Motieven van ouders voor het kiezen van fluoridevrije mondverzorgingsproducten

Ouders die kiezen voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten voor hun kinderen doen dit uit angst voor het ontstaan van gezondheidsproblemen. Hun keuze kan niet wetenschappelijk onderbouwd worden en is vooral gebaseerd op informatie van het internet en sociale mediakanalen. Dit blijkt uit kwantitatief, kleinschalig onderzoek door studenten Mondzorg van Hogeschool Utrecht.

Onderzoeksmethode

Voor het huidige onderzoek is er gebruik gemaakt van een beschrijvend kwalitatief onderzoekdesign. De onderzoekspopulatie voor dit onderzoek bestond uit ouders die fluoridevrije mondverzorgingsproducten gebruikten.  Het onderzoek is uitgevoerd middels een selecte, doelgerichte steekproef die gecombineerd is met de sneeuwbalmethode. Het onderzoek bestond uit een deelname van zes participanten. De dataverzameling werd uitgevoerd middels semigestructureerde interviews die telefonisch werden afgenomen. Hierbij werd er gebruik gemaakt van een interviewdraaiboek. De interviews werden volledig en letterlijk getranscribeerd. De data-analyse is door de twee onderzoekers uitgevoerd, waarbij het open en axiaal coderen onafhankelijk van elkaar is gedaan. Na het grondig doorlopen van de twee fasen zijn de onderzoekers vóór het selectief coderen bijeengekomen om de coderingen naast elkaar te leggen. De onderzoekers hebben de resultaten handmatig gedoceerd waarna zij tot een consensus kwamen voor de conclusie.  Tot slot is er consensus bereikt door de onderzoekers voor de totstandkoming van de resultaten en conclusie.

Klik hier voor vergrote versie

Resultaten

Participanten zijn overwegend goed op de hoogte van de positieve effecten van fluoride op het gebit. Echter wogen de negatieve effecten van fluoride voor hen zwaarder. Angst voor het ontwikkelen van gezondheidsproblemen, zoals alzheimer, angst voor vergiftiging van het lichaam, aantasting van de hersenen, het immuunsysteem en het zenuwsysteem waren voor de participanten de belangrijkste redenen om te kiezen voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten. Belangrijkste informatiebronnen voor participanten hierover waren met name de eigen omgeving, websites en sociale mediakanalen zoals Facebook. Als alternatieve keuze om het cariësrisico te verlagen, werden zelfzorg en het reduceren van suikerinname genoemd. Mondzorgprofessionals waren bij meer dan de helft van de participanten niet op de hoogte van hun keuze voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten. Bij de overige participanten benadrukte de mondzorgprofessional kort de positieve effecten van fluoride.

Conclusie

De resultaten laten zien dat niet-fluoride gebruikers angst hebben voor het ontstaan van gezondheidsproblemen bij een overmaat aan fluoride. Hun informatie kon niet wetenschappelijk onderbouwd worden en was vooral afkomstig van het internet en sociale mediakanalen. Niet-fluoride gebruikers nemen onvoldoende maatregelen om het risico op ontwikkeling van cariës te beperken. Tot slot is het niet bekend of er vanuit de mondzorgprofessionals wel of geen begrip was voor de keuze van de niet-fluoride gebruikers, omdat de mondzorgprofessional hiervan niet bij alle participanten op de hoogte waren.

Poster ontwikkeld door:
Arzu Celik en Nurcan Özkurt-Turkmen, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Wolter Brands en Jan Willem Vaartjes

KNMT en ANT fusieplannen: “De verschillen zijn niet heel groot meer”

In juli ondertekenden de besturen van de KNMT en ANT een intentieverklaring voor een fusie van beide verenigingen per 1 januari 2021. In een artikel op KNMT.nl praten KNMT-voorzitter Wolter Brands en ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes over de redenen voor dit samengaan.

Eerdere samenwerking

De afgelopen jaren werkten de KNMT en ANT al geregeld samen, bijvoorbeeld voor de Geschilleninstantie Mondzorg (SGIM). Waarom dan nu toch fusiebesprekingen? Voor de ANT zijn de veranderende inzichten met de coronacrisis als katalysator de reden. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes zegt: “Als voorzitter sprak ik regelmatig leden die vonden dat de ANT en de KNMT moesten samengaan. Ik was daar nooit een voorstander van: de ANT hield de KNMT scherp.” Het bestuur van de ANT is inmiddels om. De manier van samenwerken van de beide beroepsverenigingen in de Mondzorgalliatie is de belangrijkste reden. Dit overtuigde Vaartjes dat tandartsen veel baat kunnen hebben bij één sterke vereniging die handelt zoals nu gebeurt in coronatijd.

KNMT deelt overtuiging

De KNMT deelt de overtuiging van de ANT. KNMT-voorzitter Wolter Brands gaf aan dat de gedachte aan zoiets als een fusie al geruime tijd leefde. “Ik herinner me nog dat medebestuurslid Henk Donker mij belde: de ANT had hem informeel benaderd met de vraag of we openstonden voor verkennende gesprekken. Natuurlijk wilden wij dat, we zijn er volmondig op ingegaan.”
Zowel Vaartjes als Brands zijn ervan overtuigd dat ze elkaar ook zonder de coronacrisis zouden hebben gevonden. Brands: “De verschillen zijn niet heel groot meer. Zo beschouwd is het hebben van twee beroepsorganisaties die nota bene door stakeholders tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld, contraproductief.”

Nieuwe vereniging

Het doel van de voorzitters is dat de nieuwe vereniging vanaf januari 2021 begint met een bestuur van acht personen, vier van de ANT en vier van de KNMT. Het streven is uiteindelijk een bestuur van vier of vijf personen.” Het bestuur moet volgens de voorzitters een vereniging gaan leiden die de goede aspecten van beide verenigingen meeneemt. Brands noemt als voorbeeld de snelheid en alertheid van de ANT. “Bij de KNMT werd voorheen bij een belangrijke ontwikkeling vaak lang nagedacht, gewikt en gewogen voor er een reactie kwam. Maar dan lag er ook een buitengewoon gedegen stuk. De ANT had dan meestal allang een reactie klaar. Minder gedegen misschien, maar vaak wel adequaat. Inmiddels hebben wij het zo georganiseerd dat we gedegen én snel reageren. En dat neem ik graag in de nieuwe organisatie mee.”

Ondersteunend bureau

Vaartjes noemt het gedegen bureau van de KNMT als voordeel van de fusie. Het ANT-bureau is veel kleiner, waardoor bestuursleden veel zelf moeten doen, zegt hij. ”Wij zijn als het ware onze eigen beleidsmedewerker. Dat heeft natuurlijk voordelen. Zo zit je erg goed in de meeste dossiers. Maar het is ook niet altijd handig. Het maakt het bijvoorbeeld lastiger om een onderwerp op afstand te beschouwen. Met een vakkundig en uitgebreid bureau houd je als bestuurder gewoon meer tijd over voor de echt belangrijke onderwerpen. Kwesties die niet per definitie door een bestuurder moeten worden behandeld, kunnen we aan het bureau overlaten. Die luxe lijkt mij en mijn collega’s een verademing.”

Andere aspecten in nieuwe vereniging

Ook andere aspecten willen de voorzitters terugzien in de nieuwe vereniging. Voor de KNMT zijn dat bijvoorbeeld het sterke bureau, het eigen gezicht, de goede contacten met stakeholders, de kennis, ervaring en gedegenheid, schrijft de KNMT op haar website. Vaartjes noemt in het artikel als belangrijk aspect het DNA van de ANT: de scherpte en snelheid van reageren. Ook het lef, het avontuur aangaan en dingen durven doen, ziet Vaartjes als belangrijke kenmerken van de ANT.

Ideeën en uitgangspunten stemmen behoorlijk overeen

De voorzitters vinden dat er nog maar weinig is dat een fusie in de weg kan staan. “Uit de intensieve gesprekken die alle bestuurders nu met elkaar voeren, blijkt dat de ideeën en uitgangspunten behoorlijk overeenstemmen”, aldus beide voorzitters. “We vliegen de onderwerpen soms alleen op een wat andere manier aan, maar uiteindelijk is het uitgangspunt nagenoeg altijd hetzelfde. De verschillen die er zijn, daar komen we wel uit. Voor ons als bestuurders is falen in dit voorbereidende stadium geen optie meer. Maar dat gaat ook niet meer gebeuren, wij leggen onze leden een goed plan voor”.

Leden kiezen

De leden moeten uiteindelijk instemmen met de fusieplannen. De beide voorzitters maken zich hierover weinig zorgen. Brands: “De fusie wordt dan ook dusdanig goed voorbereid dat ja zeggen voor onze leden de enige logische en dus juiste keuze is.” Voor de ANT geldt hetzelfde.
Vaartjes: “Ook wij hebben al heel veel positieve reacties ontvangen, maar er zijn ook leden die oprecht bang zijn dat het ANT-DNA met de komst van de nieuwe vereniging verdwijnt. Het is aan ons als bestuur om hen duidelijk te maken hoe we dat DNA een plek gaan geven binnen die nieuwe vereniging en hoe we voorkomen dat het binnen één, twee jaar weer weg is. Dan heb je het over de bestuurssamenstelling, aftreedschema’s, samenwerking met het bureau en dat soort zaken. Daarover zijn nu allemaal afspraken op voet van gelijkwaardigheid gemaakt.”

Bron:
KNMT
dental INFO: KNMT en ANT tekenen intentieverklaring samengaan

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
daling

Tandartsbezoek bijna gehalveerd in tweede kwartaal

In april, mei en juni bezochten minder mensen de tandarts vanwege de coronacrisis. Het aantal patiënten bij de tandarts halveerde bijna, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In het tweede kwartaal van dit jaar bezocht 11 procent van de mensen hun tandarts, tegen 20 procent in dezelfde periode vorig jaar.

Ook het huisarts bezoek verminderde – van 28 naar 23 procent. De bezoeken aan medisch specialisten verminderden eveneens.

bezoek-tandarts-2e-kwartaal-2020-cbs
Tabel: CBS

Het onderzoek liet ook zien dat mensen in het tweede kwartaal van dit jaar iets positiever waren over hun eigen gezondheid. Uit het onderzoek blijkt ook dat in het tweede kwartaal iets meer mensen positief waren over hun eigen gezondheid, ondanks de coronacrisis.
Bron:
CBS

Lees meer over: Corona, Markttrends, Thema A-Z

Gouden tand voor Bengaalse tijger

Wie dacht dat alleen stoere rappers gouden tanden hebben heeft het mis. Een Bengaalse tijger uit Duitsland genaamd Cara heeft nu ook een gouden kroon op haar hoektand gekregen om haar tand te repareren.
De zesjarige tijger van ruim 55 kg kan zo in het rijtje met Beyonce, Pharrell en Rihanna met haar edelmetalen gebit. De kroon was nodig omdat ze haar hoektand had gebroken terwijl ze op een speeltje kauwde.

Internationaal team

Een internationaal team van experts kwam naar Massweiler in West-Duitsland om Cara te helpen. In 2013 werd de tijger volgens nieuwsverslagen in beslag genomen van een privé-eigenaar, waarna ze werd ondergebracht in een opvangcentrum daar.

Twee procedures, maar tand lijkt af te breken

Om de tijgers gebit te repareren onderging ze eerst een ingewikkelde procedure bestaande uit twee onderdelen: een om haar beet te herstellen en een om ervoor te zorgen dat ze geen pijn meer had tijdens het eten. Tijdens dit proces vonden de tandartsen echter groeven in haar tand. Het zag ernaar uit dat de hoektand elk moment kon afbreken, en dit moest natuurlijk voorkomen worden.

Oplossing: gouden tand

Onlangs werd de permanente oplossing gevonden: een kroon voor op de hoektand. De tandartsen maakten een gipsafdruk van de tand om de kroon te kunnen maken. Daarna werd de hoektand schoongemaakt en geschuurd zodat de gouden kroon erop kon worden gecementeerd.
Weten hoe de procedure in zijn werk ging? Bekijk de video hieronder

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

AI vindt mandibulaire kanalen en helpt tandartsen

Voor een tandheelkundige implantaatoperatie moeten tandartsen de exacte locatie van het mandibulaire kanaal weten. Onderzoekers hebben met behulp van kunstmatige intelligentie een methode ontwikkeld die dit kan doen en het herstelproces voor tandartsen gemakkelijker kan maken.

Complexe structuur

Het kanaal is een complexe structuur aan beide zijden van de onderkaak en bevat de alveolaire zenuw. De exacte locatie moet bekend zijn om de grootte en positie van het implantaat te kunnen bepalen.

Arbeidsintensieve taak

Doorgaans worden röntgen- en computertomografie (CT)-modellen gebruikt om dergelijke structuren handmatig te detecteren en diagnosticeren. Dit is een arbeidsintensieve en tijdrovende taak. Een geautomatiseerde manier zou het werk van tandartsen en radiologen en het plaatsen van implantaten veel gemakkelijker kunnen maken.

Model gebaseerd op neurale netwerken

Onderzoekers van het Finse Centrum voor Kunstmatige Intelligentie, het Tampere Universitair Ziekenhuis, Planmeca en het Alan Turing Institute hebben een nieuw model ontwikkeld dat nauwkeurig en automatisch de exacte locatie van de mandibulaire kanalen laat zien in simpele gevallen zonder abnormaliteiten, zoals tumoren.
Het model is gebaseerd op kunstmatige neurale netwerken. De onderzoekers hebben het model getraind met behulp van een dataset bestaande uit 3D-conusbundel-CT (CBCT)-scans. Het model is volgens de groep snel en data-efficiënt.

Dataset van CBCT-scans

De studie omvatte 637 dentomaxillofaciale CBCT-scans van 594 patiënten waarbij de mandibulaire kanalen grof geannoteerd werden. Een dataset van 15 scans werd nauwkeurig geannoteerd en gebruikt voor modelevaluatie.
Beste geautomatiseerde methode
De voorspellingsnauwkeurigheid van het deep-learning model was 0,5 mm voor ongeveer 90% van de mandibulaire kanaallengte, wat volgens de auteurs meer dan voldoende wordt geacht voor chirurgische implantaatchirurgie. Dit is beter dan de statistische vormmodellen die tot nu toe de beste geautomatiseerde methode waren.

Complexere gevallen ander verhaal

Deze nauwkeurigheid geldt voor de simpele gevallen – de meeste patiënten die de tandarts bezoeken vallen in deze categorie. De eerste auteur van het artikel gepubliceerd in Nature Scientigic Reports zegt: “In complexere gevallen kan het nodig zijn om de schatting aan te passen, dus we hebben het nog niet over een volledig stand-alone systeem.”

Niet radiologen vervangen maar helpen

Ook voert de AI-methode de klus elke keer even snel en nauwkeurig uit. “Het doel van dit onderzoek is echter niet om radiologen te vervangen, maar om hun werk sneller en efficiënter te maken, zodat ze tijd hebben om zich te concentreren op de meest complexe gevallen.”
Bron:
Nature Scientific Reports

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z

Mondtapen: een nieuwe trend?

Dé manier om je mond gezond te houden en kilo’s af te vallen? Plak je mond ’s nachts dicht, aldus de nieuwe trend mondtapen, waarover wij lazen in internationale media. Zo zou je je mond beschermen tegen ziekteverwekkers en ben je minder vatbaar voor bijvoorbeeld slaapapneu en bruxisme.

Meer dan een absurde gewichtsverliestrend

Het klinkt eigenlijk als een nieuwe absurde afvaltrend, je mond dichttapen om zo gewicht te verliezen. Het blijkt echter dat het meerdere gezondheidsvoordelen met zich meebrengt. Als je erover nadenkt is het eigenlijk best logisch: wanneer je mond dicht zit moet je wel door je neus ademen. Volgens Mark Burhenne van AskTheDentist.com word je dan meer uitgerust wakker en zonder droge mond of zere keel.

“Nasale ademhaling verhoogt de productie van stikstofmonoxide in de sinussen, wat in verband wordt gebracht met verminderde ontsteking, verbeterde slaap, verbeterd geheugen en een algehele toename van de immuunsysteemfunctie,” zegt de tandarts. Verder bevordert het de darmfunctie en zo kracht, uithoudingsvermogen en gewichtsverlies.

Wat is er slecht aan door je mond ademen?

Wanneer je door je mond ademt mis je niet alleen de hierboven genoemde voordelen, maar heb je ook een grotere kans op hoge bloeddruk en hartproblemen, en kan je stressreactie worden verhoogd.

Mondgezondheid

Neusademhaling heeft vooral ‘s nachts de voorkeur boven mondademhaling. Mensen die met open mond slapen zijn ook meer vatbaar voor slaapapneu en bruxisme, aldus Ask The Dentist. Daarnaast leidt mondademhaling tot een droge mond waardoor het remineralisatieproces van de tand wordt verstoord en het orale microbioom uit balans raakt. Een studie uit 2016 suggereerde aan dat mondademhaling tijdens de slaap is gekoppeld aan een zuurdere orale omgeving. Dit kan tanderosie en cariës bevorderen.

Overdag oefenen

Door je mond ‘s nachts dicht te tapen zou je dit allemaal moeten kunnen voorkomen. Om de angst te verminderen raden experts aan om eerst overdag te oefenen voordat je je mond tijdens het slapen bedekt. Je kan ook eerst een deel van je mond dichttapen. Tot slot adviseren ze om speciaal ontwikkelde plakstrips te gebruiken, zo voorkom je dat er lijmresten op je lippen blijven vastzitten.

Bron:
ZWPonline
University of Otago 
Everyday Health

 

 

Lees meer over: Markttrends, Opinie, Thema A-Z
Muzikale tandenborstels zingen ‘Never Gonna Give You Up’

Video: Muzikale tandenborstels zingen ‘Never Gonna Give You Up’

Dankzij een knap staaltje techniek kreeg youtuber Device Orchestra het voor elkaar om vijf elektrische tandenborstels, twee typmachines en een strijkijzer de hit van Rick Astley te laten zingen.

Hey is niet de eerste keer dat Device Orchestra een nummer covert met elektrische tandenborstels. Hij bracht eerder ook al een eigen versie uit van o.a. ‘Bad guy’ en ‘Take On Me’. Op veler verzoek van zijn fans was het nu de beurt aan ‘Never Gonna Give You Up’. Het resultaat mag er wezen. Kijk zelf maar:

Bron:
Device Orchestra

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Aften

Aften tonen mogelijk verband met COVID-19

Aften in de mondholte zouden in verband kunnen worden gebracht met een SARS-CoV-2-infectie, die COVID-19 veroorzaakt, volgens een artikel dat is gepubliceerd in vakblad Oral Diseases.

Een verband is mogelijk, aangezien laesies in de mond vaak verkeerd worden gediagnosticeerd vanwege het ontbreken van een intra-oraal onderzoek, evenals de ernst van andere pathologische processen die kunnen optreden bij een SARS-CoV-2-infectie, schreven de auteurs. Er wordt aangenomen dat dit het eerste gemelde geval is van orale laesies als een mogelijk symptoom van COVID-19.

“Het is logisch dat dit virus laesies veroorzaakt die kunnen lijken op andere virale processen die we gewend zijn te diagnosticeren in de tandheelkundige kliniek”, schreef de groep onder leiding van Carmen Martín Carreras-Presas van de afdeling volwassen tandheelkunde en orale geneeskunde, bij de Europese Universiteit van Madrid.

Nieuwe symptomen van corona

Terwijl het coronavirus zich blijft verspreiden, leren wetenschappers en gezondheidswerkers nieuwe details over de infectie. Aanvankelijk waren de meest voorkomende tekenen en symptomen van een SARS-CoV-2-infectie koorts, keelpijn en hoofdpijn. Na verloop van tijd werden symptomen van diarree, smaak- en reukverlies en huidaandoeningen, waaronder laesies, toegevoegd. Daarom is het aannemelijk om te denken dat laesies in de mondholte van één COVID-19-positieve patiënt en twee vermoedelijke positieve patiënten met elkaar zijn verbonden, aldus de onderzoekers.

Een 58-jarige man met onderliggend leed

Een man met diabetes en hypertensie meldde pijn in zijn gehemelte. Hij nam aan dat het een bacteriële infectie in de mond was. Bij zijn vrouw was COVID-19 gediagnosticeerd en ze waren allebei geïsoleerd in hun huis. De artsen lieten hem een ​​foto van zijn mond sturen, waarop meerdere kleine aften op zijn gehemelte te zien waren. Hij had geen voorgeschiedenis van herpes. De laesies genazen binnen een week na het gebruik van een  antiseptisch mondwater.

Een 65-jarige, geïnfecteerde vrouw

Een vrouw meldde op 12 maart hoge koorts, diarree en pijn op haar tong te hebben. Ze was zwaarlijvig en had hypertensie. Een week later viel ze thuis flauw en werd ze naar het ziekenhuis gebracht, waar haar bilaterale longontsteking werd vastgesteld als gevolg van een SARS-CoV-2-infectie. Ze kreeg antibiotica, corticosteroïden en de antivirale middelen lopinavir, ritonavir en hydroxychloroquine. Ze werd op 30 maart ontslagen uit het ziekenhuis. Op 4 april kreeg ze uitslag op verschillende delen van haar lichaam. Hoewel ze vanaf het begin tongpijn had, zei ze dat ze nooit een intra-oraal onderzoek had gehad.

Extra onderzoek nodig

Biopsieën konden niet bij alle patiënten worden uitgevoerd en verder onderzoek is nodig om te bepalen of aften in de mondholte vaak voorkomen bij patiënten die zijn getroffen door een SARS-CoV-2-infectie, of dat de emotionele problemen in de situatie de laesies veroorzaken, schreven de auteurs.

Deze gevallen belichten ook het belang van het uitvoeren van intra-orale onderzoeken. “We moedigen alle artsen, tandartsen en dermatologen aan om intra-orale onderzoeken uit te voeren bij patiënten die worden verdacht of getroffen door SARS-CoV-2, zeker wanneer de aanbevolen beschermingsmaatregelen beschikbaar zijn.

Bron:
Oral Diseases

Lees meer over: Corona, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Communicatie met patiënten in coronatijd - NZa-special

Communicatie met patiënten in coronatijd – NZa-special

In de huidige tijd wordt veel gevraagd van de zorgprofessional en van de patiënt. Het is belangrijk dat patiënten weten waar ze een antwoord kunnen vinden op hun vragen. Patiëntenfederatie Nederland, het RIVM, het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bieden daarom zorgaanbieders ondersteuning met de NZa-Special: ”Communicatie met patiënten in coronatijd”.

Voorbeeld communicatie van tandartsprakijk

In deze special heeft de NZa een aantal voorbeelden verzameld. Dit gaat over voorbeelden van communicatie met patiënten in verschillende sectoren met verschillende middelen. Voor de mondzorg is een voorbeeld opgenomen van Tandartspraktijk Rivierenbuurt. Deze praktijk heeft op z’n homepage een brief geplaatst met uitleg over de coronamaatregelen.

Elk van de voorbeelden heeft het RIVM geanalyseerd aan de hand van het gedragsmodel. De resultaten zijn ter inspiratie omgezet in concrete aandachtspunten en adviezen voor zorgaanbieders die de communicatie met patiënten wil verbeteren of uitbreiden.

Informatiekaart ‘Samen starten we de gewone zorg op: hoe informeer ik mijn patiënten?

De NZa-Special: ”Communicatie met patiënten in coronatijd” is een vervolg op de informatiekaart ‘Samen starten we de gewone zorg op: hoe informeer ik mijn patiënten?’. Deze informatiekaart biedt handvatten voor heldere communicatie richting patiënten in coronatijd.

Bron:
NZa

Lees meer over: Communicatie patiënt, Corona, Kennis, Thema A-Z
Overname tandartsketen Cureaeos financieel fiasco

Overname tandartsketen Cureaeos financieel fiasco

De overname van Cureaos, een Europese keten van 190 tandartspraktijken met onder andere de praktijken van DentConnect en Samenwerkende Tandartsen, leverde een financiële strop op voor de eigenaren EQT en PGGM, schrijft het FD.

Meer dan een half miljard van de waarde verdampte in de laatste twee jaar.  In de afgelopen maanden is met de financiers onderhandeld over schuldverlichting waarbij een deel van de leningen kwijtgescholden is in ruil voor een minderheidsbelang in het bedrijf. Ook hebben de aandeelhouders geld bijgestort.

Hogere kosten, lagere omzet

EQT zou in 2017 te veel betaald hebben voor de overname van Cureaos. Voor de keten werd toen meer dan 750 miljoen euro betaald.
Na de overname waren de resultaten minder dan verwacht. ‘Het integreren van nieuwe praktijken bleek duurder dan voorspeld. Verwachte kostenbesparingen vielen tegen en bij sommige aangekochte praktijken daalde de omzet’, schrijft het FD.

De coronacrisis kwam daar nog eens bovenop. Doordat praktijken bijna twee maanden gesloten waren, liepen de kosten op waardoor de financiële problemen verergerden.

Internationale groeistrategie

Curaeos heeft nog steeds een internationale groeistrategie voor ogen. ‘De markt voor tandzorg is zeer geatomiseerd. Het is een markt die baat heeft bij professionalisering’, zegt ceo Chris Cools in het FD. ‘Als dit achter de rug is, zijn we klaar voor gezonde groei.’

Sectorspecialist Nancy Jonkman-Koenis van ABN Amro zegt: ‘De ketens schieten als paddenstoelen uit de grond. Hierdoor zijn bestaande ketens allemaal uit op dezelfde praktijken wat voor hogere prijzen zorgt, samen met het tekort aan tandartsen.

Bron:
FD

Lees ook: Investeerders in de mondzorg

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
verschillen tussen defect-schizofrenie patiënten en andere mensen

Bewijs voor orofaciale verschillen tussen defect-schizofrenie patiënten en andere mensen

Mensen met een bepaalde vorm van schizofrenie hebben een breder gehemelte. Dat is de conclusie van een internationale, interprofessionele groep onderzoekers die daarmee suggereert dat er fysieke verschillen bestaan tussen groepen mensen met bepaalde soorten schizofrenie.

Oorzaken schizofrenie nog onbekend

Schizofrenie is een chronische en ernstige psychische aandoening die wordt getypeerd door hallucinaties en waanbeelden. De oorzaken van schizofrenie worden nog niet goed begrepen, maar nieuw onderzoek onder leiding van Brian Kirkpatrick en Gary Hack werpt licht op het verband tussen de ziekte en de fysieke en neurologische ontwikkeling van de mens.

Internationaal, kwantitatief onderzoek

Kirkpatrick en Hack zijn respectievelijk de voorzitter van de afdeling Psychiatrie en Gedragswetenschappen van University of Nevada Reno School of Medicine, en universitair hoofddocent aan de University of Maryland School of Dentistry in Baltimore. Ze werkten samen met een internationaal team aan tandartsen en psychiaters aan een oraal gehemelteonderzoek bij schizofreniepatiënten.
Eerder was al op kwalitatieve en subjectieve wijze onderzoek gedaan naar een verband tussen gehemeltebreedte en schizofrenie. Recentelijk is nu dus voor het eerst kwantitatief onderzoek gedaan naar de afmetingen van het gehemelte in schizofreniepatiënten.
Kirkpatrick en zijn collega’s maakten onderscheid tussen twee groepen patiënten: die met en zonder defect-schizofrenie. Bij defect-schizofrenie staan de negatieve symptomen van schizofrenie meer op de voorgrond dan positieve. Het wordt gezien als een aparte ziekte dan niet-defect-schizofrenie.

Mensen met defect-schizofrenie hebben een breder gehemelte

Het resultaat van het onderzoek was dat mensen met defect-schizofrenie een breder gehemelte hebben dan andere mensen. Het team zegt dat dit verschil mogelijk een abnormale ontwikkeling tijdens de prenatale periode kan weerspiegelen. Het gehemelte ontwikkelt zich namelijk tijdens de eerste 6 tot 17 weken van de zwangerschap.
Als het onderzoek succesvol kan worden gerepliceerd, zou het concept ondersteunen dat defect-schizofrenie inderdaad een afzonderlijke ziekte is. Ook suggereert het dat deze groep patiënten zich al anders ontwikkelen aan het einde van het eerste trimester of het begin van het tweede trimester van de zwangerschap; redelijk vroeg dus.

Een toekomst met minder neuropsychiatrische aandoeningen

De onderzoekers zeggen dat de bevindingen hun geest verder openen over hoe complex de ontwikkeling van geest en lichaam is. Bovendien hopen ze dat ze leiden tot toekomstig onderzoek dat het aantal personen met neuropsychiatrische aandoeningen kan verminderen.

Bron:
University of Maryland Baltimore 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Parodontitis vergroot de kans op ischemische beroerte

Parodontitis vergroot de kans op ischemische beroerte

Patiënten met parodontitis hebben een grotere kans op het krijgen van een beroerte en sterfte door een ischemische beroerte vergeleken met gingivitispatiënten. De onderzoekers concludeerden in het Journal of Clinical Periodontology ook dat het risico wordt verminderd na tandheelkundige behandeling.

Het verband tussen tandvleesontsteking en beroerte was onduidelijk

Het krijgen van een beroerte is wereldwijd een belangrijke oorzaak van overlijden en beperkingen. Er zijn veel risicofactoren bekend, maar de relatie met tandvleesontsteking was nog onzeker. Ook was het niet duidelijk wat de effecten van tandheelkundige behandelingen op het risico op het krijgen van een beroerte zijn.
Dat is de reden waarom de onderzoekers aan het Changhua Christian Hospital in Taiwan het effect bekeken van drie verschillende behandelingen voor gingivitis, parodontitis, en een combinatie van beide op het voorkomen van ischemische beroertes. Hiervoor gebruikten ze gegevens van de National Health Insurance Research Database (NHIRD) in Taiwan.

Onderzoek met 14 jaar aan gegevens

In een retrospectief cohortonderzoek werden 14 jaar aan gegevens van de NHIRD gebruikt. De wetenschappers focusten op patiënten waarbij gingivitis of parodontitis was vastgesteld, die wel of geen specifieke behandeling kregen. Alleen patiënten tussen de 40 en 80 jaar oud werden meegenomen. Patiënten waarbij voor al het werven onder andere ischemische beroerte vast was gesteld werden uitgesloten van de studie.
De patiënten werden in 8 groepen onderverdeeld gebaseerd op behandeling. Daarna werd de algemene beroertefrequentie berekend. Verder werd het risico op een beroerte tussen de gingivitis- en parodontitiscohorten geschat.

Parodontitispatiënten lopen groter risico op een ischemische beroerte

Uit de resultaten blijkt dat de patiënten met parodontitis een groter risico lopen op een ischemische beroerte. Als er wordt gekeken naar een follow-upperiode van 10 jaar is de overlevingskans voor die groep ook significant kleiner.

Behandeling verlaagt het risico

Daarnaast zorgen scaling en intensieve behandeling voor een aanmerkelijk lager risico op beroerte voor gingivitis- en parodontitispatiënten. Het krijgen van beide behandelingen zorgt voor een nog lager risico. Daarentegen heeft tandextractie een negatief effect op de beroertekans.
De conclusie luidt dus dat parodontitis een risicofactor is voor een ischemische beroerte, en dat scaling en behandeling tegen parodontitis het risico verlagen. Hierbij moet wel worden gezegd dat bijvoorbeeld andere risicofactoren – zoals roken en slechte BMI bij patiënten met een slechte mondgezondheid – niet zijn overwogen.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Klachten digitaal tijdperk

Omgaan met klachten in het digitale tijdperk

Digitale media hebben bijna elk aspect van ons leven veranderd: we komen makkelijker aan informatie, leggen makkelijker contact met anderen en delen onze ervaringen bijna continu. In een wereld waarin mensen steeds meer veranderen in consumenten heeft dit grote gevolgen. Patiënten doen vaker eerst eigen onderzoek online voordat ze naar de tandarts komen. Hierdoor zijn de verwachtingen van patiënten hoger geworden en kunnen ze eerder het gevoel hebben dat er misbruik van hun onwetendheid wordt gemaakt. Bovendien beperkt een klacht zich niet langer tot de vier muren van de praktijk, patiënten laten online maar al te graag een slechte recensie achter. Hoe ga je hier mee om?

Voorkomen is beter dan genezen

Net zoals met tandaandoeningen is het bij klachten beter om ze te voorkomen dan te genezen. Dat betekent dat een goede communicatie en verwachtingsmanagement essentieel is. Volgens Hazel Adams, oprichter van Dental Complaints Expert, zijn de meest voorkomende klachten te voorkomen met een goed verwachtingsmanagement. Volgens Adams vallen de meeste klachten in de volgende vijf categorieën:

  1. Ontevredenheid over behandeling
  2. Gebrek aan – of late diagnose
  3. Slechte communicatie
  4. Onbeschoft gedrag
  5. Gebrek aan transparantie van kosten

“Als je het risico op een klacht wilt minimaliseren, is een zorgvuldig management van de verwachtingen van de patiënt essentieel”, aldus Adams. “Van het eerste contact, binnen de praktijk of online, tot de receptie en de behandelstoel. Het voorkomen van klanten begint dus al voor de behandeling begint.”

Eerlijke en begrijpelijke informatie

Adams geeft aan dat de website van elke tandartspraktijk eerlijke, feitelijke en gebalanceerde informatie moet bevatten over de aangeboden diensten. Het is uiterst belangrijk dat deze informatie in begrijpelijke taal wordt gedeeld. Dit is niet alleen online van belang, ook in de praktijk en aan de telefoon moet je uitkijken dat je geen vakjargon gebruikt.

Wanneer de patiënt in de behandelstoel zit, is het belangrijk dat je goed blijft communiceren. Zowel voorafgaand als tijdens de behandeling moet je blijven uit leggen wat je gaat doen en wat het gaat kosten. Wanneer de patiënt iets van je vraagt, wees dan eerlijk over de mogelijkheden. Ga geen behandelingen uitvoeren waarvan je niet zeker weet of het gaat helpen, verwijs de patiënt desnoods door naar een andere specialist. Ook hier geldt: gebruik begrijpelijke taal.

Klachten binnen de praktijk afhandelen

Je kunt niet alle klachten voorkomen. Wat belangrijk is, is hoe je ermee omgaat. Je patiënten een klachtenafhandelingsprocedure binnen de praktijk aanbieden kan al helpen. “Bieeidt je excuses aan, wees empathisch, en reageer snel wanneer je een klacht krijgt”, adviseert Adams. “Als je een klacht goed afhandelt, kan een gedupeerde patiënt toch nog een vaste klant blijven en kan het probleem binnen de muren van je praktijk blijven.”

Bron:
Hazel Adams, consultant bij Dental Complaints Expert, Dentistry

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z
Demografie van arts en patiënt bepaalt deels orthodontische behandeling

Demografie van arts en patiënt bepaalt deels orthodontische behandeling

De keuze van behandeling wanneer orthodontisten de tanden van een patiënt rechtzetten hangt niet alleen af van het tandprobleem. Ook de demografie van de arts en patiënt beïnvloeden de beslissing, aldus een recente studie.

Welke factoren bepalen de behandeling?

Patiënten kunnen zich misschien afvragen waarom hun tanden nou precies op een bepaalde manier worden rechtgezet. De factoren die invloed hebben op de behandelingskeuze voor volwassen patiënten in Verenigde Staten zijn nu onderzocht door een team geleid door Greg Huang, hoofd van de afdeling orthodontie van de University of Washington School of Dentistry.

Onderzoek bij behandelaars en patiënten

De studie, gepubliceerd in het American Journal of Orthodontics and Dentofacial Orthopedics, ondervroeg 91 behandelaars over hun demografische kenmerken en aanbevelingen voor de behandeling voor patiënten. Daarnaast werden 347 patiënten gevraagd naar hun demografische kenmerken, eerdere orthodontische behandeling en behandelingsdoelen. Er werd voornamelijk gekeken naar vier hoofbehandelingsgroepen: aligners, vaste beugels, tijdelijke beugels en orthognatische chirurgie.

Niet iedereen krijgt dezelfde aanbeveling

Het resultaat laat zien dat de aanbevolen behandeling sterk afhangt van verschillende factoren. Zo werd bij blanke en Aziatische patiënten drie keer vaker aanbevolen om de tanden recht te laten zetten dan bij Latino’s en zwarte mensen. Ook bevolen vrouwelijke artsen deze behandeling vaker aan.

Verzekeringsdekking belangrijk bij chirurgie

Verder waren dentofaciale kenmerken zoals de steilheid van de onderkaakvlakken van belang als het gaat om aanbevelingen voor orthognatische chirurgie. Daarnaast bleken beschikbaarheid van verzekeringsdekking, en het ras en de etniciteit van de arts invloed te hebben op de beslissing. Patiënten met verzekering kregen in 70% van de gevallen een aanbeveling tot chirurgie tegenover 26% van de patiënten zonder.

Academische praktijken gaan vaker voor tijdelijke apparaten

Tijdelijke verankeringsapparaten werden vaker aanbevolen in academische dan in privépraktijken. Ook werden tijdelijke beugels drie keer zo vaak geadviseerd bij patiënten zonder verzekering en bij zwarte en Latinopatiënten.

Resultaat geeft inzicht in invloeden

De resultaten zijn duidelijk, maar wel gebaseerd op een niet-random geselecteerde groep Amerikaanse behandelaars en patiënten. Alsnog kan de studie worden gebruikt als een inzicht in welke factoren de aanbevelingen van behandelaars beïnvloeden.

Bron:
American Journal of Orthodontics and Dentofacial Orthopedics 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Ook genen spelen rol bij parodontitis

Ook genen spelen rol bij parodontitis

Het is natuurlijk allang bekend dat een goede mondhygiëne essentieel is om parodontitis te voorkomen. Nieuw onderzoek wijst echter uit dat een derde van de voorkomende parodontitis door genetische factoren wordt veroorzaakt.

Meta-analyse van verschillende soorten artikelen

Dit is de conclusie van een studie die werd gepubliceerd in het Journal of Dental Research. Een internationaal onderzoeksteam voerde een meta-analyse uit om de tot dan toe onduidelijke erfelijkheid van gingivitis en parodontitis systematisch te beoordelen.

Uit bijna 20.000 artikelen die tussen 1969 en 2018 zijn gepubliceerd over de erfelijkheid van parodontitis werden 28 relevante onderzoeken geïdentificeerd. Deze werden gegroepeerd als familie-, tweeling- of genoombrede associatiestudie gebaseerd op opzet en uitkomst. In totaal bevatten de artikelen gegevens van meer dan 50.000 mensen.

Parodontitis wel erfelijk, gingivitis niet

De onderzoekers vonden dat tot ongeveer een derde van de parodontitis in menselijke populaties te wijten is aan erfelijke factoren. Er werd geen statistische relevante erfelijkheid van gingivitis gevonden.

Ernstige parodontitis meer erfelijk, erfelijkheid verschilt per onderzoeksgroep

De verschillende groepen studies lieten verschillende maten van erfelijkheid zien. De genoombrede studies toonden geen erfelijkheid aan bij matige vormen van parodontitis, terwijl deze 0,24 was bij ernstige parondontitis. Gebaseerd op de tweelingstudies werd een erfelijkheid van maar liefst 0,38 gevonden tegenover 0,15 bij familiestudies.

Verband tussen roken en verhoogde erfelijkheid

Verder werd er nog een verband tussen roken en verhoogde erfelijkheid gevonden met behulp van de genoombrede studie: de erfelijkheid van ernstige parodontitis wordt door rookverslaving verhoogd tot een half en die van alle parodontitis tot 0,30.

Dit kan op meerdere manieren worden uitgelegd. Enerzijds kan parodontitis een gevolg zijn van de genetische aanleg tot roken, anderzijds is het mogelijk dat er sprake is van een gelijktijdige aanleg voor verslaving.

Het onderzoekresultaat komt overeen met de verschillende bestudeerde populaties. Een deel van de artikelen waarop het resultaat is gebaseerd maakt wel gebruik van zelf-rapportage of niet-exacte aannames die zijn gemaakt om de erfelijkheid in te schatten. Sterke punten van de studie zijn juist de grote steekproefomvang en nieuwigheid.

Bron:
Journal of Dental Research

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Casussen - orthodontie niet nodig (deel 2)

Casussen: orthodontie niet nodig (deel 2)

Verslag van de lezing van dr. Domingo Martin, orthodontist, en dr. Maria Jesus Provedo, restauratief tandarts, over hun manier van werken. Zij bespraken drie casussen waarbij het niet nodig was om orthodontie uit te voeren.

Dr. Domingo Martin

Casus: Patiënt met hypoplasie van de maxilla

In dit geval wordt een patiënt besproken met hypoplasie van de maxilla. Haar neus is relatief groot, de lippen zijn aan de dunne kant en liggen wat terug. Er is weinig ginigva zichtbaar. Dr. Martin haalt aan dat hij veel chirurgie doet, omdat hij de grenzen van zijn orthodontische behandeling kent. Maar niet iedereen wil chirurgie of veranderingen aan het gezicht.

Deze patiënt heeft veel slijtage door een end-to-end beet. Door de skeletale verhoudingen is het niet mogelijk om een goede occlusie te krijgen. Op het moment dat de patiënt kiest voor alleen orthodontische behandeling zal altijd een gecompromiteerd resultaat behaald worden. Ondanks dit lukte het in dit geval een redelijk occlusie te behalen. Echter komt de patiënt vier jaar later terug, omdat de elementen verplaatst zijn. Zij stoort zich met name aan het feit dat de cuspidaten in de onderkaak naar linguaal geïnclineerd zijn. Dr. Martin wijt dit aan de gefixeerde retentie.

Gefixeerde retentie

Er wordt een klein uitstapje gemaakt naar gefixeerde retentie. Domingo geeft aan dat gefixeerde retentie erg gevaarlijk is. Het gebeurt namelijk nog wel eens dat elementen roteren door deze vaste retentie en dat daardoor het element volledig uit het bot wordt gedrukt. Bij dit meisje was een onderincisief ver naar buccaal verplaatst. Het element is orthodontisch ver naar linguaal verplaatst, hierdoor verminderde de recessie en was het mogelijk om het restant van de recessie middels een recessiebedekking te bedekken. Dit moest binnen drie maanden genezen en daarna werd het element weer normaal in de boog geplaatst. Dr. Martin kiest er daarom voor om het eerste jaar gefixeerde retentie te plaatsen. Deze verwijdert hij daarna en vervangt ze voor uitneembare retentie.

Terug naar de oorspronkelijke casus

In dit geval werden de cuspidaten door de CC-bar in de onderkaak naar linguaal gekipt. Met deze patiënt werd besproken dat het nu niet alleen orthodontisch opgelost kan worden, maar dat het ook opgebouwd moet worden.
Door de lichte maxillaire hypoplasie moet om de klasse III te compenseren meer torque zijn in het bovenfront. Op het moment dat Maria Jesus Prevedo tevreden is met de gecrëeerde ruimte, wordt de orthodontische behandeling gestopt en wordt begonnen met de opbouw.

Daarna ondergaat de patiënt wederom splinttherapie. In dit geval een driedelige splint. Het anterieure deel wordt in de nacht gedragen en het posterieure deel overdag. Zelf zijn ze erg tevreden over deze variant van de splint.
Hiermee worden de laatste kleine discrepanties opgelost. De facebow registratie wordt uitgevoerd, de modellen worden in CR in de articulator geplaatst. Er wordt een wax up gemaakt en de anatomie wordt wederom hersteld. Er volgt weer een controle of de beet hetzelfde is als de registratie.

Positieve verandering

De front elementen zijn een goede afspiegeling van hoe functie en esthetiek samen gaan. De laterale incisieven moeten altijd iets korter zijn dan de centrale. Dit omdat ze anders in de weg zitten met protrusie. De ondercuspidaten hebben dan geen ruimte. Belangrijk is ook dat de cuspidaten onder contactpunten hebben en geen contactvlakken. De contactpunten moeten daarnaast licht zijn.
In het geval van deze patiënt zorgde de gecombineerde orthodontische en prosthodontische behandeling voor een positieve verandering voor haar gezicht. De klasse III is minder en de onder en bovenlip bevinden zich in een veel natuurlijkere positie.

Achteraf gezien is dr. Domingo erg blij dat er bij deze patiënt niet is gekozen voor chirurgie.

Casus: patiënt met TMD klachten

Deze patiënt meldde zich met TMD klachten en moeite met het vinden van een goede beet.
Dr Domingo is ervan overtuigd dat TMD en occlusie absoluut iets met elkaar te maken hebben. Hij heeft er ook problemen mee dat wij de occlusieconcepten uit 1920 van Angle nog steeds gebruiken. Hij is van mening dat we de definities van occlusie moeten veranderen.
Zoals uit de literatuur blijk zorgt het brein altijd voor een positie waarop de tanden goed op elkaar passen. Op het moment dat er interferenties aanwezig zijn, compenseert het brein. Daardoor ontstaan andere, vaak grotere kauwbewegingen en bewegingen van de condylus. Hierdoor ontstaan meer risico’s op het ontstaan van TMD. Door het plaatsen van de condylus op de juiste positie, verandert wel de gehele occlusie.

Asymmetrisch

De laatste patiënt is asymmetrisch. Er is in rust geen dental show. De asymmetrie is skeletaal. Er is sprake van een Klasse III van minimaal één premolaar breedte.
Zij is vier jaar orthodontisch behandeld en er is wortelresorptie opgetreden bij de voorgaande orthodontische behandeling. Door de asymmetrie is het nodig zowel de onder- als bovenkaak chirurgisch aan te passen. De elementen zijn door de asymmetrie naar rechts gekipt. De rechter condyl heeft ook wat massa verloren. Er is sprake van een platte fossa en een platte condyl. Hierdoor is het niet mogelijk dat de discus zich bovenop de condylus bevindt. Deze zal zich er waarschijnlijk voor bevinden.

CBCT

De CBCT geeft in dit geval ook informatie over de hoeveelheid bot in de onderkaak bij de incisieven. Het is belangrijk om te weten hoeveel bot er precies is. Is er te weinig bot, dan kunnen deze elementen maar minimaal verplaatst worden.
Voor de chirurgie wordt begonnen met splinttherapie. Dit om de juiste positie van de condylus te behouden. Tijdens de chirurgie is het met name belangrijk dat er geen te zware contacten zijn distaal.
Bij deze patiënt werd een downfracture uitgevoerd, wel asymmetrisch. Het voordeel van deze operatie is dat er nog veel aangepast kan worden, omdat de maxilla nog los zit.
Echter na de operatie krijgt de patiënt weer TMD klachten. Daarom wordt de beugel verwijderd en wordt opnieuw een splint geplaatst. Deze werkt als een distractor. Hierdoor kan de druk van de condyl gehaald worden. De splint trekt de condyl als het ware iets naar beneden. De patiënt is hierdoor van de pijn af en is daar erg blij mee. Echter is er wel een grote open beet ontstaan.
Ze wil niet opnieuw orthodontie of chirurgie ondergaan. Daarom wordt besloten om de open beet te sluiten middels een prothetische opbouw.

Dr. Maria Jesus Provedo

Esthetisch gezien is dit een mooie casus. Alle tanden stonden al op de juiste positie. De esthetiek van het gelaat was al goed. Het enige probleem was de beet die gesloten moest worden.
De stabilisatie gebeurt weer volgens protocol. Er wordt een negatieve coronoplasty gedaan. Dit komt neer op het verwijderen van materiaal van de distale elementen. De fossa’s worden iets verdiept en de knobbels iets afgenomen. Zodra de juiste verticale dimensie is bereikt, wordt wederom een waxup gemaakt.
In dit geval werd gekozen voor onlays op de 7’ens in verband met de grootte slijtage hier. De front elementen werden opgebouwd in composiet.

Casus: Maken van composiet restauraties

Dr. Maria Jesus Provedo

Hierbij wordt met name de nadruk gelegd op de manier van het maken van de composiet restauraties. De casus van Javier wordt als voorbeeld gebruikt. Hij mist met name veel tandmateriaal anterieur. Hierdoor is er weinig lipondersteuning en weinig dental show. Er wordt een diagnostische wax-up gemaakt en de patiënt accepteert de behandeling.

Wax-up

Het model met de wax-up daarop wordt gedupliceerd. Er ontstaat een gipsmodel van de wax-up. In de toekomst willen ze er naar toe dat dit model gescand wordt en er een digitale versie van ontstaat.

Bij de overgang van glazuur naar gingiva wordt wat gips weggehaald. Vervolgens worden er siliconen mallen gemaakt van het model. Hiervoor moeten de gipsmodellen goed droog zijn er en moet voldoende afdrukmassa zijn. Deze modellen met siliconenafdrukmassa worden in een ‘pressurepot’ geplaatst tot ze zijn uitgehard.

Wanneer de mallen hard zijn wordt er per tand aan de incisale rand een in- en uitgang voor het composiet geboord. De buurelementen worden afgedekt met telflon, het te behandelen element wordt geetst en gebond. Daarna wordt het flowable composiet verwarmd. Vervolgens wordt de matrix in de mond geplaatst en wordt de flow in het ene gat aangebracht, net zo lang tot het uit het tweede gat komt. Met een scalpel verwijdert ze de overmaat. De wax-up moet zo perfect mogelijk zijn, omdat het dan makkelijk is om de overmaat te verwijderen. De occlusie wordt gecontroleerd.  Het is belangrijk dat de contacten in het front licht zijn en gelijk verdeeld.

Composiet

Het volgende onderdeel is per individue verschillend. Er wordt een deel van de flowable composiet verwijderd en nieuw composiet wordt toegevoegd in verschillende kleuren.
Het composiet wordt vervolgens uitgebreid gepolijst met verschillende siliconen cupjes en als laatste met een geitenharenborstel met vertex Pasta.

De volgorde is afwisselend een element onder en boven, van voor naar achter.

Wanneer er maar weinig composiet toegevoegd hoeft te worden, is het ook een mogelijkheid om de silliconenmal te verwarmen. Vervolgens wordt de mal op de elementen geplaatst met flink wat druk. Dit is ook de manier waarop de posterieure elementen opgebouwd worden.

Bij het maken van de wax-up moet de verticale dimensie bepaald worden. Dit wordt in eerste instantie gedaan door de esthetiek van het gezicht te beoordelen. Er wordt gekeken naar  de dental show en de fonetiek wordt beoordeeld. De elementen kunnen verlengd worden of meer naar voren geplaatst, zodat klanken beter uitgesproken worden. Vervolgens wordt in de articulator gekeken naar de eerste contacten. Ze gaan uit van een ideale overbite van drie tot vier millimeter. Als dit niet gehaald kan worden dan moeten de elementen verlengd worden of de OVD moet geopend of gesloten worden. Belangrijk is ook de verhoudingen van de elementen. Als een element niet al te breed is, kan hij ook niet te veel verlengd worden.

Dr. Domingo Martin is een internationale autoriteit op het gebied van gecombineerde orthodontische en tandheelkundige behandelingen.

Dr. Maria Jesus Prevedo is restauratief tandarts.

Verslag voor dental INFO door tandarts Paulien Buijs van de lezing van dr. Domingo Martin en dr. Maria Jesus Prevedo tijdens het NVVRT-congres Resto meets ortho.

Lees ook Casussen: Orthodontie niet nodig, 1

Lees meer over: Casus, Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Tandarts, durf hulp te vragen bij het managen van je praktijk

Als je als tandarts een eigen praktijk begint, wil dat niet zeggen dat je ook gelijk een goede ondernemer bent. Aan de stoel werken is iets anders dan een praktijk managen. Hoe ontwikkel je ondernemerschap? We spraken hierover met Mariëtte Ham, businesscoach en auteur van het boek ‘Word wakker tandarts, het is een bedrijf!’

Kun je jezelf voorstellen?

“Ik ben businesscoach voor de ondernemende tandarts en mede-eigenaar van Ordentall. Dat is een kliniek voor parodontologie, implantologie, endodontologie en restauratieve tandheelkunde. Mijn man en ik zijn deze kliniek in 1989 gestart. Ik stuur hier in de kliniek zaken aan en daarnaast help ik andere tandartsen. Ik geef trainingen en coach tandartsen.
Wat ik beschrijf in mijn boek is de reis die ik tot zover heb gemaakt als niet-tandarts in tandheelkundeland.”

Wat is je achtergrond?

“Ik kom uit de kapperswereld. Daar heb ik veel ervaring opgedaan met verandertrajecten. Daarna heb ik veel businesstrainingen in het buitenland gedaan op het gebied van coachen en counselen. Het trainen en opleiden van mensen heb ik in de loop der jaren verder ontwikkeld.
Ik heb inmiddels dertig jaar ervaring in de tandheelkunde. We zijn gestart met twee praktijken en daar was het gelijk heel druk. Ik had een andere baan en had het daar naar mijn zin. Maar mijn man stond aan de stoel en er moest een soort cashflow gegenereerd worden. Je moet dan allerlei systemen opzetten en zorgen dat de boel draaiende blijft. Toen heb ik mijn baan opgezegd en ben ik de rol van manager in de praktijken gaan vervullen. Na vijf jaar hebben we de ene praktijk verkocht en zijn we doorgegaan met de kliniek. Toen hadden we vijf behandelkamers, nu vijftien met meer dan veertig medewerkers.”

Waar gaat je boek over?

“In mijn boek heb ik mijn dertig jaar ervaring opgeschreven. Het gaat om het hele traject van startende ondernemer, dat je niet weet waaraan je begint, naar nu. Wat je tegenkomt met je team bijvoorbeeld en het vallen en opstaan als je systemen implementeert. Ik gebruik veel eigen voorbeelden in het boek, maar reik ook tools aan die tandartsen kunnen gebruiken.
Ik belicht in het boek een aantal aspecten die een tandarts tegenkomt, bijvoorbeeld zijn rol in het team. Is hij de zwakste of de sterkste schakel? Een tandarts heeft er meestal voor gekozen om patiënten te behandelen. Als hij groter wil worden, dan komt het ondernemerschap om de hoek kijken. Dan moet je allerlei dingen doen en weten waarvoor je als tandarts niet wordt opgeleid.”

Kun je daar voorbeelden van noemen?

“Ik belicht in het boek bijvoorbeeld de werkomgeving. Is die werkomgeving inspirerend voor de medewerkers? Wil je dat je medewerkers zich ontwikkelen? Of is het een werkomgeving waar alleen maar gewerkt wordt? Is het team zelfsturend of een ongeleid projectiel? Is de visie van de organisatie duidelijk voor het team? En hoe zorg je ervoor dat een patiënt reclame voor je maakt? Als elke patiënt ervoor zorgt dat je er vier nieuwe patiënten bij krijgt, dan kun je je praktijk verder uitbreiden. En is er een leven buiten de praktijk? Zorg ervoor dat je je werk niet mee naar huis neemt en thuis niet mee naar je werk. Door de verschillende rollen die je vervult gescheiden te houden, kun je werk en privé in balans houden.”

Is je boek vooral bedoeld voor tandartsen die net beginnen of voor tandartsen die voelen dat ze vastlopen?

“Eigenlijk is het boek voor alle tandartsen. Ik wil inspireren en tandartsen uitnodigen om stappen te zetten naar een praktijk waar het mogelijk is om meer omzet te genereren, autonomie te bewaren en vrijheid te creëren. Dat wil niet zeggen dat je niet meer hoeft te werken. Waar het om gaat is: hoe ga je met je team om en hoe zorg je ervoor dat je medewerkers ook bepaalde verantwoordelijkheden krijgen. Je moet kaders kunnen stellen. En je moet ook naar jezelf kijken, hoe jij zelf werkt in de organisatie. Welke energie straal je uit en welk effect heeft dat op je mensen? Daar ben ik ook als businesscoach mee bezig.”

Wat is er voor een tandarts anders dan voor een andere ondernemer?

“Een andere ondernemer heeft er meestal voor gekozen om te ondernemen en ziet overal kansen in de markt. De tandarts heeft er voor gekozen om mensen te helpen om hun mond gezond te krijgen. Vaak is ondernemen dan bijzaak. Een tandarts weet niet altijd wat ondernemen precies inhoudt. Als je echt een ondernemer bent, dan is dat je passie, dan wil je ook dingen opzetten en uitproberen en neem je risico’s.
De jongere generatie tandartsen gaat er al heel anders mee om. Als een jonge tandarts nu een praktijk opzet, dan doet hij onder andere marktonderzoek.”

Welke problemen kom je in de praktijk vaak tegen bij tandartsen?

“Dat een tandarts vaak zijn eigen obstakel is! Hij wordt nogal eens geleid door de omstandigheden en maakt niet de keuze wat hij nu echt wil. Mijn ervaring is dat een team vaak geen koers heeft, omdat de missie en visie niet helder zijn. Er is dan weinig of geen structuur in alle lagen van de organisatie. Er moet heel veel gebeuren in een organisatie om er voor te zorgen dat alles in een flow loopt. Als er bijvoorbeeld niet op de goede manier gecommuniceerd wordt, ontstaat er onrust in het team.
Wat ik ook ervaren heb, is dat tandartsen de neiging hebben om achterover te leunen en te wachten totdat de storm voorbij is. Een bedrijf heeft ook een levenscyclus. Daar moet je als ondernemer rekening mee houden. Als je begint met een bedrijf, dan gebeurt er heel veel, je moet zorgen dat je cashflow krijgt. Op een gegeven moment krijg je meer mensen en dan moet je management opgezet worden. Er moeten andere mensen ingeschakeld worden die jou gaan helpen, zodat je bedrijf kan groeien op allerlei vlakken. Dat kan binnen het team zijn, maar dat kan ook extern zijn.”

Heb je tips voor praktijkeigenaren?

“De belangrijkste tip is: durf hulp te vragen. Tandartsen vragen liever geen hulp. Ze zoeken naar de meest simpele oplossing en die is er niet. Als een tandarts bij mij aanklopt, is hij vaak al over zijn eigen grens gegaan.
Nog een tip: denk in oplossingen, er is meer mogelijk dan je denkt. Als je bijvoorbeeld het regelwerk niet wilt doen, dan moet je iemand aannemen die dat wel goed kan. Het slurpt energie als je steeds dingen moet doen die je niet liggen. Je moet heel goed bedenken welke werkzaamheden je graag wilt doen en hoe je daar invulling aan gaat geven. Er zijn bijvoorbeeld tandartsen die zich graag in een bepaalde richting willen ontwikkelen, maar zich tegen laten houden omdat het zo druk is in de praktijk. Als jij heel graag kroon- en brugwerk doet, plan dit dan een aantal keer in de week in en laat via je website of social media weten dat dit je specialisme is. Neem dan bijvoorbeeld iemand aan die de controles kan doen.”

Interview door Yvette in ’t Velt met Mariëtte Ham, businesscoach en auteur van het boek ‘Word wakker tandarts, het is een bedrijf! Je praktijk als onderdeel van je ideale leven’.

Lees meer over: Management, Ondernemen, Opinie, Thema A-Z
Onderzoek

Volgens enquête willen mondzorgprofessionals meer voedingsadviezen geven

Er wordt steeds meer bekend over de relatie tussen voeding en mondgezondheid. Verschillende onderzoeken tonen het verband aan tussen eet- en drinkgedrag en bijvoorbeeld parodontitis.

Kelly Stooker onderzocht onlangs met een korte vragenlijst hoe dit onderwerp leeft onder leden van het Mondzorgforum.

Invloed voeding op mondgezondheid

De invloed van suiker op het gebit is natuurlijk al lang bekend. Daarnaast blijkt uit verschillende onderzoeken dat er veel meer verbanden bestaan tussen voeding en mondgezondheid. Zo heeft onderzoek uitgewezen dat een ontstekingsremmend dieet leidt tot vermindering in gingivale bloedingen. Uit een ander onderzoek kwam naar voren dat een dieet dat rijk is aan volkoren koolhydraten een lagere kans geeft op aantasting van de mondgezondheid, dan een dieet met veel verwerkt zetmeel. Ook blijkt uit onderzoek bijvoorbeeld het eten van yoghurt de kans op parodontale ziekten te verminderen.

Mondzorgprofessionals

Voor mondzorgprofessionals lijkt er dus reden genoeg te zijn om zich in het eetpatroon van patiënten te verdiepen. Maar gebeurt dit ook? Kelly Stooker, tandartsassistente én voedings- en leefstijlcoach, vroeg zich dit af en plaatste een korte vragenlijst op het Mondzorgforum over dit onderwerp. Dertig mondzorgprofessionals vulden deze vragenlijst in en lieten zo weten hoe zij denken over het onderwerp voeding en mondzorg.

Resultaten

Ruim de helft van de respondenten gaf aan een duidelijke relatie te zien tussen voeding en mondgezondheid én tussen voeding en fysieke en mentale gezondheid. Een grote meerderheid (70%) vindt dat zorgprofessionals bewustzijn moeten creëren bij hun cliënten over gezonde leef- en eetpatronen en voelt zich daar ook zelf verantwoordelijk voor.

Ruim 60% geeft aan al voedingsadviezen voor de gezondheid van mond, gebit en tandvlees te geven, terwijl nog eens 30% aangeeft dit soms te doen. Daarnaast zegt 70% best meer te willen doen op het gebied van voorlichting en advies, ook als dat verder gaat dan alleen de gezondheid van het gebit en de mond. Ruim 25% zegt dit misschien te willen doen. Mogelijkheden om voedings- en leefstijladviezen vergoed te krijgen worden echter vrijwel niet gezien.

Het merendeel van de respondenten toont duidelijk interesse in voorlichting op het gebied van voeding in relatie tot (mond)gezondheid en wil ook wel voorlichtingsmateriaal in de praktijk aanbieden.

Voeding en gezondheid

Kelly Stooker concludeert dat het thema voeding en mondgezondheid in ieder geval bij veel collega’s leeft. Zelf heeft ze een kleine twintig jaar ervaring in de mondzorg als assistente, maar heeft ook een hbo-opleiding Medische basiskennis en Orthomoleculaire geneeskunde gedaan. Ze heeft een eigen praktijk op het gebied van voeding en gezondheid en werkt in een tandartspraktijk waar aandacht voor voeding een belangrijke plaats inneemt.

Onlineplatform Healthy Dental

Kelly is onlangs begonnen met de ontwikkeling van het onlineplatform Healthy Dental. In eerste instantie wilde ze een platform maken waar haar eigen patiënten informatie konden vinden over voeding en gezondheid. Ze zag echter dat bij veel collega’s (een aantal mondhygiënisten uitgezonderd) er weinig kennis over dit onderwerp is. Daarom wil ze via het platform haar kennis beschikbaar stellen voor collega’s. Een eerste stap hiertoe was het inventariseren wat er leeft binnen de branche op het gebied van voeding en mondgezondheid.

In haar eigen praktijk legt ze de focus op voeding: wat kunnen we daarin veranderen zodat allerlei leefstijlgerelateerde klachten kunnen verbeteren?

Drijfveer voor het onlineplatform is in de eerste plaats de mondgezondheid van de kinderen die ze in de tandartspraktijk ziet. Het valt haar op dat kinderen al jong allerlei behandelingen moeten ondergaan, soms zelfs onder narcose en dat ouders soms geen idee hebben hoe het eten dat ze hun kinderen geven van invloed is op het gebit en lijf van hun kind.

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Huisartsenpraktijken willen ook na corona ‘zorg op afstand’, ruimere spreekuren en geen handen schudden

Huisartsenpraktijken willen ook na corona ‘zorg op afstand’, ruimere spreekuren en geen handen schudden

Het overgrote deel van de huisartsenpraktijken wil ook na de coronacrisis meer gebruikmaken van tools en werkwijzen die ‘zorg op afstand’ faciliteren, zoals beeldbellen. Daarnaast geeft bijna de helft van de praktijken aan veranderingen op organisatorisch gebied te willen behouden, zoals ruimere spreekuren. Een derde is ook van zins de hygiënemaatregelen als ‘geen handen schudden’ na de coronacrisis aan te houden. Dit blijkt uit aanvullend onderzoek van het Nivel.

Het Nivel deed dit onderzoek op verzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Met name beeldbellen

Huisartsenpraktijken noemden verschillende vormen van zorg op afstand die ze willen behouden. In onderstaand figuur is te zien dat vooral beeldbellen en e-consulten worden genoemd.

Nivel-onderzoek-huisartsen

Over het onderzoek
Op verzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het Nivel in april alle Nederlandse huisartsenpraktijken aangeschreven. Een subgroep van 154 respondenten is begin juni, toen coronamaatregelen werden versoepeld, nader gevraagd aan te geven welke veranderingen of aanpassingen die de moeite waard zijn om te behouden, ook na de crisis. Iets meer dan 19% reageerde op deze oproep.

Bron:
Nivel

 

Lees meer over: E-health, Kennis, Markttrends, Thema A-Z

De etiologie van recurrent aphthous stomatitis

Literatuuronderzoek uitgevoerd door studenten Mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht om kennis en inzicht te verkrijgen in de etiologie van recurrent aphthous stomatitis (RAS, aften). Zij concluderen dat immunologische factoren, helicobacter pylori, gezondheid gerelateerde factoren, voeding, vitamines, angst en stress geassocieerd worden met de etiologie van RAS.

Onderzoeksmethode

Voorafgaand aan het literatuuronderzoek zijn in- en exclusiecriteria opgesteld waaraan de onderzochte populatie van de studies en de geïncludeerde studies moesten voldoen. Voor het zoeken naar literatuur zijn drie databanken geraadpleegd: Medline via Pubmed, Dentistry & Oral Sciences (EBSCO) en Cinahl (EBSCO). Daarnaast is er gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode. De studies zijn geïncludeerd op basis van de titel, abstract en full tekst. Vervolgens zijn de studies methodologisch beoordeeld en naar mate van bewijs ingedeeld. De data extractie van de studies werd verwerkt in een evidence-tabel. De studies werden vervolgens kwalitatief geanalyseerd.


Klik hier voor de vergrote versie.

Resultaten

In totaal zijn er 31 artikelen geïncludeerd. Één studie had de classificatie A2 en de overige 30 studies hadden classificatie B toegekend gekregen. Ook zijn subgroepen gecreëerd om de heterogeniteit te reduceren. Er zijn geen significante verschillen gevonden in de allel- of genotypes van TNF alfa-308, TNF alfa-NcoI ,IL-2, IL-4, IL- 4Ra, iIL-10- en IL-13 tussen beide groepen. Echter wordt de IL-10 geassocieerd met een statistisch significant hogere risico op RAS. Het IgG, IgA, IgE, C3 en C4 niveaus van minor RAS-patiënten waren significant hoger (P <0,05). De speeksel calprotectine niveaus bleken significant hoger te zijn bij RAS-patiënten (P <0,013). De epidermale speeksel epidermale groeifactor (EGF) toonde een statistisch significant verschil tussen de studiegroepen (P <0,001). De gevoeligheid en specificiteit voor HP waren bij RAS-patiënten significant hoger (P <0.0066). Hypertensie, allergieën en bloedarmoede bleken de meest voorkomende systemische aandoeningen te zijn bij RAS-patiënten. Er zijn geen significant verschillen gevonden tussen beide groepen in vitamine B12, foliumzuur, niveau van homocysteine en zink. In vitamine-D waardes is een statistisch significant verschil gevonden in beide groepen (P <0.002). Speekselcortisol en angstniveaus waren aanzienlijk hoger bij RAS-patiënten De oxidatieve stress index was significant hoger bij RAS-patiënten (P <0,001).

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat immunologische factoren, helicobacter pylori, gezondheid gerelateerde factoren, voeding, vitamines, angst en stress geassocieerd worden met de etiologie van RAS.

Poster ontwikkeld door:
Merel Schekkerman & Rita Montez Evaristo, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z