Spontaan lachen in de stoel

Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Wie lacht, laat wat van zichzelf zien. Ook letterlijk: lachen trekt onwillekeurig de aandacht naar mond en tanden. Voor dental professionals is het belangrijk te weten wat als een mooie lach gezien wordt. Pieter van der Geld, tandarts in Vught, promoveert op 15 september aan de Radboud Universiteit op zijn onderzoek naar de lach, tandheelkundig en psychologisch beschouwd.

Nieuw: ook spontane lach
Eerder onderzoek naar aantrekkelijke gezichtskenmerken wijst erop dat tussen de opvatting van tandheelkundigen en patiënten een verschil kan bestaan over wat mooi is. Pieter van der Geld onderzocht daarom onder gewone mensen wat zij een mooie lach vinden. Hij betrok daar niet alleen beelden bij van de lach op verzoek, maar ook van de spontane lach. Dit laatste is nieuw in de tandheelkunde. Het onderzoek van Van der Geld laat zien dat de spontane en geposeerde lach er duidelijk anders uit zien. Hij laat zien hoe de lachlijn in elkaar steekt.

Lachlijn
Van der Geld formuleert de lachlijn of smile line als de onderrand van de bovenlip tijdens het lachen. Voor een mooie lach, spontaan of geposeerd, is een goed evenwicht tussen tanden en lippen van belang. Daarbij speelt de mate van het optrekken van de lippen tijdens het lachen een rol. Die bepaalt de zichtbaarheid van tanden en kiezen en daarmee de hoogte van de lachlijn. Een lage lachlijn bijvoorbeeld, laat weinig tanden zien en wordt geassocieerd met een ouder aandoend uiterlijk. Een hoge lachlijn laat meer tanden en tandvlees zien – echter, dan kunnen eventuele schoonheidsfouten aan het licht treden. Kortom: aandacht voor de lachlijn is onontbeerlijk in de tandheelkunde. Maar over de lachlijn bij spontaan lachen en spreken was tot nog toe weinig bekend.

Video
De huidige methoden, waarbij bijvoorbeeld een foto van het gezicht van de patiënt gemaakt wordt, zijn niet geschikt om de lachlijn bij spontaan lachen vast te stellen. Om de spontane lach vast te leggen en te meten is videotechniek nodig. Van der Geld ontwikkelde hiervoor de digitale videografische meetmethode. Hij verzamelde beelden van het spontane lachen van proefpersonen die naar een komische film keken. De lachlijn bij de tanden en kiezen werd vervolgens met een computersysteem gemeten.

Digitale meting van de tandlengte en hoogte van de lachlijn
Daarnaast filmde hij ‘lachen op verzoek’ en, als vergelijkingsmateriaal, beelden van sprekende, niet lachende mensen. Op die manier kon hij vaststellen hoe de lachlijn er uitziet bij spontaan lachen, lachen op verzoek en bij spreken. Ook kon hij zo bepalen hoe betrouwbaar de digitale videografische meetmethode is. Van der Geld liet vervolgens 122 proefpersonen de aantrekkelijkheid van en de tevredenheid met de spontane lach op hun eigen foto beoordelen. Hiermee wilde hij de zelfbeleving van de lach onderzoeken en de tandheelkundige factoren die hierop van invloed zijn.

Aantrekkelijkste spontane lachlijn
De spontane lachlijn die als het aantrekkelijkst wordt ervaren, is er een die de tanden helemaal laat zien en twee tot vier millimeter tandvlees. Veel meer zichtbaar tandvlees werd als negatief beoordeeld. De lach op verzoek ziet er heel anders uit: bij een spontane lach komt de bovenlip hoger uit en is 30 procent meer gebit te zien dan bij een geposeerde lach. Ook de onderlip bedekt de tanden minder bij een spontane lach. En de spontane lach is breder.

Spontane lach als  ijkpunt
De spontane lach blijkt de verhoudingen tussen de lippen en het gebit beter weer te geven, waardoor tandheelkundigen meer en betere informatie krijgen ten behoeve van hun behandelingen. De spontane lach zou dus voor tandheelkundigen bij hun behandeling van patiënten eerder het ijkpunt moeten zijn dan de geposeerde lach, die dat nu bijna altijd is. Om deze spontane lach te bepalen zou volgens Van der Geld de digitale videografische meetmethode toegepast moet worden voorafgaand aan alle tandheelkundige ingrepen waarbij de gezichtsuitdrukking en de lachlijn in het geding zijn zoals bij behandelingen met kronen en implantaten, beugelbehandelingen en kaakoperaties.

Bron: UMC St Radboud

P.A.A.M. van der Geld, ‘Smiling and speaking in a dental perspective. A dental and psychological approach to the smile line, tooth display, and smile attractiveness’

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *