Verhelderende uitkomsten uit onderzoek over dossiervoering

dossiervoering

De KNMT-richtlijn Patiëntendossier is in maart 2019 herzien. Een jaar nadien is een mooi moment voor een onderzoek naar in hoeverre deze richtlijn wordt nageleefd door tandartsen. Wat gaat goed? En welke onderdelen kunnen beter worden vastgelegd? In dit artikel worden de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd.

Toelichting op het onderzoek

Voor dit onderzoek zijn 110 willekeurige patiëntendossiers onderzocht van een tiental verschillende tandartsen. Op basis van deze aantallen is het geen representatieve steekproef om tot significante uitkomsten te komen. Wel geven de uitkomsten een eerste indicatie welke onderdelen goed, gemiddeld en slecht worden genoteerd in de patiëntendossiers.

In de richtlijn wordt een overzichtelijke opsomming gegeven van de verplichte onderdelen in het patiëntendossier (zie hoofdstuk 3.1. van de richtlijn). Per onderzocht dossier is bepaald in hoeverre ieder verplicht onderdeel in het dossier is opgenomen. De mogelijke antwoorden in het onderzoek zijn geweest:

  • het onderdeel is wel vastgelegd
  • het onderdeel is niet vastgelegd
  • het onderdeel is niet van toepassing voor deze patiënt

Uitkomsten van het onderzoek

Onderstaande percentages geven het aandeel aan, dat het betreffende onderdeel niet in de dossiers is vastgelegd. Hierbij zijn de percentages van hoog naar laag gerangschikt, waarbij niet alle verplichte onderdelen uit de richtlijn zijn opgenomen in deze tabel.

Aandeel niet aanwezig (%) – Onderdeel

38%: Zorgdoel, zorgplan, behandelplan en eventuele aanpassingen daarvan met de reden, wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft

29%: Verleende toestemming dat de behandeling is gedelegeerd aan een bepaalde hulpverlener

28%: Gebruikte anesthesie en hoeveelheid

26%: Informed consent

24%: Gegevens m.b.t. röntgenonderzoek: Bevindingen die op de opname zijn geconstateerd en de waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is

20%: Gegevens m.b.t. röntgenonderzoek: Indicatie voor opname; indicerende tandarts moet herleidbaar zijn

18%: (Aanpassingen van) de begroting (in ieder geval > €250,-)

15%: Actueel medicatieoverzicht

15%: Bevindingen van het uitgevoerde extra- en intraorale (basis) onderzoek

12%: Gegevens m.b.t. röntgenonderzoek: Zorgverlener die de opname heeft gemaakt

9%: Medische anamnese

9%: Uitkomst van systematisch parodontaal onderzoek, bij voorkeur de DPSI (Dutch Periodontal Screening Index)

Conclusie

De algemene – en door het geringe aantal niet representatieve – uitkomsten maken duidelijk, dat de dossiervoering op enkele onderdelen duidelijk aangescherpt moet worden. Echter, uit discussie met tandartsen komt naar voren, dat het ook lang niet altijd duidelijk is hoe hieraan invulling te geven. En anderzijds omdat ook altijd het spanningsveld wordt ervaren tussen de tijd die het vraag om volledige dossiervoering te doen en de beperkte tijd die er beschikbaar is tussen de behandelingen.

Lees ook:
Training: het patiëntendossier (Wet- en regelgeving)
Deze training gaat in op het patiëntendossier en geeft informatie over de vereiste onderdelen vanuit de Richtlijn Patiëntendossier. Daarnaast wordt ingegaan op hoe je volledige en uniforme dossiervoering binnen de praktijk kunt realiseren en hoe je dit op efficiënte wijze kunt uitvoeren. Deze training is bestemd voor alle mondzorgprofessionals. Bekijk de preview.
Neem een abonnement op de Dental Management Toolkit en bekijk de gehele training.

Door: Sjoerd Kuiken
Sjoerd levert training, advies en begeleiding voor het optimaliseren van de praktijkvoering. Waarbij het draait om oplossingen die passen bij de praktijk, omdat elke praktijk uniek is.

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier