VGT gaat implantaten voortaan zelf inkopen vanwege ‘hoge kosten’

VGZ gaat implantaten voortaan zelf inkopen vanwege ‘hoge kosten’

VGZ gaat implantaten voortaan zelf centraal inkopen vanwege “de hoge kosten die tandartsen in rekening brengen”, melden diverse media. Volgens de zorgverzekeraar kunnen zo miljoenen worden bespaard.

De inkoopprijs van een implantaat bedraagt gemiddeld 186 euro, terwijl veel tandarts-implantologen 314,04 euro (het maximale NZa-tarief voor 2019) in rekening brengen, zegt VGZ. De zorgverzekeraar vergoedt per jaar zo’n 26.000 implantaten. Als meer tandartsen zich zouden deelnemen aan een centraal inkoopbeleid zou dat volgens VGZ ongeveer 3,3 miljoen euro besparen.

Juridische stappen KNMT

De beroepsverenigingen KNMT en ANT zijn het absoluut niet eens met het VGZ-inkoopbeleid.

De KNMT overweegt juridische stappen te nemen. “VGZ zet in het artikel in de Telegraaf van woendag 6 februari tandarts-implantologen weg alsof ze alleen maar bezig zijn met het realiseren van woekerwinsten. VGZ verdraait hiermee willens en wetens de feiten”, zegt de KNMT op haar website.

De KNMT heeft in de afgelopen maanden regelmatig contact gehad met VGZ over de wijziging van het inkoopbeleid. De KNMT zegt dat VGZ “keer op keer de bezwaren heeft genegeerd”. De beroepsvereniging heeft daarom een brandbrief naar de NZa gestuurd.

ANT: VGZ leidt aandacht af van haar dubieuze inkoopbeleid voor implantaten

De ANT vindt dat “VGZ de aandacht afleidt van haar dubieuze inkoopbeleid voor implantaten.”

“De afgelopen maand hebben wij het beleid van de zorgverzekeraar regelmatig aan de kaak gesteld, waarop reactie van VGZ uitbleef. Door enkel te sturen op de laagste prijs gaat VGZ op de stoel van de zorgverlener zitten. Hierbij schuift zij de verantwoordelijkheid volledig af op tandartsen om vervolgens een financiële besparing te claimen die VGZ grotendeels in eigen zak steekt. Wij zien in het Telegraaf-artikel een uiterste poging van VGZ om de aandacht af te leiden van de gevolgen van haar mondzorg breed scherp bekritiseerde inkoopbeleid, dat de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg aantast en gebaseerd is op desinformatie”, zegt de ANT.

Verkeerd voorgelicht over deelnemende implantaatfabrikanten

Volgens de ANT zijn gecontracteerde zorgverleners verkeerd voorgelicht over de deelnemende implantaatfabrikanten. “VGZ heeft aangegeven contracten te hebben met 12 fabrikanten, waarvan de belangrijkste, Straumann en Camlog, beide betwisten een overeenkomst te hebben met VGZ. Zorgverleners die dachten met Straumann of Camlog te kunnen blijven werken, zijn daarmee op het verkeerde been gezet. Op deze wijze manipuleert VGZ met haar beleid de tandarts-implantoloog in de keuze van materialen en wordt de professionele autonomie en integriteit ondermijnd. De lijst van implantaatmerken is kort en lijkt enkel op basis van prijs te zijn samengesteld. Duurdere en daarmee veelal kwalitatief betere producten worden hiermee bij voorbaat uitgesloten. Tandartsen worden zo gedwongen te werken met systemen waarmee ze onvoldoende vertrouwd zijn en dat zal directe invloed hebben op de kwaliteit van de behandeling.”

“VGZ eist in haar contract met de zorgverlener bovendien dat deze 10 jaar volledige garantie biedt op de door VGZ gekozen en ingekochte implantaten, terwijl sommige van de leveranciers uit de lijst nog geen 4 jaar op de markt actief zijn. De in de Telegraaf geclaimde ‘besparing’ is dus in de praktijk het afwentelen van de eigen verantwoordelijkheid op tandarts én patiënt. Hier kan een vergelijking worden gemaakt met het beleid voor bepaalde medicijnen, zoals thans speelt bij Valsartan, dat door VGZ als preferent is aangewezen. De ANT wil voorkomen dat er in de toekomst problemen ontstaan omdat de zorgverzekeraar op basis van de laagste prijs en niet op basis van kwaliteit heeft ingekocht.”

Handhavingsverzoek ingediend bij de NZa

Ook de ANT is naar de NZa gestapt en heeft een handhavingsverzoek ingediend. “VGZ is voornemens haar verzekerden een te lage vergoeding te betalen voor de verzekerde zorg. De vergoeding is gebaseerd op het gemiddeld gecontracteerde tarief. Dit mag worden toegepast op het moment dat de zorgverzekeraar voldoende heeft gecontracteerd. Wij zijn van mening dat VGZ regionaal onvoldoende heeft gecontracteerd en heeft de zorgverzekeraar meermalen er op gewezen dat hij hiermee én niet aan zijn zorgplicht voldoet, én een verzekerde die noodgedwongen kiest voor een ongecontracteerde zorgaanbieder, te weinig vergoedt. Met name oudere patiënten lijken de dupe te gaan worden van het huidige beleid van VGZ. Zij zijn een belangrijke patiëntgroep die bij de tandarts terecht komen voor implantaten en/of een klikgebit.”

Besparing terug naar zorgverzekeraar

“Klanten van VGZ is beloofd dat ze als gevolg van het beleid beter af zijn. De meeste patiënten hebben meer dan één implantaat nodig, denk aan het klikgebit. Hiermee overschrijden zij de grens van hun maximaal te betalen eigen risico, en gaat de besparing op inkoop volledig terug naar de zorgverzekeraar. Ondertussen moet er gedwongen een grotere afstand worden afgelegd naar een tandarts die bovendien niet de mogelijkheid heeft de beste implantaten te kunnen gebruiken. Het is de vraag of klanten zich dit hebben gerealiseerd op het moment dat zij de keuze maakten voor een polis van VGZ”, zegt de ANT.

Tandartsen volgen beleid en regels van de NZa

De NZa heeft bij het bepalen van het tarief voor een implantaat gekozen voor de gemiddelde kosten. Hiermee behoudt de zorgaanbieder de mogelijkheid om ook duurdere implantaten te gebruiken. “Het beleid van VGZ sluit het gebruik van deze kwalitatief betere implantaten, die wetenschappelijk veel beter onderzocht zijn, nu volledig uit”, aldus de ANT.

De ANT vindt de aantijging in de Telegraaf dat tandartsen altijd goedkopere implantaten gebruiken en het verschil in eigen zak steken verwerpelijk. “Het toont aan hoe de zorgverzekeraar tegen zorgverleners aankijkt en is vooral dubieus omdat juist VGZ gaat profiteren van dit beleid. Verder is het onacceptabel dat de zorgverlener niet langer de mogelijkheid heeft om de belangen van de patiënt voorop te stellen. VGZ neemt daarmee plaats op de stoel van de zorgverlener”, sluit de ANT mee af.

Bronnen:
ANT
KNMT
Telegraaf
RTL-nieuws

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
App, telefoon

Een app die bruxisme en TMD in de gaten houdt

Onderzoekers hebben een mobiele applicatie ontwikkeld die patiënten tijdens hun dagelijkse routine monitort. Het prototype kan op een dag artsen helpen bij het diagnosticeren en bewaken van bruxisme, temporomandibulaire dysfunctie (TMD) en andere kaak-gerelateerde stoornissen.

App en EMG

Het prototype bestaat uit een smartphone applicatie en een klein draadloos elektromyografisch (EMG) apparaat dat patiënten on hun kaken dragen. Het systeem is opgezet door een internationaal team van onderzoekers. Het ontwikkelingsproces en de resultaten van deze pilotstudies staan beschreven in Clinical Oral Investigations (4 januari 2019).

Vergemakkelijken van diagnoses stellen

“Nieuwe draagbare apparaten vergelijkbaar met deze zullen steeds populairder worden in de tandheelkunde, zowel voor onderzoek als voor klinische doeleinden,” vertelt senior auteur Mauro Farella. “Ze kunnen niet alleen worden gebruikt om de kaakfunctie en het eetgedrag te controleren, maar ook om wakker- en slaapbruxisme te detecteren, waarvan diagnose stellen bijzonder uitdagend kan zijn.”

Spieractiviteit volgen

Onderzoekers en clinici gebruiken oppervlakte-EMG om samentrekkingen van de kauwspier te volgen. Het helpt bij het diagnosticeren en volgen van verschillende kaakaandoeningen. De huidige gegevensverzameling is echter beperkt tot grote, stationaire machines in laboratoria en ziekenhuizen, of draagbare machines met vervelende bedrading.

Een kwartje

“Tegenwoordig is er zeer beperkte informatie over de activiteit van de kaakspieren omdat deze van nature overdag voorkomt.” De oplossing voor het verkrijgen van die gegevens is een kleine, draadloze EMG-machine. Het nodulair apparaat bevindt zich in de wangkauwspier en detecteert contractie-activiteit. Hij wordt gevoed door een lithium-ion-batterij en weegt ongeveer hetzelfde als een kwartje.

Automatisch registeren

De draagbare EMG synchroniseert met een app die automatisch spieractiviteit registreert, kalibreert en visualiseert. De app vraagt gebruikers ook om relevante gegevens in te voeren, bijvoorbeeld wanneer ze eten, drinken of slapen.

Klein apparaat, groot resultaat

Het relatief kleine onderzoek bestond uit 12 gezonde deelnemers zonder geschiedenis van orofaciale pijn of hoofdpijn in de afgelopen maand. Er werden test uitgevoerd met behulp van software die de deelnemers begeleidde bij verschillende spier-gerelateerde taken. De tests werden gelijktijdig uitgevoerd met zowel het draadloze prototype als het traditionele systeem.

Kleine verschillen

De resultaten waren zeer vergelijkbaar. Het prototype worstelde echter tijdens sommige testen, zoals bij lachen of wanneer tanden in contact kwamen met iets. “De kleine verschillen kunnen mogelijk worden verklaar door kleine verschillen in de amplificatie en voorverwerking van EMG-signalen. De verschillen in amplitudes waren echter en zeker niet klinisch relevant.”

Lange termijn

Het team onderzoekt momenteel de lange termijn kaakspieractiviteit van patiënten met TMD-pijn, maar het prototype wordt ook gebruikt om kinderen met eetstoornissen en beroerte-patiënten met dysfagie te bestuderen.

Meer onderzoek nodig

Er zijn nog meer normatieve gegevens en controles nodig om de grenzen te identificeren tussen wat kan worden beschouwd als een normaal of abnormaal patroon van kaakconstructies, aldus Dr. Farella. Tevens moet de volgende versie van het apparaat nog slanker, gebruiksvriendelijker en goedkoper worden.

 

Bron:
Clinical Oral Investigations

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
3000 patiënten in onzekerheid na faillissement tandartspraktijk

3000 patiënten in onzekerheid na faillissement tandartspraktijk

Het voortbestaan van Tandheelkundig Centrum Compas in Emmer-Compascuum (Drenthe) is onzeker. Na het faillissement van de tandartspraktijk in december is het nog niet gelukt om iemand te vinden om de praktijk over te nemen.

Gebrek aan tandartsen

Ondanks het feit dat er genoeg kandidaten te vinden waren voor het overnemen van de praktijk, zorgde het gebrek aan geschikte tandartsen voor problemen. Waar er veel instroom is van buitenlandse tandartsen, spreken deze de Nederlandse taal nog niet en zijn zij ook niet bekend met het systeem. Daarom lukte het curator Eddy Heuzeveldt niet om de overname af te ronden.

Failliet door huren zzp’ers

Als gevolg is het Tandheelkundig Centrum Compas nu gesloten en zitten drieduizend patiënten zonder tandarts – zonder een andere praktijk in de buurt als alternatief. De tandarts ging failliet omdat hij zelf vanwege medische problemen zijn werk niet voort kon zetten en daarom door moest met het huren van zzp’ers. Aangezien dit hogere kosten en lagere inkomsten met zich mee bracht moest de praktijk eind januari definitief worden gesloten.

Hoop op doorstart

Na de aankondiging van het sluiten hebben twee potentiële overnamekandidaten zich toch nog gemeld. Heuzeveldt hoopt dat met een van hen de praktijk toch een doorstart kan maken.

 

Bron:
RTV Drenthe,
Dagblad van het Noorden

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Y-borstel: de tandenborstel die je tanden binnen 10 seconden poetst

Y-borstel: de tandenborstel die je tanden binnen 10 seconden poetst

Twee keer per dag je tanden uitgebreid poetsen voor ten minste twee minuten, zo luid het advies. Mensen vinden dit echter te lang en houden zich vaak niet aan dit advies. Het Franse bedrijf FasTeesH besloot daarom een automatische tandenborstel te ontwikkelen die je gebit binnen tien seconden schoonmaakt.

Y-borstel

Deze tandenborstel, bekend onder de naam ‘Y-borstel’, is een ware gadget. De Y-borstel heeft een mondstuk dat bij iedere beurt de helft van het gebit schoonmaakt. De voorkant van de borstel bestaat uit een klein handvat met een vibrerende motor die binnen tien seconden een poetsbeurt verricht.

Voor iedereen

De Y-borstel is verkrijgbaar in verschillende formaten zodat zowel jong als oud de tandenborstel kunnen gebruiken. Bovendien is de tandenborstel erg gebruiksvriendelijk volgens de fabrikant.

Gebruiksaanwijzing

Zoals bij een normale tandenborstel, moet er eerst tandpasta op het mondstuk worden geplaatst. De Y-borstel kan vervolgens als een bitje om de tanden geplaatst worden. Zodra de motor aanstaat, maak je vijf seconden lang kauwbewegingen. Herhaal het proces hierna en plaats de borstel nu omgedraaid in de mond. Na het poetsen kan de borstel gewoon met water worden schoongespoeld. In onderstaande video is te zien hoe het apparaat precies functioneert.

Nog even wachten

Het product is vanaf april te koop voor 125 dollar (omgerekend ongeveer 109 euro).

Youtube video:


Bron: y-brush.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Op 1 februari vond het congres PARO2019 plaats in de RAI in Amsterdam. Meer dan 1.100 tandartsen, mondhygiënisten, tandarts(preventie-assistenten) en studenten namen deel aan het congres dat als thema had: “Succesvol behandelen van parodontitis in de algemene praktijk”.

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Congres PARO2019 – een foto-impressie

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Wim Kluter

“Passende mondzorgverlening voor kwetsbare ouderen wordt een steeds groter en complexer probleem!”

Het belang van een goede mondzorg voor kwetsbare ouderen wordt steeds meer onderkend. De Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) zet zich hier op verschillende manieren voor in. dental INFO sprak met Wim Klüter, voorzitter van de NVGd.

Wat doet de NVGd?

“De NVGd heeft als doel het bevorderen van de mondzorg voor kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen. Dit doen we op verschillende manieren. We bevorderen wetenschappelijk onderzoek op het gebied van gerodontologie en proberen de mondzorgverlening aan de ouderen te verbeteren. Zo ontwikkelen we bijvoorbeeld protocollen en kwaliteitsbevorderende activiteiten. Ook organiseren en ondersteunen we regionale studiegroepen, cursussen, congressen en post-initiële differentiatieopleidingen. Hiermee bewaken en verhogen we het competentieniveau van beroepsbeoefenaren. Ook biedt de NVGd een platform aan mondzorgverleners om met elkaar van gedachten te wisselen, ervaringen uit te wisselen en richting te geven aan nieuw beleid.”

Daar is nog steeds behoefte aan?

”We staan aan de vooravond van een enorme verandering in de zorg. We zullen de komende jaren – volgens mijn persoonlijke mening – meer een branchevereniging moeten worden. Daarnaast moeten we de specifieke mondzorgproblematiek van ouderen uitdragen richting (para)medische beroepsbeoefenaren, de doelgroep zelf en hun naasten. Het wordt steeds duidelijker dat er een relatie is tussen de mondgezondheid en de algemene gezondheid. Het is belangrijk dit uit te dragen naar andere zorgverleners, zoals huisartsen, verpleegkundigen, verzorgenden, diëtisten en logopedisten. De NVGd staat specifiek open voor alle drie de erkende beroepsbeoefenaren in de mondzorg: tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici, maar ook voor artsen en overige geïnteresseerden. Ouderenzorg is gebaseerd op multidisciplinaire samenwerking!”

Wat is de problematiek van kwetsbare ouderen in relatie tot mondzorg?

“Door de sterk verbeterde mondzorg en de bewustwording van het belang van een gezond gebit, behouden steeds meer ouderen tot op hoge leeftijd hun natuurlijke tanden en kiezen. Het overgrote deel van babyboomgeneratie is dentaat, heeft veel mondzorg geconsumeerd, is veel mondiger en eisender en bewuster van het belang van een goede mondgezondheid. Men heeft veel geld in het gebit geïnvesteerd en wil de eigen dentitie tot in lengte van dagen behouden.

Met het ouder worden ontstaan echter meer ziekten en daaraan gekoppeld neemt het medicijngebruik toe. Door fysieke gebreken kan het moeilijker worden de mondverzorging op peil te houden, zeker als tandartsen complexe constructies hebben aangebracht waardoor het onderhoud moeilijker wordt, zoals kronen, bruggen en/of frames met precisieverankering. Daarnaast hebben steeds meer ouderen orale implantaten om een gebitsprothese houvast te geven. Een dergelijke complexe mondsituatie vraagt om goed onderhoud. Door polyfarmacie en gevolgen van multimorbiteit kan de mondgezondheid in gevaar komen, denk daarbij bijvoorbeeld aan de toename van (wortel)cariës als gevolg van xerogene medicatie.”

Geldt dit voor alle ouderen?

“Het gezond houden van de mond wordt vooral lastig wanneer er zich fysieke of psychosociale problemen voordoen. Manuele vaardigheden en mobiliteit nemen af en daarmee wordt ook de fysieke toegang tot de mondzorgpraktijk moeilijker. Het belang van een gezonde mond krijgt een lagere prioriteit dan onmiddellijk merkbare (medische) problemen. Bij cognitieve problemen wordt goed gebitsonderhoud vrijwel onmogelijk. De levenskwaliteit en de algemene gezondheid kunnen hier sterk onder lijden. Niet zelden zien we dat bij toenemende kwetsbaarheid de noodzakelijke voedselinname in gevaar komt door slecht gebitsonderhoud. Passende mondzorgverlening voor kwetsbare ouderen wordt een steeds groter en complexer probleem!”

De behoefte aan mondzorg neemt dus toe?

“Ja, we worden straks geconfronteerd met een grote vraag naar tandheelkundige zorg bij ouderen, doordat mensen tegenwoordig tot op veel hogere leeftijd over hun eigen dentitie beschikken. We hebben hiervoor veel menskracht nodig! Straks zullen er meer mondzorgverleners nodig zijn die bekwaam zijn in het verlenen van deze zorg. Niet elke mondzorgverlener die in een algemene praktijk werkt, heeft de benodigde kennis en ervaring om dit adequaat aan te pakken. Het vraagt om een specifieke attitude en aanpak, het accent ligt veel meer op preventie dan op curatie. Verder is het is heel duidelijk dat de mondzorg aan (kwetsbare) ouderen vanuit de algemene mondzorgpraktijk zal moeten plaatsvinden (puur op basis van aantallen).

De NVGd streeft naar gespecialiseerde, integrale en interdisciplinaire eerstelijnsmondzorg, die lokaal of regionaal georganiseerd is. Daarnaast is hulp vanuit de algemene mondzorgpraktijk absoluut noodzakelijk op basis van beschikbare menskracht.”

Waarom richt de NVGd zich alleen op ouderen die nog thuis wonen?

“Voor de NVGd is de zorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen veel betekenisvoller dan de intramurale zorg. Ouderen in een zorginstelling vallen veelal onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Met het in 2017 door Zorginstituut Nederland uitgebrachte pakketadvies ‘Goede zorg voor de meest kwetsbare cliënten’ worden de problemen vanaf 2020 voor de institutionele zorg opgelost. Elke intramuraal verblijvende cliënt krijgt dan alle zorg (dus ook mondzorg) die hij of zij vanuit de Wlz nodig heeft.

De laatste jaren zijn de criteria om in een zorgcentrum te komen aanzienlijk verzwaard. Bovendien is het huidige beleid er op gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Dit betekent dat thuiswonende ouderen een veel complexere medische status en zorgvraag hebben dan pakweg vijftien jaar geleden. We zien al jarenlang dat de mondgezondheid van nieuw opgenomen bewoners van zorgcentra slecht is. De gebitsverwaarlozing begint in de thuissituatie vanaf het moment dat men kwetsbaar wordt. De zorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen is dan ook veel belangrijker (nijpender) en doelmatiger dan de intramurale zorg. Bovendien verblijven ouderen nog slechts kort in een zorginstelling. Dit laatste stadium van ons zorgstelsel is een sterfhuis geworden. Door hun gecompliceerde medische status is de mondzorgverlening aan bewoners van zorgcentra merendeels palliatief van aard.”

Er lopen al een aantal projecten voor kwetsbare ouderen zoals het landelijke project ‘De Mond niet Vergeten’ en ‘100.000 monden gezonder’, dat in samenwerking met Buurtzorg Nederland en de GGD Flevoland van start is gegaan. Is de NVGd daar ook bij betrokken?

“Beide projecten zijn geïnitieerd door gerespecteerde leden en vrienden van de NVGd. De NVGd participeert in de klankbordgroep van beide projecten en levert expertise daar waar nodig. Onze leden nemen deel aan de lokale initiatieven van de ‘De Mond niet Vergeten’.

De NVGd is bijzonder trots op wat het project ‘De Mond niet Vergeten’ tot dusver heeft bereikt. Dit project heeft als doel dat adequate mondzorg voor thuiswonende zorgafhankelijke ouderen over enkele jaren in ons land grotendeels gemeengoed is en dat elke partij in de zorg daaraan zijn bijdrage levert. Het is een uiterst geslaagd project waar de door ons gewenste domeinoverstijgende samenwerking echt tot stand is gekomen. Het is jammer dat de inbreng van de huisartsen achterblijft, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de enthousiaste samenwerking met wijk- en thuiszorg.”

Waar is de NVGd verder nog mee bezig?

“Momenteel beraden we ons hoe onze dienstverlening en ledenactiviteiten er in de komende jaren uit moeten zien. De maatschappij en de omstandigheden waaronder we ons vak uitoefenen, veranderen. Als bestuur zijn we bezig met de vraag ‘Blijven we een ‘standaard’ wetenschappelijke vereniging met circa twee ledenactiviteiten per jaar? Of worden we een (pro)actieve branchevereniging, die zich sterk maakt voor nieuw beleid en de door onze leden gewenste veranderingen?’ Het draait om de existentiële vragen ‘Wat wil je met je vereniging bereiken, wat is je missie en visie en welk doel streef je na?’ We organiseren binnenkort een ledenraadpleging om de gewenste koers voor de toekomst te bepalen.”

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Wim Klüter, voorzitter van de NVGd.

Wim Klüter is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd). Hij werkt als tandarts in zijn algemene praktijk in Overasselt en bij diverse woonzorginstellingen. Sinds januari is hij ook coördinator van het ouderenonderwijs van de opleiding tandheelkunde aan het RadboudUMC. Verder maakt hij deel uit van de opleidingscommissie van de differentiatieopleiding tandarts-geriatrie bij de BT-Academy en werkt hij voor het CBT Rosmalen-Nijmegen.

Jaarcongres van het European College of Gerodontology (ECG), 15 en 16 mei, Amersfoort

Het jaarcongres van het European College of Gerodontology (ECG) zal in 2019 worden gehouden in Nederland. Woensdag 15 mei en donderdag 16 mei zijn vooraanstaande internationale deskundigen op dit terrein bij elkaar en geven workshops en lezingen.

Lees ook het interview over het jaarcongres van het European College of Gerodontology

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Brug of implantaat? Een dagelijks dilemma

Brug of implantaat? Een dagelijks dilemma

De keuze welke oplossing het meest geschikt is voor de opvulling van een diasteem ter grootte van één enkel element komt regelmatig voor in de dagelijkse praktijk. Indien de voorkeur uitgaat naar een vaste voorziening dan zijn zowel een (ets-) brug als een implantaatgedragen kroon een mogelijkheid. Maar zijn beide opties even voorspelbaar en duurzaam? Wat mag een patiënt ervan verwachten? Of anders gezegd, waar hangt de indicatie of contra-indicatie van de twee mogelijkheden van af? Zijn er biologische en/of restauratieve parameters die kunnen bijdragen om een gedegen keuze te maken en zo ook de patiënt te kunnen informeren?

Verslag van de lezing van Martijn Moolenaar, tandarts/implantoloog, prosthodontist en eigenaar van het Dental Design Center in Blaricum.

Een patiënt komt bij je met een missende tand of kies. Met enige regelmaat krijgen we te maken met dit dilemma. Wat zijn de mogelijkheden? Wat leggen we aan onze patiënten voor? En als de patiënt wil gaan voor een vaste voorziening; een etsbrug, een conventionele brug of een implantaat, kunnen we ons advies dan ook wetenschappelijk onderbouwen?

Bij een dergelijke casus zal eerst een ‘risk assessment’ moeten worden uitgevoerd. Waarbij gekeken wordt naar esthetiek, functie, structuur en biologie. Verder worden de volgende factoren mee gewogen.

  • Wens van de patiënt
  • Leeftijd (liefst implanteren uitstellen totdat de groei is gestopt/ afgeremd)
  • Locatie in de tandboog
  • Conditie buurelementen
  • Conditie parodontium
  • Conditie pulpa
  • Type occlusie en functie

De etsbrug

Hoe lang gaat een etsbrug mee? Onderzoek geeft aan dat een etsbrug met één vleugel het beter doet dan met twee vleugels. Bij een ontwerp met twee vleugels kan een breuk ontstaan bij één van de vleugels doordat beide pijlers los van elkaar bewegen. 10-jarige data van Kern et al. uit 2011, waarbij één vleugel met twee vleugels werden vergeleken, tonen overlevingspercentages van etsbruggen met twee vleugels van 73.9% en met één vleugel van 94.4 % na 10 jaar. In dit onderzoek werden etsbruggen van glas geïnfiltreerde aluminia geplaatst, waardoor het mogelijk was de etsbruggen aan het pijlerelement te hechten.
Een systematic review door Thoma DS et al. concludeerde in 2017 dat de resultaten van etsbruggen in het front beter zijn dan in de zijdelingse delen en in de bovenkaak beter dan in de onderkaak. Ook kwamen zij tot de conclusie dat een etsbrug met 1 vleugel superieur is ten opzichte van een etsbrug met twee vleugels. Zirconium kwam uit de review als beste onderstructuur naar voren. Verder rapporteerde de review overlevingspercentages van 91.4% na 5 jaar en 82.9% na 10 jaar.

De vijfjaars data met betrekking tot zirkonium etsbruggen zijn heel goed, de meest voorkomende problemen van zirconium etsbruggen zijn de-bonding en chipping. Het overlevingspercentage ligt na 5 jaar wel op 100%. Hechting aan de pijler kan alsnog worden verkregen door de vleugel te voorzien van een keramisch laagje.

Metalen vleugels

Een specifieke groep zijn tieners met agenetische laterale incisieven die klaar zijn met de orthodontie, maar nog te jong voor implantologie. Waar kies je dan voor. In deze transitiefase kan een etsbrug met twee metalen vleugels een goede optie zijn. Contra-indicaties hierbij zijn:

  • een diepe overbeet
  • elementen die in eversie staan
  • mobiliteit van de buurelementen
  • translucentie van de buurelementen

Voordeel van een dergelijke tijdelijke etsbrug met metalen vleugels is dat deze makkelijk te herplaatsen is, vooral bij een overgangssituatie naar implantologie.

De conventionele brug

De conventionele brug is natuurlijk eveneens een optie voor een vaste voorziening ter vervanging van een missend element. Deze optie is behoorlijk meer invasief; de buurelementen worden voorzien van een volledige omslijping. Uit onderzoek komt naar voren dat na omslijping van een element de kans op verlies van het element 16 x vergroot is. Verder blijkt dat bij gekroonde elementen in 3 -33 % van de gevallen sprake is van endodontische problematiek. Dit terwijl endodontisch behandelde elementen op hun beurt weer geassocieerd zijn met een gereduceerde overleving.
Veelvoorkomende problemen die bij conventionele bruggen zijn: secundaire cariës, chipping, los komen van de restauratie. Het fenomeen chipping komt voornamelijk voor bij bruggen met een zirconium onderstructuur. Pjetursson et al. keken ook naar de survival in hun systematic review. Bruggen van metaal porselein lieten na 5 jaar een survival zien van 94.4%, versterkt glaskeramiek 85.9%, glas geïnfiltreerd aluminium 86.2% en zirconium 90.1 %.

Het wil nog wel eens voorkomen dat zirconium restauraties een te losse fit hebben. Daardoor kan een randspleet ontstaan en is de kans op secundaire cariës verhoogd. Bij constatering van een te losse pasvorm is het belangrijk om in overleg te treden met je tandtechnicus. Om zo samen het eindresultaat van je indirecte restauraties te verbeteren. Zoek een goed en warm contact met je keramist.

Het implantaat

Ten slotte kan een diasteem opgevuld worden met een implantaatkroon. Groot voordeel van een implantaatkroon is dat de buurelementen intact blijven. Maar hoe zit het met de overleving van een implantaat en implantaatkroon en met welke complicaties zouden we verder rekening moeten houden?
Jung et al rapporteren in hun systematic review in 2012 een overlevingspercentage na 10 jaar van 95,2% van het implantaat en 89.4% van de implantaatkroon. Overleving is zeker een belangrijke uitkomstmaat, maar hoe zit het met de ‘kwaliteit van overleven’. In hun review rapporteren Jung et al ook over de biologische en technische complicaties die kunnen optreden bij implantaatkronen.

Biologische complicaties

  • soft tissue complicaties (7,1%)
  • meer dan 2 mm botverlies (5,2%)
  • esthetische complicaties (7,1%)

Technische complicaties

  • los komen van de schroef (8,8%)
  • verlies van retentie (4,1%)
  • chipping (3,5%)

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Cosyn et al (2016) zijn de hoge overlevingspercentages bij enkeltandsvervanging door middel van een implantaatkroon. Na een jaar werd midbuccaal wel enige recessie waargenomen. Bovendien was bij 8 van de 17 geïncludeerde implantaatkronen sprake van esthetische complicaties.

Ten slotte zal ook orthodontie als optie meegenomen moeten worden in de besluitvorming. Naast de besproken vaste voorzieningen behoort het orthodontisch sluiten van het diasteem in veel gevallen ook tot een optie.
Om een patiënt goed te kunnen adviseren bij de besluitvorming is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de mogelijke behandelopties. Daarbij lijkt kennis van de laatste wetenschappelijk ontwikkelingen onontbeerlijk. Het eindresultaat is niet alleen afhankelijk van u als operateur, maar komt tot stand door teamwork. Een warme band met uw tandtechnicus is daarbij van groot belang.

Martijn Moolenaar is tandarts/implantoloog, prosthodontist en eigenaar van het Dental Design Center in Blaricum. Hij studeerde tandheelkunde op ACTA waarna hij zich specialiseerde in de esthetische restauratieve tandheelkunde en implantologie. Ook is hij sinds 2005 als specialist geregistreerd bij de NVOI. Hij is actief lid van de AES (Am. Equilibration Society), de AAFP (Am. Ac. for Fixed Prosthodontics), de EAED en van een internationale studiegroep op het gebied van esthetische tandheelkunde en implantologie. Tevens is hij bestuurslid van de NVVRT. Martijn Moolenaar geeft veel lezingen en workshops in zowel binnen- als buitenland op het gebied van de esthetische tandheelkunde en implantologie.

Verslag door tandarts en praktijkeigenaar Nynke Tymstra, voor dental INFO, van de lezing van Martijn Moolenaar tijdens het congres Restaureren van Bureau Kalker

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Uncategorized
“Preventie is de mooiste kant van het vak.”

“Preventie is de mooiste kant van het vak.”

Saskia den Hartog is uitgeroepen tot Mondhygiënist van het jaar 2019. Ze zit al ruim 25 jaar in het vak, organiseert studiereizen en is praktijkvisiteur. Lieneke Steverink-Jorna, zelf Mondhygiënist van het jaar 2013, interviewde haar voor dental INFO.

Uitverkiezing Mondhygiënist van het jaar

Op vrijdag 25 januari 2019 werd tijdens het VPM-congres bekend gemaakt wie zich Mondhygiënist van het jaar 2019 mag noemen. De jury had de keus uit drie genomineerden: Maja Koster-Faasen, Saskia den Hartog en Saskia ten Brinke. Saskia den Hartog ging er uiteindelijk met de prijs vandoor.
Saskia werd genomineerd door haar hartsvriendin en zakenpartner Lisette van der Harst. Lisette verraste haar vriendin door haar in het zonnetje te zetten. Op haar Facebook post ze: “Toen wij ruim 25 jaar geleden de opleiding mondhygiëne deden, was het al snel duidelijk dat jij het vak ‘in de vingers had’. Samen schreven we onze scriptie over geriatrie. Omdat Saskia de kleine dappere dodo geen gasbrander voor het eerste praktijktentamen durfde aan te steken, mocht ik dat doen. Zo vulden we elkaar toch weer goed aan. Je studeerde cum laude af en voor mij was je altijd al de beste mondhygiënist ter wereld!”

Na de prijsuitreiking

De dag na de prijsuitreiking ging Saskia gewoon aan het werk. Ze vertelt: “Mijn mondhygiënepraktijk was versierd door mijn collega’s en ik kreeg veel felicitaties op social media en mailtjes van tandartsen. Ik kreeg zelfs een bloemetje van een patiënt. Andere patiënten reageerden met: “We wisten het wel! Je bent de beste!”

Begonnen als tandartsassistente

Hoe werd Saskia eigenlijk mondhygiënist? “Ja, dat is een mooi verhaal…”, zegt ze. “Na mijn VWO wilde ik iets met reizen gaan doen. Daar waren enkel particuliere opleidingen voor en die waren te duur. Dus ik besloot dan maar een of twee jaar te gaan werken om daar geld voor te sparen. Toen zag ik een advertentie met ‘tandartsassistente gezocht’. Ik ben maar gewoon op gesprek gegaan, want dat leek me wel leuk. Ik vertelde eerlijk dat ik geld nodig had voor die opleiding. Die tandarts vond dat een mooi streven en ach, hij hoefde zelf ook nog maar twee jaar te werken. Dus ik ging daar aan de slag en maakte voor het eerst kennis met de mondhygiënist. Ondertussen had de dochter van de tandarts de opleiding gedaan die ik ook wilde doen. Toen bleek dat zij slechte ervaringen had met het werkveld. Ze kon geen goede baan vinden. Dus toen wilde ik dat ook niet meer.”

Opleiding mondhygiënist

Maar wat dan wel? “Tandheelkunde studeren zag ik niet zitten, dat duurde me te lang. Het trok me ook niet, want boren en trekken ervaar ik als het kapot maken van het gebit. Zo kwam ik op het idee om mondhygiënist te worden. Preventie sprak mij veel meer aan. De tandarts was zo enthousiast dat hij mijn collegegeld heeft betaald!” Preventie vindt ze nog steeds de mooiste kant van het vak: “Geweldig als een laesie weer hard wordt, daar doe je het voor!” Dat Saskia haar vak met haar hart uitvoert, is te merken als ze doorpraat: “Je hoeft dit niet in het interview te zetten hoor, maar ik voel die maatschappelijke verantwoordelijkheid nu eenmaal. Zo geven we ook Dopper-flesjes weg om het drinken van water te promoten. Ik vraag ouders ook of ze soms bij hun kinderen zomaar vier klontjes suiker in de thee of koffie zouden doen. Natuurlijk doen ze dat niet en dan vertel ik dat er in die pakjes drinken minstens vier klontjes zitten. Zo motiveer je hen om water te drinken.”

Eerst in loondienst

Voordat Saskia haar vrije vestiging startte, werkte ze zeven jaar in loondienst. Eerst in drie verschillende praktijken en uiteindelijk bleef ze in eentje hangen. Ze werkte hier bij een zeer secure tandarts en daar heeft ze veel van geleerd. “Bijvoorbeeld om meer naar de hele mond te kijken, maar ook over administratieve taken. Over facturering, verzekeraars en over eerlijkheid. Dat je moet verwijzen als je weet dat iemand anders een betere behandelaar is. Dat het belangrijk is, dat mensen in de goede stoel terecht komen.”

Nu eigen praktijk

Ze heeft nu al 18 jaar haar vrije vestiging en heeft een sterke band met patiënten. Soms kunnen ze niet meer naar de praktijk komen en halen Saskia en haar collega’s die mensen eventjes op van huis. “Dat doen we bijvoorbeeld als de partner is weggevallen en er niemand is die ze kan brengen. Je hebt zo’n band met die mensen…., het is een kleine moeite… We doen het gratis en dat vinden ze echt een geweldige service. En als we zo’n iemand weer naar huis brengen, dan is dat zo gezellig. We babbelen onderweg en vaak krijgen we nog een kopje koffie bij ze thuis.”

Smiles.world

Saskia is niet alleen druk in haar eigen praktijk, maar doet daarnaast nog veel meer. Zo zette ze samen met Lisette van der Harst ‘Smiles.world’ op. Ze wilden hun jubileum als mondhygiënist met een cursus in het buitenland vieren. Deze konden zij echter niet vinden en dat bleek dus een gat in de markt te zijn. Daarom begonnen ze samen een onderneming voor studiereizen voor mondhygiënisten. Het bleek een waar succes.

Praktijkvisiteur

Ook is Saskia praktijkvisiteur. “Het is leuk om bij anderen te kijken, een beetje de kunst af te kijken. Ik wil niet na 30 jaar mijn hokje uitkomen, ik wil wel om me heen blijven kijken, kansen zien en creëren. Toen ik net mijn diploma had, wilde ik eerst iets in het onderwijs doen. Ik vond mijzelf echter te jong om op het HBO les te geven. Het is nog een droom om studenten te helpen om een echte goede mondhygiënist te worden.” Ze wil hen enthousiasme meegeven. “Dat is belangrijk, want enthousiasme betekent dat je kwaliteit uitstraalt en daardoor krijg je een betere band met de patiënt. Door een betere band krijg je als mondhygiënist meer voor elkaar. Ik wil mijn ervaring doorgeven. Zo geef ik nu op een heel andere manier instructie. Bijvoorbeeld door te zeggen dat patiënten het zichzelf echt mogen gunnen, dat ze het waard zijn om goed voor zichzelf te zorgen.”

Ambassadeur voor mondhygiënisten

Saskia beseft dat ze nu een ambassadeur is voor de mondhygiënisten. Zij heeft daarom een boodschap voor iedereen die in de mondzorg werkt: “We moeten met z’n allen streven naar kwaliteit en elkaar iets gunnen. Samenwerken is belangrijk en is het leukst. Ik ken vele tandartsen waarmee ik leuk samenwerk. Soms denken tandartsen dat je als mondhygiënist met een vrije vestiging je volledig wilt afkoppelen van de tandarts. Ik wilde zelf beslissen over de behandeltijd, mijn eigen materiaal kiezen en dat soort dingen. Dat was mijn motivatie om een vrije vestiging te starten. Ik hoef nu niet steeds verantwoording af te leggen waarom ik iets de beste manier van behandelen vind. Ik werk heel graag samen met tandartsen en dat lukt meestal heel goed. De liefde moet wel van beide kanten komen. Ik gun iedereen een leven lang een stralende glimlach. Dat is mijn doel. Als het doel van jou als tandarts hetzelfde is, dan werken we gewoon samen. Zo simpel is het.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Opinie, Thema A-Z
De kosten en kwaliteit van mondgezondheid van implantaten vs. protheses

De kosten en kwaliteit van mondgezondheid van implantaten vs. protheses

Zowel dentale implantaten als tandprotheses bieden een goede oplossing voor missende tanden, met elk verschillende voor- en nadelen. In een nieuwe studie vergeleken Arai Korenori en zijn team van de orale implantologie afdeling aan de Osaka Dental University in Japan de kosten en kwaliteit van mondgezondheid van deze twee oplossingen op de lange termijn.

Korenori en zijn team voerden een gezondheidstechnologie beoordeling uit om de kosten en kwaliteit van de twee behandelingen voor het verlies van een of meerdere tanden te kunnen vergelijken.

Vergoeding door zorgverzekering

De kostenanalyse werd gebaseerd op het hedendaagse zorgverzekeringslandschap in Japan. Hier worden protheses namelijk wel vergoed, maar moeten implantaten uit eigen zak worden betaald. De onderzoekers waren daarom benieuwd of het kosten-efficiënter is om een prothese te nemen, die wordt vergoed door de verzekering, of om zelf te betalen voor het krijgen van implantaten.

Kwaliteit van mondgezondheidsindex

Om hierachter te komen werden 560 patiënten die een kies in hun onderste kaak zijn verloren gevraagd om een kwaliteit van mondgezondheidsenquête in te vullen. Deze patiënten kregen een implantaat, een vaste tandprothese, een verwijderbare tandprothese, of geen enkele behandeling bij de tandheelkundige universiteit in Osaka. De kwaliteit van mondgezondheid werd bepaald door middel van een score, waarbij 0 staat voor helemaal niet tevreden en 1 voor heel erg tevreden. Hieruit bleken de volgende resultaten:

Implantaten hogere kwaliteit van mondgezondheid, protheses kosten-efficiënter

De patiënten met succesvolle implantaten scoorden het hoogst in kwaliteit van mondgezondheid, opgevolgd door het nationaal gemiddelde van Japan en de patiënten met succesvolle protheses. De kostenanalyse die de onderzoekers deden toont aan dat protheses wel een betere kosten-efficiëntie bieden voor patiënten die het liefst minder zelf willen betalen. Implantaten worden ook gezien als relatief kosten-efficiënt, maar kosten in Japan wel gemiddeld €1.850,- meer dan vergoede protheses.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Implantologie, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Esthetische kroonverlening in het front

Esthetische kroonverlening in het front

Deze video laat zien hoe de lachlijn verbeterd kan worden met behulp van kroonverlenging en een frenectomie. Een kroon breedte-lengte ratio van 70-80 % is gewenst als ideaal. Voorafgaand aan de chirurgie wordt hiervoor een digitale planning gemaakt.

In deze video wordt tijdens de chirurgie onder andere gebruik gemaakt van ‘Chu’s proportion Gauge’ om de juiste ratio te verkrijgen. Bij een kroonverlenging worden de gingiva grenzen en botgrenzen aangepast. Voor hercontourering van het bot vindt eerst een osteotomie plaats. Hierbij wordt verticale botverwijdering uitgevoerd van het ondersteunende bot en vervolgens wordt een osteoplastiek uitgevoerd waarbij het niet ondersteunende bot wordt gehercontoureerd.

Lees meer over: Chirurgie, Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z, Video
Zes miljoen Invisalign patiënten

Zes miljoen Invisalign patiënten

Align Technology heeft aangekondigd de zes miljoenste Invisalign patiënt bereikt te hebben. De markt voor deze innovatieve, bijna onzichtbare beugel blijft sterk groeien. 1,4 miljoen van de patiënten zijn tieners.

12-jarige Yuzhe is zes miljoenste patiënt

De 12-jarige Yuzhe uit China is de zes miljoenste Invisalign patiënt. Zij begon haar behandeling in oktober 2018 bij dokter Jiawei Wo. Het is niet verrassend dat de zes miljoenste patiënt afkomstig is uit China, aangezien dit de een na grootste afzetmarkt voor Invisalign is. Sinds de lancering van Invisalign in China in 2011 is het aantal Chinese patiënten elk jaar verdubbeld.

Groei van Invisalign in China

Julie Tay, Align Techology’s senior vice-president en directeur van het Aziatisch-Pacifisch gebied erkent de rol van China in de groei van Invisalign: ‘Ik was heel blij en trots om de horen dat de zes miljoenste patiënt uit Azië afkomstig is. China is voor ons de snelst groeiende markt met rond de 70 procent groei per jaar. Ik weet dat zeker dat er nog veel meer ruimte is voor groei, om miljoenen jonge patiënt als Yuzhe te helpen door middel van een Invisalign beugel’.

Six Million Invisalign Smiles

Om deze belangrijke mijlpaal te vieren en om verdere uitbreiding te stimuleren zal Yuzhe worden ingezet in de volgende Invisalign campagne: ‘Six Million Invisalign Smiles’. Hierin worden Yuzhe en haar familie gevolgd in de volledige Invisalign behandeling.

Bron:

Dentistry.co.uk

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
suiker

Britse kinderen consumeren dagelijks acht suikerklontjes meer dan aanbevolen

Britse kinderen hebben de aanbevolen suikerinname van een 18-jarige overtroffen tegen de tijd dat ze 10 jaar zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Public Health England (PHE).

Cijfers die uit dit onderzoek volgen laten zien dat kinderen elke dag gemiddeld acht suikerklontjes meer consumeren dan dat er wordt aanbevolen. Dit ondanks het feit dat de suikerinname door kinderen de afgelopen jaren licht is gedaald.

Te veel suiker

“Kinderen consumeren te veel suiker,” zegt Dr. Alison Tedstone, chef voedingsdeskundige bij de PHE. “Ouders kunnen nu actie ondernemen om te voorkomen dat dit de komende jaren stijgt.”

Om dit voor drukke gezinnen gemakkelijker te maken, biedt Change4life – een initiatief van de Britse NHS, het openbare gezondheidszorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk – een eenvoudige oplossing volgens Tedstone. De cijfers komen voort uit een nieuwe campagne om gezinnen te helpen bij het terugdringen van suikerinname.

