantoloog berispt. Hem wordt verweten dat hij het patiëntendossier na het overdragen van zijn praktijk niet heeft bewaard en dat hij implantaten heeft geplaatst in een parodontaal ongezonde situatie.

Situatie
Een patiënt is eind 2009 door haar eigen tandarts doorverwezen naar een implantoloog voor het plaatsen van drie implantaten. Bij de patiënt waren in 2007 al pockets van 4-5 mm vastgesteld, waarvoor parodontale behandeling noodzakelijk was, maar die door de tandarts niet ingezet is.

De implantoloog heeft een foto gemaakt van het gebit en een behandelvoorstel gedaan, die door de patiënt is ondertekend. Tijdens de behandeling is een extractie gedaan en zijn vier implantaten geplaatst. In december 2013 heeft de implantoloog zijn praktijk overgedragen aan een andere tandarts. De eigen tandarts heeft later nog vier elementen getrokken. In 2014 is een parodontoloog de patiënt gaan behandelen voor parodontitis.

Klacht
De patiënt verwijt de implantoloog dat hij niet aan haar heeft gemeld dat zij parodontitis had. Voordat hij overging tot implantatie had hij volgens de patiënt haar terug moeten verwijzen naar haar eigen tandarts voor behandeling van de parodontitis. De patiënte verwijt hem ook dat hij haar medisch dossier niet of onvoldoende heeft bijgehouden; hij heeft op verzoek geen informatie beschikbaar gesteld over de extractie en de parodontitis.

Standpunten verweerder
Over het patiëntendossier zegt de implantoloog dat hij altijd een dubbele administratie heeft bijgehouden: alle gegevens noteerde hij zowel op behandelkaarten als in de computer. De behandelkaarten heeft hij met de overdracht van de praktijk aan de nieuwe praktijkeigenaar gegeven en heeft hij dus niet meer zelf. Volgens hem heeft de nieuwe praktijkeigenaar de behandelkaarten verbrand. De nieuwe praktijkeigenaar beweert echter dat hij nooit een papieren dossier heeft ontvangen.

Over het niet-terugverwijzen van de patiënte naar haar eigen tandarts om de parodontitis te laten behandelen, geeft de implantoloog aan dat de parodontale situatie voldoende was om verantwoord geïmplanteerd te worden. Bovendien heeft de patiënt een strenge antibioticakuur gekregen en een minuut met chloorhexidine gespoeld. Als de parodontale situatie echt slecht zou zijn geweest, dan zou er binnen het jaar sprake geweest zijn van botverlies rondom de implantaten of van gefaalde implantaten.

Beoordeling
Volgens het Burgerlijk Wetboek moet een hulpverlener het patiëntendossier minstens vijftien jaar bewaren. Uit een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in 2012 blijkt dat ook bij overdracht van een praktijk de overdragende tandarts de bewaarplicht houdt. In dit geval heeft de implantoloog dus niet aan zijn bewaarplicht voldaan.

Volgens het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg kan de implantoloog door het ontbreken van de behandelkaart onvoldoende onderbouwen dat het verantwoord was om te implanteren. De in 2009 gemaakte foto die nog wel aanwezig is, laat volgens het College zien dat er zodanige aanwijzingen voor (ernstige) parodontale afbraak zichtbaar waren, dat er niet zonder behandeling daarvan tot implantatie had mogen worden overgegaan. De implantoloog had dus moeten terugverwijzen naar de tandarts voor behandeling of de parodontitis zelf moeten behandelen.

Het College oordeelt dat er wel degelijk een relatie is tussen parodontitis en peri-implantitis is. Als bij het plaatsen van implantaten al schadelijke bacteriën in de mond aanwezig zijn, dan vergroot dit de kans op peri-implantitis.

Uitspraak
De implantoloog krijgt een berisping, omdat hij tekort is geschoten in de zorg ten opzichte van de patiënt. Dit geldt zowel voor het niet-bewaren van het patiëntendossier als voor het implanteren in een parodontaal ongezonde situatie. Het College heeft in zijn uitspraak meegenomen dat de implantoloog er geen blijk van heeft gegeven, dat hij inziet dat hij onjuist heeft gehandeld.

Bron:
Overheid 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Handhaving

Handhaving wet DBA opgeschort tot 1 januari 2018

De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), die sinds 1 mei 2016 de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) vervangt, zal voorlopig niet door de Belastingsdienst gehandhaafd worden. Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft aan de Tweede Kamer beloofd deze zomer nog een toelichting hierop te geven.

Handhaving uitgesteld
De VAR is op 1 mei 2016 vervangen door de wet DBA. De nieuwe wet is echter onderhevig aan kritiek, omdat deze veel onduidelijkheid oproept. Handhaving van de nieuwe wet door de Belastingdienst is nu in ieder geval tot 1 januari 2018 uitgesteld, zodat er tijd ontstaat om helderheid te verschaffen over bepaalde onderwerpen. Vooral de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’ zullen duidelijker gedefinieerd worden.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Wiebes dat opdrachtgevers en opdrachtnemers zo ook de tijd krijgen om zich aan te passen.

Kwaadwillenden
‘Kwaadwillenden’ hebben nog wel wat te vrezen. Voor hen blijft handhaving van de Belastingdienst van toepassing. Dit geldt volgens Wiebes op het ogenblik voor tien opdrachtgevers. Bij een aantal van hen was er in de ‘VAR-periode’ feitelijk sprake van een dienstverband tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Door de vrijwarende werking van de VAR kon de Belastingdienst toen niet ingrijpen. De Belastingdienst zoekt nu uit of de situatie bij deze opdrachtgevers nog hetzelfde is en of zij voldoen aan de definitie van ‘kwaadwillende’. Het gaat hierbij zowel om opdrachtgevers met maar een paar opdrachtnemers als om opdrachtgevers met veel opdrachtnemers.

Modelovereenkomsten
In het kader van de DBA moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers hun arbeidsrelatie in een overeenkomst vastleggen. Modelovereenkomsten kunnen nog steeds ter beoordeling aan de Belastingdienst worden voorgelegd. Volgens Wiebes is het aantal overeenkomsten dat nog wacht op beoordeling door de Belastingdienst inmiddels afgenomen.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Dentistry heeft begin maart voor de tweede keer een tandheelkundig politiek debat georganiseerd. Een van de onderwerpen was dit keer de Brexit. Wat zullen de gevolgen voor Britse tandartsen zijn als Groot-Brittannië de Europese Unie gaat verlaten?

Deelnemers
De onderhandelingen over de uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie gaan beginnen. Aan een panel werd gevraagd in hoeverre de Brexit de mondzorg zal kunnen beïnvloeden.

Dit panel bestond uit de volgende deskundigen, namelijk: Henrik Overgaard-Nielsen, voorzitter General Dental Practice Comittee van British Dental Association (BDA); Eddie Crouch, vicevoorzitter Principal Executive Committee van BDA; Eddie Coyle, hoofd klinische operaties van Oasis Dental Care; John Milne, senior nationaal tandheelkundig adviseur bij de Care Quality Commission; Neel Kothari, praktijkeigenaar en Michael Watson, columnist van Denistry. Het debat werd geleid door Dentistry-redacteur Julian Engels.

Personele gevolgen
Als eerste ging het over de personele gevolgen. Zal er een massale uittocht op gang komen van tandartsen die hier vanuit Europa werken? Het panel benadrukt de onzekerheid over dit onderwerp. Het is onduidelijk wat de vooruitzichten zijn en hoe bijvoorbeeld de koers van de pond zich gaat ontwikkelen. Vooral over het lot van de tandartsen uit de EU die in het Verenigd Koninkrijk werken en wonen is het panel bezorgd. John Milne: “Ik denk dat mensen zekerheid moet worden gegeven dat ze hier een toekomst hebben en dat ze van harte welkom zijn om hun vak uit te oefenen. Ik weet zeker dat velen van hen uitstekend werk leveren.”
Eddie Crouch zei hierover:

“Een regering zou helemaal gek zijn om alle mensen die een dienst leveren er uit te gooien – dat gaan ze nooit doen.”

Materiaalkosten
Een ander onderwerp was materiaalkosten. Aan het panel werd gevraagd of zij al een stijging van materiaalkosten hadden bemerkt nadat er voor de Brexit gestemd is. Eddie Quole: “Een belangrijke leverancier heeft de hogere kosten met name door de koerswisseling van de euro nog niet doorgerekend, maar dit gaat nu wel een grote invloed krijgen.”

CE-markering
Neel Kothari vraagt zich af wat de status van de CE-markering is na uittreding uit de EU. Op dit moment bepaalt de CE-markering of een product voldoet aan de gezondheids-, veiligheids- en milieuvoorschriften. Zal dit invloed hebben op de prijs van de producten? “Op dit moment moet alles wat aan de Britse markt geleverd wordt, voorzien zijn van een CE-markering en dat drijft veel prijzen op. Deze producten worden heel duur in vergelijking met wat andere landen betalen. Als we niet meer gebonden zijn aan de CE-markering, kunnen we handel drijven met andere landen zoals Brazilië.”
Kwaliteitsmeting
Volgens John Milne zal de kwaliteit van producten op een andere manier gemeten gaan worden.

Wellicht komt er een wet die het Europese recht zal terugbrengen naar het Engelse recht.

“Het kan zijn dat dezelfde kwaliteitsnormen als nu blijven gelden. Ik denk dat het een complexe materie is en ik ben er niet zeker van dat er zo gedereguleerd gaat worden als sommigen hopen.”

Bron:
Dentistry.co.uk

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

De financiële gezondheid van een praktijk is tegenwoordig niet langer vanzelfsprekend. Hoe presteert uw praktijk? Is er in uw praktijk managementinformatie beschikbaar?

Om uw praktijk financieel gezond te houden is het belangrijk om een goed inzicht te krijgen in hoe uw praktijk presteert. Met managementinformatie scheidt u de feiten van het gevoel over de praktijkresultaten.

De video behandelt de volgende documenten uit de Dental Management Toolkit:

– Management informatie (financieel)
– Management informatie (praktijk)
– Voorbeeld procesindicatoren

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor praktijkmanagement en organisatie.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
waarschuwing voor tandarts

Tuchtrecht: waarschuwing voor tandarts die parodontitis onvoldoende behandelde

Het centraal tuchtcollege te Eindhoven heeft een waarschuwing gegeven aan een tandarts die niet in overeenstemming handelde met het protocol voor parodontitis. Hiermee vervulde hij niet de plicht die hij als beroepsbeoefenaar behoort te realiseren.

Klacht
De betreffende patiënt kreeg vanaf 2004 verhoogde aandacht voor haar parodontium in de vorm van uitgebreide gebitsreiniging. In 2010 werd bij haar de diagnose gegeneraliseerde gingivitis gesteld. In maart 2012 zijn  biteswings gemaakt waarbij beginnende parodontitis werd vastgesteld.

Door middel van afbeeldingen werd er uitleg gegeven aan de patiënt over haar parodontale gebitstoestand en meerdere malen aandacht besteed aan haar rookgedrag en zeer matige mondhygiëne. Er werd geen DPSI-status gemaakt.
De patiënt heeft vanaf 2012 regelmatig de preventieassistente van de praktijk bezocht. Zij noteerde pockets van 4-5 millimeter.

Tot halverwege 2014 werd de patiënt behandeld door de tandarts in kwestie. Hierna werd zij pas doorverwezen naar een parodontoloog. Deze stelde dat de patiënt te laat was doorverwezen. Op dat moment stonden er al tanden los en had de patiënt pockets van 5 tot 7 millimeter.

De patiënt verwijt de tandarts onvoldoende behandeling na het vaststellen van de parodontitis en dat ze eerder doorverwezen had moeten worden.

Beoordeling
Er vast te komen staan dat er niet conform het protocol “Parodontale diagnostiek en behandeling” is gehandeld. Zo heeft de tandarts onder andere geen parodontiumstatus gemaakt, heeft er geen initiële reiniging plaatsgevonden en is er geen evaluatiestatus uitgevoerd.

De tandarts in kwestie gaf aan geen gehele pocketstatus te hebben gemaakt aangezien er slechts problemen waren met enkele elementen. In bepaalde gevallen mag er afgeweken worden van het protocol, die daarbij slechts als maatstaf geldt. Een afwijking moet daarbij wel kunnen worden beargumenteerd.

De tandarts heeft niet in het dossier genoteerd dat hij van het protocol is afgeweken en waarom hij dit deed. Hierdoor kan er niet getoetst worden of de afwijking en de hieruit volgende keuzes juist waren. Er kan dus worden vastgesteld dat hij in dit geval tekort schoot wat betreft de zorg voor de patiënt.

Een patiënt hoeft echter niet altijd direct naar een parodontoloog doorverwezen te worden. In dit geval verwees de tandarts de patiënt pas op het moment dat er ondanks alle behandelingen geen verbetering optrad maar juist een verslechtering. Hier vond het tuchtcollege dat dit tijdig werd gedaan.

Uitspraak
Op basis van de afwegingen heeft het tuchtcollege besloten een waarschuwing te geven aan de betreffende tandarts voor het niet in acht nemen van de zorg die hij als beroepsbeoefenaar behoort te beogen. Er werden geen verdere maatregelen genomen door het tuchtcollege.

Bron:
tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tuchtcolleges

Doorlooptijd klachten regionale tuchtcolleges afgenomen

De afgelopen vijf jaar is de doorlooptijd bij de regionale tuchtcolleges gemiddeld met 71 dagen afgenomen. Ook de doorlooptijd bij het Centraal Tuchtcollege is gedaald, terwijl het aantal binnengekomen zaken is gestegen. Dit blijkt uit het jaarverslag van de tuchtcolleges over 2016.

Sneller afhandelen
De Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg en het College van Medisch Toezicht (CMT) publiceerden onlangs hun jaarverslag. In totaal zijn er dit jaar 2.089 klachten afgehandeld binnen het regionale tuchtcollege, het CMT en het centraal tuchtcollege. De procedure waarin een klacht wordt afgehandeld duurt nu ongeveer 216 dagen.

Doorlooptijd
In Groningen en Amsterdam was de afname van de doorlooptijd het grootst. Groningen was tevens de stad waarin de procedure gemiddeld het kortst was met 150 dagen. Den Haag kwam naar voren als de langste met 262 dagen. Wel handelde Den Haag de meeste klachten af en Groningen de minste.

Klachten
De invoer van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz) heeft nog niet voor de beoogde afname van het aantal ingediende klachten gezorgd.

Geen zitting
Bij zeven op de tien afgehandelde klachten was geen zitting nodig. Dit gebeurde omdat de klacht werd ingetrokken, de klacht ongegrond was of omdat de klager als niet-ontvankelijk werd bevonden.

Bron:
tuchtcollege-gezondheidszorg.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Privacy van patiëntgegevens: bestaande en toekomstige regels

Privacy van patiëntgegevens: bestaande en toekomstige regels

Als u werkzaam bent binnen de tandheelkunde krijgt u te maken met bijzondere persoonsgegevens. U moet deze registreren en verwerken en onder meer bijhouden in het dossier van de patiënt. De gezondheidsgegevens van de patiënt zijn bijzondere persoonsgegevens waarmee extra zorgvuldig om moet worden gaan. Welke verplichtingen gelden er?

Zaken waarbij u stil moet staan als u persoonsgegevens verwerkt.
In de samenleving is er op dit moment veel aandacht voor de omgang met gezondheidsgegevens en privacy en wat er allemaal mis kan gaan en gaat op dit gebied. Zoals u weet zijn er al veel regels over de omgang met gezondheidsgegevens maar worden deze in de nabije toekomst aangescherpt. Het is belangrijk dat u op de hoogte bent van de bestaande en toekomstige regels, want op de overtreding van deze regels kunnen zeer hoge boetes staan.

Datalek en melden
Weet u bijvoorbeeld dat u per 1 januari 2016 een ernstig datalek in uw organisatie binnen 72 uur na ontdekking moet melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens en soms ook bij de betrokken persoon zelf? En wist u dat als er bij een datalek gezondheidsgegevens zijn betrokken u deze in principe altijd moet melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens? U hoeft niet elk datalek te melden. Daarvoor is vereist dat er sprake is van een aanzienlijke kans op ernstige nadelige gevolgen. Als de patiënt ook ongunstige gevolgen kan ondervinden, moet u deze ook op de hoogte brengen.

Aanvullende verplichtingen (op termijn)
Ook van belang is dat op 1 juli 2017 de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg inwerking gaat treden. Op grond van deze wet krijgen zorgaanbieders meer verplichtingen en krijgen patiënten meer rechten. Zo moet de patiënt digitale inzage in zijn dossier krijgen, moet de zorgaanbieder aan de NEN-normen voldoen, moet er geregistreerd gaan worden of een patiënt toestemming heeft verleend en vanaf wanneer deze toestemming geldt en moeten er ‘loggegevens’ worden bijgehouden. Sommige verplichtingen gelden direct en voor andere verplichtingen, zoals digitale inzage in het patiëntendossier, krijgt u nog even (3 jaar) de tijd.

Verordening: nog meer wijzigingen per mei 2018
Daarnaast is het ook van groot belang dat u rekening houdt met de komst van de Europese Verordening op het gebied van privacy, namelijk de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Vanaf 25 mei 2018 moet aan aanvullende vereisten van deze Verordening zijn voldaan. Vanaf dat moment moet er in sommige gevallen ook een Functionaris Gegevensbescherming (FG) zijn en een Privacy Impact Assessment (PIA) zijn gedaan. Voor kleinere praktijken zal dit niet snel gelden. Uiteraard zullen wij hier begin 2018 nogmaals aandacht aan besteden.

Materiële controles en machtigingen
Tot slot nog een punt van aandacht waar wij veel vragen over krijgen. Moet je altijd meewerken aan een controle van een verzekeraar en maakt het daarbij uit of je wel of niet gecontracteerd bent? En hoe zit het met machtigingen? Over de eerste twee vragen schreven wij al op dental INFO het artikel Verruiming controles zorgverzekeraars vereist aanpassing bestaande problematiek.

Moet ik altijd meewerken?
De Wet Bescherming Persoonsgegevens verbiedt het een zorgaanbieder gegevens te verstrekken aan een derde, ook een zorgverzekeraar. Dit is alleen anders als er sprake is van een wettelijke uitzondering. De materiële controle van een zorgverzekeraar valt daaronder, maar alleen indien en voor zover de zorgverzekeraar zich aan de regels heeft gehouden. Het is aan de zorgaanbieder om vast te stellen of dat zo is. Is het onduidelijk en verstrek je toch gegevens, dan ligt het risico volledig bij de zorgaanbieder. De zorgverzekeraar mag deze gegevens gewoon gebruiken terwijl de zorgaanbieder het risico loopt door de patiënt te worden aangesproken dat ten onrechte gegevens verstrekt zijn.

Maakt het uit of ik gecontracteerd ben?
Ja, dat maakt zeker uit. Want als je geen contract hebt, dan gaat de huidige wet er vanuit dat je in beginsel alleen de gegevens aan de patiënt mag verstrekken. Er is wel een wetswijziging aangenomen in de Tweede Kamer op grond waarvan een ongecontracteerde zorgaanbieder ook gegevens moet verstrekken aan de verzekeraar, maar deze wet is nog niet aangenomen in de Eerste Kamer en het is niet zeker dat dit zal gebeuren.

Machtigingen
Tot slot vragen wij nog in het bijzonder aandacht voor machtigingen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in december 2016 hierover beleidsregels gepubliceerd. De kern is: zorgverzekeraars mogen alleen die gegevens opvragen die noodzakelijk zijn en moeten motiveren waarom deze gegevens noodzakelijk zijn. Zorgaanbieders die gegevens aan de verzekeraar verstrekken in het kader van een machtiging mogen dat alleen nadat zij daarvoor expliciete toestemming van de patiënt hebben gekregen. Dit gaat in de praktijk nog wel eens mis. Wij raden aan om de verkregen toestemming om gegevens in het kader van een machtiging te verstrekken goed vast te leggen.

Wilt u meer weten over privacy en wat u allemaal te wachten staat? Vraag dan kosteloos onze ‘handreiking privacy in de zorg’ aan via post@eldermans-geerts.nl of via 030-2332218.

Door:
Eldermans|Geerts – advocaten, juristen en zorgmakelaars 

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving
Leiderschap

Leiderschap in de tandartspraktijk: 9 voorwaarden

Als praktijkhouder heeft u meerdere rollen: ondernemer, manager en natuurlijk tandarts. Praktijkvoering wordt steeds complexer en de kwaliteit van werken wordt in toenemende mate beïnvloed door externe ontwikkelingen. Hierdoor wordt de rol van manager steeds belangrijker.  9 voorwaarden voor goed leiderschap in de tandartspraktijk.

 Als praktijkhouder heeft u meerdere rollen: ondernemer, manager en natuurlijk tandarts. Veel praktijkhouders doen het liefste waarvoor ze zijn opgeleid, namelijk aan de stoel staan en tandheelkundige zorg verlenen. Praktijkvoering wordt steeds complexer en de kwaliteit van werken wordt in toenemende mate beïnvloed door externe ontwikkelingen. Hierdoor wordt de rol van manager steeds belangrijker. U kunt ervoor kiezen om deze rol alleen te vervullen of in samenwerking met ander ondersteunend personeel. In het artikel ‘De tandarts als ondernemer; voldoet u praktijk nog? wordt daar aandacht aan besteed.

Voorwaarden goed leiderschap
Het management van de praktijk wordt in grote mate bepaald door goed leiderschap. Organisatiepsychologen hebben veel studies gedaan naar dit onderwerp en visies op dit thema ontwikkelen zich continu. Er zijn vele manieren van leidinggeven. Of de aanpak succesvol is, is afhankelijk van vele factoren. In algemene zin zijn er wel een aantal belangrijke voorwaarden voor goed leiderschap in de tandartspraktijk en hoe dit in de praktijk te realiseren:

  1. Missie, visie en plannen
    Goed leiderschap is in lijn met de missie, visie en de daarvan afgeleide plannen die u voor de praktijk heeft geformuleerd.
    Zorg dat u deze scherp voor ogen houdt door ze bijvoorbeeld uit te printen en op te hangen in de gemeenschappelijke ruimte. Om de stand van zaken goed voor ogen te houden kunt u de ‘stoplichtmethode’ hanteren – (nog) niet gerealiseerde doelen rood kleuren, doelen waar hard aan gewerkt wordt en deels gerealiseerd zijn oranje en de gerealiseerde doelen groen.  Als u maandelijks de uitgeprinte versie dan vervangt, weet u altijd waar u staat. U en het gehele team blijven dan gefocust op doelen van de praktijk. Besteed er ook regelmatig aandacht aan in de praktijkvergaderingen.
  2. Voorbeeldfunctie
    Een leider heeft een voorbeeldfunctie en faciliteert het werken op de werkvloer. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat u zelf smetteloze praktijkkleding draagt en er goed functionerende units in de praktijk staan.
  3. Aandacht
    Om de medewerkers goed tot hun waarde te laten komen is het belangrijk dat u ze aandacht geeft en oprecht geïnteresseerd luistert, een kop koffie drinken met uw team en vragen hoe het weekend was zorgt al voor veel betrokkenheid.
  4. Samenwerken stimuleren
    Voor het teamgevoel is het belangrijk dat samenwerken gestimuleerd wordt en dat het team zich ook verantwoordelijk voelt voor hun werk.
  5. Vertrouwen en ruimte
    Laat blijken dat u uw medewerkers vertrouwt en geef ze de ruimte om zaken zelfstandig zaken aan te pakken. Heeft u wel eens gedacht aan het formeren van een projectgroep om bepaalde problemen op te lossen of innovaties vorm te geven? Als u met uw praktijk naar een nieuw pand verhuist kunt u een ‘kantineteam’ formeren om over de indeling na te denken en een goede espressomachine uit te kiezen. Succes gegarandeerd als u dit koppelt aan de grote ‘koffietest’. Democratische koffieselectie zorgt voor blije koffiedrinkers.
  6. Bescheidenheid
    De uitspraak ‘bescheidenheid siert de mens’ is vooral van toepassing op een goede leider. U zet de kaders uit en geeft richting, maar staat daarmee niet vanzelfsprekend in het middelpunt. In moeilijke situaties waarin snel beslissingen genomen moeten worden kunt u gebruik maken van uw gezag, een door het team aanvaarde machtspositie. De manier van leiderschap stemt u af op de situatie en de personen met wie u te maken heeft, het zogenaamde ‘situationeel leiderschap’.
  7. Kwetsbaarheid
    Aansluitend op punt 6 toont u juist kracht door u soms kwetsbaar op te stellen . U kunt tijdens een functioneringsgesprek eens vragen wat ze van uw manier van leidinggeven vinden. Het geeft u handvaten om te verbeteren. U zult vast ook wel eens twijfelen over het nemen van een belangrijke beslissing. Vraag input en meedenkers, het maakt u alleen maar menselijker.
  8. Passend
    De manier van leidinggeven moet wel bij u passen, u moet uzelf blijven anders werkt het niet. Hanteer uw eigen normen en waarden die als het goed is ook aansluiten bij de kernwaarden van de praktijk.
  9. Verandering
    Een goede leider ziet altijd hoe het beter kan en is dus niet wars van verandering. Hij leidt de verandering in goede banen en creëert draagvlak door veel informatie te verstrekken zoals de reden van de verandering en de consequenties hiervan voor de individuele medewerker.

ISO 9001 normen
In de nieuwe 9001 normen, de ISO 9001:2015, is een heel hoofdstuk gewijd aan het onderwerp ‘leiderschap’. Het feit dat dit thema uitgebreid aan bod komt in de ISO normen bevestigt dat goed leiderschap essentieel is om een organisatie te sturen en te verbeteren. Aangezien de directie ook een voorbeeldfunctie heeft, is het ook belangrijk dat de directie zichzelf ook ontwikkelt door ondermeer nascholing en coaching. Het metafoor ‘zelfs het scherpste mes kan zichzelf niet slijpen’ is hier op zijn plaats en verwoordt pakkend een belangrijke voorwaarde voor goed leiderschap.

Boeken
Meer informatie over leiderschap vindt u in de volgende boeken:

  • Situationeel leidinggeven, auteur Paul Hersey
  • De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, auteur Steven R. Covey

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Management, Ondernemen
schorsing tandarts

Tuchtrecht: schorsing tandarts vanwege meerdere klachten

Het Centraal Tuchtcollege te Den Haag heeft een tandarts geschorst van inschrijving in het BIG register, naar aanleiding van meerdere gegronde klachten van één van de patiënten.

Klacht
Een patiënt heeft een klacht ingediend tegen zijn tandarts na hier vijf jaar patiënt te zijn geweest en meerdere behandelingen te hebben ondergaan. De tandarts zou een gebrekkig dossier hebben gevormd en meerdere malen niet hebben vermeld waarom een behandeling werd uitgevoerd of noodzakelijk werd geacht. Zo zijn er onder andere drie kronen onterecht gedeclareerd, mislukte wortelkanaalbehandelingen uitgevoerd, waarvan een zonder het voorafgaand maken van een röntgenfoto, en is het gebit van de patiënt over het algemeen verwaarloosd gedurende de vijf jaar. De patiënt heeft advies ingewonnen bij het ACTA, waarna deze een rapport heeft opgesteld. De tandarts heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling
Het college heeft beoordeeld dat het merendeel van de klachtonderdelen gegrond zijn. De tandarts heeft verwijtbaar gehandeld door onder andere een brug te plaatsen op een ontstoken element, een vulling te vervaardigen die niet goed aansluit en een wortelkanaalbehandeling uit te voeren zonder een enkele foto te maken. Daarnaast heeft de tandarts zeer slecht naar de patiënt toe gecommuniceerd. Er kan echter niet worden bewezen dat er mislukte wortelkanaalbehandelingen hebben plaatsgevonden en dat het gebit van de patiënt algemeen door de tandarts is verwaarloosd. Dit haalt echter niet weg dat de klachtonderdelen grotendeels gegrond zijn en dat de tandarts gedurende een periode van vijf jaar behandelingen bij de patiënt niet goed heeft uitgevoerd en slecht heeft gehandeld.

Uitspraak
Het Centraal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen. De tandarts staat om die reden met ingang van 6 januari 2017 niet langer ingeschreven in het register.

Lees de uitspraak

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Beroepsgeheim bij fraude vanaf nu gewaarborgd door KNMT en ANT

Beroepsgeheim bij fraude vanaf nu gewaarborgd door KNMT en ANT

De KNMT en ANT hebben een convenant ondertekend waarmee het beroepsgeheim van tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen wordt gewaarborgd in het geval van strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke financiële fraude in de zorg.

Tussenpersoon bij fraude onderzoek
In het ‘Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg’ zijn afspraken vastgelegd tussen VWS, Inspectie, het Openbaar Ministerie, FIOD en de artsenorganisatie KNMG. Deze afspraken gaan over onafhankelijke artsen die bij onderzoek naar fraude als tussenpersoon dienen, en houden in dat de artsen in kwestie medische gegevens kunnen schiften en anonimiseren voordat de officier van justitie deze gegevens in kan zien.

Ondertekening
Na de ondertekening van het convenant op 1 januari sluiten nu ook de KNMT en de ANT aan op deze afspraken. De KNGF ondertekende het convenant ook.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving
Medewerker Zwanger

Wat moet u regelen als uw medewerker zwanger is?

Wat moet u allemaal regelen als uw medewerker zwanger is? Bekijk de video.

Video door Anna Berends van Loenen. 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Thema A-Z, Video
Bereikbaarheid tandartspraktijk

95% van de tandartspraktijken goed telefonisch bereikbaar

95% van de tandartspraktijken is telefonisch goed bereikbaar, blijkt uit onderzoek van Telefoonboek.nl onder bijna 5.000 praktijken.

Onderzoek
In de database van Telefoonboek staan 10.428 telefoonnummers geregistreerd in de categorie ´Tandarts´. Deze nummers worden in het bestand opgenomen als ´slecht bereikbaar´ wanneer er drie keer of meer geen gehoor wordt gegeven aan de oproep; hierbij is er ook geen mogelijkheid een bericht achter te laten. Dit was bij 534 van de 4983 praktijken het geval, hetgeen neerkomt op 5,1% van de gevallen. Dat betekent dat 94,9% van de gevallen weinig tot geen klachten krijgt over de telefonische bereikbaarheid.

Uitschieters
Onder de 534 praktijken die meer dan drie keer niet bereikbaar waren vallen weinig echt grote uitschieters: slechts vijf praktijken kregen meer dan 20 klachten. Wel valt er op dat nummers één en twee van de slechtst bereikbare praktijken twee orthodontistenpraktijken zijn: een praktijk uit Goes nam 68 keer de telefoon niet op, een praktijk uit Vleuten 32 keer.

Provincie
Wanneer deze cijfers worden afgezet tegenover het aantal gevestigde banken per provincie, valt op dat Zeeuwse tandartsen relatief gezien het slechtst bereikbaar zijn. In Zeeland nam 11,4% van de tandartsen meer dan drie keer de telefoon niet op. In Utrecht is de bereikbaarheid het best, daar werd bij slechts 3,7% meer dan drie mislukte belpogingen geregistreerd.

Percentage slecht bereikbare tandartsen per provincie

Zeeland 11,4%

Drenthe 8,5%

Flevoland 7,5%

Overijssel 7,4%

Friesland 6,7%

Zuid-Holland 6,6%

Limburg 5,8%

Noord-Brabant 5,5%

Groningen 5,5%

Gelderland 5%

Noord-Holland 3,8%

Utrecht 3,7%

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
het-grote-zorgdebat

Het Grote Zorgdebat 2017: politici aan het woord

Het Grote Zorgdebat, een debat over de zorg van de toekomst, werd erg goed bezocht. Politici die kandidaat staan voor de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart debatteerden over de zorg aan de hand van allerlei vragen. Het debat werd geleid door Donatello Piras.

Het Grote Zorgdebat 2017 werd georganiseerd door 25 organisaties in de zorg, waaronder de KNMT en NVM-mondhygiënisten. Het debat was vrij toegankelijk voor ieder die zich betrokken voelt bij in de gezondheidszorg in Nederland.  Hieronder vindt u het verslag van dit debat.

Vraag 1: Hoe krijgen zorgverleners meer ruimte om maatwerk te leveren en patiënten en cliënten echt centraal te zetten?

 

Linda Voortman (GroenLinks):

Tijd voor de patiënt
“Het is belangrijk dat zorgverleners niet op basis van financiële prikkels werken, maar dat zij de tijd krijgen die zij nodig hebben om de juiste zorg te verlenen. Zorgverleners zijn nu vooral bezig om productie te draaien terwijl de zorg geen fabriek is. Daarom moet men af van het DBC-systeem en moet een nieuw systeem worden ingevoerd, met afspraken op basis van kwaliteit. Ook zal hiermee minder sprake zijn van foute diagnoses en overbodige behandelingen. GroenLinks vindt ook dat het niet nodig zou moeten zijn om voor elke zorgverzekeraar, of voor elke gemeente, een nieuw formulier te moeten invullen. Dit moet worden gestandaardiseerd.
De VVD is te behoudend qua regels, wat zou leiden tot te veel bureaucratie. Bureaucratie neemt veel te veel tijd in beslag die afgaat van de tijd voor goede gesprekken tussen patiënt en zorgverlener.”

Incidentenpolitiek
“Ik heb niet het idee dat GroenLinks veel aan indicidentenpolitiek doet.”

Vrije artsen keuze
GroenLinks tornt niet aan de vrije artsenkeuze.”

Positie patiënt
Wij zorgen voor een sterke positie van de cliënt in de cliëntenraden. Ook moet het PGB breder worden.”

Carla Dik-Faber (ChristenUnie):

Patiënt centraal
De zorg is niet van zorgverzekeraars of van de overheid, maar van mensen. De verzekerde moet invloed krijgen op zorginkoop. Het is belangrijk om te luisteren naar de patiënt. Er bestaat al kijk-en-luistergeld in de curatieve zorg, maar daar wordt te weinig gebruik van gemaakt. Wellicht dat dit niet bekend is.”

Wantrouwen
Het wantrouwen naar de zorgprofessional moet minder worden. We moeten af van incidentenpolitiek en van de afvinklijstjes. Ook de communicatie met de inspectie kan anders. Er worden lijsten gehanteerd waarin je je als zorgverlener niet goed kan herkennen. Er moet meer ruimte zijn voor dialoog met de inspectie in plaats van dat men zich continu moet verantwoorden naar de inspectie toe. De instrumenten die we nu hebben controleren de verkeerde dingen.”

Kwaliteit meten
Er zullen nieuwe kwaliteitskaders moeten komen. Men moet kunnen weten of een behandeling succesvol was en naar tevredenheid van de patiënt is uitgevoerd, in plaats van of de behandeling heeft plaatsgevonden. Dat wordt nu niet gemeten.”

Incidentenpolitiek
“Incidentenpolitiek moeten we niet doen. Wel moeten we anders omgaan met risico’s. Risico’s bestaan nu eenmaal en dat moeten we accepteren om er vervolgens eerlijk over te zijn.”

Mona Keijzer (CDA):

Tijd voor de patiënt
“Zorg begint met aandacht. Nu gaat er te veel tijd verloren aan papier- en computerwerk. Kwaliteit begint met voldoende tijd. Reorganisatie leidt tot meer regels en dat is het laatste wat we nodig hebben. DBC’s zijn al afgeschaft en heten nu DOT’s. Dat zijn DBC’s op weg naar transparantie, waar men inmiddels al genoeg van heeft. Dit moet dus anders en beter.”

Kosten
“Scheiden van wonen en zorg, waarbij mensen die nu nog in een verpleeghuis zitten hun woonkosten moeten betalen, zal leiden tot reorganisatie, waar de middeninkomens voor moeten betalen. Dat plan van GroenLinks steunen we niet als CDA. We hebben de wet Toelating Zorginstellingen, waar heel snel aan te voldoen is.”

Wantrouwen
“Met het hebben van allemaal hoog opgeleide mensen is het raar dat we vragen om verbeterplannen van zorginstellingen. Doe daarom wat aan het inkoopcircus. Elke regel heeft zijn reden. Het wordt tijd dat we teruggaan naar wat kwaliteit van zorg nu echt is en zo bekijken welke regel moet blijven of worden verwijderd.”

Positie patiënt
De positie van verzekerden en cliëntenraden in zorginstellingen moet worden verbeterd zodat zij meer zeggenschap krijgen. De minister werkt aan dit voorstel van CDA.”

Vrije artsenkeuze
“CDA vindt het onbegrijpelijk dat vrije artsenkeuze ingeperkt wordt.”

Arno Rutte (VVD):

Patiënt centraal
“De patiënt moet samen met de zorgverlener kunnen beslissen wat de juiste behandeling is. Beklemmende regels hierin moeten worden weggenomen. Het moet de norm worden dat bij de opmaak van iedere medische richtlijn wordt meegenomen dat beslissingen moeten worden genomen in samenwerking met de patiënt, en deze dus meer zeggenschap krijgt. We willen zorgverleners rust bieden en daarom moeten er geen grote revoluties gaan plaatsvinden rondom de verzekering. Kleine verbeteringen kunnen daarentegen wel worden gemaakt. Maak ruimte in de richtlijnen om met de patiënt in gesprek te gaan.”

Samenwerken
“Samenwerken leidt tot de beste zorg. Er wordt al heel veel toegestaan en de autoriteit Markt en Consument heeft laten weten dat elke samenwerking in belang van de patiënt wordt goedgekeurd. Ik maak me wat zorgen dat vaak het idee bestaat dat er regels zouden zijn over waarom iets niet mag, terwijl het in de praktijk wel degelijk kan. Er leeft te veel angst.”

Wantrouwen
“We hebben in Nederland een hele goede gezondheidszorg. Dit wordt te vaak vergeten, doordat er zoveel aandacht uitgaat naar de incidenten die plaatsvinden. Er moet meer worden benoemd wat wel goed gaat.”

Karen Gerbrands (PVV):

Bureaucratie
“Veel regels die bij het ministerie liggen kunnen in de prullenbak gegooid worden. Laten we afgaan van het protocol-denken en laten we het gesprek aangaan. Het experiment met regelarme instellingen hebben we al gehad en moet als de sodemieter uitgevoerd worden. Laten we een goed gesprek aangaan met de autoriteit, consument en markt aangaan.”

Samenwerken
“Iedereen mag maar fuseren maar als je wilt samenwerken dan komt het opgeheven vingertje. Juist dat samenwerken is belangrijk. Dan krijg je de beste kwaliteit voor de patiënt.”

Incidentenpolitiek
“Een of twee meldingen kun je zien als incident, maar soms ligt hier toch een structureel probleem achter.”

Vraag 2: Hoe zorgen we voor voldoende zorgpersoneel met de juiste kennis en kunde?

 

Renske Leijten (SP):

Opleidingsfonds
“Veel middelbare scholieren kiezen voor een opleiding in de zorg, maar vallen uit doordat er geen stage is of omdat ze geen vaste baan krijgen. Daarom is er een opleidingsfonds nodig zodat verpleegkundigen zich kunnen specialiseren. We stellen voor om werk in de zorg te behouden. 77000 banen zijn verloren gegaan mede door de flexwet. Laten we zorgen dat de bureaucratie weg gaat, en dat we investeren in meer personeel en het behouden van mensen.”

Schrapwet
“Misschien moeten we gewoon de zorgverzekeraars de deur uit doen. We zitten helemaal niet te wachten op al die gekke polissen. De zorgverlener moet steeds met de neus in de papieren om te kijken of iets wel of niet mag wat betreft het verlenen van bepaalde zorg. Als we dit weghalen dan zou dat de arbeidssatisfactie ten goede komen.”

Numerus Fixus
“Op het moment dat ziekenhuizen moeten bezuinigingen verdwijnt er personeel en daarmee ook stageplekken. Het schrappen van numerus fixus zou daarom een goed idee zijn. We moeten zorgen dat jonge medisch specialisten niet naar het buitenland verdwijnen.”

Innovatie
“Hulpmiddelen die het werk beter, makkelijker en persoonlijker zijn acties waar niemand tegen kan zijn. Het is echter een aparte industrie aan het worden. We zijn geld aan het steken in allerlei apps, terwijl ik liever dat geld zou steken in mensen die mensen helpen, in plaats van apps. We zien vaak initiatieven op gebied van innovatie van onderaf die maar niet verder komen. Laten wij dit verder helpen.”

Linda Voortman (GroenLinks):

Mensen in de zorg houden en aantrekken
“Er verdwijnen banen in de zorg en daardoor neemt de werkdruk toe. Wij zijn voor investeren in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. We kijken ook naar kwaliteit, waardoor wij bij- en nascholing heel belangrijk vinden. Wij zorgen ervoor dat mensen in de zorg kunnen werken door medisch specialisten in loondienst komen. Het is belangrijk om goed naar de lange termijn te kijken. We willen de norm rondom het manifest van Hugo Borst halen: op 8 hulpbehoevende ouderen moeten twee hulpverleners komen. Kennelijk hebben sommige partijen hier lak aan. Het is ook belangrijk dat alle uitzendkrachten ook ‘zeker’ werk kunnen krijgen. Het moet aantrekkelijk worden om mensen in vaste dienst te nemen.”

Schrapwet
“We zijn ook voor een schrapwet, maar we moeten wel uitkijken welke regels hierbij van pas komen. Sommige regels zijn er ook om de patiënt rechten te geven.”

Innovatie
“Innovatie kan persoonlijke zorg niet vervangen maar kan wel zorgen voor meer eigen regie voor de patiënt. We moeten kijken op welke manier we innovatie kunnen inzetten in het voordeel van mensen.”

Pia Dijkstra (D66):

Carrière maken in de zorg
“Er is een groot tekort en hier maken we ons grote zorgen over. Daarom maken wij geld vrij voor meer handen aan het bed. Om personeel te behouden in de zorg, is het belangrijk dat werknemers carrière kunnen maken. Zij moeten hiervoor de mogelijkheid krijgen om bij- en nascholing te kunnen volgen. We moeten inzetten op het behouden van personeel en zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt. We moeten werknemers in de zorg ontlasten. Het is belangrijk dat je hetgeen waar je voor bent opgeleid kunt uitvoeren in de praktijk. Nu is het vaak zo dat je helemaal niet aan het werk toekomt wat je eigenlijk graag had willen doen. We moeten daarom meer mensen aantrekken naar de zorg zodat er uiteindelijk meer handen zijn, en er dus tijd vrijkomt om dit wel te doen. We moeten naar de langere termijn gaan kijken. We wisten wat de demografische ontwikkeling zou zijn en 20 jaar geleden wisten we al dat we onderbezettingsprobleem zouden krijgen. Ik heb toen een workforce voorgesteld maar ja….”

Innovatie
“Maar we gaan het met bovenstaande alleen niet redden. We moeten veel meer inzetten op E-health en robotisering. Daar hoeft men niet bang voor te zijn; er wordt hiermee ruimte gecreëerd om de menselijke maat weer terug te brengen als men de robot praktische zaken laat doen en de zorgverlener zo meer tijd te geven om daadwerkelijk aandacht te geven aan de patiënt.”

Schrapwet
“Zorgverleners moeten zelf aangeven welke regels er geschrapt kunnen worden. Zij weten dit het beste.”

Numerus fixus
“We moeten wat doen aan de stageplekken; die moeten zijn inbegrepen in elke zorgopleiding. Daarom moet de numerus fixus verdwijnen. Ook moet er meer goede begeleiding komen voor stagiaires.”

Innovatie
“Appartement van de Toekomst is een mooi voorbeeld. Er wordt gesignaleerd als er iets mis gaat – veel eerder dan als je moet wachten tot er weer eens een zorgverlener langs komt.”

Kees van der Staaij (SGP):

“Geen reclame maken over dat je snel geld kunt verdienen in de zorg. Wat wel werkt is tijd geven voor wat mensen graag willen; aandacht geven aan de patiënt. Daarom wordt er de schrapwet rondom regelgeving in de zorg voorgesteld. Het werk wordt vergald door de bureaucratie en dan hoor ik steeds dat we daar iets aan moeten doen, terwijl ik slechts nieuwe wetten zie komen waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt. Numerus fixus loopt vast op stageplekken; we moeten zorgen voor genoeg stageplekken.”

Innovatie
Innovatie is belangrijk om te stimuleren. Het is een uitdaging om uitvindingen door vertaald te krijgen. Implementatie van innovaties leidt tot problemen doordat het veel geld kost, en door regelbelemmering. Mantelzorgers kunnen ontlast worden door innovatie.”

Karen Gerbrands (PVV):

“Meer collega’s, minder bureaucratie, minder management…dan kun je aandacht geven aan de patiënt. Investeren dus! Weg met de managers, weg met de overheid, weg met de bureaucratie. (zwaait). Managers moeten, desnoods met behoud van salaris, de werkvloer weer op. Ik ben de uitvinder van de schrapwet. Er moet geïnvesteerd worden op het personeel, dus er moet geld bij. Innovatie mag nooit ter vervanging zijn van zorg.”

Vraag 3: Hoe organiseren we de zorg op de juiste plaats?

De introductiefilm liet het volgende zien: Mensen liggen nu lang in het ziekenhuis omdat er geen plaats is in het verpleeghuis of elders is. Zorgverleners en zorgaanbieders proberen samen te werken om de patiënt centraal te zetten. Hiervoor moet de klassieke schotten tussen 1e, 2e en 3e lijn verwijderd worden. Maar dit is makkelijk gezegd dan gedaan. Andere belangen dan die van de patiënt, regels, financiering en cultuurverschillen belemmeren echte vernieuwing en goede communicatie.

Kees van der Staaij (SGP):

Oliemannetjes
“De wens van de patiënt moet leidend zijn voor de bepaling van waar het geld naar toe gaat. Soms kunnen patiënten niet naar waar ze heen willen omdat het niet kan vanwege het budgetplafond. We moeten oliemannetjes hebben die schotten doorbreken die het regelen voor de patiënt waar die patiënt wenst naar toe te gaan. Die oliemannetjes moeten het laatste redmiddel zijn.”

Regie
“Goede uitwisseling van informatie moet wettelijk geregeld worden. Het is essentieel om te zorgen dat patiënt niet tussen wal en schip valt. De regie ligt allereerst bij de patiënt. Daar moet meer aandacht naar toe.”

Renske Leijten (SP):

Verzekering
“We moeten hetzelfde belang hebben in de zorg. De winstuitkering van de zorg is nu geblokkeerd. Wat is het echte verhaal van de zorgverzekeraars? We kunnen pas zaken doen als we echt weten wat de belangen zijn. De kaarten moeten open. Wat er achter de schermen gebeurd beïnvloedt de zorg van de patiënt. Die lobby moet openbaar worden.”

Verzorgingshuizen
“Wij hebben geld gereserveerd om de verzorgingshuizen weer te openen, waardoor de druk van ziekenhuizen kan worden verlicht.”

Oliemannetjes
“Ik ben ook voor de oliemannetjes, want alleen het openhouden van verzorgingshuizen is niet de oplossing. Er moet breder gekeken worden.”

Regie
“Waarom moeten wij beslissen waar de regie ligt? Het maakt mij oprecht niet uit of het nou een verpleegkundige, een specialist, of een huisarts is die voor een zieke patiënt zorgt, zolang het maar gebeurt! Dan heb je randvoorwaarden en regie in een – het gaat om vertrouwen. We zijn helemaal gek geworden met al die bureaucratie met alles verantwoorden. Zo blijven patiënten maar in het ziekenhuis liggen. Geef professionals de ruimte om te doen wat ze nodig hebben. Geen indicaties vooraf. Vertrouw verzekeraars als zij zeggen dat iets nodig is.”

Marith Volp (PvdA):

Onduidelijkheid
“Te vaak is het niet duidelijk waar iemand de juiste zorg kan vinden. We willen veel inzetten op eerstelijns verblijf, daar kan men herstellen en kan gekeken worden of iemand naar huis kan of dat er een andere plek te vinden is. We hebben te veel schotten tussen de zorg. Het gaat erom dat er een plek is voor patiënten om te revalideren. Het budget is nu vaak een probleem. De pot met geld moet veel meer patiënt-volgende zijn.”

Indicatie
“We moeten zorgen dat we niet maar eindeloos wachten op een indicatie. Die indicatie komt wel… maar het duurt zes weken en daar moeten we niet op gaan zitten wachten.”

Regie
“Er wordt door gemeentes al heel goed bekeken wat er nodig is. Samenwerking met zorgverzekering is nog een punt van zorg. Daar waar het wel lukt is dit in het belang van de patiënt. Er wordt gekeken naar wat er nu nodig is, maar het zou mooi zijn als er van tevoren wordt nagedacht. Je moet niet alleen uitgaan van welk aanbod er is, maar ook van wat de wens van de patiënt is voor de komende periode. We willen samenwerking in de eerste lijn stimuleren. De zorgverlener zal tegen de zorgverzekering moeten zeggen: Dit is de zorg die wij willen leveren in het belang van de patiënt, dus dit is de zorg die je moet contracteren. De eerste lijn kent de patiënt vaak goed, waardoor dit dus pro-actief geregeld kan worden.”

Leonie Sazias (50plus):

Verzorgingshuizen
“Bezuinigingen zijn veel te snel gegaan. De verzorgingshuizen die nu nog open zijn moeten open blijven en misschien uitbreiden zodat men hier kan revalideren, waardoor dit niet meer in een ziekenhuis hoeft. Hier moet de regie liggen bij de huisarts en bij de wijkverpleegkundige om integraal te bekijken waar de beste plek is – als deze keuze er überhaupt is. Er zijn te veel belanghebbenden, daarom moeten de zorgverzekeraars uit.”

Regie
“De regie hoort te liggen bij de patiënt en familie. Er moet plek zijn waar men terecht wil. Soms zal dat een kwestie van investeren zijn.”

Mona Keijzer (CDA):

Onduidelijk
“Veel problemen ontstaan nu door te snelle hervormingen, door het over de schutting te gooien naar de gemeentes. Dit is veel te onduidelijk voor patiënten, waardoor het lastig is om de juiste zorg te vinden.”

Zorgverzekering
“Zorggeld moet naar de zorg en niet naar de zorgverzekeraars. De plaatsen voor de patiënten zijn er wel maar als er geen contract is, kan men niet terecht. Informeer mij, arts, over deze casussen, dan kan ik de Kamer inlichten.”

Thuis wonen
“Hoe het nu gaat, kan echt niet. Natuurlijk willen we dat mensen lang thuis wonen. Er moet voldoende steun en zorg zijn voor kwetsbare mensen die thuis zijn. CDA stelt in haar plannen hier geld voor vrij.”

Regie
“Waar toe zijn wij op aard? Waarom bent u ooit in de zorg gegaan? Omdat u wilde zorgen. Dan sluit je automatisch aan wat mensen willen. Zorgverzekeraars, het was de bedoeling dat u een maatschappelijke onderneming zou gaan worden – daar past geen winstuitkering bij!”

Vraag 4: In hoeverre zou de overheid moeten ingrijpen in de leefstijl van burgers?

Marith Volp (PvdA):

Gezondheidsverschillen
“Ik vind het van belang dat we als overheid ingrijpen. Als ze gaan doen alsof gezondheid een vrije keuze is, dat is niet zo. Want we zien zijn verschillen tussen opleidingsniveaus en op postcode. Het is nodig om als overheid onze verantwoordelijkheid te nemen. We hebben een morele plicht.”

Verzekering
“Ik ben blij dat de PvdA wil investeren in effectieve preventie in het basispakket. Het is gek dat er nu een drempel is voor de diëtist terwijl een maagbandje wordt vergoed. Dit lost het probleem niet op.”

Roken
“We willen inzetten op extra rookontmoediging. Daarnaast willen we goede zorg in de wijk omdat je dan kunt zien wat er nodig is. We zagen net afschrikkende plaatjes maar we weten dat 7-jarigen al de merknamen kennen van het rookwaar dus dat moet echt onder de toonbank, want ze moeten daar echt niet mee in aanraking komen. We moeten geen korte termijn effect verwachten, dat is naïef. Het gaat van generatie op generatie dus we moeten het langzaam doorzetten. We betalen allemaal voor die zorgkosten en die moeten omlaag. Ik wil dat jongeren hun hersencellen behouden want dan maken ze goede carrière en dat levert geld op via de belasting. Het startjaar van roken zien we al stijgen, wat al aanzienlijk scheelt in hersencellen.”

Carla Dik-Faber (ChristenUnie):

Eigen verantwoordelijkheid
“Jouw gezondheid is jouw eigen verantwoordelijkheid. Maar jouw gezondheid raakt ook de volksgezondheid en de gezondheidskosten.”

Roken
“Ik vind het belangrijk dat er een rookvrije generatie opgroeit en dat het aantal verkooppunten worden teruggedrongen.”

Niet vrijblijvend
“Ik vind dat we regelmaten moeten treffen die niet vrijblijvend zijn. Zoals een display-ban en ik zou nog verder willen gaan; verbied bijvoorbeeld de verkoop van tabak, behalve in tabakspeciaalzaken.”

Pia Dijkstra (D66):

Overheid moet faciliteren
“D66 wil gezondheid beschermen en mensen motiveren om gezond te leven. We willen hiermee beginnen met het stimuleren van gezonde voeding en beweging op scholen. Het gaat om actief informeren door de overheid. We kunnen niet ingrijpen achter de voordeur, maar we kunnen wel preventieprogramma’s vergoeden. Ik ken een sportschool waar diabeten sporten waardoor ze van hun insulinespuiten afkunnen. We moeten zorgen dat ze na een paar jaar niet terugvallen. Het initiatief van zo’n sportschool moeten we als overheid steunen. Als je voldoende bevlogen bent binnen de zorg, dan kan door zorgverleners gestimuleerd worden.”

Roken
“We willen ook een rookvrije generatie maar we moeten ook kijken welke maatregelen echt effectief zijn.”

Arno Rutte (VVD):

“Wat ik eet en hoe ik eet, daar heeft de overheid niks mee te maken. De overheid hoeft niet mijn vrijheid en privacy af te nemen. We moeten wel kijken hoe we mensen kunnen verleiden om gezonder te leven. De gezondheidsverschillen qua opleiding zijn er. Maar wat moeten we doen om die moeilijke doelgroep te bereiken? We hebben al allerlei maatregelen, zoals een suikertax of vettax, maar dit werkt totaal niet. We weten niet hoe we die doelgroep moeten bereiken, daar is erg weinig over bekend. Verplichten hoeft ook niet, want het rijksvaccincatieprogramma is niet verplicht, toch laat bijna iedereen dit doen.”

Leonie Sazias (50plus):

“Gezondheid is altijd de verantwoordelijkheid van de mens zelf, maar het belang daarvan moet in de haarvaten van de samenleving zitten. Daarom zijn wij ook voor preventieprogramma’s die door de overheid gefaciliteerd worden en voor extra informeren op scholen. Er zijn ook nog andere opties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verhogen van btw op suikerhoudende producten.”

Vrijblijvend
“De overheid kan geen gezonde levensstijl verplichten, maar kan bijvoorbeeld wel zorgen dat er geen kroketten op school worden verkocht. Ook moet er binnen het curriculum op scholen meer aandacht komen voor hoe je gezond kunt leven. We zetten ons in voor ouderen en we maken ons hard voor het vaccinatieprogramma.”

Tandarts
“Wij willen dat de tandarts weer in het basispakket komt, want veel mensen lopen met een slechts gebit rond en daar kun je ook heel erg ziek van worden.”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van Het Grote Zorgdebat

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Opinie, Wet- en regelgeving
Inspiratie

Inspiratie voor een bijzondere inrichting van uw praktijk

In de spotlights staan twee mondhygiënepraktijken die recentelijk een bijzondere verbouwing hebben gedaan. De eigenaren van de praktijken geven toelichting op hun keus voor een nieuw interieur.

1. Praktijk: Tiffany Claus, Uden en Oss.

Tiffany Claus: “Ik heb de praktijk volledig WIP-proof ingericht tot aan drie verschillende kleuren voor publieke ruimten, behandelruimte en sterilisatieruimte. De praktijk is een echte solopraktijk op niet meer dan 28 m2. Ik werk tegenwoordig met de Soprolife cariësdetectie, mensen kunnen op een beeldscherm boven de stoel de beelden mee bekijken. Op deze manier bereik je maximaal effect, daarnaast heb de Oral ID lamp (voor screening mond en keelkanker) en heb een beautiful smile stoel voor het peroxide vrije bleken door de mondhygiënist.”

“Voor de rest heb ik natuurlijk de informed-apps in de praktijk. Aan de balie geven mensen behandeltoestemming. Ze vullen grotendeels als hun anamneses thuis al in én aan de stoel draai ik de informed-app basic aan de stoel voor een pmo registratie.“

2. Mondhygiëne de Bres, Tilburg en Oisterwijk

Marieke de Bres: “Naast de reeds bestaande praktijk voor Mondhygiëne de Bres In het ETZ Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg hebben we per 1 november2016 in Oisterwijk een tweede praktijk geopend. Een bijzonder concept. De wachtkamer is ingericht als winkel in woon- lifestyle- en cadeau accessoires. Dit om de patiënt het wachten op een andere wijze te laten beleven

 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
praktijkoverdracht

Praktijkoverdracht: Wat komt er allemaal bij kijken?

Als u uw tandartsenpraktijk wilt overdragen aan een collega, zijn er veel zaken waar u op moet letten. Een overzicht van de belangrijkste punten bij praktijkoverdracht.

Verslag van de presentatie van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017. Deze presentatie ging over de overdracht van een tandartsenpraktijk aan een collega. Bij overdracht aan een keten moet er met andere zaken rekening worden gehouden.

Situatie op dit moment
Op dit moment gaat een relatief groot aantal tandartsen stoppen met hun praktijk. Dit komt door de scheve leeftijdsopbouw onder tandartsen (er zijn relatief veel oudere tandartsen) en de economische situatie van de laatste jaren. Veel tandartsen hebben om financiële redenen het beëindigen van de praktijk uitgesteld. Er zijn nu ongeveer 260 ‘stoppers’ per jaar, terwijl er maximaal 243 tandartsen per jaar afstuderen. Daarbij komt dat oudere tandartsen vaak 2000 à 2500 patiënten hebben, maar jonge tandartsen meestal minder. Er is dus over het algemeen een schaarste in opvolgers, hoewel dit per streek verschilt. Een oplossing hiervoor zou de instroom van buitenlandse gediplomeerden kunnen zijn, maar dit komt nog niet erg van de grond.

Veranderingen in de markt
In de tandartsenmarkt zijn een aantal ontwikkelingen gaande. Zo wordt het percentage vrouwelijke tandartsen steeds groter. In de groep onder de 30 jaar is 66% vrouw, tegenover 13% in de groep 60-64 jaar. Nu is nog 60% van de tandartsen solist, dus (alleen) eigenaar van de praktijk. Deze tendens is echter dalende. Er wordt steeds vaker in teamverband met meer behandelkamers gewerkt. De overgang tussen kleinschalige en grootschalige praktijken ligt bij drie behandelstoelen. 42% van de praktijkhoudende tandartsen heeft drie of meer stoelen.

Ook komen er meer ‘concept-praktijken’ van professionele organisaties, die meer differentiaties in huis hebben. Solisten blijven echter ook bestaan. In het westen van het land, met name in Amsterdam, stijgt de opbrengst per patiënt; het aantal patiënten per behandelkamer daalt daar dus. In het oosten van het land daalt juist de opbrengst per patiënt.

Overnametraject
Tijdens een overnametraject moet er veel geregeld worden. De KNMT Checklist Praktijkoverdracht (te downloaden van de website van de KNMT) geeft een overzicht van wat er allemaal moet gebeuren.

Belangrijk is om te bedenken of je een geleidelijke overdracht wilt of een overdracht in één keer. Een geleidelijke overdracht is alleen mogelijk als de praktijk groot genoeg is: uw opvolger kan dan al in de praktijk komen werken.

U moet duidelijke afspraken maken over de termijn waarop de definitieve overdracht plaatsvindt, bijvoorbeeld twee jaar. Een ‘openeinderegeling’ is zeker niet aan te raden. Na de overdracht kunt u in de praktijk blijven werken, maar uw rol is dan wel anders omdat u geen eigenaar meer bent. U moet u van te voren afvragen of u dat wel wilt en kunt.

Propositie: wat biedt u aan?
Bij de aanbieding van uw praktijk maakt u een lijstje à la Funda: aantal behandelkamers, aantal patiënten, werknemers, wat u buiten de normale behandelingen doet (bijvoorbeeld orthodontie), enzovoort.

Ook de omgevingsfactoren zijn van belang. Zit u in een krimp- of groeiregio? Is er concurrentie in de buurt? Is er een vestiging van een professionele organisatie in de buurt?

Zorg dat de praktijk klaar voor verkoop is. Niet-goed werkende apparatuur moet vervangen worden. Arbeidsovereenkomsten, vergunningen, contracten en financiële informatie moeten in orde en voorhanden zijn.

Waardebepaling
Wat een tandartsenpraktijk waard is, hangt af van bovengenoemde punten en hoeveel interesse er voor is. Huisvesting is een belangrijke factor. Bij een praktijk aan huis kan de waardeontwikkeling van het pand een probleem bij de verkoop zijn. De opbrengst van de praktijk moet voldoende zijn om het pand te financieren. Is dat niet het geval, dan moet de mogelijkheid onderzocht worden om de praktijk te verplaatsen naar een andere locatie.

De waardebepaling kan door een gespecialiseerd taxatiebureau worden uitgevoerd. Voor het berekenen van de goodwill is geen vaste norm. Er wordt meestal gekeken naar de winstverwachting van de praktijk. In de praktijk kan de goodwill variëren van 0 tot 40%.

Verder zijn onder andere van invloed op de praktijkwaarde: behandelapparatuur, technische apparatuur, behandelruimtes en wachtruimte.

Overdracht
Als er een overnamekandidaat is, kunt u het beste eerst zonder adviseur erbij met elkaar afspreken. U kunt elkaar dan aftasten om te kijken of u op één lijn zit. Het onderhandelen begint pas later. Als er overeenstemming is bereikt over de overname, moet dit in een overeenkomst vastgelegd worden.

Het personeel is een belangrijk onderdeel bij de onderhandelingen. Met de overdracht van het personeel gaat ook de verplichting tot een transitievergoeding over op de opvolger.

Belangrijk aandachtspunt bij de overdracht wordt gevormd door de patiëntendossiers. U mag alleen kopieën van patiëntendossiers overdragen als de patiënten daar geen bezwaar tegen hebben. U moet ook afspraken maken over nagekomen klachten van patiënten.

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
belasting

Top 10 belangrijkste belastingwijzigingen 2017

Het nieuwe jaar gaat traditiegetrouw gepaard met de nodige veranderingen op belastinggebied. Bestaande regels wijzigen en nieuwe regels treden in werking.

Voor de ondernemer

  1.  Auto van de zaak
    Overweegt u een nieuwe auto van de zaak waarmee u ook privé rijdt, houd dan rekening met de nieuwe bijtellingspercentages. Voortaan zijn er nog maar twee bijtellingscategorieën. Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gr/km (volledig elektrische auto’s) geldt een bijtelling van 4% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor alle overige auto’s geldt een bijtelling van 22%. Er geldt overgangsrecht voor auto’s die vóór 1 januari 2017 op kenteken zijn gesteld.
  1. Energie-investeringsaftrek
    Het percentage van de Energie-investeringsaftrek (EIA) is omlaag gegaan van 58,0% (2016) naar 55,5% (2017). U komt voor de EIA in aanmerking als u investeert in een bedrijfsmiddel dat staat vermeld op de Energielijst 2017. Het investeringsbedrag moet meer zijn dan € 2.500 en u moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van uw investeringsverplichting aanmelden bij RVO.nl.
  1. Innovatiebox vennootschapsbelasting
    De innovatiebox in de vennootschapsbelasting is aangepast. Zo dienen alle bedrijven voor toegang tot de innovatiebox te beschikken over een S&O-verklaring (Speur- en Ontwikkelingswerk).
  1. Gemengde kosten
    Het aftrekpercentage voor gemengde kosten (zoals kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen) is omhooggegaan van 73,5% (2016) naar 80%. Die verhoging geldt echter niet voor ondernemers in de vennootschapsbelasting.

Voor de dga

  1. Pensioen in eigen beheer
    Dga’s moeten rekening houden met de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Dat wetsvoorstel is weliswaar – op verzoek van de staatssecretaris – door de Eerste Kamer aangehouden, maar de verwachting is dat het voorstel op korte termijn alsnog wordt aangenomen.

In verband met die afschaffing zal de dga vanaf dit jaar moeten kiezen tussen drie manieren om het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer af te wikkelen:

  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar de fiscale waarde gevolgd door afkoop met een korting en zonder revisierente;
  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar de fiscale waarde gevolgd door omzetting in een oudedagsverplichting (ODV);
  • Het ongewijzigd afwikkelen van het bestaande pensioen in eigen beheer.

Afkopen kan in 2017, 2018 en 2019, tegen een jaarlijks dalende korting: van 34,5% in 2017, naar 25% in 2018, tot 19,5% in 2019. De korting wordt toegepast op de fiscale waarde per 31 december 2015. Het verschil tussen de fiscale waarde per afkoopdatum en per 31 december 2015 wordt volledig belast. Bij afkoop in 2017, 2018 of 2019 bent u geen revisierente verschuldigd.

Ook omzetten in een oudedagsverplichting kan in de jaren 2017, 2018 en 2019. Zet u het opgebouwde pensioen in eigen beheer om in een oudedagsverplichting en wilt u vervolgens alsnog afkopen? Dan is dit in de jaren tot en met 2019 nog mogelijk met de korting en zonder revisierente.

Voor de keuze is een goede afweging nodig. Ook is niet elke keuze altijd mogelijk, bijvoorbeeld omdat liquide middelen voor afrekening met de Belastingdienst ontbreken of omdat de instemming van een ex-partner nodig is.

  1. Normbedrag gebruikelijk loon
    Het normbedrag voor het gebruikelijk loon is verhoogd van € 44.000 (2016) naar € 45.000. Bent u dga van een innovatieve startup dan geldt een lagere loonverplichting. Uw loon mag voor toepassing van de gebruikelijk-loonregeling worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon.

 Voor de werkgever

  1. Geen inhouding of verrekening minimumloon
    U mag voortaan geen bedragen meer inhouden of verrekenen met het minimumloon. Dit inhoudingsverbod geldt niet voor huisvestingskosten en de kosten voor een zorgverzekering. Onder voorwaarden en met de nodige begrenzingen mag u dergelijke kosten nog wel inhouden op het minimumloon.
  1. Lage-inkomensvoordeel
    Met ingang van 1 januari 2017 is er voor werkgevers een nieuwe jaarlijkse tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers met een laag loon: het lage-inkomensvoordeel. Dit voordeel kan oplopen tot maximaal € 2.000 per jaar per werknemer.

 Voor de particulier

  1. Eenmalige schenkvrijstelling
    De eenmalige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is verhoogd naar € 100.000. De beperking dat de schenking moet zijn gedaan van een ouder aan een kind is vervallen. De begunstigde moet nog wel tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Uiteraard moet het geschonken bedrag worden gebruikt voor de eigen woning.
  1. Ander uiterlijk Box 3
    Box 3 heeft een ander uiterlijk gekregen. Het vaste forfaitaire rendement van 4% heeft plaatsgemaakt voor drie vermogensschijven en per schijf jaarlijks veranderende forfaitaire rendementspercentages. Het heffingsvrije vermogen is verhoogd naar € 25.000 per persoon. In schema ziet box 3 er als volgt uit:
Vermogensschijf Vermogen na aftrek heffingsvrij vermogen Forfaitair rendementspercentage
1 Minder of gelijk aan € 75.000 2,87%
2 Meer dan € 75.000 en minder of gelijk aan € 975.000 4,60%
3 Meer dan € 975.000 5,39%

Door: Lennert Bruil, senior klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs in Dodewaard.
Heeft u vragen, neemt u dan contact op met Lennert Bruil, telefoonnummer 088-2531750 of met een van de andere Alfa vestigingen.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
behandelkamer

Interieurinspiratie: een bijzondere behandelkamer

Een behandelkamer is het visitekaartje van de praktijk. Het is de ruimte waar alles voor de patiënt gebeurt en waar u werkt: het is de belangrijkste kamer van de praktijk. De inrichting van deze kamer is dus van belang.

Hieronder vindt u ter inspiratie tien bijzondere behandelkamers op een rij.

Yuvaz Tandheelkundig Centrum
1. Yuvaz Tandheelkundig Centrum

Dental Art Tandartspraktijk
2. Dental Art Tandartspraktijk, Laren

Tandartsenpraktijk Catshuys
3. Tandartsenpraktijk Catshuys, Nuenen

Tandartspraktijk Puntgaaf
4. Tandartspraktijk Puntgaaf, Barneveld
Tandartsenpraktijk Koning
5. Tandartsenpraktijk Koning, Zuideinde

 

Joshua M. Wilges, DDS & Associates
6. Joshua M. Wilges, DDS & Associates, General and Cosmetic Dentistry, New York

 

Elleven
7. Elleven, London

 

Tandartsenpraktijk ’t Hooft en Oosterhaven
8. Tandartsenpraktijk ’t Hooft en Oosterhaven, Groningen

Mondhygiëne Praktijk Tilburg
9. Mondhygiëne Praktijk Tilburg

Verstraaten & Hoogeveen Orthodontisten,
10. Verstraaten & Hoogeveen Orthodontisten, Assen

 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting