Hydroxyapatiet in tandpasta als alternatief voor fluoridetandpasta

Hydroxyapatiet in tandpasta als alternatief voor fluoridetandpasta

Cariës is een wereldwijd probleem. Fluoride in tandpasta is een bewezen effectieve manier om cariës te voorkomen. Er zijn echter zorgen over de gezondheidsrisico’s die fluoride met zich mee zou brengen, met name voor kinderen, die mogelijk te veel fluoride binnenkrijgen door tandpasta in te slikken. Voor hen is er een alternatief voor fluoridetandpasta gevonden: hydroxyapatiettandpasta.

Hydroxyapatiet

Hydroxyapatiet is een mineraal dat veel calcium en fosfaat bevat en van nature in tanden en bot voor komt. Hydroxyapatiet kan net als fluoride tandbederf voorkomen en zorgen voor remineralisatie van beschadigde oppervlakken. Daarnaast schrijven wetenschappers dat hydroxyapatiettandpasta een veilig en effectief alternatief is voor fluoride voor de dagelijkse preventie van cariës.

Onderzoek

Het doel van het 18 maanden durende onderzoek was om de cariëspreventieve effecten van hydroxyapatiettandpasta zonder fluoride te vergelijken met fluoridetandpasta bij volwassenen.
In een onderzoek met 189 volwassenen werd aangetoond dat hydroxyapatiettandpasta net zo effectief was als fluoridetandpasta in het voorkomen van tandbederf. De controlegroep gebruikte fluoridetandpasta en de andere groep gebruikte hydroxyapatiettandpasta.
De decayed missed filled surfaces (DMFS) index werd gemeten volgens PP-analyse. De DMFS-index bij de groep die poetste met hydroxyapatiettandpasta was 89,3% en de DMFS-index van de groep die poetste met fluoridetandpasta was 87,4%. Er werd dus nauwelijks toename in de DMFS-index waargenomen en dus was er geen verschil in effectiviteit tussen beide groepen.

Conclusie

Klinische onderzoeken die eerder gepubliceerd zijn tonen ook aan dat het hydroxyapatiet een cariësvoorkomend effect heeft bij kinderen en patiënten met orthodontische apparatuur. Het nieuwe klinische onderzoek heeft aangetoond dat hydroxyapatiet ook beschermt tegen cariës bij volwassenen.

Bron:
Frontiers

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
bacteriën

Mogelijk verband tussen orale bacterie en het risico op hart- en vaatziekten

Infectie met een veel voorkomende bacterie kan een lichte verhoging van het risico op hart- en vaatziekten veroorzaken, volgens een studie die in eLife is gepubliceerd. De bacterie, die verband houdt met parodontitis, mondkanker en slechte adem, zou een potentiële risicofactor kunnen zijn waarop artsen kunnen screenen om personen met een risico op hartaandoeningen te identificeren.

Belangrijkste doodsoorzaak

Wereldwijd zijn hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste doodsoorzaak. Een combinatie van demografische, omgevings- en genetische factoren dragen bij aan de ontwikkeling van HVZ. Er is enorme vooruitgang geboekt in het begrijpen hoe coronaire hartziekten zich ontwikkelen. Zo hebben klinische onderzoeken verschillende inflammatoire risicofactoren geïdentificeerd. Het begrip van hoe infecties, ontstekingen en genetische risicofactoren bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van HVZ in de algemene bevolking blijft echter onvolledig.

Uitgebreid beeld van bewijs

Een team onderzoekers uit Duitsland en Zwitserland heeft een meer uitgebreid beeld van het bewijs voor de respectieve bijdragen van deze factoren aan HVZ verkregen. Hiervoor analyseerden ze genetische informatie, gezondheidsgegevens en bloedmonsters van 3.459 mensen. Deze mensen hadden meegedaan aan het CoLaus|PsyCoLaus-onderzoek, een goed gekarakteriseerd, longitudinaal, op de bevolking gebaseerd onderzoek uit Zwitserland.

Aanwezigheid van antilichamen

Ongeveer 6% kreeg een hartaanval of een andere schadelijke cardiovasculaire gebeurtenis tijdens een follow-upperiode van 12 jaar. Het team testte de bloedmonsters van deelnemers op de aanwezigheid van antilichamen geassocieerd met 15 verschillende virussen, zes bacteriën en één parasiet.

Verband met orale bacterie

Nadat de auteurs de resultaten hadden aangepast voor bekende cardiovasculaire risicofactoren ontdekten ze dat antilichamen gemaakt tegen Fusobacterium nucleatum verband hielden met een licht verhoogd risico op een cardiovasculaire gebeurtenis. Deze antilichamen zijn een teken van een eerdere of huidige infectie door de bacterie.
“F. nucleatum kan bijdragen aan het cardiovasculaire risico door verhoogde systemische ontsteking als gevolg van bacteriële aanwezigheid in de mond, of door directe kolonisatie van de arteriële wanden of plaque langs de arteriële wanden,” leggen de onderzoekers uit.

Nieuwe screeningsmogelijkheden

Uiteindelijk kan het ontdekte verband leiden tot nieuwe benaderingen voor het identificeren van personen met een risico op hartaandoeningen of het voorkomen van cardiovasculaire gebeurtenissen. Voor het zover is moeten toekomstige studies het verband tussen F. nucleatum en hartziekten bevestigen, benadrukken de auteurs.

Bron:
eLife

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Vapen - esigaret

Vapen mogelijk even schadelijk voor DNA als roken

Vapen wordt regelmatig aangeprezen als een minder schadelijk alternatief voor roken. Onderzoek dat is gepubliceerd in Nicotine & Tobacco Research heeft echter aangetoond dat vapen een vergelijkbare DNA-schade aan orale epitheelcellen veroorzaakt als roken. Ook geldt voor beide soorten dat des te langer iemand rookt, des te meer schade er optreedt.

Populair alternatief

Het gebruik van elektronische sigaretten is zeer populair onder adolescenten die nooit roken en volwassen rokers die op zoek zijn naar een minder schadelijk alternatief voor tabakssigaretten. Tot op heden zijn de gezondheidsgevolgen van vapen op de lange termijn echter grotendeels onbekend. Maar nieuw onderzoek koppelt vapen aan dezelfde ziekten als die worden veroorzaakt door roken.

Dezelfde giftige stoffen

Chemische analyse heeft aangetoond dat veel van dezelfde giftige stoffen en kankerverwekkende stoffen die aanwezig zijn in sigarettenrook ook worden aangetroffen in damp van e-sigaretten, zij het meestal in aanzienlijk lagere niveaus. Veel van die chemicaliën beschadigen het DNA. Een analyse van DNA-schade in cellen en weefsels van gebruikers van e-sigaretten versus sigarettenrokers kan helpen bij het bepalen van het genotoxische potentieel van vapen ten opzichte van roken.

DNA-laesies in orale cellen

Wetenschappers van de University of Southern California in de VS hebben de DNA-beschadigende effecten van vapen vergeleken met roken. Dit deden ze door het niveau van DNA-laesies in orale cellen van gebruikers van e-sigaretten en sigarettenrokers te meten in vergelijking met niet-gebruikers.

Drie groepen

Orale epitheelcellen van 72 mensen werden geanalyseerd. De deelnemers waren verdeeld in drie groepen: huidige vapers die nog nooit hadden gerookt, huidige rokers die nog nooit hadden gevapet en niet-gebruikers – mensen die nog nooit hadden gerookt of gevapet. De proefpersonen werden gematcht op leeftijd, ras en geslacht.

Vergelijkbare niveaus van DNA-schade

Zowel vapers als rokers hadden vergelijkbare niveaus van DNA-schade – meer dan twee keer zoveel dan bij gezonde controles. Schadeniveaus namen dosisafhankelijk toe, van lichte gebruikers tot zware gebruikers. Dit was het geval bij zowel vapers als rokers in vergelijking met niet-gebruikers.

Grotere schade bij zoete brouwsels

De schade was groter bij vapers die vapepods en vaping-brouwsels met zoete, fruit- of muntsmaak gebruikten, die worden gebruikt door 85% van de tieners die vapen. Vapen werd ook in verband gebracht met “veranderingen in genexpressie en epigenetische veranderingen geassocieerd met de ontwikkeling van ziekten”, rapporteerden de onderzoekers.

Implicaties voor regulering van tabaksproducten

“Gezien de populariteit van pod- en modapparaten en de voorkeur van dezelfde smaken e-liquid door zowel volwassenen als jongeren, kunnen onze bevindingen aanzienlijke implicaties hebben voor de volksgezondheid en de regulering van tabaksproducten”, concluderen de auteurs.

Bron:
Nicotine & Tobacco Research

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Column meer eerbare banen

Column: Meer Eerbare Banen

Collega dr. G.J. van Wiggen beschreef de ontwikkeling van het tandheelkundige beroep van 1865-1940 in een zeer leesbaar proefschrift (1987): Meer Eerbare Banen. Van een meester-gezel opleiding voor 1865 tot een echte universitair geschoolde in de veertiger jaren van de vorige eeuw.

De evolutie van rondtrekkend marskramer tot eerbiedwaardig academicus. Een periode vol stammenstrijd tussen artsen, tandmeesters en tandtechnici met als inzet: de macht over de mond van de patiënt. Niet alleen maar handige handjes maar ook goed geschoolde hersens. Een Professie met een Codex voor Beroepsethiek en een commissie BOUT, Bestrijding Onbevoegde Uitoefening Tandheelkunde. De moeizaam bevochten enclave in de gezondheidszorg moest met hand en tand worden verdedigd. Een zesjarige studie met heel veel uren praktijkonderwijs door clinici met langjarige ervaring. In het laatste jaar in kleine groepjes ingewijd door een gerespecteerd docent die op het belang wees van een lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Tandartsen, en het bijhouden van de literatuur, dus het Tijdschrift, een must. En aanbevolen de Dental Clinics Of North America, een jaarlijkse serie van vier uitgaven over de gehele breedte van het vakgebied, inclusief praktijkorganisatie etc etc. Deze Utrechtse docent was in de jaren 60 de eerste influencer.

Op zaal liep een bevlogen assistent die kromme ruggen fotografeerde en wees op de lange termijneffecten van een verkeerde werkhouding: nek-, schouder- en rugklachten. Hij was voorstander van fourhanded dentistry. ‘Veel handen maken licht werk’. Helaas ook wel gezien als Vele Lichten maken handwerk. Deze fotograferende zwaluw maakte op meer punten zomer, hij vertelde graag over zijn groepspraktijk, een novum tussen de solistische collega’s. De patiënten gingen via de mondhygiënist naar de tandarts, echter dat licht ging pas op groen als ze bewezen hadden zelf thuis een uitstekende en duurzame mondhygiëne te betrachten. Zo niet, dan gingen zij richting lokale dentale reparatie- en herstelinrichtingen. De Mondhygiënist als Poortwachter, in de jaren 60 al.

Grote stappen snel thuis: vier tandheelkundige opleidingen leverden vele tandartsen af, totdat de grote bezuinigingsoperatie toesloeg; Deetman sloot Utrecht en beende de anderen fors uit. Er werd een overschot aan tandartsen geconstateerd. Ziekenfondsen / NMT legden wachtlijsten aan als er meer dan 1 tandarts op zo’n 3250 inwoners beschikbaar was. Overschot moest het maar uitzoeken, werd afgeschreven. Hoe ligt die verhouding nu?

Gelukkig meer en meer mondhygiënisten  – Clean Teeth Never Decay – 2-jarigen, 4-jarigen maar ook werden de ‘preventieassistentes op de markt gezet’. Kortom een bont tafereel van 6-jarig hoogopgeleide academici, HBO opgeleide mondhygiënisten en via korte cursussen geschoolde preventieassistentes. Oef, we hebben de Tandprotheticus vergeten, niet bepaald warm ontvangen door tandartsen, de ‘prothese werd afgepakt’. Raar want de prothese was geen geliefde bezigheid van de tandarts.

Nu getwijfel over de 6-jarige opleiding en de 5-jarige en waarom niet 4 jaar HBO? En als een preventieasistente in een paar weken kan boren……. Race to the bottom en een mondzorgbreed uurtarief van pakweg €xx? Het komende NZa Kostenonderzoek zal het leren. Het mes moet in medisch niet noodzakelijke zorg.

En dan is er weer stof genoeg voor een onderzoeker voor Meer Eerbare Banen deel 2. De ontwikkeling van het Tandheelkundig Beroep van 1940-2040.

Mr. drs. W.J. Admiraal is niet praktiserend tandarts. Met zijn JURISPREVENTIE© heeft hij sinds 1983 veel PAO patiëntenrecht verzorgd, is onafhankelijk letselschadeadviseur en adviseur voor collega’s met een claim aan de broek. Sinds zijn hoofdredacteurschap PRIKKEBEEN 1962 (Delftse HBS vereniging) is hij schrijver en columnist.

Lees meer over: Blog, Opinie, Thema A-Z
Microrobots om orale infecties te diagnosticeren en te behandelen

Microrobots om orale infecties te diagnosticeren en te behandelen

Volgens een artikel gepubliceerd in Penn Today van de Universiteit van Pennsylvania zouden kleine robots mogelijk een hulpmiddel zijn om infecties in de mond te diagnosticeren en te behandelen.

Biofilms

Een biofilm is een gemeenschap van micro-organismen die een beschermende matrix vormt tegen externe bedreigingen zoals antibiotica. Biofilms komen voor op lastig te bereiken oppervlakken zoals tussen de tanden en implantaten. Biofilms vormen een uitdaging bij medische behandelingen en zijn verantwoordelijk voor 80% van de menselijke infecties. De behandeling van biofilms is tot op heden beperkt tot antibiotica, andere middelen en fysieke methoden zoals mechanische verstoring van de biofilm. Echter is het probleem dat er antimicrobiële resistentie optreedt waardoor antibiotica de beschermende laag van de biofilm moeilijk kunnen bereiken en penetreren.

Kleine robots

Kleine robots, ook wel microrobots, bieden een manier om biofilms te diagnosticeren en te behandelen. Er zijn intrinsiek en extrinsiek aangedreven robots. Intrinsieke robots halen energie uit hun directe omgeving en kunnen in verschillende omgevingen opereren, maar hun beweging kan een uitdaging zijn om nauwkeurig te controleren. Extrinsiek aangedreven microrobots worden bestuurd door externe middelen en bieden nauwkeurige en gerichte bewegingen.

Toekomst

Het vakgebied dat zich richt op microrobots biedt studenten een unieke kans om voorop te lopen in onderzoek en ontwikkeling. De toekomst van microrobots hangt af van big data en kunstmatige intelligentie. Verder zijn gegevens die worden gebruikt om patronen en inzichten te verkrijgen in de menselijke gezondheid erg belangrijk voor het verbeteren en ontwerpen van de microrobots om ze nauwkeuriger, effectiever en efficiënter te maken.

Bron:
Penn Today

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Baby

Cariës in de eerste levensfase: risicofactoren en diagnose

Kinderen op jonge leeftijd meenemen naar de mondzorgverlener kan veel pijn en angst voor de tandarts voorkomen. De positieve ervaringen van het tandartsbezoek voor de allerjongste kinderen hebben voordelige effecten, ook voor ouders en de maatschappij.

Eerste duizend dagen

De eerste duizend dagen is de periode van de conceptie tot de tweede verjaardag van het kind. Het is gebleken dat goede voeding gedurende deze periode extra belangrijk is.

Zwangerschap

Het begint dus al tijdens de zwangerschap. Uit onderzoek is gebleken dat er een relatie bestaat tussen de suikerinname van moeders en de cariësactiviteit van de kinderen op 5-jarige leeftijd. Ook is er een relatie tussen de sociaaleconomische status (SES) en het ontwikkelen van cariës. Uit onderzoek is gebleken dat suikerinname op jonge leeftijd en een laag SES, invloed heeft op de cariësactiviteit van 5-jarigen.

Borst- versus kunstvoeding

De eerste voeding waar een baby mee in aanraking komt, is borst- en/of kunstvoeding.
Borstvoeding heeft, in tegenstelling tot kunstvoeding, als voordeel dat het een rijke variatie aan smaak heeft en dat de baby zelf de hoeveelheid bepaalt. Daarnaast heeft borstvoeding positieve invloed op de algehele gezondheid van het kind:

  • Betere gevoeligheid voor insuline
  • Minder overgewicht
  • Minder hart- en vaatziekten
  • Betere schoolprestaties

Borstvoeding en gebit

Tot 12 maanden is borstvoeding een beschermende factor tegen het ontwikkelen van cariës. Moedermelk en koemelk hebben beide een lage cariogeniteit en veroorzaken geen demineralisatie of pH-daling. Kinderen die nachtelijk voeding krijgen (borst of fles) komen vaak boven de 10 eetmomenten per dag. Daarnaast zorg een combinatie van suiker (overdag) en melk (’s nachts) voor veel meer mineralisatie dan alleen het nuttigen van melk. De resultaten van een studie (Agatha W van Meijeren-van Luntheren et al. 2021) lieten zien dat de kans op cariës hoger is bij kinderen die na 12 maanden nog borstvoeding krijgen en bij kinderen die nachtelijke flesvoeding krijgen.
Het is vooral goed om te beseffen dat cariës een multifactoriële ziekte is waarbij het om een goede balans gaat: het is beter om een goede balans te vinden dan om dingen te verbieden.

Krachten bundelen

Het is dus belangrijk om zwangere en jonge ouders vanaf het begin al goed te informeren en begeleiden. Het consultatiebureau speelt hierbij een grote rol. Maar ook u als tandarts.
Het ‘Gigagaaf-project’ liet zien dat het verwijzen van jonge kinderen (vanaf de eerste tand) naar de tandarts een positief effect heeft op het tandarts bezoek. Het ‘Gezonde peutermonden project’ heeft als doel gezondgewoontes vanaf het begin te introduceren.

Positieve ervaring bij de tandarts

Angst voor de tandarts kan voorkomen worden. Wanneer kinderen alleen bij pijn naar de tandarts gaan dan gaat het kind de tandarts met pijn associëren. Het is dus van belang om kinderen vanaf jonge leeftijd al te zien. Op deze manier kunnen de ouders van het kind al vroeg goed geïnformeerd worden en bouwt het kind positieve ervaringen op bij de tandarts.

Cariësrisicofactoren en indicatoren

Het inschatten van het cariësrisico is geen exacte wetenschap. Wel weten we dat cariëservaring (aanwezigheid van caviteiten/vullingen of ontkalkingen/glazuurafwijkingen) een van de beste voorspellers is. Daarnaast zijn de SES en familiefactoren (lifestyle) ook goede voorspellers voor het cariësrisico. Hier onder vallen onder andere armoede, voedingskeuzes, geld/mondgezondheid ouders, opvoedingsgedrag en een omgeving met weinig preventie hebben invloed op de mondgezondheid. Ga hierover in gesprek met de ouders. Dieet (frequentie suikerinname) en mondhygiëne zijn iets minder goede voorspellers. Informeer ouders dat de hersteltijd na een voedingsmoment 2 uur is. Dat komt dan neer op advies van maximaal vijf voedingsmomenten (inclusief drinken) per dag. Een goede balans tussen suikerinname, fluoridegebruik en mondhygiëne is het belangrijkste.

Cariës: Diagnose en management

Ouders moeten er bewust van worden gemaakt dat cariës een ziekte is waar geen medicijn voor bestaat. Ouders hebben zelf de mogelijkheid om de ziekte te controleren.
Hoe bereiken we dit? En hoe brengen we dit het beste over naar de ouders?
Wat belangrijk is, is dat we vragen stellen en (vooral) actief luisteren:
– Wat eten de ouders/ wat zijn de voedingsgewoontes?
– Is er sprake van nachtelijke voeding?
– Krijgt het kind flesvoeding? Wat is de inhoud hiervan?
– Heeft het kind temperament/ een eigen wil?
– Hoe is de veerkracht van ouders?

Cariësdiagnostiek: International Caries Detection System (ICDAS)

ICDAS is een goede methode voor cariësdiagnostiek. Er kan een score van 0 (gaaf) t/m 6 (uitgebreide) laesie gegeven worden per element. Een ontkalking is een eerste teken van cariësactiviteit en dit betekent dat gedragsverandering moet plaatsvinden om dit proces te stoppen.

Management

De focus moet liggen op het versterken van de beschermende factoren en/of het elimineren van de etiologische factoren. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om tandpasta met een hogere concentratie fluoride te gebruiken bij een kind waarbij ontkalkingen zichtbaar zijn. Het is dan belangrijk dat je als tandarts de hoeveelheid (erwt) laat zien en dat je de patiënt goed toelicht.

Individuele preventie: mondzorgverlener als coach

Afstemmen met de ouder op de individuele behoeften:

  • Dialoog met ouder aangaan
  • Doorvragen
  • Empathie tonen
  • Individueel plan opstellen in overleg met de ouders
  • Actieplan, barrières, coping strategieën.
  • Registratie en follow-up

Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van prof. Cor van Loveren, prof. Cees Kleverlaan en dr. W. Evert van Amerongen. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Clarissa Bonifácio tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
cannabis

Het effect van cannabis op vitale functies tijdens intraveneuze sedatie

Volgens een studie gepubliceerd in the Journal of Oral and Maxillofacial surgery zijn de vitale functies en medicatievereisten van patiënten die IV-sedatie ondergaan en positief testen op cannabis vergelijkbaar met degenen die cannabis niet in hun systeem hebben.

Geen vergelijkbare onderzoeken over THC en het effect op sedatie

Volgens de auteur zijn er geen vergelijkbare onderzoeken over THC, Tetrahydrocannabinol, het voornaamste psychoactieve element van cannabis, en de effecten ervan op sedatie in de literatuur over orale en maxillofaciale chirurgie. Verder is het niet duidelijk of en hoe THC de reactie van het lichaam op medicijnen die worden gebruikt voor sedatie en de tolerantie voor dissociatieve middelen kan veranderen.

Beschikbaarheid van cannabis

Het gebruik van cannabis onder de algemene bevolking is gestegen vanwege de toegenomen beschikbaarheid, legaliteit en culturele aanvaardbaarheid. Volgens een Amerikaanse enquête in 2020 over drugsgebruik en gezondheid meldden ongeveer 50 miljoen mensen van 12 jaar en ouder dat ze in het voorgaande jaar marihuana hadden gebruikt.

Studie

Om de effecten van THC op iemands vitale functies en medicatievereisten tijdens intraveneuze sedatie te onderzoeken werd een studie met 53 patiënten uitgevoerd. De patiënten ondergingen een toxicologische screening vanwege de geschiedenis van recent drugsgebruik. 27 patiënten hadden een positieve urinetest voor THC-metabolieten. De overige 26 patiënten testten negatief op THC-metabolieten. Patiënten die positief testen op amfetaminen, benzodiazepinen en opiaten werden uitgesloten.

Resultaten van het onderzoek

Tijdens intraveneuze sedatie was er geen significant verschil in de gemiddelde arteriële druk, ademhalingsfrequentie en hartslag tussen THC-positieve en THC-negatieve patiënten. De auteurs schreven dat THC, na correctie voor leeftijd, geslacht en gewicht, geen significant effect had op de gemiddelde arteriële druk, hartslag en ademhalingsfrequentie.
De bivariate analyse toonde dat THC-positieve patiënten tijdens intraveneuze sedatie gemiddeld hogere doses fentanyl en propofol nodig hadden vergeleken met THC-negatieve patiënten. THC had geen significant effect op de medicijnen midazolam, propofol en ketamine na correctie voor leeftijd, gewicht en geslacht.

Conclusie

Ondanks de beperkingen van de studie, zoals de kleine studieomvang, heeft de studie de effecten van THC op de vitale functies en medicatievereisten beoordeeld bij patieënten die IV-sedatieprocedures ondergingen bij orale en maxillafaciale chirurgie.

Bron:
Journal of Oral and Maxillofacial surgery

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Kosten behandeling van cariës

Kosten cariës, tandvleesaandoeningen en tandverlies vormen 4,9% van mondiale gezondheidszorguitgaven

In een artikel gepubliceerd in de European Federation of Periodontology is een artikel gepubliceerd die de associatie tussen parodontitis en cariës heeft onderzocht.
De EFP zet zich in voor het bevorderen van de parodontale wetenschap en het belang van de tandvleesgezondheid. Het artikel stelt een gecombineerde aanpak voor om de mond- en systemische gezondheidsresultaten van de bevolking te verbeteren.

Kosten cariësbehandeling

Tandcariës treft wereldwijd meer dan twee miljard mensen en ernstige tandvleesaandoeningen staan op plek twee. De kosten voor behandeling van cariës, tandvleesaandoeningen en tandverlies komen neer op 4,9% van de mondiale gezondheidszorguitgaven. De kosten van tandcariës werd in zes landen onderzocht. De kosten van cariës waren het hoogste in Brazilië, Frankrijk, Italië en Verenigd Koninkrijk.

Mondgezondheid

Mondziekten treffen ongeveer de helft van de wereldbevolking, daarna komen niet-overdraagbare ziektes zoals diabetes, hartziekten, kanker en beroertes.
Om wereldwijd te zorgen voor een betere mondgezondheid is het tijd om actie te ondernemen. Het is belangrijk om te investeren en te zorgen voor preventiemaatregelen.
Er moet vooral worden gekeken naar risicofactoren zoals voeding, tabak en alcoholgebruik om mondziekten en ook niet-overdraagbare ziekten te verminderen.

Innovatief model

Het innovatieve model beschrijft de progressie van cariës gedetailleerd en preventieve interventies. De interventies zijn onder andere het handhaven van de mondhygiëne door te poetsen met gefluorideerde tandpasta, aanbrengen van plaatselijk fluoride en zich richten op verschillende stadia om de ontwikkeling van cariës te voorkomen.

Bron:
European Federation of Periodontology

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Henry Schein most ethical company - 400

Henry Schein voor 13e keer gekozen als een van world’s most ethical companies

Henry Schein is door Ethisphere, een wereldwijde leider in het definiëren en bevorderen van de normen van ethische bedrijfspraktijken, uitgeroepen tot één van World’s Most Ethical Companies® van 2024.

Henry Schein wordt al sinds 2012 onderscheiden en is één van de slechts twee winnaars in de sector voor producten voor de gezondheidszorg. In 2024 werden 136 bedrijven uit 20 landen en 44 bedrijfstakken onderscheiden.

“We hebben vanaf het begin af aan onze verantwoordelijk genomen voor de vijf groepen die ons ‘mozaïek van succes’ vormen: onze klanten, leveranciers, leden van Team Schein, aandeelhouders en de maatschappij als geheel”, aldus Stanley M. Bergman, voorzitter van de Raad van Bestuur en Chief Executive Officer van Henry Schein. “Door het feit dat we nu opnieuw zijn onderscheiden door Ethisphere, wordt de toewijding van Team Schein aan onze stakeholders nog eens versterkt, evenals onze inzet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en onze missie van ‘goed doen door goed te doen’ Het vertrouwen dat we hebben opgebouwd onder onze achterban heeft ons in staat gesteld veranderingen teweeg te brengen in de markten die we bedienen en te blijven bijdragen aan een gezondere wereld.”

Sinds de oprichting in 1932 is Henry Scheins benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen gecentreerd rond de hogere ambitie dat het sociale en ecologische welzijn van de gemeenschap in grote mate bijdraagt aan het succes van het bedrijf. Deze erkenning is een drijvende kracht achter de manier waarop Henry Schein zich aanpast en ontwikkelt aan de veranderende behoeften van de samenleving.

Voorbeelden

Voorbeelden van de inspanningen van het bedrijf op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn onder andere:

  • Het bevorderen van publiek-private partnerschappen om de paraatheid bij pandemieën te vergroten en de veerkracht van de wereldwijde toeleveringsketen voor de gezondheidszorg te versterken, optreden als voorzitter van rondetafelgesprekken voor de particuliere sector op het gebied van de wereldwijde bescherming van de gezondheid en als leider van de particuliere sector van het Pandemic Supply Chain Network;
  • Het versterken van de capaciteit van professionals in de gezondheidszorg door middel van bedrijfsinterne programma’s van Henry Schein, zoals het Systemic Healthcare Entrepreneurs (SHE) Program, en het fungeren als voorzitter van The Arnold P. Gold Foundation Gold Corporate Council;
  • Het bevorderen van zinvolle samenwerkingsverbanden tussen Team Schein door het lanceren van programma’s zoals de We Care Global Challenge, een initiatief dat collega’s wil samenbrengen voor mensen en gemeenschappen in nood onder de gedeelde missie “Helping Health Happen”;
  • Blijven samenwerken met het executive leadership team en de wellness-commissie van het bedrijf om voorlichting, tips en programma’s te bieden die flexibiliteit op de werkplek stimuleren en stress en burn-out helpen verminderen;
  • Voltooiing van de Pulse Global Culture Survey van 2023 met feedback dat Team Schein-leden over het algemeen graag voor het bedrijf werken en van plan zijn te blijven;
  • Uitbreiding van het leertraject diversiteit en inclusie (D&I) van het bedrijf door het voorlichten van Team Schein-leden over belangrijke D&I-onderwerpen;
  • Strategische partnerschappen versterken met brancheverenigingen, klanten en leveranciers die de toegang tot hoogwaardige en rechtvaardige gezondheidszorg ondersteunen via verschillende belangrijke programma’s en initiatieven zoals het American Dental Association Foundation’s Gives Kids A Smile-programma, Alpha Omega-Henry Schein Cares Holocaust Survivors Oral Health Program, Special Olympics, M.I.L.E. Healthcare Pathways™-programma, en meer;
  • Ontwikkelen van principes en beoordelen van risico’s rond het gebruik van kunstmatige intelligentietechnologie; en
  • Het blijven verbeteren van de wereldwijde transparantie van de toeleveringsketen.

