Rood kruis

Duitse tandartsen leren van elkaars fouten

Samen fouten vermijden – dat is het idee achter het Duitse online meldingssysteem waarin fouten bij tandartsbehandelingen worden vastgelegd en gedeeld. Dat dit goed werkt blijkt uit het relatief lage percentage van gemaakte fouten in de tandheelkunde

Iedere tand telt!

Sinds 2011 heeft de Bundeszahnärtzekammer (BZÄK), de Duitse beroepsorganisatie voor tandartsen, een project genaamd ‘Iedere tand telt’ opgezet. Dit is hoogstwaarschijnlijk het eerste systeem ter wereld voor tandartsen, waarop zij hun cases anoniem en zonder herkenning van zichzelf of hun patiënt kunnen invoeren. Het systeem is gemaakt naar voorbeelden uit de luchtvaart, nucleaire en chemische industrie, waarbij kleine fouten tot grote gevolgen kunnen leiden.

“Vlekkeloos te werk gaan is van groot belang bij elke medische professie. Het is dan ook niet voor niets dat tandartsen hun werk zo serieus nemen. Bescherming van de patiënt betekent om fouten en klachten die zijn gebeurd zo grondig mogelijk te analyseren, en alles te doen om deze in de toekomst te vermijden,” aldus Dietmar Oesterreich, vice-president van BZÄK.

Met dit systeem kunnen tandartsen bij elke patiënt eventuele medische fouten laten controleren door neutrale experts. BZÄK verwacht eind juni voor het eerst een evaluatieverslag van de uitkomsten te kunnen leveren.

Weinig fouten

Duitse tandartsen maken vergeleken met andere beroepsgroepen weinig fouten, maar voor BZÄK is elke fout er één te veel. Vorig jaar werden bijvoorbeeld 93 miljoen tandheelkundige behandelingen uitgevoerd. Daarvan voldeden 422 behandelingen niet aan de norm: ze waren foutief of niet volgens de medische standaard uitgevoerd. Dit foutenpercentage is kleiner dan in andere medische gebieden.

Bronnen:
ZWP online

Lees meer over: Endodontie, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z
Restaureren2018: Videobericht van Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens

Restaureren2018: Videobericht van Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens

Dit event is voorbij!

In deze video vertellen Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens u graag over hun lezingen tijdens het congres RESTAUREREN2018 wat op 2 februari as. in de RAI in Amsterdam gehouden gaat worden.

Bekijk de video hieronder.

Deze praktiserende collega’s hebben een interessant congresprogramma samengesteld over het restaureren van natuurlijke elementen met composiet, partieel porselein, facings, keramiek of de keuze voor een brug of een implantaat.

Bekijk het volledige congresprogramma en een online inschrijfformulier

 

Lees meer over: Kennis, Scholing, Thema A-Z, Video
Digitale tandheelkunde in 2027

Digitale tandheelkunde in 2027

In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten, maar ook aan 3D printers. Welke nieuwe technologie zal binnen 10 jaar beschikbaar zijn in de tandheelkunde?

Centraal in de digitale wereld lijkt Nederland te liggen, waar heel langzaam een digitale revolutie op gang komt in de tandheelkundige wereld. In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten met nieuwe mogelijkheden, maar ook aan 3D printers voor de productie van kronen en prothetiek. Dat betekent op korte termijn een verandering in de manier waarop we werken en in de processen in onze praktijk. Maar wel een hele leuke verandering, omdat we door deze technologie soms beter en soms sneller kunnen werken en soms ook dingen kunnen doen die we voorheen nog niet konden. En dat we voorop lopen in Nederland betekent weliswaar dat we het ijs breken voor de internationale collega’s om ons heen, maar dat we daarmee trots kunnen zijn op onze positie in de tandheelkundige wereld. In deze lezing wordt een overzicht gegeven van alle nieuwe technologie die al verkrijgbaar is of zeer binnenkort beschikbaar komt en wat de invloed hiervan zal zijn binnen 10 jaar.

Beïnvloeders in de tandheelheelkunde

(Geo)politiek

Hierbij zijn we helaas afhankelijk van de grillen van de politici.

Economie

Een voorbeeld van een trend is ‘collaborative consumption’ wat inhoud dat er gedeelde aanschaf van producten plaatsvindt om kosten te drukken. Dit betreft producten die je maar beperkt nodig hebt en duur zijn in aanschaf en onderhoud, zoals bijvoorbeeld een conebeam (CBCT) machine.

Demografie

  1. Vergrijzing
  2. Slinkende populatie Nederland
  3. Slinkend aantal studenten/arbeiders

Om groei in een bevolking te houden heb je gemiddeld 2.1 kind per gezin nodig. Nederland zit daaronder en krimpt met als gevolg dat er steeds minder jongeren in de populatie zijn. Met de bestaande cijfers zullen er in 2040 veel minder jonge mensen zijn. Nu zijn er nog 8 werkende jongeren per 75-plusser versus naar schatting 3 per 75-plusser in 2040. Dit heeft ook tot gevolg een slinkende populatie arbeidskrachten in de zorg.

Technologie

  1. Zal ons werken voorspelbaarder maken: we zullen eindproducten kunnen gaan leveren met een hogere en zeer voorspelbare kwaliteit.
  2. Kosten van technologie gaan omlaag en dat zal ook helpen onze kosten omlaag te brengen.
  3. Moeilijke dingen kunnen met behulp van technologie makkelijker gemaakt worden. Ontwikkelingen die dit mogelijk maken, zijn:
  • 3D scanners. De scanners worden goedkoper, draadloos, gemakkelijker in het gebruik, sneller en krijgen steeds meer nieuwe features. Ze gaan concurreren met afdrukmaterialen omdat het gemakkelijker zal worden om een digitale afdruk te maken dan en conventionele afdruk.
  • 3D printers: Ook deze zullen steeds goedkoper, sneller en beter worden. Daarnaast zullen de materialen die we kunnen printen ook steeds beter gaan voldoen aan de eisen die we stellen aan prothetische materialen.
  • Artifical Intelligence en robotica.
  • Nieuwe software applicaties die kunnen worden gebruikt voor:
    – Monitoren van veranderingen in de dentitie.
    – Meten van slijtage. Dit kan een preventieve rol hebben omdat we daarbij kunnen beoordelen of het gaat om fysiologisch of “pathologisch” verlies van tandmateriaal?

Verwachtingen voor 2027

Van der Meer noemt drie punten die in 2027 mogelijk zullen zijn:

  • Door weefsels heen kunnen kijken met nieuwe imaging technologieën.
  • Ultrasound: interessant voor parodontologie en endodontologie.
  • Veel technisch werk wat nu door mensen wordt uitgevoerd zal kunnen worden overgenomen door machines. Zo zullen kerncompetenties van de tandarts gaan verschuiven. Als prepareren van caviteiten en kroon en brugwerk door slimme robots kan worden uitgevoerd, zal de tandarts andere taken krijgen.

Verborgen consequenties van de invoer van nieuwe technologie

Sommige consequenties van de toepassing van nieuwe technologie zijn niet direct evident. Denk daarbij aan de “iPad-scholen” waarbij minder aandacht zal zijn voor schrijven met de hand. Dit leidt mogelijk tot:

  • Nieuwe gezondheidsproblemen: Bijvoorbeeld een ‘iPad duim’ (komt voor onder kinderen).
  • Fijne motoriek gaat verloren: Als je alleen maar typt en minder schrijft, zou dit mogelijk
    ongunstig kunnen zijn voor de ontwikkeling van de fijne motoriek. En dat kan voor de nieuwe generatie tandheelkunde studenten een nadeel zijn.
  • ”Attention-span” van jongeren is slechts ter grootte van computerscherm.

Conclusies

  • De patiënt wordt steeds ouder.
  • Tandheelkunde wordt snel digitaal, hierin is een exponentiële groei waar te nemen. Handelingen die nu nog door mensen worden uitgevoerd zullen steeds verder worden overgenomen door machines.
  • Veel dingen gaan makkelijker worden in 2027 ten gevolge van gevorderde technologie.
  • Producten/services worden snel goedkoper.
  • We hebben een nieuw profiel nodig voor de nieuwe tandarts van 2027: er zal een verschuiving van handelingen plaatsvinden die door tandarts uitgevoerd zullen worden.
  • Tandtechnieker in 2027 wordt meer een dentale ingenieur

Joerd van der Meer deed in 1989 tandartsexamen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Na de militaire dienst als tandarts bij de Koninklijke Marine, werkte hij enkele jaren in een groepspraktijk in Drenthe. In 1996 begon hij als docent voor de disciplinegroep Tandheelkunde/Mondhygiëne van de RuG. In samenwerking met de afdelingen Endodontologie van de ACTA en de KUN heeft hij het onderwijs “Endodontologie” van de Tandheelkundige opleiding van de RUG vormgegeven. Vanaf 1998 tot januari 2002 was hij werkzaam als docent en onderzoeker bij de afdeling “Endodontologie” van de KUN onder leiding van dr. Werner Willemsen. Sinds 1998 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie gedurende 2 dagen in de week. Sinds januari 2002 is Joerd parttime werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar hij in 2016 is gepromoveerd op 3D technologie en digitale workflows. Tevens is hij sinds 2009 “Honorary Research Associate” bij het “University College of London Eastman Dental Institute”.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Joerd van der Meer tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: E-health, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Casus endodontologie: Lateraal kanaal of iets anders?

Casus endodontologie: Lateraal kanaal of iets anders?

Enige tijd geleden meldde zich onderhavige patiënt in onze verwijspraktijk met een problematische 21. Het element was iets gevoelig maar de voornaamste klacht was de constante pusafvloed uit de omgeving van het element en een onaangename reuk en smaak.

Diagnose

Geen historie van trauma. Klinisch onderzoek bracht een diepe 12 millimeter pocket aan het licht mesiaal van het element. Bloeding bij sonderen. Verder waren er geen afwijkingen te constateren in de mond.

Het beeld op de röntgen opnames leek overeen te komen met de verschijnselen behorende bij een endo/paro probleem, veroorzaakt door een lateraal kanaal.

Casus endodontologie  casus endodontologie

De aanwezige kanaalbehandeling leek lege artis uitgevoerd hoewel de kanaalpreparatie niet centraal in het element kon worden gehouden. Aan de mesiale zijde was de wand dunner dan aan de distale zijde. Dat kon te maken hebben met de problemen die de vorige clinicus ondervond bij het zoeken naar een waarschijnlijk geoblitereerd kanaal. Ook vonden we de preparatie fractioneel te kort.

Endo/paro problemen

Endo/paro problemen komen frequent voor maar worden vaak niet als zodanig herkend. Veelal wordt de patiënt doorverwezen naar de mondhygiënist en bij geen succes naar de parodontoloog.

Wordt de pocket parodontaal behandeld door middel van een scaling en planing procedure dan is iedere kans op genezing verkeken omdat de cementlaag wordt verwijderd en er geen herstel van de aanhechting meer kan plaatsvinden.

Behandeling

Op vermoeden van een endo/paro probleem waar een lateraal kanaal schuldig aan kan worden bevonden stelden we voor om eerst de kanaalbehandeling opnieuw te doen.

Afbeeldingen 1 (2) t/m 10(2) geven een beeld van element 36 waar wel op tijd de juiste diagnose werd gesteld. De eindfoto’s laten een fraai lateraal kanaal zien dat zorgde voor het interradiculair botverlies en de bijbehorende pocket van 10+ millimeters. Na 6 maanden is het defect volledig genezen.

Casus endodontologie Casus endodontologie

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Casus endodontologie

 

 

 

 

 

 

Reinigen van een wortelkanaal

We zijn, zeker in dit soort gevallen, nog fanatieker in het reinigen van het wortelkanaal. De methodiek waar generaties tandartsen mee opgeleid zijn, is om zo snel mogelijk het aanwezige vulmateriaal zacht te maken zodat een vijl richting apex geschoven kan worden en een röntgenfoto gemaakt kan worden. Voor het vroegtijdig bepalen van de lengte van het element moet alles wijken.

Hierbij wordt echter voorbij gegaan aan de dynamiek van de verschillende kanaalinhouden die daarbij een rol spelen.

Ten eerste zorgt het geforceerd inbrengen van een vijl voor een hydrostatische drukverhoging in het kanaal waardoor in dit geval door chloroform verweekte gutta, samen met de nog in het kanaal aanwezige necrotische pulparesten en bacteriën in alle laterale anatomie wordt geperst.

Ideaal is wanneer alle in oplossing gebrachte kanaalinhoud naar occlusaal richting pulpakamer kan ontsnappen en afgevoerd kan worden. Vaak is het echter zo dat de weg naar boven voor een groot gedeelte wordt afgesloten doordat de vijl klem zit juist bij de kanaalingang.

Kanaalinhoud wordt dus in belangrijke mate verdrongen naar waar het juist niet heen moet: naar lateraal en naar terminaal.

Op korte termijn is het gevolg ervan een acute ontsteking met pijn die heel heftig kan zijn en op lange termijn laesies van endodontische oorsprong.

De herbehandeling

Na anesthesie en rubberdam begonnen we aan het verwijderen van de composietopbouw en de gutta percha uit het kanaal.

Composiet verwijderen uit kanalen gaat efficiënt met LN frezen. Zijn deze frezen met lange schacht nog niet lang genoeg dan kan er gebruik worden gemaakt van Munce freesjes. Die hebben een heel stijve nog langere schacht en heel kleine freeskopjes. Doordat de kop van het hoekstuk wat verder boven de kanaalingang gepositioneerd kan worden wordt heel goed zichtbaar wat er in het kanaal gebeurt.

Eigenlijk is gutta percha verwijderen een veel vervelender en tijdrovender klusje. In de rechtere wijdere delen van kanalen waar eerder een endo in gedaan is, kan er met roterend instrumentarium gutta percha worden verwijderd. Maar in de smallere kanalen en om bochten heen zal gebruik moeten worden gemaakt van oplosmiddelen.

Vaak frusterend. Eindeloos spoelen en activeren van chloroform tot eindelijk de papierstiftjes die gebruikt worden om de chloropercha op te deppen schoon uit het kanaal komen. Om dan – wanneer de microscoop in stelling wordt gebracht om het kanaal te inspecteren – tot de ontdekking te komen dat er nog gutta percha aan de wand kleeft. Komt het bekend voor? De enige remedie is volhouden.

Casus endodontologie  

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Obturatie

Obturatie door middel van het lateraal en koud condenseren van gutta percha leidt zelden of nooit tot het obtureren van laterale anatomie, dus zeker in dit soort gevallen waar we laterale anatomie vermoeden zou de eerste keuze altijd moeten zijn om vertikaal en warm gutta percha te condenseren.

We beginnen de obturatie nadat de spoelsessies zijn gedaan. NaOHCl 5.5%  als laatste spoelgang en enkele malen afgewisseld met 17% EDTA.

Controle

Vol verwachting maken we de eindfoto’s en helaas: geen spoor van laterale anatomie te bespeuren.

Casus endodontologie Casus endodontologie

We legden een en ander uit aan de patiënt en maakten een afspraak voor controle over drie maanden om te kunnen bekijken of de laesie aan het genezen was.

Drie maanden later zagen we de patiënt weer en moesten we vaststellen dat er geen verbetering is in de toestand was.

Wat nu? De enige weg die nog openlag was om een flapoperatie te doen en met direct zicht de buitenzijde van de radix te inspecteren: zat er toch tandsteen wat de oorzaak was?

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Flapoperatie

Na anesthesie volgde een flapoperatie om de pocket te openen. Al snel werd een breuk zichtbaar in het element. Maar hoe ver liep de barst door?

Voorzichtig verwijderden we alle granulatieweefsel en spoelden we het schoon. Wat we zagen had ik nog nooit eerder waargenomen. Er zat een min of meer circulaire barst wat eigenlijk een los zittend stukje dentine was.

Na het wegfrezen van het losse stukje vulden we het defect op met composiet. We werken de composiet af met fijne diamantjes en handscalers. Een superscherp geslepen handinstrument kan uitstekend worden gebruikt bij het afwerken van composietvullingen. Wel alleen vlak na het polymeriseren, dan is composiet nog te scalen.

Na polijsten hechtten we de flap en maakten we een afspraak voor een week later.

Na 6 maanden

Toen we de patiënt terug zagen na drie maanden was het aspect van de 11 weer gezond. De pocket was gereduceerd, er was geen pusafvloed meer en het tandvlees zag er gezond uit.

Achteraf analyserend kunnen we stellen dat de situatie niet ideaal is. Er is een composietrestauratie gemaakt in het meest kwetsbare deel van het element en de restauratie ligt gedeeltelijk nog onder de gingiva. We hopen dat het lang goed gaat maar lekkage ligt op de loer natuurlijk en wellicht is het nodig om na een aantal jaren opnieuw een flapje te doen en de restauratie te vernieuwen.

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Maar wat zou het alternatief geweest zijn?

Implanteren? Een goede optie maar voorlopig functioneert het element prima, en implanteren kan altijd nog.

Door: Rik van Mill, tandarts te Amstelveen. Hij voert een verwijspraktijk voor endodontologie en geeft cursussen aan algemeen practici. Van Mill geeft enkele malen per jaar een cursus aan geïnteresseerde tandartsen die zich de Schilder Techniek eigen willen maken.

Rik van Mill

Lees meer over: Casus, Implantologie, Kennis, Thema A-Z, Uncategorized
Cariës

Onderzoekers ontwikkelen vaccin tegen cariës

Wereldwijd is cariës een groot probleem. Een Chinees onderzoeksteam is er nu echter in geslaagd om een vaccin tegen cariës te ontwikkelen, waarmee het probleem binnenkort nog wel eens verleden tijd zou kunnen zijn.

Eerder succesvolle fusie met bijwerkingen

De onderzoekers probeerden al eerder de gastheer van gaatjes, de bacterie Streptococcus mutans, te blokkeren door deze te combineren met eiwitten uit de darmbacterie escherichia coli. Deze fusie bleek succesvol, maar bracht teveel bijwerkingen met zich mee.

Optimalisatie

In het nieuwe onderzoek van het team werd de formule op zo’n manier geoptimaliseerd dat de nadelige bijwerkingen uitbleven. De nieuwe versie van het eiwittenvaccins werd getest op muizen en ratten, en toonde hier zowel profylactische als therapeutische effecten. Bij de muizen zonder cariës was een profylactische werking te zien in 64,2% van de gevallen. Bij de muizen met cariës bleek een therapeutische werking in 53,9% van de gevallen.

Goede mondhygiëne

Voordat het vaccin eventueel op de markt gebracht kan worden zullen nog meer tests moeten worden uitgevoerd. Daarnaast benadrukken de onderzoekers dat geen enkele vaccinatie ooit het belang van goede mondzorg weg zal nemen.

Bron:
Nature

Lees meer over: Cariës, Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
tandarts-patiënt relatie

Betere tandarts-patiënt relatie door sms-berichtjes

Er bestaan verschillende systemen voor Patient Relation Management (PMR), oftewel voor het verbeteren van de relatie tussen een tandarts en de patiënt. Het sturen van herinnerings-sms’jes voor een afspraak zou bijvoorbeeld kunnen helpen met het verbeteren van deze relatie.

Herinnering voor afspraak

Toen het zo’n 15 jaar geleden mogelijk werd om sms-berichten te versturen werden de eerste PMR-systemen in het leven geroepen, wat inhoudt dat patiënten mogelijk een sms’je kunnen ontvangen ter herinnering van een afspraak. Sinds de komst van de smartphone zijn dit soort technieken uitgebreid met extra mogelijkheden, zoals opties voor het inplannen van een afspraak.

Hechte band tussen tandarts en patiënt

Deze PMR-systemen bieden vele voordelen voor elke tandartspraktijk. Niet alleen leidt het tot een vermindering van afgezegde afspraken, maar ook komen deze systemen de relatie tussen tandarts en patiënt ten goede door de creatie van een hechtere band.

Marketing en efficiëntie binnen de tandartspraktijk

Bovendien bieden Patient Relation Management systemen marketing mogelijkheden, met bijvoorbeeld de optie om patiënten te informeren via digitale nieuwsbrieven. Ook niet onbelangrijk is dat PRM tandartspraktijken de mogelijkheid biedt om efficiënter te werken, en op die manier automatisch de omzet te verhogen.

Bron:
Dentistry IQ

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
scuba diving

Onderzoek naar tandproblemen bij scuba duiken

Uit een recent onderzoek kwam naar voren dat 41% van de recreatieve duikers last had van problemen met de tanden tijdens het duiken.

Onderzoek

Het onderzoek werd uitgevoerd door Vinisha Ranna. Zelf ervaarde zij tijdens haar eerste duik in 2013 een knijpend gevoel aan haar tanden, ook wel bekend als baradontalgia. Zij kwam erachter dat er weinig onderzoek gedaan is naar tandproblemen tijdens het duiken dus besloot ze zelf een onderzoek op te zetten. Ze verspreidde een onlineonderzoek aan 100 gecertificeerde recreatieve duikers om erachter te komen welke soort symptomen aan de tanden ervaren worden tijdens het duiken.

Resultaten

In totaal hadden 41 deelnemers die tandproblemen hebben gerapporteerd, waarvan 42% ook baradontalgia had ervaren. Daarnaast had 24% last van pijn door het strak vasthouden van de lucht regulator in de mond en 22% last van pijn aan de kaken. Ook had een klein deel van de deelnemers ervaren dat hun kronen losser waren te komen zitten en had een deelnemer een vulling verloren tijdens het duiken. Over het algemeen werd er dus gevonden dat er voornamelijk problemen op treden bij de kiezen.

Uit de studie kwam ook naar voren dat duikinstructeurs het meest last hadden van tandproblemen. Volgens Ranna komt dit omdat zij veel duiken in ondiep water waar grote verschillen zijn in luchtdruk.

De resultaten van dit onderzoek tonen volgens Ranna aan dat er meer aandacht moet komen voor een vaste tandcontrole vóór het duiken. Momenteel zijn er wel een aantal medische standaarden waaraan iemand moet voldoen, maar geen daarvan hebben betrekking op de tanden. Terwijl er volgens Ranna toch veel potentie is om de tanden te beschadigen. “De droge lucht en ongemakkelijke positie van de kaak als er op de regulator wordt gebeten is een interessante combinatie. Een ongezonde tand valt dan veel eerder op. De laatste plek waar je wil zijn als je een gebroken tand hebt is 30 meter onder water.“

Ranna is momenteel bezig met het opzetten van een vervolgstudie met een grotere groep deelnemers om zich verder in het onderwerp te verdiepen.

Bron:
Nature

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
onderzoek - vergrootglas

ANT distantieert zich van onderzoek Panteia/Etil naar capaciteit in mondzorg

De ANT heeft in een brandbrief aan het ministerie van VWS afstand genomen van een onderzoek naar de capaciteit in de mondzorg door de onderzoekbureaus Panteia en Etil. De ANT is enorm geschrokken van de opzet, het niveau en het gebrek aan professionaliteit rond het onderzoek.

Het meest bezorgd is de beroepsorganisatie echter over de fraudegevoeligheid. “Gebleken is dat de enquête die net is gehouden onder tandartsen en mondhygiënisten, zo lek is als een mandje. Met als gevolg dat het heel makkelijk is om fraude te plegen en de uitkomsten te manipuleren”, zo stelt ANT-voorzitter en tandarts Jan Willem Vaartjes. “Daarmee staat voor ons vast dat de uitkomsten niet of nauwelijks betrouwbaar zullen zijn en dat er geen verantwoorde conclusies zijn te trekken.” Het rapport, dat in december moet worden opgeleverd, hoeft wat de ANT betreft dan ook niet meer geschreven te worden.

‘Onderzoek rammelt’

In opdracht van het ministerie van VWS voeren Panteia en Etil een onderzoek uit naar de capaciteit in de mondzorg. Belangrijk onderdeel van het onderzoek is een enquête onder tandartsen en mondhygiënisten, die vorige week is afgerond. Het onderzoek rammelt echter op vele fronten. Zo is gebleken dat de enquête probleemloos meerdere keren kon worden ingevuld door dezelfde personen, zonder controle. IT-experts hebben aangegeven dat controle daarop via het IP-adres onvoldoende garanties biedt. Ook is gebleken dat de link naar het onderzoek naar willekeurige adressenbestanden kon worden doorgestuurd en door niet-tandartsen of mondhygiënisten kon worden ingevuld (meerdere keren). Ook kunnen tandartsen zich voordoen als mondhygiënist en vice-versa, zonder betrouwbare controle. De ANT is verbaasd dat een belangrijk onderzoek in opdracht van het ministerie zo amateuristisch wordt uitgevoerd.

Onvoldoende onderbouwing

Het onderzoek is het resultaat van een belofte van voormalig minister Schippers om een (feiten)onderzoek te laten houden naar de ‘bestaande capaciteit in de mondzorg en de te verwachten ontwikkelingen daarin’. Het onderzoek is een gevolg van de in februari van dit jaar vastgelopen discussie over taakherschikking in de mondzorg. Toen kwam ondubbelzinnig vast te staan, dat er onvoldoende feitelijke onderbouwing is voor een verantwoorde beslissing over zo’n ingrijpende stelselwijziging. Dit betrof zowel de verschillen in opleiding tussen tandheelkunde en mondzorgkunde als de capaciteitsvraag.

De brandbrief aan het ministerie volgt, nadat de ANT eerder aan de bel trok bij de beide onderzoeksbureaus zelf over de opzet van het onderzoek en de enquête. Met name aan de vragen rond ‘taakherschikking’ en ‘taakdelegatie’ kan geen touw worden vastgeknoopt, ondanks dat dit precies het onderwerp is dat VWS uitgezocht wil zien. De ANT heeft de onderzoekers hierover vooraf uitvoerig geïnformeerd. Met dat advies is echter niets gedaan, volgens de ANT. Dit sluit aan bij de vele reacties, die de ANT heeft ontvangen naar aanleiding van het onderzoek. Tandartsen vinden de vragen ‘onzinnig, vaag en incompleet’ en hebben geen vertrouwen in de uitkomsten. Daardoor ontbreekt bij voorbaat een breed draagvlak onder tandartsen.

Jan Willem Vaartjes: “Je krijgt bijna de indruk dat de onderzoekers opdracht hebben gekregen om naar een bepaalde conclusie toe te schrijven en dat het dus niet uitmaakt wat er uit de enquête naar voren komt”.

Lichtzinnig

De ANT is geschrokken van de lichtzinnige wijze waarop het ministerie van VWS omgaat met de beloftes van minister Schippers om met betrekking tot taakherschikking eerst de feiten te onderzoeken. Jan Willem Vaartjes: “Het gaat hier om een ingrijpende stelselwijziging met grote gevolgen voor de kwaliteit en de transparantie van de mondzorg. Dan kun je niet over een nacht ijs gaan. Het ingezette beleid mist elke onderbouwing en dat wordt met de dag duidelijker. Ook het capaciteitsonderzoek gaat ons niet verder helpen, zoveel is nu wel duidelijk. Het huidige onderzoek door Panteia en Etil is amateuristisch, onzorgvuldig en bovendien onbetrouwbaar. Wij vertrouwen erop dat onze nieuwe ministers hier geen genoegen mee nemen en geen ondoordachte beslissingen zullen nemen.”

Lees meer over: Kennis, Scholing
Vanaf volgend jaar chirurgische operaties oefenen met Virtual Reality

Vanaf volgend jaar chirurgische operaties oefenen met Virtual Reality

Vanaf volgend jaar kunnen chirurgen en medisch specialisten in Amsterdam aan de slag met het oefenen van virtual reality (VR) en kunstmatige intelligentie als hulpmiddel bij operaties. Het AMC en VUmc hopen hiermee de zesjarige opleiding specialisatie chirurgie in de toekomst een stuk korter te kunnen maken.

Operatiesimulaties

Het internationale centrum is een initiatief van het Amsterdam Skills Centre for Health Sciences (ASC), in combinatie met het AMC en VUmc. Er wordt gehoopt het centrum over ongeveer een jaar te kunnen openen, waar vervolgens jaarlijks zo’n 3.000 artsen eenvoudige operaties, zoals keizersnedes of knieoperaties, zullen kunnen oefenen. Als het project succesvol blijkt zal in de toekomst ook worden gekeken naar mogelijkheden voor het oefenen met ingewikkeldere operaties, zoals hartoperaties, met behulp van virtual reality.

Tijdsbesparing

Jan Hol, directeur communicatie van het VUmc, hoopt in de toekomst met dit centrum de chirurgie specialisatie flink te kunnen verkorten. Door gebruik te maken van dergelijke operatiesimulaties is namelijk geen menselijk weefsel nodig, waardoor het makkelijker is voor chirurgen in opleiding om de processen dagelijks te oeenen.

Verkorte tropenopleiding

Het ASC hoopt binnenkort ook een “verkorte tropenopleiding” te ontwikkelen – een opleiding tot basischirurg voor ontwikkelingslanden.

 

Bron:
Skipr / ANP

Lees meer over: E-health, Kennis
De levensduur van een endodontisch behandeld gebitselement

De levensduur van een endodontisch behandeld gebitselement

Patiënten willen lang plezier van hun tand of kies. Maar wat antwoordt u als tandarts wanneer de patiënt vraagt hoe lang het element nog mee kan na de wortelkanaalbehandeling?

Belangrijk is dat we eerst weten wat verstaan we onder een goed resultaat

– geen pijn

– geen fistel

– geen zwelling

– normale functie

– normale periapex

– goede esthetiek

– redelijke levensduur

In 86% van de gevallen lukt het om een ontsteking te laten verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat tandartsen daar dus best succesvol in zijn.

Wat is een redelijke levensduur?

Uit een groot onderzoek in California blijkt dat 8 jaar na endodontische behandeling 97% van de elementen nog aanwezig is. Een normale periapex blijkt belangrijk voor het welbevinden van de patiënt, echter is dit maar voor een klein deel van invloed op de levensduur van het element.  Daarnaast leidt een endodontische herbehandeling ook tot een goed resultaat. In de wetenschap gelden de systematische review en meta-analyse als state-of-the-art op onderzoeksgebied.

Endodontische behandelde elementen vs implantaten?

Uit de literatuur blijkt dat ze allebei evengoed zijn. Al hadden implantaten vaker onderhoud en nazorg nodig. Of zoals Michiel de Cleen zegt: ‘after sales’.

De reden van extractie is zelden endodontisch van aard. Redenen voor extractie zijn:

  • Restauratief 59,4%
  • Parodontaal 32,0%
  • Endodontisch 8,6%

Fractuurlijnen bij endodontisch behandelde elementen gaan anders lopen, er zijn vaker diepere fracturen. Het dak van de pulpakamer wordt gezien als de structuur die de tand bij elkaar houdt en deze moet voor een endodontische behandeling verwijderd worden.

Ook het aanwezig zijn van buurelementen bij een endodontische elementen blijkt bij te dragen aan een betere prognose. Vaak zie je bij laatste elementen dat er een andere belasting is en ook vaker wordt gedacht: ‘Zover achterin: haal er maar uit’.

Manier van restaureren

De manier van restaureren maakt niet veel uit. Als er maar geen guttapercha op de pulpabodem wordt achtergelaten. De grootste complicatie is een verticale radix fractuur. Röntgenologisch wordt er dan vaak een laterale en periapicale zwarting waargenomen en intra-oraal een diepe pocket en fistel. Uit onderzoek van Michiel de Cleen bleek dat molaren een lichte voorkeur hebben voor een verticale radix fractuur in vergelijking met premolaren.

Risicofactoren levensduur

Risicofactoren voor de levensduur zijn:

  • eindstandige elementen
  • pre-operatieve pocket
  • multiple barsten

Wat is succesvolle endodontie?

Succesvolle endodontie is:

  • goede diagnostiek
  • goede vormgeving
  • goede reiniging
  • goede afsluiting
  • goede restauratie

Alle bovengenoemde punten met zorgvuldige uitvoering.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?

Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?

Interdentale reiniging met bijvoorbeeld een tandenstoker heeft een positieve invloed op de mondgezondheid, maar veel mensen doen dit niet dagelijks. Hoe zou je het gebruik van tandenstokers verder kunnen stimuleren? En is er met tandenstokers nog meer gezondheidswinst te boeken? Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, doet hier onderzoek naar, en heeft hiervoor een award ontvangen in Israël.

Promotie van tandenstokers

De afgelopen jaren heeft Yvonne Buunk-Werkhoven verschillende onderzoeken verricht naar de promotie van tandenstokers. De meest voorkomende mondziekten, zoals cariës en parodontale aandoeningen, kunnen voorkomen worden door zelf dagelijks het gebit te verzorgen. Dit betekent dagelijks tandenpoetsen en interdentaal reinigen, bijvoorbeeld met behulp van tandenstokers. Veel mensen voeren wel het tandenpoetsen uit, maar laten de interdentale reiniging achterwege. Hoe zou je deze mensen kunnen stimuleren hun gedrag op dit gebied te veranderen?
Yvonne Buunk-Werkhoven zocht uit of het aanbieden van tandenstokers in de publieke ruimte het gebruik ervan bevordert.

Tandenstokers in de horeca

Als eerste onderzocht ze in 2014 het aanbieden van tandenstokers in de horeca. In drie restaurants in Amsterdam werden professionele, individueel verpakte, houten tandenstokers aangeboden. Kwalitatief goede tandenstokers dus in plaats van de cocktailprikkertjes die nog wel eens in restaurants op tafel staan. De tandenstokers werden zowel actief (door het bedienend personeel) als passief (in bakjes op tafel en bij de toiletten) aangeboden. Bij het restaurant waar de tandenstokers actief én passief werden aangeboden, werden er in één dag tijd 295 door de gasten meegenomen. In de twee restaurants waar de tandenstokers alleen op tafel stonden, werden er respectievelijk 370 in vijf dagen en 150 in vier dagen tijd gepakt.
Conclusie van het onderzoek was dat het aantal meegenomen tandenstokers bewees dat de gasten de professionele tandenstokers op prijs stelden. Het lijkt er op dat het aanbieden van tandenstokers in de horeca interdentale zelfzorg bevordert.

Onderzoek op de markt

In 2015 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan in de Foodhallen: een foodcourt/markthal met een reeks eetkraampjes. Daar kregen 290 bezoekers een doosje tandenstokers met aminofluoride uitgereikt nadat zij een vragenlijst hadden ingevuld. 146 van hen kregen na drie weken per e-mail nogmaals een vragenlijst voorgelegd. Hieruit kwam naar voren dat het percentage mensen dat zei minstens een keer per dag een tandenstoker te gebruiken was toegenomen van 15,2 naar 28,9% nadat zij het doosje tandenstokers hadden gekregen.

Vervolgonderzoek bij sportschool

Een recent vervolgonderzoek (2016/2017) is in samenwerking met de kliniek voor mondhygiëne Oral-Vision opgezet. Daarbij werden in de horecagelegenheid binnen de sportschool Medico Vision in Amsterdam tandenstokers neergezet. Daarnaast kregen de bezoekers een vragenlijst voorgelegd. Veertig bezoekers (voornamelijk middelbaar en hoger opgeleide mannen met een gemiddelde leeftijd van 37,5 jaar met een spreiding van 15,2 jaar en variërend tussen de 15 en 71 jaar) hebben de vragenlijst ingevuld.

Resultaten vragenlijst

Uit de resultaten blijkt dat ruim een kwart, 27,5% van de deelnemers nooit bij een mondhygiënist is geweest. 27,5% gaat een keer per jaar, 40% twee keer en twee deelnemers drie keer of meer. De deelnemers gaven hun mondgezondheid gemiddeld een 8 als cijfer.
Significant meer mannen dan vrouwen gaven aan tandenstokers te gebruiken. Een verklaring zou kunnen zijn dat mannen zich minder ‘schamen’ om met een tandenstoker in de mond rond te lopen of dat ze het juist ‘stoer’ vinden. Tandenstokers worden door 52,5% van de deelnemers ‘niet elke dag’ gebruikt, door 25% een keer per dag en door 12,5% twee keer of meer. 10% van de deelnemers gebruikt nooit tandenstokers.
30% geeft aan nooit andere hulpmiddelen zoals flossdraad, ragers en mondspoelmiddelen te gebruiken. 40% doet dit ‘niet elke dag’, 27% een keer per dag en 2,5% twee of meer keer per dag.

De deelnemers vonden het gebruik van een tandenstoker (na het eten) belangrijk voor hun mondhygiëne en/of een fris gevoel: 60% en 30% waren het hiermee respectievelijk eens tot geheel mee eens. Ook het aanbod van tandenstokers in de horeca werd als ‘belangrijk’ (52,5%) en ‘heel belangrijk’ (15%) bevonden. 25% van de deelnemers vond het onbelangrijk en 7,5% heel onbelangrijk.

Pick a T

TandenstokerMet al deze onderzoeken is een basis gelegd voor de publiekscampagne ‘Pick a T’, waarbij mensen worden aangespoord om dagelijks tandenstokers te gebruiken. Het moet gewoon worden om tandenstokers ook in een andere setting dan thuis en in de mondzorgpraktijk te gebruiken.
In het verre verleden (19e eeuw) was het kauwen op tandenstokers in het openbaar een poosje in de mode in de rijkere kringen. Het kauwen op een tandenstoker was toen een teken van tevredenheid en zorgeloosheid. Nu zou het een positief imago kunnen geven aan het je bewust zijn van een goede mondgezondheid en, net zoals bijvoorbeeld sporten, kunnen bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Tandenstoker als vervanger van sigaret

Die gezonde leefstijl zou nog verder bevorderd kunnen worden als de tandenstoker gebruikt zou worden als een soort vervanger van de sigaret. Uit onderzoek van Eline Meijer blijkt dat rokers de meeste kans hebben om blijvend met roken te stoppen als zij zichzelf als ‘niet-roker’ kunnen zien. Mensen gedragen zich namelijk het liefst op een manier die past bij hun identiteit. De roker moet dus een ander zelfbeeld krijgen als niet-roker. Als bij de nieuwe identiteit van de gestopte roker een gezonde leefstijl belangrijk is, kan de tandenstoker ten dele de sigaret vervangen en als subsitutie van het rookgedrag fungeren.

Het advies van een zorgverlener is vaak een belangrijke reden om met roken (proberen) te stoppen. Als dat advies van een mondzorgprofessional komt, kan deze ook gelijk het gebruik van tandenstokers als ‘sigaretvervangers’ aanmoedigen. Het gaat dan vooral om het gedrag in de zin van de beweging van ‘iets naar de mond brengen en van de mond afhalen’

Conclusie

Het publiekelijk aanbieden van tandenstokers kan mensen stimuleren deze ook daadwerkelijk te gebruiken. Als de bewustwording van het belang van interdentale reiniging vergroot wordt, zal dit normaler worden om te doen, ook in een andere setting dan thuis. Het gebruik van tandenstokers kan een betere mondgezondheid bevorderen en zo bijdragen aan een gezondere leefstijl.

Door: Yvette in ’t Veld

Bronnen:
Juniper publishers
Universiteit Leiden

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
imago

Hoe zit het met uw imago?

Komt u betrouwbaar en deskundig over? Weet u eigenlijk wel welk beeld u bij anderen oproept? Niet alleen uw vakdeskundigheid is van belang voor patiënten, maar ook uw imago. Wat is dat eigenlijk en hoe kunt u uw imago verbeteren? dental INFO sprak met Yvonne Stoevelaar, imagodeskundige van Het Imagobureau.

Imago

Uw imago is het beeld dat u oproept bij anderen, door uw persoonlijke presentatie of uw dienstverlening. Patiënten zijn een stuk mondiger geworden. Als ze iets (denken) te mankeren, zoeken ze eerst uitgebreid op internet wat ze hebben en hoe dit opgelost kan worden. Ze willen geholpen worden door ‘de beste’ in het vakgebied. Het is daarom essentieel dat u zich presenteert als expert. Er is tegenwoordig veel bekend over het belang van een goede mondgezondheid in relatie tot de algemene gezondheid. Dit vraagt iets van de profilering van tandartsen en mondhygiënisten. Yvonne Stoevelaar: “U bent het visitekaartje van uw bedrijf. Zorg dat u dan ook in al uw uitingen uw eigen visitekaartje bent. U heeft nooit een tweede kans voor een eerste indruk.”

Mondhygiënisten

Yvonne heeft onlangs een presentatie gehouden voor mondhygiënisten en verdiepte zich in hun imago. “Het imago van een tandarts is anders dan dat van een mondhygiënist. Een tandarts staat bij veel mensen hoger in aanzien en het beroep is ‘bekender’. Voor mondhygiënisten is er nog veel te winnen. Het is belangrijk dat zij zich meer gaan profileren en zichtbaarder worden. Tijdens de voorbereiding van mijn presentatie ontdekte ik dat het een vierjarige hbo-opleiding is. Ook ik had geen idee. Dan heeft u als mondhygiënist wat in uw mars en is het zaak dat u werkt aan uw zichtbaarheid en uw ‘waarde’ toont.”

Gelijkwaardig opstellen

Mondhygiënisten moeten zich gelijkwaardig opstellen aan de tandarts. Zij willen serieus genomen worden tijdens een overleg, zodat de patiënt de beste zorg kan krijgen. “Zorg dat u letterlijk elkaars ‘gelijke’ bent. Zorg dat u beiden staat of zit en spiegel uw houding aan de ander. Als uw gesprekspartner zich groot maakt en u zit onderuit gezakt of u maakt zich klein, dan helpt dat niet. Als u het gevoel hebt met een dominant iemand te maken te hebben, zorg dan voor een rechte, neutrale houding. Zorg dat uw handen zichtbaar zijn. Oefen om te spreken met een lage en rustige stem. Kijk of u uw zitpositie kunt bepalen. Recht tegenover elkaar zitten kan erg indringend zijn en maakt het lastig af en toe weg te kijken. Als u in een hoek zit (hoofd en zijkant tafel bijvoorbeeld), is dat vaak prettiger. Kijk of u anders uw stoel iets kunt draaien. Richt uw neus naar het voorhoofd van de ander. Kijk of u de lead kunt nemen door bijvoorbeeld als eerste uw hand uit te steken om u voor te stellen. Als u te maken hebt met iemand die wat meer introvert is of zich minder op zijn of haar gemak voelt, neem dan een wat ontspannener houding aan en verlaag de positie van uw gezicht iets.

Vertrouwen winnen

Tandartsen en mondhygiënisten moeten voor de uitoefening van hun vak als betrouwbaar worden gezien. “Men zegt wel ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Met andere woorden: u kunt al jaren een goede reputatie hebben, maar met een enkele misser kan het vertrouwen worden beschadigd. Dus werken aan een imago waar deskundigheid en betrouwbaarheid centraal staan, is voor beide beroepen essentieel.”

Witte jas

Het dragen van een witte jas kan helpen ”Uit onderzoek blijkt dat mensen een witte jas associëren met kennis en professionaliteit. Het wekt vertrouwen en met wit kun je heel gemakkelijk zien of de kleding schoon en onberispelijk is. Dit is belangrijk, omdat men dan verwacht dat u ook punctueel en secuur bent in uw werk. Daarentegen kan ik me in een aantal gevallen voorstellen dat een witte broek met bijvoorbeeld een poloshirt ook goed werkt. Zeker als u een specialistische praktijk hebt voor bijvoorbeeld mensen met angst of voor kinderen. Dan is een polo wellicht wat toegankelijker en maakt het laagdrempeliger.”

Inrichting praktijk

Ook de inrichting van een praktijk is van invloed. “Het uiterlijk van de praktijk draagt zeker bij aan het imago en het wekken van vertrouwen. Kleurgebruik en aankleding helpen om mensen zich op hun gemak te laten voelen. ‘Hospitality’ is hierbij ook een belangrijk woord. Het gevoel van gastvrijheid wordt ook in zorg-gerelateerde organisaties steeds belangrijker. Denk aan ziekenhuizen en uitvaartcentra. Mensen zijn kritischer geworden, moeten meer zelf betalen en vinden het niet erg meer iets verder te rijden als ze zich dan prettig en welkom voelen. Naast de dienstverlening willen we een positief gevoel, een ‘positieve beleving’ ervaren en hier betalen we dan ook graag voor. Dus denk ook aan mogelijkheden als water tappen, een faciliteit om tanden te kunnen poetsen (en dus ook beschikbare tandenborstels) en vooral een gevoel van welkom zijn. Je overtuigt mensen als ze ontspannen zijn en daarbij is een prettige, professionele en gastvrije praktijk van groot belang!”

Kleding

Bij een professionele afspraak buiten de praktijk moet goed over de kleding worden nagedacht. “Het belangrijkste is dat u zich prettig voelt in de kleding die u draagt. Anders werkt het sowieso niet. Er zijn een paar zaken waar u op kunt letten. Trek iets aan waar u zich professioneel in voelt en kleedt u voor de gelegenheid. Naar een belangrijke afspraak zult u geen slippers en strandjurk of korte broek aantrekken, dus denk na over uw kleding. U toont ook respect aan uw gesprekspartner als u moeite hebt gedaan om er netjes uit te zien. In het buitenland is dat heel gewoon, maar in Nederland is het al snel ‘het gaat toch om wie je bent en niet om je kleding’.”

Professioneel overkomen

Er zijn nog wel wat tips te geven over uw kleding. “Om professioneel over te komen kunt u beter een jasje dragen dan een overhemd of blouse. Een klein motief komt professioneler over dan een groot patroon, maar effen is het meest zakelijk. Dit is uiteraard niet altijd nodig. Een groot kleurcontrast (donker jasje met licht overhemd/blouse/shirt) straalt autoriteit uit en lichte kleuren maken iemand toegankelijk en benaderbaar. Daarnaast geeft een wat steviger stof een krachtiger indruk dan een heel losse stof. Denk aan het verschil tussen een katoenen broek en een linnen, losse broek.

In uw beroepsgroep hoeft u er niet zakelijk uit te zien, wel professioneel. Dat betekent ook niet te bloot, niet te veel ‘bling’, niet te casual. Hoe meer huid men ziet, hoe minder professioneel u wordt ingeschat. Let ook op zaken als kapsel, verzorgde handen en goede accessoires. Accessoires kunnen de outfit maken of breken. Investeer in een mooie tas, schoenen, riem enzovoorts.”

Breeduit lachen of glimlachen

Lachen draagt ook bij aan het imago. “Een stralende lach kan u zeker verder helpen in uw carrière. Enerzijds omdat bij een eerste indruk ook het gebit snel opvalt. Als het gebit niet verzorgd is, kan men zomaar denken dat u met andere zaken ook niet zo netjes bent. Anderzijds lacht men gemakkelijker als men zeker is over het gebit. Mensen stappen eerder op ‘vriendelijke’ mensen af dan op minder vriendelijke. Het maakt u toegankelijker en benaderbaar.

Voor een professionele foto adviseer ik een kleine glimlach. Men wordt dan competenter ingeschat dan met een schaterlach. Om de professionaliteit te onderstrepen is glimlachen beter dan veel breeduit lachen. Het is een kwestie van goed inschatten met wat voor persoon u te maken hebt.”

Netwerkborrel

Bij een netwerkborrel is het belangrijk om zichtbaar te zijn en ruimte in te nemen. “Kijk of u zich kunt aansluiten aan een statafel bijvoorbeeld. Zoek oogcontact met iemand aan tafel en vraag of u kunt aansluiten. Kijk bij een kleine stilte of u zich kunt voorstellen. Geef de mensen een hand en noem uw naam. Begin gemakkelijk door te vragen wat iemand doet of wat hij van de bijeenkomst vindt, van de locatie bijvoorbeeld. Probeer erachter te komen wat u gemeenschappelijk hebt. Als er een klik is of u vindt het fijn om nog verder te praten, vraag dan om een visitekaartje. Geef nooit zomaar of in het begin van een ontmoeting meteen uw kaartje. Is een gesprek niet wat u ervan verwacht of voelt u zich niet prettig bij een groepje, excuseer u dan en zeg dat u iemand ziet die u even moet spreken.”

Feestje

Een bekend probleem voor een mondhygiënist en tandarts is dat op een feestje een patiënt op hem of haar afstapt en zegt dat hij iets in zijn mond voelt. Hoe kun je daar het beste mee omgaan?

“Om te beginnen is het ongepast van de patiënt om dat te doen, maar het gebeurt, ook bij huisartsen bijvoorbeeld. Wees duidelijk. Zeg: “Wat vervelend dat je nu net iets hebt. Ik kan op het moment niets voor je betekenen, behalve je een paracetamol aanbieden (bijvoorbeeld). Bel morgen of maandag en je bent de eerste die ik help.” Dus: laat merken dat u hem of haar hebt gehoord, neem het probleem serieus, kom met een korte oplossing voor dit moment en maak een afspraak op zo kort mogelijke termijn.”

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen
jeugdig

Uiterlijk patiënt van invloed op behandelingsadvies

Voor een onderzoek van de Eidgenössische Technische Hochschule Zürich is een testpatiënt naar 180 tandartsen gestuurd voor een behandelingsadvies. Hoe hij zich voordeed (als succesvolle vertaler of als student) bleek van invloed te zijn op het advies dat hij kreeg.

Onderzoek

In het onderzoek werden twee factoren gevarieerd: de sociaaleconomische status van de patiënt en de informatie die hij verstrekte. Zijn sociaaleconomische status kwam tot uiting in de kleding die hij droeg. De ene helft van de tandartsen zag een succesvolle middentwintiger in een mooi pak met dure accessoires, die zich voordeed als vertaler bij een bank. De andere helft kreeg een vertaalstudent in een trui met capuchon in de behandelstoel. Het tweede verschil betrof de röntgenfoto die hij bij zich had. In de helft van de gevallen beweerde hij dat hij met behulp van deze foto in een internetforum om een diagnose had gevraagd.

Behandelingsadvies

De testpatiënt werd voor en na zijn bezoek aan de 180 tandartsen uitgebreid onderzocht door vier referentietandartsen, die alleen een oppervlakkige cariëslaesie vaststelden die niet-invasief kon worden behandeld.

Meer dan een kwart van de tandartsen in het onderzoek bevalen echter een uitgebreidere behandeling aan met een of meer vullingen. In totaal werd de patiënt vullingen in dertien verschillende tanden geadviseerd. De kosten voor de behandeling bedroegen gemiddeld 535 Zwitserse frank. Bij één tandarts moest voor twee vullingen 1750 Zwitserse frank betaald worden.

Overige uitkomsten

Tegen de verwachting in liep de patiënt als hij zich voordeed als iemand met een hoge sociaaleconomische status minder kans op een advies voor een overbehandeling met bijbehorende hogere kosten. Goed geïnformeerde patiënten bleken niet minder vaak een overbehandeling geadviseerd te krijgen.

De wachttijd in de praktijk bleek overigens ook in relatie te staan met het behandelingsadvies. Hoe korter de wachttijd, hoe groter de kans op overbehandeling.

Bron:
SSRN

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Medische beelden op smartphone bij UMCU

Met de app MyBodyMyData kunnen patiënten van het UMC Utrecht hun eigen medische beelden, zoals echo’s en MRI-scans,  bekijken op hun smartphones. De app zal op een gegeven moment onderdeel worden van het patiëntenportaal.

Met de mobiele app kunnen alle medische beelden die worden genomen rustig thuis worden bekeken, of worden gedeeld met andere zorgverleners. Deze kunnen vervolgens bijvoorbeeld ook hun mening geven, om zo te gelden als een second opinion.

Inzien van medische beelden

Radioloog Wouter Veldhuis ontwikkelde de applicatie naar aanleiding van patiënten die graag hun eigen medische beelden wilden inzien. Hij bracht de wensen van patiënten in kaart en kwam tot de conclusie dat een app als MyBodyMyData een oplossing zou kunnen bieden. De app is ondertussen al meerdere keren aangepast. Zo is bijvoorbeeld achtergrondinformatie bij verschillende soorten scans toegevoegd.

Delen van beelden met zorgverleners

De app bestaat uit een beveiligde omgeving waarin patiënten beelden kunnen inzien en deze eventueel kunnen delen met een arts naar keuze. Vervolgens ontvangt deze arts de beelden van het UMCU, die direct beschikbaar zullen zijn voor opname en analyse in het beeldsysteem van het eigen ziekenhuis.

Als de arts de gegevens heeft gedownload krijgt de patiënt een melding. Ook kunnen aantekeningen worden gemaakt, om zo bijvoorbeeld direct vragen te kunnen stellen. Er kan ook op de beelden worden getekend om vragen te verduidelijken, vanuit de patiënt, of om als arts een consultgesprek te verhelderen.

Aandacht voor details

Veldhuis heeft veel aandacht besteed aan details. Zo kan er bijvoorbeeld worden gekozen om een mannelijk, vrouwelijk of neutraal lichaam als achtergrond van de beelden te zien. De neutrale optie kan volgens hem onder andere fijn zijn voor vrouwen die een borstamputatie hebben doorstaan, waardoor het pijnlijk kan zijn om steeds tegen een vrouwelijk torso aan te kijken.

Momenteel is de app MyBodyMyData alleen beschikbaar in de Apple store.

Bron:
Zorgvisie.nl
MyBodyMyData

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Vernieuwd advies Droge mond

Advies Droge Mond

Dit advies Droge mond is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten. Het advies bevat inhoudelijke aspecten van de voorlichting en preventieve handelingen die door de zorgverlener kunnen worden verricht. Het advies Droge mond is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Ivoren Kruis Advies Droge Mond

Bestel bijbehorende patiëntenfolders

Lees meer over: Adviezen, Kennis
Vera Verploegen ontvangt de NWVT-TP master scriptieprijs 2017

Vera Verploegen ontvangt de NWVT-TP master scriptieprijs 2017

De NWVT heeft voorafgaand aan haar Algemene Leden Vergadering de NWVT-TP master scriptieprijs 2017 uitgereikt aan Vera Verploegen – oud student UMC Groningen. Zij ontving de prijs voor haar scriptie Erosieve gebitsslijtage, wat weten jongvolwassenen hierover en hoe wensen zij tandheelkundige informatie te ontvangen?

Uit haar onderzoek bleek dat jongvolwassenen liever een gesprek met hun tandarts of mondhygiënist willen, aangevuld met specifieke informatie voor henzelf – in plaats van een app met informatie over erosieve gebitsslijtage.
Voor haar onderzoek ondervroeg zij circa driehond jongvolwassenen in 25 tandartspraktijken in Groningen, Friesland en Drenthe. Haar begeleider was Dr. Annemarie Schuller

De 2e prijs is uitgereikt aan Jochem Lemain (RU Nijmegen) voor zijn master scriptie: Succes en overleving van kronen in een algemene tandartspraktijk in Nederland met een opvolging van 5 tot 12 jaar.

De 3e prijs is uitgereikt aan Giney Sowidjojo (ACTA): Online review about dentistsWhat do patients write about dentists and what can dentists do with it?

NWVT-TP master scriptieprijs

De NWVT acht wetenschappelijk onderzoek van belang. Studenten krijgen tijdens hun opleiding hiermee te maken wat leidt tot het opstellen van een scriptie in de masterfase.

Hiertoe heeft de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen in samenwerking met TandartsPraktijk de jaarlijkse NWVT-TP master scriptieprijs ingesteld.

Masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud MC) en Groningen (UMCG) dingen mee naar deze prijs. De jury heeft de inzendingen beoordeeld op geschiktheid en relevantie voor de tandarts algemeen.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Dr. Arie Hoeksema ontvangt NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017

Dr. Arie Hoeksema ontvangt NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017

Voorafgaand aan de NWVT ledenavond ontving dr. Arie Hoeksema de NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017 voor zijn proefschrift  Oral Health in frail elderly.

De NWVT WTA commissie kent eenmaal per jaar namens de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.

Oral Health in frail elderly

Dr. Arie Hoeksema heeft zijn onderzoek verricht aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn promotores waren: Prof. dr. A. Vissink, Prof. dr. G.M. Raghoebar en Prof. dr. H.J.A. Meijer.

Deze prijs heeft hij ontvangen vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.

Een samenvatting van zijn onderzoek:
In 2020 zal 40% van de Nederlandse populatie ouder zijn dan 65 jaar, het percentage 80+ zal met 10% toenemen. Velen van hen hebben nog (deels) hun eigen dentitie. De noodzakelijke mondverzorging staat bij ouderen op gespannen voet met andere dagelijkse activiteiten. Het gebrek aan aandacht voor de mondzorg moet worden gezien als een verborgen gezondheidsrisico en beïnvloedt de algemene gezondheid en de kwaliteit van leven.

In hoofdstuk 2 wordt de mondgezondheid in kaart gebracht van 725 nieuw opgenomen patiënten in het verpleeghuis. De groep dementerenden was significant ouder dan de compos mentis. De groep

betande patiënten bedroeg 20%. Bij hen was in ongeveer 70% sprake van een gebrekkige mondhygiëne, cariës, wortelresten en een matige coöperatie

In hoofdstuk 3 worden 275 thuiswonende ouderen beoordeeld die in aanmerking komen voor thuiszorg. Ook bij hen is in 70% sprake van slechte tot matige mondgezondheid. De dentaten in deze groep scoorden beter op kwaliteit van leven, kwetsbaarheid, fysieke mogelijkheden en algemene gezondheid in vergelijk met de edentaten. Er is geen verschil in cognitie en mondgezondheid.

In hoofdstuk 4 wordt aan 1325 thuiswonenden ouderen gevraagd een vragenlijst met betrekking tot orale status, mondgezongheid en tandartsbezoek in te vullen en terug te zenden. De response is 77%. Veertig procent is dentaat, 50% edentaat en 10% heeft een overkappingprothese op implantaten. Betande patiënten en ook zij met een overkappingsprothese scoorden beter dan edentaten op kwetsbaarheid, minder medicijnen en kwaliteit van leven.

In hoofdstuk 5 wordt een prospectief onderzoek beschreven bij een jonge en een oudere groep edentaten die wordt behandeld met twee implantaten en een overkappingsprothese. In een follow up periode van 10 jaar wordt gekeken naar de peri-implantaire gezondheid. In de oudere groep overleven 93% van de implantaten de 10 jaar tegenover 97% bij de jongeren. Er zijn geen verschillen in plaque-, bloeding- en gingiva-indexen. Met andere woorden, een mandibulaire overkappings prothese op implantaten lijkt een verantwoorde keuze ook bij (heel) ouderen.

Ten slotte hoofdstuk 6 waarin een analyse staat bij de afweging om wel of niet te implanteren bij zorgafhankelijke ouderen. Een groot aantal factoren speelt hierbij een rol: welzijn en kwaliteit van leven, passende behandelkeuze op dit moment, mondzorgplan van de patiënt, mate coöperatie, noodzakelijke nazorg door patiënt zelf of zijn omgeving.

Uitgangspunten NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs:

De promovendus heeft zijn wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd aan een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.

Het onderwerp en de conclusies van de dissertatie moeten (klinisch)tandheelkundig van aard zijn en moeten bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Droge mond

Droge mond

Langdurige of blijvende monddroogheid kan slecht zijn voor het gebit en mondslijmvlies. In de folder komen de meest voorkomende klachten bij een droge mond aan de orde. Ook de oorzaken ervan worden besproken. Tevens worden de gevolgen van een droge mond voor de tanden en kiezen belicht en hoe die te bestrijden zijn.

Bestellen bij het Ivoren Kruis

 


Download brochure
Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
Online training dementie in de mondzorgpraktijk gelanceerd

Online training dementie in de mondzorgpraktijk gelanceerd

Er is een gratis online training over omgaan met dementie gelanceerd voor iedereen die werkt in de mondzorg.  Met de training ‘In de mondzorgpraktijk’ kunnen ze dementie eerder
herkennen en betere zorg geven aan patiënten met dementie.

Deelnemers aan de training oefenen met situaties waar ze in de mondzorgpraktijk mee te maken krijgen als ze zorg leveren aan patiënten met dementie. Deze praktijksituaties zijn aangedragen door medewerkers zelf en zijn daardoor herkenbaar. De training is bedoeld voor het hele team, van receptionist tot tandarts.

Een op de vijf mensen krijgt dementie. Dementerenden wonen vaak thuis en willen zo lang mogelijk een gewoon leven leiden en blijven ook hun eigen tandarts bezoeken. De  beroepsorganisatie voor tandartsen KNMT ontwikkelde daarom samen met Samen Dementievriendelijk deze online training. Wolter Brands, voorzitter van de KNMT: ‘Deze training helpt medewerkers in de mondzorgpraktijk dementie te herkennen, en laat op een heel praktische manier zien wat ze kunnen doen om ervoor te zorgen dat een bezoek aan de praktijk prettig verloopt.‘

Samen Dementievriendelijk is een vijfjarig project dat Nederlanders bewust moet maken van de impact die dementie heeft op de samenleving. Het helpt als mensen dementie herkennen en iets kunnen betekenen voor iemand met dementie of een mantelzorger. Samen dementievriendelijk is een samenwerkingsverband tussen Alzheimer Nederland, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM en het ministerie van VWS. Samen Dementievriendelijk is onderdeel van het Deltaplan Dementie.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing, Thema A-Z, Video
endodontische spoedbehandeling

Endodontische spoedbehandeling: diagnose en behandeling spoedeisende klachten

Het stellen van een diagnose is belangrijk voordat u start met een endodontische behandeling. Bij een pijnlijke pulpitis is de grote vraag: is er sprake van een (pijnlijke) reversibele of  een (pijnlijke) irreversibele pulpitis?

De juiste diagnose stellen kan in sommige gevallen erg lastig zijn. Een sensibiliteitstest geeft bijvoorbeeld niet altijd een eenduidig beeld omdat er sprake kan zijn van restvitaliteit. Ook kan er sprake zijn van insensibiliteit door een storing in de innervatie of geeft de vitaliteitstest een val negatieve uitslag (denk aan: obliteraties, open apex, recent trauma of premedicatie). Het is daarom belangrijk om altijd meerdere elementen te testen.

Sensibiliteitstesten

Er zijn verschillende soorten sensibiliteitstesten:

  • Koude test

  • Warmte test

Met een warme guttaperchastift kan de reactie van de pulpa getest worden. Hierbij is het wel belangrijk dat het element ingesmeerd
wordt met vaseline zodat de warme guttapercha niet blijft kleven.

  • Elektrische test

Bij deze test wordt er gekeken naar de mate van doorbloeding van het element. De doorbloeding zegt echter niet altijd iets over de
histologische toestand van de pulpa.

  • Proefpreparatie

  • Proefblok (anesthesie)

Reversibele versus irreversibele pulpitis

Er zijn verschillende soorten pulpitis. Het verschil tussen een milde en een uitgebreide reversibele pulpitis is afhankelijk van de uitbreiding van het ontstekingsproces.

  1. Reversibele pulpitis

    Verhoogde maar geen verlengde reactie met de koudetest, niet percussiegevoelig en geen spontane pijn.

  2. Pijnlijke reversibele pulpitis

    – Milde reversibele pulpitis: Verhoogde en verlengde reactie op koude, warm en zoet die tot ongeveer 20 seconden kan aanhouden maar dan afneemt. Mogelijk percussiegevoelig en spontane doffe pijn die nog te onderdrukken is met pijnstillers.
    – Uitgebreide reversibele pulpitis: Duidelijke pijnklachten, sterk verhoogde en verlengde reactie met de koudetest die minutenlang kan aanhouden. Mogelijk percussiegevoelig en spontane pijn die nog redelijk te onderdrukken is met pijnstillers.

  1. Pijnlijke irreversibele pulpitis

    Forse pijnklachten, medicatie geeft nauwelijks verlichting, duidelijke pijn bij warmte, scherpe tot doffe pijn, patiënt kan niet meer slapen vanwege de pijn. Element is zeer gevoelig bij aanraken en er is sprake van pijn bij percussie.

Spoedeisende klachten – pijnlijke irreversibele pulpitis

Een goede tijdsplanning is belangrijk om spoedklachten adequaat te behandelen. Omdat de inflammatie bij een pijnlijke pulpitis meestal alleen in de coronale pulpa aanwezig is, volstaat bij een spoedbehandeling hier een coronale pulpotomie om het geïnfecteerde weefsel weg te halen. Niet geïnfecteerd of ontstoken weefsel geeft geen pijn en kan blijven zitten totdat de behandeling vervolgd kan worden. Belangrijk is om met rubberdam te werken en te spoelen met natriumhypochloriet om het element steriel te houden.

Indien blijkt dat het resterende weefsel blijft bloeden dan is dit een indicatie dat er nog ontstoken weefsel aanwezig is en moet er meer weefsel worden verwijderd uit het kanaalstelsel. In de meeste gevallen volstaat hier het verwijdweren van de kroonpulpa en het verwijderen van de ontstoken inhoud van het wijdste kanaal. Bij een volledige ontstoken pulpa is een optimale behandeling een pulpectomie waarbij het zo goed als zeker is dat de patiënt na de behandeling pijnvrij is. Bij alle endodontische behandelingen is het belangrijk dat het pulpadak volledig is verwijderd voor dat men verder gaat met de geplande behandeling voor een goede toegang van het kanaalstelsel. Een onvolledige opening is vaak de oorzaak van complicaties

Pulpotomie

Een pulpotomie wordt uitgevoerd wanneer alleen het coronale deel van de pulpa is geïnfecteerd. Hierbij wordt het coronale deel van de pulpa verwijderd (met een nieuwe snel draaiende boor) totdat de pulpa niet meer bloedt (na spoelen met 1% NaOCl). Indien gewenst kan het element eerst tijdelijk gesloten worden Cavit en een glasionomeerrestauratie. Als u besluit de pulpa met MTA te overkappen, is het goed dit meteen te doen. Napijn na pulpotomie wordt meestal veroorzaakt door het niet volledig verwijderen van geïnfecteerde weefsel.

Pulpectomie

Omdat bij een pijnlijke pulpitis in de meeste gevallen nog geen sprake is van infectie van het gehele kanaalstelsel kan bij een volledige pulpectomie te kort gevijld worden om restvitaliteit te bewaren in het apicale deel van een element. Vijl dan tot 3-4 mm van de apex en gebruik geen elektrische lengtemeter(schat de lengte in aan de hand van de röntgenfoto). Voorwaarde is dat de pulpastomp niet meer bloedt voordat het kanaal wordt gevuld. Noteer de diagnose met bevindingen goed op het behandeljournaal zodat collega’s niet denken dat de kanalen onvolledig behandeld zijn en daarom te kort gevuld zijn.

Nazorg

De patiënt moet van te voren worden ingelicht dat er mogelijk sprake kan zijn van (ernstige) napijn. Probeer altijd telefonisch bereikbaar te zijn voor de patiënt.

William Wolters, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van William Wolters tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z, Uncategorized