chocolade tandpasta

Nieuw vanuit Japan: het chocolade tandpasta dieet

Chocolade is niet alleen schadelijk voor de tanden, maar ook voor de heupen. Voor zowel gezonde tanden als een gezond lichaam is in Japan de oplossing gevonden: tandenpoetsen met chocolade-mint tandpasta.

Tandpasta dieet
De nieuwe tandpasta-lijn is onderdeel van een tandpasta dieet. Het idee van de ontwikkelaars is dat in plaats van naar chocolade nu naar tandpasta gegrepen kan worden. Het is een combinatie van trek hebben in snoep en tegelijkertijd iets aan de mondhygiëne doen.

De mint-olie in de tandpasta zorgt voor een frisse adem terwijl de chocolade nasmaak het gevoel geeft daadwerkelijk iets zoets te hebben gegeten. De tandpasta werkt verder op dezelfde manier als reguliere tandpasta, en voorkomt cariës en verwijdert tandplaque.

Nog niet getest
Hoe effectief dit tandpasta dieet is, is nog niet getest. Momenteel is de chocolade-mint tandpasta in de Japanse online shop te koop voor iets minder dan 15 euro. Mocht deze nieuwe dieettrend blijken te werken, dan zal het zeker niet lang duren voordat de Europese verkoop van start gaat.

Bron:
Rocketnews24.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
cariës door frisdranken

Belasting op frisdranken vermindert aantal gevallen van cariës

Het invoeren van een heffing op frisdranken in het Verenigd Koninkrijk kan het aantal gevallen van cariës met bijna 270.000 per jaar verminderen. Dit blijkt uit recent onderzoek gepubliceerd in Lancet Public Health.

Suikerheffing
Het Britse voorstel, aangekondigd in maart 2016, is gebaseerd op het suikergehalte van de drank. De suikerheffing gaat in 2018 van kracht. Er komt een heffing op drank met meer dan 5 gram suiker per 100 ml. De heffing wordt opgelegd aan bedrijven op basis van het volume van de met suiker gezoete dranken die ze produceren of importeren.

Modelleringsstudie
Het huidig onderzoek is een modelleringstudie naar de kosteneffectiviteit van het gezondheidsbeleid. Er werd gekeken naar verschillende scenario’s en het mogelijk effect op de gezondheid en consumptiepatroon: een herformulering om de suikerconcentratie te verminderen, het verhogen van de prijzen van de producten en het marktaandeel aanpassen.

Geen voorspelling
Uit de resultaten blijkt dat de meeste scenario’s leiden tot een vermindering van het aantal gevallen van cariës, diabetes type 2 en een daling van prevalentie van obesitas. De auteurs benadrukken wel dat de resultaten geen voorspellingen zijn maar gebruikt kunnen worden om de mogelijke effecten van verschillende scenario’s te vergelijken.

Bron:
Lancet Public Health

 

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Samenwerking Samenwerkende Tandartsen en DentConnect

Samenwerking Samenwerkende Tandartsen en DentConnect

Samenwerkende Tandartsen en DentConnect hebben besloten hun krachten te bundelen via een strategische samenwerking. Als onderdeel van deze samenwerking zal NPM Capital, de huidige aandeelhouder van Samenwerkende Tandartsen, haar aandelen verkopen aan DentConnect.

NPM Capital is ervan overtuigd in DentConnect een kapitaalkrachtige nieuwe aandeelhouder voor Samenwerkende Tandartsen te hebben gevonden met een bewezen track record en focus op verdere groei. De naam Samenwerkende Tandartsen zal als zelfstandig merk behouden blijven binnen de groep.

Service-organisatie
Beide ketens functioneren als service-organisatie voor tandheelkundige en tandprothetische praktijken en delen dezelfde ambitie om door middel van partnership de mondzorg op hoog niveau aan te kunnen bieden. Voor zowel Samenwerkende Tandartsen als voor DentConnect zal de bundeling van krachten en de schaalvergroting de positieve ontwikkeling van de afgelopen jaren versterken. De geografische spreiding van de aangesloten praktijken is grotendeels complementair, het potentieel in de markt is aanzienlijk en de uitwisseling van kennis en ervaring zal leiden tot een verdere kwaliteitsverbetering voor alle aangesloten praktijken. De optimalisatie van de kwaliteit en zorg voor de patiënt staan centraal in de samenwerking.

De verwachting is dat beide ketens snel door zullen groeien. Hierdoor biedt de samenwerking voor medewerkers een mooie kans om zich verder te ontwikkelen, kennis en ervaringen te delen en mee te groeien met de organisatie.

Groeiende belangstelling
Onder praktijkhouders in binnen- en buitenland bestaat een groeiende belangstelling om zich aan te sluiten bij een dentale keten. Het wordt steeds moeilijker om opvolging te vinden voor een praktijk. Dit wordt veroorzaakt door de vergrijzing in de markt, de beperkte instroom van startende tandartsen, het groeiende aantal vrouwelijke tandartsen/studenten, dat veelal parttime wil werken en een dalende interesse onder jonge tandartsen om een eigen praktijk te starten. Aansluiting bij een keten draagt zorgt voor continuïteit en biedt tevens de gelegenheid voor de tandarts en zijn of haar team om zich volledig op de patiënt en de behandeling te concentreren.

Aangesloten praktijken worden gefaciliteerd op het gebied van HR, Financiën & Administratie, Kwaliteit- & Zorgmanagement, Inkoop, Marketing & Communicatie en Algemeen Management. Voortdurende optimalisatie van processen zorgt voor waardevolle synergie en efficiency. Dit alles met als doel om de beste tandheelkundige zorg te bieden aan de patiënt.

Samenwerkende Tandartsen
Samenwerkende Tandartsen is een keten van mondzorgcentra en tandheelkundige praktijken in Nederland. Opgericht in 2006 met het doel om door overname van praktijken en ontwikkeling van bestaande praktijken een kwalitatieve speler in de markt te worden. Begin 2017 bestaat de organisatie uit 49 praktijken. Samenwerkende Tandartsen maakt sinds 2011 onderdeel uit van NPM Capital.

DentConnect
DentConnect is een snelgroeiende keten met tandheelkundige praktijken in een groot deel van Nederland. Sinds 2015 is DentConnect ook internationaal actief (België, Denemarken, Duitsland en Italië). DentConnect neemt zelfstandige tandartspraktijken en complete patiëntenbestanden over om deze vervolgens te beheren en te ontwikkelen. Voor deze praktijken treedt DentConnect op als veelzijdige service-organisatie. In totaal beschikt DentConnect op dit moment over 162 praktijken, waarvan 85 in NL.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
tandletsel

Autotransplantatie: Als het toch misgaat bij tandletsel en ook bij agenesieën

Niet alle dento-alveolaire letsels lopen goed af. Bij avulsie en intrusie-luxatie is de prognose vaak matig tot slecht.  Autotransplantatie biedt dan een oplossing. Ook bij agenesiën. Verslag van de lezing van Jacques Baart over de voorwaarden voor autotransplantatie, welk donorelement en het succespercentage.

Niet alle dento-alveolaire letsels lopen goed af. Bij avulsie en intrusie-luxatie is de prognose vaak matig tot slecht. Een late repositie van een uitgeslagen tand bij een kind in de groei leidt vaak tot ankylose en endodontische ellende. Datzelfde geldt voor een intrusie-luxatie. Ook hier is sprake van een avitale pulpa en aanzienlijke schade aan het parodontale membraan. Houd de behandeling eenvoudig en wees helder in uw mededelingen over de vooruitzichten van de tand. Weet dat voortgaande ontsteking , ankylose en een apexresectie leiden tot nog meer botverlies wat het uitvoeren van een autotransplantatie, orthodontie of een implantaat lastiger maakt.

Wat zijn de voorwaarden voor autotransplantatie?

  • Gezond acceptorgebied.
  • Wortelvoltooiing premolaar. Als de wortellengte voor 4/5 is afgevormd, is de kans groot  op revitalisatie van de pulpa.
  • Atraumatische verwijdering donorelement.
  • Voldoende ruimte sagittaal en transversaal.