Ouders worden aangemoedigd om bij het winkelen te kiezen voor gezondere versies van wat ze normaal consumeren. “Door dagelijks eenvoudige veranderingen door te voeren, kunnen kinderen gezondere versies van alledaagse voedingsmiddelen en dranken krijgen, waardoor hun suikerinname aanzienlijk vermindert.”

‘Puddingbelasting’

PHE vraagt de regering ook om een ‘puddingbelasting’ te overwegen als fabrikanten er niet in slagen het suikergehalte in hun producten te verlagen. Het grootste gedeelte van suikers die kinderen consumeren komen voort uit suikerhoudende dranken, snoepjes, koekjes en pudding.

 

Bron: dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Saskia den Hartog uitgeroepen tot Mondhygiënist van het Jaar 2019

Saskia den Hartog uitgeroepen tot Mondhygiënist van het Jaar 2019

Tijdens het 15e VPM-congres ‘Mondgezondheid doe je samen’ dat op vrijdag 25 januari 2019 is georganiseerd in De Landgoederij te Bunnik (Utrecht) is Saskia den Hartog uitgeroepen tot Mondhygiënist van het Jaar 2019. Maja Koster-Faasen en Saskia ten Brinke werden genomineerd.

De prijs, bestaande uit een cheque ter waarde van € 1000,- te besteden aan bij- en nascholingsactiviteiten, ontving zij uit handen van Judith Baldi, dagvoorzitter het congres en tevens juryvoorzitter.

Haal- en brengservice voor ouderen en studiereizen

De jury waardeert de grote inzet en motivatie van alle kandidaten en die van de bevlogen genomineerden in het bijzonder. Grote waardering heeft de jury voor de haal- en brengservice voor ouderen in de praktijk van Saskia den Hartog. Ook bijzonder is de mogelijkheid van huisbezoek als bezoek aan de praktijk niet meer mogelijk is. Door de organisatie van studiereizen voor mondhygiënisten kan Saskia zichzelf blijven ontwikkelen en tilt zij het beroep naar een hoger plan. Kortom, Saskia den Hartog wordt als een lichtend voorbeeld gezien voor het beroep mondhygiënist, voor collega’s en bovenal voor mens en maatschappij.

Nominatie Maja Koster-Faasen

Mondhygiënist Maja Koster-Faasen is genomineerd vanwege het feit dat zij een ondernemende mondhygiënist is die veel energie steekt in het promoten van het beroep en de titel mondhygiënist op alle fronten van social media. Dat doet ze met een flinke dosis humor die de communicatie ten goede komt.

Nominatie Saskia ten Brinke

De nominatie van mondhygiënist Saskia ten Brinke is gebaseerd op haar standpunten, namelijk: kwaliteit leveren (iets dat voor iedere mondzorgprofessional zou moeten gelden) en samenwerken teneinde de mondzorg en de mondhygiëne in Nederland op een hoger plan te krijgen.

Vanaf 2012 zet de Vereniging Promotie Mondhygiëne (VPM) een mondhygiënist in het zonnetje, die zich op een bijzondere, vernieuwende dan wel beroepsoverstijgende wijze de mondgezondheid bij haar/zijn patiënten bevordert of een belangrijke meerwaarde levert aan het beroep en/of de positie van de mondhygiënist. Eerdere mondhygiënisten van het jaar zijn: Bertine van Roy, Lieneke Steverink-Jorna, Judith Bout en Thérèse Elkerbout.

Leden van de VPM zijn: Advanced Dental Diagnostics, Hu-Friedy, Johnson & Johnson Consumer, Mylan, Philips Oral Healthcare en TePe.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Consumentenprogramma KASSA over facings met KNMT-bijdrage

Consumentenprogramma KASSA over facings

Op 19 januari besteedde het consumentenprogramma KASSA aandacht aan facings en jongeren die een gezond en mooi gebit nog perfecter willen maken.

KNMT-voorzitter Wolter Brands was te gast in het programma. Hij zei dat de KNMT geen voorstander is van het te gemakkelijk plaatsen van facings. “Het advies aan onze leden luidt terughoudendheid. Uiteraard staat het een patiënt vrij om te kiezen voor een cosmetische ingreep. Maar ook dan heeft de tandarts de verantwoordelijkheid duidelijk alle voors en tegens van een behandeling te schetsen en eventuele alternatieven voor te leggen, zodat de patiënt een weloverwogen keuze kan maken.”

 

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z

ANT: VGZ voldoet niet aan zorgplicht bij implantaten en klikgebit

“Zorgverzekeraar VGZ voldoet niet aan haar zorgplicht en laat in grote delen van Nederland patiënten die een implantaat of klikgebit nodig hebben in de kou staan. De zorgverzekeraar heeft in Nederland zo weinig tandartsen-implantologen gecontracteerd, dat patiënten die een implantaat of klikgebit nodig hebben soms niet eens in hun eigen provincie terecht kunnen”, zegt de ANT.

Volgens de ANT kunnen patiënten als ze naar een niet-gecontracteerde implantoloog gaan, achteraf geconfronteerd worden met een niet betaalde rekening die kan oplopen tot honderden euro’s, ondanks dat de behandeling onder de basisverzekering valt.

Brandbrief over te weinig contracten tandarts-implantologen VGZ

De ANT heeft een brandbrief gestuurd naar VGZ en ook bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan de bel getrokken. ANT-voorzitter en tandarts Jan Willem Vaartjes: “Het gaat hier veelal om kwetsbare ouderen die een klikgebit nodig hebben of die moeten vervangen. Dit wordt volledig vergoed uit de basisverzekering als de tandarts/implantoloog is gecontracteerd. Maar VGZ heeft nauwelijks zorgverleners gecontracteerd, waardoor deze kwetsbare patiëntengroep of tientallen kilometers moeten rijden – als dat al tot de mogelijkheden behoort – of een hoge eigen bijdrage moeten betalen. Daarbij geldt dat zelfs in het geval er wel een tandarts-implantoloog in de regio gecontracteerd is, niet uit te sluiten valt dat er lange wachttijden ontstaan, omdat er zo weinig tandarts-implantologen zijn gecontracteerd. Voor patiënten die een implantaat in de bovenkaak nodig hebben is al helemaal onduidelijk waar zij terecht kunnen, omdat VGZ ook implantologen die dit niet mogen doen, omdat zij geen onderscheid maakt, wel als gecontracteerd op de website heeft staan. Ook had VGZ onterecht implantologen als gecontracteerd op haar website staan, waardoor patiënten op het verkeerde been zijn gezet. We hebben VGZ daarom gevraagd alle behandelingen voor 100 procent te vergoeden.”

Naast te weinig implantologen, werkt VGZ ook nog met verschillende contracten: alleen voor de onderkaak of voor de onder- en bovenkaak, zegt de ANT.

Interactieve kaart met gecontracteerde implantologen

Aan de hand van de openbare informatie op de website van VGZ, heeft de ANT een interactieve kaart opgesteld, waarin de door VGZ gecontracteerde implantologen zichtbaar zijn gemaakt. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat in de driehoek tussen Amsterdam, Utrecht en Den Haag geen enkele geaccrediteerde implantoloog voor de bovenkaak is gecontracteerd. Als het geaccrediteerd zijn als vereiste wordt los gelaten, dan is het aantal implantologen nog steeds op één hand te tellen. Vaartjes: “Het staat buiten kijf dat twee gecontracteerde (niet geaccrediteerde) implantologen in de stad Amsterdam onvoldoende is, zeker als je ziet dat in de nabije omgeving ook geen implantologen zijn gecontracteerd en ook niet in steden als Haarlem, Zaandam en Purmerend. Alle patiënten zijn aangewezen op dezelfde implantologen. In de gehele provincie Friesland is zelfs geen enkele implantoloog gecontracteerd.”

Gecontracteerde implantologie zorgaanbieders op een kaart

Bekijk-gecontracteerde-implantologie-zorgaanbieders-op-een-kaart

Geaccrediteerde zorgverleners voor de complexe bovenkaak behandeling

Geaccrediteerde-zorgverleners-voor-de-complexe-bovenkaak-behandeling

De ANT zegt: “VGZ voldoet niet aan haar zorgplicht en laat patiënten in de kou staan. Of deze patiënten moeten met hechtingen of voor nazorg vele tientallen kilometers rijden of ze moeten voor een deel de rekening zelf betalen. Dat is voor heel veel ouderen simpelweg niet mogelijk en kan ook niet van hen gevergd worden. Bovendien zijn verzekerden op het verkeerde been gezet, omdat VGZ op de website ten onrechte tandartsen/implantologen als gecontracteerd heeft gezet. Daarbij komt dat een deel van de gecontracteerde zorgverleners van het contract af wil, omdat VGZ heeft gesuggereerd dat de belangrijkste leverancier van implantaten (de firma Straumann) was gecontracteerd en ook dat lijkt niet te kloppen.”

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Hoe verkrijg je een accurate en reproduceerbare centrale relatie (CR) met gebruik van een ‘Leaf Gauge’

Hoe verkrijg je een accurate en reproduceerbare centrale relatie (CR) met gebruik van een ‘Leaf Gauge’

In deze video’s wordt gedemonstreerd hoe een juiste CR-registratie met de Leaf Gauge kan worden uitgevoerd. De Dental Leaf Gauge is een effectief en praktisch tandheelkundig diagnostisch instrument. De Leaf Gauge is gemaakt van 56 genummerde cellofaanplaatjes met een dikte van 0,1 mm. Het is onder andere te gebruiken voor het vastleggen van de centrale relatie en voor het toepassen van een beetverhoging.

 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Video
Restaureren van natuurlijke elementen

Restaureren van natuurlijke elementen

Wanneer er een lokaal tandheelkundig defect ontstaat, is het zinvol om er achter te komen waarom het juist dit element betreft. Met een grondige systematische (risico-) analyse van de hele mond kan dit achterhaald worden. Belangrijk voor de duurzaamheid is het bereiken of handhaven van de optimale morfologie van gebitselementen in optimale relatie ten opzichte van elkaar.

Slijtage: voorspellende factoren

Onderstaande factoren spelen een rol bij het ontstaan en de mate van slijtage.
– Parafuncties zoals bruxisme en klemmen kunnen de snelheid van slijtage beïnvloeden.
– Te vlakke occlusale morfologie in de zijdelingse delen zorgt voor meer bewegingsvrijheid (grotere kauwamplitude) met afwezigheid van disclusie aan de niet-actieve zijde. Met als gevolg een groter risico voor slijtage.
– Afwezigheid van hoektand geleiding zorgt ervoor dat met name de elementen in de zijdelingse delen zwaarder belast worden bij laterale bewegingen waardoor deze elementen meer onderhevig zijn aan slijtage.
– Te steile interdigitatie zorgt voor een niet gelijk verdeeld krachtenspel.
– ‘Restricted envelope’ in front en/of zijdelingse delen. Dit betekent dat gebitselementen elkaar in de weg staan tijdens kauwbewegingen.

Mutually protected occlusion

Kenmerken voor (wederzijdse) bescherming en optimale krachten verdeling zijn:

  • Front beschermt zijdelingse delen tijdens functie
    o Geleiding door front tijdens functie
    o Juiste ‘envelope of function’: het bewegingspad van de onderkaak wordt bepaald door de stand en vorm van de gebitselementen.
    o Er treedt disclusie op in de zijdelingse delen
  • Posterior beschermt front tijdens rust
    o Tijdens rust is het meeste contact aanwezig in de zijdelingse delen
    o Tijdens rust is er minder contact aanwezig in het front
    o De ‘intercuspal relationship’ zorgt voor een goede krachtverdeling

Risico inventarisatie

Hoe kunnen we deze gevaren voor dentitie in een vroeg stadium al ontdekken?

  1. Het eerste symptoom is vaak vormverandering van weefsel van de zwakste schakel.
  2. Meten is weten.
    Er is weinig variatie in hoe lang en hoe breed elementen zijn. Door elementen op te meten kan ontdekt worden waar de gevaren zitten.
  3. Intermaxillary relationship.
    De morfologie van de gebitselementen bepaalt de bewegingsbanen bij bewegingen. Wanneer de morfologie niet klopt, is dit zichtbaar: vorm volgt functie. Krachten kunnen gereduceerd worden door de morfologie opnieuw aan te brengen en de ideale interdigitatie kan bereik worden door te restaureren of door orthodontische behandeling.

Systematic approach

Hoe pakt u een dergelijke casus zo gestructureerd mogelijk aan? Om zo duurzaam en voorspelbaar mogelijk te werken moet er systematisch gewerkt worden.

1. Anamnese

Tijdens de anamnese moet er achterhaald worden waar de risico’s liggen en of er sprake is van een functioneel of parafunctioneel probleem. Dit is bepalend voor de behandeling. Functionele problemen zijn te herkennen aan het feit dat de symptomen aanwezig zijn in de richting van de bewegingsbeperking. Parafunctionele problemen zijn te herkennen aan slijtage in alle richtingen en zijn onafhankelijk van functionele aspecten.

2. Extra- en intra-oraal onderzoek

Hoe ziet het profiel er uit van de patiënt, wat is de angle classificatie en is er sprake van een diepe beet?

3. Beoordelen risico’s

Spelen bij de patiënt parodontale, biologische, structurele, functionele en/of persoonlijke factoren in min of meerdere mate een rol?

  • Parodontaal
  • Biologisch (cariës/erosie)
  • StructureelDe hoeveelheid restweefsel van het element bepaald de draagkracht.
  • Functioneel
    Hieronder vallen afwezigheid hoektandgeleiding en (te) vlakke geleiding in het front. Functionele risicofactoren kunnen aangepakt worden door de stijlstand van het front aan te pakken, disclusie te creëren in de zijdelingse delen en/of hoektandgeleiding aan te brengen.
  • Persoonlijk
    Voorbeelden zijn stress met klemmen/knarsen tot gevolg en of een patiënt wel of niet therapietrouw is. Wanneer een persoon veel stress heeft, kan een psycholoog ingeschakeld worden en/of een knarsplaat vervaardigd worden.

4. Bepaal tot welke groep de patiënt behoort.

  • Groep 1: Verandering van de vorm van gebitselement.
    De vorm van het gebitselement is veranderd maar er is geen sprake van positieverandering. Therapie bestaat uit het herstellen van de vorm.
  • Group 2: Verandering in positie van gebitselement.
    Infraocclusie ten gevolge van slijtage leidt tot positieverandering van gebitselementen. Daarom moet eerst de positie van element hersteld worden met behulp van orthodontie. Wanneer een patiënt geen orthodontische behandeling wil dan is er een compromis: vorm-compensatie in plaats van vorm herstel. Er is altijd een opwas nodig voor vorm compensatie.
  • Group 3: Skeletale discrepantie
    Wanneer er sprake is van een skeletale malocclusie dan is de meest voorspelbare behandeloptie het uitvoeren van een chirurgische correctie in combinatie met orthodontie en gevolgd door het herstellen van de vorm. Compromis 1 bestaat uit alleen orthodontie en vormherstel. Compromis 2 bestaat uit alleen vorm compensatie. Compromisbehandelingen zijn niet altijd mogelijk.

5. Referentie analyse.

Aan de hand van de onderstaande punten wordt er inzicht gegeven in wat er nou precies gebeurd in de mond van de patiënt. Met behulp van deze 11 punten kan er een gezicht gerelateerde planning gemaakt worden. Met een mock-up kan dit eventueel uitgeprobeerd worden.

  1. Incisal edge position upper CI
  2. Inclination upper CI
  3. Midline
  4. Occlusal plane upper jaw
  5. Incisal edge position lower CI
  6. Inclination lower CI
  7. Occlusion plane lower jaw
  8. Vertical dimension
  9. Width-length ratio
  10. Gingival margin position
  11. Cemento enamel junction

6. Uitvoering

Bespreek het probleem met bijpassende plan met uw patiënt en bespreek eventuele consequenties als er stappen in het plan worden overgeslagen.

De grootste stabiliteit, duurzaamheid en voorspelbaarheid kan alleen gehaald worden bij het uitvoeren van alle nodige stappen. Wanneer er stappen worden overgeslagen (bijvoorbeeld orthognatische chirurgie en/of orthodontie) dan moet de patiënt er bewust van worden gemaakt dat er altijd een veel hoger functioneel risico is (grotere kans op vervangen restauraties etc.).

Directe versus indirecte restauratie

Wat is nu een goede indicatie voor het kiezen van een directie of indirecte restauratie? Hierbij is de vuistregel dat er voor directe restauratie gekozen kan worden wanneer er genoeg referentie is voor morfologie. Wanneer er geen referentie is, kan deze gecreëerd worden door bijvoorbeeld de directe restauratie in delen te maken. Wanneer er geen referentie is of deze niet gecreëerd kan worden, moet er gekozen worden voor een indirecte restauratie.

Conclusie

Omdat we weten dat het principe van wederzijdse bescherming klopt, kan er voorspelbaar en duurzaam gewerkt worden.

Dr. Sjoerd Smeekens studeerde in 1997 af aan de KUN (Nijmegen). In 2006 behaalde hij de Zwitserse specialisatie in de reconstructieve tandheelkunde (parodontologie, implantologie, restauratieve en prothetische tandheelkunde) en in 2008 volgde de Duitse specialisatie in de prothetische tandheelkunde en materiaalkunde. Op dit moment heeft hij een Kliniek & Academie voor Reconstructieve Tandheelkunde in Beuningen en geeft nascholing binnen deze integrale tandheelkundige specialisatierichting. Sinds 2010 is hij bestuurslid van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde (NVVRT). In oktober 2010 is hij door de European Prosthodontic Association (EPA) officieel erkend als specialist in prosthodontics.

Verslag door Marieke Filius, tandarts, voor dental INFO van de lezing dr. Sjoerd Smeekens tijdens het congres Restaureren van Bureau Kalker.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
tandarts, assistent

Dicht op elkaar samenwerken vergt meer dan alleen een frisse adem

De ideale samenwerking bereiken binnen de tandartspraktijk? Een perfect op elkaar ingespeeld team wat elkaar compleet aanvult? Nooit meer ergernissen of onenigheid binnen de praktijk? De informatie en tips uit dit artikel helpen je in elk geval een eind op weg.

De ideale samenwerking

De ideale samenwerking is er één waarbij alle teamleden elkaar door en door kennen en altijd precies van elkaar weten wat de ander bedoelt. Het team is perfect op elkaar ingespeeld en vult elkaar compleet aan. Er zijn geen onderlinge ergernissen en mocht dat toch eens voorkomen dan wordt dat direct op een nette en rustige manier uitgesproken.

Theoretisch ideaal, in de praktijk niet realistisch en haalbaar. Hoe dit komt? Wij mensen hebben te maken met individuele belangen die niet altijd stroken met het gezamenlijke belang, met emoties en gevoelens, met irritaties en daarnaast zijn we niet altijd even handig in onze (non-verbale) communicatie. Dicht op elkaar samenwerken brengt een aantal risico’s met zich mee. Helemaal als er geen mogelijkheid is om even afstand te nemen op momenten dat bij elkaar in de buurt blijven de sfeer niet bevordert. Niet te doen natuurlijk in de tandartspraktijk…

Geen robots, maar mensen

Stel je eens voor dat er een geheel geautomatiseerde tandartspraktijk bestond, Dental Automatic, met robots in plaats van medewerkers. Alles is zo goed op elkaar afgesteld dat Dental Automatic letterlijk en figuurlijk als een geoliede machine loopt. Geen persoonlijke belangen, gevoelen, irritaties en miscommunicatie. Klinkt ideaal en wellicht zijn er patiënten die erg blij zijn met Dental Automatic.

Wees niet bang, je hoeft niet te vrezen voor de toekomst van jouw baan in de mondzorg. Het overgrote deel van de patiënten zal iets missen: de persoonlijke benadering en dus de “gewone mens”. Toch wel fijn, dat we geen robots zijn! Hoe zorgen we er voor dat wij mensen zo goed mogelijk in een team met elkaar kunnen samenwerken?

Creëer een feedbackcultuur

Helemaal als je zo dicht op elkaar samenwerkt als in de tandartspraktijk, is het van groot belang dat irritaties niet hun eigen leven gaan leiden of opstapelen. Zo snel mogelijk elkaar feedback geven en ergernissen uitspreken dus. Binnen het team dienen duidelijke afspraken te zijn over de manier waarop men elkaar aanspreekt, feedbackregels kunnen hiervoor leidraad zijn.

Belangrijk bij het geven van feedback is het aanspreken op gedrag en niet op de persoon. Houdt het bij dat ene specifieke voorval en maak het concreet. Vertel wat iemands gedrag bij jou oproept en spreek vanuit jezelf, betrek geen anderen erbij. “Bij de laatste behandeling vond ik je veel praten, hierdoor kon ik me lastig concentreren.” komt heel anders bij iemand binnen dan “Jij praat altijd teveel, dat vinden anderen ook”.

Komt jouw feedback goed over? Check of de ander jouw feedback goed heeft begrepen en op de juiste wijze heeft opgevat. Is dat het geval, geef dan aan welk gewenst gedrag je in het vervolg wil zien. Dan weet de ander precies wat je van hem of haar verwacht.

Niet alleen feedback geven is lastig, feedback ontvangen ook. Wist je dat je gevoel feedback iets eerder ontvangt dan dat je hersenen de gesproken tekst kunnen ontvangen? Hierdoor schiet je lijf in eerste instantie automatisch in de verdediging bij het ontvangen van feedback. Dit maakt het goed feedback eerst even te laten bezinken alvorens hierop door te vragen of te reageren.

Voorbeeldfunctie leidinggevenden

De basis voor een goede samenwerking is vertrouwen en veiligheid. In een omgeving waar dit op orde is durven medewerkers elkaar aan te spreken en staan ze meer open om zelf aangesproken te worden. Medewerkers durven fouten te maken en nemen daardoor eerder initiatief. Leidinggevenden hebben hier een grote rol in. Om ervoor te zorgen dat medewerkers op de juiste manier met elkaar omgaan. Elkaar aanspreken en dat ook nog eens op de juiste manier doen. De voorbeeldfunctie van de leidinggevende is groot, want daden zeggen meer dan woorden!

Samenwerking onder de loep, tijd voor elkaar

De tijd nemen om rustig de samenwerking met elkaar onder de loep te nemen is van groot belang. Hoe logisch het ook klinkt, het wordt snel vergeten of niet gedaan vanwege andere prioriteiten.

Binnen een team werken mensen met verschillende persoonlijkheden en eigenschappen die verschillende teamrollen vervullen. Een grote diversiteit hierin zorgt voor een goed functionerend team. Belangrijk is het om hier bij de werving van een nieuw teamlid rekening mee te houden. Men is geneigd iemand aan te nemen die qua persoonlijkheid lijkt op de rest van het team, om samenhorigheid te creëren. Het is echter verstandiger om het tegenovergestelde te doen, iemand aannemen met eigenschappen die in het team nog ontbreken of ondervertegenwoordigd zijn.

Het is goed om binnen een team op de hoogte te zijn van elkaars persoonlijkheden. Hoe beter men elkaar kent, hoe makkelijker het is rekening met elkaar te houden, elkaar te waarderen en de samenwerking op elkaar af te stemmen. Heel zwaar en diepgaand hoeft dit niet te gaan, het is in sommige gevallen zelfs beter de lijken in de kast te laten en vanuit het positieve met elkaar de samenwerking te bekijken. Met elkaar een ontspannen activiteit op zijn tijd doet een team ook altijd goed, vergeet dus dat (half)jaarlijkse teamuitje niet!

Door: Katja Siegers, HR Adviseur, Dental Care Professionals, biedt onder andere HR-ondersteuning op het gebied van samenwerking en teamontwikkeling.

Lees meer over: Management, Ondernemen, Samenwerken, Thema A-Z
tandenborstel - tandpasta

De hybride tandenborstel: het beste van twee werelden?

Voor mensen die niet kunnen kiezen tussen een handmatige of een elektrische tandenborstel, kan een hybride ontwerp dat beide combineert ideaal zijn. De vraag is echter, hoe effectief is dit product in het verminderen van tandplak in vergelijking met een normale elektrische tandenborstel? Hoe gebruiksvriendelijk is het? Onder leiding van Dr. Klonowicz uit Gdansk, Polen, werd dit onderzocht.

Opties tijdens het poetsen

De onderzoekers geven aan dat de hybride tandenborstels aanvankelijk bedoeld waren voor orthodontische patiënten en personen met beperkte motoriek. De tandenborstel bevat zowel handmatige, aangedreven sonische, en een combinatie modus.

Onderzoek

Voor het onderzoek werden 66 deelnemers met minstens 20 natuurlijke tanden gerekruteerd. Zij waren tussen de 18 en 70 jaar en hadden nog nooit een elektrische tandenborstel gebruikt. De Elgydium Clinic/Inava Hybrid tandenborstel werd hiervoor vergeleken met de Oral-B Vitality 2D Sensitive Clean.

Positief resultaat

De resultaten van deze eenmalige gebruiksstudie zijn positief. Indien deze hybride tandenborstel wordt gebruikt in de combinatie modus, is deze even goed is in het verwijderen van tandplak als een normale elektrische tandenborstel.

Voordelen

De voordelen van de hybride tandenborstel zijn het gebrek aan een omvangrijke elektrische basis en het relatief lichte gewicht, wat nuttig kan zijn voor kinderen of ouderen. Tevens is de borstel zacht en daardoor ook geschikt voor mensen met gevoelig tandvlees.

Wel merkten de onderzoekers op dat er langere termijn studies nodig zijn om meer te weten te komen over het effect van de hybride tandenborstel op tandvlees.

Nederland

De Elgydium Clinic/Inava Hybrid is ook in Nederland verkrijgbaar.

Bron:
bmcoralhealth.biomedcentral.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Relatie tandverlies en diabetes aangetoond

Relatie tandverlies en diabetes aangetoond

De relatie tussen diabetes en een slechte mondgezondheid is al vaker het onderwerp geweest van studies. Nu heeft een onderzoek door de Endocrine Society in de VS het verband aangetoond tussen tandverlies en diabetes.

Onderzoek

De Endocrine Society in Chicago heeft onlangs op ENDO 2018, haar honderdste jaarlijkse bijeenkomst, de resultaten gepresenteerd van een studie naar de relatie tussen mondgezondheid en een verhoogd risico op diabetes.

De onderzoekers gebruikten de gegevens van 9.670 volwassenen. Er werd onder andere gekeken naar de BMI (body mass index), de glucosetolerantie en de toestand van het gebit.

Ze noteerden van individuele patiënten het aantal ontbrekende tanden als gevolg van cariës en parodontitis. Ook keken ze naar de relatie tussen glucosetolerantie en de conditie van het gebit. Hierbij werd rekening gehouden met leeftijd, geslacht, etnische groep, het voorkomen van diabetes in de familie, rookgedrag, alcoholconsumptie, opleiding en sociale status.

Resultaten

Er bleek een duidelijke relatie te zijn tussen verslechtering van de glucosetolerantie en het aantal ontbrekende tanden. In de groep mensen met een normale glucosetolerantie had 45,57% tandverlies. In de groep mensen met een abnormale glucosetolerantie was dat 67,61% en in de groep mensen met diabetes mellitus 82,87%.

Ook het aantal ontbrekende tanden verschilde sterk per groep. In de groep met een normale glucosetolerantie waren dat er gemiddeld 2,26, in de groep met een abnormale glucosetolerantie 4,41 en in de groep met diabetes 6,80.

Conclusie

Een slechte mondgezondheid kan een signaal zijn voor een verhoogd risico op diabetes. De periodieke tandartscontrole kan dus een goed middel zijn om vast te stellen of iemand kans loopt om diabetes te ontwikkelen.

Bron:
Endocrine Society 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z