Ga voor meer informatie over de maatschappelijke betrokkenheid van Henry Schein naar www.henryschein.com/corporatecitizenship.

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Nieuwe richtlijn Parodontologie beschikbaar voor commentaar

Nieuwe methode op basis van speekselcytokinen kan mogelijk mate van parodontitis beoordelen

Een groep onderzoekers heeft een methode ontwikkeld om de mate van ontsteking van paraodontaal weefsel te beoordelen op basis van niveaus van verschillende pro-inflammatoire cytokinen in speeksel. In PLOS One schrijven ze dat de scoremethode tandartsen zou kunnen helpen bepalen hoe goed patiënten reageren op behandelingen voor tandvleesaandoeningen.

Lokale ontsteking

Parodontitis is het resultaat van de interactie tussen subgingivale dysbiotische bacteriën en de immuunrespons van de gastheer. De hierop volgende lokale ontsteking wordt gekenmerkt door weefselinfiltratie met immuuncellen en pro-inflammatoire cytokinen zoals IL-8, IL-1β, IL-6 en tumornecrosefactor-alfa (TNFa).

BOP, PPD en PISA

Tandvleesontstekingen worden vaak gekwantificeerd met behulp van bijvoorbeeld bloeding bij sonderen (BOP), weefselkleur en pocketdiepte (PPD). In de PISA-index (Periodontal Inflame Surface Area) worden de BOP- en PPD-waardes gecombineerd om de mate van parodontale ontsteking op een kwantitatieve manier weer te geven. Een hogere PISA-score duidt op een ernstigere ontsteking.

Relatie tussen cytokinen en PISA

Speekselcytokinen kunnen dienen als surrogaten voor parodontale ontsteking en clinici voorzien van ziekte-informatie op een dieper cellulair niveau. Het onderzoeksteam van de New York University College of Dentistry testte daarom of er een relatie is tussen PISA en verschillende speekselcytokinen. Om de kans op false positives te verminderen werd voor de cytokinen een samengestelde index gebruikt die meerdere speekselcytokinen omvat.

Metingen bij mensen met parodontitis

In de studie verkregen de onderzoekers PISA-metingen bij 67 volwassenen van 45 jaar en ouder, die een zekere mate van parodontitis hadden maar verder gezond waren. Deelnemers werd ook gevraagd om in steriele buisjes te spugen om speekselmonsters op te vangen. Vervolgens werden die geanalyseerd om een reeks van zowel pro- als ontstekingsremmende cytokinen te meten.

Significant verband

Volgens de bevindingen was er een significant verband tussen de PISA-scores en de nieuwe cytokinescores, onafhankelijk van factoren als leeftijd, geslacht, roken en body mass index. Een hogere cytokinescore kwam overeen met een ergere parodontale ontsteking.

Meer onderzoek nodig

De onderzoekers gaven aan dat meer onderzoek is vereist om de cytokinescore te valideren in patiënten met andere gezondheidsomstandigheden. Ook moet de methode nog worden bevestigd voor patiënten met alle niveaus van parodontale ziekte, waaronder gezond tandvlees en een vroeg stadium van tandvleesaandoening.

Ziekteprogressie beter begrijpen

Niettemin, als de cytokinescore in deze patiëntpopulaties gevalideerd wordt kan het worden gebruikt om parodontale ziekteprogressie en -herhaling beter te begrijpen. “Met behandeling voor tandvleesaandoeningen, zoals scaling en planing, weten we dat de PISA-score naar beneden gaat. Het zou interessant zijn om te zien of de cytokinescore ook vermindert – of, of het blijft”, voegden de auteurs hieraan toe.

Bron:
PLOS One

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
KNMT Apollonia awards

Arjan van den Dorpel uitgeroepen tot Tandarts van het Jaar 2024

Arjan van den Dorpel is uitgeroepen tot Tandarts van het Jaar. De tandarts uit Yerseke kreeg de onderscheiding voor zijn jarenlange en tomeloze inzet om het tekort aan tandartsen en assistenten op de agenda te krijgen en voor de beroepsgroep in het algemeen. Van den Dorpel kreeg de prijs tijdens de uitreiking van de Apollonia Awards van de KNMT.

Christianne Bijman, die in Nijmegen studeert, ging er vandoor met de titel Tandheelkundestudent van het Jaar.

Op 1 maart reikte de KNMT de onderscheiding Tandarts van het Jaar 2024 voor het eerst uit. De prijzen werden toegekend aan een tandarts en een student Tandheelkunde die zich recent op bijzondere wijze hebben ingezet voor de mondzorg. Het gaat daarbij om maatschappelijke inzet of inzet voor de branche zelf en diegenen die daarin werkzaam zijn.

Beste initiatief voor bevorderen van mondgezondheid

Er was daarnaast een prijs voor het beste initiatief dat bijdraagt aan het bevorderen van de mondgezondheid in Nederland of daarbuiten: de KNMT Mondzorg Award. Sociale Tandarts Rotterdam won deze award. In het juryrapport werd genoemd: “Acute mondzorg voor elke Rotterdammer. Dat is het motto van Sociale Tandarts Rotterdam. En de afgelopen 3 jaar zijn er maar liefst al meer dan 1.000 stadsgenoten die in armoede leven met acute klachten geholpen!”

Overzicht genomineerden

Hieronder zie je een overzicht van de genomineerden, in alfabetische volgorde.

Tandarts van het Jaar

  • Arjan van den Dorpel, tandarts in Yerseke, voor zijn jarenlange en tomeloze inzet om het tekort aan tandartsen en assistenten op de agenda te krijgen (in het bijzonder in Zeeland) en voor de beroepsgroep in het algemeen
  • Didi Landman, tandarts in Rotterdam, voor haar werk als straattandarts voor dak- en thuislozen; “tandarts met een gouden hart”
  • Auke Westerhout, tandarts in Rolde, als bijzonder betrokken tandarts, zowel bij zijn patiënten als de maatschappij in het algemeen

Tandheelkundestudent van het Jaar

  • Christianne Bijman, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; lid van het faculteitsbestuur
  • Anass el Hadouchi, student Tandheelkunde ACTA Amsterdam; studentassistent Orthodontie
  • Richard Romp, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; geregistreerd mondhygiënist

KNMT Mondzorg Award (voor het beste initiatief)

  • Brush, Wash & Smile (Dental Health International) – project in lageinkomenslanden waarbij kinderen op school samen hun handen wassen en tanden poetsen
  • Dental Coach – preventieprogramma met app waarmee tandheelkundige zorgverleners hun patiënten helpen hun gebit gezonder te maken
  • Sociale Tandarts Rotterdam – tandheelkundige noodhulp voor dak- en thuislozen
Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Mondzorg in beeld

Toegankelijkheid mondzorg onder druk door vergrijzing, personeelstekorten en meer vraag mondzorg

Vooral door vergrijzing staan tandartspraktijken voor grote uitdagingen. Hierdoor krijgen zij zowel te maken met een veranderende zorgvraag als een hoge uitstroom van tandartsen die met pensioen gaan. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe. Dit concludeert ABN AMRO in het rapport ‘Mondzorg in beeld 2024’.

Kernpunten van het rapport

  • De komende zeven jaar gaat 1 op de 5 tandartsen met pensioen. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe
  • De behoefte aan gekwalificeerd personeel belemmert de groei van veel mondzorgpraktijken waardoor ‘gaten’ in het tandheelkundig team of zelfs geen opvolging kan worden gevonden
  • Tegelijkertijd neemt de vraag naar mondzorg juist toe, dat dwingt mondzorgpraktijken tot creatieve oplossingen om de continuïteit de komende jaren te waarborgen zoals innovaties als digitale mondscanners en 3D implantaatprinters

Steeds meer mondzorgpraktijken hebben moeite om gekwalificeerd personeel te vinden

De komende zeven jaar gaat ongeveer één op de vijf tandartsen met pensioen. Doordat de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen slechts driekwart van de uitstroom bedraagt, neemt het personeelstekort toe. De behoefte aan gekwalificeerde tandartsen en mondzorgprofessionals kan de groei van veel mondzorgpraktijken belemmeren. Hierdoor kunnen sommige praktijken geen opvolger vinden en ontstaan in andere praktijken ‘gaten’ in het tandheelkundig team. Dat vereist extra maatregelen om de mondzorg toegankelijk te houden. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar complexe mondzorg flink. Zo kiezen vooral oudere patiënten steeds vaker voor een uitgebreide behandeling om hun gebit te behouden en minder snel voor een gebitsprothese. ABN AMRO verwacht in de komende jaren een toenemende druk op de toegankelijkheid van de mondzorg. Daarom is het volgens de bank van belang om duurzame personeelsstrategieën te ontwikkelen, zodat er per praktijk een bestendig tandheelkundig team beschikbaar is en blijft.

Eén op de vier nieuwe tandartsen verkiezen nul-praktijk boven overname van praktijk met patiënten

Naar verwachting daalt het aantal tandheelkundige praktijken, maar nemen deze wel in omvang toe. In de mondzorg wordt daarnaast steeds meer in teamverband gewerkt waardoor de taakdifferentiatie stijgt. Zo onderscheiden praktijken tal van functies, van preventie-assistenten tot mondhygiënisten. Verder vereist de steeds complexere zorgvraag meer maatwerk, waardoor tandartsen zich vaker op deelgebieden specialiseren. Steeds vaker ontstaan dan ook grotere mondzorgcentra die meerdere tandheelkundige disciplines en specialisaties onder één dak aanbieden. Zo is het aantal praktijken dat onderdeel is van een keten ook in 2023 verder gegroeid. Terwijl in 2021 één op de tien praktijken onderdeel was van zo’n keten geldt dit nu voor 13 procent van de tandartspraktijken. Ook de opmars van ‘nul-praktijken’ – een praktijk die wordt opgericht zonder overname van een patiëntenbestand – zet zich voort; maar liefst een kwart van de tandartsen verkiest een nul-praktijk boven het overnemen van een bestaande praktijk.

Innovaties kunnen bijdragen aan de kwaliteit en betaalbaarheid van de mondzorg

De mondzorg blijft in de komende jaren onder druk staan. Naast preventie kan innovatie een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit en betaalbaarheid van de mondzorg, volgens de bank. Zo komen tandheelkundige materialen, technieken en technologieën beschikbaar die de communicatie met de patiënt verbeteren. Daarnaast doen in de behandelkamer nieuwe IT-hulpmiddelen hun intrede, zoals mondscanners en 3D-implantaat printen. In plaats van het traditionele ‘happen’ wordt volstaan met een digitale afdruk van het gebit. Dit is een toepassing die zorgt voor perfect passende – en vaak complexe – tandheelkundige restauraties.

Lees het ABN AMRO rapport ‘Mondzorg in beeld 2024’.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Video: Floss ligatuur aanbrengen voor goede rubberdam isolatie

In deze video wordt gedemonstreerd hoe je eenvoudig een dubbele zelfsluitende floss ligatuur kan aanbrengen ter bevordering van een goede rubberdam isolatie.

Lees meer over: Partnervideo, Restaureren, Thema A-Z, Video | Podcast
De medisch gecompromitteerde patiënt

De medisch gecompromitteerde patiënt

De levensverwachting van de mens neemt jaarlijks toe. Het aantal chronische ziekten neemt ook toe met de leeftijd. Van alle 65-plussers in Nederland heeft namelijk 75% minimaal 1 chronische aandoening en 40% gebruikt dagelijks ≥ 5 medicijnen. Het aantal dentate ouderen stijgt ook en daarmee ook het aantal chronisch zieken.

Verslag van de lezing van dr. Robert van Es, kaakchirurg, tijdens de NWVT-cursus over de invloed van de mondgezondheid op de algehele gezondheid. Ook vertelde hij uitgebreid over de invloed van verschillende systemische ziekten op de tandheelkundige behandeling.

Mondgezondheid en de algehele gezondheid

De mondgezondheid beïnvloedt de algehele gezondheid op verschillende manieren:

  • Een goede kauwfunctie bevordert goede voedselopname en cognitieve functies op oudere leeftijd – en daarmee ook de kwaliteit van leven
  • Er is een sterke relatie tussen orale ontstekingen (parodontitis) en systemische ontstekingsziekten: diabetes, reumatoïde artritis, cardiovasculaire – en longziekten
  • Er zijn aanwijzingen dat deze interactie bi-directioneel is en invloed heeft op progressie, ernst en sterfte.

Er wordt gedacht dat parodontitis de algehele gezondheid verslechtert door een toename van systemische ontstekings-belasting. Echter hebben experimenten deze hypothese nog niet kunnen bewijzen. Parodontitis ontwikkelt zich in het algemeen voordat er verslechtering van de algehele gezondheid optreedt. Daarom kan de diagnose parodontitis als alarmsignaal dienen en kunnen patiënten erop geattendeerd worden dat hun lifestyle veranderd moet worden om gezondheidsrisico’s te verminderen.

Systeem ziekten en invloed op uw tandheelkundig (be)handelen

In deze cursus werden veel voorkomende medische aandoeningen en de consequenties hiervan op de tandheelkundige behandeling besproken.

Ten eerste is het belangrijk om een volledige anamnese af te nemen. Europese Medische Risico Registrerend Anamnese (EMRRH) is een sturend anamnesesysteem waarmee tandartsen en mondhygiënisten een adequate en volledige medische anamnese kunnen afnemen. Daarnaast kan de gezondheidsvragenlijst van de VMTI ook gebruikt worden om de medische anamnese af te nemen bij patiënten. Op basis van de ingevulde vragenlijst kan er een ASA-score toegekend worden aan de patiënt.

ASA-classificatie

  1. Gezond persoon zonder regelmatig medicatiegebruik
  2. Patiënt met systeemaandoening, zonder beperking van normale activiteiten
  3. Patiënt met ernstige systeemaandoening die hem beperkt bij normale activiteiten: tandheelkundige behandeling aanpassen
  4. Patiënt met ernstige systeemaandoening, chronisch bedreigend voor het leven: alleen tandheelkundige noodbehandeling
  5. Moribund: Verwacht te overlijden < 24 uur

Wanneer er een ASA-classificatie is toegekend aan de patiënt moeten er bij elk nieuw bezoek 3 vragen worden gesteld om de anamnese up-to-date te houden:

  • Bent u in de afgelopen periode nog bij een arts of specialist geweest? Zo ja, waarom?
  • Is er in de afgelopen periode nog iets aan uw gezondheid veranderd?
  • Is er aan de medicatie in de afgelopen periode iets veranderd? Wat en waarom?

Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk

Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk zijn hartziekten, longziekten, anafylaxie, nierfalen (en dialyse), afweerstoornissen (suikerziekte en corticosteroïdgebruik) en de oncologische patiënt. Deze aandoeningen en de consequenties hiervan worden hieronder besproken.

Hartziekten

Er zijn verschillende hartziekten zoals coronair lijden, ritmestoornissen en hartfalen.

Coronair lijden

Bij coronair lijden functioneert de slagader die naar de hartspier toe gaan slecht. Er is sprake van een vernauwing van de kransslagader en dit veroorzaakt een tekort schieten van bloedvoorziening naar het hartspierweefsel. De klachten die optreden zijn Angina pectoris en/of een hartinfarct.
Coronair lijden kan worden behandeld met therapieën zoals PTCA (dotteren) en CABG (bypassoperatie). Tegenwoordig wordt er al sneller besloten tot ingrijpen, namelijk al vanaf angina pectoris klasse II.
Patiënten waarbij onlangs stents zijn geplaatst krijgen vaak 2 typen antistolling medicatie. Het is dan niet verstandig om een chirurgische behandeling uit te voeren. Dan is het beter om te wachten met de behandeling tot de patiënt gestopt is met dubbele antistolling en overgegaan is op enkele antistolling.

Ritmestoornis

Een ritmestoornis van het hart is het gevolg van abnormale prikkelvorming of abnormale prikkelgeleiding. Wanneer het hart te snel gaat is er sprake van tachycardie en wanneer het hart te langzaam klopt is er sprake van bradycardie. De belangrijkste ritmestoornis is atriumfibrilleren. Patiënten met een ritmestoornis krijgen antistolling medicatie zoals een vitamine K antagonist of directe orale anticoagulantia(DOAC).

Hartfalen

Hartfalen is een toestand waarbij de pompfunctie van het hart tekortschiet. Hartfalen (decompensatio cordis) is de belangrijkste complicatie van praktisch alle hartaandoeningen.
Er zijn 2 soorten hartfalen; links-decompensatie en rechts-decompensatie. Links-decompensatie leidt tot longoedeem en tot kortademigheid bij inspanning en liggen. Rechts-decompensatie leidt tot perifere stuwing en als gevolg daarvan tot enkeloedeem en cyanose.

Consequenties van hartziekten op tandheelkundig (be)handelen

Een consequentie van een hartziekte is de kans op complicaties bij stress. Stress kan leiden tot een ernstige ritmestoornis of hartstilstand. Het is daarom belangrijk om stress tijdens de behandeling te voorkomen. Het is belangrijk om pijn en angst te bestrijden, de behandelduur te beperken en de patiënt niet te plat te laten liggen.

Adrenaline

Bij een instabiele angina pectoris (klasse III of IV) of wanneer een patiënt minder dan 3 maanden geleden een hartinfarct gehad heeft is het belangrijk om anesthesie zonder adrenaline te gebruiken.
De adrenaline plasmaconcentratie in rust is 0,035 ng/ml. Bij een acute stresssituatie kan de endogene adrenaline uitstoot oplopen tot 300 µg/min. Dit is een toename van de plasmaconcentratie 300x, namelijk tot 10,3 ng/ml. Indien een hele carpule locale anesthesie met adrenaline 1:200.000 resp 1: 80.000 intraveneus in het bloed komt wordt de adrenaline plasmaspiegel 1,8 resp 4,5 ng/ml.
De conclusie is dat eventuele stress-geïnduceerde endogene adrenaline uitstoot vele malen groter is en potentieel bedreigender dan de via uw carpule toegediende adrenaline in weefsel. Bij een gezonde volwassen patiënt kunnen veilig 8 carpules met 22,5 ug adrenaline worden toegediend.

Overige aandachtspunten

Wanneer een patiënt met een pacemaker bij u in de praktijk komt is het belangrijk om te vragen hoe oud de pacemaker is. Alleen wanneer een pacemaker ouder is dan 15 jaar kan er geen elektrochirurgie toegepast worden in de mond, bij nieuwe pacemakers is dit geen probleem.
Bij patiënten met orthostatische hypotensie is het belangrijk om de patiënt te laten wachten met opstaan wanneer de stoel rechtop gezet wordt.
Patiënten met een hartklepafwijking moeten antibiotica profylaxe nemen voor bepaalde tandheelkundige behandelingen i.v.m. de kans op endocarditis (zie de endocarditis profylaxe richtlijn).
Wanneer een patiënt met angina pectoris zich niet goed voelt en zijn/haar eigen medicijnen niet meegebracht heeft is het belangrijk om een nitrostat 0,4 mg tablet of nitrolingual 0,4 mg spray sublinguaal toe te dienen.

Obstructieve longziekten

Onder obstructieve longziekten vallen astma en COPD.

Astma

Astma bronchiale is een veel voorkomende aandoeningen en treft vooral jongere mensen. De symptomen van astma zijn ernstige aanvallen van kortademigheid met een verlengd piepend expirium en een snellere ademhaling (tachypnoe). Patiënten met astma hebben vaak ook last van atopische constitutie (eczeem).
Tandheelkundige consequenties van astma is de overgevoeligheid voor Ascal en NSAID’s. Bij een astma-aanval heeft de patiënt vaak een eigen salbutamol inhaler bij zich. In de praktijk kan eventueel ook een nood salbutamol inhaler aanwezig zijn. Bij een ernstige astma-aanval kan een hydrocortison ampul 100mg/2ml injectie nodig zijn.

COPD

COPD is een chronische longziekte die vaak voorkomt bij ouderen en rokers. De symptomen van COPD zijn kortademigheid met een piepend expirium en veel hoesten met slijm. Patiënten met COPD hebben een beperkte inspanningstolerantie.
Er zijn verschillende stadia van COPD, gebaseerd op basis van spirometrie (volgens Gold)

  • Stadium 1 = spirometrie >80%
  • Stadium 2 = spirometrie 80-50%
  • Stadium 3 = spirometrie 50-30%
  • Stadium 4 = spirometrie <30%

Met betrekking tot een tandheelkundige behandeling is het belangrijk om patiënten in de ochtend te behandelen omdat ze dat de minste klachten ervaren. Het is verder belangrijk om de patiënt voor de behandeling goed te laten ophoesten zodat er niet te veel slijm ophoopt tijdens de behandeling. Daarnaast moet de eigen medicatie geïnhaleerd worden voor de behandeling en is het aangeraden om in een hoek van 45 graden te behandelen.

Anafylaxie

Anafylaxie type I is een acute allergische reactie op een vreemde stof. Anafylaxie kan ontstaan als gevolg van een wespensteek, ACE-remmers en/of antibiotica. Er is altijd sprake van voorafgaande sensibilisatie.

Symptomen van de verschillende types anafylaxie

  1. Jeuk, urticarie, erytheem
  2. + oedeem, misselijkheid, braken, buikpijn, pijn op de borst
  3. + stridor, dysfagie, heesheid, dyspneu
  4. + cyanose, hypotensie, collaps, incontinentie, bewusteloosheid, ritmestoornis

Anafylaxie en reactie op lokaal anesthesie

Er is zelden een reactie op de lidocaïne in een anesthesie carpule. De vasoconstrictor adrenaline is een lichaamseigen stof en daarom krijgt de patiënt hier geen reactie op. Er is in sommige gevallen sprake van een allergische reactie op het conserveermiddel metabisulfiet.

Xylocaïne, citanest en mepivacaïne zijn soorten anesthetica verkrijgbaar zonder conserveermiddel die gebruikt kunnen worden wanneer de patiënt bekend is met anafylaxie. Echter het nadeel van deze soorten is dat ze niet lang houdbaar zijn.

Handelen bij anafylaxie

  • Leg de patiënt neer en het hoofd opzij
  • Adrenaline toedienen via een epi-pen
  • Clemastine (tavegil) 2 mg intramusculair
  • 100 mg hydrocortison intramusculair
  • Vrijhouden van de luchtweg en zo nodig nood tracheotomie
  • Snel transport naar het ziekenhuis

Nierfalen en dialyse

Nierfalen is een progressieve achteruitgang van de nierfunctie. Er sprake van een verminderde glomerulaire filtratie ratio (GFR). Klachten bij nierfalen zijn lang asymptomatisch maar later kan er misselijkheid, jeuk, oedeem, kortademigheid en polyneuropathie optreden. Oorzaken van nierfalen zijn diabetes mellitus, glomerulonephritis en nier-vaatziekten zoals chronische hypertensie. De dosis van de medicatie moet altijd aangepast worden op basis van de nierfunctie.

Er zijn verschillende stadia van nierinsufficiëntie

  1. >90 normale of verhoogde GFR
  2. 60-90 laaggradig functieverlies
  3. 30-60 matig functieverlies
  4. 15-30 zwaar functieverlies
  5. <15 eindstadium nierfalen

Orale verschijnselen

Orale verschijnselen van nierfalen zijn gingivahyperplasie door Ca-antagonist en cyclosporine. Vaak is er sprake van een slechte mondhygiëne dat leidt tot parodontitis. Verder kunnen xerostomie, halitose en smaakstoornis optreden. Daarnaast kunnen infecties zoals candida optreden en is er sprake van osteodystrofie (meer parodontale afbraak).

Tandheelkundige consequenties

De patiënt moet beschouwd worden als een patiënt met een afweerstoornis en verhoogde bloedingsneiging. De behandeling kan het beste uitgevoerd worden de dag na dialyse omdat er dan sprake is van minder bloedingsneiging door verbeterde bloedplaatjes en de minste afvalstoffen. Gebruik nooit NSAID’s. Het is belangrijk om de mondhygiëne te optimaliseren voor een niertransplantatie.
Na een niertransplantatie krijgen patiënten immuunsuppressie en daarom is er een verhoogde kans op infectierisico. Verder is een verhoogde kans op maligniteiten zoals plaveiselcarcinoom, non hodgkin lymfoom en Kaposi sarcoom.

Afweerstoornissen

Voorbeelden van afweerstoornissen zijn diabetes mellitus, auto-immuunziekten, chronische infectieziekten en kwaadaardige bloedziekten. Er wordt nu vooral gefocust op diabetes mellitus.
Diabetes mellitus is een relatief of absoluut te kort aan insuline en dit leidt tot ontregeling van de koolhydraatstofwisseling. Er is sprake van een gestoorde glucose-opname in de cel.

Tandheelkundige consequenties

Hypoglycemie is een tekort aan suiker. Dit ontstaat wanneer er wel insuline is gespoten maar wanneer er weinig is gegeten of wanneer er sprake is van stress. Dit kan leiden tot sufheid, trillen, transpireren en gapen. Het is daarom belangrijk om ‘s morgens te behandelen, kort na de maaltijd. Een andere consequentie van diabetes is een verhoogd infectierisico. Parodontitis, candidiasis, steekinfect en flegmone kunnen sneller voorkomen. Daarom is het belangrijk om extra aandacht te hebben voor de mondhygiëne en dentogene foci. Bij een infectie is het belangrijk om snel met antibiotica te starten.

Corticosteroïdgebruik

Corticosteroïden worden vaak toegepast voor het onderdrukken van chronische ontstekingsreacties. Daarom is er een verhoogde kans op infecties. Bij patiënten die corticosteroïden gebruiken en waarbij een invasieve behandeling nodig is, is het belangrijk om de dagdosis te verdubbelen en de volgende dag bij veel pijn en zwelling opnieuw de dagdosis te verdubbelen.

Oncologische patiënt

Er zijn verschillende soorten oncolytica. De klassieke chemotherapie blokkeert de celdeling van cellen maar ook van de afweer, slijmvliezen, parodontium en speekselklieren. Deze patiënten hebben vaak last van mucositis.
Tegenwoordig is er een verschuiving van klassieke chemotherapie naar middelen met een specifiek aangrijpingspunt: targeted therapie. Deze behandeling is afhankelijk van de specifieke biochemische eigenschappen van de tumor.

NIB’jes en MAP’jes

NIB’jes zijn kleine moleculen die de tumor-chemie in de cel blokkeren. MAB’jes zijn monoclonale antilichamen die de receptoren op een kankercel blokkeren.

Aan de buitenkant van een cel liggen receptoren die de groei van de cel stimuleert en in de kern ligt DNA. In een tumorcel is er sprake van veel celdeling.
Wanneer een groeireceptor gestimuleerd wordt is er sprake van signaaltransductie van die RAS>RAF>MEK>ERK-eiwitketen. Een MAB’je is een stof die op de receptor gaat zitten, de groeireceptor blokkeert en daarmee de groei van de cel laat stoppen.
Een NIB’je blokkeert de signaaltransductie ergens in de eiwitketen.

Bot-resorptie remmers

Bot-resorptie remmers worden toegepast ter preventie van botbreuken bij beenmerg-tumoren en bot-metastasen. Patiënten die botresorptie remmers gebruiken kunnen beter doorverwezen worden naar de kaakchirurg omdat er een hoog risico is op medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaak (MRONJ)

Ten slotte

Het is dus erg belangrijk om een volledige medische anamnese af te nemen bij de patiënten die bij je in de praktijk komen om voor een juiste behandeling te zorgen.
Een basisset noodmedicatie voor in de tandartspraktijk is aangeraden.

 

basisset noodmedicatie
________________________________________

Klik hier voor de vergrote versie.

Dr. Robert van Es behaalde in 1985 en 1990 resp. zijn tandarts- en arts-examen aan de RU-Utrecht en was van 1985-‘90 waarnemend algemeen praktiserend tandarts. Van 1990-‘92 was hij arts-assistent KNO-heelkunde in het Militair Hospitaal en MKA-chirurgie in het St. Radboud ziekenhuis te Nijmegen. Hij voltooide zijn opleiding tot MKA-chirurg in 1996 in het Academisch Ziekenhuis Utrecht. In 1998 was hij fellow in het Mt. Vernon Hospital te Londen ter specialisatie in maxillofaciale microchirurgie. Hij promoveerde in maart 2001 op de ontwikkeling van een proefdiermodel voor de behandeling van Hoofd-hals kanker.
Sinds 2001 is hij staflid op de afdelingen Mondziekten, Kaak- en Aangezichts-chirurgie van het Universitair Medisch Centrum en het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Sinds 2006 is hij tevens werkzaam in het Diakonessen Ziekenhuis te Utrecht.

Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Robert van Es tijdens NWVT-cursus

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Video: De afwerking van directe en indirecte composiet restauraties

In deze video wordt een methode gedemonstreerd hoe een optimale afronding van directe en indirecte composiet facings kan worden bewerkstelligd. Hierbij wordt de focus gelegd op een aantal oriëntatiepunten zoals de ‘hoeklijnen’, ‘incisale insnoeringen’ en de ‘buccale contour’.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen macro- en microstructuren (verticaal en horizontaal) in het tandoppervlak.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Video
Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Tijdens het NVvP congres checkten Fridus van der Weijden en Dagmar Else Slot feiten & fabels over preventie en verschillende producten die beschikbaar zijn voor de dagelijkse mondverzorging. Bekijk het overzicht hieronder.

Is een spoelmiddel met essentiële oliën een goede keuze voor dagelijks gebruik?

Er zijn veel artikelen over essentiële oliën waarvan een flink aantal klinische studies. Meerdere systematic reviews hebben de gegevens die in de internationale literatuur naar voren komen samengevat. Daaruit bleek dat spoelmiddelen met essentiële oliën een anti-plak en anti-gingivitis effect hebben. Van origine zijn deze spoelmiddelen geformuleerd met een alcohol basis. De vraag zou kunnen zijn: is het effect een gevolg van de essentiële oliën of van de alcohol? Uit onderzoek blijkt dat het toch echt de essentiële oliën zijn die het effect verzorgen. Het effect van alleen alcohol was vergelijkbaar met het effect van spoelen met water. Samengevat laat de wetenschappelijk literatuur zien dat voor een korte termijn spoelen chloorhexidine effectiever is maar dat er bij dagelijks gebruik voor de lange termijn geen verschil is tussen een spoelmiddel met chloorhexidine of essentiële oliën.

Maakt het niet uit wat voor tandpasta je gebruikt zo lang er maar fluoride inzit?

Fluoride tandpasta ontving in 1960 het seal van de American Dental Association waarmee verklaard werd dat fluoride een belangrijk bijdrage levert aan cariës reductie. Recent werd door een expert comité van de World Health Organization (WHO) fluoride bestempeld als een noodzakelijk en essentieel medicijn tegen cariës. Tinfluoride heeft iets extra’s. Het tin ion heeft namelijk ook een antibacterieel effect en het vormt een beschermend laagje wat bijvoorbeeld helpt tegen dentine overgevoeligheid. Opvallend was dat uit onderzoek blijkt dat poetsen met tandpasta geen extra effect heeft op de mate van plakverwijdering. De tandenborstel doet daarin het meeste werk. Je kunt je dan afvragen waarom we dan tandpasta gebruiken – los van dat de fluoride natuurlijk belangrijk is. In ieder geval voor een schoon en fris gevoel want de literatuur laat zien dat dit voor mensen een belangrijke reden is. Verder zijn er tandpasta met extra toevoegingen zoals producten die tanden witter maken. Ingrediënten die voorkomen dat tandplak minder snel terug groeit, zorgen dat de gingiva ontsteking vermindert, antitandsteen producten en stofjes tegen dentineovergevoeligheid. Kortom een heel scala aan extra ondersteuning van de dagelijkse mondverzorging waardoor er meer is voor onze patiënten dan alleen de fluoride.

Helpt het gebruik van tandfloss tegen cariës en gingivitis?

Met de publicaties van de onderzoeksgroep van Fridus en Dagmar in 2008 in de International Journal of dental Hygiene is het gebruik van floss aardig in opspraak geraakt. Het bleek dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat flossen helpt om tandplak, gingivitis of cariës te verminderen. De European Federation of Periodontology (EFP) stelt in haar richtlijn dat: “De eerste keus voor interdentale reiniging de rager is en als de interdentale ruimte deze niet toelaat andere interdentale mondhygiëne hulpmiddelen zoals floss overwogen kunnen worden.” Toch wordt er nog steeds onderzoek met floss gedaan. Bijvoorbeeld over dat er een verschil is tussen eerst flossen en dan poetsen in vergelijking met eerst poetsen en dan flossen. Dat bleek niet het geval te zijn. Er werd ook een flossdraad met een stukje verdikking onderzocht en vergeleken met een gewone flossdraad. Ook hierbij werd geen verschil gevonden. Heeft het misschien nut om een knoopje in het flossdraad te leggen en dan te flossen? Op de plakscore scheelde het een beetje maar er was geen effect op de mate van bloeding. Het bleek wel motiverend te werken. Patiënten vonden het prettiger aanvoelen en hadden het idee dat het beter werkte. Concluderend blijkt dat het effect van floss teleurstellend is en er beter een andere keuze gemaakt kan worden om tussen de tanden en kiezen te reinigen.

Zijn rubberen interdental stokers dan een alternatief voor floss?

Uit Zweeds onderzoek blijkt dat van de volwassenen 12% regelmatig flossdraad gebruikt en 46% houten tandenstokers. Deze voorkeur voor een stoker is van invloed op de compliance van onze patiënten voor de dagelijkse interdentale reiniging. Daarin zou een rubberen tandenstoker een rol kunnen spelen. Het eerste klinische onderzoek stamt uit 2006 waarbij floss werd vergeleken met een rubberen stoker. De rubberen stoker was hierbij niet verschillend van floss. Dit werd ook in ander onderzoek bevestigd. De rubberen stoker werd vergeleken met een rager en hierbij werd geen verschil gezien. Er is zelfs een klinisch onderzoek waarbij een rubberen stoker beter bleek dan een hele kleine rager. Uit laboratoriumonderzoeken waarin gebitsmodellen worden gebruikt blijkt toch dat een rager het beter doet dan een rubberen stoker qua plakverwijdering. Een reden voor de onderzoeksgroep van ACTA om een systematisch review van de beschikbare literatuur te doen. Daaruit blijkt dat de rubberen stoker een effect heeft op plak en gingivitis maar dat het bewijs is zwak. Wat wel duidelijk naar voren kwam uit alle geïncludeerde onderzoeken was dat de patiënt een rubberen stoker wel erg prettig vindt in het gebruik. Daarmee zijn ze zeker een goed alternatief voor floss.

Is een monddouche effectief of spoelt die alleen maar etensresten weg?

De monddouche bestaat al heel lang en kreeg op basis van het klinische onderzoek in 2017 seal van de American Dental Association. Uit het beschikbare onderzoek komt geen effect op de plaque score naar voren maar wel een reductie van gingivitis. Recent is door Network Meta Analyse naar de verschillende producten voor interdentale reiniging gekeken. Deze manier van analyseren maakt het mogelijk om alles met elkaar te vergelijken in 1 model waaruit dan een hiërarchie naar voren komt. Daaruit bleek dat interdentale ragers en de monddouche als meest effectieve producten rankten. Omdat een monddouche werkt op basis van schuifkrachten die veroorzaakt worden door krachtig snelstromend water, is het effect in een smalle ruimte groter dat in een open approximale ruimte. Daarom is de monddouche met name geschikt voor gingivitis patiënten en dus niet zo zeer voor mensen met parodontitis. Een monddouche doet dus meer dan alleen etensresten wegspoelen.

Afsluiting

In recent artikel uit hun onderzoeksgroep is geëvalueerd in hoeverre mensen in het kader van een niet-chirurgische parodontale behandeling mondverzorgingsadviezen ook opvolgen. Het blijkt dat mensen langer gaan poetsen, vaker een elektrische tandenborstel, tandenstokers en interdentale ragers gaan gebruiken. Het is goed om te zien dat met ‘feiten’ onderbouwde adviezen hun opvolging krijgen bij onze patiënten.

Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde af al tandarts, promoveerde en werd benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’ aan ACTA. Door zijn wetenschappelijke oeuvre verwierf hij meerdere (inter)nationale prijzen onder andere van de NVvP, het Ivoren Kruis, de IADR en de ORCA. Hij is erkent als tandarts-parodontoloog door de NVvP en tandarts-implantoloog door de NVOI. Het grootste deel van zijn carrière verdeelt hij zijn tijd tussen Paro Praktijk Utrecht, Implantologie Utrecht en de sectie Parodontologie van ACTA.

Prof. dr. Dagmar Else Slot is opgeleid tot mondhygiënist en heeft daarnaast een onderwijskundige achtergrond, is klinisch epidemioloog en heeft een MBA afgerond. Zij is benoemd bij ACTA als hoogleraar ‘Preventie in de Mondzorg’ en voelt zij zich zeer verbonden met de dagelijkse klinische praktijk en de mondhygiënist in het bijzonder. Zij verdeelt momenteel haar tijd tussen sectie Parodontologie van ACTA, de mondzorgpraktijk, de master HGZO en het International Journal of Dental Hygiene.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden en prof. dr. Dagmar Else Slot tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Grotere kans op tandverlies bij patiënten met HIV

Grotere kans op tandverlies bij patiënten met HIV

Volgens een onderzoek gepubliceerd in BMC Oral Health kunnen postmenopauzale vrouwen met HIV meer tandverlies ervaren. Het tandverlies is een gevolg van de afbraak van trabeculaire botmicroarchitectuur. Deze studie evalueert de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis bij postmenopauzale vrouwen met en zonder HIV.

Patiënten met HIV

IL-1β, IL-6 en TNF-α zijn pro-inflammatoire cytokines en worden geassocieerd met orale ontstekingen zoals parodontitis en met botresorptie. Patiënten met HIV (PWH) lopen daarom een hoger risico op het ontwikkelen van parodontitis vergeleken met patiënten zonder PWH. Anti-retrovirale therapie (ART) kan zorgen voor een verlaging van pro-inflammatoire cytokines en kan ervoor zorgen dat patiënten met HIV een hogere levensverwachting hebben.

Botverlies

Volgens gegevens hebben oudere vrouwen vaker botverlies en botbreuken dan jongere vrouwen en mannen. Dit kan het gevolg zijn van de menopauze en afname van oestrogeen. Echter lijkt het risico op factureren van de mandibula niet toe te nemen met de leeftijd. Er is wel aangetoond dat oudere PWH-patiënten in de menopauze een groter botverlies hebben dan de algemene bevolking. Ook is ontdekt dat vrouwen na de menopauze met PWH een lagere botmineraaldichtheid en groter longitudinaal botverlies hebben dan postmenopauzale vrouwen zonder HIV.

Onderzoek

135 vrouwen namen deel aan het onderzoek om de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis te evalueren. 76 van de 135 vrouwen met PWH ondergingen anti-retrovirale therapie. De overige 59 vrouwelijke deelnemers hadden geen PWH. Er werden bij alle deelnemers parodontale onderzoeken gedaan waarbij de pocketdiepte, het klinische aanhechtingsniveau en bloeding na sonderen werd gemeten. Met behulp van intra-orale röntgenfoto’s werd de hoogte van de alveolaire top gemeten.

Resultaten

De resultaten lieten zien dat vrouwen met PWH een significante vermindering van het aantal tanden vertoonden vergeleken met vrouwen zonder PWH. Daarnaast was op de röntgenfoto’s meer alveolair botverlies te zien bij vrouwen met PWH en vertoonden zij een hogere expressie van een belangrijke cytokine betrokken bij parodontitis, GCF RANKL.

Conclusie

De hogere expressie van GCF RANKL en een verslechtering van de alveolaire trabeculaire botmicroarchitectuur bij postmenopauzale vrouwen met HIV leiden tot meer tandverlies.

Bron:
BMC Oral Health

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
dental expo

Dental Expo 2024: informatief, verrassend en gezellig! 14, 15 en 16 maart, Amsterdam

Rai Amsterdam opent op 14, 15 en 16 maart 2024 weer haar deuren voor de Dental Expo: al jaren een begrip binnen de mondzorg. Ontmoet nieuwe en bekende exposanten, volg een kennissessie of workshop of tref studiegenoten tijdens de reünie.

Kom naar de Dental Expo en voor gratis toegang gebruik code GR1660. Aan de deur zijn de kosten voor een kaartje €17.50. Voor meer info: dentalexpo.nl

Karma Dentistry theater met workshops

Onderscheidend dit jaar is het groots opgezette karma dentistry theater in samenwerking met Excent waarbij kosteloos workshops worden gegeven door onder andere Bart Beekmans, Marco Gresnigt, Edris Rasta en vele anderen.

Hands on workshops

Op het Edin Kennistheater kun je, tevens kosteloos, hands on workshops volgen die direct toepasbaar zijn in de praktijk. Denk hierbij aan een cursus slijpen, goed werkgeverschap of het maken van noodkronen. Voor het voltallige team, voor elk wat wils.

 

dental expo

Gratis toegang met code

Kom naar de Dental Expo en voor gratis toegang gebruik code GR1660. Aan de deur zijn de kosten voor een kaartje €17.50

Voor meer info: dentalexpo.nl

 

Lees meer over: Dental Expo, Markttrends, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Thema A-Z
kaakpijn

Cnm-positieve S. mutans zorgen voor meer cerebrale microbloedingen

Bij patiënten met een beroerte die Cnm-positieve streptococcus mutans (S. mutans) bacterie in hun mond hadden werden hogere aantallen van diepe, lobaire cerebrale microbloedingen gevonden volgens een studie gepubliceerd in het European Journal of Neurology

S. mutans

Streptococcus mutans, een belangrijke cariogene bacterie die het collageenbindende eiwit Cnm tot expressie brengt. Ongeveer 90% van de algemene bevolking heeft S. mutans in hun mond. S. mutans leeft in tandplaque en is bekend als veroorzaker van tandbederf. Bacteriën in de mond, waaronder Cnm-positieve S. mutans, veroorzaken endocarditis. En volgens de studie gaan microbloedingen in de hersenen vooraf aan intracerebrale bloeding bij infectieuze endocarditis.

Effecten van Cnm-positieve S. mutans

De effecten van Cnm-positieve S. mutans zijn het induceren van cerebrovasculaire ontsteking, het aantasten van de bloed-hersenbarrière en veroorzaken van hersenbloedingen. Cerebrale microbloedingen beïnvloeden de lange termijn prognose van patiënten met een beroerte.

Verband Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen

De auteurs publiceerden eerder literatuur over een verband tussen S. mutans die Cnm tot expressie brengen en een verhoogd risico op diepe cerebrale microbloedingen. Verder was ook gevonden dat bij beroerte-gevoelige ratten, die Cnm-positieve S.mutans intraveneus kregen toegediend, verergerde bloedingen plaatsvonden in de corticale en diepgrijze hersenmaterie. Het blijft echter onduidelijk hoe Cnm-positieve S. mutans bijdragen aan microbloedingen in het lobaire gebied van de hersenen van mensen.

Verder onderzoek naar Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen

De auteurs voerden een retrospectieve studie uit waarbij 428 patiënten met een beroerte orale bacteriële onderzoeken hadden ondergaan, om de associatie tussen Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen verder te onderzoeken. Bij 76% van de patiënten was S. mutans gevonden en 24% hadden de ziekteverwekker niet in hun mondholte. In de groep waarin S. mutans werd gedetecteerd in de mondholte hadden 72 patienten Cnm-positieve S. mutans en 254 hadden Cnm-negatieve S. mutans.

De auteurs schreven dat Cnm-positieve S. mutans significant gerelateerd was aan de aanwezigheid van meer dan 10 cerebrale microbloedingen.

Conclusie

Als conclusie van het onderzoek schreven de auteurs dat Cnm-positieve S. mutans geassocieerd waren met een hoger aantal van lobaire en diepe cerebrale microbloedingen. Het reduceren van de bacteriën in de mondholte zou kunnen dienen als een nieuwe behandeling voor patiënten met een beroerte.

Maar er waren verschillende beperkingen van het onderzoek zoals uitkomstgegevens die niet werden verzameld omdat het onderzoek retrospectief werd uitgevoerd. Om de effecten van Cnm-positieve S. mutans te evalueren voeren de onderzoekers een prospectieve studie uit.

Bron:
The European Journal of Neurology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Effecten van systemische antibiotica afhankelijk van het stadium en graad parodontitis

Effecten van systemische antibiotica afhankelijk van het stadium en graad parodontitis

De klinische praktijkrichtlijn voor de behandeling van stadium I tot en met III parodontitis laat zien dat antibiotica voordelige en nadelige effecten hebben als aanvulling op subgingivale instrumentatie. Volgens de richtlijn kan systemische antibiotica worden overwogen in specifieke gevallen, zoals stadium III en IV gegeneraliseerde parodontitis bij jongvolwassenen.

Studie

De studie onderzoekt of het stadium en de graad van parodontitis de behandelresultaten kan beïnvloeden bij het voorschrijven van systemische antibiotica als aanvulling op subgingivale instrumentatie. De studie werd uitgevoerd bij patiënten tussen de 18 en 75 jaar bij wie ernstige chronische en agressieve parodontitis was vastgesteld.

Randomisatie op basis van het stadium parodontitis en rookstatus werd uitgevoerd om patiënten in te delen in de antimicrobiële behandelingsgroep of de placebogroep.
Nadat supra- en subgingivale reiniging werd uitgevoerd kreeg de ene groep amoxicilline 500 mg en metronidazol 400 mg, driemaal daags gedurende zeven dagen en de andere groep kreeg placebopillen. Na ten minste twee maanden werd een herevaluatie uitgevoerd en alle patiënten kregen onderhoudstherapie met tussenpozen van drie maanden.
Daarnaast werd herclassificatie volgende classificatie van parodontitis uit 2018 uitgevoerd en het behandelingseffect werd beoordeel aan de hand van het percentage per patiënt van locaties met nieuw klinisch aanhechtingsverlies (PSAL) ≥1,3 mm. De baselinemeting werd vergeleken met 27,5 maanden.

Resultaten

De patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III en IV vertoonden wanneer ook antibiotica werden voorgeschreven een significant lagere PSAL ≥1,3 mm, reductie van de pocketdiepte en een lager percentage plaatsen met pocketdiepte ≥ 5 mm, vergeleken met de placebogroep.
Patiënten met parodontitis graad C in de met antibiotica behandelde groep hadden een lagere PSAL ≥1,3 mm vergeleken met de placebogroep.

Bij patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III en graad C leidde het gebruik van aanvullende systemische antibiotica tot een klinisch voordeel van een lagere incidentie van nieuw bijkomend verlies van klinische hechting na 27,5 maanden. Daarnaast vertoonden patiënten met gegeneraliseerde parodontitis stadium III of IV en graad C significant hogere frequenties voor het bereiken van het eindpunt (minder dan 5 plaatsen met pocketdiepte van ≥ 5 mm).

Het gebruik van antibiotica bij patiënten met gelokaliseerde parodontitis stadium III en patiënten met parodontitis graad B resulteerde niet in een klinisch voordeel bij reductie van de pocketdiepte of PSAL ≥1,3 mm na 27,5 maanden.

Conclusie

Door systemische antibiotica amoxicilline en metronidazol toe te dienen als aanvulling op subgingivale instrumentatie kan een groter klinisch voordeel en minder extra verlies van klinische hechting optreden ondanks enkele beperkingen van de studie.
Toekomstige onderzoeken moeten alle patiënten volgens de richtlijn uit 2018 classificeren.

Bron:
European Federation of Periodontology

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z