Zijn implantaten gedoemd om te mislukken?
Ook al is de orale situatie toereikend, niet elk persoon is geschikt voor een implantaat. Welke contra-indicaties zijn er in de implantologie en in welke situaties moet de behandelaar terughoudend zijn? Verslag van de lezing van Haakon Kuit, parodontologie & implantologie, tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg.
Wanneer mislukt iets?
Wat is mislukking?
Voordat je over mislukkingen kan praten moet je voor jezelf vaststellen wat een mislukking is, en wie het een mislukking vindt. Er is natuurlijk onderscheid tussen wanneer de patiënt iets een mislukking vindt en de tandarts niet… En vice versa.
Laakbaar
Vervolgens moet er gevraagd worden of het laakbaar is? Is er sprake van een verwijtbare mislukking? Dan spreken we van een fout. Neem bijvoorbeeld een lastige casus (patient met bruxisme) van een implantaat waaromheen na 25 jaar recessies optreden. Spreken we na 25 jaar dan nog over een mislukking?
Wanneer?
Zelfverzamelde statistieken (bij 9000 implantaten, geplaatst over 20 jaar) wijzen uit dat mislukkingen voornamelijk gebeuren bij botopbouw in de bovenkaak, rokers, peri-implantititis bij paro patiënten en bij een specifiek implantaatmerk. Het implantaatmerk hoeft niet genoemd te worden maar het hoge percentage mislukkingen werd toegeschreven aan een olielaag die de fabrikant op de schroefdraad liet zitten.
Technische complicaties
Er zijn ook technische complicaties, dit zijn in een zekere zin herstelbare mislukkingen. Voornamelijk bij loskomen, breuk abutment/kroon schroef, chipping, decementatie. In de jaren ’90 was het gebruikelijk dat er gelijk na extratie een breed implantaat (6,5 mm) geplaatst werd die de gehele alveole vulde. De gedachte was dat een groot implantaat betere ondersteuning bood en het bot intact hield. Met de kennis van nu plaatsen we een smaller implantaat verder naar palatinaal/linguaal (in de groene zone). De reden hiervoor is mede dat een breed implantaat buccaal kan gaan doorschemeren na langere tijd.
Belangrijke factoren
Enkele factoren maken een belangrijk onderscheid in succes of mislukking bij het eindresultaat: leeftijd, diagnostiek en planning (het liefst cbct), infectievrije mond, leefstijl/gezondheid, roker/niet roker, zacht weefsel conditie/materialen suprastructuur, expertise behandelaar
Jongere patiënten
Bij jongere patiënten wil je implantaten eigenlijk zo lang mogelijk als uitstellen als oplossing. Er vindt continue skeletale gelaatsgroei plaats tot het 30-35e levensjaar. Hier hoort ook tanderuptie bij. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen man/vrouw en longface/shortface. Hierdoor kan behoorlijke infrapositie van het implantaat met kroon ontstaan bij zowel jongeren als volwassenen. Patiënten moeten er om deze reden duidelijk over geïnformeerd worden over de kans dat er verschillen ontstaan.
CBCT-diagnostiek
Verder krijgt CBCT-diagnostiek de voorkeur. De mogelijkheid om het alveolair bot en de kaak in 3d te kunnen bekijken is vanzelfsprekend erg waardevol als het aankomt op het plaatsen van implantaten.
No-go: niet voorbehandelde paro-patiënt
Uiteraard is het een no-go om in een niet voorbehandelde paro-patiënt een implantaat te plaatsen. Daarom moet er aandacht aan geschonken worden om in een, voor zover mogelijk, infectievrije mond te implanteren. Omdat er in de vroege tijd van de implantaten nog minder kennis over beschikbaar was, komen behandelaars vaker implantaten uit die tijd tegen met parodontale problematiek.
Complicatie
Complicatie als gevolg van parodontale vatbaarheid is nog steeds een lastig begrip. Vaak zijn er al meerdere factoren die meewegen bij parodontitis patiënten. Peri-implantitis is absoluut niet voorspelbaar. Het enige wat wel met zekerheid gezegd kan worden is dat peri-implantitis voornamelijk voorkomt bij mensen met parodontale problemen.
Gezondheid
Tenslotte is gezondheid een van de belangrijkste factoren waar rekening mee gehouden dient te worden. Denk hierbij aan drugsgebruik, roken en ziektes (zoals HIV). Dit speelt een rol in de wondgenezing en eventueel ook in de afbraak van het alveolaire bot. Het is verstandig gebruik te maken van een beslisboom.
Voorbeeld van een beslisboom
Behandelings-risico-bepaling
(PPIA)
P1 – parodontitis patiënt, voorbehandeld, stabiel en nazorg 2-4 x per jaar
P2 – acute snel voortschrijdende vorm van parodontitis, refractoire parodontitis
R – roken >5 sigaretten per dag
SA – systemische aandoening (DM / Bisf)
B – bruxisme
P1 – gering risico, informeren, wel implanteren
P1+ 1 risicofactor (R, Sa of B) – medium – hoog risico, informeren, terughoudend
met implanteren
P1 + meer dan 1 risicofactor – hoog risico, niet implanteren
P2 – hoog risico, niet implanteren
Mucositis door materiaalgebruik
Zirkonium moet glad zijn subgingivaal. Kan dit niet gerealiseerd worden dan is de plaque accumulatie gigantisch. Als het zirkonium glad uitgewerkt is, is het mogelijk voor de epitheelcellen om te binden aan dit oppervlak. Het advies is dan ook om niet te sonderen rond deze implantaten.
Afsluiting
Zijn implantaten gedoemd om te mislukken? Nee, mits de behandelaar ervaren is op het gebied van bot- en soft tissue chirurgie. Verder moet er de juiste diagnostiek uitgevoerd worden. Er moet een kundig en multidisciplinair team omheen draaien. Verder moet gestreefd worden naar een optimaal resultaat, niet naar een middenmaat. Ten slotte moeten de nieuwe ontwikkelingen, met een kritische blik, gevolgd en toegepast worden.
Haakon Kuit is sinds 2004 partner in de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Arnhem. Eén dag per week is hij als klinisch docent verbonden aan het masterprogramma Implantologie aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Daarnaast geeft hij lezingen en klinische cursussen op het gebied van de regeneratieve parodontale chirurgie en implantologie.
Haakon heeft na zijn afstuderen aan het ACTA in 1996 in de algemene praktijk gewerkt, waarbij de nadruk op de parodontologie, implantologie en de prothetiek lag. Van 1997 tot 2000 volgde hij de Msc opleiding Parodontologie in Nijmegen. Daarnaast volgde hij een training Advanced Implantology and Periodontology aan de UCLA in de Verenigde Staten bij Sacha Jovanovic. Hier is zijn interesse voor de parodontale plastische chirurgie ontstaan. Er volgden meerdere stages op dat gebied onder andere bij Marcus Hürzeler in München.’’
Verslag door Camil Chakir voor dental INFO van de lezing van Haakon Kuit tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg.