Welk donorelement?
De voorkeur gaat uit naar een premolaar uit de onderkaak. Of dan gekozen wordt voor de eerste of tweede maakt geen verschil. In de bovenkaak gaat de voorkeur wel uit naar een de tweede premolaar vanwege de wortelvorm.

Autotransplantatie bij agenesieën
Meestal gaat een tweede premolaar uit de bovenkaak, naar regio tweede premolaar in de onderkaak.

  • Agenesie van element 35 gaat in 52% gepaard met afwijkingen van de elementen: 45, 15, 25 (te traag, klein, verkeerde doorbraakrichting).
  • Agenesie van element 35 en element 45 gaan in 73% gepaard met afwijkingen van element 15 en element 25.
  • Een voordeel van autotransplantatie in de premolaarstreek is dat het in 80% van de gevallen onder lokale anesthesie gedaan kan worden.

Autotransplantatie na trauma
Na trauma is er vaak sprake van botverlies, waardoor bottransplantaat nodig is. Dit botverlies is vaak ontstaan door:

  • Het trauma zelf
  • Avulsie
  • Periapicale ontsteking
  • Periapicale chirurgie
  • Verminderde uitgroei

De meeste autotransplantaties (88%) worden uitgevoerd vanwege agnesie.

Follow-up
Controle afspraken na 4 weken en na 1 jaar. Vervolgens na 2 en 6 jaar.

Gaat het altijd goed?
Uit follow-up onderzoek van bijna 700 opvolgende autotransplantaties blijkt dat:

  • Er in minder dan 6,5% van de gevallen complicaties optreden.
    Voorbeelden van complicaties zijn ankylose, avitaliteit en mobiliteit.
  • Survival 98% en succes 94% bedragen.

Conclusies

  • Bij agnesie en na trauma is autotransplantatie een mogelijkheid
  • Survival 98%, succes 94%
  • Indicatie komt van patiënt, ouders, tandarts en orthodontist
  • De kaakchirurg bepaalt of het kan: voldoende ruimte, bottransplantaat, preoperatieve orthodontie
  • Orthodontist bepaalt keuze donorelement
  • Orthodontist zet getransplanteerde premolaar in de rij
  • In het front bouwt de (cosmetisch-) tandarts een premolaar om naar een incisief
  • (cosmetisch-) tandarts bepaalt met de orthodontist wat gedaan moet worden: initiële ombouw en/of definitieve ombouw
  • Zo nodig past de kaakchirurg een en ander aan: lipbandje en/of gingiva

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij is chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager, docent aan ACTA en bij de opleiding tot MKA chirurgen in het VUmc. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij schreef 4 studieboeken en is (mede) auteur van 140 wetenschappelijke artikelen. Hij vervulde vele bestuurlijke functies: voorzitter van de sectie specialisten KNMT, voorzitter van de Ned. Ver. MKA, voorzitter van de WTA en lid van het bestuur van de NVT.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Jacques Baart tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
3D planning in de traumatologie

3D planning in de traumatologie

Bij herstel van schade door trauma wordt veel gebruik gemaakt van 3D beeldvorming en planning. Dit maakt behandeling voorspelbaar en geeft goede resultaten. Het proces is op te delen in 3D beeldvorming, 3D printing en 3D navigatie. Hoe werkt dit precies?

Beeldvorming
Bij de beeldvorming wordt gekeken naar weke delen, bot en dentitie.

Bij het beoordelen van de weke delen wordt gebruik gemaakt van stereophotogrammetry. Hierbij worden foto’s van het gezicht gemaakt vanuit verschillende hoeken, die tot één dataset en één gezicht gecombineerd worden. Met deze techniek kunnen ook onbeschadigde delen van het gezicht gespiegeld worden in het beschadigde deel om zo een mogelijk eindresultaat te simuleren en te plannen hoe groot een sjabloon voor een implantaat moet worden.

Het beoordelen van botstructuren wordt gedaan middels een Conebeam CT scan en voor de beoordeling van de dentitie wordt tegenwoordig steeds vaker gebruik gemaakt van een intra-orale scanner.

Printing
Nadat er beeldvorming heeft plaats gevonden, kan er 3D geprint worden. Nu worden er vooral nog sjablonen 3D geprint, die als hulpmiddel gebruikt worden tijdens de operatie. De verwachting is dat 3D planning in de toekomst zo zorgvuldig in combinatie met robotica of augmented reality kan plaatsvinden dat deze sjablonen overbodig zullen worden.

Naast het printen van sjablonen kunnen ook implantaten geprint worden, dit

zijn ‘patient specifieke implantaten’ (PSI). Deze implantaten worden op maat gemaakt en passen daarom ook maar op één manier op een bepaalde plaats. Dit kan gebruikt worden om de anatomie in het gezicht van een patiënt nauwkeurig te herstellen.

Ook kan (een deel van) de schedel waar het implantaat op moet komen geprint worden, zodat hierna met de hand het implantaat gemaakt wordt.

Wanneer het trauma zo ernstig is dat het gehele gezicht beschadigd is, en dat spiegelen met stereophotogrammetry of ConebeamCT geen goed resultaat geeft, kan gekeken worden naar een dataset waarin gemiddelde schedelmaten zijn opgenomen. Deze dataset kunt u dan over de dataset van de patiënt leggen en op die manier de grote fragmenten herkennen en aan elkaar zetten.

Navigatie
Na het plannen en printen komt het moment dat de planning overgebracht moet worden naar de patiënt. Hierbij wilt u dat de planning die u gemaakt heeft overeenkomt met de chirurgische behandeling. Om ervoor te zorgen dat de apparatuur op de operatiekamer goed communiceert met de patiënt die geopereerd wordt, wordt er pre-operatief gekalibreerd. Hierbij wordt er een communicatiester vastgemaakt op het hoofd van de patiënt op zo’n positie dat er signalen van de apparatuur kunnen worden verzonden en ontvangen. Ook instrumenten die tijdens de operatie gebruikt worden (een pointer), hebben ‘bolletjes’ die communiceren met de apparatuur.  Om ervoor te zorgen dat de apparatuur goed weet waar de patiënt precies ligt, wordt de pointer op een aantal vaste referentiepunten gehouden zodat deze punten geregistreerd worden in de meetapparatuur.

Na kalibratie kan de operatie van start gaan. De pointer kan nu gebruikt worden om te controleren of bepaalde botstukken op de juiste positie geplaatst worden, na juiste plaatsing kunnen de botstukken vastgezet worden. Op deze manier kan hetgeen dat 3D gepland is overgebracht worden naar de patiënt.

De ontwikkeling in 3D planning, maar ook in robotica, zal er in de toekomst voor zorgen dat behandelingen nauwkeuriger, sneller, goedkoper en beter worden.

Prof. dr. Stefaan Bergé is hoogleraar en hoofd van de afdeling mond-, kaak- en aangezichtschirurgie van de Radboud Universiteit en is tevens voorzitter van het Centrum voor Schisis en Aangeboren Schedel- en Aangezichtsafwijkingen in Nijmegen. 

Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van prof. Dr. S.J. Berge tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

Lees meer over: 3D-printen, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
preventieassistent:

Voor uw preventieassistent: De DPSI onder de knie?

Tot de jaren 40 van Tot de jaren 40 van de vorige eeuw werd er met de natte vinger gekeken naar de parodontale conditie; het was een hele subjectieve inschatting. Daardoor vond de ene tandarts het wel meevallen, terwijl de andere precies dezelfde situatie als ernstig zou willen bestempelen. Dat was natuurlijk niet handig.

We willen tegenwoordig de conditie van de gingiva in maat en getal uitdrukken. Maar waarom willen we dat zo graag? Het blijkt dat bij verdiepte pockets, dus pockets dieper dan 3 mm, een supra-gingivale reiniging gecombineerd met een sub-gingivale reiniging effectiever is dan alleen een supra-gingivale gebitsreiniging. Dat is goed om te weten maar dan moet je natuurlijk wel weten waar die verdiepte ruimtes zich bevinden.

Verslag van de lezing van mondhygiënist Marion Seuntjens tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent.

De Periodontal Disease Index van Ramfjord
Als je de mond zonder instrumenten bekijkt, dan heb je lang niet altijd in de gaten waar echt een pocket aanwezig is. In 1959 werd de Periodontal Disease Index geintroduceerd. Deze index legde de parodontale conditie vast en gaf de mate van gingivitis weer. Ook het aanhechtingsverlies werd meegenomen. Bij deze meting moest op vier plaatsen rondom een element gemeten worden. Zo werd dus de partiële meting geïntroduceerd.  Dat werd niet voor niks zo gedaan: het kostte veel tijd om alle patiënten door de hele mond op elk plekje te meten. Ramfjord, de bedenker van deze meting, bedacht dat het handig was om een aantal elementen te selecteren die representatief zijn voor parodontitis zodat de hele mond snel in beeld kon worden gebracht. Deze zogenoemde Ramfjord-elementen waren de 16, 21, 24, 36, 41 en 44. Later bleek dat deze elementen wel representatief zijn voor gingivitis maar niet voor parodontitis. Deze index wordt niet meer toegepast.

CPITN: meten in sextanten
In 1982 kwam de Word Health Organisation (WHO) met het initiatief van de CPITN, met de bedoeling de behandelbehoefte bij grote populaties te bepalen. Op basis hiervan wilde men een politiek mondzorgbeleid kunnen maken.

De CPITN verdeelt het gebit in sextanten. Ditmaal wordt er niet op vier plaatsen per element gesondeerd, maar helemaal rondom. De hoogste waarde per sextant wordt genoteerd. Vervolgens wordt de parodontale conditie in een score uitgedrukt. De behandelbehoefte wordt vervolgens bepaald vanuit de hoogste score van alle sextanten. Score 0 stond voor gezond, pocketdieptes van maximaal 3 mm, geen tandsteen, geen retentiefactoren en geen bloeding na sonderen.

Een retentiefactor is een plaats waar eenvoudig plaque kan achter blijven, zoals tandsteen en overhangende vullingen. Bij score 1 worden pocketdieptes van niet dieper dan 3mm gevonden, geen tandsteen, geen retenties, maar wel bloeding na het sonderen bij 1 of meerdere plaatsen. Score 2 staat eveneens voor pockets tot 3 mm, maar wel met tandsteen of retentie.  Bij score 3 zijn er pockets aanwezig van 4-5 mm diepte en bij score 4 pockets van 6 mm of dieper.

DPSI
De Dutch Periodontal  Screenings Index (DPSI) werd in 1998 geïntroduceerd in Nederland en wordt nu als standaard gebruikt. Deze index lijkt sterk op de CPITN maar er is wel een verschil. De score 3 is onderverdeeld in score 3- en 3+. Bij 3- zijn er geen recessies en bij 3+ zijn er wel recessies boven de gemeten pocket.

Waarom is dat zo belangrijk? Als ik een pocket van 5 mm meet, maar daarboven is een recessie van 3 mm, dan is er een aanhechtingsverlies van 8 mm. Dat valt dus onder een ernstigere score dan een pocket van 5 mm zonder recessie, want dan is het aanhechtingsverlies ook 5 mm. Als er dus niet wordt verteld of sprake is van een recessie, kan er geen inschatting worden gemaakt over hoe ernstig de situatie is.

In 2010 werd de DPSI in een nieuw jasje gestoken en opnieuw onder de aandacht gebracht.

Er zijn 3 categorieën:

  • A. Onder categorie A vallen de scores 0,1 en 2.
  • B. Onder categorie B valt de score 3-.
  • C. Onder categorie C vallen DPSI 3+ en 4.

Parodontologietraject: wie behandelt?
De zware paro-patiënten vallen dus onder DPSI 3+ en 4. Wel wordt volgens het paroprotocol bij categorie B al het paro-traject gestart. Er moet dan een pocketstatus worden gemaakt. De DPSI moet bij elke periodieke controle worden gescoord om de conditie te volgen in de tijd, om een vergelijking te maken met eerdere scores. Het is vooral van belang dat de DPSI ervoor zorgt dat de patiënt bij de juiste behandelaar terecht komt. Enkel patiënten in categorie A kunnen bij de preventieassistent terecht, patiënten in categorie B en C dus niet.

Onder begeleiding van een tandarts of mondhygiënist kunnen patiënten met DPSI A in principe behandeld worden door de preventieassistent  aan of ter voorkoming van gingivitis, maar overleg is altijd aan te raden. Ook binnen DPSI A zijn er patiënten die complexer zijn dan de categorie patiënten waarvoor preventieassistenten scholing hebben gehad.

Pseudopocket
Seuntjens schetste een voorbeeld van een ruimte van 4 mm waarbij 1 mm zwelling door de ontsteking van de gingiva werd gemeten. Is dit nu een pocket? Ja, dat is natuurlijk wel een pocket maar dan zonder botafbraak. Dit wordt een pseudopocket genoemd. Je moet hierbij waken dat deze pocket niet als teken van parodontale afbraak en aanhechtingsverlies wordt gezien en dus niet in het paro-traject terecht komt. Als de sonde niet voorbij de glazuur-cement-grens komt is het geen parodontitis maar gingivitis en is er dus geen pocketstatus e.d. nodig. Het onderscheid maken tussen een echte pocket met botafbraak en een pseudopocket is moeilijk. Een preventieassistent kan bij twijfel het beste hulp inroepen van zijn praktijkbegeleider; de tandarts of mondhygiënist.

Ook bij pseudopocket moet altijd het paroprotocol voorgesteld worden als behandeloptie, want het het valt onder DPSI B. De preventieassistent mag dus niet zelf beslissen om het paroprotocol niet verder af te wikkelen. Dit is aan de patiënt.

Meten

Bij het meten van de pocketdiepte zijn de volgende zaken van belang:

  • De gemodificeerde pengreep
  • Afsteuning
  • De juiste druk
  • Exploratief

Bij de gemodificeerde pengreep blijft vanzelf de ringvinger over en dit is de steunvinger. Bij het meten moet er naar de wortelpunt gewezen worden zodat het instrument parallel staat. Dit moet met de juiste druk gebeuren namelijk 25 gram. Maar hoe weet je of je de juiste geeft? Dat kun je checken door met de juiste druk op een brievenweger te meten. Ook kun je jezelf controleren door met de clickprobe te sonderen . Deze geeft een klikje als de juiste druk is bereikt.

Exploratief sonderen
Verder zal er exploratief moeten worden gesondeerd. Dat betekent dat je onderzoekend door de sulcus of pocket heen gaat. Je gaat echt elk klein stukje van het element af. “Als er dan een hele lokale pocket zit, dan heb je hem te pakken”, illustreerde Seuntjens. Hierbij is vooral belangrijk dat er onder het contactpunt wordt gemeten. Hier ontstaan namelijk de eerste problemen omdat het daar lastig schoonmaken is en omdat het weefsel daar extra kwetsbaar is.  Dus voorkom dat je stopt bij de lijnhoek en reik goed onder het contactpunt. Dat betekent dat je de sonde iets schuiner moet inbrengen. Maar niet te schuin anders mis je ook de bodem en roept de patiënt ‘auw’ omdat je ergens anders in belandt. Bovendien klopt dan je meting niet.

Blijven scholen

“Eenmaal de DPSI gemeten, weet dan waar jouw persoonlijke grenzen liggen in de behandeling. Weet wat je kent en kunt en hou je hier ook aan. Streef naar perfectie en wees niet te snel tevreden in wat je kent en kunt”, zei Seuntjens.

Ze gaf tenslotte het belang aan van jezelf blijven scholen, zelfs in de dingen die het meest eenvoudig lijken.

Marion Seuntjes is mondhygiënist, Praktijk voor mondhygiëne, Beuningen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist voor dental INFO van het verslag van Marion Seuntjes tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent.

 

Lees meer over: Assisteren, Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Rontgenfoto's mondzorg

IGZ checkt mondzorgpraktijken op voldoen aan regels röntgenfoto’s

Inspecteurs van de IGZ gaan in de komende maanden mondzorgpraktijken controleren op het voldoen aan de normen om röntgenfoto’s te maken. Dit maakte de inspectie bekend.

Toetsingskader
In het toetsingskader ‘werken met radiologie in de mondzorg’ is opgenomen waar de inspecteurs naar kijken. De rapporten van de inspectie zullen openbaar gemaakt worden.

7 tot 9 miljoen röntgenfoto’s in mondzorg
De IGZ geeft aan dat er in de mondzorg jaarlijks 7 tot 9 miljoen röntgenfoto’s worden gemaakt. Voor het maken van röntgenfoto’s moeten praktijken voldoen aan de Kernenergiewet, het Besluit Stralingsbescherming en de richtlijn Stralingsbescherming van de KNMT.

Prioriteit
De IGZ zegt dat uit toezicht blijkt dat niet alle tandartsen die röntgenfoto’s maken de vereiste scholing hebben gevolgd en aan de andere eisen hiervoor voldoen. De inspectie heeft het onderwerp röntgenfoto’s daarom prioriteit gegeven bij inspecties.

Meer openbaar
Op 1 januari 2018 gaat de aangepaste Gezondheidswet in werking. Door een wijziging in deze wet zal de IGZ steeds meer toezichtsgegevens openbaar maken via de IGZ website.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Oral cancer awareness

April: Oral Cancer Awareness Month in de Verenigde Staten

April is Oral Cancer Awareness Month in de Verenigde Staten. Naar schatting worden dit jaar 49.750 mensen in de Verenigde Staten gediagnosticeerd met orale kanker. De Amerikaanse Oral Cancer Foundation wil hier meer bewustzijn voor creëren.

Gratis screenings
Gedurende april kunnen mensen gebruik maken van een eenvoudige visuele screening die gratis wordt gedaan door tandheelkundige praktijken. Hiervoor worden verschillende vormen gebruikt, van screenings op afspraak tot publieke en kantoorevenementen. De Foundation hoopt dit jaar een nieuw record te zetten betreffende zowel het aantal deelnemende praktijken als screenings.

Screening onderdelen
Volgens de Foundation moeten de screenings palpatie en een visuele inspectie onder wit licht bevatten. Ook kunnen deze worden versterkt door het gebruik van een ondersteunende afscherminrichting, zoals VELscope Vx of Identafi systemen.

Oorzaken
Roken vormt nog steeds het grootste risico voor orale kanker. Echter, het hierop volgende snelst groeiende segment raakt ook jonge, gezonde en niet-rokende mensen: het HPV virus. Het stoppen van de verspreiding van het virus is niet mogelijk. De Oral Cancer Foundation ziet professionele hulp en publiek bewustzijn daarom als de enige oplossing om levens te redden.

Jaarlijks onderzoek
Henry Schein is de ondersteunende sponsor van de inspanningen van de Oral Cancer Foundation. Zij moedigen tandheelkundige praktijken aan jaarlijks onderzoek te doen naar mondkanker bij alle patiënten van 18 jaar of ouder. Deze onderzoeken dienen als een eerste verdedigingslinie tegen deze ziekte.

Bron:
oralcancerfoundation.org

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
In Amsterdam 29% van de jeugd nooit naar de tandarts

In Amsterdam 29% van de jeugd nooit naar de tandarts

Uit gegevens van het Zilveren Kruis blijkt dat 29% van de Amsterdamse kinderen van 2 tot en met 17 jaar die bij deze zorgverzekeraar verzekerd zijn vorig jaar niet naar de tandarts is geweest. Als dit percentage voor de hele Amsterdamse bevolking geldt, gaat het in totaal om 30.000 kinderen die nooit bij de tandarts komen.

Stijging percentage
De situatie verslechtert de laatste jaren snel. In 2015 ging het nog om 27%. Katinka van de Griendt van Stichting Jeugdtandverzorging Amsterdam en tandarts op een school in Osdorp vertelt: “De toestand van de gebitten als ze uiteindelijk bij een tandarts aankloppen, is vaak heel slecht.”

Oorzaak
Het niet naar de tandarts gaan van de kinderen blijkt vaak voort te komen uit onwetendheid van de ouders. De ouders denken vaak dat jonge kinderen nog niet naar de tandarts hoeven. Van de Griendt: “Veel ouders denken dat het pas nodig is hun kind naar de tandarts te brengen als ze hun blijvende gebit hebben. Maar gaatjes of ontstekingen in het melkgebit kunnen blijvende gevolgen hebben.”

Basisverzekering
Daarnaast weten ouders vaak niet dat de tandartskosten voor kinderen onder de 18 jaar door de basisverzekering vergoed worden. Voor volwassenen is tandheelkunde uit het basispakket geschrapt. Dat dit voor kinderen niet geldt, is niet bij iedereen bekend.

Schooltandarts
Stichting Jeugdtandverzorging Amsterdam heeft om zoveel mogelijk kinderen tandzorg te bieden de ‘schooltandarts’ weer in ere hersteld; op 170 scholen komt twee keer per jaar een mobiele tandartspraktijk langs. Zo worden ongeveer 27.000 kinderen behandeld.

Deze scholen liggen vooral in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West. Bij de sociaal-economisch zwakkere gezinnen bleek de behoefte het grootst te zijn. In Zuid gaan de meeste kinderen al naar de tandarts.

Samenwerken
Om zoveel mogelijk kinderen en hun ouders te bereiken, wil de stichting samen gaan werken met gemeente en zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars hebben vaak als enige inzicht in wie naar de tandarts gaat. Door samenwerking kunnen verdere gebitsproblemen wellicht voorkomen worden.

Landelijke cijfers
Op landelijk niveau is de situatie overigens iets gunstiger. Uit eerder onderzoek van het Zilveren Kruis bleek dat over het gehele land genomen gemiddeld 20% van de kinderen niet naar de tandarts gaat, maar dat daarbij de regionale verschillen groot zijn.

Zie ook het eerdere artikel op dental INFO hierover.

Bron:
Parool

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Kaakmodel

Kaakmodel effectiever voor poetsinstructie dan video

Recentelijk onderzoek toont aan dat een kaakmodel een effectiever model is om kinderen te leren poetsen dan een instructievideo.

 Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door een groep onderzoekers in Saudi-Arabië. Ondanks het belang van kinderen goed aanleren hoe je moet poetsen is er tot nu toe nog weinig onderzoek gedaan naar welke technieken het beste werken. Fouad Saad Al-dinhaky Salama, leider van het onderzoek, zei er het volgende over:

“Er is behoefte aan studies die kijken naar de effectiviteit van tools voor het aanleren van tandenpoetsen in relatie tot tandplak.”

In dit onderzoek werd er gekeken naar het verschil in effect tussen het gebruik van een instructievideo op een Ipad en een traditionele instructie met behulp van een kaakmodel, op de mate van tandplaque bij de kinderen. In totaal deden 100 kinderen mee aan het onderzoek welke onderverdeeld werden in twee groepen. De mate van tandplak werd zowel voor als na de instructie gemeten om de effectiviteit te bepalen.

Resultaten
De onderzoekers vonden een significant verschil tussen de twee groepen. De groep die de traditionele instructie had gekregen had gemiddeld een ruim 6% grotere afname van tandplaque dan de groep die de instructie via de tablet had gekregen.

Conclusie
De traditionele instructie met behulp van een kaak model werkt effectiever tegen het tegengaan van tandplaque bij kinderen. Echter is er nog ruimte voor verder onderzoek waarbij ook gekeken wordt naar effecten over een langere periode.

Bron:
European Journal of Paediatric Dentistry: 2016, 17 (4): 327-331

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

De streep – De vervangers

Video over rookverslaving, ontwikkeld door de longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker, oprichters van de stichting Rookpreventie Jeugd.

Lees meer over: Thema A-Z, Video
niet-zelf-orthodontie

Doe-het-toch-maar-niet-zelf orthodontie

Iedereen wil een mooi gebit, maar slechts weinig mensen houden van de orthodontist. Steeds meer Amerikanen lijken daarom zelf te proberen om hun tanden recht te  zetten op allerlei creatieve manieren. Het resultaat hiervan is echter altijd dramatisch.

“Laatst kwam er een patiënt bij me langs die zelf een gat tussen haar tanden had proberen te dichten door het binden van twee draadjes om de tanden. Het draadje was diep in het tandvlees gaan zitten en het gebit zag er in zijn algemeenheid vreselijk uit,” aldus een anonieme orthodontist.

Meer mensen zetten zelf tanden recht
Het aantal mensen die zelf op zeer dubieuze manieren hun tanden rechter proberen te zetten blijft groeien, aldus de American Association of Orthodontists (AAO). Uit een enquête bleek dat maar liefst 13% van de Amerikaanse orthodontisten hier wel eens te maken mee heeft gehad.

Ernstige en permanente beschadiging
Voor het do-it-yourself ‘repareren’ van de tanden worden de raarste manieren gebruikt – van rubberen bandjes tot ijzeren draadjes en paperclips. Deze probeersels kunnen echter ernstige en permanente beschadiging aanrichten, die vaak niet meer kan worden teruggedraaid. Aangezien het vervangen van tanden al snel zo’n $20,000 gaat kosten is een behandeling door een orthodontist dan ook niet alleen vele malen succesvoller, maar ook goedkoper.

Gratis en vrijblijvend gesprek
De meeste orthodontisten bieden een gratis en vrijblijvend eerste consultatiegesprek. Op deze manier kan van een expert worden gehoord wat er precies met het gebit moet gebeuren, op een juiste en schadevrije manier.

Bron:
Medline Plus

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Tandpastaverspilling

Nieuwe coating brengt einde aan tandpastaverspilling

Onderzoekers uit Boston hebben een coating ontwikkeld die ervoor zorgt dat er geen tandpasta meer in de tube achterblijft.

Minder afval
De onderzoekers aan de ‘Massuchusetts Institute of Technology’ in Boston hebben het product ontwikkeld om bij te dragen aan vermindering van afval. Een van de onderzoekers, Dr. David Smith, zei er het volgende over: “Met deze coating kunnen we voorkomen dat er jaarlijks wel 200 miljoen liters achtergebleven productresten en 40 biljoen verpakkingen met achtergebleven productresten minder weggegooid worden.”

De speciale coating maakt de binnenkant van verpakking zeer glad waardoor de vloeistof gemakkelijk naar buiten kan komen en zelfs dat laatste beetje tandpasta gebruikt kan worden. De formule is gebaseerd op de werking van hydrofobische oppervlaktes, een klassiek voorbeeld hiervan is een lotusblad. Als hier een druppel water op valt wordt deze direct en effectief afgestoten. De onderzoekers hebben voor hun coating eenzelfde soort formule nagebootst.

Betrouwbaar product
De coating wordt in twee lagen aangebracht tijdens het productieproces. Daarna wordt er nog een extra vloeistof in de vorm van een soort olie aangebracht om te voorkomen dat er gaatjes overblijven waar het product aan vast kan blijven zitten. De structuur van de coating is het belangrijkst volgens Dr. Varanasi, een van de onderzoekers, ze zei er het volgende over: “De truc is om de juiste combinatie van oppervlaktestructuur en de smeer vloeistof te hebben zodat de olieachtige vloeistof niet weggevaagd wordt door het product dat eroverheen komt.” Door deze compositie kan de coating op maat gemaakt worden bij het product waar het om gaat. Als het bijvoorbeeld een voedselproduct betreft wordt de coating gemaakt op basis van voedsel.

Deze technologie is volgens de onderzoekers compleet betrouwbaar en brengt geen gevaren met zich mee voor consumptie van het product wat in aanraking is gekomen met de coating. Naar alle waarschijnlijkheid zal de coating voor het eerst gebruikt worden bij ketchupflessen in de komende jaren.

Bron:
The economist

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Beugel

Orthodontist mag geen contact met vrouwelijke patiënten hebben

Orthodontist Jahid Payam mag geen contact meer hebben met vrouwelijke patiënten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) legde hem een bevel op. De orthodontist werkt bij Boxberger Tandartsen en Orthodontie B.V. in Deventer en bij Tandartsenpraktijk Halle B.V. in Halle.

Enkele meisjes en vrouwen meldden ongepaste aanrakingen, waarna de politie en de inspectie een onderzoek startten. De orthodonist ontkent de beschuldigingen.

Tuchtrecht en strafrechtelijk onderzoek
De inspectie bereidt nu een tuchtklacht voor en ook loopt het strafrechtelijk onderzoek nog.  De IGZ is van mening dat er sprake is van ontoelaatbaar grensoverschrijdend gedrag en denkt dat de kans op herhaling groot is.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
European Gum health Day

European Gum Health Day 2017: Samen vechten tegen tandvleesaandoeningen

De European Gum Health Day is een internationale dag van bewustzijn van tandvleesaandoeningen en zal dit jaar worden gehouden op 12 mei. De dag wordt gepromoot door de European Federation of Periodontology (EFP) en de 29 nationale organisaties die hierbij horen.

Ernst van tandvleesaandoeningen
Het doel van de dag is om bewustzijn en de ernst van tandvleesaandoeningen en de noodzaak van het goed onderhouden van je eigen tandvlees onder de aandacht te brengen. Dit wordt gedaan met de slogan “Fighting gum disease together”, wat goed aansluit bij de missie van de EFP.

Behandeling, preventie en bewustzijn                     
De hoofdthema’s waar de EFP met deze dag aandacht voor probeert te krijgen zijn behandeling, preventie en bewustzijn. Iedereen binnen het tandartsenteam zou zo goed mogelijk samen moeten werken om de best mogelijke zorg te kunnen bieden, elk persoon zou cruciale informatie over mondhygiëne moeten weten en iedereen zou bekend moeten zijn met de symptomen en gevolgen van tandvleesaandoeningen als gingivitis en parodontitis.

Extra aanmoediging
Ook zullen tijdens de European Gum Health Day 2017 de EFP en de nationale organisaties zoveel mogelijk gezondheidsprofessionals proberen aan te moedigen om het EFP Manifesto: Parodontale en Algemene Gezondheid te ondertekenen, als een extra aanmoediging voor het bevorderen van preventie, vroege detectie en behandeling van tandvleesaandoeningen.

European Gum Health Day 2016
Vorig jaar werd een soortgelijke dag gehouden met als slogan “gezond tandvlees voor een beter leven”. Deze dag was een groot succes: 21 van de nationale organisaties gerelateerd aan de EFP organiseerden een wijd scala aan bewustzijnsactiviteiten en kregen op deze manier veel media aandacht.

Bron:
EFP
NVVP

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
esthetiek

Esthetiek bij een endodontisch behandeld element

Vaak is de endodontische behandeling hoofdzakelijk gericht op de biologische en functionele aspecten van het element. Echter mag de esthetiek absoluut niet uit het oog verloren worden.

Uit onderzoek blijkt dat 10% van de patiënten ontevreden is over de esthetiek na een endodontische behandeling (Dugas et al. 2002). In de meeste gevallen gaat het dan om verkleuring van het behandelde gebitselement. Een element verkleurd meestal doordat er niet voldoende restweefsel uit de pulpa-holte is gehaald (bijvoorbeeld bloedproducten). Bij een lastige anatomie is dit vaak ook moeilijk (bijvoorbeeld ten gevolge van de aanwezigheid van secundaire kanalen). Daarnaast is het ook zo dat bijna alle tandheelkundige materialen die we gebruiken zorgen voor verkleuring van het gebitselement (bijvoorbeeld natriumhypochloriet, AH-plus sealer of MTA).

Om de kleur te herstellen kan er gebleekt worden. Omdat er altijd relapse optreedt is ‘overbleaching’  niet erg. Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak is van de verkleuring.  Ook de kleur van het element geeft informatie: donkergeel verkleurde elementen zijn vaak moeilijker te bleken.

Bleekmiddelen

De volgende middelen zijn beschikbaar:
– Waterstofperoxide
– Natriumperboraat: werkt iets minder snel maar is wel een goed middel (voorkeur)
– Natriumpercarbonaat: lagere concentratie mogelijk, daardoor veilig
– Carbamideperoxide: lagere concentratie mogelijk, daardoor veilig

Waterstofperoxide – richtlijnen

Waterstofperoxide wordt veelal gebruikt voor het bleken van elementen. Het bleekmiddel is in verschillende concentraties beschikbaar.

<0.1%           Deze concentratie is vrij verkrijgbaar.
0.1-6%          Is werkzaam op het verkleurde element maar mag niet onder de 18 jaar gebruikt worden. Een oplossing met 0.1-6%                                                waterstofperoxide mag alleen  door tandarts toegepast worden waarbij van te voren de risico factoren uitgesloten moeten
worden.
>6%               Deze concentratie is verboden in de tandheelkunde.

Bleken, microstructuur en leeftijd

Glazuur bestaat voor 85% uit hydroxyapatiet en voor 15% uit organisch weefsel.

Dentine bestaat voor 45% uit hydroxyapatiet, 35% organisch weefsel en voor 20% uit water. Dentine is daardoor veel meer permeabel dan glazuur.  Dentine tubuli worden smaller met de jaren. Bij oudere mensen verkleuren tanden daarom minder snel. Bleken werk hierdoor op oudere leeftijd ook minder. Het is dus aan te raden niet te wachten met bleken indien hier indicatie voor is.

Bleektechniek en werking

Er zijn verschillende manieren beschikbaar om elementen te bleken. Belangrijk is dat de oorzaak van de tandverkleuring bekend is zodat de juiste techniek gekozen kan worden.

Verkleuring van de tand ontstaat doordat de lichtbrekingsfactor van het element is veranderd: er zijn lange moleculen (ketens) ontstaan in het glazuur en in dentine. Een bleekmateriaal zorgt ervoor dat deze lange moleculen in stukjes worden ‘geknipt’ waardoor de tand weer zijn normale kleur krijgt (catalyse). Er treedt echter relapse op wanneer de moleculen elkaar weer terugvinden. Hoe meer catalyse er plaatsvindt, hoe meer effect. Verhoging van de concentratie bleekmateriaal vergroot dus het effect. Het proces kan versnelt worden door het toevoegen van licht of warmte. Te hoge temperatuur is echter niet goed voor de pulpa. Een oplossing is het gebruik van een laser.

Kleurbepaling (shade guides)

Er zijn verschillende methodes om de kleur van het verkleurde element en de overige elementen te bepalen. De volgende methodes zijn te gebruiken:

  • Kleurensleutel van Vita gebruiken (Vita bleached-guide 3D Master). Een kleur onder C2 geeft altijd resultaat. Als het element donkerde is, dan is dit vaak lastiger te verhelpen.
  • Spectroshade micro (MHT, Verona, Italy). Dit is een instrumentale kleurbepaling: dit instrument objectiveert en kwantificeert de gegevens op een reproduceerbare wijze.
  • Wetenschappelijk maakt men vaak gebruik van ISO.
  • Fotografie. Met behulp van lichtfoto’s wordt er naar de kleur gekeken. Hierbij is het belangrijk te beseffen dat niet alle foto’s zomaar te vergelijken zijn.

Thuisbleken

De eerste keer thuisbleken moet onder supervisie van de tandarts (of door tandarts aangewezen persoon) gebeuren.

Voor- en nadelen
Thuisbleken heeft een aantal voor- en nadelen.

Nadelen:

  • De methode is tijdrovend. In de meeste gevallen duurt het bereiken van het juiste resultaat ongeveer 2 weken.
  • Aanpassen dieet. Het dieet dient chromogeen-arm te zijn, oftewel kleurstofvrij.
  • Er mag niet gerookt worden tijdens de gehele bleekperiode.
  • Elementen kunnen gevoelig worden.
  • Ook kan er op een andere manier enig discomfort en irritatie ontstaan door bijvoorbeeld het hebben van een vieze smaak, irritatie van de gingiva tong en maag.
  • Deze methode vereist discipline.

Voordelen:

  • Het bleken is gemakkelijk in gebruik.
  • In de meeste gevallen wordt er een goed resultaat bereikt.
  • De methode heeft een relatief lage kostprijs.
  • Het is een veilig methode die eventueel herhaald kan worden.

Thuisbleekprocedure

  • Enkele dagen voorafgaand aan het bleken kan gestart worden met het gebruik van Tooth Mousse GC (of iets vergelijkbaars).
  • Er moet een individuele bleekmalletjes vervaardigd worden, bij voorkeur zonder reservoir. Hiervan wordt de pasvorm gecontroleerd, de bleekmal mag niet op de gingiva komen.
  • De gel wordt meegegeven (16% CP), 4 spuitjes is genoeg.
  • Voordat de malletjes geplaatst worden moeten de tanden worden gepoetst. Vervolgens kunnen de bleekmalletjes gevuld worden met de gel, zowel voor als achterzijde mag gevuld worden. Hierbij is het belangrijk dat er geen overmaat aangebracht wordt om gingiva irritatie te voorkomen. Voordat de malletjes worden ingedaan wordt de mond gespoeld met water. Eventueel kan er nog lippenbalsem aangebracht worden.
  • Er wordt gestart met 1 uur per dag (per 24 uur). Na 1 uur wordt de bleekmal verwijderd en de mond gespoeld met water. Het gebit wordt zachtjes gepoetst en vervolgens met Tooth Mousse ingesmeerd. De rest van de avond en nacht mag er niet meer gegeten, gedronken of gerookt worden. Overdag is normaal chromogeen dieet wel mogelijk.
  • Er moet een wekelijkse controle door tandarts plaatsvinden. De draagtijd mag na 1 week eventueel verlengd worden tot maximaal 2 uur.
  • Na afloop wordt er tijdens de halfjaarlijkse controle gekeken of de tanden nog de desgewenste kleur hebben. Eventueel kan het bleken 1 of 2 nachten herhaald worden.

Resultaat thuisbleken

  • Het bleekeffect is verschillend per persoon ten gevolge van verschillen in microstructuur.
  • Een donkere uitgangspositie is nadelig (C2 of hoger).
  • Er bestaan grote standaarddeviaties in de resultaten.
  • Geëxposeerde wortels kunnen donker van kleur blijven terwijl het glazuur lichter wordt.
  • Soms gaat het behalen van het juiste effect erg moeizaam en kan dit wel tot 6 weken duren.
  • Bij zeer translucente gebitselementen is er vaak minder effect te zien.
  • Er kan gevoeligheid van de gebitselementen optreden ten gevolge van uitdroging van het glazuur (radicalen kunnen op deze manier de pulpa bereiken). Uit onderzoek blijkt dat mensen die gedurende de nacht bleken er in 75% van de gevallen pijn ervaren wordt.
  • Wanneer er na orthodontische behandeling gebleekt wordt, dan is het belangrijk te beseffen dat er vaak nog een klein laagje bonding aanwezig is. Deze laag moet verwijderd worden om goed effect te krijgen.
  • Vlak na een bleekbehandeling lijken de tanden witter ten gevolge van een uitdroogeffect.
  • Mochten de gebitselementen opnieuw verkleuren dan kan er een herbehandeling uitgevoerd worden. Vaak is snel het juiste resultaat weer bereikt.

Intern bleken

Voordat er begonnen wordt met intern bleken, is het belangrijk dat de patiënt op de hoogte is van de risico’s en de kans op resultaat (informed consent). De volgende ‘risico’s’ zijn bekend:

  • Verkleuring veroorzaakt door metaalionen is moeilijk te verhelpen.
  • Door cervicaal weefsel weg te halen, wordt het element verzwakt.
  • De kans op externe wortelresorptie is nog niet geheel bekend maar lijkt mee te vallen.
  • Overbleaching’ is niet erg, het gebitselement wordt vanzelf weer donkerder.
  • In bijna alle gevallen treedt relapse op.

Vervolgens kunnen de volgende stappen gevolgd worden:

  • Documentatie gegevens voor start behandeling.
  • Radiologische evaluatie en indien geïndiceerd het uitvoeren van een endodontische herbehandeling.

Behandeling

  • Rubberdam aanbrengen.
  • Restauratie en kanaalvulling tot 2 millimeter onder de cementglazuurgrens weghalen.
  • Vitrebond
  • Bleekmiddel aanbrengen.
  • Tijdelijke restauratie vervaardigen.
  • Patiënt instrueren over behandeling.
  • Follow-up en documentatie.
  • Tijdelijke vulling en bleekmateriaal verwijderen.
  • Definitieve restauratie vervaardigen.
  • Betreffende element vervolgen.

Andere bleektechnieken

  1. UV-licht
    Het effect hiervan is twijfelachtig. Belangrijk is dat de lamp niet teveel opwarmt.
  1. Laser
    Voordelen: snelle werking, weinig warmte productie.
  1. KTP laser
    Dit is een bleektechniek voor ernstige verkleuringen.
  1. Smartbleach 3LT

Soorten verkleuring

Verkleuring van tand ten gevolge van trauma
Een aanwezige verkleuring van een gebitselement na een trauma is niet altijd blijvend. Een gebitselement kan bijvoorbeeld verkleuren door aanwezige bloedproducten. Afwachten is dus altijd belangrijk. Gele verkleuring ontstaat vaak ten gevolge van vorming van tertiar dentine na een (licht) trauma.

Donkere  verkleuring
Er dient altijd een röntgenfoto gemaakt te worden. Soms is er sprake van een slecht uitgevoerde of niet afgemaakte endodontische behandeling.

Tetracycline pigmentatie
Wanneer er sprake is van tetracycline pigmentatie kan het effect van extern bleken lang duren. Gebruik van een KTP laser is in dergelijke gevallen aan te raden. Intern bleken werkt goed maar dan moeten er eerst wel endodontische behandelingen uitgevoerd worden. Een andere optie is het maken van facings.

Lars Bergmans is tandarts, endodontoloog en doctor in de Medische Wetenschappen (KU Leuven, 1998, 2003 en 2006). Hij werkte in Brussel en Amsterdam als tandartsendodontoloog en als gastdocent aan de KU Leuven (Geneeskunde). Sinds 2011 heeft hij een groepspraktijk voor algemene tandheelkunde in Brasschaat (BDC Dental). Lars is auteur van verschillende publicaties.

 Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezingen van Lars Bergmans en Jan Berghmans tijdens het najaarscongres van de NVvE.

Lees meer over: Endodontie, Thema A-Z

Implantaten en parodontium: zekerheid of risico?

Het parodontium rond natuurlijke elementen is wezenlijk anders dan het parodontium rond implantaten. Kennis van deze verschillen zorgt ervoor dat we problemen op het vlak van functie en esthetiek bijtijds kunnen herkennen, voorkomen en zo nodig behandelen. Verslag van de lezing van parodontoloog-implantoloog Paul Sipsos.

Verschil parodontium
Ons lichaam bestaat uit 37,2 biljoen cellen. De reactie van deze lichaamscellen op een aanval van buitenaf lijkt in sterke mate op hoe sardines dat doen wanneer ze worden aangevallen door een roofvis: ze proberen hun gezamenlijk oppervlak te verkleinen tot wat door vissers een baitball (aasbal) genoemd wordt. Het parodontium rond natuurlijke elementen is wezenlijk anders dan het parodontium rond implantaten. Kennis van deze verschillen zorgt ervoor dat we problemen op het vlak van functie en esthetiek bijtijds kunnen herkennen, voorkomen en zo nodig behandelen. Verslag van de lezing van parodontoloog-implantoloog Paul Sipos.

Gezond weefsel rondom implantaten
Meestal is voor het plaatsen van een implantaat uitgebreide chirurgie nodig. Van oudsher geldt er in de tandheelkunde het adagium: “Vulnerat atque sanat”, verwond zodat je geneest. Dit is eigenlijk een vreemde paradox, die nodig herzien moet worden. In de lezing van parodontoloog-implantoloog Paul Sipos tijdens PARO van Bureau Kalker, worden (chirurgische) casussen geïllustreerd met foto’s uit zijn praktijk om te tonen hoe verfijnd met de zachte weefsels moet worden omgegaan. Uit de presentatie blijkt dat nauwkeurig werken met microchirurgie en vergroting bijdragen aan een mooi en gezond weefsel rondom implantaten.

Implantaten en parodontium: zekerheid of risico?

Pocketdiepte en aanhechtingswinst
Dat een chirurgische benadering niet altijd leidt tot de beste resultaten, is bij het behandelen van parodontitis reeds aangetoond door Jan Lindhe in 1982. Hoeveel aanhechtingswinst kan je verwachten? Na behandeling met scaling en rootplaning geldt: hoe dieper de pocket hoe meer winst. Ondiepe pockets (minder dan 2.7 mm bij incisieven) kan je daarentegen beter met rust laten, anders kun je aanhechtingsverlies creëren. Ook geldt dat hoe dieper de pocket is, hoe meer succes er met chirurgie kan worden behaald. Als criterium voor chirurgie-indicatie is een pocketdiepte vanaf 6,3 mm (bij incisieven) na initiële behandeling een goede leidraad.

Flapspanning
Dun weefsel is gevoelig voor trekkrachten en er treedt sneller beschadiging op als de flapspanning bij het hechten toeneemt. (Burkhardt 2010). Kenmerken voor dik weefsel zijn: het biedt meer weerstand tegen het binnendringen van bacteriën, heeft meer bloedvaten, betere zuurstofvoorziening en afvalstoffen worden makkelijker afgevoerd. (Hwang 2006). Bij zachteweefseltransplantaten zien we hoe dikker het weefsel, hoe minder krimp er zal zijn. (Mörmann 1981) Bij het tubergedeelte bevindt zich de dikste collageenrijke bindweefsel (Studer 1997).

Factoren die bijdragen aan een betere overleving van dikke gingiva

  • Groot volume van extracellulaire matrix en collageen bieden betere weerstand tegen collaps en contractie.
  • Dikkere lagen van gekeratiniseerd epitheel zijn beter bestand tegen beschadiging en het binnendringen van bacteriën.
  • Betere zuurstoftoevoer, en afvoer van afvalstoffen
  • Betere immuunrespons en migratie van groeifactoren

Weefselscheur versus draadbreuk
Een draaddikte van 7-0 (net zo dik als een menselijke haar) werkt minder traumatisch, dan scheurt je draad en niet het weefsel:

  • 3-0 hechtdraad: weefsel scheurt bij teveel kracht
  • 5-0 hechtdraad: net zo sterk als weefsel
  • 7-0 hechtdraad: weefsel kun je niet laten scheuren, draad breekt eerder
    Implantaten en parodontium: zekerheid of risico?
    Implantaten en parodontium: zekerheid of risico?

Wondgenezing
Primaire sluiting van de wond wordt bereikt wanneer de intacte wondranden intiem contact maken zonder teken van spanning of druk. Hierdoor ontstaat een vlotte overbrugging van de wond door fibrine, ingroei van bloedvaten en sluiting van het epitheel binnen 5 dagen. Door het contact van de wondranden wordt de hoeveelheid weefsel die moet worden vervangen door granulatieweefsel tot een minimum beperkt. Daarnaast wordt de ontstekingsreactie die nodig is om necrotisch weefsel en gecontamineerd materiaal af te voeren geminimaliseerd. Kortom, door na de operatie het oppervlak mooi te sluiten wordt een schone ruimte gecreëerd waaronder genezing kan plaatsvinden.

Wond doorloopt 3 fasen tot aan volledig herstel

  1. De ontstekingsfase Beschadigde vaten laten bloed in de wond lopen. Doordat het bloed coaguleert sealt het de open vaten en lymfekanalen, zodat de wond tijdelijk wordt gesloten. De cellen in het beschadigde weefsel produceren histamine, waardoor de omliggende intacte bloedvaten verwijden. Deze vasodilatatie leidt tot een toename van wondvocht en creëert een rood, warm, gezwollen en pijnlijk milieu.
  2. De fibroplastische fase Als fibroblasten ter plekke zijn, begint de collageenproductie. Drie processen (epithelializatie, wondcontractie en collogeen productie) vinden tegelijkertijd plaats.
  3. De remodelingsfase Herschikking van de collageenvezels.

Implantaten en parodontium: zekerheid of risico?

Biotype: fenotype
Het begrip bioptype is eigenlijk een foutieve benaming voor wat eigenlijk het fenotype genoemd moet worden. Bij gingiva met een dun fenotype treedt sneller buccale recessie op van de gingiva na het direct plaatsen van een implantaat na een extractie (Kan 2011). Het doorschemeren van een pocketsonde door de gingiva kan een methode zijn om een onderscheid te maken tussen dikke en dunne gingiva. Bij een dun fenotype gingiva schijnt de pocketsonde door, de gingivadikte is dan maximaal 1 mm. (De Rouck et al., 2009) Een botsubstituut van Bio-Oss bij een immediate placement van een implantaat, zorgt voor minder botverlies aan de buccale zijde. (Araujo et al., 2011)

Conclusies

  • Niet alleen de dikte van een palatumtransplantaat, maar ook de kwaliteit (collageen gehalte) van het weefsel zijn bepalend voor een voorspelbare weefselaugmentatie.
  • De voorspelbaarheid van resultaten neemt alleen toe met een minimale verstoring van de bloedtoevoer, vooral bij de buccale papil.
  • Met name bij dunne gingiva moet spanning op de lap worden voorkomen, daardoor kunnen dehiscenties optreden. Dit heeft zelfs nog meer invloed op genezing dan roken.
  • Primaire sluiting van de wond versnelt de genezing door een betere angiogenese en het leidt tot minder postoperatieve pijn.
  • Reconstructieve chirurgie moet zich richten op het zoeken naar een juiste balans tussen het overvullen en compenseren van een peri-implantaire site.

Paul Sipos is als erkend parodontoloog (NVvP) en implantoloog (NVOI) werkzaam in het Centrum Implantologie Parodontologie Amstelveen. Zijn studie tandheelkunde en opleiding parodontologie volgde hij bij ACTA en hij werkte een periode in het National Naval Medical Center, Maryland (USA). Hij heeft ruime ervaring opgedaan op het gebied van parodontologie, implantologie en uitgebreide prothetiek als parodontoloog bij de Koninklijke Marine en bij parodontologie praktijken in Enschede, Arnhem en Rotterdam. Hij was vier jaar voorzitter en congrescoördinator van de NVvP. Het saneren en reconstrueren van de gehele dentitie heeft zijn bijzondere aandacht.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Paul Sipos tijdens het congres PARO van Bureau Kalker 

Lees meer over: Implantaten, kronen en bruggen, Parodontologie, Producten, Thema A-Z
tandheelkundige zorg

Nieuwe kliniek: geïntegreerde medische en tandheelkundige zorg

Kaiser Permanente, een non-profitorganisatie in de Verenigde Staten, heeft de primeur met de opening van een kliniek waar zowel medische als tandheelkundige zorg worden aangeboden.

Voorloper
Kaiser Permanente is een voorloper in het aanbieden van geïntegreerde medische en tandheelkundige zorg, alhoewel er steeds meer samenwerkingsverbanden ontstaan tussen Amerikaanse ziekenhuizen en tandheelkundige praktijken. Hoewel het huidig project nog loopt en in een pilotfase bevindt, is de verwachting dat het programma zich snel zal uitbreiden naar andere regio’s.

Team
Het team bestaat uit drie tandartsen, één pediatrische tandarts, zeven tandartsassistenten, één arts, een arts-assistent en twee verpleegkundigen. De medewerkers werken allemaal met een Elektronisch Patiëntendossier Systeem. Wanneer bijvoorbeeld een afspraak bij de tandarts wordt gemaakt, kan men ook meteen zien of de patiënt een medische behandeling moet ondergaan. Zo kunnen de afspraken op dezelfde dag worden ingepland dat gunstig is voor de patiënt.

Voordelen
Geïntegreerde zorg kan voorkomen dat miljoenen Amerikaanse dollars per jaar worden uitgegeven aan ziekenhuizen voor tandheelkundige behandelingen van patiënten die niet direct toegang hebben tot de tandheelkundige zorg. Volgens de vicepresident van Kaiser Permanente is er genoeg bewijsmateriaal dat het combineren van medische en tandheelkundige zorg de algemene zorgkosten vermindert. Daarnaast kan geïntegreerde zorg bijzonder nuttig zijn voor mensen met aandoeningen zoals diabetes; een ziekte die op den duur kan leiden tot gebitsproblemen. Daarnaast kan de integratie de communicatie tussen de medische en tandheelkundige praktijk verbeteren en eventuele frustraties voorkomen; zoals telefonisch in de wacht worden gezet wanneer men medische informatie probeert te verkrijgen.

Uitdagingen
In het Amerikaans zorgstelsel is het van belang om met vergoedingen en verzekeringen een geïntegreerde zorgsysteem te realiseren. Bijvoorbeeld: dat voor één bezoek één bepaald bedrag betaald moet worden. Daarnaast zal het mogelijk ook een uitdaging zijn om de tandheelkundige en medische elektronische dossiers volledig te integreren.

Bron:
drbicuspid.com

 

 

Lees meer over: Markttrends, Samenwerken, Thema A-Z
IDS

Dentale vakbeurs IDS 2017 groot succes

Zaterdag 25 maart was de slotdag van de 37e editie van de vijfdaagse dentale vakbeurs Internationale Dental-Schau (IDS) in Keulen. De organisatoren en de bezoekers waren het er over eens dat de beurs een groot succes was.

IDS 2017 in getallen
De IDS wordt elke twee jaar georganiseerd door de GFDI-Gesellschaft zur Förderung der Dental-Industrie mbH. Aan de beurs met een totale oppervlakte van 163.000 m2 werd dit jaar deelgenomen door 2305 bedrijven uit 59 landen. Er kwam dit jaar een recordaantal bezoekers op af: meer dan 155.000 uit 157 verschillende landen. Ongeveer 60 procent hiervan kwam uit het buitenland; dat is 20 procent meer dan twee jaar geleden. Ook het aantal Duitse bezoekers nam licht toe.

De IDS bewees weer ruimschoots haar betekenis voor de internationale dentale wereld.

Focus IDS 2017
De focus van de IDS 2017 lag op digitale productie- en diagnosemethoden, intelligente netwerkoplossingen voor de praktijk en het laboratorium, smart services voor tandartsen en tandtechnici en verdere verbetering van de patiëntenzorg en daarmee de mondgezondheid in de hele wereld.

Tandzorg als belangrijke economische factor
„De Internationale Dental-Schau (IDS) heeft haar reputatie als ’s werelds grootste beurs in de tandheelkundige veld eer aan gedaan“, stelde Dr. Peter Engel, president van de Bundeszahnärztekammer bij de afsluiting van de beurs vast en voegde daaraan toe: „De tandzorg is een belangrijke werkgever en economische factor. Daarbij bewijst de tandzorgbranche crisisproof te zijn en levert zij een belangrijke bijdrage als banenmotor in de gezondheidszorg.“

Samenwerking
Uwe Breuer, president van het Verband der Deutschen Zahntechniker-Innungen (VDZI), verwoordde het belang van de IDS als volgt: „De Internationale Dental-Schau heeft zich vanuit het oogpunt van het VDZI opnieuw bewezen als ontmoetingspunt van specialisten uit tandtechnische laboratoria en tandartsenpraktijken. De zich uitbreidende digitale werkwijze in laboratoria en praktijken vraagt in de toekomst een nog nauwere samenwerking van beide expertises.”

Bron:
IDS

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Digitaal

Declaraties mondzorg Wlz voortaan digitaal

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de brancheorganisaties KNMT, ANT, ONT en NVM-mondhygiënisten hebben afspraken gemaakt over declaraties voor mondzorg via de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze declaraties worden vanaf 1 juli digitaal afgehandeld.

Huidige situatie
De afspraken hebben betrekking op patiënten in een Wlz-instelling met een indicatie voor verblijf met behandeling. In de huidige situatie vinden de machtigingsaanvragen en declaraties voor mondzorg via papieren formulieren plaats. Het invullen van de formulieren en de handmatige verwerking door zorgkantoren zijn erg tijdrovend.

Nieuwe situatie
In de nieuwe situatie worden de machtigingsaanvragen en declaraties via het machtigingen- en declaratieportaal van VECOZO digitaal afgehandeld. De afspraken zijn gemaakt in het kader van het traject vermindering Administratieve Lasten Mondzorg en worden door het ministerie van VWS toegejuicht. De ruimte die ontstaat door deze maatregel kan besteed worden aan de patiënten.

Test
De nieuwe werkwijze zal in juni nog grondig getest worden, zodat er bij invoering in juli geen problemen in het betalingsproces ontstaan. Het ministerie van VWS, Zorginstituut Nederland, CAK en ZN nemen deel in een stuurgroep, die de implementatie verder zal monitoren.

Informatie
De aangesloten mondzorgbrancheorganisaties zullen alle betrokken partijen informeren over de nieuwe manier van declareren. De zorgverleners kunnen met vragen terecht bij de brancheorganisaties en bij ZN, Vektis en VECOZO.

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen