Kenniscentrum Tandheelkundige Ergonomie

Vraagteken

Alles over ergonomie voor dental professionals
Het Kenniscentrum Tandheelkundige Ergonomie van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van de Rijksuniversiteit Groningen biedt u als dental professional actuele informatie over werkhouding, werkwijze en middelen die daarbij ten dienste kunnen staan. Deze kennis is van belang voor alle leden van het tandheelkundig team.

Bruikbare informatie:
Op de website vindt u discussiestukken, onderzoek, verwijzingen naar literatuur en links naar andere relevante sites.
U kunt er o.a. de volgende documenten downloaden:
• checklist om een unit ergonomisch verantwoord te beoordelen
• aanbevelingen voor een gezonde zittende werkhouding
bij de patiëntenbehandeling
• checklist ergonimische werkwijze behandelaar

Werkt u volgens de 4 ergonomische basiscriteria?
1. bovenlichaam en hoofd symmetrisch rechtop;
2. werkveld in symmetrievlak en naar blikrichting behandelaar
toegedraaid;
3. lichtbundel lamp juist opgesteld, parallel // met blikrichting;
4. instrumenten in gemodificeerde pengreep hanteren.

Checklist ergonomische werkwijze behandelaar

  1. De zithouding is gestrekt en symmetrisch rechtop, met de schouders afhangend en de bovenarmen naast het boven lichaam; de onderarmen zijn licht geheven.
  2. De hoek tussen onder- en bovenbenen is circa 110°, terwijl goed naar achteren op de zitting wordt gezeten, met plaatsing van rugleuning tegen boven/achterzijde van het bekken, zodat de rug niet naar achteren kan krommen (C-rug).
  3. De benen zijn matig gespreid en de voeten staan vlak op de grond, terwijl de voetschakelaar naast één van beide voeten staat, zodanig dat deze voet niet naar opzij is gericht bij bediening.
  4. De rugleuning is ongeveer horizontaal geplaatst zodat de patiënt horizontaal ligt en de behandelaar vrij met de bovenbenen onder de rugleuning door kan bewegen.
  5. Het hoofd van de patiënt wordt zodanig in 3 richtingen gedraaid (naar voren / achteren, naar links of rechts opzij en rond het hoofd van de patiënt) dat het werkveld symmetrisch voor de borst is geplaatst en zoveel als mogelijk is loodrecht op het werkveld wordt gekeken. Bij indirect zicht ongeveer loodrecht op de spiegel.
  6. De lichtbundel van de tandartslamp verloopt zoveel mogelijk evenwijdig met de blikrichting, waarbij de lamp links of rechts vlak naast en even boven het hoofd staat; bij gebruik van de spiegel iets voor en opzij van het hoofd.
  7. De zitpositie, tussen 9.00-12.00 uur, wordt bepaald door de plaats waar in een goede houding het beste zicht op het werkveld is te verkrijgen.
  8. Tijdens de werkzaamheden wordt het hoofd van de patiënt verdraaid en de zitpositie aangepast in samenhang met verandering in positie van het gebruikte instrument.
  9. Instrumenten worden met de eerste drie vingers in gebogen stand rond het instrument vastgehouden, waarbij de toppen van de vingers een driepuntscontact vormen, terwijl met de vierde en ook de vijfde vinger wordt afgesteund; eventueel met gebruikmaking van een vinger van de niet werkzame hand.
  10. De hand- en dynamische instrumenten bevinden zich zo veel mogelijk binnen het blikveld van de operateur; handinstrumenten op 20-25 cm en dynamische instrumenten op 30-40 cm.

Bron:
Kenniscentrum Tandheelkundige Ergonomie

Zie ook: European Society of Dental Ergonomics

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z