Implantologie: Verschroeven of cementeren?

Implantologie

In de begintijd van de implantologie was het alleen mogelijk om te verschroeven. Op implantaten zat een mesostructuur die werd afgedrukt en daarop kwam een verschroefbare constructie. Deze bruggen hadden weinig uitval en peri-implantitis was er niet. De zwakke schakel waren de schroeven waarmee de brug vastgezet werd; deze braken nog wel eens. De brug werd er ieder jaar helemaal afgehaald, schoongemaakt en daarna weer teruggeplaatst.

Grotere constructies

Tegenwoordig worden ook steeds meer grotere constructies vervaardigd. Bijvoorbeeld bij oligodontie of wanneer er sprake is van grote botdefecten en het nog maar de vraag is of een botopbouw aan gaat slaan. Dan kan er geïmplanteerd worden in de regio’s waar nog wel voldoende bot beschikbaar is. Dergelijke constructies zijn altijd verschroefd omdat het mogelijk moet zijn om eronder te kijken of de implantaten inderdaad schoon zijn.

Papil

Bij grote bot defecten en botopbouw komt de papil niet meer terug. Dan is het sowieso nodig om roze porselein te gebruiken in de kroon. Belangrijk hierbij is dat de rand hiervan onder de lachlijn ligt.

Niet-verblokken

Vroeger werden de kronen bij voorkeur met elkaar verblokt, nu bij voorkeur juist niet verblokt. Bij cementeren was het heel lastig om het cement te verwijderen. Hoe dieper de outline ligt, hoe moeilijker dit is. Dit was een grote oorzaak van peri-implantitis.

Cementeren

Bij het individuele abutment ligt de rand net onder de gingiva. Wanneer er cement achterblijft, is dit moeilijk te voelen met scaler, sonde of floss. Approximaal kun je het op de röntgenfoto zien, maar buccaal en linguaal zie je dit niet. Achtergebleven cement veroorzaakt peri-cementitis. Wanneer het nodig is om te cementeren, leg dan een retractiedraadje als barrière net voorbij de outline voor het cementeren. De mucosa moet hiervoor verdoofd worden en vervolgens kunnen resten cement goed worden weggehaald met een scaler, zonder dat de patiënt dit voelt. Voordat de kroon gecementeerd wordt, wordt in het schroefgat van het abutment teflon gedaan en aangestampt met daaroverheen flowable composiet.

Redenen voor cementeren

  • Esthetische situaties in het front. De tandtechnieker kan de kroon er vaak op en af halen en dit makkelijk doen en hoeft hem niet steeds los te schroeven.
  • Wanneer het schroefgat buccaal of incisaal uit zou komen.
  • Kronen met smalle diameter: schroefgat verzwakt de kroon te veel.
  • Occlusie in zijdelingse delen (schroefgat verzwak de afsluiting van de kroon)

Redenen voor verschroeven

  • Alle grotere constructies worden sowieso verschroefd en ook alle cantilever bruggen.
  • Bij hoger risico op recessie: je kunt altijd nog bij de kroon.
  • Bij kleine interocclusale ruimte (nodigt niet uit tot cementeren door retentieproblemen).
  • Bij moeizamer cement verwijderen.
  • Bij risico op technische/biologische complicaties.

Zijdelingse delen

In zijdelingse delen is men veelal overgegaan op verschroefde kronen. Als de diameter van de schroefkop heel dun is, kan de tandtechnieker ook een klein schroefgat maken. Daarnaast zijn individuele abutments eerste keus en wordt de kroon in het lab gecementeerd, zodat de outline mooi schoon is. Het risico van een niet-individueel abutment, ofwel de ti-base, is dat de kroon loskomt van de ti-base.

Aantorquen kroon

Voor het aantorquen van de kroon moet een controle foto gemaakt worden om te zien of de kroon goed op zijn plek zit. Wanneer met de hand aangedraaid wordt, moet de schroef in één keer stoppen met draaien en moet het niet zo zijn dat er steeds meer weerstand gevoeld wordt met draaien. Dit is een teken dat de kroon niet goed op zijn plaats zit.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z