NVTS

NVTS congres: Tandheelkundige slaapgeneeskunde in de praktijk

DIT EVENT IS VOORBIJ

Op vrijdag 5 april houden wij ons elfde jaarcongres. Zes boeiende sprekers belichten vanuit diverse invalshoeken de slaapapneu-gerelateerde problematiek. De focus ligt op nieuwe kennis ten aanzien van Slaapdetectie & ‘City Safety’, alternatieve diagnostische mogelijkheden en toekomstperspectieven.

Parodontitis en slaapapneu

Aan bod komen de relatie tussen parodontitis en slaapapneu, gedragsverandering met betrekking tot gezonder leven en slaaphygiëne. Tevens zal er, zoals u van ons gewend bent, een overzicht gegeven worden van de meest relevante recente literatuur op het gebied van OSA en over de ontwikkelingen van de unieke leerstoel ‘Tandheelkundige slaapgeneeskunde’.

Programma NVTS congres

We starten ’s ochtends met de jaarlijkse ledenvergadering. Na een korte pauze begint vervolgens het congres. Voor de lunchpauze zullen de diploma’s
worden uitgereikt aan de nieuwe groep die de NVTS-accreditatie heeft behaald.

Tijdens de pre-course op donderdag 4 april komt screening van slaapapneu
aan bod en legt onze voorzitter Maurits de Ruiter, aan de hand van een casus,
de verschillende slaapregistraties langs de meetlat.  Rick Pleijhuis geeft ons inzicht hoe pulsoxymetrie hierbij kan worden ingezet. Aansluitend gaan wij met elkaar in debat, waarbij wij u uitnodigen om hiervoor stellingen aan te leveren.

Voor dit congres zijn KRT, WaCo, NVMKA en KRM accreditatiepunten te behalen.

Meer informatie en inschrijven NVTS congres: Tandheelkundige slaapgeneeskunde in de praktijk

 

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Autotransplantatie: kleine chirurgie met grote resultaten

Autotransplantatie: kleine chirurgie met grote resultaten

Het herstel na tandletsel vraagt veel creativiteit van de tandarts. Dit geldt ook bij de vervanging van aangeboren ontbrekende gebitselementen. Omdat het in beide gevallen vaak om jonge patiënten gaat, is implantologie niet de aangewezen oplossing. Door het lichaamseigen materiaal, en een vitaal parodontaal ligament, bieden autotransplantaten in zulke gevallen veel onverwachte voordelen. Deze zeer succesvolle vervanging ondersteunt bovendien de groei van kaak en gingiva.

Verslag van de lezing van dr. Dick Barendregt, parodontoloog en implantoloog.

Autotransplantatie is misschien wat vergeten, maar zeker niet nieuw. In 1967 schreef Hovinga in Nederland al over autotransplantatie. Tijdens de lezing maakte Dick Barendregt meer dan duidelijk dat autotransplantatie een onmisbare tool is in de toolbox van de tandarts, zeker bij diagnostiek in de praktijk. Keywoorden voor de behandeling zijn:

  • Voorzichtigheid
  • Teamwork
    o Parodontologie
    o Endodontologie
    o Restauratief
    o Orthodontie

Het allerbelangrijkste wat deze behandeling zo succesvol maakt is het parodontaal ligament. Het parodontaal ligament zorgt ervoor dat tanden en kiezen meegroeien.

Inmiddels is er genoeg evidence te krijgen voor de behandelingen, 533 Artikelen beschrijven iets over autotransplantaties. Er zijn alleen geen RCT’s beschikbaar.

Indicaties autotransplantaties

Bij implantaten zie je dat het dento gingivale complex niet mee ontwikkeld met ouder worden. Er ontstaat vaak een step; de elementen op implantaten komen vaak in infrapositie te staan gezien het kaakbot daar niet mee ontwikkeld. Daarom bij een leeftijd onder de 30 jaar moet je na denken of je überhaupt wel implantaten wil zetten. Doordat bij autotransplanteren een parodontaal ligament is, heb je dit probleem hierbij niet. Transplanteren kan op elke leeftijd. Op jonge leeftijd zijn de radices (tandwortels) nog niet afgevormd en is een endodontische behandeling niet nodig. Indien de radices zijn afgevormd moet er voor transplanteren een endodontische behandeling worden gedaan. Dan na 6 weken functioneel belasten om ankylose te voorkomen.

Agenesie

Is er sprake van aangeboren ontbrekende gebitselementen bij een kind? Belangrijk om op tijd te verwijzen! Meestal tussen de 10 en 11 jaar naar de orthodontist.

In Nederland is bij de meeste mensen sprake van een disto-relatie, daarom zie je dat dan vaak premolaren uit de bovenkaak naar de onderkaak worden getransplanteerd. De beste periode is bij een radix afvorming van 2/3 tot ¾ van de totale lengte, blijkt uit onderzoek van Andreasen. Een endodontische behandeling is dan niet nodig, je krijgt obliteratie van de pulpakamer.

Overtollige elementen

Een verstandskies (M3) is vaak een overtollig en ook een a-functioneel element. In het geval dat een eerste molaar (M1) vanwege bijvoorbeeld resorptie of een afwijking geëxtraheerd moet worden, is het gunstig om de M3 naar de plek van de M1 te transplanteren. Hierbij geldt ook de open-apex regel. Een open apex is altijd voordelig omdat er geen endodontische behandeling hoeft te worden gedaan. Voorkeur is tussen de 16-18 jaar: een goede start van de radix 2/3 of de furcatie moet gevormd zijn.

In tegenstelling tot implantologische behandelingen is primaire stabiliteit onbelangrijk bij autotransplantaties. Bot is dus niet erg belangrijk, het parodontaal ligament zorgt voor dit grote voordeel.

Trauma

Door trauma kan het zijn dat er vervangingsresorptie optreedt en een voortand geëxtraheerd moet worden. Soms is er daarbij ook sprake van ankylose: de eigen tand blijft achter en wordt heel lang, dat is esthetisch niet fraai. De voortand kan dan vervangen worden door een premolaar met autotransplantatie. Door deze autotransplantatie techniek kun je gingiva weer op gelijk niveau krijgen.

Ook toonde Dick Barendregt voorbeelden waarbij een volledig verdwenen processus door trauma weer hersteld kan worden door autotransplantatie zonder ingewikkelde chirurgie. De volledig verdwenen processus kan dan weer terug gekregen worden door het getransplanteerde element te extruderen door middel van orthodontie. Door extrusie groeit het bot mee dankzij het parodontaal ligament.

Chirurgie

Belangrijk is dat de chirurgie atraumatisch is, de extractietang mag de glazuurcement grens niet beschadigen. Daarna wordt het donorelement opgemeten en weer voorzichtig teruggezet in de extractie-alveole. Dan kan gestart worden met de voorbereidingen van de donorlocatie. In het geval dat een premolaar naar de plek van een incisief wordt getransplanteerd is de premolaar in bucco-palatinale positie breder. Een incisief is gemiddeld 7mm en een premolaar gemiddeld 10mm. Vaak moet de buccale lamel weg anders past premolaar niet. Maar dankzij het parodontaal ligament is het adaptieve vermogen zo groot, dat dit zelden tot problemen leidt. Het getransplanteerde element wordt gefixeerd met een zogenoemde ‘Cortellini’ hechting en platte matras lus eroverheen.

Na een periode 6 weken kan de buccale knobbel van de premolaar worden uitgebouwd tot incisief. De opbouw moet staan in richting van de as element radix. Daarna start de orthodontische behandeling.

Chirurgische planning

In sommige gevallen wordt gebruik gemaakt van een 3D behandelplanning met cone beam. Daarbij wordt de een afdruk gecombineerd met de beelden van de cone beam opname.

Met het transplanteren wil je het PDL niet beschadigen, daarom wordt er vaak een fractie groter geprepareerd. Door een ‘paselement’ te gebruiken van pmma kan de preparatie nauwkeurig gedaan worden zonder het PDL te beschadigen.
Na chirurgie is de zachtweefsel sluiting belangrijk. Na 3 en 6 weken vindt een controle plaats, gecombineerd met een mondhygiëne check en gebitsreiniging.

Uit meerdere onderzoeken en ook de praktijkresultaten uit Rotterdam blijkt autotransplantatie een zeer succesvolle en voorspelbare behandeling te zijn met een slagingspercentage van ongeveer 93%. Als er failures zijn, ontstaan deze vaak in het begin, belangrijk is de belasting van het element na 6 weken. Geconcludeerd kan worden dat autotransplantatie van een tand op elke leeftijd een behandeloptie is en soms nog een betere behandeloptie dan een implantaat.

Dr. Dick Barendregt is parodontoloog (NVvP) en implantoloog (NVOI). Studeerde in 1988 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1991 startte hij een post-academische opleiding parodontologie aan ACTA. Deze opleiding rondde hij in 1994 af. In 1996 werd door hem de Kliniek voor Parodontologie Rotterdam opgericht. Daar houdt hij zich naast de parodontologie bezig met de implantologie. De laatste 18 jaar is in dat kader de nadruk komen te liggen op patiëntenbehandeling in een interdisciplinair teamverband (Proclin Rotterdam) met collega- tandartsen zoals orthodontisten, endodontologen, restauratieve tandartsen, kaakchirurgen en tandtechnici. In 2009 promoveerde op zijn proefschrift “Probing around teeth” aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is betrokken bij verschillende postacademische cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van dr. Dick Barendregt tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker

Lees meer over: Chirurgie, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
Fluoride, hoe hoger hoe beter?

Fluoride, hoe hoger hoe beter?

Als beroepsgroep moeten we steeds beter antwoord kunnen geven op het belang van fluoride. Er zijn mensen die sceptisch zijn over fluoride en het aanduiden als ‘giftig’. En er zijn mensen die zich zorgen maken over de mogelijke schade bij overmatige inname. Verslag van de lezingen over fluoride tijdens het Ivoren Kruis congres.

We weten al meer dan 100 jaar dat fluoride een positief effect heeft op de cariësactiviteit. Ook recent onderzoek geeft ons opnieuw het inzicht dat naast waterfluoridering (hetgeen in Nederland niet aan de orde is), tandpasta’s, gels en lakken ook positief effect hebben.

Deze onderzoeken zijn op de website van Cochrane te raadplegen, de plek waar alle systematische reviews gepubliceerd zijn. Alleen deze database is niet de eerste website die ouders vinden als zij Googlen nadat zij via via hebben gehoord dat fluoride in tandpasta vergif zou zijn. Bij googelen op ‘fluoride’ krijgen ze binnen een halve seconde meer dan 2 miljoen hits. Daarbij zitten de meest verschrikkelijke artikelen waarin gezegd wordt dat je IQ met 7 punten daalt bij gebruik van fluoride. Dit zijn slecht uitgevoerde onderzoeken en de artikelen spelen enorm op de emotie. Het heeft er voor gezorgd dat er een hele nieuwe, en groeiende markt is ontstaan met fluoridevrije tandpasta. Vervolgens worden deze via slimme marketing trucjes aan de man gebracht. Tijd dat we als professionals meer duidelijkheid geven hoe het precies zit. Zeker nu er recent een tandpasta op de markt is gekomen met een nog hoger fluoridegehalte.

Verslag van de inleiding van Erik Vermaire, tandarts-onderzoeker bij TNO Child Health, tandarts-angstbegeleiding op de afdeling Bijzondere Tandheelkunde van de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar en onderzoeker aan het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG in Groningen.

Hoe gaat glazuur in oplossing?

Glazuur lost op en slaat neer van het zout hydroxy-apatiet. Als je zout in water plaatst, dan gaat dat voor een deel in oplossing totdat de oplossing verzadigd is. De mate van oplosbaarheid van een vaste stof is een eigenschap van die stof. In een verzadigde oplossing zit een bepaald aantal ionen. Het ionactiviteitsproduct geeft het aantal ionen in de oplossing weer. Op het moment dat de oplossing verzadigd is, dan heeft het ionactiviteitsproduct een bepaald niveau en dat heet het oplosbaarheidsproduct. Als de oplossing verzadigd is, maar er nog een aantal onoplosbare ionen aanwezig zijn, dan is er een neiging tot neerslaan van die vaste stof. Het is niet altijd zo dat er daadwerkelijk neerslag ontstaat.

Speeksel is oververzadigd ten opzichte van hydroxyapatiet, maar bepaalde proteïne zorgen dat het niet neerslaat. Zo kan speeksel dus stabiel zijn. Proteïne kan dus er ook voor zorgen dat demineralisatie niet (voldoende) plaatsvindt. Ondanks dat proteïne roet in het eten gooit in de strijdt tegen cariës, zou het onwenselijk zijn als er steeds hydroxyapatiet zou neerslaan. Dat zou betekenen dat de tand continue zou aangroeien.

Op het moment dat er een zure omgeving ontstaat, gaat er meer in oplossing. De protonen vanuit het zuur vangen de hydroxyl weg: de OH en de H2 worden H2O. Door het zuur ontstaat er meer oplosmiddel. Het ionactiviteitsproduct verandert en zo gaat er meer in oplossing. Er ontstaat demineralisatie. De oplosbaarheid van glazuur is zo dus afhankelijk van de hoogte van de pH. Er is veel remineralisatietijd nodig om demineralisatie tegen te gaan. Als demineralisatie de overhand heeft, ontstaat er cariës.

Fluoride maakt tandmateriaal minder oplosbaar

Tijdens het poetsen ontstaat fluorapatiet. Daarbij is het hydroxy- ion vervangen door een fluoride- ion. Dit is een stabieler kristal en dat betekent dat het minder oplosbaar is. Dus bij een lagere pH dan bij hydroxyapatiet gaat fluorapatiet in oplossing. Fluoride vertraagt het proces van demineralisatie. Tanden worden dus niet sterker van fluoride, maar minder oplosbaar. Maar stel, je tanden zouden helemaal van fluorapatiet bestaan, dan nog kan er cariës ontstaan.

Vanaf welke plek werkt fluoride?

Fluoride moet daar zijn waar de demineralisatie gebeurt. En dan is een heel klein beetje ter plaatse al genoeg. Al vanaf 0,01 ppm is het al serieus remmend op het demineralisatieproces. Een paar uur na het poetsen is er iets minder dan 1 ppm aanwezig in de mond. Misschien ook door ingeslikt fluoride wat door speekselsecretie weer ter plaatse komt. Hoeveel er achter blijft (achtergrondconcentratie), hangt af van de concentratie van bijvoorbeeld tandpasta. Bij concentratie hoger dan 1500 ppm ziet men nog minder cariësincidentie. Dit is niet te manipuleren door de hoeveelheid van de tandpasta op de borstel zelf te verdubbelen.

Wat is het effect van 5000 ppm fluoride?

Op het moment van hoog cariës risico wordt er vaak meer fluoride ingezet. Bijvoorbeeld door vaker fluoride op een dag te gebruiken. Liever niet door nog vaker poetsen, want dit zou de gingiva kunnen schaden, maar door middel van een fluoride spoelmiddel. Fluoridekappen waarin gel kan, worden vaak ingezet tijdens chemo. Ook kennen we de vernissen, lakken en gels die we in de praktijk gebruiken.

Met de bijzondere zelfzorgproducten gaan we aardig in de richting van de professionele producten. Nu komt er de nieuwe tandpasta met 5000 ppm fluoride op de markt. Deze ligt qua hoogte in dezelfde regio als de gel die we bij hoog-risico patiënten gebruiken, maar worden wel vaker gebruikt. Waarschijnlijk wordt de achtergrondconcentratie door deze tandpasta sterk verhoogd. Dit is belangrijk, in de optiek van de spreker, omdat dentine gevoeliger is voor cariës.

Wortelcariës

Ouderen hebben vaak wortelcariës. Om deze cariës te stoppen, is er meer fluoride nodig. Mensen die al 20 tot 30 jaar cariësvrij zijn, kunnen met het terug trekken van de gingiva ineens weer cariës krijgen. Wat is er bekend over het effect van deze tandpasta met 5000 ppm? Er is al een systematische review gedaan van verschillende manieren om preventie in te zetten bij wortelcariës. Hierbij is de conclusie dat de 5000 ppm effectiever is dan de conventionele tandpasta. Dat is voornamelijk bij ouderen onderzocht. Zo werd bij ouderen in een verzorgingstehuis 1 actieve laesie gevonden bij gebruikers van 5000 ppm fluoride tandpasta tegen 2,5 actieve laesies bij gebruikers van conventionele tandpasta.

Bij thuiswonende ouderen werd duidelijk dat zelf poetsen met deze tandpasta even effectief was als maandelijkse gebitsreiniging door de mondhygiënist in combinatie met Duraphat applicatie. Het moge duidelijk zijn wat de kosteneffectiviteit is. Bovendien kunnen ze met ‘gewoon poetsen’ zich niet-patiënt voelen, maar een normaal mens.

Volgens spreker Marie-Charlotte Huysmans is de 5000 ppm fluoridetandpasta een welkome aanvulling op het arsenaal wat we al hadden.

Verslag van de lezing van Marie-Charlotte Huysmans, hoogleraar Cariologie en Endodontologie bij de Faculteit der Medische Wetenschappen van de Radboud Universiteit.

Is fluoride veilig?

4 mg/kg fluoride is een veilige dosering voor ratten, muizen, konijnen en honden blijkt uit dierproeven. Maar wat is een veilige concentratie voor mensen? Er zijn geen gegevens over blootstelling (concentratie in het bloed). Als men extrapoleert van rat naar mens komt men uit op een veilige dosering fluoride van 0,8 mg/kg of 40 mg/dag voor een persoon van 50 kilo.

Vergelijk 40 mg met inname van fluoride via tandpasta. Dan zou 2 cm tandpasta, 3 keer daags met 40% doorslikken of absorptie en met 5000 ppm neerkomen op 5 mg fluoride/dag. Dit is veilig voor volwassenen. Gebruik bij kinderen is af te raden. Zij kunnen veilig met conventionele tandpasta poetsen.

Verslag van de lezing van dr.ir. Connie Brouwer, zij sprak namens het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist van de lezingen van het Ivoren Kruis congres Hoe hoger, hoe beter?

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

WitGebit app voor jongeren met beugel

Kent u de WitGebit app al? Jongeren met een beugel hebben vaak moeite met het goed verzorgen van hun gebit. Hierdoor kunnen sneller ontkalkingen van het glazuur en tandvleesontsteking ontstaan. Als interventie ontwikkelde Janneke Scheerman de WitGebit app.

Gedragsverandering door intervention mapping

Janneke Scheerman, mondhygiëniste en gezondheidswetenschapper, deed promotieonderzoek naar hoe gedragsverandering kan worden bevorderd door middel van Intervention Mapping: een protocol om op een planmatige wijze een interventie te ontwikkelen. Toen zij zag dat dit principe binnen de mondzorg nog nooit is toegepast kwam zij op het idee om voor haar onderzoek een mondzorgprogramma via Intervention Mapping te ontwikkelen. De WitGebit app is hiervan het resultaat.

Mondhygiënebegeleiding voor jongeren

De app heeft als doel om mondhygiëne gewoontes te stimuleren om op die manier een goede mondgezondheid te bevorderen bij 12- tot 16-jarige jongeren met een beugel. De app begeleidt jongeren bij het opstellen van mondverzorgingsdoelen en geeft persoonlijk advies. Daarnaast verstrekt de app informatie over gezondheidsrisico’s, onder andere door middel van korte video’s. Hiernaast bevat de app ook een timer ter ondersteuning van het poetsen.

Persoonlijk poetsadvies

Het persoonlijke poetsadvies wordt opgesteld op basis van een aantal vragen die elke gebruiker invult na het downloaden van de app. Op basis hiervan worden persoonlijke doelen en actieplannen geformuleerd en worden herinneringen ingesteld.
De WitGebit is gratis te downloaden voor zowel Android als iOS.

Bron:
Captise.nl

Lees meer over: E-health, Kennis
Henry Schein voltooit spin-ff van bedrijfsonderdeel Animal Health: Focus op dentale en medische markt

Henry Schein voltooit spin-off van bedrijfsonderdeel Animal Health: Focus op dentale en medische markt

Henry Schein, Inc. kondigde aan dat de spin-off van het bedrijfsonderdeel diergezondheid is voltooid, waarbij de onderneming de nadruk wil leggen op het stimuleren van de groei in de bestaande dentale en medische markten en op het realiseren van nieuwe investeringskansen.

Henry Schein ontving in het kader van de spin-off ca. $ 1,1 miljard, naar verwachting in de vorm van belastingvrije opbrengst die wordt gebruikt om schulden af te lossen. Door de schulden af te bouwen ontstaat extra leningopnemingscapaciteit voor Henry Schein, die kan worden gebruikt voor algemene ondernemingsdoeleinden zoals de aanschaf van eigen aandelen en fusies en overnames.

Ondersteunen van professionals in de gezondheidszorg bij een efficiëntere praktijkvoering

Henry Schein streeft er ook in de toekomst naar zijn langdurige doel te bereiken: het ondersteunen van professionals in de gezondheidszorg bij een efficiëntere praktijkvoering door nieuwe oplossingen en technologieën te bieden ten gunste van de patiënten. Het aanbod van de onderneming bestaat uit meer dan 300 oplossingen in de volgende segmenten: business solutions die klanten helpen hun eigen bedrijf succesvol te beheren en te laten groeien; clinical solutions die de klanten ondersteunen toonaangevend te zijn op het gebied van zorg voor de patiënt; technology solutions die klanten helpen innovaties te implementeren waarvan de klinische omgeving en patiënten profiteren; en supply chain solutions die klanten voorzien van het uitgebreidste productassortiment van de sector en omvangrijke voorraden, waarbij de juiste producten op het juiste tijdstip worden geleverd.

‘Via ons betrouwbare netwerk van beproefde adviseurs voorzien wij klanten van waardevolle informatie, scholing en advies’, aldus Stanley M. Bergman, Chairman of the Board en Chief Executive Officer van Henry Schein. ‘Klanten vertrouwen op ons vanwege ons netwerk van gewaardeerde leveranciers en deskundigen uit het bedrijfsleven; ons uitgebreide aanbod aan technologie en diensten; onze excellente toeleveringsketen; onze sterke industriële en professionele relaties; en de getalenteerde Team Schein Members, die onze doelgroepen iedere dag ondersteunen.’

Omzet en aantal medewerkers Henry Schein

Na de spin-off van Animal Health heeft Henry Schein meer dan 18.000 Team Members in 31 landen, die zich inzetten voor meer dan 1 miljoen klanten. Gebaseerd op de pro-formaverkoop van ca. $ 9,0 miljard in 2017 (excl. bijdrage van 3,6 miljard van diergezondheid) bedraagt de omzetverdeling van de onderneming bij tandheelkunde $ 6,1 miljard, oftewel 68%; op medisch gebied $ 2,5 miljard, oftewel 28%; bij technologie en diensten voor toegevoegde waarde $ 338 miljoen, oftewel 4%.

Een op oplossingen gebaseerde aanpak

Hoewel Henry Schein van oudsher bekendstaat om de verkoop van producten voor de gezondheidszorg, zal het bedrijf in de toekomst de nadruk leggen op vier cruciale oplossingen die deel uitmaken van de uitstekende full-service waardepropositie: business solutions, waaronder financieringsmogelijkheden van apparatuur, praktijkanalyse, tussenhandel voor praktijken, rekruteringsdiensten, inkomstencyclusbeheer, advies over leasing, compliance-ondersteuning en meer; clinical solutions, zoals een uitgebreid assortiment aan implantaten, orthodontische apparatuur, materiaal voor botregeneratie, telegeneeskunde en adviesdiensten voor klinische besluitvorming; technology solutions, beheerd door Henry Schein One, de jointventure achter de bekroonde software voor praktijkmanagement Dentrix, een uitgebreid aanbod van digitale apparatuur, technische diensten en ondersteuning op locatie; en supply chain solutions, waaronder een toonaangevend fulfillmentsysteem voor productlevering en een systeem voor voorraadbeheer en individuele oplossingen voor de toeleveringsketen voor geïntegreerde levernetwerken en grootschalige praktijken.

‘Henry Schein is zoveel meer dan een leverancier van producten’, aldus de heer Bergman. ‘Wij bieden de oplossingen waarop professionals in de gezondheidszorg vertrouwen om efficiënter te opereren en patiënten te voorzien van de allerbeste zorg. Ons doel is het te groeien op tandheelkundig en medisch gebied door verder te investeren in de producten, technologieën, diensten en ondersteuning die tezamen onze unieke oplossingen voor de gezondheidzorg vormen. Wij hebben bijna negen decennia ervaring met het opnieuw uitvinden van oplossingen, inclusief 23 jaar als beursgenoteerd bedrijf, en leveren consistente resultaten terwijl markten veranderen. Wij zijn van plan de komende jaren op dit succes voort te bouwen.’

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Praktijkinrichting, Producten, Thema A-Z
Maarten Jansen

Het KIMO wil mondzorgprofessionals nog meer betrekken bij ontwikkeling van richtlijnen

Het Kennisinstituut Mondzorg (KIMO), dat Klinische praktijkrichtlijnen (KPR) voor mondzorgprofessionals ontwikkelt, is in september 2016 opgericht. Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Hoe gaat het nu met het KIMO? Wat is er al opgeleverd en wat zijn de plannen? dental INFO vroeg het aan directeur Maarten Jansen.

Je werkt sinds september 2018 als directeur bij het KIMO. Kun je iets vertellen over je achtergrond?

“Ik ben van oorsprong neerlandicus. Ik heb daarnaast een achtergrond in de zakelijke dienstverlening met de nadruk op (project)management en bedrijfsvoering. Vanuit die hoedanigheid ben ik programmamanager voor de richtlijnontwikkeling en ben ik verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het KIMO. Ik neem ook kennis mee over het opleiden in organisaties. Denk dan aan toepassingen voor educatie, online leren en kennismanagement. Ik verwacht daarmee de implementatie van de richtlijnen op een nog hoger niveau te krijgen.”

Hoe is het KIMO ontstaan en wat doet het KIMO?

“Het KIMO werd opgericht in september 2016 door drie belangenorganisaties: de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), de Federatie Tandheelkundige Wetenschappelijke Verenigingen (FTWV) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT). Deze drie organisaties zijn momenteel de leden van het KIMO. Wij willen professionals ondersteunen bij het verder verhogen van de kwaliteit van de mondzorg én het verder professionaliseren hiervan. Als eerste speerpunt hebben we gekozen voor het ontwikkelen en implementeren van op bewijs gebaseerde klinische praktijkrichtlijnen. Dit wordt ook wel EBRO genoemd: Evidence-based Richtlijnontwikkeling.”

Welke richtlijnen zijn tot nu tot stand gekomen en welke richtlijnen komen eraan?

“De te ontwikkelen richtlijnen zijn vastgelegd in het KIMO-Richtlijnprogramma 2017-2020. Hierin zijn in totaal twaalf richtlijnen opgenomen, namelijk:
1. Peri-implantaire infecties (opgeleverd in 2018)
2. Implantaatgedragen prothese, module bovenkaak (opgeleverd in 2018)
3. Implantaatgedragen prothese, module onderkaak (opgeleverd in 2018)
4. Antistolling in de mondzorg (oplevering in het eerste kwartaal van 2019)
5. Mondzorg voor kwetsbare ouderen, wortelcariës (oplevering in het eerste kwartaal van 2019)
6. Mondzorg voor jeugdigen, module diagnostiek (oplevering in het tweede kwartaal van 2019)
7. Klachtenvrije derde molaar (in afrondende fase, oplevering in het tweede kwartaal van 2019)
8. Mondzorg voor jeugdigen, module preventie (oplevering in het tweede kwartaal van 2020)
9. Mondzorg voor jeugdigen, module behandeling (oplevering in het tweede kwartaal van 2020)
10. Polyfarmacie ouderen (oplevering in het tweede kwartaal van 2020)
11. Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen (start in het tweede kwartaal van 2019, oplevering in het derde kwartaal van 2020)
12. Nader te bepalen onderwerp (start in het derde kwartaal van 2019, oplevering in het vierde kwartaal van 2020).”

Hoe wordt bepaald waarvoor richtlijnen moeten worden ontwikkeld?

“Voor het huidige meerjarenprogramma is gekozen na raadpleging van mondzorgprofessionals en in overleg met de betrokken beroepsorganisaties, de wetenschappelijke verenigingen en het Zorginstituut. Dit is onder meer gebeurd via een onderzoek door het Centraal Administratiepunt Peilstations (CAP) van de KNMT. Op deze manier kwamen we te weten welke onderwerpen als het meest relevant worden beschouwd in het veld, en welke specifieke knelpunten voor richtlijnontwikkeling in aanmerking komen. De richtlijnen zijn bedoeld om zo breed mogelijk ingezet te worden, dus voor de algemeen practicus, maar ook voor de gespecialiseerde tandarts en de mondhygiënist.”

Kunnen brancheverenigingen ook zelf richtlijnen blijven ontwikkelen en aanbieden, zoals de Richtlijn Endodontische diagnostiek en behandeling door De Nederlandse Vereniging voor Endodontie (NVvE) en de Richtlijn Derde molaar door de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA)?

“Ik zou uiteindelijk alle relevante mondzorgrichtlijnen (EBRO en niet-EBRO) onder één dak zien. Zeker de richtlijnen waar de algemeen practicus mee wordt geholpen. De Endo-richtlijn hoort daar zeker bij. Hopelijk kan het KIMO in de toekomst verenigingen ondersteunen met de nodige expertise. Ik zou de verenigingen die niet willen wachten en nu aan de slag willen of al een richtlijn beschikbaar hebben, willen adviseren deze vooral op te leveren volgens de toetsingscriteria van het Zorginstituut. Dan is die slag in ieder geval alvast gemaakt.

Tot en met 2020 zitten we vast aan de afspraken die we hebben gemaakt met onze leden en de overheid. Hierdoor is er organisatorisch en financieel vrijwel geen ruimte om tussendoor richtlijnen te laten instromen. Ik denk dat het zinvol kan zijn om in de toekomst het KIMO-programma niet bij voorbaat dicht te timmeren. Als we meer ruimte overhouden, kunnen we meer inspelen op actuele behoeftes.”

Hoe verloopt de samenwerking met de beroepsverenigingen (KNMT, ANT en FTWV) bij het opstellen van richtlijnen?

“Er wordt constructief samengewerkt. Nu we in de fase zitten van concrete resultaten, ontstaat het besef dat we op de goede weg zijn. We leveren daadwerkelijk een bijdrage aan de kwaliteit in de mondzorg. Onze leden willen dan ook na 2020 door met het KIMO. We zijn druk bezig met de nieuwe structuur van de organisatie, de financiering en de inhoud van het volgende richtlijnenprogramma voor de periode 2021-2025.”

Is iedereen blij met de richtlijnen?

“Ik hoor veel positieve geluiden over het feit dat we als mondzorg gezamenlijk werken aan (het verbeteren van) kwaliteit van zorg en dat het KIMO dat mogelijk maakt. Om in de woorden van Fred Rozema (hoogleraar Orale Geneeskunde bij ACTA) te spreken: ‘Een richtlijn moet draagvlak hebben. Dat betekent in de eerste plaats dat je er in je dagelijkse werk iets aan moet hebben. Daarom bestaan de Richtlijn Ontwikkel Commissies (ROC) voor een groot deel uit mondzorgprofessionals die in de praktijk werkzaam zijn’. Voor ons is het dus van het grootste belang dat de richtlijn helpt en ondersteunt. We zullen deze op de beste wijze beschikbaar en toegankelijk moeten laten zijn. De richtlijn mag op geen enkele wijze leiden tot meer administratieve verplichtingen.”

Is het voor mondzorgprofessionals verplicht om via de richtlijnen te werken?

“Een richtlijn bundelt het meest actuele wetenschappelijke bewijs met de laatste inzichten uit de klinische praktijk en is daarmee ondersteunend voor de professional. Die hoeft dan niet zelf meer op zoek te gaan naar de beste oplossing. Maar deze moet natuurlijk wel blijven nadenken. In bijzondere omstandigheden zal hij of zij gemotiveerd moeten kunnen afwijken van de richtlijn. Het KIMO werkt onafhankelijk en heeft geen afspraken met welke partij dan ook over de inzet van richtlijnen in de praktijk.”

Let de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) erop of iemand volgens de richtlijnen werkt?

“Deze vraag zou je aan de IGJ moeten stellen. Wij hebben een goede relatie met de IGJ, maar we hebben geen afspraken met elkaar. Een richtlijn is en blijft een advies en is geen voorschrift of protocol.”

Waar kunnen mondzorgprofessionals terecht met vragen over richtlijnen?

“Dat kan direct bij ons. Op onze website www.hetkimo.nl staat een heleboel informatie. Voor vragen zijn we per mail bereikbaar:  info@hetkimo.nl.”

Je werkt sinds september 2018 als directeur bij het KIMO. Ben je in deze periode al dingen tegengekomen die beter kunnen?

“Het KIMO was bij mijn aantreden al een goed georganiseerde organisatie. Ik heb op details van de bedrijfsvoering accenten kunnen leggen. Het proces van richtlijnontwikkeling is een geoliede machine. Het is vooral van belang, dat we daadwerkelijk twaalf richtlijnen hebben staan in 2020, die dan ook nog eens in de volle breedte gekend en gebruikt worden.

Ik wil daarom nog meer doen op het gebied van implementatie. Daarom zijn we onlangs begonnen met samenvattingskaarten, waardoor de richtlijn nog toegankelijker wordt. Daarnaast kunnen en moeten we meer doen aan onze naamsbekendheid. Weet iedereen wie we zijn, wat we doen en wat we kunnen betekenen?

Ik denk bij voorkeur in termen van gezamenlijk optrekken en zou vanuit dat perspectief een oproep willen doen om zoveel mogelijk deel te nemen aan de komende commentaarrondes.”

Welke doelen heb je jezelf gesteld voor de (nabije) toekomst?

“Ik zou nog meer willen leunen op de expertise en kennis vanuit de praktijk. We zijn op zoek naar praktijken die structureel met ons willen meedenken. We komen nog met een toelichting, maar ik zou nu al willen zeggen tegen mondzorgprofessionals die belangstelling hebben: neem contact op en laat ons dit weten.

Voor de verdere toekomst kan ik me voorstellen dat het karakter van richtlijnen gaat veranderen. Nu is het ontwikkelen van een richtlijn nog een zaak van de lange adem. Gemiddeld zitten we nu op een doorloop van meer dan een jaar. Op zich is dat goed, want je moet altijd streven naar compleetheid en zorgvuldigheid. Maar tegelijkertijd is een richtlijn daardoor alweer snel aan herziening toe. Het zou anders kunnen. Dat je probeert richtlijnen in een korter tijdsbestek te ontwikkelen, bijvoorbeeld een aantal maanden, en dat dit leidt tot compactere of meer modulair ontwikkelde documenten.”

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Maarten Jansen, directeur van het KIMO.

Foto door Norbert Waalboer

Lees meer over: Kennis, Opinie, Richtlijnen, Thema A-Z
voortand

Extractie van een voortand… wat nu?

Soms is extractie van een voortand onontkoombaar. Vervanging door een implantaatgedragen kroon is dan de eerste keus. Het immediaat plaatsen van een implantaat in een extractie-alveole en dit implantaat direct voorzien van een tijdelijke kroon is de snelste en minst invasieve manier om dat te bereiken. Wat zijn de voorwaarden voor een succesvolle behandeling?

Consequenties bot na extractie

Na extractie van een gebitselement vindt er een hele cascade aan biologische veranderingen plaats waarbij aanmaak van bot aan de binnenzijde van de alveole gepaard gaat met botverlies aan de buccale zijde. Dit leidt onder andere tot het ontstaan van concaviteiten in het bovenfront en dit kan vervelende consequenties hebben voor de esthetiek. De mate waarin deze resorptie optreedt, op verschillende niveaus (resp. 3,5 en 7 mm vanaf de top van de processus alveolaris), is in kaart gebracht door Misawa et al. (2016).

Botvermeerderingstechnieken

Er bestaan verschillende botvermeerderingstechnieken die vooraf of tijdens het plaatsen van het implantaat uitgevoerd kunnen worden. Ze hebben allemaal één doel, namelijk: volume creëren om het implantaat te kunnen herbergen en de gingiva genoeg support te geven.

Behandelmethode: The Swiss approach

Een van de behandelmethodes is ‘the Swiss approach’ waarbij men eerst de extractie-alveole laat genezen om vervolgens de deels geresorbeerde processus alveolaris weer op te gaan bouwen.
Het tijdschema ziet er als volgt uit:

  1. Extractie van het gebitselement.
  2. Uitvoeren van de botopbouw (ongeveer 2 tot 3 maand na extractie).
  3. Plaatsen van het implantaat (ongeveer 2 tot 3 maand na botaugmentatie).
  4. Het mogelijk uitvoeren van een (tweede) zacht weefsel transplantaat.
  5. Het vervaardigen van de definitieve restauratie.
  6. Al met al neemt de gehele procedure dus 9 tot 12 maanden in beslag. Deze werkwijze duurt onnodig lang, is omslachtig en niet patiëntvriendelijk.

Behandelmethode: Immediaat plaatsen van implantaat na extractie

Het is onder voorwaarden ook mogelijk om het implantaat direct na extractie te plaatsen. Eén voorwaarde is wel dat er voldoende primaire stabiliteit van het implantaat aanwezig is. Er kan dan direct een tijdelijke kroon geplaatst worden, waarbij het noodzakelijk is dat deze niet meedoet in de occlusie en articulatie. Na 6 maanden wordt de tijdelijke kroon vervangen door definitieve kroon. Deze methode is patiëntvriendelijker omdat het aantal chirurgische ingrepen wordt gereduceerd tot één. Daarnaast heeft deze methode ook psychologische voordelen omdat de patiënt niet rond hoeft te lopen met een plaatje of etsbrug.

Procedure

Voorspelbaar werken is belangrijk omdat het om de esthetische zone gaat. Hiervoor is een goede pre-operatieve analyse essentieel. Het volgende stappenplan moet gevolgd worden.

1. Pre-operatieve analyse

Tijdens de pre-operatieve analyse wordt onder andere de afstand tussen het contactpunt van de kroon en het botniveau van het buurelement gemeten. Dit wordt gedaan met een pocketsonde onder lokale anesthesie. Wanneer deze afstand niet groter is dan 5 millimeter, dan is het vrijwel zeker dat de interdentale ruimte zal worden gevuld met papil. (Grunder, 2000) Het botniveau van de buurelementen is dus bepalend of er wel of geen mooie papil gecreëerd kan worden. Het is belangrijk om de patiënt van te voren goed in te lichten over de mogelijkheden.
Daarnaast moet bij het te extraheren element het mid-buccale botniveau gemeten worden. Wanneer de afstand tussen het botniveau en de gingiva niet meer dan 3 millimeter is, Wanneer deze afstand groter is, neemt de kans op recessie aanzienlijk toe.
Geconcludeerd kan worden dat de bestaande conditie van het parodontium van het te extraheren element prognostisch is voor het uiteindelijk esthetisch resultaat.

2. Extractie

  • Minimaliseer trauma
    Voor extractie van een gebitselement in de esthetische zone geldt dat er zo atraumatisch mogelijk geëxtraheerd moet worden.
  • Voorkom flap incisie
    Bij voorkeur gebeurt dit zonder opklap omdat de bloedvoorziening dan gehandhaafd blijft. Opklappen van de buccale mucosa leidt altijd toe meer resorptie van het onderliggende kaakbot en kans op recessie
  • Botlamel controleren
    Het is belangrijk dat na de extractie de integriteit van het botlamel gecontroleerd wordt. Dit betekent dat er op ongeveer 3 millimeter onder de gingiva bot gevoeld moet worden. Wanneer het botlamel niet intact is, kan er beter niet immediaat geïmplanteerd worden.
  • Zorg voor een schone alveole
    Het extractie alveole moet worden ontdaan van resten parodontaal ligament en/of een apicaal granuloom moet worden verwijderd.

3. Plaatsen implantaat

Het implantaat moet iets naar palatinaal geplaatst worden in de alveole. Dit zorgt voor een betere primaire stabiliteit, verkleint de kans op het ontstaan van een buccale perforatie en vermindert het risico op het ontstaan van een recessie. Om het implantaat meer palatinaal te kunnen plaatsen moet er eerst een pointer drill gebruikt worden. Met deze boor wordt er een begin gemaakt om vervolgens de taps-toelopende (punt- en kantsnijdend) boren te gebruiken. De laatste boor komt overeen met de interne diameter van het implantaat. Met een direction indicator wordt de primaire stabiliteit en de plaats van het platform van het implantaat ten opzichte van het zenit gecontroleerd. De ruimte die overblijft tussen het implantaat en de buccale lamel, moet worden opgevuld. Hiervoor wordt het bot verzameld dat vrij gekomen is bij de preparatie en wordt dit gemengd met een botsubstituut. Om te voorkomen dat men bij het aanbrengen van het bot aan het implantaat komt, wordt de direction indicator geplaatst en buccaal de juiste hoeveelheid bot/botsubstituut aangebracht. Vervolgens wordt de direction indicator verwijderd en het implantaat geplaatst.

4. Prothetische procedure

Het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van vormgeving tijdelijke kroon. Hierbij is platform switching van belang omdat er dan minder botafbraak optreedt. Er wordt een verschroefbaar tijdelijk abutment geplaatst (Preformance Post). De tijdelijke voorziening wordt gemaakt met composiet waarbij de buccale zijde ondergecontoureerd wordt omdat er dan minder kans is dat er een recessie optreedt en er voorkomen wordt dat er extra bindweefsel aangebracht moet worden. De tijdelijke voorziening mag niet mee doen in de occlusie en articulatie.

5. Definitieve restauratie

Voor het vervaardigen van een definitieve restauratie wordt een geïndividualiseerde afdrukstift gebruikt. Het implantaat wordt dus, zoals hierboven beschreven, meer naar palatinaal geplaatst. Het nadeel hiervan is dat het schroefgat hierdoor sneller buccaal bevindt. In dat geval moet de definitieve kroon meestal gecementeerd worden. Wanneer een kroon gecementeerd wordt is het belangrijk om een retractiedraad aan te brengen om het doorpersen van cement te voorkomen.

Samenvatting

Het is belangrijk dat voorafgaand aan het immediaat plaatsen van een implantaat metingen uitgevoerd worden. Op deze manier kan er voorspelbaar gewerkt worden en kan er een gefundeerde keuze gemaakt worden om het implantaat wel of niet immediaat te plaatsen. Daarnaast is het van belang dat degene die gaat implanteren beslist én dat hij/zij zelf het element extraheert.

 

Ronnie Goené studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ruim 10 jaar was hij algemeen practicus in een mede door hem gestarte groepspraktijk (1975-1993), waarna hij in 1985, samen met anderen, de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam oprichtte (1985-2003). Sinds 2004 is hij verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het ACTA/VU Medisch Centrum en Tendens Tandartsen te Amsterdam. Naast het verzorgen van (post)academisch onderwijs in de orale implantologie, houdt hij zich vooral bezig met het ontwikkelen van interdisciplinaire behandelstrategieën ten behoeve van patiënten met complexe tandheelkundige problemen. Van zijn hand zijn veel publicaties verschenen op het gebied van de parodontologie en implantologie. Hij geeft frequent voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland op het gebied van de orale implantologie.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Ronnie Goené tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
VIP-Avond introductie PrimeScan van Sirona Dentsply

VIP-Avond introductie PrimeScan van Sirona Dentsply

Dit event is voorbij.

Op 4, 5 én 6 maart introduceert Henry Schein de PrimeScan op verschillende vorstelijke locaties in het land. Onze experts vertellen u alle ins en outs over de mogelijkheden van deze nieuwe scanner van Sirona Dentsply. Het programma start om 18.00 uur.

Maak nu zelf kennis met de PrimeScan van Sirona Dentsply en geef u op voor de VIP-introductieavond!

Locaties en data

4 maart – Landgoed het Laer, Ommen

5 maart – Kasteel Oud-Poelgeest, Oegstgeest

6 maart – Kasteel Maurick, Vught

Cerec PrimeScan intraorale scanner

Met de Cerec PrimeScan is intraorale scanning nu nauwkeuriger, sneller en eenvoudiger dan ooit tevoren. Bekijk de video hieronder.

Meer informatie en inschrijven VIP-Avond introductie PrimeScan van Sirona Dentsply

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Voorjaarscongres NVvE 2019: Trauma… Oh nee! Wat nu?

Voorjaarscongres NVvE 2019: Trauma… Oh nee! Wat nu?

Dit event is voorbij.

Een trefzekere diagnose garandeert de best mogelijke behandelstrategie. Een gebitstrauma. Wat is de diagnose? Hoe ga je voorspelbaar en zeker te werk? Kun je een trauma­behandeling standaardiseren? Hoe zit het met de etiologie en de prognose op de lange termijn? Hoe herken je de verschillende soorten resorptie? Wat doe je met verkleuringen die soms jaren later pas optreden? En wat is er esthetisch nog mogelijk met een getraumatiseerd element? Tijdens ons voorjaarscongres op zaterdag 30 maart in Amsterdam komen deze vragen allemaal aan de orde. Bent u erbij?

schrijf-u-nu-in NVvE congres Trauma

Sprekers

Kathelijn-Voet-en-Bart-van-den-HeuvelKathelijn Voet en Bart van den Heuvel

Trauma bij defensie; wapenfeiten

Niets kan je werkdag in de praktijk zo verstoren als een ‘vers’ trauma. En tegelijkertijd is er geen behandeling waarbij de beslissingen die je op dat moment neemt zo’n grote invloed hebben op de uitkomst. Aan de hand van veel klinische voorbeelden passeren verschillende typen fracturen de revue waarbij de nadruk ligt op de eerste opvang van de traumapatiënt.

Michiel-de-CleenMichiel de Cleen

Los-vast in de traumatologie

Luxaties van tanden als gevolg van trauma komen vaak voor en kunnen variëren van een op het oog onschuldige subluxatie tot een hopeloos lijkende avulsie. Bij de behandeling ervan is afwachten vaak een goede keus. In andere gevallen is razend snel ingrijpen juist van doorslaggevend belang.

Athina-MavridouAthina Mavridou

Internal and external cervical root resorption: diagnosis and treatment

Internal and external cervical root (ECR) resorption are often misdiagnosed, since they have a similar clinical and radiographical appearance. The difficulty becomes even higher due to the limitations of the conventional radiographic techniques and to the lack of knowledge in interpreting the radiographic and clinical manifestations of these two conditions, leading clinicians to a wrong diagnosis and subsequently treatment planning.

Els-DuijstEls Duijst

Van Auw naar Beter; de initiële behandeling

Een acuut tandentrauma vereist snel EHBO-ingrijpen. Onder tijdsdruk moeten bij de initiële traumabehandeling beslissingen genomen worden die van invloed kunnen zijn op het esthetisch eindresultaat, direct en op de lange termijn. Denk hierbij aan botbehoud bij fracturen en ankylose, spaarzaam omgaan met hard en zacht tandweefsel en neveneffecten van het gebruik van tandheelkundige materialen die verkleuringen van frontelementen kunnen geven.

Rian-BuursenRian Buursen

Le definitif, c’est le provisoire; de behandeling op termijn?

Een traumatand betekent levenslang onderhoud. Wat in eerste instantie een mooi resultaat was, kan na een jaar weer een vervolgbehandeling nodig hebben. Traumatanden hebben een verhoogd risico op problemen op termijn. Daarom is een verlengd controleregime nodig om tijdig te kunnen ingrijpen.

Het belooft een interessante dag te worden! Bent u erbij?

Meer informatie en inschrijven Voorjaarscongres NVvE 2019: Trauma… Oh nee! Wat nu?

Kijk voor meer informatie en het programma op de website van de NVvE

schrijf-u-nu-in NVvE congres Trauma

 

Lees meer over: Bij- en nascholing, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing
ids

Het succes van IDS: 12 – 16 maart 2019 in Keulen

De 38ste International Dental Show (IDS) staat gepland van 12 tot en met 16 maart 2019 in Keulen. De IDS is wereldwijd één van de grootste vakbeurzen op tandheelkundig gebied met ca 2.300 exposanten uit meer dan 60 landen (70% uit het buitenland), 170,000 m² expositieruimte en digitale diensten voor zowel bezoekers als exposanten.

 

The success story of IDS continues

The International Dental Show (IDS) is opening its doors for the 38th time from 12 to 16 March 2019. Around 2,300 companies from over 60 countries are awaited in Cologne for the world’s biggest trade fair for dentistry and dental technology. As such, the entire dental industry is represented at the IDS, including all the international market leaders, which makes it unique in terms of depth and breadth: from dental medicine, to dental technology, infection protection and maintenance, through to customer services, information, communication and organizational materials. Due to its entirety and high number of innovations IDS impressively underlines its significance as a forward-looking trendsetter of the dental industry. No other dental trade fair worldwide presents such a wide spectrum of offers of dental products and services.

Gross floor area of over 170,000 m²

IDS 2019 covers Halls 2, 3, 4, 5, 10 and 11, spanning a total gross floor area of over 170,000 m².  Not least due to the high number of registrations, the GFDI – the Gesellschaft zur Förderung der Dental-Industrie mbH, the commercial enterprise of the Association of German Dental Manufacturers e.V. (VDDI) and Koelnmesse are anticipating that IDS 2019 will be able to repeat the excellent result of the previous event also in terms of the number of visitors. 155,000 trade visitors from 156 countries were recorded at IDS 2017.

Exhibitors from 60 countries

Of the expected approx. 2,300 companies from 60 countries well over 70 percent of the exhibitors come from abroad – an indication of the high level of internationality
of IDS. The most strongly represented countries among the exhibitors are Italy, the USA, the Republic of Korea, China, Switzerland, France and Great Britain. In addition to this, numerous foreign group stands will be represented in Cologne again. Up until now 19 groups have registered for IDS from Australia, Argentina, Brazil, Bulgaria, China, France, Great Britain, Hong Kong, India, Israel, Italy, Japan, the Republic of Korea, Pakistan, Russia, Spain, Taiwan, Turkey and the USA. With the integration of Hall 5, IDS is creating the necessary capacity for the strong demand on the part of the exhibitors and visitors. Here, among others several large suppliers of consumer prophylaxis will be exhibiting. Hall 5 fits in well with the natural tour of the trade fair and is perfectly connected to the ‘mobile’ Boulevard entrance area between Halls 5 and 10, which we will be opening in addition to the Entrances South, East and West to ensure an optimal visitor flow. Here, the visitors will primarily be led to the fair grounds via shuttles from the trade fair car park and the external visitor car parks. The integration of Hall 5 further enhances the overall quality of stay for the visitors of IDS: a “Food Court” in Hall 5.1, the wide aisles and the light-flooded passages provide an improved orientation and lend the event an even better structure. Furthermore, the smooth, visitor-friendly access situation guarantees a more even distribution of the visitors across all of the exhibition halls.

IDS app for mobile phones and iPads

Once again in 2019, the International Dental Show is sticking to its recipe for success by continuing to focus on the business and product information at the stands of the exhibitors. This is why the trusted regulation will be adhered to that the opening day of the fair, 12 March 2019, will as the “Dealer’s Day” concentrate on the  dental specialised trade and importers. In this way, they are to be given the opportunity to hold intensive sales negotiations in the corresponding atmosphere.
An important theme that is affecting all industries across the globe and which will also be clearly perceptible at IDS 2019 is the “digitalisation”. IDS has accordingly also
completely relaunched its website, turning it into a digital information platform, which inspires with its visual imagery and which is intuitive to navigate through.

The IDS app for mobile phones and iPads as well the newsletter information are also aligned with this digital “look & feel”. The visitors can use the IDS app in the run-up to the event to gain information on the exhibitors and products as well as on the accompanying event programme fast and conveniently. The interactive hall plan makes sure the visitors don’t lose their orientation. The navigation system of the app guides the visitors through the halls to the desired exhibition stands in a targeted
manner. The app also contains information a list of exhibitors of course as well as information on the event programme and on-site services.

And the digital tool Matchmaking365 supports the trade visitors in establishing valuable business contacts even before the trade fair starts. Here concrete advance  information and offers can be requested and appointments at the trade fair can be arranged – simply from the comfort of one’s own desk or even en route using the
app.

Speakers Corner’ of IDS

In addition to extensive live demonstrations and presentations that take place alongside the product presentations at numerous stands, the ‘Speakers Corner’ of IDS opens up additional opportunities to gather information. The exhibitors can use the hosted visitor forum for lectures and product presentation as an additional means of presenting new products and trends from their offer of products and services.

Ticket Shop IDS

Thanks to the many online services, your arrival, stay and fair ticket can be booked quickly and easily on the IDS website. It has already been possible to register and purchase ticket via the online Ticket Shop since the end of November. Anyone with vouchers should exchange these for an E-Ticket in advance in the Ticket Shop.

Public transport network

Together with the E-Ticket the trade visitors also receive a transport ticket for buses and trains belonging to the Rhein-Sieg transport network (VRS), the ticket is
also valid for the Rhine-Ruhr transport network for the first time. Hence, the trade fair guests can choose from attractive overnight offers in the outskirts of Cologne
and throughout the entire Rhein-Ruhr metropolitan region and travel to IDS using public transport free of charge. Thanks to the outstanding infrastructure
connections of the fair grounds, the cities of Düsseldorf and Bonn are reachable in under 30 minutes and the metropolitan Rhine-Ruhr area comprising of the cities
Duisburg, Essen, Gelsenkirchen, Mülheim or Dortmund can be reached within 45 to 60 minutes. Trade fair guests, who arrive at Düsseldorf Airport or who stay in a hotel in Essen, can use the regional express trains, suburban trains, trams and city buses and thus reach the Messe Köln-Deutz station and/or trade fair quickly and
conveniently. Furthermore, this additional service also offers accommodation options of all categories in smaller cities and communities that lie on the Deutsche
Bahn routes connecting the surrounding region with the Cologne trade fair location (Düren, Leverkusen, Solingen, Troisdorf, Siegburg, Hennef). Further information on
the rail network of the Rhein-Sieg public transport network and the Rhein-Ruhr public transport network can be found at www.vrsinfo.de/ and at www.vrr.de.

IDS (International Dental Show) takes place in Cologne every two years and is organised by the GFDI Gesellschaft zur Förderung der Dental-Industrie mbH, the
commercial enterprise of the Association of German Dental Manufacturers (VDDI) and is staged by Koelnmesse GmbH, Cologne.

 

ids

 

 


 

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Partnernieuws, Partnernieuws, Thema A-Z
Gebitsslijtage: diagnose, behandeling en prognose

Gebitsslijtage: diagnose, behandeling en prognose

DIT CONGRES IS VOORBIJ.

Leer in één dag hoe u gebitsslijtage herkent, op welke manier u de moeilijkheidsgraad bepaald en ontdek de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van behandeling met composiet. Laat u inspireren door het gesleten gebit! 24 mei, Rotterdam.

Het ‘gesleten’ gebit

In de tandheelkunde is niet meer weg te denken om een leven lang uw eigen gebit te behouden tegen lage onderhoudskosten. De wens van de patiënt is een grote uitdaging voor de tandheelkunde: het gebit duurzaam conserveren door tijdig minimaal invasief te restaureren.

Wanneer gebitsslijtage niet tijdig wordt gediagnosticeerd of restauratief wordt behandeld, kunnen gebitsmutilaties complexer worden. Hierdoor zal een orthodontische behandeling, het vervaardigen van kronen en bruggen, het plaatsen van implantaten en/of het herstel van de beethoogte moeten plaatsvinden.

Het congres

Het TP congres Gebitsslijtage neemt u mee in een grote diversiteit aan behandelingen van het ‘gesleten’ gebit. In één dag leert u:

  • Patiënten met gebitsslijtage te herkennen
  • Gebitsslijtage in de dagelijkse praktijk eenduidig te benaderen
  • Het vooraf bepalen van de moeilijkheidsgraad van gebitsslijtage
  • Hoe de zorgverzekeraar aankijkt tegen gebitsslijtage
  • Wat de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van behandeling met composiet zijn

Ontdek een grote diversiteit aan behandelingen van het ‘gesleten’ gebit tijdens het congres Gebitsslijtage!

Aanmelden voor TP congres Gebitsslijtage

Lees meer over: Kennis, Scholing
Capaciteitsorgaan adviseert 71 meer plaatsen bij opleidingen tandheelkunde

Capaciteitsorgaan adviseert 71 meer plaatsen bij opleidingen tandheelkunde

Het Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige vervolgopleidingen heeft een tussentijds advies uitgebracht aan minister Bruins voor Medische Zorg. Hierin adviseert het om het aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde te verhogen van 240 naar 311.

Onderzoek Capaciteitsorgaan

Het Capaciteitsorgaan is door de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gevraagd om te onderzoeken hoeveel tandartsen en mondhygiënisten er nodig zijn in de eerstelijnsmondzorg. Het definitieve advies wordt in de loop van 2019 verwacht, maar nu is alvast een tussentijds advies uitgebracht.

Tussentijds advies

Het Capaciteitsorgaan is alvast met een tussentijdsadvies gekomen, omdat de instroom van buitenlandse tandartsen terugloopt. In bepaalde delen van het land is er op het ogenblik al een groot tekort aan tandartsen. Conclusie is daarom dat het aantal opleidingsplekken fors verhoogd moet worden.

Dit tussentijds advies is voorbereid door de Kamer Eerstelijns Mondzorg, waarin tandartsen, mondhygiënisten, de opleidingsinstellingen en de zorgverzekeraars zitting hebben. Het Capaciteitsorgaan heeft het advies besproken en vastgesteld.

Demografische ontwikkelingen

Dit tussentijds advies is alleen gebaseerd op de verwachte demografische ontwikkelingen. Andere factoren zoals epidemiologie, sociaal-culturele factoren, onvervulde vraag, vakinhoudelijke ontwikkelingen en horizontale en verticale taakherschikking zijn niet meegenomen. Bij de volledige raming later dit jaar wordt hiermee wel rekening gehouden.

Mondzorgkunde

Volgens het tussentijds advies is verhoging van het aantal plaatsen bij de opleidingen mondzorgkunde niet nodig. Voorlopig kunnen de huidige 300 plaatsen gehandhaafd blijven. De jaarlijkse instroom zou zelfs verlaagd kunnen worden naar 294 studenten.

KNMT: “Goed evenwicht”

KNMT-voorzitter Wolter Brands zegt dit tussentijdse advies wel te hebben verwacht. “Het sluit immers volledig aan bij eerdere adviezen van zowel het Capaciteitsorgaan als andere instanties: verhoog het aantal opleidingsplaatsen voor de studie tandheelkunde. En doe dat snel, want het water komt ons tot aan de lippen. Er zijn steeds meer signalen die duiden op een tekort aan tandartsen.”

Brands kan zich vinden in het advies van het Capaciteitsorgaan voor uitbreiding met 71 plekken per jaar: “Daarmee wordt, denk ik, een goed evenwicht bereikt. We zijn er immers ook niet bij gebaat dat er over een aantal jaar weer een overschot aan tandartsen ontstaat. In de jaren tachtig hebben we gezien waar dat toe leidt.”

Nu het Capaciteitsorgaan zelf al aangeeft dat ook het definitieve advies vermoedelijk een stijging zal inhouden, is er volgens de KNMT-voorzitter voor de ministers al helemaal geen reden meer een besluit tot uitbreiding nog langer voor zich uit te schuiven. Brands: “Klaarblijkelijk verwacht het Capaciteitsorgaan dat het verdere onderzoek zal opleveren dat taakherschikking géén oplossing is voor het tekort. Iets wat de KNMT al jaren zegt. In combinatie met het feit dat beide ministers zelf om dit onderzoek hebben gevraagd, zie ik voor hen geen redenen waarom ze de uitslag naast zich zouden neerleggen.”

Reactie ANT

In een reactie roept de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) minister Bruins op om het advies van het Capaciteitsorgaan serieus te nemen. Volgens de ANT ziet de minister ten onrechte taakherschikking als een deel van de oplossing van het capaciteitsprobleem, ook al nemen waarschijnlijk slechts 200 mondhygiënisten deel aan dit experiment. Zij hoopt dat de minister het advies ter harte neemt en het aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde verhoogt.

 

Bron:
Brief 23 januari 2019 van Capaciteitsorgaan aan minister Bruins

Lees meer over: Kennis, Scholing
Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate onderkaak

Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate onderkaak

De richtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate onderkaak is geïnitieerd door de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) en de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI).

In samenwerking met Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde (NVGPT).

2018

Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate onderkaak

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
open mond - gebit

Richtlijn Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak

De richtlijn Richtlijn Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak is geïnitieerd door de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) en de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI).

In samenwerking met Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde (NVGPT).

2018

Klinische praktijkrichtlijn overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Richtlijn

Richtlijn Peri-implantaire infecties

Deze klinische praktijkrichtlijn (KPR) gaat over wat de beste zorg is om peri-implantaire infecties, dat wil zeggen peri-implantaire mucositis en peri-implantitis, te voorkomen en te behandelen. De volgende onderwerpen komen in deze KPR aan de orde.

• Diagnostiek van peri-implantaire infecties

• Preventie van peri-implantaire infecties

• Behandeling van peri-implantaire mucositis

• Behandeling van peri-implantitis

De KPR is van toepassing op alle personen die één of meer orale implantaten hebben. Orthodontische implantaten vallen buiten de reikwijdte van deze richtlijn.

2018

KIMO richtlijn peri-implantaire infecties

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Vaker zoeken naar informatie over gezondheid via het internet

Vaker zoeken naar informatie over gezondheid via het internet

Uit onderzoek van het CBS blijkt dat steeds meer Nederlanders online naar antwoorden over gezondheid en leefstijl zoeken. We boeken steeds vaker online afspraken met huisartsen en medisch specialisten of kopen medicijnen via het internet. Onderzoek naar het ICT-gebruik van huishoudens en personen in 2018 geeft aan dat het om twee derde van de Nederlanders gaat.

Meer vrouwen

Waar dit in 2012 nog de helft was, zocht 67 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder in 2018 naar informatie op internet. Met name informatie over voeding, beweging en ziekten zijn populair. Tevens bleek dat het hier om meer vrouwen (71 procent) dan mannen (63 procent) ging.

Hoe jonger…

Vooral de 25- tot 45-jarigen zijn gewend om dit te doen. Waar 80 procent van hen het internet opging voor informatie in 2018, waren dit van de leeftijdscategorieën 45 tot 65 jaar 70 procent. De 65 plussers gaan het minst vaak online op zoek naar antwoorden met 52 procent.

Opleidingsniveau

Tevens opvallend is dat het aandeel hoogopgeleide Nederlanders dat online naar informatie zocht het grootst is met 81 procent. Het aantal middelbaaropgeleiden deed dit met 73 procent, en het percentage laagopgeleiden met 49 procent.

Online afspraken maken

Wederom zijn het de Nederlanders tussen de 25 en 45 jaar die het meest gebruik maken van online afspraken maken met een huisarts of medisch specialist (33 procent). In totaal maken een kwart van de Nederlanders boven de 12 jaar hier gebruik van in 2018; in 2012 was dit nog 10 procent.

Medicijnen online

In 2018 kocht 10 procent van de Nederlanders medicijnen online. Van de Nederlanders tussen de 25 en 45 jaar en 45 en 65 jaar gaven beide groepen met 12 procent aan dit te hebben gedaan.

Koploper in EU

Van alle 28 Europese Unie-landen, is Nederland hiermee de koploper in het online zoeken naar informatie over gezondheid. Waar het gemiddelde van de EU over 2018 al 52 procent was, had 72 procent van de Nederlanders dit gedaan.

Online afspraken

Wat betreft online afspraken maken staat Nederland op de vierde plaats met 27%. Het EU-gemiddelde lag op 17 procent, maar Finland en Denemarken overstegen dit nummer aanzienlijk met 44 en 41 procent.

Minder populair

In vergelijking tot informatie zoeken en afspraken maken via het internet is het online medicijnen kopen nog niet zo populair. Binnen de EU staat dit gemiddelde op 9 procent, wat Nederland op een vijfde plaats brengt met 11 procent. In Duitsland (24 procent), Zweden (23 procent) en Denemarken (17 procent) worden wel al vaker medicijnen via het internet aangeschaft.

Bron:
CBS

Lees meer over: E-health, Kennis
Hoe start ik mijn eigen mondhygiëne praktijk?

Gratis event: Hoe start ik mijn eigen mondhygiëne praktijk?

Ben jij toe aan een nieuwe uitdaging en wil jij zelfstandig ondernemer worden en je eigen praktijk beginnen maar weet je niet hoe? Een kei in mondhygiëne maar nog onzeker als ondernemer, wij helpen je graag op weg.

Tijdens een gratis event wat wij exclusief voor mondhygiënisten zullen organiseren op donderdag 28 november 2019 zullen wij geen seconde besteden aan vakkennis, jullie zijn immers al goed, maar enkel aan onderwerpen zoals:
■ Hoe schrijf ik nu een goed (en realistisch) business plan?
■ Wat kost een eigen praktijk en hoe financier ik dat?
■ Eenmanspraktijk vanuit huis of samenwerken met collega’s?
■ Samenwerken met verwijzers en waar loop ik tegen aan als ik een praktijk start?
■ Hoe pak ik de marketing, website en social media aan?
■ Hoe richt ik een praktijk optimaal in?

Donderdag 28 november begint de avond om 17.00 uur en zal ongeveer tot 22.00 duren, uiteraard zorgen wij voor een culinair hapje en drankje.

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

De Belgische minister Maggie de Block heeft meer duidelijkheid gecreëerd over de invulling van het beroep mondhygiënist. Specifieke informatie over de naam en taakbevoegdheid van de nieuwe beroepsgroep in België werd onlangs gepubliceerd.

Eerste afgestudeerde mondhygiënisten

De keuze van de minister om voor “mondhygiënist” te kiezen als nieuwe beroepsgroep ligt voor de hand, aangezien het wereldwijd de meest gangbare naam is voor de positie. Hierdoor is er duidelijkheid omtrent de nieuwe functie in het tandheelkundig mondzorgteam. In België zullen in 2019 de eerste mondhygiënisten afstuderen in Gent en Leuven.

Taken van mondhygiënist

De belangrijkste taken van mondhygiënisten zijn onder andere het opstellen van preventieve mondzorgplannen, het uitvoeren van professionele reiniging, het toedienen van lokale verdoving via topische middelen, zoals gel of spray, en het op maak maken van een gebitsbeschermer. Alle taken kunnen worden opgedeeld in drie categorieën, die aansluiten bij het voorstel van en werden goedgekeurd door de adviesraad Paramedische Beroepen.

Naamgeving nieuwe beroepsgroep

Het enige punt waar in de stemming van de Federale adviesraad geen unanimiteit over bereikte was de naamgeving van de nieuwe Vlaamse beroepsgroep. Uiteindelijk is er gekozen voor de term “mondhygiënist”, vanwege de duidelijkheid die deze benaming wereldwijd met zich meebrengt. Mondhygiënisten die opgeleid zijn in het buitenland zullen deze functie in België kunnen vervullen op het moment dat zij zich aan de taakbevoegdheid houden en voldoen aan de erkenningsvoorwaarden.

Preventieve zorg

Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) heeft als doel om de nieuwe partners goed te begeleiden en op te nemen in het team, en om te voorkomen dat mondhygiënisten zullen worden ingezet als goedkoper alternatief voor preventieve behandelingen. Aangezien er binnen het huidige budget voor preventieve zorg te weinig ruimte is om herschikkingen door te voeren wordt er geëist dat er budget zal bijkomen om dit goed door te kunnen voeren.

Bron:
Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT)

Lees meer over: Kennis, Scholing
VPM Congres, 25 januari. Thema: Mondzorg doe je samen

VPM Congres, 25 januari. Thema: Mondzorg doe je samen

Dit event is voorbij

Thema van dit 15e VPM-congres: Mondgezondheid doe je samen. Onderwerpen van de lezingen zijn o.a. Orale complicaties bij chemotherapie en stamceltransplantatie, Parodontitis, diabetes mellitus, hart- en vaatziekten: Wie heeft de controle!? en Algemene gezondheid en mondgezondheid: het perspectief van de huisarts en de specialist.

Vrijdag 25 januari 2019 in De Landgoederij te Bunnik/Utrecht. 

Sprekers en titel presentaties

Prof.dr. Fred R. Rozema: “De signaalfunctie van de mond – Focus en Manifestaties”

Dr. Judith Raber-Durlacher en Margot Geuke: “Orale complicaties bij chemotherapie en stamceltransplantatie”

Dr. Konstantina Delli: “Oral manifestations in patients with modified eating patterns and eating disorders”

Dr. Wijnand J. Teeuw: “Parodontitis, diabetes mellitus, hart- en vaatziekten: Wie heeft de controle!?

Dr. Victor A. Gerdes: “Algemene gezondheid en mondgezondheid: het perspectief van de huisarts en de specialist”

Dagvoorzitter: Judith Baldi

Tijdens het VPM-congres wordt ook de Mondhygiënist van het jaar 2019 bekendgemaakt.

5 KRM accreditatiepunten

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Richtlijn endodontische diagnostiek en behandeling

Richtlijn endodontische diagnostiek en behandeling

Eind 2018 werd de nieuwe richtlijn Endodontische diagnostiek en behandeling gelanceerd. De richtlijn is een initiatief van de NVvE. Tijdens het NVvE najaarscongres werd de richtlijn besproken met de NVvE-leden.

De volgende stap is implementatie van de richtlijn in algemene praktijken. De Nederlandse Vereniging voor Endodontie (NVvE) wil graag dat deze richtlijn in het KIMO-programma wordt opgenomen. “Ik vind het belangrijk dat er een zo compleet mogelijk pakket aan richtlijnen komt”, zegt Ellemieke Hin, voorzitter van de NVvE.

Endodontische-Diagnostiek-en-Behandeling_20-mrt-2018

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen