Huppelend naar de mondhygiënist: blog op website ministerie van VWS

Huppelend naar de mondhygiënist: blog op website ministerie van VWS

Onlangs verscheen het tweede blog van mondhygiënist Lieneke Steverink op de website van het ministerie van VWS. In dit blog vertelt ze over hoe belangrijk het is dat kinderen regelmatig naar de mondhygiënist gaan.

Ze vertelt onder andere over het evenement Kidsfabriek waar kinderen een gratis tandenpoetsworkshop kunnen volgen, over de aanwezigheid van de Stichting Goed Gebekt op de Huishoudsbeurs en de videobril die ze aanschafte om kinderen in haar behandelstoel af te kunnen leiden.

Lees het blog op de website van het ministerie van VWS

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Winnaars Mail & Win Met de hele praktijk naar Dental Expo

Winnaars Mail & Win: Met de hele praktijk naar Dental Expo

Onlangs plaatsten wij de Mail & Win actie “4x met de hele praktijk naar Dental Expo”. Uit alle inzendingen hebben wij ad-random de volgende winnaars gekozen:

  • Kindertandarts Lelystad, Lelystad
  • Mondzorg Heenvliet, Heenvliet
  • Tandartspraktijk Visser-Witteveen, Huizen
  • Centrum Bijzondere Tandheelkunde RIJNMOND, Rotterdam

De winnaars krijgen elk 10 Dental Expo kaarten per post toegestuurd om met het hele team de vakbeurs te bezoeken. Wij wensen hen veel plezier op de Dental Expo!

Dental Expo 8, 9 en 10 maart 2018

Dental Expo is een geïntegreerd platform voor de totale mondzorg en vindt dit jaar plaats op 8, 9 en 10 maart. Op de beursvloer zullen onder andere relevante producten en diensten worden gepresenteerd. Hiernaast zullen er workshops en seminars plaatsvinden, waar professionals innovaties en nieuwe ontwikkelingen nader toe zullen lichten. Bovendien is de Dental Expo een goede gelegenheid voor iedereen die werkzaam is in de tandheelkunde om elkaar te ontmoeten en ideeën uit te wisselen over de continue bewegende markt.

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Producten, Scholing
Waarom hebben zwangere vrouwen meer gebitsproblemen?

Waarom hebben zwangere vrouwen meer gebitsproblemen?

Het idee heerst dat zwangere vrouwen meer risico lopen op tandvlees bloedingen en tandbederf. Wanneer is dit echter het geval, en kunnen veranderingen in de status van de mondgezondheid of gedrag hier verantwoordelijk voor zijn? Twee studies van de International Association for Dental Research (IADR) deden hier onderzoek naar.

Mondproblemen tijdens zwangerschap

Marika Hasunen van de universiteit van Turku, Finland, onderzocht het verschil in mondgezondheid bij vrouwen die niet zwanger waren en vrouwen aan het eind van het eerste trimester van hun zwangerschap. Tegelijkertijd onderzocht May Chun Mei Wong van de universiteit van Hong Kong een studie of zelf-gerapporteerde mondproblemen bij vrouwen werden ervaren in een vroeg of midden stadium van hun zwangerschap. Beiden onderzochten of de status van mondgezondheid en het gedrag ten opzichte van deze vrouwen verschilden tussen zwangere en niet-zwangere vrouwen.

Onderzoek uit Finland

Het Finse onderzoek werd gedaan onder 29 vrouwen aan het eind van het eerste trimester van hun zwangerschap en 24 niet zwangere vrouwen van hetzelfde gezondheidscentrum. Alle deelnemers waren gezonde, blanke vrouwen in de leeftijd van 24 tot 36 jaar.

Meer gaatjes, bloedingen en tandplak

De resultaten van het onderzoek toonden aan dat zwangere vrouwen significant meer last hadden van gaatjes en bloedingen. Ook hadden ze significant meer last van tandplak dan niet zwangere vrouwen, en was de kans kleiner dat ze het gebied tussen hun tanden goed schoon hielden.

Onderzoek uit Hong Kong

De tweede studie uit Hong Kong onderzocht 589 vrouwen die gemiddeld 14 weken zwanger waren, variërend van 10 tot 22 weken. Om te beginnen werden zij allemaal gevraagd naar de gebitsproblemen waar zij tijdens hun zwangerschap mee te kampen hadden, hun kennis van oorzaken en preventie van cariës en parodontitis en hun houding wat betreft mondgezondheid.

Slechte adem en overgevoeligheid

Bijna 85% van de patiënten poetste hun tanden tweemaal per dag, waarnaast bijna twee derde extra mondhygiëneproducten gebruikte. 76,9 procent van de onderzochte vrouwen ondervond echter gebitsproblemen, variërend van bloedend tandvlees, een slechte adem, of overgevoeligheid voor warmte en kou.

Zwangere vrouwen gemiddeld veel gebitsproblemen

Uit de resultaten bleek dat zwangere vrouwen algemeen genomen veel last hebben van gebitsproblemen. Het bleek echter ook dat vrouwen die vaker een tandarts bezochten en veel kennis hadden van het belang van mondhygiëne minder kans hadden op gebitsproblemen.

Bron:
DrBicuspid

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s Martijn Moolenaar

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

Op 2 februari vond het congres Restaureren2018 plaats in RAI Amsterdam. Of het nu gaat om het restaureren van natuurlijke elementen met composiet, partieel porselein, facings, keramiek of de keuze voor een brug of een implantaat om een missend element te vervangen, tijdens Restaureren2018 legden de sprekers uit hoe zij te werk gaan in hun praktijk.

Bekijk de foto’s van de congresdag hieronder.

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

 

 

 

 

 

 

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

Congres Restaureren2018: bekijk de foto’s

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Waarom je geen functioneringsgesprekken moet doen

Waarom je geen functioneringsgesprekken moet doen

Uit ervaring blijkt dat bij veel functioneringsgesprekken de nadruk ligt op de uitvoering en te weinig op het resultaat van het gesprek. Is een functioneringsgesprek eigenlijk wel de juiste vorm? Want één keer per jaar een bloemetje meenemen op je trouwdag maakt ook nog geen goed huwelijk. Welke kenmerken leiden tot effectieve gespreksvoering met het personeel?

In steeds meer praktijken worden jaarlijks functioneringsgesprekken gevoerd. Uit ervaring blijkt, dat het heel lastig is deze gesprekken effectief te laten zijn. Dit blijkt vaak al uit het feit, dat het gebruikelijk is deze gesprekken standaard eenmaal per jaar te houden. Waarbij er veel aandacht uitgaat naar de vorm van het gesprek, de te bespreken onderwerpen en de verslaglegging. Oftewel, de nadruk ligt nog steeds heel erg op de uitvoering en (naar mijn mening) te weinig op het resultaat van het gesprek. Ook wordt het houden van functioneringsgesprekken in veel tandartspraktijken nog te vaak als verplicht af te werken exercitie gezien. En te weinig als effectief middel ter verbetering van de praktijk, het team en de medewerkers. In dit artikel wordt besproken welke kenmerken leiden tot effectieve gespreksvoering met het personeel.

Doe geen functioneringsgesprekken

Veelal is de opzet binnen tandartspraktijken, dat er eenmaal per jaar een functioneringsgesprek wordt gevoerd. De volgende nadelen zie ik vaak terugkomen in dergelijke gesprekken als gevolg van een verkeerde uitvoering:

  1. Er wordt te veel teruggekeken.
    Tijdens gesprekken wordt er heel veel teruggekeken naar wat er veelal niet goed ging. Echter, het doel van het gesprek is toch vooral om vertrouwen uit te spreken en waar nodig aan te zetten tot verdere verbeteringen. Advies is dan ook tijdens het gesprek toch vooral samen vooruit te kijken.
  1. Het gesprek is eenrichtingsverkeer.
    Het gesprek moet tweezijdig worden gevoerd. Dit houdt in dat zowel de medewerker als de tandarts / praktijkhouder de gelegenheid moeten krijgen zich te uiten. Leidraad voor het gesprek is dat beiden ongeveer de helft van de tijd aan het woord zijn.
  1. Er worden geen actiepunten, verbeterpunten of afspraken vastgelegd.
    Het gesprek moet gericht zijn op de toekomst, op ontwikkeling en op wederzijdse afspraken. Dit vraagt om concrete acties en afspraken. Een gesprek is dan ook niet klaar zolang er geen concrete acties en afspraken zijn geformuleerd.
  1. De vervolg gesprekken (vanaf het tweede jaar) kennen een herhalend patroon.
    Vaak worden de functioneringsgesprekken als losse moment opnamen gezien, waardoor er bij de vervolg gesprekken een herhalend patroon optreedt. Advies is deze gesprekken veel meer te zien als onderdeel van een proces.

Alternatief voor functioneringsgesprekken

Zorg wordt geleverd door mensen. Dit betekent automatisch, dat de grootste uitdaging voor de tandarts / praktijkhouder is om de goede medewerkers te behouden. Dit kan door ze veel ruimte te geven en doorgroeimogelijkheden te bieden. Om onder andere hierop beter op in te spelen gaan of hebben meerdere organisaties de personeelsgesprekken in een andere opzet ‘gegoten’. En wel omdat de eerdere gesprekken niets meer waren dan een achteruitkijkspiegel, terwijl er juist behoefte is aan vooruitkijken in deze snel veranderende wereld. Het jaarlijkse functioneringsgesprek voldoet daar niet meer aan: “Eén keer per jaar een bloemetje meenemen op je trouwdag maakt nog geen goed huwelijk.”. Maar hoe ziet het alternatief er dan uit?

Wat veel beter werkt is om doorlopend in gesprek te zijn met werknemers. Dit creëert een goede arbeidsrelatie, waardoor ook de praktijk beter gaat presteren. Dit vraagt enerzijds om een tandarts / praktijkhouder die vooral flexibel omgaat met de personeelsgesprekken. Veel in gesprek zijn en de intensiteit verhogen, indien daar behoefte of noodzaak voor is. En daarnaast wordt er steeds meer gekozen voor een vorm, waarbij medewerkers elkaar beoordelen. Bijvoorbeeld via 360° feedback.

Wat is 360° feedback?

De vorm van 360° feedback is erop gericht om medewerkers zichzelf feedback te laten geven. In plaats van te oordelen over medewerkers kun je hen beter over zichzelf laten oordelen. Dat is namelijk veel leerzamer. Als er een sfeer van groot onderling vertrouwen heerst, is zelfkritiek meestal ook zinniger. De tandarts / praktijkhouder moet dus ook toewerken naar onderling vertrouwen met zijn team.

Daarnaast wordt binnen de 360° feedback vorm ook feedback van directe collega’s gevraagd. Het gaat dan om collega’s die de medewerker goed kennen. Aangevuld met feedback van de direct leidinggevende (veelal de tandarts / praktijkhouder zelf). Deze laatste is ook diegene die de input van alle feedback gevers verzameld en dit gebruikt in het gesprek met de medewerker.

Proactief en betrokken

In tegenstelling tot de vaste structuur van het jaarlijkse functioneringsgesprek neem je als tandarts / praktijkhouder veel meer verantwoordelijk om permanent te streven naar een goede arbeidsrelatie met betrokken en enthousiast personeel. Maar dat niet alleen. Door de 360° feedback krijgt de medewerker ook veel meer verantwoordelijkheid hierin, doordat hij actief wordt betrokken.

Dit kan betekenen – als daar behoefte en noodzaak toe is – dat de tandarts / praktijkhouder elke twee maanden een gesprek heeft met een medewerker, welke overigens helemaal niet lang hoeven te duren. Het gaat ten slotte niet om het gesprek zelf, maar vooral om hetgeen ermee wordt bereikt.

Tot slot

In vergelijking met het jaarlijkse functioneringsgesprek lijkt er met deze vorm ineens heel veel meer gevraagd te worden van de tandarts / praktijkhouder. Dit lijkt zo, maar is niet de bedoeling. Met de 360° feedback vorm wordt de medewerker gestimuleerd meer verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen functioneren en de eigen tevredenheid binnen de praktijk. De tandarts / praktijkhouder faciliteert dit proces. Voorwaarde is een groot onderling vertrouwen. Dit alles draagt bij aan het succes van het team en de medewerkerstevredenheid, waardoor eventuele problemen ook veel meer pro-actief kunnen worden aangepakt.

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken. In de Toolkit is onder andere een 360° feedback voorbeeld formulier opgenomen voor.

Lees meer over: Kennis, Personeel
Hoe kunt u omgaan met gecalcificeerde wortelkanalen?

Hoe kunt u omgaan met gecalcificeerde wortelkanalen?

Eén van de oorzaken van het niet slagen van een wortelkanaalbehandeling is het onvolledig instrumenteren en desinfecteren van het wortelkanaalstelsel. Door de vorming van tertiair dentine kunnen kanaalingangen zodanig verborgen liggen dat het lijkt of ze niet aanwezig zijn. Hoe gaan we om met deze gecalcificeerde wortelkanalen? In haar lezing gaf endodontoloog Marga Ree de hulpmiddelen en ezelsbruggetjes die helpen om doelgericht naar zo’n kanaal te zoeken. Veilig en efficiënt.

Waardoor kunnen calcificaties van de pulpaholte en het wortelkanaalstelsel ontstaan?

  • Na tandletsel
  • Na een pulpotomie of directe pulpaoverkapping
  • Na elke vorm van chronische irritatie
  • Restauraties
  • Cracks
  • Parafuncties
  • Orthodontie

Diagnostiek

Volgens Marga Ree spreken we van een gecalcificeerd wortelkanaal als deze niet met een handvijl #.08 vijl toegankelijk is tijdens behandeling. Daarnaast kan er sprake zijn van aanwezigheid van pulpastenen en/of tertiair dentine.
Bij röntgenologisch onderzoek zijn kanalen geheel of gedeeltelijk niet zichtbaar op de röntgenfoto. Bij klinisch onderzoek kunnen elementen verkleurd zijn.

Een donker verkleurde tand na tandletsel

Wortelkanaalcalcificatie na tandletsel ontstaat door een pulparespons waarbij hard weefsel (secundair/tertiair dentine/osteodentine) in het wortelkanaalstelsel wordt afgezet. Het ontstaat meestal bij een contusie of subluxatie, bij dit redelijk zachtaardig tandletsel is vaak de enige klacht dat het element te zijner tijd donker verkleurd. Vaak vertonen de meeste elementen een gele verkleuring en in mindere mate een grijze verkleuring. In het algemeen zijn er geen bacteriën in het spel, dus geen infectie.

Behandelopties voor elementen zonder een peri-apicale laesie, maar met een storende verkleuring

  • Wortelkanaalbehandeling en inwendig bleken
  • Inwendig bleken zonder wortelkanaalbehandeling
  • Uitwendig bleken
  • Combinatie van uitwendig en inwendig bleken
  • Maskeren met facing
  • Geen behandeling

Natriumperboraat mag weer gebruikt worden in de tandartspraktijk, mits het gaat om inwendig bleken als onderdeel van een medische handeling. Hierbij komt geleidelijk H2O2 vrij bij mengen met water, warme lucht of zuur. Waterstofperoxide in concentraties > 30%  is erg zuur, waardoor het gemakkelijk door de tubuli diffundeert, en waardoor een kans bestaat op resorptie..

Wat hebben we nodig om gecalcificeerde kanalen te behandelen?

Identificatie

  • Röntgenfoto’s vanuit verschillende hoeken, CBCT
  • Microscoop
  • Kennis van kanaalconfiguratie
  • Kennis van de kleurenkaart van dentine

Instrumentatie

  • Boren
  • Ultrasone tips
  • Speciale vijlen
  • Irrigantia
  • TGD (Tijd, Geduld, Doorzettingsvermogen)

Een veel voorkomende complicatie is de richting kwijtraken bij het zoeken van het wortelkanaal. Advies van Marga Ree is om de endodontische opening in een bovenincisief zoveel mogelijk naar incisaal te plaatsen, waardoor er een kleinere kans is om de verkeerde richting op te gaan. Bij twijfel is het advies om een röntgenfoto vanuit verschillende hoeken te schieten.

Kleurenkaart dentine

  1. De bodem van de pulpakamer is altijd donkerder dan de omgevende dentinewanden. Volg het dentine in apicale richting, blijf gecentreerd en kijk naar ‘’bullseye’’ patroon.
  2. Kanaalingangen zijn altijd gelokaliseerd op de grens van de wand en de bodem.
  3. Reparatief dentine of calcificaties zijn lichter dan de bodem van de pulpakamer en bedekken vaak de kanaalingangen.

Maak geen prikkende beweging om het kanaal te zoeken, maar watch winding (reciproce beweging met duim en wijsvinger). Soms kan zandstralen van de pupabodem helpen bij een betere kleurbepaling van de kleurenkaart van dentine.

Conclusie

  • Het is werk dat je met geduld moet doen, dus gun jezelf de tijd!
  • Maak röntgenfoto’s uit verschillende hoeken
  • Overweeg een CBCT -scan indien nodig
  • Behoud zoveel mogelijk gezond dentine, met name cervicaal
  • Gebruik vergroting
  • Let op de dentinekleuren

Marga Ree

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 150 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen- en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Sinds 1980 voert zij praktijk in Purmerend, waarvan de laatste vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Pilot bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Pilot: bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Hoe bewust zijn jonge moeders van 17 tot 24 jaar van mondgezondheid voor henzelf en voor hun baby’s? Yvonne Buunk-Werkhoven en Selma Burrekers onderzochten dit en publiceerden hierover. Deze doelgroep blijkt lastig te bereiken voor gedragsverandering.

Door middel van twee interactieve workshops gegeven aan de MJD groep* in Groningen en de antwoorden op een vragenlijst ingevuld door jongemoeders van 17-24 jaar werd de persoonlijke mondverzorging geëvalueerd. Als aanvulling daarop werd een persoonlijke screening – per uitnodigingsbrief en telefonisch – aangeboden in de Praktijk voor mondhygiëne van Selma Burrekers.

*De MJD Groep is een  maatschappelijke organisatie die met professionals en vrijwilligersadvies, informatie en ondersteuning biedt aan bewoners in Groningen en de drie Noordelijke provincies.

Bevorderen van mondgezondheid is minstens zo belangrijk als preventie van mondziekten. Hierbij leren mensen hun mondgezondheid te verbeteren door middel van meerdere activiteiten en oefeningen, ook wel aan te duiden als gezondheidsvaardigheden. In eerdere studies, ook onder kinderen,werd aangetoond dat gezondheidseducatie in het verleden en promotie-interventies (OHEPIs) effectief zijn en positieve invloed hebben op tandartsbezoek, poetsen en flossen.

