ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

De beroepsorganisatie Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) maakt zich ernstige zorgen over de opzet en uitkomsten van het NZa-kostenonderzoek. De NZa wil met het onderzoek de opbrengsten, productie, praktijkkosten en tijdsbesteding van mondzorgaanbieders in kaart brengen om zo de mondzorgtarieven voor 2014 vast te stellen. De ANT constateert dat het NZa onderzoek onjuist is opgezet. ‘Elke conclusie of consequentie die de NZa aan de onderzoeksuitkomsten verbindt, is discutabel en arbitrair’, zegt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

De ANT heeft op 4 juli een brief aan de NZA gestuurd waarin zij hun bezwaren uiten tegen de opzet van het kostenonderzoek.
Lees deze brief

Een interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes

Voor het NZa-onderzoek is een klankbordgroep ingesteld waarin beroepsverenigingen van mondzorgaanbieders, waaronder de ANT, zorgverzekeraars en consumentenorganisaties zijn vertegenwoordigd.

Kunt u iets vertellen over uw bijdrage in de klankbordgroep?

De ANT is onverminderd voorstander van vrije tarieven in de mondzorg, een standpunt dat feitelijk ook al jaren door de NZa gedeeld wordt. Zowel de NZa als de ANT betreuren daarom het terugdraaien door minister Schippers van een driejarig experiment na amper zes maanden. Voor de NZa is de consequentie dat ze alsnog het kostenonderzoek moeten uitvoeren dat vanwege het experiment on hold was gezet. En de ANT blijft onverminderd en uit principe tegen dit kostenonderzoek omdat de tarieven in de mondzorg vrij zouden moeten zijn. Niettemin hebben we besloten om zitting te nemen in de klankbordgroep. Wanneer een dergelijk onderzoek gedaan wordt is het belangrijk om gezamenlijk met alle marktpartijen kennis en input te leveren en tot een aanpak te komen. Met deze inbreng vanuit de praktijk als vertrekpunt voor de opzet van het onderzoek kan het de resultaten opleveren als basis voor beleid.
Tijdens overleg met de klankbordgroep is tot in detail gesproken over de onderzoeksmethode. Nu de vragenlijst openbaar is, kunnen we daarover meer vertellen en op voorhand onze bezwaren openbaren. Het is belangrijk dat we voor de resultaten van het onderzoek bekend zijn duidelijk maken dat er sprake is van een onjuiste onderzoeksopzet. Ook vinden wij dat de beroepsorganisaties slechts zeer beperkt invloed hebben op de onderzoeksopzet en besluiten hierover van de NZa. De klankbordgroep lijkt vooral te worden gebruikt om het beleid te rechtvaardigen.

Wat zijn de grootste bezwaren van de ANT tegen het onderzoek?

Alleen onderzoek mondzorgondernemingen
We zien verschillende bezwaren en gevaren. Allereerst is met de huidige opzet van het onderzoek geen conclusie te trekken over het gemiddelde inkomen van een tandarts. Het onderzoek richt zich op mondzorgondernemingen en niet op de beroepsbeoefenaren zelf. Dat is merkwaardig als je bedenkt dat de NZa aangeeft dat zij de mondzorgtarieven voor 2014 wel gaat herijken aan de hand van een norminkomen.

ZZP’ers vallen buiten onderzoek
Los van de discussie over de hoogte van het norminkomen, zou het norminkomen bedoeld moeten zijn om het gemiddeld inkomen van de werkzame en BIG-geregistreerde tandartsen te beschrijven. Daarom is het relateren van de winst van een mondzorgonderneming aan een norminkomen een methodologisch onjuiste stap. De mondzorgondernemer is niet per definitie een tandarts, er bestaan zeer diverse samenwerkingsverbanden. Bovendien worden een paar duizend tandartsen die in de mondzorg werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer zonder personeel (ZZP’ers) buitengesloten in het onderzoek.

Compensatie grote praktijken
Daarnaast is het niet duidelijk of er gecompenseerd gaat worden als een praktijk heel groot is. Bedrijfseconomisch kan je niet verwachten dat een grote groepspraktijk met meer dan 50 medewerkers slechts een winst van eenmaal het norminkomen zou mogen behalen. Hetzelfde geldt voor een mondzorgonderneming met bijvoorbeeld tien vestigingen opererend onder één entiteit.

Tandartspraktijken zijn tegenwoordig kleine ziekenhuizen en de methodiek van het onderzoek had hierop moeten aansluiten. Nu gebruikt de NZa een onderzoeksopzet die misschien bij andere beroepsgroepen zonder ingewikkelde samenwerkingsverbanden en hightech apparatuur nog zou kunnen werken, maar de plank geheel misslaat in de mondzorg.

Selecte steekproef
Naast de aselecte steekproef van 450 praktijken worden verschillende specialismen in kaart gebracht middels een handgekozen selectie. Tandartsen gespecialiseerd in de parodontologie, implantologie en endodontologie werken vaak samen in grote gespecialiseerde centra. Doordat de onderzoeksopzet erop gericht is om de opbrengsten van mondzorgondernemingen in kaart te brengen en niet zozeer de individuele opbrengst van een tandarts, moest de selectie worden uitgebreid om meerdere specialisten, werkzaam in dezelfde praktijk, erbij te betrekken.

Een gevolg van deze methodiek is dat nagenoeg alle grote verwijspraktijken voor parodontologie, implantologie en endodontologie zijn geselecteerd. Door deze rekenmethodiek ontstaat echter wel een probleem voor de aannames voor de gehele beroepsgroep. De verwijspraktijken zijn zeer zeldzaam, zowel door grootte in personeel en medewerkers als door het volume van geavanceerde prestaties. Het is dus volkomen te verklaren dat in deze centra, waar specialisten samenwerken, de totale praktijkopbrengst als som van al deze specialisten en ondersteunend personeel bovengemiddeld zal zijn.

De groep van gespecialiseerde verwijspraktijken heeft door het selectieve beleid nu een vertekend aandeel gekregen in het onderzoek. Deloitte zal de gegevens van deze selecte steekproef gescheiden aanleveren, maar op voorhand is niet bekend hoe de NZa de gegevens zal gebruiken en al of niet zal vermengen.

Data torturing
Ondanks herhaaldelijk vragen is niet bekend hoe de NZa na het verzamelen van de data er conclusies aan verbindt, waardoor kans bestaat op data torturing. Als je maar genoeg verschillende uitkomsten van je data analyseert komt er altijd wel iets uit wat je graag wilt horen. In de medische wetenschap kan deze methode niet meer door de beugel en moeten onderzoekers van tevoren vastleggen wat ze precies gaan meten en hoe een uitkomst wordt gedefinieerd.

De NZa heeft als opdrachtgever een grote mate van vrijheid om Deloitte correlaties te laten berekenen die wenselijke uitkomsten kunnen opleveren. De leden van de klankbordgroep zullen die vrijheid niet krijgen. En wij zullen als ANT nooit de gedetailleerde databasegegevens krijgen om zelf aan het rekenen te slaan. Je staat dus als belangenvereniging al 3-0 achter bij de start.

Reputatieschade
We willen voorkomen dat in het uiteindelijke NZa-rapport van het kostenonderzoek het woord ‘tandarts’ wordt gebruikt omdat dit onderzoek gericht is op de winst uit mondzorgondernemingen, ongeacht het aantal zelfstandige tandartsen. Het publiekelijk maken van een onderzoek over mondzorgpraktijken waarbij onterecht conclusies worden getrokken voor individuele tandartsen, zal een onjuiste beeldvorming tot gevolg hebben bij verzekeraars, politiek en het grote publiek in Nederland. Wij zijn van mening dat dit onderzoek al lang niet meer over de individuele tandarts gaat, die echter wel wordt aangesproken als het rapport op media als Nu.nl staat.

Visie
Daarnaast is het gebrek aan visie op de mondzorg fnuikend. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de NZa maar van de politiek. Maar de NZa kan met haar tarieven wel degelijk de mondzorg in hoge mate sturen en die verantwoordelijkheid kun je niet nemen zonder een beleidskader. Mondzorg is heel divers: van pure basiszorg tot en met luxe zorg met hoogstaande hospitality kenmerken. Dit laat zich nu al niet goed met uniforme tarieven regelen. Indien de gemene deler de norm wordt, dan zullen dit soort praktijken en ook gedifferentieerde tandartsen het meest moeten opofferen. Wrang is dan dat de patiënten van deze praktijken dit allemaal particulier moeten betalen en dat zij graag maatwerk zouden willen zien in plaats van eenheidsworst.

De Nederlandse mondzorg staat goed aangeschreven en de kosten liggen onder het Europees gemiddelde. Waar we bang voor zijn, is dat dit onherstelbaar beschadigd zal worden. Dat alles op basis van een onderzoek wat ontzettend belastend is en alleen gemaakt lijkt te zijn om te fungeren als een stok om de komende jaren in onderhandelingen mee te kunnen slaan.

Lees meer over: Opinie, Tarieven, Thema A-Z, ZZP-er