Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Esthetiek gaat in op de kleine details. Implantaten moeten daarbij eenzelfde niveau halen als de originele elementen. Erg lastig, aangezien bij natuurlijke elementen de gingiva bijna verkleeft met de elementen. Welke factoren spelen er mee?

‘Avoiding aesthetic failures preventing soft tissue complications around teeth and implants’

Breed kijken bij diagnose

De eerste stap voor een goed eindresultaat is om breed te kijken naar het probleem van de patiënt en niet direct in te zoomen op de details. De witte en roze esthetiek moet in harmonie zijn. Daarvoor is een goede diagnose van belang, maar ook het juiste volume van de harde en zachte weefsels.

Waarom is roze esthetiek zo belangrijk? Waarom is een bepaald volume aan weefsel nodig?

Allereerst is de stabiliteit van het weefsel op zichzelf belangrijk. Er moet een bepaalde ratio zijn van de afstand van de zachte weefsels ten opzichte van implantaten. Daarnaast geldt dat hoe dikker de weefsels aan de buccale zijde van het implantaat zijn, hoe kleiner het risico op recessies op de lange termijn. Dit geldt ook voor natuurlijke elementen, waarbij bij een dun biotype gingiva de kans op weefselveranderingen en het ontstaan van recessies groter is dan bij een dik biotype gingiva. Daarnaast is het doorschijnen van weefsels van belang. Wanneer er een implantaat of donkere wortel aanwezig is, kan dit doorschemeren. Zodra er meer dan drie milimeter zacht weefsel aanwezig is, maakt het niet meer uit welke kleur de ondergrond heeft.

Als laatste is het schaduweffect belangrijk. Dit komt oorspronkelijk uit de fotografie en gaat uit van het effect dat er met minder licht grijze zones rond brugpontics of implantaten ontstaat. Dit wordt veroorzaakt door de concaviteit en de schaduw die hierdoor ontstaat. Deze geeft een grijze schemering. Het is van belang dat bij kijken van lateraal geen concaviteit zichtbaar is, omdat dit effect dan niet optreedt.

Oorzaken gingivarecessies

De oorzaken van gingiva recessies zijn altijd multi-factorieel, maar vaak is een dun biotype gingiva een onderliggende oorzaak.

De oplossing hiervoor is een bindweefseltransplantaat uit het palatum of de tuber wat verplaatst wordt naar de recessie. Veel patiënten hebben interesse in een dergelijke behandeling, maar er is maar een klein indicatiegebied. Op het moment dat de papillen afwezig zijn, is dit niet meer mogelijk en roken is een absolute contra-indicatie. Het slagingspercentage bij rokers ligt veel lager door de verminderde doorbloeding, waardoor de kans op ingroei veel kleiner is.

Bij deze ingreep wordt ook de dikte vergroot wat de kans op recessie in de toekomst vermindert.

Aanpassen roze weefsels

Tandarts Van de Velde krijgt vaak patiënten doorgestuurd voor het aanpassen van de roze weefsels voordat een restauratie vervaardigd wordt. Hierbij wordt de dikte van het weefsel vergroot, zodat kans op recessie na restauratieve behandeling kleiner is.

Wanneer er dikte van de mucosale weefsels gecreëerd wordt, maakt het niet meer uit wat er onder de gingiva aanwezig is, omdat er geen doorschemering meer is. Voor het plaatsen van een definitieve kroon wordt eerst een noodkroon geplaatst om te controleren of het onderliggende weefsel  gezond is. De grens van de kroonrand mag bij de noodkroon niet verder naar apicaal gelegd worden. Dit omdat eerst gecontroleerd moet worden of de weefsels gezond zijn. Nadat dit geconstateerd is, kan de grens naar apicaal verplaatst worden.

De dikte wordt vergroot door een klein zakje te maken rondom het element aan de buccale zijde. Dit wordt de ‘poutch’ genoemd. Het is van belang dat het weefsel niet te dun gemaakt wordt, omdat anders de doorbloeding gecompromitteerd wordt. Het bindweefseltransplantaat wordt vervolgens met hechtingen in de poutch getrokken en met deze hechtingen wordt het transplantaat ook gestabiliseerd. Er mag geen beweging in het transplantaat zitten bij functioneren. Na een week worden de niet-resorbeerbare hechtingen verwijderd. Het is beter om te veel weefsel  te creëren dan te weinig. Wegnemen is makkelijker dan het opnieuw creëren.  Dikte kun je weer afnemen met een diamantboor. Dit noemen we sculpteren. Dit gebeurt zonder waterkoeling, omdat anders de diamantboor met het weefsel verkleeft.

De uiteindelijke vraag die rijst: Blijft die opbouw van tandvlees ook bestaan op de lange termijn?

Er zijn inmiddels studies die aantonen dat de dikte behouden blijft.

Weefselvolume rondom implantaten

Wanneer we een element extraheren, vinden biologische reacties plaats waardoor harde en zachte weefsels verminderen. Als we hier niet op inspelen dan heeft dit grote esthetische consequenties. Wanneer het de bedoeling is om te implanteren is het zaak dat het optreden van deze weefselreacties verhinderd wordt. Het is nu eenmaal eenvoudiger om ziekte te vermijden dan de behandeling op te starten.

De eerste manier om dit te doen is socketperservation. Hierbij wordt biomateriaal (bijvoorbeeld bio-oss) in de alveole geplaatst om de harde weefsels in volume te behouden. De buccale zijde heeft minder functie dan de palatinale zijde, waardoor hier altijd iets resorbeert. Het kritische is niet het plaatsen van het biomateriaal, maar de hoeveelheid trauma die bij extractie wordt aangedaan. Hoe minder traumatisch de extractie, hoe minder botverlies. Zo is er minder botverlies wanneer er geëxtraheerd wordt zonder flap dan met. Het is daarom enorm van belang om zo atraumatisch mogelijk te werken.

Op het moment dat de harde weefsels middels socketperservation behandeld worden en de zachte weefsels opgebouwd worden, blijkt dat het totale volume niet afneemt. Relatief komt er iets meer zacht weefsel dan hard weefsel, omdat er altijd nog wat resorptie optreedt. Zo creëer je een zo gunstig mogelijke situatie voor toekomstige implantologie.

De conclusie die hieruit getrokken kan worden: Hoe traumatischer een extractie, hoe meer weefselveranderingen en hoe meer negatieve consequenties na behandeling optreden.

Wanneer met biomaterialen een tandvleesopbouw wordt ingegrepen ontstaat een betere situatie maar er treedt nog steeds vermindering op.

Socket shield technique

Wanneer een element nog geëxtraheerd moet worden, zijn er nog andere technieken om te voorkomen dat de weefsels gaan veranderen. Eén hiervan is de partiële extractie therapie of ‘socket shield technique’. Hierbij wordt een deel van de tand behouden. Dit zorgt voor de ondersteuning van de weefsels en hierdoor ontstaat geen resorptie. Deze behandeling is echter alleen geïndiceerd in selecte cases en is geen standaard behandeling.

Breuk is een goede indicatie voor een partiële extractietherapie. Het coronaire deel van de tand wordt verwijderd. Met diamantboren wordt een horizontale mesio-distale preparatie gemaakt om het apicale en palatinale deel van wortel te extraheren. Het buccale gedeelte wordt uitgehold (vandaar socket shield) tot een schildje. Nadien wordt een implantaat geplaatst. Op het implantaat wordt een tijdelijke voorziening gemaakt. De natuurlijke tand kan gebruikt worden om te verkleven aan de tijdelijke kroon.

Weefsel opbouwen

Wanneer er al veranderingen zijn opgetreden en resorptie van harde en zachte weefsels opgetreden is, moeten die weefsel opgebouwd worden. Dit kan met autoloog bot of biomaterialen. Ook zachte weefsels kunnen opgebouwd worden. Er worden betere resultaten behaald met bindweefseltransplantaten dan met gingivale grafs.  Daarnaast is er een voorkeur voor bindweefsel van de tuber ten opzichte van de maxilla. Dit is heel dicht en weinig doorbloed weefsel, terwijl bij het palatum meer vetweefsel aanwezig is.

Hebben we nu bindweefseltransplantaten nodig bij iedere patiënt?

Wanneer aan de hand van de literatuur geprobeerd wordt om deze vraag te beantwoorden wordt dit vaak gedaan met een PES-score. Deze score heeft een maximum van 14. De scores lopen uiteen van 7,8 tot 12,5. Maar uiteindelijk gaat het om de patiënt en hun mening is vaak niet in een score uit te drukken. Of ze zijn wel tevreden of ze zijn niet tevreden.

Voor Van de Velde hoort de score bij de implantaatbehandeling in de esthetische zone, maar hij past het toe bij iedere behandeling. Natuurlijk is het niet voor alle patiënten geïndiceerd. Niet iedereen is geïnteresseerd in het hele esthetische verhaal. Het is voornamelijk belangrijk goed te luisteren naar de patiënt en of patiënt er waarde aan hecht.

Hoe kunnen we de technieken voor weefselopbouw optimaliseren?

Er zijn technieken die gebruik maken van ‘smart blood concentrates’. Hierbij wordt bij patiënten bloed afgenomen, wat vervolgens bewerkt wordt. Bepaalde cellen en groeifactoren worden eruit gefilterd en deze worden verder bewerkt. Vervolgens wordt dit geplaatst op het gebied waar je genezing wilt bevorderen.

Er is veel literatuur hierover beschikbaar, maar geen dentale literatuur.

De literatuur die er is, geeft aan dat dit bijdraagt aan de genezing van zachte weefsels en dat de wondgenezing beter gaat. Op het moment dat PRF-membranen gemaakt middels deze techniek, aangebracht worden, blijkt dat er snellere bloedvatingroei is en dat deze sneller en beter matureren. De meeste studies concentreren zich op de zachte weefsels en over harde weefsels is nog minder bekend.

Weefsels optimaliseren

Daarnaast zijn er nog andere manieren waarop de weefsels geoptimaliseerd kunnen worden. Eén daarvan is een andere vorm van implantaten. Er zijn implantaten die in het coronaire gedeelte een driehoekige vorm hebben, waardoor er meer ruimte is voor weefsel is op de plaatsen waar je het nodig hebt. Wanneer de vlakke kant naar buccaal staat is, er hier meer ruimte voor weefsels en interdentaal ook. Wanneer er meer plaats is voor weefsel, is er meer stabiliteit en hierdoor is het resultaat beter.

Bovendien moet er tijdens de prothetische behandeling rekening gehouden worden met de zachte weefsels. Het is voordelig als abutments snel geplaatst worden en deze er zo min mogelijk op en af geschroefd worden. Daarnaast zijn materialen die gebruikt worden in de buurt van de zachte weefsel van belang.  Zo is lithiumdisilicaat iets minder gunstig dan zirkonium en iets minder biocompatibel.

Biocompatibele restauratiematerialen

Op het moment wordt er in de implantologie druk gezocht naar biocompatibele restauratiematerialen. Een ontwikkeling in de goede richting zijn de technieken om zirkonium met lithiumdisilicaat te verkleven. Dan kan de plaktandheelkunde richting de implantologie komen.

Het is belangrijk om vooraf prothetisch te plannen waar het implantaat en de uiteindelijke opbouw moet komen. Wanneer het implantaat geplaatst wordt met een zirkoniumabutment met hierop een lithiumdisilicaatkapje, kan de eigen tand gecementeerd worden op deze opbouw. Hierdoor is het zo biocompatibel mogelijk. In eerste instantie kan dit gebruikt worden als tijdelijke voorziening. Op het moment dat deze voorziening faalt, kunnen verschillende dingen gedaan worden. Faalt het eigen element dan kan een lithiumdisilicaat facing gemaakt worden. Faalt de hechting tussen zirkonium en lithiumdisilicaat dan kan een nieuwe kroon gemaakt worden. Als laatste optie kan de hele opbouw eraf gehaald worden en kan een nieuwe opbouw gemaakt worden, zodat ook het emergence profile nog aangepast kan worden.

Tommie van de Velde is tandarts in Antwerpen.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Tommie van de Velde tijdens het congres Is de casus complex? Relax! van Dr G.J. van Hoytema Stichting.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatige herinneringen, zoals sms-berichten, zijn een effectieve manier om mondkanker te bestrijden. Dit bleek uit een recentelijk onderzoek dat gepubliceerd werd in de South Asian Journal of Cancer.

Regelmatige sms

Tijdens het onderzoek stuurden onderzoekers regelmatig een sms naar patiënten om hun eigen mond te controleren op mondkanker. Uit de resultaten bleek dat het aantal patiënten dat zelfonderzoek deed naar vroege waarschuwingssignalen significant verbeterde.

Eerdere diagnose

Degenen die vroege waarschuwingssignalen of iets ongewoons vonden, bezochten dan ook vaker een arts of tandarts, waar bevindingen bevestigd en gediagnosticeerd konden worden.

Bestaande patiënten

‘Tot dusverre is dit alleen op bestaande mondkankerpatiënten uitgeprobeerd om hen alert te houden op eventuele herhaling’, zei dr. Nigel Carter, chief executive van de Oral Health Foundation in het Verenigd Koninkrijk.

Eenvoudig maar effectief

‘Ik twijfel er niet aan dat sms-berichten een veel bredere toepassing kunnen hebben om diegenen te waarschuwen waar het risico het grootst is, om zichzelf regelmatig te controleren op de eerste tekenen van mondkanker. Zoiets eenvoudigs als een sms kan een snelle en goedkope manier zijn om mondkankerpatiënten in een eerder stadium te identificeren’.

Tijd voor verandering

‘Het aantal mensen met mondkanker is mogelijk sterk gestegen, maar de proportie van degenen die de ziekte hebben verslagen is in de afgelopen 40 jaar nauwelijks verbeterd. Vaker wel dan niet: dit komt door een late diagnose’, aldus dr. Carter.

 

Bron:
South Asian Journal of Cancer
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Keep smiling: "Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach"

Keep smiling: “Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach”

“Je kan mensen niet motiveren door ze op het risico van mondziekten te wijzen. Gebruik liever het argument dat een goede gebitsverzorging belangrijk is voor een mooie lach”, zei Yvonne Buunk-Werkhoven in het interview met het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen).

In het interview Maak kennis met de mondzorgpsycholoog vertelt zij over haar werk als ‘mondzorgpsycholoog’.

Op Facebook deelde zij deze video van Freddie Mercury van Queen om haar gedachten te onderschrijven.

 

Yvonne Buunk-Werkhoven is gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
prijs - beker - winnaar

VMTI-wetenschapsprijzen uitgereikt

Eénmaal per jaar reikt de VMTI maximaal twee VMTI wetenschapsprijzen uit, een publicatie- en proefschriftprijs. Daarnaast is een VMTI stipendium ingesteld voor een veelbelovend protocol voor onderzoek op het gebied van de medisch-tandheelkundige interactie. De kandidaten zijn onderzoekers die zich bezighouden met onderzoek op het gebied van de medisch-tandheelkundige interactie. De VMTI wetenschapsprijzen en het stipendium hebben een aanmoedigend karakter om een onderzoek op het terrein van de medisch-tandheelkundige interactie te verrichten of te continueren.

Dit jaar was het aantal inzendingen groot, er waren maar liefst 27 inzendingen, waardoor er de mogelijkheid was voor de wetenschapscommissie tot keuze uit diverse goede plannen (5), mooie publicaties (19) en waardevolle proefschriften (3).

VMTI-stipendiumprijs voor Mieke Bakker

Mieke H. Bakker, Afdeling/sectie en universiteit Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMCG en RUG
Titel: Worden mensen met een eigen dentitie of een overkappingsprothese op implantaten gezonder oud dan edentate ouderen met een conventionele gebitsprothese?
In haar project zal zij gebruik maken van big data om mogelijk een antwoord te vinden op vragen zoals: Zien we een sneller afnemende gezondheid bij ouderen met een conventionele prothese vergeleken met ouderen met een eigen dentitie of overkappingsprothese? En, is de algemene gezondheid van ouderen op het moment van edentaat worden minder goed dan die van de andere groepen? De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting diverse aanknopingspunten geven met betrekking tot de rol die de mond speelt bij gezond ouder worden.

VMTI-publicatieprijs voor Laura Ziukaite

Laura Ziukaite, tandarts parodontoloog bij Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Arnhem en werkt als volunteer bij ACTA parodontologie aan een wetenschappelijke promotie.
Ziukaite L, Slot DE, Van der Weijden FA. Prevalence of diabetes mellitus in people clinically diagnosed with periodontitis: A systematic review and meta-analysis of epidemiologic studies. J Clin Periodontol. 2018 Jun;45(6):650-662. doi: 10.1111/jcpe.12839. Epub 2018 May 10. Review. PubMed PMID: 29125699.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29125699
Diabetes mellitus en parodontitis zijn beiden complexe chronische ziekten met een veronderstelde bidirectionele relatie. Dit systematische review evalueert in proefpersonen met professioneel vastgestelde diagnose van de parodontale weefsels de prevalentie en de odds (de kansverhouding) op het hebben van diabetes. Van de 803 publicaties uit de zoekstrategie voldeden 27 artikelen aan de inclusie criteria. De prevalentie van diabetes was 13.1% bij mensen met parodontitis en 9.6% bij degenen die niet de diagnose parodontitis hadden. Er is een odds van 2.27 (95% CI [1.90;2.72]). voor het hebben van diabetes in een groep parodontitis patiënten in vergelijking met mensen zonder parodontitis. De prevalentie van diabetes was 6.2% indien proefpersonen dit zelf konden aangeven en 17.3% indien er professioneel diabetes werd vastgesteld.

VMTI-proefschriftprijs voor Gwenny Verstappen

Gwenny Verstappen, University of Groningen, University Medical Center Groningen.
T cell-dependent B cell hyperactivity in primary Sjögren’s syndrome: biomarker and target for treatment
Gwenny Verstappen heeft de afgelopen jaren gewerkt aan haar proefschrift over de effecten van immunotherapie bij het syndroom van Sjögren. Dit draagt bij aan het begrijpen van de pathogenese van de aandoening. Met name op het niveau van de B en T cellen heeft zij gekeken naar adequate biomarkers voor ziekteactiviteit en naar de effecten van immunotherapieën. Aan de hand van haar resultaten kan er verondersteld worden dat het remmen van de interactie tussen T en B cellen cruciaal is voor de succesvolle behandeling van systemische ziekteactiviteit bij het syndroom van Sjögren. Immunotherapieen worden in toenemende mate gebruikt en dit zullen we dan als zorgverleners zowel in de eerste als tweede lijn steeds vaker gaan tegenkomen.

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Opnieuw bewezen verband tussen mondgezondheid en algehele gezondheid

Natuurgetrouwe composietrestauraties met de ‘bio-emulatie methode’

Het werken met composiet volgens de zogenaamde ‘bio-emulatie methode’ vormt de basis voor het maken van mooie maar vooral natuurgetrouwe restauraties. Dat geldt voor zowel het ‘jonge’ als het ‘oude’ gebitselement. Javier Tapia hanteert hierbij de zogenaamde ‘penta-lamineer techniek’, een laagsgewijze opbouw. Een goede analyse van de verschillende stadia van veroudering van de dentitie is hierbij erg belangrijk. Het goed begrijpen van de verouderingsprocessen van de natuurlijke elementen maakt het mogelijk om met deze techniek zo goed mogelijk gelijkende ‘natuurgetrouwe’ restauraties in composiet te bouwen.

Verslag van de lezing van Javier Tapia, tandarts gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde en spreker op internationale congressen.

There is an apt quote from Albert Einstein that represents the bio-emulation philosophy very well:

“Look deep into nature, and then you will understand everything better.”

Tandweefsel en veroudering

Glazuur en dentine bestaan beide uit hydroxyapatiet, organisch weefsel en water. De proporties van glazuur en dentine zijn echter verschillend. Omdat dentine minder gemineraliseerd is, is de verstrooiing van licht sterker voor dentine in vergelijking met glazuur. Voor zowel dentine als glazuur geldt dat de opaciteit afneemt met leeftijd. Chroma en translucentie nemen toe met leeftijd.

Gepolariseerd licht

Licht kan onze waarneming voor de gek houden. Bij gebruik gepolariseerd licht worden de reflecties en verstrooiingen weggefilterd en geeft daarom een beter beeld van de opbouw en kleuren van een gebitselement. Om gepolariseerde foto’s te kunnen maken, kan er een speciaal camera-filter gebruikt worden (‘polar eyes’). Op een gepolariseerde foto zal beter zichtbaar worden dat het cervicale deel van het element lichter van kleur is dan het incisale deel, met gewoon licht lijkt dit vaak andersom.

Penta-lamineer concept

Een gebitselement is uit de volgende lagen opgebouwd:

Dentine laag 1: hoge opaciteit, lage chroma

Dentine laag 2: medium opaciteit, hoge chroma

Overgang dentine naar glazuur: transparant

Glazuurlaag 1: medium translucentie

Glazuurlaag 2: hoge translucentie

Het principe van het penta-lamineer concept is dat je bij een dieper defect meer lagen/kleuren moet gebruiken. Als gevolg van gebruik en blootstelling treden er veranderingen op met het ouder worden van de tand. Daarom speelt ook de leeftijd van de patiënt een grote rol bij het bepalen van de kleuren en manier van het aanbrengen van de verschillende lagen. Jonge tanden zijn erg uniform: er is weinig verschil tussen cervicaal en incisaal. In oudere tanden is meer chroma aanwezig:  dentine laag 1 wordt dunner met leeftijd en de kleur van dentine laag 2 bepaalt dan hoofdzakelijk de kleur. Daarnaast wordt ook de glazuurlaag 2 dunner met de jaren en wordt de tand daardoor steeds transparanter.

Praktische implementatie

Omdat natuurlijke gebitselement uit de bovengenoemde 5 lagen zijn opgebouwd en de chroma, opaciteit en translucentie per laag en per leeftijd verschilt, lijkt het ingewikkeld om gebitselementen te restaureren met composiet. Gelukkig is het minder ingewikkeld dan het lijkt omdat niet alle combinaties voorkomen. Jong dentine is bijvoorbeeld altijd licht van kleur en opaque en daarom is er geen lichte translucente dentine kleur nodig. Hier is rekening mee gehouden en daarom kan met behulp van de volgende dentine en glazuur kleuren de juiste combinatie gemaakt worden:

Glazuur: light enamel, dark enamel (hoe ouder, hoe donkerder)

Dentine: light dentin, medium dentin, dark dentin (hoe ouder, hoe donkerder)

Aan zowel dentine- als glazuurcomposiet worden verschillende eisen gesteld.

Dentine composiet:

  • Grotere partikels met verschillende brekingsindex
  • Micro-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor verstrooiing van het licht
  • Opaque tot translucent dentine effect

Glazuur composiet:

  • Kleinere partikels met hoge brekingsindex
  • Nano-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor polijsten en behoud van glans
  • Transparant en opalescent

Klinische toepassing klasse IV restauratie

Als eerst moet de kleur bepaald worden. Het is aan te raden om zelf een kleurenschaal te maken met verschillende combinaties van dentine- en glazuurcomposiet. De huidig beschikbare kleurenschalen houden namelijk geen rekening met veroudering (opaciteit is het zelfde voor alle kleuren) en zijn daarom praktisch niet handig. Bij een klasse IV restauratie wordt eerst een bevel aangebracht. Vervolgens wordt eerst de palatinale en cervicale glazuurlaag aangebracht gevolgd door dentine laag 1 (lichte dentine kleur, lage chroma) en dentine laag 2 (donkere dentine kleur, hoge chroma). Bij jonge tanden bestaat de dentinelaag van cervicaal naar incisaal vrijwel alleen uit dentine laag 1. Hoe ouder de tand, hoe minder ver de dentine laag naar incisaal wordt aangebracht en hoe meer dentine laag 2 wordt gebruikt. Optioneel kan er een opalescente laag worden gebruikt voordat de laatst buccale glazuurlaag aangebracht wordt. Tot slot kan er optioneel een ‘stain’ gebruikt worden. Polijsten wordt respectievelijk gedaan met soflex-schijfjes, paarse spider en witte spider zonder waterkoeling. Vervolgens kan de oppervlakte structuur aangebracht worden met een grove diamantboor. Hierbij wordt weer rekening gehouden met leeftijd omdat bij een jongere tand meer oppervlakte structuur aanwezig is. Daarna wordt nogmaals de witte spider gebruikt en als laatst de ‘goat-brush’. Na 48 uur kan de kleur pas echt goed beoordeeld worden.

Javier Tapia Guadix studeerde in 2003 af als tandarts aan de Universiteit van Madrid. Hij werkte daarna als wetenschappelijk medewerker aan de afdeling prothetiek. In 2005 begon hij met het maken van professionele computeranimaties voor het visualiseren van tandheelkundige behandelingen. In 2011 was Javier mede oprichter van de Bio-Emulation Group, een internationale groep van zeer vooruitstrevende tandartsen en wetenschappers op het gebied van restauratieve tandheelkunde. Hij werkt nauw samen met verschillende Europese universiteiten. Javier heeft zijn eigen praktijk in Madrid, gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde. Hij is een veelgevraagd spreker op internationale congressen en heeft verschillende publicaties op zijn naam staan op het gebied van restauratieve tandheelkunde, mondfotografie en dentale computertechnologie

Verslag door Marieke Filius, tandarts, voor dental INFO van de lezing dr. Javier Tapia Guadix tijdens het congres Restauren2018 van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Mondzorg doe je samen

Mondzorg doe je samen

Tijdens de alumnimiddag van de opleiding Mondzorgkunde aan de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) werden oud-studenten, stagebegeleiders en andere geïnteresseerden bijgepraat over de ontwikkelingen in de opleiding Mondzorgkunde. Thema van de middag was: mondzorg doe je samen.

Interprofessioneel werken binnen de mondzorg

Agnes van Boxtel (hoofd opleiding Mondzorgkunde) en Ria Schipper (docent en voorzitter examencommissie Instituut Paramedische Studies) lieten zien hoe HAN Mondzorgkunde steeds meer vorm geeft aan interprofessioneel werken. De opleidingen Mondzorgkunde en Tandheelkunde hebben de taak om studenten voor te bereiden op hun professionele rol binnen de taakherschikking in de beroepskolom. Begin deze eeuw is er gestart met het pilot ‘teamconcept’. Dit is doorgeëvalueerd naar I-Team . In deze praktische onderwijsvorm werd samengewerkt door zesdejaarsstudenten Tandheelkunde en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde. Het team bestond hierbij uit twee à drie studenten, waarbij de zorg voor de patiënt over de studenten werd verdeeld. Dit heeft zich verder ontwikkeld naar de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Ook is er een samenwerking met andere paramedische studies in het honneursprogramma. Dit programma is bedoeld voor studenten die extra willen presteren en tijd en zin over hebben om naar meer diepgang en samenhang met andere paramedische studies in casuïstiek te zoeken.

Mondzorg doe je samen HAN

Onderwijsvorm ‘Masterklinieken’

In september 2017 is gestart met de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Bij deze onderwijsvorm wordt samengewerkt door de opleidingen Mondzorgkunde van de HAN en Tandheelkunde van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Wereldwijd is dit uniek, in omvang en intensiteit. Bij deze samenwerking zijn 204 masterstudenten Tandheelkunde en 102 derde- en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde betrokken. Ze krijgen gezamenlijke les en begeleiding tijdens het kliniekonderwijs van 28 docenten Tandheelkunde en 14 Mondzorgkunde in Nijmegen en Arnhem. Gezamenlijk behandelen zij in totaal 8000 patiënten. Het gebouw bleek van invloed op de samenwerking. Daarom is bij de verbouwing in Nijmegen hiermee rekening gehouden. Een Masterkliniek heeft ongeveer 500 patiënten en wordt gerund door tien tandheelkundestudenten en zes mondzorgkundestudenten. De studenten zijn ingedeeld in clusters. In een cluster zitten drie klinieken. Per cluster is er een zesdejaarsstudent Tandheelkunde die het totaal overziet. Hij weet bijvoorbeeld of er pijnklachten zijn en kan de patiënten zelf behandelen en/of verdelen onder zijn medewerkers. Dit kunnen de Mondzorgkundestudenten en lagerejaarsstudenten Tandheelkunde niet. Andere Tandheelkunde- en Mondzorgkundestudenten kunnen wel casemanager van een individuele patiënt zijn, die de volgorde van handelen coördineert.

Theoretisch deel Masterklinieken

Het theoretische onderdeel van de Masterkliniek bestaat uit het Academisch Klinisch Redeneren (AKR), waarvoor studenten uit de Masterklinieken één dagdeel in de week samenkomen. Het AKR-dagdeel bestaat uit themadiscussies en behandelplanbesprekingen in kleine groepen.
De studenten leren elkaar zo herkennen en erkennen. Het wordt helder wie wat doet, wie waarin verantwoordelijkheid neemt. De samenwerking wordt niet alleen bewerkstelligd door samen in een kliniek te zitten, maar ook door de dialoog aan te gaan. Het doel is om betere zorg te leveren aan de patiënt. Dit kan door efficiënt te werken, door de expertise van Mondzorgkunde en Tandheelkunde op de juiste manier in te zetten en door de zorg goed op elkaar af te stemmen.

Honneursprogramma

Aan studenten Mondzorgkunde die een extra uitdaging kunnen gebruiken, wordt een honneursprogramma aangeboden. Een van hen is Liza van Loo. Op maandagavond krijgt ze workshops van diverse professionals. Studenten afkomstig van verschillende paramedische studies van de HAN zoals Fysiotherapie, Ergotherapie, Logopedie, Voeding en Diëtetiek en Mondzorgkunde doen dan diverse projecten. Liza is derdejaars Mondzorgkunde. Ze heeft zich verdiept in voeding en diëtiek en samengewerkt met twee studenten van deze opleiding. Zij hebben onderzoek verricht naar richtlijnen over voeding en mondgezondheid in binnen- en buitenland. In een artikel hebben zij de voedingsadviezen ter preventie van mondziekten vergeleken tussen Nederland en de V.S. Zij kwamen op niet heel veel verschillen uit, behalve dat in de V.S. veel melk drinken en xylitolkauwgom wordt aanbevolen. De nadruk ligt in de V.S. een stuk minder op het aantal voedingsmomenten. Op dit moment is Liza samen met logopediestudenten bezig om studiemateriaal te schrijven voor de opleiding Voeding en Diëtiek, zodat er een college kan komen ove r de overlap tussen mondzorg en logopedie.

Mondzorg doe je samen HAN

Beter met capaciteit omgaan

Miranda Laurant (lector van het Lectoraat Organisatie van Zorg en Dienstverlening HAN) presenteerde tot slot ‘Skillmix: naar een optimale inzet van professionals in de mondzorg’. Hierin legde ze uit dat volgens het ministerie van VWS taakherschikking het middel is om beter om te gaan met de capaciteit. Samenwerken – multiprofessioneel en interprofessioneel – moet daarbij al vroeg worden aangeleerd. Met capaciteit wordt het aantal mondzorgverleners bedoeld ten opzichte van de zorgvraag.

De redenen waarom er beter met de capaciteit moet om worden gegaan, zijn:
1. Vergrijzing: steeds meer ouderen behouden hun gebit.
2. Jeugd moet goede preventieve mondzorg ontvangen.
3. Preventie wordt in de zorg steeds belangrijker. Daar is de mondhygiënist bij uitstek de beroepskracht voor.
4. Ziektes zijn te herkennen in de mond. Mondziektes kunnen veroorzaakt worden door algehele ziektes en vice versa.
5. Technologische ontwikkelingen leiden tot bepaalde specialisaties; er is meer kennis nodig om mondzorg goed uit te voeren.
6. Er moet voorkomen worden dat de kosten verder stijgen; middelen moeten daarom efficiënt ingezet worden.
7. Er is schaarste aan tandartsen in Nederland; de zorg moet daarom slimmer georganiseerd worden.
8. Er is een te snelle uitstroom van mondhygiënisten. Mondhygiënisten moeten dus tevreden worden gehouden.

Skillmix

Dit zal moeten leiden tot ‘skillmix’. Dit betekent de patiënt centraal zetten door te vragen wat de behoeftes van de patient zijn en ons afvragen hoe we de juiste skills hierbij vinden. Tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten moeten een team vormen om goede patiëntenzorg te kunnen geven. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk. Door taakherschikking wordt er recht gedaan aan de opleiding die er is genoten. Op dit moment is er een onderbenutting van de capaciteit van mondhygiënisten. Hun functionele bevoegdheid wordt lang niet altijd toegepast. Er is sprake van een overlap van uitvoerende taken en dat kan leiden tot dubbele behandelingen. Men zou juist complementair aan elkaar moeten zijn. Optimaal samenwerken komt nu onvoldoende van de grond. Er is een stagnatie in de manier waarop samenwerking in de mondzorg wordt georganiseerd. Door taakherschikking kan verdere stagnatie worden voorkomen. Het beroep en de opleiding tot mondhygiënist zijn volop in ontwikkeling. Het al heel vroeg samenwerken komt ten goede aan de dagelijkse praktijk. De patiënt wordt centraal gezet. Iedereen moet zich afvragen: “Ben ik de juiste professional op dit moment?”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de alumnimiddag van de HAN ‘Mondzorg doe je samen’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
endodontologie

Henry Schein presenteert ontwikkelingen in endodontologie tijdens de ‘ESE Research and Clinical Meeting’ in Amsterdam

Henry Schein presenteert endodontische oplossingen tijdens de European Society of Endodontology (ESE) Research and Clinical Meeting 2018. Het evenement vindt plaats op 26 en 27 oktober 2018 bij ACTA in Amsterdam.

Presentatie EdgeEndo-lijn, NeoDiamonds endo-boren biokeramische sealers

Henry Schein stelt zich als vertrouwd adviseur van tandartsen en endodontische specialisten ten doel hen langs de voortdurende veranderingen in de tandtechnologie te loodsen en oplossingen aan te bieden die voldoen aan de unieke behoeften van hun klanten, in combinatie met de training, service en ondersteuning die nodig zijn om te slagen. Het bedrijf zet deze doelstelling kracht bij via het uitgebreide portfolio van hoogwaardige endodontologische producten en endoconcepten. Tijdens de ESE Research and Clinical Meeting zullen bij de Henry Schein-stand de EdgeEndo-lijn (met NiTi-vijlen, carrier-based obturators en punten die kunnen worden gecombineerd met de meeste bestaande endodontologische motoren en obturatorovens en gebruikmakend van bekende klinische protocollen met hun eigen karakteristieken), de NeoDiamonds endo-boren van Microcopy en de biokeramische sealers van BUSA gepresenteerd worden.

Beeldopname-apparatuur en microscopen

Daarnaast levert het bedrijf ook beeldopname-apparatuur voor diagnoses die de workflow tijdens de endodontische behandeling ondersteunen, evenals een reeks microscopen en loepsystemen die onmisbaar zijn tijdens de endodontische behandeling om de nieuwe mogelijkheden optimaal te kunnen benutten. Het bedrijf werkt ook samen met een team van endodontologen die adviseren over specifieke endodontische oplossingen voor behandelingen en de ideale individuele workflow in de praktijk.

‘Henry Schein zet zich in voor kwalitatief hoogwaardige producten en diensten waarmee tandheelkundigen hun dagelijkse werkzaamheden efficiënt kunnen uitvoeren en optimale zorg te leveren aan de patiënt.’

Lees meer over: Kennis, Scholing
Tandarts.nl genomineerd voor website van het jaar

Tandarts.nl genomineerd voor Website van het Jaar

Tandarts.nl is voor de derde keer op rij genomineerd voor de Website van het Jaar in de categorie Gezondheid. Van 21 september tot en met 19 oktober 2018 kunt u uw mening geven over de kwaliteit van deze website en de andere genomineerden.

De Website van het Jaar verkiezing is de publieksprijs die zich richt op de kwaliteit en inhoud van websites.

Stem op de website tandarts.nl als Website van het Jaar

Op 22 november worden de winnaars bekendgemaakt tijdens de feestelijke en exclusieve Awardshow.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
tuchtrecht

Tuchtrecht: niet uitvoeren behandeling na opmaken behandelplan

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag heeft uitspraak gedaan over een klacht tegen een tandarts. De tandarts maakte een behandelovereenkomst op maar kon de behandeling vervolgens niet uitvoeren. Het Tuchtcollege heeft besloten dat de klacht deels gegrond is en legt als maatregel een waarschuwing op.

Situatie

In december 2017 bezocht een patiënt een tandartspraktijk in Rotterdam om hier advies in te winnen over een gebitsbehandeling. De behandelopties werden met de tandarts besproken, en een paar dagen later werd een vervolgafspraak gepland. Tijdens deze vervolgafspraak werden afdrukken van het gebit van de patiënt gemaakt, om een wax-up te kunnen creëren. Daarnaast werd er geprobeerd om een foto van het hele gebit, een orthopantomogram, te maken, wat mislukte doordat het apparaat het niet deed. Diezelfde dag werd er een behandelplan opgesteld, met totale kosten van €8.184,54, waar de patiënt ter plekke voor tekende. Daarnaast tekende hij een document waarin stond dat het volledige bedrag en de kosten van de orthopantomogram moesten worden betaald, voorafgaand aan de behandeling. De rekening werd om 30 december 2017 verstuurd naar de patiënt.

Toen in januari 2018 de tandarts het behandelplan intern met haar collega’s besprak werd gesteld dat de tandarts onvoldoende expertise had om de behandeling zelf uit te kunnen voeren.  De tandarts legde dit op 23 januari 2018 telefonisch uit aan de patiënt, waarna de rekening volledig werd gecrediteerd.

Klacht

Naar aanleiding van het niet doorgaan van de behandeling klaagt de patiënt de tandarts aan. De redenen die hiervoor werden gegeven zijn contractbreuk, fraude en schending van beroepsgeheim. Daarnaast stelt de patiënt om financiële schade te hebben opgelopen, waarvan hij wenst dat deze schade wordt vergoedt door de tandarts.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het college stelt dat er door het niet doorgaan van de behandeling inderdaad contractbreuk is gepleegd. Door het opstellen van de behandelovereenkomst was er een contract dat niet zomaar verbroken kan worden. De tandarts heeft dit toch gedaan door de behandeling later alsnog te weigeren. Het is hierbij ook belangrijk om te onthouden dat het behandelplan werd opgesteld en getekend op initiatief van de tandarts. Hierdoor is het niet raar dat de patiënt ervan uitging dat er een behandelovereenkomst tot stand was gekomen, die niet verbroken kon worden. Anderzijds was het gebrek aan expertise een goede reden voor de tandarts om het contract te verbreken.

De onduidelijkheid had weggenomen kunnen worden door bij het tekenen van het behandelplan duidelijk te maken dat dit slechts een voorlopig plan was en dat de uitkomst van de wax-up en de gebitsfoto moest worden afgewacht voor een definitief oordeel. Het klachtonderdeel contractbreuk is gegrond, aangezien dit niet is gebeurd. Het klachtonderdeel fraude is echter als ongegrond besloten, doordat alle gemaakte kosten zijn gecrediteerd en doordat het declareren van de gebitsfoto een vergissing was. De patiënt heeft het laatste klachtonderdeel, schending van beroepsgeheim, niet onderbouwd, waardoor het College hier ook geen oordeel over heeft gedaan.

Al met al heeft het Regionaal Tuchtcollege besloten dat de klacht deels gegrond is. De tandarts heeft als maatregel een waarschuwing gekregen.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Kennis, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Kidsfabriek was een groot feest!

Kidsfabriek was een groot feest

Op 25 augustus vond in Ulft voor de vijfde keer het gratis jeugdevenement de Kidsfabriek plaats. Ook dit jaar was er weer de Mondhoek, waar workshops over mondgezondheid werden gegeven door negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde. De coördinator van de Mondhoek Lieneke Steverink-Jorna vroeg hun ervaringen. Hier haar verslag.

Mondhoek

De kinderen genoten echt van wat hun in de Mondhoek werd aangeboden. Nieuwsgierig stapten ze op de stand af. Sommigen gaven aan dat ze absoluut niet gepoetst wilden worden. Zij werden met een poetsbeest spelenderwijs verleid tot poetsen. Het was geweldig om te zien hoe de kinderen allemaal met een grote smile in de stand te vinden waren. Op een gegeven moment liepen bijna alle kinderen met de goodiebag en ballon rond.

Geïnteresseerde (groot)ouders

Student Daisy Janssen vertelt: “Het was voor mij echt ontzettend leuk en leerzaam. De ouders zijn enorm geïnteresseerd tijdens zo’n evenement. Ze keken uit zichzelf mee en stelden vragen. Tijdens het geven van de poetsworkshop hoorde ik steeds: “Oh, dat wist ik niet!” Mondhygiënist Roma Kowalski: “Niet alleen de ouders waren enthousiast. Ook de opa’s en oma’s. Een opa zei: “Heel leuk gedaan! Hopelijk tot volgend jaar.” Mondhygiënist en wetenschapper Yvonne Buunk-Werkhoven haakt in: “Ook opa’s en oma’s lijken steeds meer betrokken en volgden de poetsworkshop actief. Daardoor krijgt het kind thuis meer steun en wordt er nagepoetst.

Kinderen komen inderdaad het jaar erop weer terug. Zo wordt de boodschap goed herhaald en dat werkt krachtig voor gedragsverandering.” Mondhygiënist Arwa Abdulhadi: “Klopt, niet alleen de kinderen komen graag terug, ook de ouders kwamen speciaal voor de poetsworkshop met de kinderen naar de Kidsfabriek. Ik vond ook dat de grootouders veel interesse toonden. Zij kenden het plakkleuren nog van vorig jaar, maar de kinderen die voor het eerst kwamen, hadden er nog nooit van gehoord.” Student Liza van Loo: “Het was zo leuk dat ik kinderen zag die ik vorig jaar ook had gezien! Ze komen dan echt naar je toe gerend met een grote lach. Leuk om te zien dat ze ook echt wat geleerd hebben.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Het mondzorg team van Kidsfabriek: negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde

Nog nooit poetsles gehad

Veel kinderen en (groot)ouders gaven, net als vorige jaren, aan dat ze in de praktijk nog nooit een poetsles hadden gekregen. Op Mondzorgforum geeft een heel groot deel van de mondhygiënisten aan vrijwel nooit kinderen te zien. En dat was te merken… Mondhygiënist Marigeth Eimers-Deira: “Ouders weten niet eens dat ze met hun kinderen naar de mondhygiënist kunnen. Ik zag ook aardig wat kids met tandsteen. Ze wisten niet eens dat ze al blijvende kiezen hadden! Echt, de ouders keken me met grote ogen van verbazing aan. Veel van wat ik vertelde, was volkomen nieuw.” Mondhygiënist Suzanna Aleksanjan: “Veel kinderen hadden echt oude plak. Ondanks dat ik vorig jaar ook meedeed, was dat toch weer schrikken!” Mondhygiënist Marieke Peters: “Inderdaad verbazingwekkend. Kinderen geven ook vaak aan slechts een keer per dag te poetsen.” Ouders zeggen vaak dat het kind inderdaad twee keer daags moet poetsen, maar bedenken niet dat ze zelf bij hun kind moeten poetsen.

Mondhygiënist Madeleine Bos: “Het kleuren was voor veel jonge kinderen nieuw. De ouders poetsen vaak niet na.” Arwa heeft geen enkele sealing gezien, ondanks dat de mondhygiëne slecht was. Ook zij hoorde dat de kinderen en/of ouders nog nooit een poetsinstructie hadden gekregen. Silvia: “Veel kinderen zijn nog nooit naar de mondhygiënist of preventieassistent geweest. Ouders gaven ook aan dat ze niet wisten dat hun kinderen ook met een elektrische borstel kunnen poetsen.” Madeleine: “Ja, maar toch waren er ook kinderen die zowel met de hand als met een elektrische borstel poetsen.” Daisy: “Als ze al elektrisch poetsten, dan wisten ze niet dat ze de borstel stil moesten houden. De ouders wisten dat ook niet en hebben het zodoende hun kind verkeerd aangeleerd. Voor de ouders werd zo ook duidelijk dat poetsinstructies niet alleen voor kinderen zijn!” Roma: “Ik hoorde zelfs van aardig wat ouders dat ze dachten dat cariës aangeboren is! Het is echt hard nodig dat kinderen en hun ouders meer voorlichting krijgen.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Zure drankjes

Naast de poetsinstructie was er ook gelegenheid om de pH van drankjes te meten Suzanna: “ De kinderen trokken zelf conclusies bij het pH-meten. Zo zeiden ze: “Water is dus het beste! Ik kies voortaan water.” Er kwam zelfs een ouder terug om te vertellen dat het kind om water vroeg nadat ze had gevraagd of het wat wilde drinken. Marieke: “Het erosie-verhaal vonden ouders heel interessant en vroegen door. Ze waren echt verbaasd over de lage waardes.” Roma: “ Een moeder was verbaasd dat Cristal Clear, dat ze zelf dronk, zo zuur was. Het was echt een eye-opener.”

Kinderen die mondzorg nodig hebben

Na zo’n Kidsfabriek blijven er altijd kinderen ‘in je hoofd’ achter. Kinderen waarbij je nadrukkelijk hebt moeten zeggen dat de mondhygiënist geen overbodig luxe zou zijn. Zo zagen we kinderen waarbij de kiezen nog net zichtbaar waren. Helemaal weg ge-erodeerd, ouders wisten van niks. Of dat je bij twee kinderen (zusjes) na het wegpoetsen van een dikke laag plak forse cariës ziet, dat je rond kijkt en je afvraagt waar de ouders zijn. Een ouder kwam toch nog even om het hoekje kijken en deelde mee dat het haar ‘bonuskinderen’ waren en dat de cariës kwam door het ‘pufje’. Het is moeilijk om dergelijke ouders voorzichtig duidelijk te maken dat de kinderen echt zorg nodig hebben en dat er moet worden nagepoetst. Bij Roma kwam een kindje met enkel een 55 en 65 in de bovenkaak. Ze vertelt: “De rest was weg en in de onderkaak stonden grijze elementjes. Ze gingen niet regelmatig naar de tandarts en wisten zelfs de naam niet. Het was een gebroken gezin, details zal ik je besparen. Zo sneu om te zien dat dan de grote zus zich verantwoordelijk gaat voelen en haar zusje naar de Mondhoek bracht. Je hart breekt.”

Unieke kans om mondzorg te promoten

Het is elk jaar weer geweldig om met collega’s iets uit je hart te doen. Het werken met kinderen geeft echt een glimlach op je gezicht. Dan hoor je vanuit een hoek een enthousiast kind: “Glazuur? Dat kan je ook eten!” Het is voor studenten een prima kans om meer routine te krijgen in het geven van instructies. Student Iris: “Eerst voelt het nog wat onwennig, maar op een gegeven moment weet je precies wat er wel en niet werkt bij die kleintjes. Ik weet nu zeker dat ik met jeugd ga werken.” Maar ook voor menig mondhygiënist was het een unieke kans om even met beide benen in de maatschappij te staan. We kregen kinderen te zien die anders nooit in de praktijk komen. Dit zijn vaak juist de kwetsbare kinderen. Een unieke kans om mondgezondheid te promoten dus. Het is mooi om te zien hoe hard er is gewerkt en hoe goed er werd samengewerkt. Er werden zelfs banen aangeboden en tijdens het etentje achteraf werd er nog druk kennis gedeeld. Dus collega’s bedankt!

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Handleiding voor tandheelkundige ethiek gepresenteerd tijdens FDI congres

Handleiding voor tandheelkundige ethiek gepresenteerd tijdens FDI congres

Op zaterdag 8 september vond het FDI World Dental Congress plaats. Het congres verwelkomde bijna 8000 deelnemers van over de hele wereld.

Handleiding voor tandheelkundige ethiek

Een belangrijke publicatie die tijdens het congres werd gelanceerd, was de tweede editie van de Dental Ethics Manual. De Dental Ethics Manual kan hier gedownload worden.

10 beleidsverklaringen goedgekeurd

Tijdens het FDI congres werden de volgende 10 beleidsverklaringen aangenomen:

  • (Diepe) tandbeen cariës en herstellende zorg
  • Het voortzetten van tandheelkundige medische opleidingen in de tandheelkunde
  • Dentale amalgaam wordt afgebouwd
  • Tandheelkundige- en mondgezondheid-gerelateerde apps
  • Tandheelkundige- en slaap-gerelateerde ademhalingsstoornissen
  • Wereldwijde parodontale gezondheid
  • Nanodeeltjes in de tandartspraktijk
  • Verstrekken van elementaire mondzorg voor ontheemden
  • Nationaal gezondheidsbeleid met inbegrip van mondgezondheid
  • Mondgezondheid bevorderen door fluoride tandpasta

De nieuwe en herziende beleidsverklaringen zullen later beschikbaar zijn voor raadpleging via de FDI-website.

FDI World Dental Congress 2019

Het FDI World Dental Congress 2019, georganiseerd in samenwerking met de American Dental Association, zal plaatsvinden van 5 tot 8 september 2019 in San Francisco, Californië.

Bron:
fdiworlddental.org

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Op 4, 5 & 6 oktober 2018 opent dentex, het event voor de dentale sector, voor de 21ste keer haar deuren. Dentex zet nog meer in op beleving en innovatie. Zo is er een sterk seminarieprogramma en zijn er tal van demonstraties. Ook de Dentex Innovation Awards worden tijdens de beurs uitgereikt.

Al jaren is dentex een vaste waarde voor elke professional in de dentale sector en dat is ook dit jaar niet anders. 150 nationale en internationale fabrikanten en distributeurs staan klaar om hun expertise en innovaties te delen. Tweejaarlijks verzamelen 6500 professionals zich tijdens de dentex  om kennis uit te wisselen over de nieuwste trends in de dentale sector.

Geaccrediteerde seminaries

In samenwerking met de sectorverenigingen VVT, SMD en VBT worden er verschillende geaccrediteerde seminaries georganiseerd die experten aan het woord laten rond interessante topics in de sector. Onder andere de kleine lettertjes van de nomenclatuur en de nieuwste trends in digitalisatie (CAD/CAM) komen aan bod. Ook de nieuwe inzichten omtrent biofilm en desinfectie worden besproken. Tijdens het seminarie over de app ‘Digital Dentist’, die toelaat om de behandelingsopties beter uit te leggen aan de patiënt, krijgen tandartsen inzicht in de werking en mogelijkheden.

 

Demo’s en innovatie centraal op de beursvloer

Voor de tweede keer op rij worden de Dentex Innovation Awards (D.I.A.) voorgesteld op de beurs. Innovatieve producten of diensten -al dan niet gecommercialiseerd- die nog in prototype-fase zitten, komen in aanmerking voor deze awards. Dit kan gaan over nieuwe software, een applicatie, een product of een dienstverlening.

Daarnaast wordt extra focus gelegd op demonstraties. Niets zo interessant dan het zien van de producten ‘in actie’. Daarnaast wordt de start-up corner deze editie herhaald. De beurs wil met dit initiatief aan kleinere spelers in de sector de kans geven om hun producten aan het grote publiek voor te stellen.

Nieuw: dentex nocturne en Dentalumni

Wie liever ’s avonds een bezoek brengt aan dentex kan dat vanaf dit jaar. Dentex verwelkomt u op vrijdag 5 oktober van 18u00 tot 22u00 voor een feestelijke netwerkavond. Met wat muziek, een hapje en een drankje wordt dentex the place to be om alle standhouders te ontdekken en collega’s te ontmoeten. Bovendien werkt ook DentAlumni v.z.w. van UGent dit jaar actief mee en organiseren zij een alumniavond op dentex.

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Dentex – Dé vakbeurs voor de dentale sector 4-5-6 oktober 2018

Donderdag 4 okt: 10u – 18u
Vrijdag 5 okt:  10u – 22u
18u – 22u Dentex Nocturne
Zaterdag 6 okt: 10u – 18u

Brussels Expo, Paleis 5
Belgiëplein
1020 Brussel
www.dentex.be

________________________
Exposant op dentex:

Alles over Halitose bij de FRESH BREATH BAR

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Cavex Holland zal Dentex op 4, 5 en 6 oktober in Brussel verrijken met de FRESH BREATH BAR op stand 5610. Deze ludieke bar zal dé plek zijn waar iedere bezoeker een frisse adem kan halen.

Uit onderzoek van Cavex is gebleken dat het onderwerp Halitose nog te weinig wordt besproken bij de mondzorgspecialist. Terwijl 75% van de Europese bevolking in aanraking komt met de aandoening*.

U kunt bij de Fresh Breath Bar alles te weten komen over halitose en oplossingen daartegen. Gerenommeerd tandarts Eddy de Valck zal met een apparaat genaamd ‘Oral Chroma’ de adem van bezoekers testen op halitose oftewel een slechte adem. Ook is er een professionele flairtender die indrukwekkende flairshows zal geven en shotjes Fresh4Sure schenkt.

De ‘Fresh Breath Bar’ wordt mogelijk gemaakt door Cavex Fresh4Sure een mondverzorgingssysteem tegen halitose.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

In juli 2018 heeft de KNMT de herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie geautoriseerd, wat betekent dat tandartsen aan de slag kunnen met de implementatie van de richtlijn in de praktijk. Uit ervaring blijkt dat de dossiervoering rondom het maken van röntgen opnamen een aandachtspunt is. Daarom in dit artikel nogmaals de belangrijkste punten op een rij.

Rechtvaardiging

Allereerst is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de herziene richtlijn Radiologie en daarom worden hier de punten uit het hoofdstuk ‘Stralingsbescherming – rechtvaardiging’ opgesomd:

  1. De afweging of een röntgenopname noodzakelijk is, mag pas worden gemaakt nadat een klinisch onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit een vraagstelling voorkomt die niet anders dan met behulp van röntgendiagnostiek kan worden beantwoord. De reden dient vast gelegd te worden in het patiëntendossier (indicatie rechtvaardiging).
  2. Het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) geeft daarbij ook aan dat bij rechtvaardiging noodzaak bestaat tot het raadplegen van eerdere gegevens (medisch dossier en röntgenopnamen) van de patiënt.
  3. De patiënt wordt vooraf geïnformeerd over de reden voor het maken van een röntgenopname.
  4. In het patiëntendossier worden de bevindingen die op de opname zijn geconstateerd vastgelegd en ook waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is. Dit heeft betrekking op de bevindingen die afwijken van het normale en waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat deze behandeling behoeven.
  5. De herhalingsfrequentie van bitewing-opnamen en de keuze van de meest geschikte opnametechniek worden bepaald aan de hand van de individuele diagnostische vraagstelling.

Aanvullend wordt in het hoofdstuk ‘Organisatorisch – verantwoordelijkheidsstructuur en procedures’ nog gesteld, dat in het patiëntendossier moet worden vastgelegd welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Relatie tot patiëntendossier

Uit bovenstaande eisen komen een aantal punten naar voren, die betrekking hebben de vastlegging van het patiëntendossier. Echter, uit ervaring blijkt dat veel tandartsen hier nog niet aan voldoen en daarom een nadere uiteenzetting. Uit bovenstaande eisen zijn de volgende verplichtingen m.b.t. dossiervoering te herleiden:

  • De reden voor het maken van een röntgenopname (indicatie rechtvaardiging);
  • De bevindingen die op de opname zijn geconstateerd;
  • Waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is;
  • Welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Toelichting op indicatie en bevindingen

Uit ervaring blijkt, dat tandartsen nog moeite hebben om te voldoen aan deze eisen. En dan met name rondom de verslaglegging van de indicatie en de bevindingen. In een eerdere KNMT-brochure is een duidelijke toelichting gegeven op deze punten, wat tandartsen kan helpen in het beter voldoen aan deze eisen.

  • Intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen
    De indicatie en uitkomst van de interpretatie van intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen moeten altijd in het patiëntendossier worden vastgelegd.
  • Solo- of bitewing foto’s
    Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de aanleiding tot de opname in het patiëntendossier vast te leggen als er sprake is van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (zoals het opsporen pijnklachten of het doen van lengtebepalingen). Datzelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden, bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Echter, de met de opname verkregen informatie moet dan wel worden vastgelegd in het dossier (zoals de gemeten lengte of aangetroffen caviteiten).

Tip: maak afspraken

Om praktijk breed en op uniforme wijze te voldoen, is het advies een protocol dossiervoering op te stellen. Door het maken van centrale afspraken rondom dossiervoering (en deze uit te schrijven in een protocol of beleid) zal een praktijk haar dossiervoering veel beter kunnen uniformeren, waardoor mede de kwaliteit van informatie-uitwisseling tussen zorgverleners in een praktijk toeneemt.

Voorbeeld beleid dossiervoering

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo is in de Toolkit een ‘Voorbeeld beleid Dossiervoering’ opgenomen.

Bron:
KNMT Brochure ‘Kernpunten herziene richtlijn tandheelkundige radiologie’

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Lees ook Regelgeving stralingsbescherming: wat er is veranderd

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Classificatie ICR volgens Heithersay

Invasieve cervicale resorptie: Extractie of behoud?

Invasieve cervicale resorptie (ICR) wordt vaak niet als zodanig herkend tijdens routineonderzoek. Omdat deze agressieve vorm van resorptie pas in een heel laat stadium tot klachten kan leiden, wordt het proces meestal pas ontdekt als het zich al in een zeer uitgebreid stadium bevindt. ICR wordt vaak ten onrechte voor cariës of interne resorptie aangezien, en dat kan resulteren in een onjuiste behandeling die tot vroegtijdig verlies van het element kan leiden.

Wat is resorptie?

– Verlies van hardweefsel ten gevolge van clastische cellen.
– Treedt op als er een beschadiging optreedt van een beschermlaag (predentine en precement).

Clastische cellen

– Worden aangetrokken door bepaalde minderalen.
– Normaliter zijn elementen hiervoor beschermt door de beschermlaag van precement en predentine. Aan deze beschermlaag kunnen clastische cellen niet hechten.

Invasieve cervicale wortelresorptie (ICR)

ICR is een complex en dynamisch complex, waarbij odontoclasten de wortel binnendringen via één of meerdere portes d’entrées net onder het aanhechtingsepitheel. Vervolgens is er invasie van fibrovasculair weefsel uit het PDL in het cervicale deel van de wortel, waarbij multiple resorptiekanalen worden gemaakt.

De pulpa raakt pas laat betrokken, deze wordt beschermd door een zogenoemde PRSS (pericanalar resorption resistant sheet) bestaande uit predentine, dentine en op den duur ook gemineraliseerd weefsel.

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 t/m 4

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 tm 4

Classificatie ICR volgens Heithersay

  • Alleen zinvol als ICR zich in mesio-distale richting heeft verspreid en 2-D kan worden beoordeeld.
  • Kan niet goed voor laesies in bucco-linguale richting worden gebruikt.
  • Beschrijft niet de uitgebreidheid rondom het wortelkanaalstelsel, en of de pulpa is aangetast, en de mate van reparatie.
  • Daarom is er behoeft aan een 3-D classificatie.

Etiologie

  • Orthodontie
  • Trauma
  • Inwendig bleken
  • Chirurgie, parodontale therapie
  • Bruxisme
  • Contact met katten? – ICR komt namelijk ook voor bij katten –
  • Bespelen van blaasinstrument

Lokale hypoxie (onvoldoende zuurstof) is waarschijnlijk de drijvende kracht in het beginstadium van ICR.

Diagnostiek

  • Outline resorptiedefect loopt in verticale richting en is vaak onregelmatig
  • De begrenzing van het wortelkanaal kan meestal door het defect worden waargenomen
  • Verandert van locatie als de hoek waaronder de röntgenfoto is genomen verandert
  • Meestal positieve respons op pulpatesten
  • Beoordeling met behulp van CBCT

Diagnostiek en het gebruik van CBCT

  • Diverse studies hebben aangetoond dat conventionele röntgenfoto’s, zelfs uit verschillende richtingen, ontoereikend zijn om de locatie, grootte en begrenzing van ICR te beoordelen.

Klinisch

  • Grijzige/rozig verkleuring. Bij openen forse bloeding en een kaasachtig proces.

ICR wordt vaak ten onrechte aangezien voor interne resorptie

Interne resorptie komt vanuit de pulpa, en er is vitaal weefsel nodig om deze resorptie op gang te houden. In het begin is het coronale deel van pulpa necrotisch en het apicale deel vitaal en ontstoken.

Diagnose interne resorptie:

  • Goed begrensd, ovale/ronde vergroting van het wortelkanaal
  • Blijft centraal gelokaliseerd ongeacht de inschietrichting foto
  • Vaak asymptomatisch
  • Sensibiliteitstesten kunnen positief zijn
  • CBCT is handig om grootte en begrenzing te beoordelen

Hoe vaak komt ICR voor?

12-16 keer zo vaak als interne resorptie, volgens klinische gegevens uit verschillende endodontiepraktijken.

Verloop ICR

  • Het resorptieproces schrijdt voort en een groot deel van de wortel wordt aangetast
  • Het blijft gedurende lange tijd ongewijzigd in grootte en begrenzing
  • Er vindt reparatie plaats en het proces neemt in grootte af, of lijkt zelfs te ‘’verdwijnen’’

Behandeling ICR

  • Geen behandeling, extractie indien klachten
  • Onmiddellijke extractie
  • Openen en schoonmaken en restaureren van het resorptieproces met interne en externe benadering

Interne benadering

Heithersay geeft aan: behandeling eerst mechanisch reinigen met een ronde boor, daarna chemisch met 90% trichloorazijnzuur (TCA), om bloeding te stoppen en coagulatienecrose te verkrijgen. Dit gedurende1 minuut, daarna afspoelen en drogen. Indien nodig herhalen en afwisselen mechanisch en chemisch. Breng Ca(OH)2 aan, herhaal procedure in volgende zittingen. Daarna wortelkanaalbehandeling afmaken en restaureren met composiet

TCA maakt cellen kapot en geeft een coagulatienecrose. TCA wordt ook gebruikt voor het verwijderen van wratten.

Interne benadering heeft de voorkeur omdat je geen bot hoeft te verwijderen. Voorwaarde is wel dat worteloppervlak zoveel mogelijk intact moet zijn. Kan bij klasse III en IV laesies worden toegepast.

Externe benadering

Externe benadering is geïndiceerd als de laesie relatief klein en goed begrensd is en coronaal van de crista alveolaris ligt of chirurgisch goed toegankelijk is zonder al te veel bot te moeten verwijderen. Ook geïndiceerd als het uitwendige kroon/worteloppervlak niet meer intact is en gerestaureerd dient te worden. Voor zonodig eerst de endo uit voorafgaande aan de chirurgie.

Beslissing wel of niet behandelen

  • Maak historische röntgenfoto’s om progressie te beoordelen
  • Maak CBCT voor grootte en uitgebreidheid
  • ICR on meerwortelig element is lastiger te behandelen
  • Esthetische overwegingen mee laten wegen
  • Rekening houden met de leeftijd van de patiënt

ICR hoeft niet altijd behandeld te worden. Soms blijf het stabiel.

Samenvatting

  • Goede casusselectie en zorgvuldige uitvoering kunnen tot een succesvol lange-termijn behandelresultaat leiden
  • Inwendige benadering verdient de voorkeur
  • Heithersay procotol: mechanische reiniging, applicatie TCA, restauratie
  • Versteviging van element is nodig met goede restauratieve vervolgbehandeling

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 150 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen- en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Sinds 1980 voert zij praktijk in Purmerend, waarvan de laatste vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
CAD CAM event 2018

CAD|CAM EVENT 2018

Dit event is voorbij

Digitale tandheelkunde is aan razendsnelle ontwikkelingen onderhevig met nieuwe mogelijkheden en kansen voor tandartspraktijken en -laboratoria tot gevolg. Tijdens het CAD|CAM Event komen de nieuwste ontwikkelingen aan bod. 4 oktober, 18:00 – 21:30 uur, Almere.

Avondsessies CAD|CAM event

Of u nu wilt kennismaken met de digitale mogelijkheden voor uw praktijk of als expert het maximale eruit wilt halen.
Tijdens het CAD|CAM event op 4 oktober, heeft u de keuze uit één van de vier avondsessies:
CEREC & TRIOS: Digitaal scannen
CEREC: Meer met Omnicam
CEREC: Digitale workflow implantologie
TRIOS: Implant Studio software

De avond begint om 18.00 uur en het officiële gedeelte zal rond 21.30 eindigen.

Meer informatie en inschrijven CAD|CAM EVENT 2018

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing
ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

Ira van Eelen, initiatiefneemster van ToothCamp, startte aan het begin van het schooljaar een petitie om snoep- en frisverkoop uit de schoolkantines te bannen.

Het gemak en de vanzelfsprekendheid van middelbare schoolkantines, om snoep en frisdrank te verkopen, is laakbaar. Daar waar drugs, roken en alcohol op scholen zijn verboden, kan de desastreuse werking van verslavende suikers gewoon doorgaan. Middelbare scholen kunnen een belangrijke rol spelen door deze boodschap parallel mee te geven en zo te helpen de (mond)gezondheid van hun tieners optimaal te houden.

Gevolgen voor mondgezondheid

Ira van Eelen: “Tijdens het draaien van het item voor het Jeugdjournaal in mei waren we te gast bij een “gezonde school”. In de kantine – met het predicaat gezondste kantine van Nederland 2018 – kunnen kinderen lolly’s, marsen en zure matten kopen en stonden er twee vending machines met alle foute frisdranken denkbaar! Het blijkt dat je jezelf een gezonde kantine mag noemen als je 80% van je aanbod aanpast aan het advies van het voedingscentrum en dan mag je 20% vrij laten. Wat het extra lastig maakt, is dat de focus nu voornamelijk op calorieën ligt en er nog te weinig gekeken wordt naar de gevolgen voor de mondgezondheid.”

Kennis en bewustwording

Het begint bij bewustwording. Daar waar vorige generaties opgroeiden met het motto ‘Snoep gezond, eet een appel’ en er fluoride in het water zat, zien nieuwe generaties marketing en reclame-uitingen waarbij de link wordt gelegd tussen suiker en sportiviteit.

“Het is net als met het roken: eerst geloofde niemand dat het een probleem was (roken was een stoere bezigheid van cowboys), maar nu kan niemand zich meer voorstellen dat je zomaar in gezelschap gaat staan paffen. Ooit komt de dag dat niemand meer gelooft dat schoolkantines snoep en snacks verkochten. Met die bewustwording start ToothCamp, in samenwerking met KNMT, NVM en ANT, nu een petitie; ondertekenen kan op www.stopsnoepenfris.petities.nl“.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

De eerste drie afgestudeerde endodontologen van de Oral Health Sciences Master van ACTA krijgen in september hun diploma. Deze nieuwe Engelstalige master kent vier uitstroomprofielen. Behalve endodontologie zijn dat orale implantologie, orale kinesiologie en parodontologie.

Master in Oral Health Sciences

De Master in Oral Health Sciences is een nieuwe Engelstalige driejarige fulltime opleiding. Deze tweede master aan de ACTA, naast de master Tandheelkunde, is een joint degree tussen UvA en VU.

Alleen tandartsen met een in Nederland erkend diploma en BIG-registratie kunnen worden toegelaten. De opleiding is bedoeld voor ambitieuze tandartsen met een paar jaar werkervaring die hun kennis willen verdiepen en zich willen specialiseren in een van de profielen.

Endodontist specialist

Het is een van de weinige postuniversitaire Engelstalige opleidingen in Europa die geaccrediteerd zijn door de European Society of Endodontology (ESE). De afgestudeerden krijgen van de ESE de status van ‘endodontist specialist’ en worden door de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) erkend als endodontoloog.

Bron:
NvvE

Lees meer over: Kennis, Scholing
NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

Laat jij technische ontwikkelingen en innovaties aan jezelf voorbij gaan of grijp je ze aan om de kwaliteit van je werk te verbeteren of efficiënter te kunnen werken? En welke invloed hebben deze ontwikkelingen op het gedrag en handelen van de cliënt? Misschien brengen deze ontwikkelingen een andere manier van zorg verlenen met zich mee?

Het NVM-najaarscongres vindt plaats op 16 november 2018 in De Flint, Amersfoort.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Wanneer we meer voorspellingen kunnen doen over het verloop van de mondgezondheid, kunnen we beter inzetten op preventie. Hoe ziet de toekomst eruit? Tijdens het NVM-najaarscongres ‘Innovatief denken en doen’ op vrijdag 16 november 2018 lichten wij een tipje van de sluier op.

Innovatie mondzorg

Laat je dit najaarscongres inspireren door de voorbeelden en inzichten van diverse sprekers die een voorbeeld zijn op het gebied van innovatie. In interactieve lezingen delen zij onder andere hun ervaringen over: het aanbieden van bestaande producten op een vernieuwende manier, het op de markt brengen van nieuwe producten en het op een innovatieve wijze praktijk voeren of samenwerken met andere (zorg)professionals.
Elke lezing kent leerdoelen en eindigt met een take home message: wat heb je aan deze ontwikkeling in je eigen praktijk? En hoe kun je zelf innovatief denken en doen? Het programma kent twee rondes met deelsessies waarbij je per ronde kiest welk thema het meeste aanspreekt.

Meer informatie en inschrijven NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Jako Burgers

“Implementatie nieuw KIMO richtlijn is veel werk”

Bij het doorvoeren van een richtlijn komt meer kijken dan alleen het ontwikkelen van de richtlijn zelf. Volgens Jako Burgers, de voorzitter van de nieuwe Begeleidingscommissie Implementatie van KIMO, is het daarom niet raar dat meer mensen werken aan de implementatie van richtlijnen, dan aan de ontwikkeling ervan.

Jako Burgers

Jako Burgers is huisarts en hoogleraar. Daarnaast was hij zes jaar lang het hoofd van de afdeling Richtlijnontwikkeling & Wetenschap van het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). Op basis van deze ervaring is hij geïnstalleerd als voorzitter van de nieuwe Begeleidingscommissie Implementatie van KIMO.

Praktijk inzichten gecombineerd met wetenschap

Burgers denkt dat het bij het opstellen van richtlijnen met name van belang dat de motivatie voor het opstellen van deze richtlijn rechtstreeks vanuit de praktijk komt, gecombineerd met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Dit geldt zowel bij huisarts- als tandartspraktijken.

Doorvoeren kost tijd en moeite

Nadat een nieuwe richtlijn is opgesteld en ontwikkeld kost het veel tijd om deze ook daadwerkelijk goed door te voeren. Burgers: ‘Het is belangrijk dat de richtlijn toegankelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld met goede samenvattingen en flow charts. Hiernaast is het noodzakelijk om nascholing over de richtlijnen te regelen. Soms moeten zorgverleners hun werkwijze aanpassen, waarvoor zij goede begeleiding nodig hebben.’

Het is daarom dat er bij het NHG meer mensen aan de implementatie van de richtlijnen werken dan aan de ontwikkeling ervan. ‘We hebben inmiddels in de praktijk ervaren dat dit goed werkt. Een richtlijnen maken is lastig, maar hem goed laten landen is nog veel meer werk,’ aldus Burgers.

Nauw contact met de patiënt

Om een richtlijn goed te kunnen implementeren is het met namelijk belangrijk om goed contact met de patiënten te onderhouden. Uiteindelijk wordt de vraag wat goede zorg nou precies is vooral beantwoord in de behandelkamer. Duidelijk overleg tussen de behandelaar en de patiënt is daarom cruciaal om richtlijnen hun vruchten af te laten werpen.

Bron:
KIMO

 

 

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Infecties van de binnenzijde van de wortel beïnvloeden de gezondheid van de weefsels erbuiten en vice versa. Dit kan via dentinetubuli, laterale en accesorische kanalen en foramen apicale. Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

De invloed van een infectie van het wortelkanaal op de parodontale gezondheid

Uit klinische casussen van De Cleen blijkt dat na het uitvoeren van een endodontische herbehandeling, zowel klinisch als röntgenologisch de pocket en het parodontaal defect verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden:

Viezigheid aan de binnenzijde van het wortelkanaal beïnvloedt de gezondheid aan de buitenzijde. Dit klinische succesvolle resultaat blijkt ook door de wetenschap te worden bevestigd.

Patiënten met parodontitis en een verlaagd botniveau hebben een groter risico op het ontstaan van parodontitis apicalis. Onderzoek uit Denemarken toont dat beide, dus endo en paro, met elkaar verbonden zijn. Elementen met een zwarting apicaal tonen vaak diepere pockets dan elementen zonder apicale zwarting. Indien er geen behandeling plaatsvindt van de parodontitis apicalis, blijkt dat de pockets sneller dieper worden. Uit een dierexperiment blijkt dat een infectie in de pulpaholte apicaalwaartse groei van het epitheel bevordert. Uit een grote studie uit Stockholm blijkt dat initiële parodontale behandeling minder effectief is bij elementen met een periapicale radiolucentie. Daarnaast is ook de gemiddelde pocketdiepte groter en worden meer horizontale furcatiedefecten gezien. Een studie uit Utrecht toont meer angulaire botdefecten aan de mesiale zijde van wortels met een stift.

Bij gecombineerde paro-endo laesies is de beste behandelvolgorde: eerste endo, daarna paro

Conclusie

Als het goed is voor het endodontium, is het ook goed voor het parodontium.

Na het tonen van verschillende klinische cases van De Cleen is het duidelijk dat een schoon wortelkanaal bijdraagt aan een gezond parodontium.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z