Doelstelling onderzoek

Een artikel in een locale krant was de inspiratie voor dit vrijwillige initiatief van Buunk-Werkhoven en Burrekers. De bedoeling was om te bepalen wat het effect (impact) is van een laagdrempelige benadering van mondgezondheidsbevordering en om de betrokkenheid  van de zelfzorg beter te begrijpen. Daarnaast is het belangrijk om inzicht te krijgen in welke factoren van invloed zijn op de eigen verantwoordelijkheid en  het vermogen van jonge moeders om hun baby’s op een (kosten)effectieve manier preventieve zorg te bieden.

Door middel van twee Powerpointpresentaties werd uitleg gegeven en gediscusieerd over mondgezondheid en andere gezondheidsonderwerpen.Tijdens de eerste workshop vulden de deelnemers een index over mondgezondheid in. Als aanvulling daarop werden de jonge moeders per brief uitgenodigd om een screening in de praktijk te ondergaan. In de tweede workshop lag het accent vooral op de mondverzorging van de baby’s en peuters. Een half jaar na de eerste keer werden10 moeders persoonlijk uitgenodigd via een telefoongesprek om langs de praktijk te komen voor een gratis consult.

Resultaten

De groep bestond op papier uit 15 jonge moeders van 17-23 jaar. Ze hadden allen babies tussen 0-6 maandenof peuters in de leeftijd van 1,5 tot 4 jaar.

Bij de eerste keer waren 8 moeders aanwezig, 3 waren ziek en 4 anderen waren zonder bericht afwezig. De MondiX werd gebruikt als maatstaf voor het eigen mondhygiënegedrag.

Tweederde poetste tweemaal daags met een handtandenborstel en driekwart rapporteerde tenminste voor het slapen gaan het gebit te poetsen. Ongeveer de helft poetste minder dan een minuut, slechts 4 poetsten 2 minuten of langer. Interdentale reinigingsmiddelen werden niet of nauwelijks gebruikt.
Ongeveer 3 maanden na de eerste workshop bestond de groep op papier uit 11 moeders, inclusief 5 nieuwe jongemoeders, waarvan 1 7 maanden zwanger was. 5 moeders waren aanwezig, 5 waren afwezig en 1 kwam later binnen. Deze groep had gevraagd om een follow-up voor meer informatie, met name over de mondverzorging van hun kindje. Deze informatie was meer gespecificeerd en werd beter ontvangen door de groep. Echter, deze informatie was wederom niet voldoende om de moeders voor een gratis consult in de praktijk te krijgen.

Na observatie en navraag tijdens de discussie in de workshop hadden de moeders niet het besef en de intentie om de hoeveelheid zoet te beperken of om pas te poetsen een uur na inname van zure drankjes: ze vonden dit niet belangrijk.

In de herfst –een half jaar na aanvang van het project– konden uit de totale groep slechts 6 moeders per telefoon worden bereikt en uitgenodigd. Hiervan maakten 4 moeders een afspraak en slechts 2 kwamen opdagen. Deze twee bleken ook nog eens niet aanwezig te zijn geweest bij de workshops.

Case reports worden beschreven in de Engelse versie van het artikel.

Conclusie

Het blijkt uit dit interventieonderzoek dat veel directe aandacht, twee keer een interactieve workshop en herhaalde uitnodiging per brief en daarna nog telefonisch contact voor een gratis consult met kind niet voldoende zijn om deze jonge moeders te motiveren en/of te stimuleren.
De doelgroep die het nodigheeft, blijkt lastig te bereiken en mee te krijgen in bewustwording en gedragsverandering; De jonge moeders verkeren vooral in de eerste (pre-contemplatie) en tweede (contemplatie) fase van het gedragsveranderingsmodel (TTM).
Inzicht is nodig om te finetunen: wat is daadwerkelijk nodig bij en voor deze specifieke groep en op welke aspecten moet de focus gelegd worden om de jonge moeders meer bewust te laten worden en meer verantwoordelijkheid te laten krijgen voor gezondheidsgedrag, voor henzelf en voor hun kind.

Lees het complete onderzoek  

Onderzoek door Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoogen onderzoeker binnen de preventieve mondzorg  en mondhygiënist Selma Burrekers.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Nieuw op Dental Expo 2018: Seminarprogramma

Nieuw op Dental Expo 2018: Seminarprogramma

Dental Expo 2018 is dit jaar nog interactiever dan voorgaande edities. Met een seminarprogramma waar professionals u bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen zoals toekomstbestendige praktijken, ergonomie, privacyregels, schaalvergroting en uw pensioen op 8, 9 en 10 maart in de RAI Amsterdam.

Dental Expo introduceert dit jaar het seminarprogramma. Gedurende 8, 9 & 10 maart wordt elk uur een actueel onderwerp uit de tandheelkunde belicht door een expert. Sprekers nemen u mee in de laatste ontwikkelingen en geven u handvatten voor een toekomstbestendige praktijk. Ook worden er workshops gegeven.

Workshop trends en veranderingen door digitalisering

Thera Evers is trendwatcher Zorg bij ABN AMRO. Zij laat u zien welke trends en veranderingen er zijn door de digitalisering van de samenleving. Thera kan u adviseren over de strategische keuzes die gemaakt kunnen worden om de praktijk toekomstbestendig te houden.

Workshop wet- en regelgeving dossiervorming en privacy

De afgelopen jaren is de wet- en regelgeving dossiervorming en privacy sterk veranderd. Pieter Schram vertelt u wat de impact hiervan is op uw praktijk. Wat doet u in de praktijk met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Wat voor protocollen gaat u invoeren en wie is bij u in de praktijk verantwoordelijk voor een goede bewaking van de privacy van uw patiënten en uw medewerkers?

‘Complete bezoekerservaring’

Alle workshops en presentaties hebben een niet-commercieel karakter en zijn kosteloos voor beursbezoekers.

Het seminarprogramma wordt voor de eerste keer op Dental Expo georganiseerd. “Het doel is een complete bezoekerservaring te creëren,” aldus Mathilde Koniuszek, event manager Dental Expo. “Naast de innovaties en producten die de exposanten op hun stand laten zien, kunnen bezoekers extra informatie over actuele ontwikkelingen en onderwerpen krijgen door het bijwonen van een presentatie en/of workshop.” Inmiddels hebben al bijna 1700 bezoekers zich geregistreerd. Daarnaast is ook de beursvloer zo goed als gevuld.

Dental Expo is het platform dat de industrie, de handel en de tandheelkundige professie met elkaar verbindt. Tandartsen, orthodontisten, MKA-chirurgen, mondhygiënisten, tandtechnici, tandprothetici, praktijkmanagers en (preventie)assistenten ontmoeten elkaar in Amsterdam RAI om van gedachten te wisselen over de continu bewegende markt en de toekomst van de mondzorg.

 

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Producten, Scholing
Architectuurprijs voor Tandheelkunde Radboud UMC

Architectuurprijs voor Tandheelkunde Radboud UMC

Radboud Universiteit heeft de Architectuurprijs Nijmegen 2017 binnengesleept met het tandheelkunde gebouw van het universitair medisch centrum. Het gebouw werd het afgelopen jaar volledig gerenoveerd.

Oud gemixt met nieuw

Op 29 januari werd bekendgemaakt dat het gebouw aan de Philips van Leydenlaan de winnaar was van de Architectuurprijs Nijmegen 2017. ‘Steeds is slim gekozen voor combinaties van oud en nieuw. In die zin is het een pleidooi voor het vaker hergebruiken van gebouwen uit deze categorie,’ aldus juryvoorzitter Fred Schoorl. Het tandheelkunde gebouw van het Radboud UMC won van 9 andere kandidaten, waaronder  Villa Lent, Onder Onnes en het Lentse KAPKAR.

Publieksprijs

De publieksprijs werd gewonnen door de Lentloperbrug, die werd gekozen door 15 procent van de 1.800 stemmers. Deze brug verbindt het eiland Veur-Lent met de oeverzijde van de Spiegelwaal. De tweede en derde prijs gingen respectievelijk naar De Lunet en Basisschool De Klokkenberg.

Duurzaamheidsprijs

Hiernaast kende de jury een eervolle vermelding toe aan de Kloostertuin Brakkensteijn. Ook werd voor het eerst in de zes jarige geschiedenis van de Architectuurprijs een Duurzaamheidsprijs uitgereikt. Deze werd gewonnen door het Van der Valk Hotel Nijmegen Lent, die werd gebouwd met duurzaamheid als uitgangspunt.

Bron:
Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Scholing
http://www.antcongres.nl/

ANT Jaarcongres ‘Imagine your future’ – 13 april 2018

Dit event is voorbij

Blijven vernieuwen in je vak is essentieel, omdat technieken en communicatiemiddelen continu veranderen. Maar hoe pak je dat aan en waar begin je? Het ANT congres ‘Imagine your future’ op 13 april 2018 toont hoe moderne technieken, goede samenwerking en social media kansen bieden om u als tandarts van de toekomst onderscheiden. De persoonlijke ervaringen en casuïstiek bieden u op een informele manier inspiratie voor uw eigen praktijk. Mis het niet en schrijf u in!

Ga hier direct naar de website van het ANT om u in te schrijven.

Bij inschrijving vóór 10 maart 2018 ontvangt u het Early Bird tarief.

Deelnemers beoordeelden het congres in 2017 gemiddeld met een cijfer 8.

Extra hands-on – Stap voor stap uw eigen kroon

Schrijf u ook in voor de workshop op zaterdag. U maakt met het CEREC systeem stap voor stap uw eigen kroon van scannen en design tot inkleuren. Beperkt aantal plaatsen en alleen in combinatie met een congresticket.

Locatie

ACTA Amsterdam

Sprekers

ANT Jaarcongres ‘Imagine your future’ – 13 april 2018Next level veneers met microvision technologie

Nazariy Mykhaylyuk toont met prachtig beeldmateriaal hoe vergroting u helpt de kwaliteit van veneers te verbeteren en moderne, minimaal invasieve tandheelkunde naar een hoger niveau te brengen.

 

 

ANT Jaarcongres ‘Imagine your future’ – 13 april 2018Up to date blijven met CAD/CAM en social media

Wim de Bruïne laat de indrukwekkende stand van zaken in CAD/CAM technologie zien én vertelt hoe hij social media succesvol gebruikt in de praktijk.

 

 

 

ANT Jaarcongres ‘Imagine your future’ – 13 april 2018De waarde van tandtechniek in huis

Tandarts-Gnatholoog Hugo Vreugdenhil bepreekt aan de hand van zijn eigen ervaring hoe u de kwaliteit van kroon- en brugwerk verhoogt door tandtechniek in de praktijk te integreren.

 

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing, Thema A-Z
kluis - veiligheid

Praktische tips voor informatiebeveiliging in de praktijk

In mei 2018 gaat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in, waarmee de regels rond de bescherming van persoonsgegevens worden aangescherpt. De verordening eist dat praktijken organisatorische en technische maatregelen moeten hebben genomen om aan deze regels te voldoen. In de praktijk blijkt dat informatiebeveiliging voor 80% te maken heeft met mensen en organisatie: bewustwording binnen het team om veilig te werken. Juist daarom worden in dit artikel vooral praktische, laagdrempelige tips gegeven voor meer bewustwording waarmee elke praktijk direct aan de slag kan gaan.

Voorkomen is beter dan genezen

Uit ervaring blijkt, dat de praktijken die eerder schade hebben opgelopen hun ICT maatregelen het beste hebben doorgevoerd. De schade van een crash, van het verlies van data of ‘ransom ware’ kunnen namelijk grote vormen aannemen. Als men dit een keer heeft meegemaakt, dan is de bewustwording groot om vervolgens vergevorderde en adequate maatregelen te nemen. Echter, praktijken die een dergelijke schade nooit hebben ervaren, zien lang niet altijd de noodzaak om maatregelen rondom informatiebeveiliging te nemen. Laat staan, dat zij er de financiële middelen voor willen vrijmaken. Maar ook hier geldt – net als voor het verlenen van tandheelkundige zorg: ‘voorkomen is beter dan genezen’.

Je weet niet wat je niet weet!

De reden voor een lage bewustwording op dit onderwerp is, dat praktijkhouders vaak denken dat alles goed geregeld is zolang er niks mis gaat. Iedere persoon en elke organisatie loopt echter continu een risico. Bijvoorbeeld misbruik of diefstal van persoonsgegevens, hacking of ‘ransom ware’. Zolang het gevaar of de crimineel niet bij jezelf toeslaat, lijkt het alsof alles veilig is. Je weet alleen niet, dat de risico’s soms heel dichtbij zijn.

5 Praktische tips om risico’s te verminderen

  1. Risico: Systemen zijn niet up-to-date

    Computer systemen worden permanent verder beveiligd door de leveranciers. Echter, zij lopen altijd achter de feiten. Een gat in de computer beveiliging kan namelijk pas ‘gedicht’ worden, nadat deze ontdekt is. Vervolgens worden updates aangeboden aan alle gebruikers, zodat de beveiliging van alle systemen kan worden bijgewerkt. Daarom is het belangrijk, dat frequent updates worden uitgevoerd op de systemen. Advies is met een vaste frequentie (bijvoorbeeld maandelijks) de updates door te voeren.

  1. Risico: Diefstal of misbruik van de UZI-pas

    De UZI-pas is een elektronisch paspoort. Als houder van een UZI-pas is de praktijk verplicht de pas te beschermen tegen beschadiging, verlies of diefstal. Criminelen kunnen met de UZI pas eenvoudig diverse vormen van fraude plegen. De praktijk dient de volgende tips in acht te nemen:

    • Laat de UZI-pas niet onbeheerd in de kaartlezer zitten (of plaats de kaartlezer in een afgesloten kast).
    • Bewaar de UZI-pas op een veilige plek (door deze in ieder geval einde dag uit de kaartlezer te halen).
    • Houd de pincode geheim (en laat deze dus niet bij de balie of bij de pas liggen). Of wijzig de pincode in een voor u makkelijk te onthouden combinatie.Aangezien in bovenstaande tips veel menselijke handelingen worden gevraagd, is een mogelijke verbetering de toegang en het gebruik van de UZI-pas te automatiseren. Deze geautomatiseerde oplossing is erop gericht de kaartlezer in het computersysteem beschikbaar te stellen, waarbij de toegang tot de pas einde dag automatisch wordt geblokkeerd.
  1. Risico: Vecozo certificaat wordt gestolen

    Ook het Vecozo certificaat – wat een software bestand is – stelt criminelen in staat om diverse vormen van fraude te plegen. In veel praktijken is dit certificaat echter eenvoudig te vinden. Bijvoorbeeld omdat deze nog is opgeslagen op het bureaublad van de balie computer of in de map ‘downloads’. Zodra criminelen toegang hebben tot het netwerk van de praktijk, hebben zij in dat geval ook direct de beschikking over het certificaat. Een mogelijkheid is het certificaat altijd extern op een veilige plek te bewaren.

  2. Risico: Wachtwoorden komen in verkeerde handen

    Toegang tot de computersystemen is veelal afgegrendeld met een wachtwoord. De sterkte van het wachtwoord bepaalt de sterkte van de beveiliging. Echter, een wachtwoord onthouden en invoeren levert altijd veel ongemak, waardoor snel voor eenvoudige wachtwoorden wordt gekozen. Een mogelijk verbetering is gebruik te gaan maken van een wachtwoord manager. Dit is een (veelal gratis) online dienst, die alle wachtwoorden bijhoudt van de sites die worden gebruikt in de praktijk. Deze wachtwoorden worden bewaard in een digitale kluis. U hoeft alleen het ene wachtwoord van de kluis te onthouden en kunt zodoende alle websites afschermen met een sterk gekozen wachtwoord. Voorbeelden zijn ‘Lastpass’, ‘Onepassword’ of ‘Keepass’.

  3. Risico: ID’s worden gestolen

    Het stelen van iemands ID kan resulteren in identiteitsfraude. In sommige praktijken wordt bij inschrijving van nieuwe patiënten het ID gekopieerd en in het patiëntendossier opgeslagen. Dit is echter niet toegestaan. Ook de ID’s van medewerkers worden vaak gekopieerd en opgeslagen in het netwerk van de praktijk. Een optie is om het kopie ID onbruikbaar te maken voor criminele activiteiten. Bijvoorbeeld door er met pen de volgende tekst overheen te schrijven ”Dit kopie is alleen bedoeld voor identificatie van de medewerkers van praktijk X”.

Tot slot

Doel is het vergroten van de bewustwording door de risico’s in kaart te brengen – je weet niet wat je niet weet – en direct praktische tips hieraan toe te voegen, zodat praktijkhouders en hun team hier direct mee aan de slag kunnen gaan. Uiteindelijk staan deze risico’s en bijbehorende maatregelen bijna nooit op zich, maar zal een praktijk moeten streven naar een veilige omgeving. Net als dat je thuis ook niet de voordeur met drie zware sloten vergrendeld, terwijl je het raam laat openstaan met de laptop zichtbaar op de keukentafel.

Auteurs

Dit artikel is ontstaan uit een samenwerking tussen Karel Keers – Keers Applied Electronics – en Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement.

 

Lees meer over: E-health, ICT, Kennis
Mail & Win 4x met de hele praktijk naar Dental Expo

Mail & Win: 4x met de hele praktijk naar Dental Expo

Maak nu kans om met het gehele team de Dental Expo 2018 gratis bij te wonen. Tijdens deze vakbeurs is de complete dentale markt vertegenwoordigd, met een rijk aanbod aan informatie, producten en diensten voor tandartsen, mondhygiënisten, tandtechnici, tandprothetici, praktijkmanagers en (preventie)assistenten.

Dental Expo 8, 9 en 10 maart 2018

Dental Expo is een geïntegreerd platform voor de totale mondzorg en vindt dit jaar plaats op 8, 9 en 10 maart. Op de beursvloer zullen onder andere relevante producten en diensten worden gepresenteerd. Hiernaast zullen er workshops en seminars plaatsvinden, waar professionals innovaties en nieuwe ontwikkelingen nader toe zullen lichten. Bovendien is de Dental Expo een goede gelegenheid voor iedereen die werkzaam is in de tandheelkunde om elkaar te ontmoeten en ideeën uit te wisselen over de continue bewegende markt.

Mail & Win

We mogen 4 praktijken de kans bieden om met het hele team (max. 10 personen) gratis de Dental Expo 2018 bij te wonen. Normaalgesproken bedragen de kosten €15 per persoon. Wilt u meedingen? Stuur dan een email met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 10 februari 2018. De winnaars worden 20 februari bekend gemaakt.

Deelnemers van de Mail & Win actie ontvangen automatisch de digitale Dental INFO nieuwsbrief. Als u de nieuwsbrief al ontvangt verandert er uiteraard niets.

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Producten, Scholing
Henry Schein organiseert Regio Events in Dental Management

Henry Schein organiseert Regio Events in Dental Management

Henry Schein start in februari 2018 met de eerste Dental Management Regio Events. Compleet in het teken van praktijkmanagement en -organisatie zal Henry Schein verdeeld over het jaar diverse locaties aandoen.

Het programma biedt mondzorgprofessionals lezingen op het gebied van personeelsmanagement, financieel management, marketing en effectieve communicatie, gericht op de praktijkmanager en praktijkeigenaar.

15 februari Amsterdam Oostzaan en 22 februari Zwolle

De eerste twee regio events vinden plaats op 15 februari 2018 in Amsterdam Oostzaan en op 22 februari 2018 in Zwolle. Het Dental Management Regio Event betreft een avondprogramma waarbij de bezoeker met een keuze uit diverse onderwerpen drie lezingen kan bezoeken.

Het programma aan lezingen is samengesteld door Henry Schein Dental Business Solutions, een programma met oplossingen en diensten die de tandartspraktijk helpen met praktijk- vraagstukken en doelstellingen. De oplossingen zijn gebaseerd op drie kernelementen – advies, training en groei.  Hierbij werkt Henry Schein samen met partners uit haar netwerk, die een autoriteit zijn binnen hun eigen vakgebied.

“Het Dental Management Regio Event is een nieuw educatief programma dat wij aan onze activiteiten van Henry Schein Business Solutions hebben toegevoegd,” aldus Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland. “De lezingen over praktijk- management en -organisatie  zullen absoluut helpen het praktijkbeheer te verbeteren, wat leidt tot een betere zorg en daarmee tot grotere tevredenheid onder de patiënten.”

Henry Schein Dental Business Solutions zijn toepasselijk voor alle tandheelkundige praktijken en kunnen worden toegesneden op hun individuele behoeften. Deelnemers aan het “Dentalliance” vaste-klanten-programma van Henry Schein kunnen hun gespaarde punten inzetten voor de Dental Business Solutions services.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Implantaat gedragen kronen in de zijdelingse delen: een stapsgewijze benadering

Welke stappen kunt u het beste doorlopen bij implantaat gedragen kronen in de zijdelings delen?  Bekijk de 8 stappen.

8 stappen bij implantaat gedragen kronen

In zijdelingse delen

  • Informatie verzamelen

    Allereerst wordt informatie verzameld, zodat duidelijk is welk implantaat merk, diameter e.d. geplaatst zijn. Dit staat in de rapportage van de implantoloog.

  • Het bestellen van afdrukstiften

    Hiervoor is de informatie nodig van stap 1. Er zijn ongeveer 25 merken implantaatsystemen en ongeveer 125 verschillende bovenkanten van implantaten en afdrukstiften op de markt in Nederland.

  • Het plaatsen van afdrukstiften

    Dit moet grotendeels op gevoel gedaan worden. Om te checken of de afdrukstift goed op zijn plek zit, adviseert prof. dr. Meijer de schroef van de stift nog één keer los te draaien en te voelen of de stift zelf niet meer draait. En daarna weer vast te draaien. Het heeft nauwelijks nut meer om een röntgenfoto te maken om te controleren of de stift goed zit. Het plaatsen van de stift is moeilijker als het implantaat dieper ligt.

  • Het afdrukken

    Er zijn meerdere afdrukmethodes. Bij de open afdrukmethode komt de stift net door de afdruklepel heen. Er wordt afgedrukt met een stug afdrukmateriaal. Belangrijk is dat de schroef van de afdrukstift altijd vrij is, zodat deze na uitharden weer losgedraaid kan worden.

  • Het invullen van de techniekbon

    Geef duidelijk aan wat voor product u terug wilt krijgen en denk mee met de tandtechnieker. De kleur in de zijdelingse delen kan door de tandarts bepaald worden. In het front is het vaak beter om de tandtechnicus de kleur te laten bepalen.

  • Het maken van het abutment

    Dit gaat allemaal CAD/CAM in het lab. Zowel titanium als zirkonium zijn heel biocompatibel wat belangrijk is voor contact met bot en mucosa.

  • Het plaatsen in de mond

    Alles wat verschroefd wordt, moet met een torquemeter gedaan worden. Per merk zijn deze waardes verschillend. Handmatig komt de waarde vaak niet verder dan 20Ncm, terwijl een hogere waarde gehaald moet worden. Is er geen torquemeter dan kan het abutment of kroon niet vastgezet worden.

  • Afsluiten schroefgat

    Het schroefgat wordt afgesloten met teflon of een watje en daarna composiet.

Kroon-implantaat ratio

Bij implantaten is de kroon-implantaat ratio minder kritisch dan bij natuurlijke elementen de kroon-wortelratio. Een 6 mm implantaat kan goed samen met een relatief hoge  kroon.

Er is een absolute voorkeur voor het verschroeven van implantaat gedragen kronen. Dit omdat we cementresten willen voorkomen die peri-implantitis kunnen veroorzaken.

Ti-bases

Er is nu een trend dat laboratoria graag Ti-bases (een titaniumschoteltje verlijmd met een zirkoniumopbouw) gebruiken. Er zit een duidelijk verschil tussen het individueel vervaardigde abutment en deze Ti-bases. Het is nog niet helemaal duidelijk of er ook verschillen zijn voor de levensduur.

Implantaatpaspoort

Patiënten kregen vroeger een implantaatpaspoort mee. Nu is dit niet meer het geval en in sommige gevallen geeft dat problemen met het opzoeken van welk implantaatmerk geplaatst is als de patiënt van een andere tandarts af komt.

Prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van prof. dr. Henny Meijer tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
microscoop

Aandachtspunten bij werken met microscoop bij endodontie

Kasper Veensta, tandarts bij het UMCG, gaf tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut zes tips voor het werken met een microscoop.

Tips werken met microscoop

– Je werkt altijd met indirect zicht (spiegel).

– Voor de bovenkaak kan er een grote spiegel gebruikt worden.

– In de onderkaak is een kleinere spiegel aan te raden omdat je de spiegel achter de boorkop moet zetten.

– De spiegel moet zo ver weg mogelijk van het betreffende element gezet worden. Vervolgens kan er scherp gesteld worden op de spiegel.

– In de onderkaak is het vaak lastig werken met de microscoop omdat de ‘mesiaal-distaal beweging’ wordt ‘omgedraaid’ doordat je een spiegel gebruikt.

– Hoe groter de vergroting, hoe kleiner de range is dat je scherp ziet: je bent sneller out of focus.

Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.

Lees ook: Tips voor gezond werken met de microscoop

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Google Analytics

Google Analytics voor beginners

Meten is weten – een algemeen bekende uitdrukking die ook zeer van toepassing is op websites. Met Google Analytics kan het websiteverkeer precies in kaart worden gebracht, waar veel nuttige informatie uit voort kan komen.

Activeren

Om Google Analytics te activeren moet er een kleine code in de website worden geïntegreerd, waarna allerlei data direct kan worden ingezien.

Verkeer

Via Google Analytics kan onder andere worden gezien om welke redenen mensen op de website terecht kwamen, van via een zoekopdracht in Google of een link op een andere website, tot via een (social media) advertentie of door middel van het direct intypen van de link.

Nieuw of terugkerend

Daarnaast kan in een oogopslag worden gezien hoelang mensen op de website blijven, op welke pagina’s ze het meest kijken en wat redenen zijn voor bezoekers om door te klikken of juist om de website te verlaten. Ook kan bijvoorbeeld worden bekeken welke bezoeker nieuw of terugkerend was, en of zij de website via een computer of een mobiel apparaat bezochten.

Meest bezochte onderdelen

Bij de meeste websites zal de homepagina bovenaan staan in de meest bezochte onderdelen van de website. Bij een goed lopende tandartswebsite zal ook de contactpagina hoog in dit lijstje staan. Is dit niet het geval, dan wordt het tijd om eens te kijken of verandering noodzakelijk is.

Kleine veranderingen, groot verschil

Al met al kan het gebruik van Google Analytics veel nuttige informatie geven over het websitegebruik. Deze kunnen gebruikt worden om kleine veranderingen aan te brengen die een groot verschil zullen maken.

Meer informatie  over Google Analytics

Lees meer over: E-health, Thema A-Z
implanteren

Direct implanteren: wanneer wel en niet?

Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen waardoor minder en kortere ingrepen nodig zijn. Wanneer kunt u wel en niet direct implanteren?

Na extractie verlies je vaak 4 mm bot in horizontale en in verticale zin door resorptie. Daardoor zijn allerlei botopbouw technieken ontworpen. Het liefst wordt bot gehaald uit de kaakhoek of eventueel uit de tubers. Echter is dit een tweede operatieplek en een extra ingreep. Daarom wordt als eerste keus gebruikt gemaakt van guided bone regeneration. Hierbij wordt echt bot vermengd met botsubstituten en aangebracht bij het implantaat, met als doel dat het er goed uit ziet en functioneert.

Direct implanteren

Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen. Hierdoor zijn minder en kortere ingrepen nodig. De techniek wordt alleen toegepast in het front. Met de nieuwe oppervlakte structuren en met voldoende primaire stabiliteit vindt er osseointegratie plaats. Er is maar weinig literatuur bekend over de esthetiek van deze behandeling. De verwachting is dat het waarschijnlijk niet altijd even mooi is.

Wanneer wel/niet direct implanteren?

Het is niet altijd mogelijk om direct na extractie te implanteren. Hieronder een aantal handvaten om te helpen inschatten wanneer het wel mogelijk is.

Een front element is als verloren te beschouwen, maar is nog wel in de kaak aanwezig. Als eerste wordt er dan onder lokale anesthesie bonesouding gedaan. Dit is met de pocketsonde meten waar het bot loopt bij de buurelementen. De afstand tussen het contactpunt en het bot wordt afgelezen. Als de papil het contactpunt volledig sluit dan wordt de papil gemeten. Deze afstand mag niet meer dan 5 mm zijn. Deze afstand zegt iets over de regeneratieve mogelijkheden van de papil tussen de elementen in. Als hieraan voldaan is, dan kan een jaar na het vervaardigen van een definitieve kroon verwacht worden dat er een perfecte papil teruggekomen is. Is deze afstand groter dan zal de interdentale ruimte niet helemaal gevuld worden met papil.

De volgende meting die gedaan wordt is midbuccaal. Deze afstand moet 3 mm zijn, wat betekent dat de botlamel 3 mm onder de mucosa begint. Een intacte botlamel is heel belangrijk. Dit kan vaak ook goed te zien zijn op een CBCT.

”Het heeft alleen zin direct te implanteren als de uitgangssituatie goed is. Dat wil zeggen een nette gingiva lijn, nette buurelementen en dergelijke.”

Na extractie wordt gecontroleerd of de buccale lamel in tact is. Het implantaat wordt iets meer naar palatinaal gezet, omdat daar meer bot is en daardoor meer primaire stabiliteit voor het implantaat. Hierdoor komt het schroefgat ook meer palatinaal te liggen. De boorprocedure is vervolgens hetzelfde als bij elke andere implantaatbehandeling. Het enige verschil is dat het op het moment waarbij de richting en diepte van het implantaat gecontroleerd wordt, de ruimte die er is opgevuld wordt met botsubstituut en eigen bot. Het is belangrijk dat er iets tussen de lamel en het implantaat geplaatst wordt. Het liefst iets niet resorbeerbaars, zodat het de lamel in tact houd en hiermee zorgt voor het intact houden van de buccale wand en het op zijn plaats houden van de gingiva. De passtift wordt verwijderd en het implantaat wordt geplaatst. In deze gevallen worden altijd implantaten geplaatst die zelftappend zijn.

Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

De parodontale regeneratie heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt waardoor we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen. Hoe kunt u succesvol parodontaal behandelen en risico’s op peri-implantitis bij kwetsbare patiënten beheersen?

Parodontitis is een aandoening die een uitdaging vormt voor de tandarts en mondhygiënist. Het is een nog grotere uitdaging om het parodontale weefselverlies te herstellen. Sinds de eerste stappen – begin jaren 80 – in die richting, heeft de parodontale regeneratie een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het unieke hiervan is dat we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen.

Toch kunnen we niet altijd dit doel realiseren en ontstaat de noodzaak om voor functieherstel in de parodontaal kwetsbare patiënt implantaten te plaatsen. Het risico op peri-implantitis is groter bij deze patiëntengroep. Peri-implantitis is inmiddels net zo prevalent als parodontitis.

Verslag van de lezing van parodontoloog Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Smile training

Mensen passen zich aan aan de bestaande situatie van het gebit. Dit wordt ook wel ‘smile training’ genoemd. Mensen gaan op andere manier praten of lachen om bijvoorbeeld hun gebit te verbergen.

Het is belangrijk voor mensen dat ze vrijuit kunnen lachen; het gebit moet mooi zijn, maar vooral ook gezond.  

Soft-tissue management

Doel van soft-tissue management is het creëren van esthetisch acceptabele en functionele zachte weefsels.

Hiermee kunnen de elementen en gingiva geclassificeerd worden:

– Pink esthetic score

– White esthetic score

– Recession esthetic score

Miller classificatie

Kroonverlenging kan worden uitgevoerd om de illusie van een papil te creëren. Bij een Miller classificatie 4*. Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

*Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva.
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi).
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijvoorbeeld parodontitis)
  4. Interdentale papil is volledig afwezig.

Necrotic Ulcerative Gingivitis

Necrotic Ulcerative Gingivitis is de meest deformerende vormen van parodontitis en treedt vaak op bij jongeren mensen.

TARNOW: afstand tussen twee implantaten

De afstand tussen twee implantaten is van invloed op de hoogte van het alveolaire bot en hiermee ook op de interdentale papil. In geval van verticaal botverlies, is er ook altijd een horizontale component als de implantaten minder dan 3 mm uit elkaar staan. (Tarnow et al. 2000). Daarom is het belangrijk dat implantaten altijd meer dan 3 mm van elkaar staan.

Scandinavisch nazorg protocol

Scaling en rootplaning zijn opgenomen in het Scandinavisch nazorg protocol waardoor mogelijk terugkeer van de papil plaatsvindt.

– Elke twee weken scalen en rootplanen.

– Patiënt dient te stoppen met roken.

– Plaque verwijderen.

Op deze manier is herstel van het parodontium haalbaar en kunnen de papillen terugkomen. Het is belangrijk om liefdevol met de gingiva om te gaan.

Parodontale regeneratie

Het parodontium is het enige weefsel wat kan terugkomen in de vorm zoals het was. Dit wordt ook wel parodontale regeneratie genoemd.

De tandarts is de gids voor de patiënt. De tandarts zorgt ervoor dat de patiënt veilig en goed door het traject heen loopt. Hierbij is het belangrijk zo weinig mogelijk invasief te zijn. Als patiënten zorg mijden nemen de problemen toe. De tandarts mag dan harder zijn tegen de patiënt en aangeven dat hij zorg mijdt en dat de behandeling niet zal slagen als er geen goede compliance is.

Als de patiënt therapietrouw is, dan kunnen elementen met twijfelachtige prognose ook vaker behouden worden. Dit zijn bijvoorbeeld elementen met furcatie problematiek. Eenwortelige elementen hebben over het algemeen goede prognose met scalen en rootplanen.

Als de patiënt niet nazorgtrouw is dan verliezen ze gemiddeld 3 elementen in een periode van 10 jaar versus 0,5 element bij patiënten die wel nazorgtrouw zijn.

  • Gebrek aan compliance en roken zorgt voor verlies van elementen.
  • Uit onderzoek uit 2014 is gebleken dat furcatieproblematiek geen problemen hoeft op te leveren zolang andere belangrijke factoren wel goed zijn.

Plaquebeheersing

Plaquebeheersing is heel belangrijk in de behandeling en preventie van parodontitis. Een  onderzoek van Lang liet een voortdurend niet ontstoken (gezond) parodontium met 99,5% overleving zien versus een voortdurend ontstoken parodontium met een overlevingspercentage van 63%.

De epidemie peri-implantitis heeft te maken met de indicatiestelling. Iatrogene pseudopocket kan ontstaan door te hard drukken met pocketsonde. Een druksonde is nodig bij implantaten omdat anders de kans groot is dat er te hard wordt doorgedrukt met de sonde – tot op het bot – en hiermee de verkleving van de gingiva aan het implantaat wordt beschadigd.

Sonderen

Implantaten hebben geen parodontium. Sonderen heeft betrekking op 3D niveau terwijl een röntgenopname alleen 2D is. Een kliksonde is een must in de implantologie. Sonderen is nodig om gezondheid van de tand of het implantaat te kunnen vaststellen. Een foto alleen zegt niets. De sulcus van een implantaat is veel kwetsbaarder dan dat van een natuurlijk element en daarom moet hier dus extra voorzichtig mee worden omgegaan. De sulcus van het implantaat reageert heftiger op plaque dan de normale sulcus en is daarom fragieler.

Algemene gezondheid

De mondgezondheid is van invloed op de algehele gezondheid. Door een met de tijd veranderd eetpatroon zijn er steeds meer diabetespatiënten die een hoger risico hebben op parodontitis. Door verhoogd suikergebruik is uitgebreidere plaquebeheersing nodig.

Als tanden te dicht tegen elkaar aanstaan kan dit tot problemen leiden. Hieruit is het begrip ‘Root proximity’ ontstaan. Dit is het fenomeen waarbij gedeeltelijke of totale afwezigheid is van bot tussen twee naast elkaar gelegen wortels van verschillende tanden. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Root proximity komt het vaakst voor tussen de eerste en tweede molaar en tussen de centrale en laterale incisief in de bovenkaak en onderkaak, tussen de tweede premolaar en eerste molaar en tussen de centrale incisieven in de onderkaak. De interdentale ruimte wordt verdeeld in een Apicaal, het Between en een Coronaal deel. De ernst wordt hiermee bepaald. Dit kan 1 (0.8mm), 2 (0.5mm) of 3 (0.3mm) zijn. Waarbij 0.3 mm de meest ernstige vorm is: hierbij is er geen interdentale ruimte aanwezig.

Onderfront

Het onderfront heeft een hoger risico dus een hogere proximity wat zorgt voor een hoger parodontitis risico. Het is puur de anatomie die dit bepaalt. De anatomie zorgt ervoor dat het interdentaal moeilijk of makkelijk is schoon te houden. Een orthodontisch behandelde patiënt heeft een kleinere kans op root proximity. Daarentegen wordt orthodontie tegenwoordig wel vaak aangewezen als schuldige voor recessies. Volgens Quincey is dit meer afhankelijk van het biotype van de gingiva dan van de orthodontische belasting.

Kleine interdentale ruimte

Een kleine interdentale ruimte maakt het lastiger om parodontitis te managen dan grote ruimtes. Dit is technisch veel makkelijker te managen. Een diasteem maakt regeneratie van het parodontium het meest eenvoudig en maakt het chirurgisch veel eenvoudiger.

Multidisciplinair oplossen gebeurt ook met orthodontie samen. Het heeft de voorkeur om eerst het parodontium aan te pakken en daarna pas orthodontie toe te passen. ‘Perio first’. Het moet gezond zijn voordat verder gegaan kan worden. Als tanden rechter staan, is recessiebedenkende chirurgie eenvoudiger voor de parodontoloog, dan kan het gunstig zijn om eerst orthodontisch te behandelen.  

Socket graft

Een socket graft kan worden uitgevoerd in plaats van een klasse-V restauratie of transplantaat. Niets is mooier dan eigen tandvlees. Voor een socket graft wordt er eerst getunneld waarna er een bindweefsel transplantaat wordt aangebracht. Door regeneratief te behandelen gaat in de meeste gevallen de recession esthetic score omhoog. Er kunnen snelle resultaten worden behaald met deze techniek. Het tandvlees biotype wordt dikker waardoor er een kleinere kans aanwezig is dat recessie opnieuw optreedt. Een eventueel diasteem kan daarna gesloten worden met orthodontie om te zorgen dat de black triangles verdwijnen.

Amelogonine

Amelogonine wordt aangebracht bij parodontale regeneratie op het worteloppervlak, vervolgens wordt dit afgedekt met een membraan middels teflon hechtingen. Zo worden nieuw cement, nieuw bot en nieuwe parodontale weefsels gevormd. Amelogonine bevordert de angioneogenesis waardoor een snellere genezing volgt. Parodontale regeneratie wordt hiermee steeds voorspelbaarder.

De open techniek socket graft brengt hogere risico’s en complicaties met zich mee dan een gesloten graft techniek. De open techniek kan alleen worden uitgevoerd in het front als het echt nodig is. Post canine is dan minder kritisch.

Mislukkingen in implantologie

  • Er is een hoger risico bij implantaten die diep onder gingiva gelegen zijn en die niet goed passen. Er is zo geen plaquebeheersing mogelijk wat zorgt voor een grotere kans op failure.
  • Er zijn vaker problemen met gecementeerde kronen dan met verschroefde kronen.
  • Fail to plan is plan to fail.
  • ‘Lets give teeth a chance’: Verwijder niet altijd tanden zomaar. Veel tanden kunnen toch worden behouden.
  • Titanium of zirconium is het beste wat op implantaat verschroeft kan worden.
  • Een drie-wandig botdefect heeft de beste prognose bij regeneratie.
  • Therapietrouw leidt tot minder tandverlies dan implantaatverlies. Er is minder botverlies rondom tanden dan rondom implantaten bij parodontitis patiënten.

 

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
studenten

Excellente studenten Mondzorgkunde

dental INFO sprak met een aantal studenten Mondzorgkunde die door hun opleiding ‘excellente student’ werden genoemd. Een excellente student kan zeer goede cijfers hebben behaald en/of speciale activiteiten ondernemen en frisse eigen ideeën hebben.

Aan het woord zijn Lotte Ezemdam, Lieke Tijhuis, Baukje Bootsma, Laura van Oortmerssen, Valentina Dawood, Anneke Meijst, Rosalie Dool en Esther Spit.

Waarom worden jullie ‘excellente studenten’ genoemd?

Lotte vindt het in de eerste plaats een erg leuk compliment. “Ik denk dat ik als ‘excellerende student’ word bestempeld, omdat ik redelijk gemakkelijk vier studiejaren heb doorlopen. Ik kon goed samenwerken met mijn medestudenten en docenten, was altijd aanwezig, leverde op tijd alles in, was enthousiast en bleef niet op de achtergrond staan. De behandelingen op de kliniek gingen goed en ik had een professionele houding. Daarnaast heb ik mij ook nog ingezet voor de studievereniging, T.M.F.V. Archigenes, van Mondzorgkunde en Tandheelkunde. Ik heb in een aantal commissies gezeten en in 2015-2016 een bestuursjaar gedaan.”

Lieke springt qua cijfers niet boven haar medestudenten uit. Ze denkt dat zij als ‘excellerende student is bestempeld vanwege haar communicatieve vaardigheden. “Ik ben erg betrokken bij mijn medestudenten, kan goed overweg met mijn docenten en ben professioneel naar mijn patiënten.” Daarnaast is ze zowel actief in de jaarvertegenwoordiging, de Studenten Commissie van NVM-mondhygiënisten als binnen de studievereniging. “Ik zit in de Studenten Commissie omdat ik graag in contact wilde komen met medestudenten van de opleiding uit verschillende steden. Ik was nieuwsgierig hoe het er bij hen op de opleiding aan toe gaat en in welk opzicht de opleidingen van elkaar verschillen. Daarnaast vind ik het leuk om actief bezig te zijn binnen de opleiding en contactpersoon te zijn voor studenten die vragen hebben voor de NVM. Ook is het leuk om te helpen bij congressen.”

Baukje denkt dat ze ‘excellent’ is door haar cijfers én doordat ze passie heeft voor het beroep. “Ik werk graag met mensen in teamverband, zat in de vertegenwoordiging van het eerste jaar en twee jaar in de feestcommissie Al Dente, volgde een honoursprogramma en ben nu werkzaam als student-assistent bij de eerstejaars Mondzorgkunde studenten.”

Ook Laura haalt goede cijfers. Daarnaast zit ze in zowel de normale jaarvertegenwoordiging als in de kliniekjaarvertegenwoordiging. “Hierin probeer ik samen met medestudenten kritisch naar ons (kliniek)onderwijs te kijken. Ook ben ik werkzaam als student-assistent op het skillslab bij jaar 1 Mondzorgkunde. Verder zit ik als student-lid in de DIM (Decentrale Incidenten Melding-commissie) van het CTM. Meldingen die op de kliniek gedaan worden, komen bij ons binnen. Het incident wordt vervolgens door ons geanalyseerd wat uiteindelijk leidt tot een rapport. Tot slot zit ik in de CHIEF. Dit is de commissie binnen onze studievereniging (Archigenes) die foto’s maakt tijdens alle activiteiten. “

Valentina zocht meer uitdaging tijdens haar studie en ging daarom na de propedeuse het excellentieprogramma volgen. “Daarna heb ik zelf dingen gedaan en uitgezocht zoals cursussen volgen en onderzoekers mee helpen.”

Welke eigenschappen hebben jullie als excellente studenten?

Als antwoord worden heel wat eigenschappen genoemd. Het komt er op neer dat ze heel enthousiast, leergierig, proactief, zorgzaam, nauwkeurig en zelfbewust zijn, een open houding en doorzettingsvermogen hebben en goed kunnen samenwerken en planmatig werken.

Waarom hebben jullie voor de studie Mondzorgkunde gekozen?

Iedereen heeft uiteraard persoonlijke redenen om de studie te volgen, maar het is duidelijk dat ze allemaal graag met mensen werken. “Graag voor mensen zorgen en hen willen helpen,” werd bijvoorbeeld genoemd. Lotte: “Ik haal veel voldoening uit dit beroep op het moment dat je samen met je patiënt een doel hebt bereikt. Bijvoorbeeld van een slechte mondgezondheid met weinig compliance vanuit de patiënt naar een goede mondgezondheid waarvan de patiënt ook zelf het belang. Daarnaast vind ik fijn om te zien dat een patiënt tevreden de behandelkamer verlaat na bijvoorbeeld een pijnklacht, een restauratie of een voorlichtend gesprek.”

Laura wil een basis leggen voor de studie Tandheelkunde, die ze hierna wil gaan doen en waar ze eerder al voor werd uitgeloot. Baukje noemt de veelzijdigheid van het beroep. “Ik hou ervan met mensen te werken en ik vind het fijn om praktisch bezig te zijn. Met dit beroep kan ik dit combineren. Daarnaast vind ik het leuk dat de patiëntengroep heel divers is. Je ziet mensen van jong tot oud, dus elke gebitssituatie is anders. Tegenwoordig mogen wij als mondhygiënist ook prepareren en restaureren. Dit vind ik leuk om uit te voeren, maar ik vind het vooral belangrijk dat ik als mondhygiënist mensen bewust kan maken van hun eigen mondsituatie. Door gerichte voorlichting en instructies hoop ik dat ik patiënten kan aansporen om een goede mondhygiëne te handhaven, zodat cariës en tandvleesproblemen voorkomen kunnen worden.”

En hoe bevalt de studie jullie?

De studenten zijn het er over eens dat het positief is dat het een relatief kleine faculteit is, waarbij de afstand tussen studenten en docenten klein is en dat er wordt samengewerkt met studenten tandheelkunde. De combinatie tussen praktijk en theorie vinden ze goed. De opleiding is goed opgebouwd en er zijn leuke en leerzame activiteiten. Ook over de praktijkbegeleiding en de wetenschappelijke vorming zijn ze te spreken. En dat ze leren om eigen verantwoordelijkheid te dragen.

Nadeel is wel dat het een erg pittige opleiding is, zelfs als je VWO hebt gedaan. In het vierde jaar zouden wel wat meer colleges gegeven mogen worden. Verder is het jammer dat keuzevakken zoals logopedie niet in de basis zitten.

Anneke vertelt dat ze de studie vanaf het begin al erg leuk vindt. “Wat ik eigenlijk al van kleins af aan wilde weten over het beroep, werd ineens realiteit en dat was wel even wennen. We hebben uitgebreid geleerd op het skillslab hoe we moeten omgaan met instrumenten, op kliniek leer je eigenlijk het beroep zelf met alles erop en eraan, natuurlijk wel stap voor stap. Je leert theoretisch alles wat voorkomt in het beroep, van tanden tot communicatie. Daarnaast worden er nog leuke en leerzame activiteiten georganiseerd door onze studievereniging en de studenten en docenten zelf. Eigenlijk heb ik geen puntje dat mist op de opleiding.“

Valentina vond de opleiding erg interessant. “Ik heb mezelf goed kunnen ontwikkelen en verschillende werkvelden gezien. Ik vond de opleiding op niveau. Alleen miste ik een stukje psychologie in slechtnieuwsgesprekken. Als behandelaar kom je vaak zieke mensen tegen in de praktijk. Op school leren we een slechtnieuwsgesprek voeren, maar weinig over hoe je om moet gaan als iemand je vertelt over haar of zijn ziekte. Esther Split vindt de opleiding heel anders dan de praktijk. “

Wat willen jullie absoluut op de werkvloer doen?

De excellente studenten blijken heel wat ambities te hebben. Allerlei soorten werkzaamheden en werkvloeren worden genoemd.

Lieke wil in ieder geval graag tandheelkundige handelingen uitvoeren. “Ik denk dat ik meer motivatie uit mijn werk kan halen naarmate de diversiteit aan behandelingen groter is. Naast het preventieve werk zou ik dus ook graag röntgenfoto’s willen vervaardigen en interpreteren en wil ik graag prepareren/restaureren. Tevens lijkt het me ontzettend mooi om diverse leeftijdsgroepen te behandelen.

Baukje ziet voor haarzelf vooral een rol weggelegd in de preventie. “De meeste patiënten vinden de tandheelkundige behandelingen spannend en niet fijn. Ik hoop dat ik mensen met een tevreden gevoel en met een aanvullende tip naar huis kan laten gaan. Ik snap dat de behandeling niet fijn is op dat moment, maar ik hoop dat patiënten inzien dat ik hen kan ondersteunen om het gebit te behouden en ergere problemen kan voorkomen als de zelfzorg goed wordt uitgevoerd.”

Rosalie wil graag tandheelkundige vrijwilligerswerk in het buitenland doen. “Laat ik nu net over een paar dagen voor een half jaar vertrekken naar Zuid-Afrika om dit te gaan doen! Als ik terugkom hoop ik parttime aan de slag te gaan in een algemene tandartspraktijk en parttime bij Stichting Mondzorg; een stichting die zorg draagt voor de mondzorg in verpleeghuizen en psychiatrische instellingen. Eerst maar eens ervaring op doen! Ik vind met name de bijzondere doelgroepen kinderen en ouderen erg interessant. Tijdens mijn studie heb ik in beide werkvelden stage gelopen en gewerkt.”

Valentina zou graag iets willen doen in praktijkonderzoeken. “Deze interesse heb ik gekregen na het eerste studiejaar. Een nieuw product op de markt zetten dat echt helpt zou erg mooi zijn.“

Esther wil alle geleerde vaardigheden toepassen. “Dus niet alleen het reinigen en geven van instructies, maar ook het prepareren en restaureren, het uitvoeren van PMO’s, het maken van röntgenfoto’s, het toedienen van anesthesie, het leggen van sealants etc. Toevallig werk ik al in een praktijk waar ik dit allemaal mag uitvoeren, wat ik erg fijn vind. Het is mijn doel om tandarts te worden. Dit wil ik bereiken door het volgen van een schakeljaar en vervolgens de reguliere studiejaren 3 t/m 6 van de studie Tandheelkunde.”

Wat willen jullie nog leren van ervaren mondhygiënisten door bijvoorbeeld stage te lopen?

De antwoorden hierop lopen uiteen van ‘mandibulair blok’ tot ‘slechtnieuwsgesprek’. Baukje denkt vooral te kunnen leren van de werkervaring van oudere mondhygiënisten. “Tijdens controles is het belangrijk dat de mond goed geïnspecteerd wordt. Doordat ik nog weinig werkervaring heb, zal ik misschien wel dingen over het hoofd zien. Ik denk dat oudere mondhygiënisten mij kunnen inspireren door mij mee te laten kijken hoe zij de mond inspecteren, waar ze op letten, hoe een mondsituatie er goed of juist verdacht uit ziet.”

Lotte hierover: “Tijdens de studie heb ik meerdere stages moeten lopen en ik heb gemerkt dat je zoveel nieuwe dingen leert in een praktijk. Iedere praktijk heeft zijn eigen manier van werken. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende materialen, instrumenten en iedereen heeft zijn eigen kijk op behandelen.”

Tot slot: wat zouden professionals van jullie kunnen leren?

Lotte adviseert oudere vakgenoten up-to-date te blijven. “Ik denk dat de ‘oude’ mondhygiënisten en tandartsen moeten wennen aan de taakherschikking en ik adviseer hun ook om daarvoor open te staan. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig symposia en cursussen bij te wonen. Sta open voor verandering.”

Baukje pleit voor meer zorg op maat. “Ik hoop dat ik oudere mondhygiënisten kan inspireren om per patiënt te bekijken welke zorg, voorlichting en instructie nodig is. Soms wordt er gereinigd en een standaardinstructie gegeven, maar als je het per gebitssituatie bekijkt, is eigenlijk niemand hetzelfde en dient dus zorg op maat aangeboden te worden. Dus bekijken waarom een pocket op die plek zit of waarom een poetstrauma daar is ontstaan en hier de voorlichting en instructie op aanpassen, zodat patiënten bewust worden van hun eigen mondsituatie en dit door goede zelfzorg kunnen verbeteren.”

Anneke denkt op dit vlak aan werkmethodes. “Oudere mondhygiënisten moeten een methode uitzoeken waardoor ze het prettigst kunnen werken. Ik heb gemerkt dat ik door bepaalde tips en trucs van bijvoorbeeld docenten of werkende tandartsen op een rechtvaardige manier, makkelijker te werk kan gaan. “

Valentina geeft als tip: “rustig behandelen en communiceren met patiënten tijdens stressvolle situaties.”

Laura denkt dat het vooral belangrijk is om kritisch naar jezelf te blijven kijken. “Probeer je eigen handelen om de zoveel tijd te evalueren, desnoods met hulp van anderen. Blijf jezelf daarnaast uitdagen.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Opinie, Scholing, Thema A-Z
Robotisering

Wilt u door een robot geopereerd worden?

Nu de robotisering en kunstmatige intelligentie steeds verdere vooruitgang boeken wordt de vraag actueel of patiënten eigenlijk wel medische ingrepen willen ondergaan die door machines worden uitgevoerd. PwC Duitsland heeft deze vraag aan 11.000 mensen uit twaalf landen gesteld.

Vertrouwen in techniek

Het vertrouwen in de techniek blijkt best groot te zijn. 55% van de ondervraagden zei er voor open te staan om in de toekomst een medische behandeling door kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence) of robotica te laten verrichten. Bijna de helft zou zich bij een kleine ingreep ook door een robot willen laten opereren.

Voorwaarden kunstmatige intelligentie en robotica

Er werden vooral drie voorwaarden genoemd om op kunstmatige intelligentie en robotica te kunnen vertrouwen. De nieuwe methoden moeten in de eerste plaats sneller en nauwkeuriger zijn dan de conventionele. Daarnaast moeten ze werkelijk betrouwbaar zijn en moeten ze er voor zorgen dat meer mensen toegang krijgen tot medische zorg.

Vooral in armere landen waar het gezondheidssysteem slecht functioneert vertrouwen mensen op de nieuwe methoden. In Zuid-Afrika stelt 82% zich open voor kunstmatige intelligentie en robotica, in Nigeria zelfs 94%.

Assistent Intelligence

Volgens Michael Burkhart, directeur Gezondheidszorg en Farmacie bij PwC Duitsland, zal in de toekomst het gebruik van technische hulpmiddelen in de geneeskunde alleen maar toenemen. Kunstmatige intelligentie en robotica vervangen dan misschien niet daadwerkelijk de arts, maar ze kunnen wel zijn taken verlichten. “In plaats van ‘Artificial Intelligence’ zou je van ‘Assistent Intelligence’ kunnen spreken,” meent Burkhart: “De robot als de rechterhand van de arts.”

New Health

In de gezondheidszorg wordt momenteel onder de titel ‘New Health’ over het toenemende belang van kunstmatige intelligentie gediscussieerd. Daarbij gaat het niet alleen over de operatiekamer, maar bijvoorbeeld ook over nieuwe gezondheids-apps. Een ander voorbeeld is technologie waarmee de diagnostiek verder verbeterd kan worden. Zo kan borstkanker met een veel grotere nauwkeurigheid vastgesteld worden dan een paar jaar geleden. Daarnaast maken bij veel ziekten big data-toepassingen behandelingen op maat mogelijk.

Bron:
PWC

Lees ook: Nemen robots de mondzorg over?

Lees meer over: E-health, Kennis