JVT--mondzorg

Betekenisvol en met focus op kwaliteit werken in de mondzorg

Bij JTV Mondzorg voor kids, een organisatie zonder winstoogmerk, ligt de focus op betekenisvolle mondzorg, met bijzondere aandacht voor kinderen uit kansarme groepen. Algemeen directeur Raoul Trentelman vertelde aan dental INFO hoe het is om bij deze organisatie te werken en hoe kwaliteit er hoog in het vaandel staat.

JTV Mondzorg voor kids en De Zorgzame Tandarts

Raoul Trentelman is algemeen directeur van JTV Mondzorg voor kids én, sinds kort, van De Zorgzame Tandarts, voor mondzorg aan volwassenen. JTV Mondzorg voor kids maakt deel uit van de jeugdtandverzorging in Nederland en richt zich met name op kinderen uit kwetsbare groepen, voor wie het niet vanzelfsprekend is dat ze bij een tandarts terechtkomen. JTV heeft twee grote praktijken in Rotterdam, zeven praktijken in Noordoost-Brabant en een in Nijmegen, in Arnhem en in Leeuwarden. Daarnaast beschikken ze over twee dentalcars waarmee ze langs scholen gaan.

Op 2 december 2019 is de eerste praktijk van De Zorgzame Tandarts geopend, waar onder hetzelfde dak als JTV Mondzorg voor kids volwassenen terecht kunnen.

Wat is het grootste verschil tussen een ‘gewone’ tandartspraktijk en JTV Mondzorg voor kids?

“Wij verlenen mondzorg vanuit een betekenisvolle organisatie. We zijn een stichting zonder winstoogmerk en werken vanuit die missie. Iedereen heeft daar bewust voor gekozen.

Een wezenlijk verschil met andere praktijken is dat wij alles wat we uit revenuen halen maximaal terugbrengen in de kwaliteit van zorg en samenwerken.

Dat vind je onder meer terug in de inrichting van de praktijken en de materialen en middelen die we gebruiken, maar ook in de afstemming met tandartsen en andere professionals. Al onze medewerkers worden nadrukkelijk betrokken bij de inrichting van nieuwe praktijken. We vragen altijd wat de medewerkers willen: ‘In welke omgeving werk je het prettigst en wat heb je nodig om de beste kwaliteit te kunnen leveren?’ Dat vertaalt zich bijvoorbeeld ook in de keuze om bij röntgenopnamen te werken met sensoren in plaats van fosforplaatjes. Die zijn relatief duur, maar het is een bewuste keuze in verband met een lagere röntgenbelasting voor kinderen.”

JTV_Oss-4586

Waaruit blijkt die focus op kwaliteit nog meer?

“We investeren heel nadrukkelijk in preventie, bijvoorbeeld met motivational interviewen. De QLF is ook een bewuste keuze. Deze vorm van mondfotografie, waarmee je door fluorescerend licht jonge en oude plaque in kaart kan brengen, komt ten goede aan de kwaliteit van de mondzorg. Bij de tandartsen leefde de wens om aanvullend op wat ze in de mond en op de röntgen zien, nog de QLF te kunnen gebruiken voor cariësdetectie. Een ander voorbeeld van kwaliteit in de zorg is de videobril, die kinderen met angst op kunnen krijgen tijdens de behandeling.

Daarnaast zijn we natuurlijk ISO-gecertificeerd. Daar investeren we ook echt in met een kwaliteitsmedewerker, een drietal kwaliteitscoaches, interne en externe audits en metingen van de klanttevredenheid.

Als je het hele kwaliteitszorgsysteem goed organiseert met protocollen en richtlijnen en een digitaal handboek, dan werk je aan de eenduidigheid van behandelingen, dus aan de kwaliteit van zorg.

Iedereen is er op gericht om de beste kwaliteit te leveren. Hoe we kijken naar die kwaliteit wordt ook in overleg met professionals vastgesteld. Dat is ook een goede basis om elkaar aan te spreken op het behoud en het ontwikkelen van die kwaliteit. Bij ons reserveren we per team in een aantal verschillende overlegvormen ook tijd voor het afstemmen van inzichten, protocollen en werkprocessen, alles gericht op eenduidigheid en kwaliteit van werken.”

Werken jullie samen met andere zorgprofessionals?

“Ja, we werken waar dat even kan nauw samen met de diëtist, logopedist en orthodontist. We investeren ook in vierkante meters om dit soort disciplines bij ons in de praktijk onder één dak te integreren.

Om ouder en kind maximaal te kunnen ondersteunen kan het, ook voor het gebit, nodig zijn om te verwijzen naar een diëtist. Of als we afwijkingen in de ontwikkeling van de mond signaleren, te kunnen samenwerken met een logopedist. Deze zorgverleners zijn niet bij ons in dienst, maar wij faciliteren ruimtes en hebben samenwerkingsovereenkomsten met deze partijen. Ze zijn ook regelmatig bij een behandelarenoverleg aanwezig om bijvoorbeeld een presentatie te geven. Doordat ze vaak onder een dak zitten, kun je als tandarts ook gemakkelijk even overleggen over een bepaalde patiënt.”

JTV mondzorg

Wat doen jullie aan scholing?

“We investeren heel erg in de open leercultuur, dus in leren van elkaar. Alles is gericht op: hoe kunnen we met elkaar tot een betere kwaliteit komen en hoe kunnen we ook met elkaar tot een prettige werkomgeving komen? Element daarin is het scholingsbeleid waarvoor we ieder jaar een opleidingsplan maken. We vragen altijd aan alle medewerkers welke thema’s ze het komende jaar in het opleidingsplan terug willen zien komen. Het kan zijn dat ze zelf een tekort aan kennis ervaren of dat bepaalde kennis vanuit de wet- en regelgeving nodig is. Wij hebben jaarlijks twee collectieve scholingsdagen waarop alle medewerkers bij elkaar komen. Daarnaast hebben we een aanvullend programma door het jaar heen met avond- en zaterdagbijeenkomsten waar gedifferentieerd naar functie nog allerhande thema’s worden besproken.”

En die prettige werkomgeving, hoe doen jullie dat?

“Er zijn regelmatig teamuitstapjes en teametentjes die gericht zijn op het verbeteren van de samenwerking en werksfeer. Ieder team heeft hiervoor een eigen budget. Werk je bij JTV, dan werk je bij een organisatie die serieus omgaat met het belang van de medewerker. Dat geldt overigens ook op ergonomisch gebied. Zo hebben we ergo-coaches. Dit zijn mondhygiënisten en preventieassistenten die aanvullend geschoold zijn op ergonomie. Zij monitoren steeds de werkplek en kijken wat er beter kan om bijvoorbeeld de belasting van schouders terug te brengen. Via de ergo-coach komen klachten ook bij de directie terecht, zodat het beleid hierop afgestemd kan worden. Daarnaast hebben we natuurlijk ook contact met de arbodienst hierover.”

Jullie hebben op het ogenblik vacatures. Wat voor soort mensen zoeken jullie?

“We hebben plek voor tandartsen, maar ook voor tandartsassistenten. Vacatures voor mondhygiënisten hebben we minder vaak. Dat komt waarschijnlijk doordat we werken met een teamconcept waarbij de mondhygiënisten worden ingezet waarvoor ze primair zijn opgeleid, namelijk voor de regierol in de preventie. Met scholing ondersteunen we mondhygiënisten die dat willen ook om hun zelfstandige registratie te verkrijgen.”

Voedingsdagboek_cover

Stellen jullie nog bijzondere eisen aan de tandartsen die bij jullie willen komen werken?

“Voor tandartsen die bij JTV willen komen werken stellen wij als algemene eis dat ze affiniteit met kinderen hebben en uitstekend Nederlands spreken. Ze moeten heel prettig communiceren met ouders en kinderen, omdat je natuurlijk heel veel aandacht voor preventie hebt. Je moet veel gesprekken met ouders en kinderen doen, veel meer dan een tandarts die met volwassenen meer met curatie bezig is.

Het liefst hebben we natuurlijk tandartsen met een aantal jaren ervaring. Maar pas-afgestudeerden met het profiel ‘Kind en ontwikkeling’ zijn ook van harte welkom. Jonge tandartsen bieden wij een opleidingstraject. Bij JTV Mondzorg voor kids zijn de meeste tandartsen in loondienst. Als zzp’er werken is mogelijk, maar die worden niet betaald op basis van verrichtingen. Parttime werken is bij ons geen probleem. We hebben het liefst wel dat een tandarts minstens twee dagen per week in een praktijk werkt om binding met de organisatie te houden.”

Hoe zit het met De Zorgzame Tandarts waarvan onlangs de eerste praktijk is geopend?

“Bij JTV kunnen kinderen en jongeren maar tot hun achttiende terecht. Wij ontvingen veel verzoeken om mondzorg te blijven bieden aan de jongeren in onze praktijken die achttien geworden zijn. Daarom zijn we met De Zorgzame Tandarts begonnen. Bij De Zorgzame Tandarts, die overigens ook geen winstoogmerk heeft, kunnen alleen volwassenen terecht, maar wel op dezelfde locatie als waar JTV zit. Het zijn dus twee merken onder één dak.

We hebben inderdaad onlangs de eerste locatie geopend, in Boxmeer. We zijn ook locaties aan het opzetten in Cuijk en Oss.

We zijn nu ook tandartsen aan het werven voor De Zorgzame Tandarts. Omdat De Zorgzame Tandarts niet onder de jeugdtandverzorging valt, krijgen tandartsen hierbij wel op basis van verrichtingen betaald. We zijn dus ook op zoek naar tandartsen die met volwassenen willen werken, maar dan wel bij een praktijk waarbij kwaliteit voorop staat, dus kwaliteit boven de winst.

Ze kunnen ook bijvoorbeeld een of twee dagen bij JTV werken en daarnaast onder hetzelfde dak op basis van omzet uit verrichtingen voor volwassenen werken. Dat kan een mooie combinatie zijn als het concept van JTV je aanspreekt, maar je niet uitsluitend met kinderen wilt werken.”

Interview door Yvette in ’t Velt met Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids en De Zorgzame Tandarts.

 

Meer informatie over werken bij JTV Mondzorg voor kids en De Zorgzame Tandarts is te verkrijgen bij Raoul Trentelman, e-mail r.trentelman@mondzorgvoorkids.nl.
Zie ook:  Glansje helpt om de preventieboodschap beter over te brengen
Zie ook www.mondzorgvoorkids.nl en www.dezorgzametandarts.nl.

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Bacteriële bescherming voor aligners beugels

Nieuwe Invisalign pop-up winkel in Londen

Align Technology, het bedrijf achter de Invisalign beugels, opende afgelopen november een nieuwe pop-up winkel in het Westfield Shopping Centre Stratford in Oost-Londen. Het bedrijf zoekt zo persoonlijk contact met hun doelgroep.

Er zijn maar weinig mensen die voor hun eigen plezier naar een tandheelkundig specialist gaan. Nieuwe mondzorgproducten aan de man brengen kan dan ook vrij lastig zijn. Niet zo gek dus dat fabrikant Align Technology bezig is met nieuwe manieren om hun doelgroep te bereiken. Een belangrijk onderdeel daarvan zijn de pop-up winkels, waarvan onlangs een nieuwe opende in een winkelcentrum in Londen.

Interactie en informatie

In de pop-up winkel biedt Align Technology voorbijgangers een interactieve ervaring waarbij ze kennis kunnen maken met Invisalign, de innovatieve beugels die zo goed als onzichtbaar zijn. In de tijdelijke winkel kunnen mensen een selfie nemen om vervolgens met behulp van de zogenaamde Smileview technologie een niet-klinische visualisatie van hun lach met een Invisalign beugel. Vervolgens kunnen mensen direct een afspraak maken met een Invisalign-tandarts voor een gratis eerste consult.

Naast deze interactieve ervaring kunnen mensen ook binnenlopen voor de persoonlijke verhalen en ervaringen van influencers, ambassadeurs en natuurlijk Invisalign-patiënten. Zo biedt Align Technology met hun pop-up winkel dus een interactieve en informatieve ervaring waar iedereen vrijblijvend kennis kan maken met het merk Invisalign.

Veel geleerd

“Het neemt hen mee op een digitale reis naar een nieuwe lach”, aldus Alexandra van der Strap, verantwoordelijk voor consumentenmarketing bij Align Technology in gesprek met Dentistry. “Onze vorige Invisalign pop-up opende de deuren in juli”, vervolgt ze. “Het was de eerste keer dat we als merk echt met consumenten in aanraking kwamen in een fysieke omgeving. We hebben veel geleerd over hun idee van ons product door de een-op-een interacties. Dit heeft ons onder andere geholpen om deze nieuwe pop-up winkel nog meer inspirerend en interactief te maken voor de consumenten.”

Invisalign

Invisalign is een transparante beugel, wat hem bijna onzichtbaar maakt. Dit maakt de beugel onder andere bijzonder populair onder volwassenen. De afgelopen jaren heeft Invisalign hun marktaandeel snel zien groeien, vooral in Azië. Begin 2019 vierde Invisalign nog hun zes miljoenste patiënt.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
e-sigaret

De impact van e-sigaretten op parodontale zorg

Europa is het continent met het hoogste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 28%. Daarnaast gebruiken steeds meer mensen een e-sigaret. Dit is echt een booming business. Achtergrondinformatie over tabak en e-sigaret met vergelijking van de effecten hiervan op parodontaal gebied.

Verslag van de lezing van dr. Christoph Ramseier, parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland, tijdens het NVvP-congres Dentech.

Tabak-gebruik

Europa is het continent met het hoogste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 28%. Afrika heeft het laagste percentage rokers onder de bevolking, namelijk 15%. Het globale gemiddelde is 22%, wat neerkomt op meer dan 1 miljard rokers wereldwijd. Hiervan overlijdt 50% vroegtijdig, aan de gevolgen van roken.

Na inhaleren van een sigaret, bereiken de nicotine-deeltjes na ongeveer 7 seconden de hersenen, waarna er dopamine vrij komt. Er is na verloop van tijd steeds meer nicotine nodig om dezelfde hoeveelheid dopamine vrij te maken. Tabakafhankelijkheid ontstaat door een steeds verder toenemende lichamelijke behoefte aan nicotine, in combinatie met psychische gewoonte.

Naast het roken van sigaretten, zijn er meer manieren om tabak te consumeren:

  1. Sisha
    Waterpijp roken is schadelijker dan het roken van sigaretten, omdat het tabak minder heet wordt waardoor het niet volledig fermenteert. Sisha wordt vaak door de gebruikers gecombineerd met “gewoon roken”.
  2. Snus
    Tabak in poedervorm wat onder de bovenlip wordt geplaatst, deze wordt via de mucosa opgenomen in het bloed. Dit kan leiden tot lokale leukoplakie.
  3. Pruimtabak
    Het kauwen op grofgesneden tabak kan intra-oraal en in de keel tumoren veroorzaken.
  4. Snuff
    Snuiftabak, via de neus opgesnoven en opgenomen in het bloed.

E-sigaret

In 2003 is de eerste e-sigaret uitgevonden door de Chinese apotheker Hon-Lik. De e-sigaret bestaat uit nicotine, smaakje (liquids), water,  glycerine en prophylene glycol. Na de e-sigaret werden er ook e-pipes, e-shisha’s en e-joints ontwikkeld. Van de mensen die “gewoon” roken, rookt 43% (soms) daarnaast een e-sigaret, 4% van de rokers rookt alléén maar e-sigaretten.

E-sigaretten zijn een booming business, en zijn zichzelf steeds aan het vernieuwen. Op dit moment bestaat de vierde generatie. Hierbij kan de gebruiker van de e-sigaret zelf de warmte instellen, de hoeveelheid rook en de smaak door middel van een app op de smartphone.
Gevaar hierbij is dat de gebruiker de e-sigaret illegaal  kan opvoeren, waardoor deze te heet wordt. Er is al meerdere keren een e-sigaret tijdens het inhaleren in het gezicht van een gebruiker geëxplodeerd, wat zorgt voor zeer ernstige verwondingen intra-oraal en brandwonden in het gelaat.

Er zijn 466 verschillende merken, en er zijn 7764 verschillende smaken te verkrijgen. De meeste e-sigaretten worden geproduceerd door de traditionele tabaksfabrikanten. In 2014 bedroeg de omzet in e-sigaretten wereldwijd 3 miljard dollar, er wordt verwacht dat dit in 2030 zal stijgen naar 51 miljard dollar. De E.U. hanteert wet- en regelgeving met betrekking tot de e-sigaretten, maar door het groeiende aantal merken is het lastig te controleren of de regels daadwerkelijk worden nageleefd.

Verhitting tabak

Er bestaan meerdere manieren om tabak te verhitten:

  1. Verbranding (combustion) > 800 – 1100 graden
  2. Pyrolyse > tot 800 graden
  3. Carbonisatie > 30 – 350 graden

Hoe minder heet de tabak wordt verhit, des te onvollediger de carcinogenen verbrand worden, dus hoe schadelijker de tabak is.

Vergelijking effect e-sigaret versus sigaret op parodontaal gebied

PARODONTITIS E-sigaret Sigaret
Pathogenese + +
Verdiepte pockets + +
Alveolair botverlies + +
Aanhechtingsverlies + +
Tandverlies + +
Peri-implantitis + +
Parodontale wondgenezing + +

 

MONDHYGIËNE E-sigaret           Sigaret
Plaque-index + ++
Bleeding on probing
Droge mond + +
Gevoeligheid gingiva + +

 

ORALE PATHOLOGIE E-sigaret Sigaret
Hairy tong ++ +
Leukoplakie + +
Submuceuze fibrose + +
“Smokers Palate” ++ +
Rokers’ hyperpigmentatie + +
Lichen planus + +
Hyperplastische candidosis ++ +
Eramyteuze candidosis + +
Glossitis rhombidea mediana + +

Voordelen en nadelen van e-sigaretten (ten opzichte van sigaretten)

VOORDELEN NADELEN
Geen pyrosis Lange-termijn-onderzoek ontbreekt
9 – 450 x lagere hoeveelheden toxines Klein aantal toxines is verhoogd
Tot 800 x minder toxisch Klein aantal smaken kan cytotoxisch zijn
Patiënten stoppen met roken van sigaretten Patiënten starten met roken van e-sigaretten
Aerosolen kunnen oxidatieve stress, apoptosis en DNA beschadiging veroorzaken

 

Het is belangrijk dat de tandarts, ongeacht in welke fase van de parodontale behandeling een patiënt zich vindt, beschikt over up-to-date informatie over het rookgedrag van de patiënt.

Stoppen met roken

Er is een aantal manieren om te stoppen met roken:

  1. Spontaan
  2. Begeleiding
  3. Behandeling met nicotine-vervangers (nicotin replacement therapy, NRT)
  4. Begeleiding i.c.m. farmaco-therapie > dit heeft de hoogste succes-rate.

Probeer een conversatie aan te gaan met de patiënt over stoppen met roken, en probeer de patiënt te begeleiden door een stopdatum af te spreken en NRT te adviseren.

Volgens recent onderzoek is het gebruik van e-sigaret minder schadelijk dat het gebruik van sigaretten. Het is daarom een optie e-sigaretten aan te raden als NRT bij patiënten die volledig willen stoppen met conventioneel roken, mits de patiënt goed begrijpt hoe de e-sigaret werkt én goed weet welke dosis nicotine gebruikt moet worden.

Dr. Christoph Ramseier is parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland. Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan en is een veelgevraagde internationale spreker.

 

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor Dental INFO van de lezing van dr Christoph Ramseier, tijdens het congres Dentech, innovatie in de parodontologie van de NVVP.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
200 jaar oud kunstgebit van goud en ivoor

200 jaar oud kunstgebit van goud en ivoor op veiling

Een bizarre vondst: een Brits stel vindt een kunstgebit gemaakt van walrus- of nijlpaardivoor, gezet in goud, in een veld in Engeland. Binnenkort wordt dit geveild. De geschatte waarde? Ruim €8.000!

Peter Cross en Diana Wild liepen in maart 2019 met hun metaaldetectors over een veld in Buckinghamshire, Engeland. Toen hun detectors afgingen, hadden ze waarschijnlijk niet verwacht  te vinden wat ze vonden. Uit de grond kwam een kunstgebit, gemaakt van ivoor van een walrus of nijlpaard, gezet in goud. Een uitzonderlijke vondst, zeker wanneer je bedenkt dat gebitexperts het gebit dateren tussen 1800 en 1850.

25 november 2019 zal het kunstgebit geveild worden op de Historica and Metal Detecting Finds Auction in Derbyshire. Daar werd de waarde geschat op zo’n 7.000 pond, rond de €8.140. Het is natuurlijk nog afwachten hoeveel de tanden daadwerkelijk zullen opleveren. Als het gebit eenmaal onder de hamer is gegaan zullen beide vinders 25% van de opbrengst krijgen, de overige 50% van de opbrengst gaat naar de eigenaar van het land waar de tanden werden gevonden.

Vakmanschap

Een kunstgebit gemaakt van goud en exotisch ivoor is uiteraard veel geld waard, maar uit het onderzoek van Peter Cross blijkt dat niet alleen het materiaal, maar ook het vakmanschap het gebit zoveel waarde geeft. Het gouden inzetstuk zou bijvoorbeeld handgemaakt zijn met behulp van een mal van de eigenaars mond. Ook de tanden zouden met de hand geslepen zijn.

“De bolling van de tanden paste precies in de vorm van de mond”, aldus Mark Becher, een metaaldetectorvondstenconsultant van het veilinghuis in Derbyshire. “De zes voortanden hebben het glazuur van de slagtand bewaard, waardoor ze op echte tanden lijken. Alhoewel ik betwijfel of ze binnenkort in een Colgate reclame gebruikt zullen worden.”

Foto: Hansons, auctioneers and valuers Ltd

Bron:
The Daily Mail

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Selectieve preventie laagopgeleide kinderen

Hoe bereik je kinderen met laag sociaaleconomische status voor selectieve preventie in de mondzorg?

Dit systematische literatuuronderzoek had als doel het verkrijgen van kennis en inzicht op de manier waarop kinderen met een lage SES te bereiken zijn voor selectieve preventie binnen de mondzorg.

Onderzoek

Tijdens dit onderzoek werd door twee onderzoekers via de databanken MEDLINE, The Cochrane Library en PsycINFO gezocht naar literatuur over mondgezondheidspreventie in gezinnen met een lage SES en gezinnen met een hoge SES. Hierbij lag de focus op kinderen van 6 tot en met 12 jaar en ouders/volwassenen. Studies ouder dan 10 jaar werden geëxcludeerd. Studiedesigns als case-controlstudies, systematic reviews en meningen van deskundigen werden geëxcludeerd. De geïncludeerde studies zijn beoordeeld op methodologische kwaliteit.
Na het methodologisch screenen, selecteren en beoordelen van de studies zijn uiteindelijk vier studies geschikt bevonden. Twee van de vier studies gaven inzicht over het toepassen van selectieve preventie op scholen bij kinderen. Bij de andere twee studies kwamen de subjectieve standpunten van ouders naar voren over preventieve zorgverlening.

Selectieve preventie laagopgeleide kinderen
Klik hier voor vergrote versie 

Conclusie

Uit de resultaten van dit systematisch literatuuronderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat preventieve interventiemethoden op scholen een mogelijkheid kunnen bieden om kinderen met lage SES te bereiken voor selectieve preventie binnen de mondzorg. Daarnaast kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de opvattingen van ouders over preventieve zorg een belemmerende factor kan zijn voor het bereik van selectieve preventie voor kinderen.

Poster ontwikkeld door:
Sophie Hofland en Madelon Pepping, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z, Uncategorized
Nazorg bij parodontitis: the grand finale en een nieuw begin

Nazorg bij parodontitis: the grand finale en een nieuw begin

Het doel van de parodontale nazorg is het handhaven van de bereikte resultaten. Tijdens elke nazorgzitting maak je als behandelaar een risicoanalyse, die mede de tijdsduur tot de volgende afspraak bepaalt. Als je de motivatie van de patiënt goed zou kunnen inschatten, zou je daarmee dan het succes van de behandeling kunnen voorspellen?

Als de initiële parodontale behandeling, eventueel gevolgd door chirurgie, succesvol is afgerond is de parodontale ontsteking onder controle. Het doel van de parodontale nazorg is het handhaven van de bereikte resultaten. Het succes van de nazorg hangt enerzijds af van een gestructureerde werkwijze van de behandelaar en anderzijds van de therapietrouw (compliance) van de patiënt. Tijdens elke nazorgzitting maak je als behandelaar een risicoanalyse, die mede de tijdsduur tot de volgende afspraak bepaalt. Als je de motivatie van de patiënt goed zou kunnen inschatten, zou je daarmee dan het succes van de behandeling kunnen voorspellen?

Heb je de infectie onder controle, dan is het tijd voor de nazorg!

DIAGNOSE —> INFECTIECONTROLE —> RECONSTRUCTIE

Infectiecontrole geeft groen licht voor reconstructie, onder andere orthodontische behandeling, kroon- en brugwerk, implantologie.

Wat zijn factoren die succes bij een parodontale behandeling bepalen:

  • Goede samenwerking met de patiënt
  • Grondige subgingivale gebitsreiniging
  • Goede immunologische respons

Structuur van een nazorg-afspraak

Deze cirkel geeft een overzicht van de structuur van de nazorg afspraak. Negentien jaar geleden heeft Miranda Belder deze met dr. Dick Barendregt gemaakt. In de afgelopen 19 jaar is de basis nog altijd hetzelfde maar is er wat betreft diagnostiek en risico-bepaling wel wat veranderd.

 Nazorg bij parodontitis the grand finale en een nieuw begin. Structuur van een nazorg afspraak

Diagnose

Belangrijk bij de nazorg is om altijd de medische anamnese te updaten. Met de app van Farmaceutische Kompas op je telefoon is het mogelijk om snel bijwerkingen van medicatie in de mond te checken. Als voorbeeld Amlodipine; deze medicatie heeft de zeer zeldzame bijwerking gingivahyperplasie. Na staken amlodipine was de gingivahyperplasie volledig verdwenen. Tip van Miranda Belder:‘’Maak foto’s’’. tijdens intra-oraal onderzoek van wat je ziet in de mond. Zodat je in een volgende zitting vergelijkingsmateriaal hebt.
Na het vragen naar veranderingen in de medische anamnese en het intra-oraalonderzoek meet je de meest recente parodontiumstatus na.

Risicofactor voor een succesvolle parodontale behandeling zijn furcaties

Furcaties geven een grotere kans op aanhechtingsverlies in de toekomst. En een grotere kans op het ontstaan van wortelcariës.

Wist je dat?

Roken bevordert de incidentie van furcatieslaesies. Daarnaast kan het geassocieerd worden met pulpaproblematiek. En komt het meer voor bij mannen dan bij vrouwen. De hoogste prevalentie bij de distale furcatie van eerste bovenmolaren. De laagste prevalentie bij de mesiale furcatie van de tweede bovenmolaren en molaren met glazuurprojecties hebben grote kans op furcatieproblemen.

Onderzoek van Claffey et al.(1990);

  • Diepe initiële pockets en furcaties geven de grootste kans op aanhechtingsverlies in de toekomst.
  • Toename in pocketdiepte gecombineerd met bloedingsneiging geeft grootst voorspellende waarde.

Je moet implantaten meten, bij voorkeur met een plastic sonde om de contour van de supra-structuur goed te kunnen volgen. Bijvoorbeeld met een clickprobe die ook de juiste sonderdruk van 25N geeft.

Naast de parodontiumstatus heb je ook recent röntgenmateriaal nodig om de parodontale situatie te monitoren. Voor vrijgevestigde mondhygiënisten is het soms lastig om goed aan röntgenfoto’s te komen.

Risk-level

Het risk-level wordt beïnvloed door:

  • Aanvalfactoren <> afweerfactoren
  • Microbiële aanval <> immuunrespons
    Als de aanval en de afweer in balans zijn is er sprake van infectie-controle. Als er een disbalans ontstaat is er geen infectie-controle meer. De behandelaar doet dan onderzoek naar welke factor of factoren verantwoordelijk zijn voor de verstoring van het evenwicht.

Interval

Intervalbepaling

Aan de hand van risicofactoren. Dus nooit hetzelfde! Iedereen die nazorg doet, is een riskmanager die de risicofactoren analyseert en evalueert.

Herinstructie

Er is een enorme keuze uit middelen. “Jullie als behandelaars moeten de patiënten (juist) begeleiden bij het zoeken naar het juiste mondhygiëne-middel. Probeer eens iets nieuws, wees er creatief in”, zei Belder. Gebruik van disclosing is vaak heel illustratief.

Stuur tussen twee intervallen een appje naar de patiënt. Hoe kan je het op een leuke manier doen?
App bijvoorbeeld een foto waarop je de disclosing ziet, zodat de patiënt het kan terugzien. Of app informatie over de te gebruiken materialen.

De boodschap is: (WEES)DENK CREATIEF! Gebruik nieuwe media zoals Whatsapp.

Gebitsreiniging

Onderzoeken laten niet echt zien wat het beste is, handinstrumentarium of ultrasone apparatuur. Gebruik wat jou past als behandelaar en wat bij de patiënt past. Ga er niet te star mee om. Wees je ervan bewust dat je in de nazorg niet altijd met een scherpe set aan de slag moet gaan. Als je dit jaren achtereen doet kan er slijtage ontstaan aan met name de worteloppervlakken.

Verslaglegging

Leg na elke behandeling gestructureerd vast wat je hebt gedaan en wat er is besproken.

Doel van de nazorg is handhaven van de infectiecontrole
—>
Doel kan bereikt worden door een goede en gestructureerde kwalitatieve nazorg
—>
Samen met compliance van de patiënt

Structuur van nazorg op lange termijn: individuele benadering!

Individuele benadering is erg belangrijk. Je moet een samenwerkingsverband aangaan met de patiënt. Er zijn veel factoren die compliance beïnvloeden. Over het onderwerp therapietrouw zou Belder middagen kunnen praten, helaas was daar de tijd niet voor.

Angst

Tijdens haar lezing stipte ze de factoren Angst en de Benadering van de zorgverlener aan.

Er zijn verschillende soorten angst

  • Angst die voort komt uit model-leren
  • Informatie van anderen
  • Traumatische ervaringen
  • Genetische aanleg

Waar zijn mensen bang voor?

  • Machteloosheid/controleverlies. Meeste mensen vinden het daarom prettig om informatie (van) over de behandeling te krijgen
  • Pijn/fysieke beschadiging
  • Naalden
  • Geluid van de boor
  • Het haakje
  • Ultrasoon geluid
  • Het gedrag van de behandelaar
    • Autoritair
    • Onbegrip
    • Geen of weinig informatie geven
    • Hardhandig

Wat te doen als behandelaar?

  • Toon begrip voor de angst
  • Neem de tijd
  • Straal uit dat je iemand er doorheen sleept
  • Verdoof
  • Spreek een stopteken af
  • Geef voldoende informatie
  • Afleidingstechniek bijvoorbeeld buikademhaling, radio

* bron: Dyonne Broers, tandarts en directeur zorg bij ACTA.

Patiënten met een hoge angstbeleving ervaren meer pijn.

Benadering van de zorgverlener

Hoe bewerkstellig je als behandelaar een gedragsverandering bij je patiënt. Prochaska e.a. 1992 ontwikkelden een model wat laat zien hoe je via de precomtemplatie-fase, de comtemplatie-fase en de preparatie-fase in actie kan komen. Welke rol wij als behandelaar spelen in het behoud van de gedragsverandering en wat te doen bij terugval.Compliance vs. non-compliance: De rol van mondhygiënist is om de patiënt weer te motiveren. Voel je twijfel bij je patiënt, benoem dat dan ook.

Een voorbeeld van een motivatietechniek is Motivational Interviewing (MI)
Motivational interviewing:

  • Op gelijkmatige basis communiceren
  • Empathisch luisteren
  • De informatie structureren
  • Ambivalentie benoemen
  • Door bewustwording van de ambivalentie kan er daadwerkelijk gedragsverandering plaatsvinden

Motivatie van patiënten is een dynamisch proces dat afhankelijk is van omgevingsfactoren.

Inschatting Motivatie patiënt & risicofactoren = voorspeller therapeutisch succes

“In Nederland houden we heel erg van richtlijnen en protocollen. Blijf nadenken en blijf kijken naar de situatie op dat moment. Zorg voor een individueel plan en maak gebruik van nieuwe media.”

Miranda Belder heeft haar opleiding tot mondhygiënist gevolgd van 1986-1988 aan de Stichting Opleiding Mondhygiënisten te Utrecht. Zij was van 1988 tot 1993 werkzaam in diverse algemene praktijken in het Gooi. Vanaf 1993 tot en met 2013 is zij werkzaam geweest in de Kliniek voor Parodontologie te Amsterdam. Tevens is zij vanaf 2004 werkzaam als vrijgevestigd mondhygiënist in de Groepspraktijk voor Mondhygiëne in Alphen a/d Rijn, nu samen met drie collega-mondhygiënisten. Na haar afstuderen heeft zij diverse cursussen gevolgd o.a. Parodontale diagnostiek en behandelingsplanning, Initiële parodontale behandeling (Paro A/B/C) maar ook Psychodiagnostiek voor tandheelkundig specialismen en mondziekten. Zij geeft regelmatig lezingen en workshops over parodontale nazorg, richtlijnen peri-implantitis,factoren die compliance beïnvloeden en wat is je succesrate?

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Miranda Belder tijdens het congres Paro van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Wortelkanalen opnieuw reinigen en vullen - obstakels en hindernissen

Wortelkanalen opnieuw reinigen en vullen: obstakels en hindernissen  

De endodontische revisie behelst in verreweg de meeste gevallen het opnieuw reinigen en vullen van het wortelkanaal. Met geduld, het juiste instrumentarium en vooral creativiteit is voor ieder probleem wel een passende oplossing te vinden.

Apicale chirurgie (apexresectie)

Materiaalkeuze

In een studie van Safi et al. (2019) werden de vulmaterialen MTA en ERRM (biokeramische putty) met elkaar vergeleken. Alle elementen werden ultrasoon geprepareerd onder de microscoop. Na twee jaar bleek dat in 93,3% van de elementen de behandeling succesvol was. De keuze van het materiaal maakte significant niet uit.

Apicale preparatie

Tsesis et al. (2006) vergeleek verschillende preparatie methodes: de moderne methode en de traditionele methode. Bij de moderne methode wordt er een loodrechte apexresectie uitgevoerd en wordt er retrograad geprepareerd met ultrasone instrumentarium. Bij de traditionele methode wordt er een schuine bevel geprepareerd en wordt, in plaats van ultrasoon instrumentarium, de boor gebruikt. De resultaten lieten zien dat er sprake is van meer mislukking bij de traditionele behandeling.

Oorzaken niet-genezen na chirurgie

Het kan zijn dat er na de apexresectie geen sprake is van een duurzaam gezond resultaat. Hier kunnen verschillende oorzaken ten grondslag aan liggen (Saunders 2005):

  • Persisterende infectie
  • Re-infectie door lekkage
  • Extraradiculaire infectie – 6%
  • Onvolkomenheden in apicale afsluiting
  • Anatomische aspecten (isthmus)
  • Slechte technische uitvoering
  • Fracturen/cracks -9,5%
  • Het ontbreken parodontale aanhechting. Een blijvende verbinding tussen de sulcusbodem en de peri-apex heeft een negatieve invloed op de prognose.

De twee hoofdoorzaken van het mislukken van een apexresectie zijn:

  1. Persisterende infectie: er zit nog steeds viezigheid.
  2. Re-infectie door lekkage: deze viezigheid is onvoldoende geëlimineerd/ afgesloten.

Song et al. (2011) deed onderzoek naar de oorzaken van het falen van de apicale chirurgie. Van de 54 gebitselementen die faalden, was in de meeste gevallen een onjuiste retrograde preparatie (n=20) de oorzaak. Andere oorzaken waren: afwezigheid retrograde vulling (n=24), gemist kanaal (n=4), lekkend kanaal (n=3), aanwezigheid van een istmus (n=3).

Behandelopties na falen apicale chirurgie

 Er zijn vier oplossingen wanneer er sprake is van een slecht behandelresultaat na apicale chirurgie (Hülsmann 2016):

  1. Extractie
  2. Chirurgische herbehandeling
  3. Niet-chirurgische herbehandeling
  4. Niet-chirurgische herbehandeling + chirurgische herbehandeling

Hierbij is de vraag waarop je als behandelaar je keuze baseert. Bij het maken van de keuze spelen vier factoren een rol:

  • Wetenschappelijk bewijs
  • Klinische aspecten + patiëntgebonden factoren
  • Wens van de patiënt
  • Kennis, kunde en ervaring van de behandelaar

Chirurgische herbehandeling

Peterson en Gutman (2001) keken in hun systematic review naar de kans op genezing na het opnieuw uitvoeren van een apexresectie. In een derde van de gevallen was er geen sprake van genezing en daarom werd er geconcludeerd dat het opnieuw uitvoeren van een apexresectie niet zo succesvol is. Wat echter opvallend is aan de studie, is dat alle studies erg gedateerd zijn (1970 – 1997). In die tijd werd er nog geen microscoop en/of CBCT gebruikt.

Gagliani et al. (2005) keek in zijn studie naar het verschil in slagingspercentage tussen chirurgische behandeling en de chirurgische herbehandeling (uitgevoerd onder de microscoop, ultrasoon retrograad geprepareerd, SuperEBA als vulmateriaal). De resultaten lieten zien dat de eerste chirurgische behandeling (86%) succesvoller is dan een hernieuwde apexresectie (59%). In deze studie werd er dus geconcludeerd dat de eerste kans het meest succesvol is.

Song et al. (2011) evalueerde 54 chirurgisch herbehandelde elementen (microscoop, ultrasone retrograde preparatie, MTA of SuperEBA vulling). De resultaten lieten zien dat er bij 92,9% sprake was van succes. Zijn conclusie was dan ook dat het chirurgisch herbehandelen heel succesvol kan zijn.

Ook Kim et al. (2018) analyseerde de chirurgische herbehandeling (microscoop, ultrasone retrograde preparatie, MTA of superEBA vulling). Zijn conclusie was dat de eerste chirurgische behandeling zeer succesvol is (91,6%), maar chirurgische herbehandeling daar niet of nauwelijks aan onder doet (87,6%). De herbehandeling dus zeker kansrijk.

Aan de hand van de resultaten van de hierboven genoemde studies kan dus gesteld worden dat de keuze van het uitvoeren van chirurgische herbehandeling absoluut afhankelijk is van de patiënt- en element factoren.

Niet-chirurgische herbehandeling

Afsluiting van open apex met MTA

Wanneer er een endodontische herbehandeling uitgevoerd moet worden na een apexresectie dan is er altijd sprake van een open apex. De meeste wetenschappelijke resultaten over dit onderwerp komen uit de traumatologie. Simon et al. (2007) bestudeerde 57 gebitselementen met open apex waarbij gelijk een orthograde apicale plug van MTA werd aangebracht in de eerste zitting, dus zonder eerst calciumhydroxide aan te brengen. De resultaten lieten zien dat er bij 81% sprake was van genezing. Het blijkt dat de keuze voor het soort MTA (of andere hydrofiele producten) niet uitmaakt, met alle materialen kunnen goede resultaten worden behaald.

In een retrospectieve studie van Mente et al. (2015) werden 25 elementen geanalyseerd waarbij een niet-chirurgische herbehandeling was uitgevoerd nadat apicale chirurgie niet succesvol was gebleken. Alle behandelingen waren uitgevoerd onder de microscoop en er werd bij alle elementen een orthograde apicale plug van MTA aangebracht. De resultaten lieten zien dat er in 87% sprake was van genezing.

Tulus et al. (2016) concludeerde in zijn retrospectieve studie dat een niet-chirurgische herbehandeling na het uitvoeren van een apexresectie bij 69,5% van de gebitselementen succesvol is.

Vierde kanaal

Een veelvoorkomende oorzaak van het niet slagen van een apexresectie in een bovenmolaar is het missen van het vierde kanaal. Buhrley et al. (2002) deed onderzoek naar het gebruik van vergroting bij het vinden van het vierde kanaal in een bovenmolaar. Het bleek: hoe groter de vergroting waarmee er gewerkt werd, hoe groter de kans was dat het vierde kanaal gevonden wordt. Men kan zich dus afvragen of je een bovenmolaar nog wel moet behandelen zonder gebruik te maken van vergroting en of je een patiënt met een zwarting aan de mesiale radix nog wel moet verwijzen naar de kaakchirurg zonder eerst te kijken of het vierde kanaal niet gemist is. Daarnaast geldt ook dat hoe meer ervaring de behandelaar heeft, hoe makkelijker het vierde kanaal wordt gevonden (Corcocan et al. 2007).

Verwijderen van oude retrograde vulling

Pannkuk (2011) bestudeerde gebitselementen waarbij de retrograde oude (amalgaam-) vulling met ultrasone apparatuur verwijderd werd. Uit zijn resultaten bleek dat dit het beste lukt aan de vestibulaire zijde. Wanneer dit namelijk aan de linguale zijde wordt gedaan dan is het risico groot dat het restje retrograde vulling naar buiten, in de peri-apex, geduwd wordt. Wanneer dit gebeurd dan bestaat de kans dat het stukje via een fistel naar buiten komt. Mocht het stukje in de peri-apex blijven dan moet dit meestal verwijderd worden om het geïnfecteerd is en daarom de kans groot is dat de ontsteking anders persisteert.

Conclusie

Er zijn verschillende behandelopties na het falen van apicale chirurgie.

Voor de verschillende behandelopties geldt het volgende:

  1. Extractie – deze optie moet altijd genoemd worden.
  2. Chirurgische herbehandeling – bij een goede indicatie kan het goed worden toegepast.
  3. Niet-chirurgische herbehandeling – bij goede indicatie, vooral bij meerwortelige elementen, kan het goed toegepast worden.
  4. Niet-chirurgische herbehandeling + chirurgische herbehandeling – bij een goede indicatie kan het goed worden toegepast.

De keuze moet dus altijd gemaakt worden aan de hand van de verschillende factoren: wetenschappelijk bewijs, klinische aspecten + patiëntgebonden factoren, wens van de patiënt, kennis/ kunde/ ervaring van de behandelaar.

 

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert nu 20 jaar een full-time endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij cursusdocent op het gebied van de endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

 

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres De endodontische herbehandeling van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Waarom geïntegreerde tandheelkundige zorg beter is voor patiënt en praktijk

Het idee van integreren is niet nieuw onder de zon, ook in de wereld van de gezondheidszorg. Toch staat de tandheelkunde nog schijnbaar los van andere geneeskundegebieden. Scott Towers zegt dat integratie ervan juist zal leiden tot betere zorg, en hier is waarom.

Scott Towers is de directeur van de Amerikaanse bedrijven Anthem Blue Cross en Blue Shield’s Dental and Vision. Hij heeft meer dan 20 jaar ervaring in de tandheelkundige en visuele sector. Hij zegt dat er een aantal redenen zijn waarop deze evolutie van het gezondheidszorgsysteem je patiënten en praktijk kan helpen.

Verbeterde zorg voor patiënten

In tegenstelling tot het gezondheidszorgsysteem bestaat je lichaam uit verschillende systemen die samen een geheel vormen. Het is dus ook logisch om alle systemen geïntegreerd te behandelen. Steeds meer zorgaanbieders zijn het hiermee eens, omdat geïntegreerde zorg de uitwisseling van patiëntdossiers eenvoudiger maakt.

De mond is de toegangspoort tot de rest van het lichaam, dus het is vanzelfsprekend dat andere zorggebieden de staat van het gebit beïnvloeden en andersom. Zo kan parodontitis leiden tot ontstekingen door het hele lichaam en kunnen aandoeningen juist de kans op parodontitis vergroten.

Veranderingen in hormoonspiegels van zwangere vrouwen zijn hier een voorbeeld van. Het is ook een relevant probleem voor diabetespatiënten, die vatbaarder zijn voor parodontitis. Daarnaast zorgt parodontitis bij hen juist weer voor een groter risico op bijvoorbeeld blindheid en hartproblemen. Mond- en verdere gezondheid zijn duidelijk met elkaar verweven.

Wanneer zorg beter geïntegreerd is, kunnen de soort patiënten die hierboven beschreven zijn automatisch in aanmerking komen voor aanvullend tandheelkundige diensten. Vaker gebitsreinigen en -controles kan patiënten gezond houden, aldus Towers.

Minder misbruik van medicatie en medische fouten

Door geïntegreerde patiëntoverzichten krijgen artsen een duidelijker beeld van onder andere de medicijngeschiedenis van patiënten. Hierdoor kan het gebruik van opioïden in de gaten worden gehouden, bijvoorbeeld door te checken of een patiënt niet te vaak deze krijgt voorgeschreven.

Daarnaast melden tegenwoordig 15% tot 30% van de patiënten onjuiste of onvolledige bestaande aandoeningen. Wanneer je een totaaloverzicht van alle medische gegevens hebt, is het eenvoudiger om de juiste zorg te leveren en rekening te houden met andere medicijnen.

Tandartspraktijk verbeteren

Toegang hebben tot het volledige patiëntdossier zorgt ervoor dat je vóór de afspraak al meer weet over de gezondheid van de patiënt. De tijd tijdens de behandeling kan dan zo efficiënt mogelijk besteed worden. Ook kun je de behandelplannen aanpassen om andere aandoeningen of gezondheidsrisico’s aan te pakken.

Bron:
DrBicuspic.com

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Video: Verwijderen derde molaar met piezo chirurgie

Video: Verwijderen derde molaar met piezo chirurgie

In deze video (4.15) wordt een derde molaar verwijderd middels piezo chirurgie. Het instrument produceert een specifieke ultrasone frequentie tussen de 22000 en 35000 Hz. Hiermee kan zeer nauwkeurig door gemineraliseerde structuren worden gesneden. Daarnaast zorgt het voor verminderde bloeding tijdens en na de behandeling en is de helingtijd korter.

 

 

Lees meer over piezo chirurgie in een artikel op NBCI 

Bron:
Zerodonto dentistry, dr. Fabio Cozzolino

 

 

Lees meer over: Chirurgie, Thema A-Z, Video
Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag

Poster: eHealth-app Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag

Het doel van deze kwantitatieve pilotstudie met een pre-experimenteel design was het verkrijgen van kennis en inzicht in de effectiviteit van de eHealth-app Mondmaatje voor de reductie van plaque en bloeding bij gingivitispatiënten. Daarnaast werden het zelfgerapporteerde mondverzorgingsgedrag, de ervaringen van gingivitispatiënten met Mondmaatje en hun behoeften aan een informatiekanaal voor het ontvangen van informatie over de mondgezondheid en mondverzorging geëvalueerd.

Onderzoek

Vijfentwintig deelnemers zijn onderzocht aan de hand van de Plaque Control Record, de Bleeding On Marginal Probing, een mondhygiënevragenlijst en een gebruiksvriendelijkheidsvragenlijst. Er vond een voor- en nameting plaats. Uit de resultaten bleek dat de gemiddelde plaquescore en bloedingsscore bij de nameting significant lager was dan bij de voormeting. Uit de resultaten van de vragenlijsten is gebleken dat de app-gebruikers de app als effectief hebben ervaren en dat de mondverzorging tijdens de onderzoeksperiode significant is verbeterd. Verder lieten de resultaten zien dat na twee weken de meerderheid van de deelnemers voor een app als informatiekanaal kiest.

Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag
Klik hier voor vergrote versie 

Conclusie

Op basis van het onderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de Mondmaatje-app effect heeft op de bloeding en plaque. Het zelf gerapporteerde mondverzorgingsgedrag is verbeterd en de app werd als gebruiksvriendelijk ervaren.

Poster ontwikkeld door:
Maryam Latifi & Nurbanu Yurttagül, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z

Tandheelkunde weer op nummer één met startsalaris

De nieuwe Keuzegids Universiteiten is zoals elk jaar weer gepubliceerd. In deze gids staan ook de maandsalarissen per opleiding, en daaruit blijkt dat kersverse tandartsen weer het hoogste startsalaris hebben.

Tandarts verdient meer dan drie keer zoveel als cultureel antropoloog

Studenten tandheelkunde kunnen na hun studie een bruto maandloon van 5620 euro verwachten. Vergelijk dit met het bedrag van de nummer twee op lijst, 3440 euro na geneeskunde, en het is duidelijk dat tandheelkunde een financieel aantrekkelijke studie is! Aan de andere kant van het spectrum staan juist culturele antropologie (1790 euro) en kunst- & cultuur,kunstgeschiedenis (1980 euro).

Nijmegen, Wageningen beste universiteit

In het algemeen kan je volgens de gids het beste in Nijmegen of Wageningen studeren. De Radboud Universiteit in Nijmegen is voor het tweede jaar op rij verkozen tot de beste brede klassieke universiteit van Nederland. Ook tandheelkunde kan je volgens de gids het beste daar studeren. Van de overige universiteiten komt Wageningen zoals altijd sinds 2004 als beste uit de bus.

Tandarts vaak zelfstandig, dus salaris minder dan het lijkt

De Keuzegids plaatst nog wel enkele aantekeningen bij het hoge salaris van beginnende tandartsen. Veel pasafgestudeerden worden zelfstandig tandarts, en moeten dus zelf voor hun pensioen zorgen. In de gids adviseert de brancheorganisatie dan ook om de helft van je salaris apart te houden. Hiermee kan je dan je belasting betalen en voor je pensioen zorgen, maar houd je natuurlijk wel veel minder over.

Bron:
Keuzegids Universiteiten

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Glazuur repareren

Wetenschappers onderzoeken nieuwe behandeling waarmee glazuur natuurlijk gerepareerd kan worden

Onderzoekers aan de Zhejiang University School of Mecidine hebben een nieuwe gel ontwikkeld waarmee glazuur op een natuurlijke manier gerepareerd  kan worden. Betekent dit het einde van vulling?

De nieuwe gel bestaat uit een combinatie van calcium en fosfaationen die gemixt wordt als alcoholische oplossing met trimethylamine. Deze combinatie van chemicaliën produceert kleine clusters calciumfosfaat met een diameter van slechts 1.5nm. Dit is het belangrijkste component van tandglazuur. Toen de onderzoekers deze gel gebruikten op beschadigde testtanden, zagen ze dat er binnen 48 uur een nieuwe laag glazuur van drie micrometer dik ontstond.

Het einde van vulling

“Ons nieuwe tandglazuur vertoont dezelfde structuur en vergelijkbare mechanische eigenschappen als het oorspronkelijke glazuur”, vertelt Dr. Zhaoming Liu, één van de auteurs die meewerkte aan het onderzoek dat werd gepubliceerd in Science Advances. “We hopen teruggroeiend glazuur te realiseren zonder vullingen te hoeven gebruiken die zijn opgebouwd uit totaal ander materiaal dan natuurlijk glazuur.”

Volgens de onderzoekers bestaat de nieuwe gel uit goed materiaal wat op grote schaal kan worden geproduceerd. Bovendien is de methode “simpel”, volgens Dr. Sherif Elsharkawy, een expert in prosthodontie aan King’s College London, in gesprek met The Guardian.

Nog veel onderzoek nodig

“Na stevige discussies met tandartsen zijn we tot de conclusie gekomen dat deze methode wijd gebruikt kan worden in de toekomst”, aldus Dr. Liu. Zo ver is het echter nog niet. Dit is slechts een stap richting de ontwikkeling van deze gel. Voordat je dit in je eigen praktijk kunt gebruiken zal er eerst uitvoerig op levende mensen moeten worden getest. Als alles goed gaat, hopen de onderzoekers daar over één of twee jaar aan te beginnen.

Bron:
Science Advances

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
arts - tand

World Antibiotic Awareness Week: “Antibiotica is geen pijnstiller”

Van 18 tot 24 november vond de World Antibiotic Awareness Week (WAAW) van dit jaar plaats. De week werd afgetrapt met de European Antibiotic Awareness Day. Tijdens deze dagen werd er aandacht besteed aan de risico’s van antibiotica en resistentie. Ook werd de eerstelijnszorg opgeroepen om niet zomaar antibiotica voor te schrijven.

Antibiotica zijn essentieel

Antibiotica zijn sinds hun ontdekking essentieel in de hedendaagse geneeskunde. Ze worden gebruikt om infecties te voorkomen en te behandelen door bacteriën te doden of door hun groei te remmen. De medicijnen zijn erg effectief en gemakkelijk te verkrijgen.

Resistentie is een groot probleem

Wanneer antibiotica echter te vaak wordt gebruikt, ook wanneer het niet nodig is, kunnen bacteriën resistent worden. Dan kunnen simpele infecties uiteindelijk niet meer effectief worden bestreden, wat levensgevaarlijk zou zijn.

Om dit probleem onder de aandacht te brengen is in 2015 de WAAW in het leven geroepen. Tijdens deze week wil de World Health Organisation het wereldwijde bewustzijn van antibioticaresistentie vergroten. Deze keer is het thema ‘de toekomst van antibiotica hangt van ons allemaal af’.

WAAW in Nederland

Uiteraard werd er in Nederland ook aandacht aan de WAAW besteed. Zo werd een tentoonstelling over dit onderwerp geopend in Micropia in Amsterdam en was er een antibiotica-escaperoom in Utrecht.
Daarnaast heeft heel Nederland via radio en YouTube de ‘Daar wordt iedereen beter van’-campagne opnieuw kunnen horen.

Antibiotica binnen de tandheelkunde

Ook binnen de tandheelkunde is antibioticaresistentie een actueel en relevant issue. Wanneer mondzorgverleners medicijnen voorschrijven, is dit in 42.5% van de gevallen antibiotica.

Wanneer wel en wanneer niet antibiotica voorschrijven?

Het is niet altijd makkelijk te zeggen of antibiotica wel of niet voorgeschreven zou moeten worden. Om tandartsen bij deze afweging te helpen, wordt momenteel een antibioticarichtlijn ontwikkeld door het Kennisinstituut Mondzorg.

Ellemieke Hin, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie geeft ook aan dat dit nodig is: “Bewust antibiotica voorschrijven is belangrijk. Antibiotica is geen pijnstiller.” Onderzoek van de KNMT gaf al eerder aan dat aan een richtlijn voor antibiotica behoefte is. De toekomst ervan hangt immers van ons allemaal af, dus zeker ook van de tandartsen!

Bronnen:
dentistry.co.uk
rijksoverheid.nl
KNMT
KIMO

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tandartsen

KNMT helpt tandartsen met patiëntinformatie over verzekeringen

In deze tijd van het jaar draait het in Nederland bijna maar om één ding: verzekeringen. Patiënten hebben vaak vragen over dit onderwerp. Om tandartsen te helpen, start de KNMT de publiekscampagne ‘Mondzorg en verzekeren’.

Moet ik een aanvullende tandartsverzekering nemen? Heeft het zin om mijn verzekering aan te passen? Welke behandelingen worden eigenlijk vergoed? Dit zijn zomaar een aantal vragen die je als tandarts langs kunt horen komen.

Verzekeringen zijn voor veel patiënten erg belangrijk, dus willen ze zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. De nieuwe campagne van de KNMT moet patiënten de informatie geven die ze nodig hebben.

Informatiefilmpje over verzekeringen voor in de wachtkamer

Een onderdeel van de campagne bestaat uit een geanimeerd informatiefilmpje dat uitleg geeft over hoe verzekeringen in elkaar zitten. Er wordt uitgelegd welke mondzorg in de basisverzekering zit en voor welke tandheelkundige behandelingen er een aanvullende verzekering kan worden afgesloten.

De KNMT geeft als tip om het filmpje op schermen in de wachtkamer te laten zien zodat patiënten ermee in contact komen.

Posts op sociale media

Via sociale media hoopt de KNMT meer patiënten te bereiken en te helpen met speciale posts via de pagina’s van Allesoverhetgebit.nl . Op Facebook en Twitter wordt informatie over mondzorgverzekeringen geplaatst. Door deze berichten met je praktijkaccount te delen kun je je patiënten makkelijk en snel informeren.

Poster met keuzetips

Ten slotte heeft de KNMT posters gemaakt met daarop zeven tips om patiënten de juiste keuze te laten maken voor een aanvullende tandartsverzekering. Deze kun je downloaden en printen of bestellen. De poster raadt bijvoorbeeld aan om elk jaar de (aanvullende) verzekering te controleren op dekking en gevolgen van het wisselen van zorgverzekeraar. Met al deze informatie hoopt de KNMT tandartsen en patiënten te helpen in deze drukke tijd van het jaar.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Diagnosticeren van het Brandende Mond Syndroom (BMS)

Diagnosticeren van het Brandende Mond Syndroom (BMS)

Het Brandende Mond Syndroom (BMS) is een pijnlijke en lastige conditie die wordt geassocieerd aan het chronisch of terugkerend hebben van een brandend, kokend of tintelend gevoel in de mond. BMS is echter lastig te diagnosticeren.

Lastige diagnose door soortgelijke symptomen

De diagnose van BMS is lastig, omdat er veel verschillende condities zijn met soortgelijke symptomen. Milda Chmieliauskaite, onderzoekster en assistent professor aan de School of Dentistry in Cleveland deed hier daarom onderzoek naar.

Geen verbetering bij verkeerde behandeling

Patiënten met het Brandende Mond Syndroom zien vaak veel verschillende zorgverleners en proberen zelf maatregelen te nemen voordat zij erachter komen waar ze nou eigenlijk last van hebben. Veel tandartsen zijn daarom niet getraind op het diagnosticeren van BMS. Op dit moment wordt dit dan ook vooral gedaan door het uitsluiten van andere aandoeningen. Op het moment dat de patiënt hierdoor een verkeerde diagnose krijgt toegeschreven en hiervoor een verkeerde behandeling krijgt zal de conditie echter niet verbeteren.

Meer duidelijkheid is nodig

De specifieke oorzaak van BMS is onduidelijk, maar er bestaat bewijs dat dit gerelateerd zou kunnen zijn aan bepaalde zenuwstoornissen. In sommige gevallen kan het eten van kauwgum of andere voedselwaren de pijn verminderen. Er wordt gegokt dat tussen 0.1% en 4% wereldwijd last heeft van BMS. Het is daarom van groot belang dat er consensus komt voor één specifieke definitie van BMS, inclusief uitsluitcriteria en een groter begrip voor hoe er met de aandoening moet worden omgegaan.

Bron:

Case Western reserve University
Oral Diseases 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Geluid tandartspraktijk

Kan geluid in de tandartspraktijk leiden tot gehoorverlies?

Veel tandheelkundige apparatuur zoals afzuigers, airrotors, hoekstukken en ultrasone scalers maken lawaai. Dit lawaai wordt door zowel patiënt als behandelaar als vervelend ervaren, maar kan langdurige blootstelling aan deze geluiden leiden tot gehoorschade onder tandartsen, mondhygiënisten en assistenten?

De haarcellen van het binnenoor, waarmee geluid wordt waargenomen, zijn gevoelig voor lawaai. Bij langdurige blootstelling aan geluidsniveaus boven 80 dB ontstaat daardoor lawaaidoofheid. Vaak wordt dit in de beginfase niet opgemerkt, omdat men nog geen problemen ervaart met het verstaan van spraak in een rustige ruimte. Naarmate de blootstelling aan lawaai langer voortduurt, zal het gehoorverlies toenemen en zullen ook lagere tonen, die belangrijk zijn voor het verstaan van spraak, minder goed waargenomen worden.

Geluidsniveau tandheelkundige apparatuur

Enkele Chinese onderzoekers hebben in 2013 een poging gedaan de gemiddelde dagelijkse dosis lawaaiblootstelling bij tandartsen te bepalen. Zij kwamen op een gemiddelde dagelijkse dosis van 60,2 dB. Hoewel deze gemiddelde waarde ruim onder de grenswaarde is waarbij gehoorschade optreedt, kan incidenteel bij gebruik van bepaalde apparaten wel het niveau worden overschreden. Zo kan bij gebruik van een hoekstuk de grenswaarde van 80 dB worden bereikt, en tijdens gebruik van ultrasone scalers zelfs ruim worden overschreden. Hierbij werden voor zowel hoekstukken als scalers enorme verschillen in geluidniveau waargenomen tussen producten van verschillende fabrikanten.

Internationaal gehooronderzoek

In een klein onderzoek onder 13 Belgische tandartsen werd meer gehoorverlies in het linkeroor gemeten dan in het rechteroor. Hetzelfde werd gevonden in grotere studies onder tandartsen in Duitsland en India. Een dergelijk asymmetrisch gehoorverlies duidt op een beroepsgerelateerd gehoorverlies. Ook in een Turks onderzoek werd bij tandartsen meer gehoorverlies gemeten dan bij een controlegroep. Bovendien bleek het gehoorverlies te correleren met de totale werkduur als tandarts. Een Italiaans onderzoek suggereert dat in het bijzonder tandartsen die frequent een ultrasone scaler gebruiken, een turbine van ouder dan een jaar gebruiken of gespecialiseerd zijn in prothetiek meer risico lopen op gehoorverlies door lawaai. Dat er inderdaad sprake zou kunnen zijn van beginnende lawaaischade blijkt uit het feit dat 37% van de tandartsen moeite heeft met het verstaan van spraak met achtergrondgeluid, en dat tandartsen vaker last hebben van oorsuizen dan huisartsen.

Onderzoek door ACTA studente

Omdat er nog geen gegevens beschikbaar waren over eventuele gehoorschade onder Nederlandse tandartsen heeft ACTA studente Louise Ting in 2016, in samenwerking met de afdeling audiologie van het AMC, een groot onderzoek uitgevoerd. Bij ruim tweehonderd Nederlandse tandartsen werd eerst een vragenlijst afgenomen. Hieruit bleek dat de meerderheid van de tandartsen (61%) bezorgd was over mogelijk gehoorverlies door gebruik van tandheelkundige apparatuur. Na het invullen van de vragenlijst kregen de tandartsen per post een koptelefoontje toegezonden waarmee men thuis op de computer de zogenaamde Bedrijfsoorcheck kon doen. Dit is een online test gericht op het verstaan van spraak in achtergrondlawaai, een van de eerste problemen is bij een beginnend gehoorverlies. Bijna de helft van de tandartsen (47%) had een slechte score op deze test, maar dit percentage was niet verschillend van een controlegroep bestaande uit huisartsen. In beide groepen werd geen verschil in gehoorverlies tussen het linker- en rechteroor gemeten.

Preventieve maatregelen

Verschillende onderzoeken suggereren dat tandartsen een verhoogd risico lopen op lawaaislechthorendheid. Het lijkt dan ook verstandig om bepaalde preventieve maatregelen te nemen. Zo kan goed onderhoud van apparatuur en het vervangen van verouderde apparatuur blootstelling aan lawaai verminderen. Ook zou het dragen van gehoorbescherming tijdens het gebruik van bepaalde apparatuur wellicht tot de mogelijkheden behoren, hoewel dit de communicatie met de patiënt mogelijk kan belemmeren. Tot slot lijkt het zinvol periodiek een gehoortest te doen, ook reeds in een stadium dat er nog geen twijfel is over het gehoor. Indien er twijfel bestaat is het raadzaam een KNO-arts of Audiologisch Centrum te raadplegen.

Door:
Dr. H.S. Brand, universitair hoofddocent, ACTA

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
PASSIEprijs voor Maatschappelijke Initiatieven mondzorg

PASSIEprijs voor Maatschappelijke Initiatieven mondzorg uitgereikt

Tijdens het NVM-najaarscongres van vrijdag 15 november reikten NVM-mondhygiënisten en Colgate de NVM/Colgate PASSIEprijs voor Maatschappelijke Initiatieven mondzorg voor de eerste keer uit. Grote winnaar was de InterCollegiale Overleg groep (ICO) mondhygiënisten uit Eindhoven. Met hun project vragen zij aandacht voor mondzorg bij kinderen met Diabetes Mellitis Type 1.

Zij wonnen de prijs voor het Beste Plan van Aanpak en de Publieksprijs. Bij de prijs voor Beste Uitvoering deelden zij de eerste plaats met de ICO groep De Ronde Venen. Deze groep wil met hun project mantelzorgers van thuiswonende ouderen ondersteunen met hun kennis en kunde over de mondzorg bij deze ouderen.

NVM/Colgate PASSIEprijs voor Maatschappelijke Initiatieven mondzorg

De NVM/Colgate PASSIEprijs voor Maatschappelijke Initiatieven mondzorg moedigt mondhygiënisten aan om samen met collega’s over de (praktijk)grenzen heen te kijken en initiatieven op te zetten om de beschikbaarheid van zorg te vergroten voor groepen die het extra hard nodig hebben.

De PASSIEprijs bestaat uit drie verschillende prijzen, te weten de Prijs voor het Beste Plan van Aanpak, de Prijs voor de Beste Uitvoering van het Plan en de Publieksprijs. Voor elke prijs stelt Colgate €1000, – ter beschikking. De winnaar van de Publieksprijs is gekozen door leden van NVM-mondhygiënisten, de beroepsorganisatie voor mondhygiënisten.

Beste Plan van Aanpak

De ICO groep mondhygiënisten uit Eindhoven wint de prijs voor het Beste Plan van Aanpak. “Dit project heeft het ambitieuze plan om drie doelgroepen mee te nemen in het project. Dit doen ze door een training te ontwikkelen voor verpleegkundigen, materiaal voor de ouders te maken en door het ontwikkelen van tools voor de mondzorgprofessionals”, aldus docent Mondzorgkunde Ria Kersbergen namens de jury.

Beste Uitvoering

“Voor de jury bleven er twee projecten over die aan deze omschrijvingen voldeden voor de Prijs voor de Beste Uitvoering”, vertelt Ria Kersbergen, “het bepalen van de winnaar daaruit was niet mogelijk en daarom worden er twee projecten met deze prijs beloond.”
De ICO groep Eindhoven krijgt de volgende waardering van de jury: “ Er is veel werk verzet in dit traject. De aanleiding van het probleem komt duidelijk naar voren, net als de werkwijze en wat het heeft opgeleverd. Een originele en creatieve aanpak wordt hier getoond met aandacht voor het verbreden van de opgedane kennis en ervaring.”
Ook ICO groep Ronde Venen ontvangt de prijs voor Beste Uitvoering: “Dit is een vernieuwend project vanwege het feit dat er gekozen is voor de doelgroep mantelzorgers. Er is een goed initiatief getoond om de samenwerking met gemeentelijke instanties te zoeken. Daarnaast is er efficiënt gewerkt door gebruik te maken van bestaande materialen”.

Publieksprijs

De winnaar van de publieksprijs werd gekozen door mondhygiënisten die aangesloten zijn bij NVM-mondhygiënisten. Ook zij kozen ICO Eindhoven tot hun winnaar.

Vier projecten

Uit zeven verschillende projecten werden uiteindelijk vier projecten ingediend om mee te dingen naar de PASSIEprijs:

1. ICO Breda: Hoe kunnen wij, mondhygiënisten een bijdrage leveren aan de bevordering van de mondgezondheid bij verslaafden.
2. ICO groep Eindhoven: Aandacht voor mondgezondheid van kinderen met Diabetes Type-1.
3. ICO Ronde Venen: Het ondersteunen van mantelzorgers (die veelal zorg in de thuissetting op zich nemen) in kennis en kunde van de mondzorg.
4. ICO Amsterdam: De kinderen uit Nicaragua in het Aposentillo gebied bewuster maken over de mondgezondheid met behulp van voorlichting en een collectieve groepspoetsles.

Juryleden

De jury voor de uitreiking van de Colgate PASSIEprijs bestaat uit Christien Timmer (Scientific Affairs Manager, Karl Parisius (docent Mondzorgkunde Hogeschool Inholland Amsterdam) en Ria Kersbergen (docent Mondzorgkunde Hogeschool Arnhem Nijmegen).

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Mondmicroben: steeds meer aandacht voor link parodontitis en systemische ziekten

Mondmicroben: steeds meer aandacht voor link parodontitis en systemische ziekten

De mogelijk relatie tussen parodontitis en systemische ziekten krijgt steeds meer aandacht. Zo kan bijvoorbeeld de associatie tussen reumatoïde artritis en parodontitis mogelijk worden verklaard door unieke eigenschappen van de ‘klassieke’ mond-pathogeen Porphyromonas gingivalis. Het belang van goede mondgezondheid en de rol van de tandheelkundige professional neemt steeds verder toe.

Onderzoek

Nieuwe DNA technieken

Vele factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis. Microben spelen echter een essentiële rol in het ontstaan van parodontitis, immers: zonder bacteriën, geen parodontitis. Veel onderzoek richt zich dan ook op deze bacteriën en met de nieuwe DNA-technieken is er steeds meer mogelijk. Jørn et al. (2005) gebruikte een nieuwe DNA-techniek voor bacterieonderzoek van de mondflora, namelijk de 16S rRNA sequencing. Het doel van het onderzoek was om de samenstelling van de normale bacterieflora van de mond vast te stellen . De biofilm van vijf gezonde personen werd bestudeerd aan de hand van 16S rRNA sequencing. Plaque werd verzameld op verschillende plekken in de mond: tong, wangslijmvlies, palatum, tonsillen, supragingivale plaque en subgingivale plaque. Het bleek dat bij geen enkele proefpersoon en/of plaats in de mond de samenstelling hetzelfde was. Daarnaast waren er per persoon 20-30 verschillende bacteriën aanwezig. Een belangrijke bevinding was dat er bij geen van de proefpersonen bacteriën gevonden werden die geassocieerd worden met parodontitis of cariës.

Ook werd deze nieuwe techniek toegepast bij patiënten met parodontitis. Hiervoor werd de subgingivale plaque onderzocht. Uit de resultaten bleek dat de meeste bacteriën die door middel van deze techniek werden geassocieerd met parodontitis al wel bekend waren, behalve de Filifactor alocis en TM7. Deze nieuwe DNA-technieken laten dus zien dat de bacteriën die we jaren geleden klinisch relevant achtten, nog steeds als belangrijke pathogenen kunnen worden beschouwd.

Samenvattend hebben de nieuwe DNA technieken ons laten zien dat het microbioom complex is en dat het uit vele honderden bacteriesoorten bestaat, waarvan we een deel niet kunnen kweken. Doordat niet-kweekbare bacteriën nauwelijks onderzocht kunnen worden in het laboratorium, stagneert de praktische toepassing van de nieuwe kennis. We weten bijvoorbeeld nog te weinig over de eigenschappen van de biofilm, de interacties tussen bacteriën, virulentie factoren, pathogeniteit en antibioticumgevoeligheid.

Klinische parodontale microbiologie

Men kan zich dus afvragen of alle informatie die we hebben op basis van kweektechnieken obsoleet is, aangezien we een aantal bacteriën niet kunnen kweken. Toch geven deze studies sterke tot matige bewijzen over de rol van bacteriën voor de progressie van parodontitis (Zambom 1996).  Zo zijn er vele studies waarvan de conclusies nog steeds kloppen. Hier volgt een opsomming.

Socransky (1977)

In de postulaten van Socranski werd onder andere beschreven dat het onderdrukken of elimineren van bacteriën effect heeft op de parodontitis.

Griffen et al. (1998)

Porphyromonas gingivalis behoort niet tot de mondflora van gezonde mensen en speelt een rol bij het ontstaan van parodontitis.

Van der Weijden (2018)

Niet alle paro-pathogenen komen bij iedere parodontitis patiënt voor. Bij slechts een kwart is  Aggregatibacter actinomycetemcomitans aanwezig.

Eick et al. (2017)

Het behandelresultaat na parodontale behandeling is afhankelijk van de mate waarin Porphyromonas gingivalis onderdrukt wordt. Aanwezigheid van deze bacterie na behandeling is een negatieve voorspeller voor de toekomst.

Fine et al. (2013)

Ook wordt sinds jaren de aanwezigheid van Aggregatibacter actinomycetemcomitans (Aa)gezien als de sterkste indicator voor het ontstaan van parodontitis. Nieuw onderzoek toont aan dat dit nog steeds zo is (Fine et al. 2013). Vijfentwintig procent van de jonge patiënten met Aa ontwikkelde lokale parodontitis.

Niet orale effecten van orale bacteriën

Parodontitis en andere ziektes

Parodontitis is geassocieerd met andere ziektes zoals hart- en vaatziekten, reumatoïde artritis, vroeggeboortes, diabetes mellitus, focale infecties, obesitas en chronische inflammatoire darmziekten/colitis ulcerosa. Daarnaast heeft parodontitis ook associaties met de fertiliteit van vrouw, kanker, prostatitis en sperma-problemen. Belangrijk om te beseffen is dat het om een associatie gaat en er dus geen causaal verband aangetoond is. Ook zijn er studies gepubliceerd die aantonen dat er mondbacteriën versleept kunnen worden naar andere plekken van het lichaam, zoals het oog of de hersenen.

Parodontitis en reumatoïde artritis

Zowel parodontitis als reumatoïde artritis zijn chronische multifactoriële destructieve ziektes die te maken hebben met bot. Daarnaast lijken de risicofactoren ook op elkaar, zoals geslacht, leeftijd, roken, genetische aanleg en dieet. Parodontitis komt vaker voor bij mensen met reumatoïde artritis en parodontale behandeling reduceert de ernst van reumatoïde artritis. Daarnaast is het bekend dat medicatie behorend bij de behandeling van reumatoïde artritis een (negatieve) invloed kan hebben op parodontale ontsteking. De Smit et al. (2012) liet in haar onderzoek zien dat het aandeel ernstige parodontitis twee keer zo groot is bij patiënten met reumatoïde artritis in vergelijking met de controlegroep.

Bij aanwezigheid van reumatoïde artritis zorgt het menselijke PAD- enzym (peptidylarginine deiminase) ervoor dat arginine omgezet wordt in citrulline. Dit citrulline-eiwit kan aanleiding geven voor een auto-immuunreactie (auto-antigenen zorgen voor ACPA antistoffen). Het is bekend dat er bij de mens maar één bacteriesoort voorkomt die ook een PAD-enzym aanmaakt, namelijk Porphyromonas gingivalis. De associatie tussen reumatoïde artritis en parodontitis kan dus mogelijk verklaard worden door de unieke eigenschappen van deze klassieke mondpathogeen. Daarnaast kan Aggreagtibacter actinomycetemcomitans als enige hypercitrullination in humane leukocyten induceren en er dus voor zorgen dat dit proces gestimuleerd wordt. Ook dit draagt mogelijk bij aan de etiologie van reumatoide artritis

Parodontitis en alzheimer

Ook is er onlangs een artikel verschenen over een mogelijke relatie tussen parodontitis en het ontstaan van Alzheimer. Wetenschappers troffen DNA van  Porphyromonas gingivalis aan in de hersenen van alzheimerpatiënten. Ook zagen de onderzoekers bij overleden alzheimerpatiënten meer gingipaïne in de hersenen dan bij mensen zonder deze ziekte. Gingipaïne is een enzym dat de P. gingivalis-bacterie aanmaakt en dat ontstekingen veroorzaak.

Parodontitis en hoge bloeddruk

Het is goed om te beseffen dat het behandelen van parodontitis niet alleen om het tandvlees en de tanden gaat. Bij het uitvoeren van een parodontale behandeling wordt bijgedragen aan de algemene gezondheid van de patiënt. Vidal et al. (2013) voerde onderzoek uit bij 26 patiënten met refractaire hoge bloeddruk en ernstige chronische parodontitis. Alle patiënten werden (niet-chirurgisch) parodontaal behandeld.

De gemeten ontstekingsmarkers van het plasma (C-Reactieve Proteine, interleukine 6, fibrogeen) daalden significant na parodontale behandeling. Ook lieten de resultaten zien dat de dikte van de hartspier van de linkerhartkamer significant afnam ten gevolge van een afname van de systolische bloeddruk.

 

Prof. dr. Arie Jan van Winkelhoff studeerde medische biologie aan de Rijks Universiteit te Utrecht en de University of Florida, USA. Zijn promotieonderzoek (1982-1986) voerde hij uit op de VU en betrof onderzoek naar de rol van anaërobe bacteriën bij endodontale en parodontale infecties. Na zijn promotie kreeg hij een vaste aanstelling als universitair docent bij de Vakgroep Orale Microbiologie van de VU. In 1989 volgde een aanstelling als universitair hoofddocent. In 2003 werd hij aangesteld als hoogleraar en hoofd van de sectie Orale Microbiologie bij het ACTA. Op dit moment is Van Winkelhoff verbonden aan het UMCG als hoogleraar Medische en Orale Microbiologie. Zijn huidige onderzoek richt zich op de microbiologie van parodontitis en peri-implantaire infecties, antibioticum resistentie en de relatie tussen parodontitis en reumatoïde artritis. Hij publiceerde meer dan 250 wetenschappelijke artikelen.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van prof. dr. Arie Jan van Winkelhoff tijdens het congres Paro van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Casussen: orthodontie niet nodig

Casussen: orthodontie niet nodig

Verslag van de lezing van dr. Maria Jesus Provedo, restauratief tandarts, over haar manier van werken. Zij werkt samen met orthodontist dr. Domingo Martin. In haar lezing bespreekt zij twee casussen waarbij het niet nodig was om orthodontie uit te voeren.

Casus 1: Carlos

De casus wordt als volgt benaderd:
Er worden allereerst foto’s (extra-oraal en intra-oraal) gemaakt en deze worden beoordeeld. Bij Carlos is sprake van een geroteerde en geïnclineerde positie van het hoofd. Zijn lach is deficiënt en er is erg veel slijtage zichtbaar. Ook in de rustpositie is er gebrek aan zichtbaar tandmateriaal. Daarnaast is het duidelijk dat de slijtage aan de ene kant uitgebreider is dan aan de andere kant.
Er is verder gebrek aan ondersteuning van de bovenlip, waardoor Carlos er vervroegd verouderd uitziet. Door de slijtage is er veel verloren van de verticale dimensie. Er is sprake van een verlaagde beethoogte en daardoor erg dunne lippen. Bij lachen zijn er bijna geen elementen zichtbaar. Het is duidelijk dat er veel volume aan tandmateriaal verloren is.

Eerst goede verticale dimensie creëren

Op het moment dat de elementen in deze positie opgebouwd worden, zal er altijd sprake zijn van een instabiele condylus positie. Daarnaast is de positie waarin Carlos kauwt ook niet ideaal. Er is een verschil aanwezig tussen de MO en CR. Daardoor is het lastig om te bepalen waar je moet beginnen. Daarom is het van belang om eerst een goede verticale dimensie te creëren en te stabiliseren.
Vervolgens kan er gekozen worden voor het opbouwen van de slijtage middels composiet of middels kroon en brugwerk.

Op het moment dat er veel tandmateriaal verloren is gegaan, wordt composiet een steeds onzekerdere keuze. Echter is Carlos nog jong (rond de 40) en door de grote mate van slijtage is er al veel glazuur verloren gegaan. Indien er gekozen zou worden voor indirecte restauraties zou er nog meer glazuur weg gehaald moeten worden, waardoor de prognose van de restauraties minder wordt. Daarom is bij Carlos gekozen voor composiet, met in het achterhoofd dat het altijd nog mogelijk is om voor kronen te gaan.

Wax-up

Belangrijk is weer om eerst te denken aan de functie. Alle 28 aanwezige elementen zullen opgebouwd moeten worden. Stap 1 is terug te gaan naar de juiste condylus positie. De positie waarin de musculatuur zo ontspannen mogelijk is.
Uit de modellen van Carlos die middels een facebow registratie in de articulator gezet zijn, blijkt dat er bij protrusie sprake is van posterieure interferenties, net als bij het articuleren naar links en rechts. Vervolgens wordt een wax-up gemaakt om te beoordelen wat er ongeveer nodig is qua restauraties. Middels de wax-up moet de originele vorm van de elementen terug gebracht worden met daarbij de functie in het achterhoofd. Dr. Provedo maakt altijd zelf de wax up. Bij een casus zoals die van Carlos gaat het herstellen van de functie en esthetiek hand in hand. Door de opbouw zal het hele gezicht van de patiënt veranderen. Er wordt verticale dimensie toegevoegd en daardoor ook extra lipsupport. Door de veranderde vorm van de elementen, verandert de positie van de lippen. Dr. Provedo haalt aan dat veel patiënten die botox gebruiken, beter af zouden zijn als ze de elementen op de juiste plek zouden zetten.

Splint- en fysiotherapie

Bij Carlos is gestart met splint- en fysiotherapie. De splint wordt in dit geval gemaakt op de positie van de opgebouwde elementen. Dit omdat patiënten vaak klagen dat ze vinden dat de elementen te lang zijn, omdat ze gewend zijn aan de korte elementen die ze nu hebben. Tijdens het dragen van de splint wennen ze nu al aan de veranderde verhoudingen van de elementen. Door de splint verandert de positie van de onderkaak.

De modellen worden altijd middels een facebow registratie in de articulator geplaatst. Het is belangrijk om de werkelijke verticale dimensie te weten met de daarbij behorende parameters. De inclinatie van de maxilla is belangrijk.  Hierop wordt de positie van de onderkaak aangepast. De registratie is altijd in CR.

Beetbepaling

Om de functie goed terug te brengen is het belangrijk dat de oorspronkelijke anatomie terug gebracht wordt. Om er zeker van te zijn dat de registratie in de articulator gelijk is als de situatie in de mond wordt er nog een extra beetbepaling gedaan om dit te controleren. Op het moment dat blijkt dat er een verschil is, zal de facebow registratie opnieuw gedaan moeten worden.

Opbouwen

Bij het opbouwen begint dr. Provedo met het front en verplaatst zo naar de posterieure elementen. Hierbij is het palatinale vlak van de bovenincisieven erg belangrijk. Deze zijn erg belangrijk voor de functie. Omdat we zo min mogelijk glazuur weg willen halen, gebruikt dr. Provedo zandstralen. De buurelementen worden bedekt met teflon en een palatinale mal wordt gebruikt . Op het moment dat de lengte hersteld is, gebruiken ze een doorzichtige mal om een exacte kopie van de wax up over te brengen. Het  verwijderen van de overmaat gebeurt vervolgens middels een scalpel. Zo is het mogelijk om dit zo precies mogelijk te doen. De occlusie is erg belangrijk. De volgende dag komt de patiënt terug voor de eventuele fine tuning. Het polijsten van de composieten is een erg belangrijk onderdeel van de behandeling, omdat hiermee voorkomen wordt dat er porositeiten zijn. Daardoor wordt de levensduur van de composieten vergroot.

Bij Carlos wordt ook een status na tien jaar getoond. De composieten zijn allemaal nog intact, er is inmiddels wel een noodzaak om de gehele opbouw opnieuw te polijsten. Na behandeling gebruiken de patiënten geen splint meer. Door de juiste en stabiele positie van de condyli zijn de spieren ontspannen en is dit niet nodig. De patiënt hebben wel voor de behandeling de splint dag en nacht gedragen. Zij doen hem zelfs niet uit voor eten.

Casus 2: Pedro

De volgende casus gaat over Pedro. Bij Pedro wordt ook een opbouw gedaan alleen wordt hierbij voor een ander materiaal gekozen.

De foto’s worden wederom gemaakt en geanalyseerd. Pedro’s hoofd staat geroteerd en geïnclineerd. Zijn ene schouder staat hoger dan de andere. Pedro’s hulpvraag is het esthetisch verfraaien van zijn tanden. Hij stoort zich met name aan de diastemen die aanwezig zijn. Zijn wens is puur dentaal.
Daarnaast heeft hij al meerdere fysiotherapeuten bezocht in verband met klachten aan zijn nek en schouders, maar is het nog niet gelukt om lange termijn resultaten te behalen. Bij Pedro hebben ze een foto van zijn hoofd gespiegeld in de mediaanlijn. Dit is een mooie manier om voor de patiënt de asymmetrie duidelijk te maken.
Er blijkt uit de analyse dat zijn nek wervel geroteerd is en zijn hoofd de andere kant op geinclineerd. Ook staat zijn hoofd naar voren ten opzichte van het sternum. Zijn profiel is recht.
Er is slijtage aanwezig op de onderincisieven en het slijtage patroon is voornamelijk naar links. Het lijkt erop dat hij met functie meer naar links beweegt. Het brein is ingesteld om interferenties te vermijden. Hierdoor ontstaat waarschijnlijk dit slijtage patroon. Aan de linkerkant is de beet ook dieper dan rechts. Door de slijtage is er een gebrek aan anterieure geleiding. Daarnaast is er geen cuspdiaat geleiding door een wat vlakke anatomie van de cuspidaten. De slijtage is eigenlijk beperkt tot het bovenfront.

CBCT

Ook is op de CBCT een verschil zichtbaar tussen de vertebra C1 en C2. Hierdoor vindt vaak een compressie plaats in de ligamenten en dit kan gerelateerd zijn aan hoofdpijn. Door het veranderen van zijn postuur kan de hoofdpijn vaak verminderd worden.
Ook de C3 en C4 vertebra zijn geroteerd. Dit is de reden dat er ook osteopaten en fysiotherapeuten in het team zitten. Er is een afwijking zichtbaar in het neustussenschot, wat kan zorgen voor een mindere goede neusademhaling.

De linker condylus is naar lateraal verplaatst en er is een verschil tussen CO en CR. Om de juiste occlusie te vinden moet zijn onderkaak naar links schuiven. Hierdoor ontstaat een grotere ruimte tussen de condylus en de kom.
In Pedro’s geval is de splint wederom van groot belang. De hersenen vermijden interferenties tijdens het kauwen en veranderen hierdoor de stand wat ten kosten gaat van de juiste positie van de condylus.

Wax-up

Voor het starten van de behandeling wordt wederom een wax-up gemaakt. Deze wordt gebruikt om de patiënt uit te leggen dat het noodzakelijk is om de proporties van de elementen te veranderen en dat het ook noodzakelijk is de posterieure elementen te behandelen. Bij het maken van de mock-up zien de patiënten ook wat voor veranderingen er in het gelaat op zullen treden.
Als de patiënt kiest voor behandeling is de eerste stap wederom de splint en de fysiotherapie.
In het geval van Pedro is het nodig om de onderincisieven tijdelijk op te  bouwen om contact te krijgen met de splint.
Het is lastig om exact te bepalen of de CR bereikt is. Het is mogelijk om wat composiet aan te brengen op de contact punt en dan dicht te laten bijten. Zo is het makkelijker om te bepalen of CR bereikt is. Echter ze weten het nooit zeker. Tekenen die erop wijzen dat CR bereikt is zijn: ontspannen spieren, pijn vermindering en makkelijke manipulatie van de onderkaak. Eventueel kan een extra CBCT gemaakt worden om te controleren of de condylus goed staat. Dit wordt echter alleen gedaan voor onderwijs doeleinden.

Facebow

De facebow registratie wordt uitgevoerd. De verticale dimensie wordt gemeten met de splint en de occlusie zonder splint wordt bepaald. De relatie bepaling wordt naar de tandtechnieker gestuurd en er wordt gecontroleerd of de registratie gelijk is aan de positie in de mond.
Bij het eerste contact is de verticale dimensie in dit geval 18 mm. Terwijl we naar 17 mm toe willen. Daarom worden de posterieure elementen minimaal ingeslepen.
Alle preparaties worden onder microscoop gemaakt. De tijdelijke restauraties worden gemaakt middels de waxup. De kleur wordt bepaald en dan gaat alles naar het lab. In dit geval was het ook nodig om palatinaal op te bouwen omdat de patiënt palatinaal massa miste. Alle kronen zijn lihtiumdisilicaat en worden gecementeerd onder rubberdam. Bij het cementeren onder rubberdam wordt een model van de tegenoverliggende kaak gebruikt om voldoende kracht uit te oefenen.

Belangrijk is dan ongeacht het materiaal het protocol altijd hetzelfde is. De posterieure elementen krijgen net zoveel aandacht als de anterieure elementen. Want functie en esthetiek gaan altijd hand in hand.

 

Dr. Maria Jesus Prevedo is restauratief tandarts.

Verslag voor dental INFO door tandarts Paulien Buijs van de lezing van dr. Maria Jesus Prevedo tijdens het NVVRT-congres Resto meets ortho.

 

Lees meer over: Casus, Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Tandbederf door eigen immuunsysteem

Uit nieuw onderzoek door wetenschappers van de University of Toronto is gebleken dat het afweersysteem van het eigen lichaam een grote bijdrage kan leveren aan tandbederf en het falen van vullingen.

Bijdrage van immuun cellen

De studie toont aan dat het verval van dentine en vullingen niet alleen door bacteriën wordt veroorzaakt, maar door de unieke activiteit van de orale immuun cellen (neutrofielen), die de effecten van bacteriën kunnen versterken. Op deze manier kan het zo zijn dat het immuunsysteem van het eigen lichaam bijdraagt aan het ontstaan van cariës.

Neutrofielen werken samen met bacteriën

Neutrofielen staan bekend als belangrijke spelers in het bestrijden van ontstekingen in het hele lichaam. Ze komen in de mondholte terecht via het tandvlees rond de tandwortels. De neutrofielen richten zelf geen schade aan het gebit, maar hechten zich aan de zuren die door de bacteriën in de mond worden geproduceerd, om zo de tanden te demineraliseren. Op dat moment eten de enzymen van zowel de immuun cellen als hun doelen zich razendsnel door het gebit heen, waarmee zij erge schade aan tandgekleurde vullingen kunnen aanrichten.

Afbreken tandgekleurde vullingen

Michael Glogauer en zijn onderzoeksteam leggen hiermee uit waarom bij zoveel patiënten bij wie cariës worden opgelost met tandgekleurde vullingen deze vullingen falen binnen vijf tot zeven jaar. Russel Gitalis, masterstudent en eerste auteur van het onderzoek: ‘Dit is de eerste studie die aantoont dat neutrofielen tandgekleurde vullingen kunnen afbreken. Dit suggereert dat neutrofielen kunnen bijdragen aan tandbederf en terugkerende cariës.’

Nieuwe preventiemethodes

De bevindingen van dit onderzoek openen deuren voor verdere studies. Zo zouden op basis hiervan bijvoorbeeld nieuwe methodes kunnen worden ontwikkeld om tandbederf door middel van immuun cellen te voorkomen.

Bron:
ScienceDirect
MedicalXpress

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z