zzp'ers in de mondzorg

Zzp’ers in de mondzorg aan het woord

Het aantal zelfstandigen zonder personeel in de mondzorg (zzp’ers) lijkt te zijn gegroeid, maar de onduidelijkheid over de regelgeving rond zzp’ers ook. Wat beweegt mondzorgprofessionals om toch als zzp’er aan de slag te gaan? dental INFO sprak met een aantal zzp’ers in de mondzorg.

Regelgeving zzp’ers

De laatste tijd is er onrust rondom de regelgeving met betrekking tot zzp’ers. De VAR-verklaring werd in de nieuwe wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) vervangen door een modelcontract. Vanwege alle onduidelijkheden werd deze wet echter niet gehandhaafd. In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet is aangekondigd dat de wet DBA alweer vervangen gaat worden.

Nieuwsgierig naar de beweegredenen waarom professionals in de mondzorg een zzp-bestaan willen en wat hun ervaringen zijn, stelde dental INFO enkele vragen hierover aan een paar mondhygiënisten en tandartsen.

In loondienst én als zzp’er

Alexandra Faber is in 2014 afgestudeerd in Groningen als mondhygiënist. Ze woont en werkt in Utrecht en heeft zojuist haar eerste opdracht binnengekregen als zzp’er. Daarnaast heeft ze een vaste baan in een algemene tandheelkundige praktijk. In het verleden heeft ze in een vrijgevestigde mondhygiënepraktijk gewerkt.

Het voordeel van haar loondienstverband vindt ze de zekerheid. Je kan hierbij minder flexibel zijn, maar verder zijn haar ervaringen in loondienstverband goed. Toch heeft ze voor een zelfstandige onderneming gekozen, omdat ze graag tijdelijke opdrachten wil vervullen. Dat biedt namelijk veel afwisseling en uitdaging. “In mijn eerdere ervaringen met waarnemen sprak het mij erg aan dat je kort met een patiëntengroep aan de slag gaat en dus veel kunt leren en veranderen. Ik verwacht dat ik vooral zwangerschapsverlofwaarnemingen zal doen, maar ik kan ook invallen bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid of overbruggingsperiodes als een praktijk even geen mondhygiënist in dienst heeft. Ik zou ook graag in de verschillende afdelingen van mijn vak willen werken. Zo lijkt het me ontzettend leuk om les te geven aan een hogeschool of op een MKA-afdeling te werken.”

Ze vindt het fijn om zelf de verantwoordelijkheid van een onderneming te dragen. Het is volgens haar ook logischer om als zelfstandige te werken, omdat je als mondhygiënist hebt geleerd zelfstandig met je patiënten te werken. Alexandra maakt zich geen zorgen over de DBA-regelgeving: “Ik werk met een modelovereenkomst en hou goed in de gaten wat de ontwikkelingen zijn.” Alexandra heeft geen ambitie om een vrije vestiging te starten, omdat ze graag nauw wil samenwerken met de tandarts.

“Bovendien neemt een eigen praktijk ontzettend veel werk met zich mee en dan zou ik minder flexibel zijn.”

 

Zzp’er na arbeidsconflict

Vera Casteleijn is afgestudeerd in 1980. Daarna is ze meteen in Amsterdam aan de slag gegaan als mondhygiënist in loondienst. Na enkele jaren werkervaring kreeg ze vier kinderen en heeft ze 4,5 jaar niet gewerkt. Daarna heeft ze het werken als mondhygiënist weer langzaam opgepakt, tot soms vier dagen per week in loondienst. In 2015/2016 heeft ze ook nog de opleiding tot hoofdvisiteur bij NVM-mondhygiënisten gevolgd. Ze is ICO-begeleider geweest en nu enthousiast lid van de ICO-commissie van NVM-mondhygiënisten.

Vera:

“Ik heb jarenlang in loondienst gewerkt, naar mijn volle tevredenheid. Het contact met de tandarts is gemakkelijk en snel. Bij de meeste werkgevers kon ik mijn beroep in volle glorie uitoefenen.”

In 2013 heeft ze het besluit genomen om als zzp’er aan de slag te gaan. “Ik ben zzp’er geworden na een arbeidsconflict. De werkgever die ik toen had, besloot plots dat ik niet meer strak volgens het paroprotocol mocht werken. Omdat ik best idealistisch ben, schuurde dat en toen heb ik mijn besluit genomen,” vertelt Vera. “Zzp’er zijn bevalt me prima,” vervolgt ze, “Ik kan mijn beroep weer in volle glorie uitoefenen en het lijntje met de tandarts is kort. Een antibioticumrecept uitschrijven is zo geen probleem, foto’s zijn aanwezig en zo niet, dan maak ik ze meteen .  De verzekeringen die ik als zzp’er moet afsluiten zijn wel prijzig. Het afhandelen van klachten over bijvoorbeeld de rekening is soms lastig en tijdrovend.” Ook Vera maakt zich geen zorgen over de wetgeving: “Ik voel mij zelfstandig genoeg en heb mijn zelfstandigheid gewaarborgd middels een goede overeenkomst van opdracht. Ik neem vrij wanneer ik dat wil. Ik heb de assistente voor afspraken en sterilisatie alsmede het gebruik van het instrumentarium erbij onderhandeld. De rekeningen naar de patiënt verstuurt de tandarts.”

Ook Vera heeft nagedacht om zich vrij te gaan vestigen, maar wilde dit toch niet. “Natuurlijk kun je als zelfstandige vestiging ook bij een tandarts in het pand werken, maar ik zou dan een praktijk aan huis gewild hebben. Als zzp’er heb je vind ik meer vrijheid. Ik hoef nooit de rekeningen te sturen en als er mankementen zijn, lost de tandarts dit op. Bovendien hoef ik geen rapportagebrieven te schrijven, de pocketstatus die ik maak is meteen in te zien door de tandarts (in het geval van een combi-afspraak). Het lijntje is kort, bijvoorbeeld bij een vermoeden van kindermishandeling is dit meteen met de tandarts te bespreken. Bovendien, als zzp’er kun je met waarneming veel ervaring opdoen en behoud je je vrijheid. Als je voor een vrije vestiging kiest, is dat een investering voor langere tijd. Wel bouw je als vrijgevestigde mondhygiënist intensievere contacten op met patiënten. Als zzp’er is het belangrijk om je zelfstandigheid te waarborgen.”

Mismatch

Een minder positief verhaal komt van iemand die anoniem wil blijven. Uit haar verhaal blijkt dat er ook wel eens een complete mismatch kan zijn tussen mondhygiënist en praktijk. De werkwijzen kunnen dermate verschillen dat er financieel een probleem ontstaat. Het is dus goed om alles van te voren goed vast te laten leggen en om elkaar goed af te tasten. Houd ook goed bij welke dagomzet je precies hebt gedraaid. Het hebben van een rechtsbijstandverzekering kan goed van pas komen.

Rechtszaak

Een mondhygiënist – die anoniem wilde blijven – heeft ook een verhaal waarbij een rechtsbijstandverzekering zeker van pas kwam. In haar vorige woonplaats werkte ze al bijna 10 jaar probleemloos als zzp’er. Eenmaal verhuisd kwam ze bij vier praktijken terecht. Bij twee praktijken ontstonden er problemen en liep het uiteindelijk op een rechtszaak uit. “Bij deze praktijk heb ik zo’n zes weken gewerkt waarna ik gestopt ben. De belangrijkste reden was het buitensporige declaratiegedrag, de recall was voor iedereen elke drie maanden. Bij sommige patiënten had ik zo weinig te doen dat ik de drie kwartier echt niet vol kreeg. Toen ik eenmaal had opgezegd, wilde de praktijk mij de factuur van een vierde ‘gemiste’ recall in mindering brengen. Hier was ik het niet mee eens, want dit was van te voren zo niet afgesproken. Daarnaast had ik nog geen modelovereenkomst getekend. Dit wilde zij per se. Dit heb ik (achteraf) ondertekend omdat toegezegd werd dat het door mij verdiende bedrag (minus de administratie kosten) zou worden voldaan. De factuur voor mijn werkzaamheden heeft de praktijk uiteindelijk pas na tussenkomst van een rechter  betaald. Wat bleek: de opdrachtgever was de afgelopen jaren patiënten weer kwijt geraakt aan de eerder verwijzende tandartsen. Dit verlies probeerde zij in mijn de schoenen te schuiven.”

Bij de andere praktijk werd er geweigerd om aan het einde van de dag een uitdraai te geven van de verdiende dagomzet. “Aan het einde van de maand ontving ik een app met het totaalbedrag van mijn omzet. Wat soms 20% minder was dan wat ik had bijgehouden. Er was geen discussie of transparantie mogelijk. Op het laatst werd ik gedwongen een contract met betrekking tot marketingkosten te tekenen waar ik zelf niks aan had. Ik wacht nu al drie maanden op mijn laatste salaris.”

Na jarenlang eigen praktijk verder als zzp’er

Cees Ubbels is tandarts en 62 jaar oud. Aan de VU heeft hij in 1978 zijn diploma tandheelkunde behaald. Daarna heeft hij een jaar in IJmuiden waargenomen om vervolgens zijn militaire dienstplicht te vervullen als tandarts. In 1980 is hij zijn praktijk begonnen in de gemeente Aalten in de Achterhoek. “Indertijd was het beginnen van een eigen praktijk de meest gangbare manier om ons vak uit te oefenen. Ook was ik van huis uit opgevoed met het ondernemerschap.”

Prettig vond hij dat hij veel vrijheid had, zoals bij het bepalen van de inrichting van de praktijk. Nadeel vindt hij, dat hij naast het tandheelkundig handelen nog diverse ander zaken moest regelen, zoals de boekhouding. Sinds zijn 56e werkt Cees als zzp’er.

“Mijn praktijk werd gaandeweg groter en groter en ik was genoodzaakt meer personeel en ook tandheelkundige medewerkers aan te nemen. Een van deze medewerkers werkte inmiddels een jaar of acht bij mij en gaf aan te willen associëren of de praktijk over te willen nemen. Ik realiseerde mij dat sommige treinen maar een keer voorbijkomen en dat ik nu een keuze moest maken. Dit mede gezien het feit dat anders de continuïteit van mijn praktijk in de problemen zou kunnen komen. In overleg met mijn opvolger en zaakwaarnemer heb ik er toen voor gekozen om de praktijk te verkopen en zzp’er te worden.”

Cees bleef in zijn voormalige eigen praktijk werken. Dat was wel even wennen: “Nu kan ik niet meer zelf alles in de praktijk bepalen, maar mijn collega en ik gaan nog altijd (inmiddels 7 jaar) met veel respect met elkaar om en luisteren naar elkaars mening. Met betrekking tot het personeel ging het eigenlijk ook redelijk soepel aangezien zij mijn opvolger al een heel aantal jaren kenden. Natuurlijk waren er veranderingen, maar deze zijn heel geleidelijk ingevoerd.” Naast het werk in deze praktijk, werkte hij een dag in de week bij een andere praktijk. “Dit had als voordeel dat mijn blik op de tandheelkunde wat breder werd, echter na een aantal jaren bleek toch dat het telkens overschakelen van de ene naar de andere praktijk zwaar werd. Mijn hart is toch verbonden aan mij ‘eigen’ praktijk. Ik werk nu alleen nog in Aalten en daarnaast doe ik werk voor de KNMT als klachtenondersteuner. Overigens ben ik in mijn ogen nog steeds ondernemer gezien het feit dat ik zelf bepaal hoe en wanneer ik werk, debiteurenrisico loop en verantwoordelijk ben voor alles wat ik doe.”

Raad Cees collega’s aan om ook te gaan zzp’en? “Ik denk dat het verstandig is om eerst, zeker in deze tijd, enige tijd in loondienst te gaan, mede om het vak goed te leren en te kunnen beoordelen waar je kwaliteiten liggen. Vervolgens kun je kiezen: in loondienst blijven, zzp’er worden zodat je wat meer vrijheid hebt (overigens moet dat wel passen in de aankomende wetgeving met betrekking tot zzp’ers) of kiezen voor de volledige zelfstandigheid en zelf ook ondernemer worden.

Zzp’er in en buiten eigen praktijk

Als laatste sprak dental INFO met mondhygiënist Diana Jirka-van Staden. Ze is 37 jaar oud, heeft een eigen praktijk in Sassenheim en heeft sinds kort een tweede locatie in Lisse. Ze heeft drie collega-mondhygiënisten en een assistente, allen parttimers. Behalve in de reguliere praktijk werken ze ook in verpleegtehuizen en gehandicapteninstellingen en doen ze mee met het project ‘De mond niet vergeten!’, waarbij patiënten thuis worden bezocht. Ze is vanaf haar afstuderen werkzaam geweest in algemene praktijken en een vrije vestiging, maar vanaf het begin ook in een gehandicapteninstelling. “Dat is een heel bijzondere en dankbare groep om mee te werken, maar zeker ook belastend voor het eigen lichaam.” Vanuit de instelling was er een bepaald aantal uren mogelijk, terwijl men ook inzag dat er meer zorg nodig was. ”Ik heb daarom de overstap gemaakt om als zzp’er aan de slag te gaan. Door uitbreiding van mijn uren kwam er ruimte vrij voor reguliere patiënten. Deze groep werd steeds groter. Ik ben naar een eigen praktijkruimte buiten de instelling verhuisd, waar de reguliere patiënten nu behandeld worden. In verband met lichamelijke klachten ben ik vorig jaar na 13 jaar gestopt met werken binnen de gehandicapteninstelling. Er komen nog wel een aantal cliënten in mijn huidige praktijk, dus helemaal losgelaten heb ik het nog niet.“

Ook Diana vindt de vrijheid van een zzp’er prettig.

“Ik heb mezelf in de afgelopen jaren veel meer ontwikkeld door cursussen in bedrijfsvoering, maar ook in behandeling. Jezelf blijven uitdagen vind ik erg belangrijk, anders wordt het allemaal routine en dat is niet goed.”

“Wat veel mensen met een eigen praktijk binnen de gezondheidszorg vergeten, is dat je ook gewoon een bedrijf bent. Ik ga daarom ook vaak naar bijeenkomsten buiten ons werkgebied, zoals een netwerk voor vrouwelijke ondernemers in mijn regio. Ik ben ook lid van de Rotary Club waarin ik mensen tegenkom die ook ambities hebben, maar niet binnen de tandheelkunde werkzaam zijn. Mijn praktijk is gevestigd in een gezondheidscentrum, waardoor we ook met andere disciplines te maken hebben en multidisciplinair kunnen samenwerken, alhoewel dit nog niet altijd gestroomlijnd plaatsvindt. Daarbij werken wij heel hecht samen met een tandprotheticus en werken ook extern binnen verpleegtehuizen en gehandicapteninstellingen. Het is super leuk, geen dag is hetzelfde.”

De nadelen kent Diana ook. ”Je hebt altijd wel iets te doen, mijn takenlijstje is nooit af. We doen de administratie nog zelf, dus dat vraagt veel tijd, maar ook alle zaken eromheen, zoals vergaderingen. Daarnaast vragen alle regeltjes die er inmiddels zijn ook de nodige aandacht.” Diana werkt graag interprofessioneel en vaak gaat dat goed. Toch kan het volgens haar nog beter. “Ik vind het echt heel bijzonder dat nog steeds het meest vanuit de mondhygiënist gecommuniceerd wordt richting de tandarts en niet andersom. Het gaat toch om de patiënt, die staat centraal. Het is tijd dat de tandartsen eens in actie komen in plaats van te roepen dat wij onder een dak moeten werken. Met de huidige vorm van communiceren maakt het niet uit op welke locatie de patiënt is, als je maar blijft communiceren met elkaar als professionals.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Opinie, Thema A-Z
Praktijk starten zonder patiënten: is dit financieel haalbaar?

Praktijk starten zonder patiënten: is dit financieel haalbaar?

Steeds vaker krijgen wij de vraag of het starten van een nul praktijk financieel haalbaar is. Deze vraag is niet eenvoudig met een ja of nee te beantwoorden. Dit hangt vaak af van meerdere factoren. Over welke belangrijke aspecten moet u in ieder geval nadenken?

Na uw opleiding heeft u in verschillende praktijken gewerkt en ervaring opgedaan. Uw mening over de mondzorg is omgevormd tot een eigen zorgvisie. Deze praktijkervaring is naar onze mening zeer waardevol. Deze “leerschool” komt, nadat u straks de stap tot zelfstandig praktijkhouder heeft genomen, nooit meer terug. U kunt dan niet meer zo makkelijk in de “keuken” van andere praktijken kijken hoe deze georganiseerd zijn.

Wat is uw ambitie?

Voordat u op zoek gaat naar een geschikte locatie, is het belangrijk om voor u zelf te bepalen wat uw ambitie is met de toekomstige praktijk. Wat voor type praktijk heeft u voor ogen, een algemene of een gespecialiseerde tandartspraktijk? Hoeveel behandelkamers wilt u? Wilt u een grote praktijk of liever een kleinschaligere praktijk? Hoe wilt u nu, maar bijvoorbeeld ook straks over vijf jaar werken? Maar kijk niet alleen vooruit. Denk ook goed na over welke werkzaamheden u nu het leukst vindt. Kan dat straks ook nog als u zelfstandig zorgondernemer bent?
Vraagstukken die u voor uzelf helder moet hebben. Dan pas kunt u op zoek naar een geschikte locatie.

Locatiekeuze

Heeft u eenmaal een keuze gemaakt voor het zelfstandig ondernemerschap, dan kunt u zich vanuit uw waarneempositie gaan oriënteren op de plaats waar u – op basis van commerciële en economische factoren – een praktijk wilt starten. Ons valt op dat in veel ondernemingsplannen een gedegen marktonderzoek ontbreekt. Zoem niet alleen in op de plaats waar u de praktijk wil vestigen. Zoem ook dieper in op de wijk en aangrenzende wijken, uw verzorgingsgebied. Een goed ondernemersplan bevat altijd een concurrentieanalyse. U kunt dit doen door bijvoorbeeld de volgende punten uit te werken.

  • Het aantal en type tandartspraktijken in de plaats waarin u zich wil vestigen
  • Leeftijdsopbouw van de bestaande tandartsen
  • Nemen de omliggende praktijken nog patiënten aan of is er een patiëntenstop?
  • Reviews van de directe concurrentie van bijvoorbeeld ZorgkaartNederland.nl
  • Het aantal inwoners in de gemeente of stad

Heeft u uw praktijk eenmaal geopend dan zult u deze niet meer zo snel verplaatsen. Kortom, investeer in marktonderzoek.

Ondernemingsplan

Een gedegen marktonderzoek is dus belangrijk. Het schrijven van een ondernemingsplan dwingt u tot nadenken. Ook al lijkt het ondernemerschap zo mooi, u moet toch ook echt nadenken over de mogelijke risico’s en inzicht krijgen in wat er (on)mogelijk is. U wil tenslotte een zo groot mogelijke kans op succes hebben. Benieuwd naar wat er in een dergelijk plan beschreven moet worden? Bekijk een voorbeeld ondernemingsplan voor tandartspraktijken op de website van ABN AMRO.

Waarnemen naast de (op)start van uw praktijk

Naast de start van uw praktijk, blijft u wellicht nog enkele dagen werkzaam als tandarts waarnemer of in loondienst bij uw huidige opdracht- of werkgever. Check of dit op basis van uw waarneemcontract of arbeidsovereenkomst geen belemmering vormt. Als het aantal patiënten in uw eigen praktijk groeit, dan breidt u natuurlijk het aantal stoeldagen in uw eigen praktijk langzaam uit. Hoe gaat u dit vorm geven?

Naast het feit dat u op basis van deze constructie verzekerd bent een bepaald basis inkomen, dient u wel goed na te denken over hoe u straks omgaat met uw agendaplanning. Wie neemt de telefoon aan als u nog een aantal dagen in een andere praktijk werkzaam bent? Hoe gaat u om met pijnklachten als u niet in uw eigen praktijk werkzaam bent?

Liquiditeitsbegroting

Een liquiditeitsbegroting geeft zicht op hoeveel geld u maandelijks ontvangt en uitgeeft. Zo kunt u na verloop van tijd beter inschatten welke maanden het meest geschikt zijn voor het doen van nieuwe investeringen en daarnaast een financiële reserve opbouwen, zodat u onverwachte tegenslagen kunt opvangen. Er dient rekening te worden gehouden met vakantie(s) en minder drukke periodes in het eerste kwartaal en drukkere periodes in het tweede en vierde kwartaal.

In uw liquiditeitsbegroting zou ook zichtbaar gemaakt moeten worden hoeveel uw inkomen als tandarts waarnemer of in loondienst bedraagt voor het aantal dagen dat u nog werkzaam blijft bij uw huidige opdracht- of werkgever. Houd er hierbij rekening mee dat deze inkomsten dalen en uw inkomen uit uw gestarte onderneming stijgen. U bent immers uw eigen praktijk aan het opbouwen.

U heeft de wens om een eigen praktijk te starten, maar waar begint u? Als uw patiënt een uitgebreide tandheelkundige behandeling moet ondergaan, dan stelt u een behandelplan op. Voor de start van een eigen praktijk geldt hetzelfde. Ook dan is een zorgvuldig plan noodzakelijk. En dit is de basis voor uw succes.

Door: Arjan Wijnands, sectorspecialist Medische en Vrije Beroepen bij ABN AMRO. Hij begeleid samen met Thera Evers en Maarten den Heijer tandartsen bij de start of overname van een praktijk. Maak een afspraak voor een gratis adviesgesprek.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Uitgaven voor tandartspraktijken in Duitsland aanzienlijk toegenomen

Uitgaven voor tandartspraktijken in Duitsland aanzienlijk toegenomen

De bedrijfskosten van tandartspraktijken in Duitsland zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. Dit blijkt uit de huidige kostenstructuur-enquête van de Duitse tandartsen vereniging KZBV, waaraan tal van praktijken hebben deelgenomen.

Enquête

Uit deze enquête bleek dat de overeenkomstige uitgaven met een totaal van 16 procent stegen in de jaren 2011 tot 2015 en dat dit gemiddeld ongeveer 392.000 euro per praktijk bedroeg. De operationele kosten waren in de praktijk gemiddeld 67,1 procent van de totale omzet in 2015. Het grootste deel van deze uitgaven wordt veroorzaakt door personeelskosten, externe laboratoria en praktische laboratoriumkosten. De volledige resultaten worden deze maand gepubliceerd in het 2017 KZBV-jaarboek.

Hoge investering voor starters

Ook voor het starten van een praktijk hadden tandartsen hogere kosten. In 2016
bedroegen de startkosten van een tandartspraktijk in Duitsland 528.000 euro, wat 9% hoger was dan in 2015.

Bedenkingen versterkt

Dr. Wolfgang Eßer, voorzitter van de raad van bestuur van de KZBV: “De aanzienlijk hogere uitgaven, maar ook de hoge bureaucratische lasten, versterken de bestaande bedenkingen bij jonge tandartsen om een praktijk te starten. Dit is een andere reden waarom het steeds moeilijker wordt om jonge tandartsen te rekruteren voor een zelfstandige praktijk. We hebben echter juist jonge collega’s nodig als we willen zorgen voor de hoogwaardige, landelijke en lokale zorg die onze patiënten belangrijk vinden.”

Bron:
Zwp-online.info

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Tandartsen laagste rendement van zorgpraktijken

De omzet van zorgpraktijken is de afgelopen 10 jaar met 50 procent gestegen. Alhoewel de totale zorguitgaven stegen is het gemiddelde rendement echter wel gedaald. Tandartsen scoorden gemiddeld het laagste rendement (34%).

Daling rendement zorgpraktijken

De hoogste omzet werd behaald door tandartsen (28% van de totale opbrengst van zorgprestaties), huisartsen (25%), medisch specialisten (25%) en fysiotherapeuten (14%). Met maar liefst meer dan 60 procent werd het hoogste rendement behaald door oefentherapeuten. Tandartsen scoren hier met een rendement van 34 procent het laagst. Over het algemeen was een dalend rendement bij zorgpraktijken te zien.

Stijging omzet en zorguitgaven

Niet alleen de omzet van zorgpraktijken nam zwaar toe tussen 2005 en 2015, maar ook de zorguitgaven. Deze namen toe met 41 procent, waarmee de totale uitgaven stegen tot €94,9 miljard. 7 procent van dit bedrag betreft uitgaven voor tandartsen, huisartsen en fysiotherapeuten.

Bron:
CBS

Lees meer over: Financieel, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z
Schepen orthodontist zijn verkapte winstuitdeling

Schepen orthodontist zijn verkapte winstuitdeling

Een orthodontist die aandeelhouder in een werkmaatschappij was via zijn holding kocht in privé twee boten. Deze boten werden ingebracht in de werkmaatschappij zonder dat hier overeenkomsten van werden opgemaakt. Aangezien hierbij eerder persoonlijke dan zakelijke behoefte werden bevredigd was er sprake van een verkapte winstuitdeling, volgens de belastingdienst.

Verkapte winstuitdeling

Op het moment dat er geen zakelijk karakter te vinden is bij uitgaven mogen deze niet ten laste van de fiscale winst van een BV worden gebracht. De schepen die door de orthodontist werden gekocht werden daarom door de Belastingdienst gezien als verkapte winstuitdeling.

Motieven Belastingdienst

De Belastingdienst had verschillende motieven voor deze stelling. De schepen waren kapot op het moment dat deze werden opgegeven en werden betaald met liggelden in privé. Daarnaast waren de schepen al gedurende een aantal jaar in privé gebruikt en werd er geen, of een te lage, gebruiksvergoeding betaald door de directeur-grootaandeelhouder. Tot slot kon op geen enkele manier worden aangetoond dat de schepen voor zakelijk gebruik ingezet konden worden.

Het oordeel

De rechtbank Noord-Holland heeft naar aanleiding van de genoemde motieven besloten dat de uitgaven aan de schepen door de werkmaatschappij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke, en niet van de zakelijke, behoeften van de orthodontist. Om die reden is het beroep ongegrond verklaard in is de aanslag gehandhaafd.

Bron:
Taxence.nl
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Wat betekent het nieuwe regeerakkoord voor ondernemers in de mondzorg?

Als ondernemer gaat u zeker wat merken van de fiscale ambities van Rutte 3. De rechtsvorm waarin u onderneemt is daarbij van belang. Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan wordt uw winst belast met het tweetarievenstelsel. Bent u ondernemer in de BV, dan krijgt u te maken met een verlaging van de vennootschapsbelasting en een verhoging van de inkomstenbelasting over dividenden en verkoopwinst van aandelen van de BV. Wat betekent dit voor de rechtsvorm van uw onderneming?

Lager toptarief inkomstenbelasting

Ook al komt er geen grote belastingherziening zoals in 2001, toch gaat er wel veel veranderen. Vanaf 1 januari 2019 hebben we een ‘sociale vlaktaks’ met twee tarieven. Tot een inkomen in Box 1 van 68.600 euro betaalt u in 2019 als ondernemer een tarief van 36,93% en daarboven 49,5%. Het toptarief van 52% gaat dus omlaag. Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen.

Zelfstandigenaftrek minder waard

Bent u ondernemer met een inkomen in Box 1 boven de 68.600, dan is er ook een nadeel. De zelfstandigenaftrek wordt voor u minder waard. Aftrekposten in de inkomstenbelasting mogen uiteindelijk alleen tegen het tarief in de eerste schijf (36,93%) worden afgetrokken. Hier wordt in een aantal jaren naar toegewerkt, waarbij het aftrektarief steeds met 3% per jaar wordt verminderd.

BV betaalt minder vennootschapsbelasting

Nederland moet mee in de internationale trend van verlaging van de vennootschapsbelasting. Als MKB-ondernemer profiteert u daarvan mee. Vanaf 2020 gaat het vennootschapsbelastingtarief stapsgewijs omlaag.

Voorstel-tarief--vennootschapsbelasting
Ter vergelijking: uw BV betaalt nu 20% vennootschapsbelasting tot een winst van 200.000 euro en daarboven 25%. De verlenging van de eerste schijf van € 200.000 naar € 250.000 in 2018 gaat overigens niet door.

DGA betaalt meer belasting over winst uit zijn aandelen

Dividend en verkoopwinst op aandelen uit de BV wordt vanaf 2020 hoger belast. Nu betaalt u hierover 25% belasting. Het tarief in box 2 gaat in 2020 omhoog naar 27,3% en in 2021 naar 28,5%. De regering wil hiermee voorkomen dat de BV voor veel ondernemers aantrekkelijker wordt. Als u de vennootschapsbelasting in de BV (16%) en de inkomstenbelasting over de aandelen (23,94=28,5% x 84%) bij elkaar optelt, komt u op een belastingheffing van iets minder dan 40%. Dit is vergelijkbaar met de huidige gecombineerde heffing. De vennootschapsbelasting is jaarlijks verschuldigd over de winst. De inkomstenbelasting alleen bij verkoop van de aandelen of door een dividenduitkering. Het lagere tarief van de vennootschapsbelasting levert wel een liquiditeitsvoordeel op.

Als dit doorgaat dan is een dividenduitdeling nu veel goedkoper dan in 2020. Bij een dividend van 100.000 euro is je besparing 2.300 euro. U heeft nog even de tijd, want de verhoging is gepland voor 2020. Het loont de moeite dit plan van de nieuwe regering goed te blijven volgen.

Geen dividendbelasting meer

Ten slotte is nog een administratieve opsteker dat per 1 januari 2018 de dividendbelasting wordt afgeschaft. Dat scheelt papierwerk als je als DGA dividend uitkeert. Aandachtspunt is wel dat u beter niet kan vergeten een voorlopige aanslag inkomstenbelasting over het dividend aan te vragen, als je belastingrente wilt voorkomen.

BV ja/BV nee

Het toptarief in de inkomstenbelasting gaat in 2018 omlaag. De waarde van de zelfstandigenaftrek daalt de komende jaren. De vennootschapsbelasting gaat vanaf 2019 omlaag. Om een massale overstap naar de BV te voorkomen gaat het tarief in Box 2 omhoog. Het omslagpunt voor de BV zal naar verwachting door de daling van de waarde van de zelfstandigenaftrek iets in het voordeel van de BV opschuiven. De uiteindelijke keuze zal echter ook afhangen van de vormgeving van de heffingskortingen en de hoogte van het gebruikelijke loon.

Door: Lennert Bruil, senior klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs in Dodewaard.
Heeft u vragen, neemt u dan contact op met Lennert Bruil, telefoonnummer 088-2531750 of met een van de andere Alfa vestigingen.

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Rekening

Praktijkoverdracht: De fiscale kant

Door tijdig over de financiële kant van een praktijkoverdracht na te denken, kunnen de fiscale mogelijkheden zo goed mogelijk benut worden.

Verslag van de presentatie van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) over fiscale en financiële aspecten bij een praktijkoverdracht tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT.

Belastingen
Over de winst die bij verkoop van een tandartsenpraktijk wordt gemaakt, is belasting verschuldigd. Hoe betaal je nu zo min mogelijk belasting? Het is belangrijk om ruim van te voren over de overdracht na te denken; voor de belasting gelden termijnen van drie jaar. U kunt proberen om het inkomen dat u nu verdient naar de toekomst te verschuiven, zodat u er minder belasting over hoeft te betalen.

Bij de onderste belastingschijven is het belastingtarief met en zonder AOW anders. Als u uw inkomen kunt verschuiven en zo in de onderste schijven kunt terechtkomen, is dat gunstig. Als u echter AOW en pensioen ontvangt, is de onderste schijf al volledig benut.

Uw inkomen vooruitschuiven, blijkt in de praktijk niet veel op te leveren. Voor uw AOW-leeftijd wordt uw winstinkomen, na ondernemersaftrekken, tegen 45% belast. En met AOW ook, doordat u boven op de 40% belasting ook nog 5% zorgpremie moet betalen. Na ingang van uw AOW bedraagt de belastingdruk al snel meer dan 45%, zeker wanneer u rekening houdt met 5% zorgpremie.

Verkoop van een eenmanszaak
Bij de verkoop van een eenmanszaak betaalt de koper de koopprijs voor de goederen. Hij zet deze dan op de balans en kan deze in vijf of tien jaar afschrijven. Over de winst is de verkoper inkomstenbelasting verschuldigd.

Verkoop door een BV
Bij verkoop van de goederen door een BV aan een derde betaalt de vennootschap zelf belasting over de winst bij verkoop. U kunt hierbij zelf bepalen welk bedrag in de BV blijft en wanneer u de winst door de vennootschap laat uitbetalen in de vorm van dividend.

Verkoop aandelen van een B.V.
In dit geval koopt de kopende partij de aandelen en niet de goederen. De koper koopt dan alle rechten en plichten die door de vennootschap zijn aangegaan, inclusief de ‘lijken in de kast’. Een koper zal dus niet graag een vennootschap kopen.

Overdracht van een gehuurde praktijkruimte
Als de praktijkruimte niet in eigen bezit is, maar wordt gehuurd, dan zal bij verkoop van de praktijk contact opgenomen moeten worden met de verhuurder. Wil de verhuurder de ruimte onder dezelfde condities verhuren aan de kopende partij? Dan is een zogenaamde indeplaatsstelling nodig. Bij een vennootschap gaat de huur gewoon door. De vennootschap is namelijk huurder, niet een persoon.

Anticiperen op praktijkoverdracht
Een praktijkoverdracht vraagt een ruime voorbereidingstijd – het liefste minimaal drie jaar. U moet alle contracten in beeld hebben en de consequenties ervan kunnen overzien. Het gaat dan bijvoorbeeld over leveranciers, de telefoon en de website. Ook arbeidscontracten zijn erg belangrijk. Als ze niet meer kloppen – bijvoorbeeld als het aantal uur dat iemand feitelijk werkt niet overeenkomt met de aanstelling – moeten ze tijdig aangepast worden.

Als u een maatschap met uw echtgenoot heeft: wat staat er in het contract over winstverdeling bij verkoop en moet dit nog aangepast worden? Als u nog een BV wilt oprichten, om zelf het moment van winstuitbetaling te kunnen bepalen, moet u daarna nog drie jaar doorgaan. Ook als u uw praktijk wilt overdragen aan een medewerker, geldt een voortgangstermijn van drie jaar.

Als u pensioen hebt opgebouwd, kunt u die (waarschijnlijk) afkopen (deze regeling is nog niet definitief), gewoon laten doorgaan of omzetten in een oudedagsvoorziening.

Onroerend goed moet u laten taxeren. Zorg dat het pand goed in orde is, etc.

Oudedagsvoorzieningen
Er zijn verschillende vormen van oudedagsvoorzieningen: het al eerder genoemde pensioen, lijfrente, banksparen en vermogen.
Een lijfrente houdt op bij het overlijden. U kunt verlies bij voortijdig overlijden afdekken d.m.v. en overlijdensrisicoverzekering. Bij lijfrente in de vorm van banksparen wordt het ingelegde geld altijd uitbetaald; bij overlijden gaat het naar de partner of erfgenamen. De belastingdruk die u over uw vermogen betaalt, is vanaf 1 januari 2017 afhankelijk van de hoogte van uw vermogen.

Overige tips
Bekijk bij de praktijkoverdracht ook tijdig de privécontracten. Het kan daarbij gaan om de huwelijkse voorwaarden, een samenlevingscontract, een testament of een levenstestament.

Bedenk bij alle keuzes wat u zelf wilt. Wilt u gelijk de opbrengt bij verkoop ontvangen of wilt u het juist later uitgekeerd krijgen?

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) tijdens het seminar praktijkoverdracht van de KNMT.

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen
Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Een tandarts die in het bezit was van een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) van 2005 t/m 2009 en in 2011 en 2012, heeft op 27 juni 2005 een “Overeenkomst van praktijkmedewerking met premieplicht” gesloten. Na een boekenonderzoek werd door een inspecteur van de belastingdienst geconcludeerd dat de aangifte IB/PVV van de tandarts over 2010 moet worden gecorrigeerd omdat er in die periode geen sprake zou zijn geweest van ondernemerschap.

Hoger beroep
Het beroep van de tandarts werd vervolgens als gegrond verklaard, en de rechtbank besloot dat voor de inkomstenbelasting een VAR-wuo was afgegeven waarmee vertrouwen ontleend zou kunnen worden dat ook in 2010 tandartswerkzaamheden werden uitgevoerd en dus een onderneming werd gevoerd. Als antwoord hierop ging de inspecteur in hoger beroep.

Eigen risico van de inspecteur
Uiteindelijk heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden besloten dat dit hoger beroep ongegrond is. De reden hiervoor was dat een VAR alleen mag worden afgegeven als een inspecteur besluit dat de juiste informatie aanwezig is. De inspecteur heeft dit voor het jaar 2010 gedaan zonder het aanvraagformulier te raadplegen, ervan uitgaande dat de eerder verstrekte informatie ook dit jaar geldig zou zijn. De gevolgen hiervan horen  op de rekening van de inspecteur te komen te staan, aangezien deze hiermee een onjuiste VAR heeft afgegeven. Bovendien is het niet feitelijk aangetoond dat de situatie in 2010 afweek van de jaren daarvoor.

Bron:
Rechtspraak.nl 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

Tijdens een congres sprak ik in de pauze een aantal tandartsmedewerkers die al langer rondliepen met plannen om een eigen praktijk te beginnen. Verder dan plannen maken waren ze nog niet gekomen. Waarom hadden ze de volgende stap nog niet gezet?

Samengevat kwam het neer op een soort van koudwatervrees. Er kwamen zoveel zaken tegelijk op deze praktijkhouders in spé af dat ze door de bomen het bos niet meer zagen en bleven hangen in hun gedachten. Dit is toch zonde. Door de vergrijzing in tandheelkundig Nederland komen er zoveel mooie praktijken op de markt waar jonge tandartsen een eigentijdse invulling aan kunnen gaan geven. Jouw eigen visie op zorg gecombineerd met ondernemerschap in een uitdagend zorglandschap. Met een beetje structuur en wat handvatten is dit prima te realiseren. Hieronder een aantal tips.

Tip 1: Weet wat voor soort ondernemer je bent
Er is geen eensluidende definitie te geven wat een goede en succesvolle ondernemer maakt. Natuurlijk, naast tandheelkundige zaken zal je ook te maken krijgen met andere aspecten van het ondernemerschap. Denk aan het beoordelen van personeel of het onderhandelen over de inkoopprijs van materialen. Wees bewust van de kwaliteiten die je hebt en verbeter je minder goed ontwikkelde punten. Hoe? Maak een Persoonlijke Profiel Analyse test. Deze geeft inzicht in jouw persoonlijkheid. Handig om te weten en komt goed van pas bij jouw verdere persoonlijke ontwikkeling.

Tip 2: Maak een stappenplan
Zoals je weet komt er enorm veel kijken bij de overname of start van jouw eigen praktijk. Bewaar het overzicht en ga systematisch te werk. Maak een stappenplan zodat je fase voor fase kunt afwikkelen. Zo hou je het overzicht in het proces, zie je niets over het hoofd en heb je grip op zaken. Een bijkomend voordeel, dat ik in de praktijk heb ervaren, is dat tandartsen aangeven hierdoor meer inzicht te hebben in de diverse afwegingen die ze moeten maken en dus betere beslissingen kunnen nemen.

Tip 3: Besteed bepaalde werkzaamheden uit
Verreweg de meeste tandartsen die een praktijk overnemen of starten doen dit één keer in hun leven. Tijdens je opleiding wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Haal het optimale uit jouw praktijkstart en schakel een deskundige in. Iemand die cijfers inzichtelijk voor je maakt, helpt met onderhandelingen en de benodigde contracten kan opstellen. Jij kunt je dan focussen op andere belangrijke zaken zoals de inrichting en vormgeving van de praktijk.

Tip 4: Periodieke controle
Wat vandaag het beste is kan morgen al verouderd zijn. Misschien een open deur maar dit gaat ook op als je eenmaal gestart bent met jouw eigen praktijk. Wet- en regelgeving zijn niet statisch. Is mijn praktijkvoering nog up-to-date? Hoe kan ik het beste gaan samenwerken met een collega tandarts? Hoe verloopt de samenwerking met het personeel? Zijn de financiën op orde? Allemaal zaken die van tijd tot tijd aandacht verdienen. Neem de tijd om deze en andere zaken periodiek op een rijtje te zetten. Blijf de architect van jouw eigen praktijk.

Door: Frank Brusche, Bedrijfskundig adviseur VvAA

Lees ook: Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

Advertorial

Dental Management Toolkit: Protocollen, video’s en tips

Dental Management Toolkit: Online protocollen, video's en tips

Het management van een praktijk vraagt net zo veel passie en gedrevenheid als de uitoefening van uw vak als tandarts of mondhygiënist. Voor veel praktijken is het een uitdaging om het praktijkmanagement – het ‘smeermiddel’ binnen een praktijk – net zo goed uit te voeren als de zorgverlening aan de patiënt. De Dental Management Toolkit helpt u hierbij met protocollen, video’s en tips. Lees meer over Dental Management Toolkit

 

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Praktijkinrichting
wet DBA

Handhaving wet DBA verder uitgesteld

Opnieuw is handhaving van de wet DBA uitgesteld. Eerder gebeurde dit al tot 1 januari 2018, maar nu is besloten om in ieder geval tot 1 juli 2018 geen naheffingen en boetes op te leggen aan opdrachtgevers en zzp’ers.

Aanpassen aan praktijk
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) die sinds 1 mei 2016 de VAR vervangt, bleek al eerder veel onduidelijkheid op te roepen. Het nog te vormen kabinet zal moeten bekijken hoe de wet beter aangepast kan worden aan de praktijk. Ook moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd krijgen om hun werkwijze zo nodig aan te passen.

Geen naheffingen en boetes
Opdrachtgevers en zzp’ers hoeven in ieder geval tot 1 juli 2018 niet bang te zijn voor naheffingen en boetes. Zolang er geen sprake is van kwaadwillendheid, zal de belastingdienst deze niet opleggen als er toch sprake blijkt te zijn van een dienstverband.

Bron:
Belastingdienst

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
Handhaving

Handhaving wet DBA opgeschort tot 1 januari 2018

De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), die sinds 1 mei 2016 de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) vervangt, zal voorlopig niet door de Belastingsdienst gehandhaafd worden. Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft aan de Tweede Kamer beloofd deze zomer nog een toelichting hierop te geven.

Handhaving uitgesteld
De VAR is op 1 mei 2016 vervangen door de wet DBA. De nieuwe wet is echter onderhevig aan kritiek, omdat deze veel onduidelijkheid oproept. Handhaving van de nieuwe wet door de Belastingdienst is nu in ieder geval tot 1 januari 2018 uitgesteld, zodat er tijd ontstaat om helderheid te verschaffen over bepaalde onderwerpen. Vooral de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’ zullen duidelijker gedefinieerd worden.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Wiebes dat opdrachtgevers en opdrachtnemers zo ook de tijd krijgen om zich aan te passen.

Kwaadwillenden
‘Kwaadwillenden’ hebben nog wel wat te vrezen. Voor hen blijft handhaving van de Belastingdienst van toepassing. Dit geldt volgens Wiebes op het ogenblik voor tien opdrachtgevers. Bij een aantal van hen was er in de ‘VAR-periode’ feitelijk sprake van een dienstverband tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Door de vrijwarende werking van de VAR kon de Belastingdienst toen niet ingrijpen. De Belastingdienst zoekt nu uit of de situatie bij deze opdrachtgevers nog hetzelfde is en of zij voldoen aan de definitie van ‘kwaadwillende’. Het gaat hierbij zowel om opdrachtgevers met maar een paar opdrachtnemers als om opdrachtgevers met veel opdrachtnemers.

Modelovereenkomsten
In het kader van de DBA moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers hun arbeidsrelatie in een overeenkomst vastleggen. Modelovereenkomsten kunnen nog steeds ter beoordeling aan de Belastingdienst worden voorgelegd. Volgens Wiebes is het aantal overeenkomsten dat nog wacht op beoordeling door de Belastingdienst inmiddels afgenomen.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Dentistry heeft begin maart voor de tweede keer een tandheelkundig politiek debat georganiseerd. Een van de onderwerpen was dit keer de Brexit. Wat zullen de gevolgen voor Britse tandartsen zijn als Groot-Brittannië de Europese Unie gaat verlaten?

Deelnemers
De onderhandelingen over de uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie gaan beginnen. Aan een panel werd gevraagd in hoeverre de Brexit de mondzorg zal kunnen beïnvloeden.

Dit panel bestond uit de volgende deskundigen, namelijk: Henrik Overgaard-Nielsen, voorzitter General Dental Practice Comittee van British Dental Association (BDA); Eddie Crouch, vicevoorzitter Principal Executive Committee van BDA; Eddie Coyle, hoofd klinische operaties van Oasis Dental Care; John Milne, senior nationaal tandheelkundig adviseur bij de Care Quality Commission; Neel Kothari, praktijkeigenaar en Michael Watson, columnist van Denistry. Het debat werd geleid door Dentistry-redacteur Julian Engels.

Personele gevolgen
Als eerste ging het over de personele gevolgen. Zal er een massale uittocht op gang komen van tandartsen die hier vanuit Europa werken? Het panel benadrukt de onzekerheid over dit onderwerp. Het is onduidelijk wat de vooruitzichten zijn en hoe bijvoorbeeld de koers van de pond zich gaat ontwikkelen. Vooral over het lot van de tandartsen uit de EU die in het Verenigd Koninkrijk werken en wonen is het panel bezorgd. John Milne: “Ik denk dat mensen zekerheid moet worden gegeven dat ze hier een toekomst hebben en dat ze van harte welkom zijn om hun vak uit te oefenen. Ik weet zeker dat velen van hen uitstekend werk leveren.”
Eddie Crouch zei hierover:

“Een regering zou helemaal gek zijn om alle mensen die een dienst leveren er uit te gooien – dat gaan ze nooit doen.”

Materiaalkosten
Een ander onderwerp was materiaalkosten. Aan het panel werd gevraagd of zij al een stijging van materiaalkosten hadden bemerkt nadat er voor de Brexit gestemd is. Eddie Quole: “Een belangrijke leverancier heeft de hogere kosten met name door de koerswisseling van de euro nog niet doorgerekend, maar dit gaat nu wel een grote invloed krijgen.”

CE-markering
Neel Kothari vraagt zich af wat de status van de CE-markering is na uittreding uit de EU. Op dit moment bepaalt de CE-markering of een product voldoet aan de gezondheids-, veiligheids- en milieuvoorschriften. Zal dit invloed hebben op de prijs van de producten? “Op dit moment moet alles wat aan de Britse markt geleverd wordt, voorzien zijn van een CE-markering en dat drijft veel prijzen op. Deze producten worden heel duur in vergelijking met wat andere landen betalen. Als we niet meer gebonden zijn aan de CE-markering, kunnen we handel drijven met andere landen zoals Brazilië.”
Kwaliteitsmeting
Volgens John Milne zal de kwaliteit van producten op een andere manier gemeten gaan worden.

Wellicht komt er een wet die het Europese recht zal terugbrengen naar het Engelse recht.

“Het kan zijn dat dezelfde kwaliteitsnormen als nu blijven gelden. Ik denk dat het een complexe materie is en ik ben er niet zeker van dat er zo gedereguleerd gaat worden als sommigen hopen.”

Bron:
Dentistry.co.uk

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

De financiële gezondheid van een praktijk is tegenwoordig niet langer vanzelfsprekend. Hoe presteert uw praktijk? Is er in uw praktijk managementinformatie beschikbaar?

Om uw praktijk financieel gezond te houden is het belangrijk om een goed inzicht te krijgen in hoe uw praktijk presteert. Met managementinformatie scheidt u de feiten van het gevoel over de praktijkresultaten.

De video behandelt de volgende documenten uit de Dental Management Toolkit:

– Management informatie (financieel)
– Management informatie (praktijk)
– Voorbeeld procesindicatoren

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor praktijkmanagement en organisatie.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
belasting

Top 10 belangrijkste belastingwijzigingen 2017

Het nieuwe jaar gaat traditiegetrouw gepaard met de nodige veranderingen op belastinggebied. Bestaande regels wijzigen en nieuwe regels treden in werking.

Voor de ondernemer

  1.  Auto van de zaak
    Overweegt u een nieuwe auto van de zaak waarmee u ook privé rijdt, houd dan rekening met de nieuwe bijtellingspercentages. Voortaan zijn er nog maar twee bijtellingscategorieën. Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gr/km (volledig elektrische auto’s) geldt een bijtelling van 4% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor alle overige auto’s geldt een bijtelling van 22%. Er geldt overgangsrecht voor auto’s die vóór 1 januari 2017 op kenteken zijn gesteld.
  1. Energie-investeringsaftrek
    Het percentage van de Energie-investeringsaftrek (EIA) is omlaag gegaan van 58,0% (2016) naar 55,5% (2017). U komt voor de EIA in aanmerking als u investeert in een bedrijfsmiddel dat staat vermeld op de Energielijst 2017. Het investeringsbedrag moet meer zijn dan € 2.500 en u moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van uw investeringsverplichting aanmelden bij RVO.nl.
  1. Innovatiebox vennootschapsbelasting
    De innovatiebox in de vennootschapsbelasting is aangepast. Zo dienen alle bedrijven voor toegang tot de innovatiebox te beschikken over een S&O-verklaring (Speur- en Ontwikkelingswerk).
  1. Gemengde kosten
    Het aftrekpercentage voor gemengde kosten (zoals kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen) is omhooggegaan van 73,5% (2016) naar 80%. Die verhoging geldt echter niet voor ondernemers in de vennootschapsbelasting.

Voor de dga

  1. Pensioen in eigen beheer
    Dga’s moeten rekening houden met de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Dat wetsvoorstel is weliswaar – op verzoek van de staatssecretaris – door de Eerste Kamer aangehouden, maar de verwachting is dat het voorstel op korte termijn alsnog wordt aangenomen.

In verband met die afschaffing zal de dga vanaf dit jaar moeten kiezen tussen drie manieren om het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer af te wikkelen:

  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar de fiscale waarde gevolgd door afkoop met een korting en zonder revisierente;
  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar de fiscale waarde gevolgd door omzetting in een oudedagsverplichting (ODV);
  • Het ongewijzigd afwikkelen van het bestaande pensioen in eigen beheer.

Afkopen kan in 2017, 2018 en 2019, tegen een jaarlijks dalende korting: van 34,5% in 2017, naar 25% in 2018, tot 19,5% in 2019. De korting wordt toegepast op de fiscale waarde per 31 december 2015. Het verschil tussen de fiscale waarde per afkoopdatum en per 31 december 2015 wordt volledig belast. Bij afkoop in 2017, 2018 of 2019 bent u geen revisierente verschuldigd.

Ook omzetten in een oudedagsverplichting kan in de jaren 2017, 2018 en 2019. Zet u het opgebouwde pensioen in eigen beheer om in een oudedagsverplichting en wilt u vervolgens alsnog afkopen? Dan is dit in de jaren tot en met 2019 nog mogelijk met de korting en zonder revisierente.

Voor de keuze is een goede afweging nodig. Ook is niet elke keuze altijd mogelijk, bijvoorbeeld omdat liquide middelen voor afrekening met de Belastingdienst ontbreken of omdat de instemming van een ex-partner nodig is.

  1. Normbedrag gebruikelijk loon
    Het normbedrag voor het gebruikelijk loon is verhoogd van € 44.000 (2016) naar € 45.000. Bent u dga van een innovatieve startup dan geldt een lagere loonverplichting. Uw loon mag voor toepassing van de gebruikelijk-loonregeling worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon.

 Voor de werkgever

  1. Geen inhouding of verrekening minimumloon
    U mag voortaan geen bedragen meer inhouden of verrekenen met het minimumloon. Dit inhoudingsverbod geldt niet voor huisvestingskosten en de kosten voor een zorgverzekering. Onder voorwaarden en met de nodige begrenzingen mag u dergelijke kosten nog wel inhouden op het minimumloon.
  1. Lage-inkomensvoordeel
    Met ingang van 1 januari 2017 is er voor werkgevers een nieuwe jaarlijkse tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers met een laag loon: het lage-inkomensvoordeel. Dit voordeel kan oplopen tot maximaal € 2.000 per jaar per werknemer.

 Voor de particulier

  1. Eenmalige schenkvrijstelling
    De eenmalige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is verhoogd naar € 100.000. De beperking dat de schenking moet zijn gedaan van een ouder aan een kind is vervallen. De begunstigde moet nog wel tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Uiteraard moet het geschonken bedrag worden gebruikt voor de eigen woning.
  1. Ander uiterlijk Box 3
    Box 3 heeft een ander uiterlijk gekregen. Het vaste forfaitaire rendement van 4% heeft plaatsgemaakt voor drie vermogensschijven en per schijf jaarlijks veranderende forfaitaire rendementspercentages. Het heffingsvrije vermogen is verhoogd naar € 25.000 per persoon. In schema ziet box 3 er als volgt uit:
Vermogensschijf Vermogen na aftrek heffingsvrij vermogen Forfaitair rendementspercentage
1 Minder of gelijk aan € 75.000 2,87%
2 Meer dan € 75.000 en minder of gelijk aan € 975.000 4,60%
3 Meer dan € 975.000 5,39%

Door: Lennert Bruil, senior klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs in Dodewaard.
Heeft u vragen, neemt u dan contact op met Lennert Bruil, telefoonnummer 088-2531750 of met een van de andere Alfa vestigingen.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
belastingtarieven

Wijzigingen belastingtarieven per 1 januari 2017

Op 20 december 2016 is het Belastingplan 2017 aangenomen door de Eerste Kamer. Een overzicht van de wijziging in de belastingtarieven per 1 januari 2017.

Eindejaarsbericht
Het ministerie van Financiën heeft een eindejaarsbericht opgesteld met daarin de belangrijkste (cijfermatige) wijzigingen van de rijksbelastingen ter ingang van het nieuwe jaar. Zo zullen uitgaven voor specifieke zorgkosten slechts in aanmerking komen voor aftrek op het moment dat deze boven een inkomensdrempel van €7.586 komen. Dit is €23 hoger dan afgelopen jaar.

Het complete eindejaarsbericht kan gevonden worden in deze pdf.

Bron: Rijksoverheid

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Wijziging tarieven 2017

De Nederlandse zorgautoriteit (NZa) heeft de maximale tandheelkundige tarieven voor 2017 vastgesteld. De wijzigingen in de nieuwe beleidsregels zijn in overleg met de bracheorganisaties tot aangebracht, dat duidt de NZa aan in de begeleidende brief.

De ANT geeft echter te kennen dat ondanks dat er overleg heeft plaatsgevonden, dit niet betekent dat zij met alle wijzigingen van de NZa akkoord is gegaan. De ANT geeft aan dat niet al hun belangrijke wijzigingsvoorstellen zijn aangenomen, zoals de keuzemogelijkheid voor innovatieve tandheelkunde die duidelijk niet leverbaar is met de huidige op gemiddelden gebaseerde tarieven voor de consument.

Indexaties
De NZa heeft de tarieven van 2016 geïndexeerd voor januari tot en met december 2017. De indexaties voor de algemene mondzorg kwamen neer op 1,77%, voor implantologie op 2,14% en voor orthodontie op 1,83%. De nieuwe tarieven gaan per 1 januari 2017 in.

Bron:

NZa en ANT

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
spiegelinformatie

Spiegelinformatie voor tandartsen als pilot

Het Zilveren Kruis heeft 100 tandartsen voorzien met spiegelinformatie, bij wijze van een pilot. Aan de hand van deze spiegelinformatie kunnen tandartsen hun declaratiegedrag vergelijken met dat van andere praktijken.

Gekozen tandartsen
Onder de 100 tandartsen die de spiegelinformatie hebben ontvangen bevinden zich de 50 praktijken die het meest gedeclareerd hebben, en de 50 praktijken die dit het minst hebben gedaan. De ervaringen van deze praktijken zullen gaan worden gebruikt om de spiegelinformatie verder te ontwikkelen.

Verdere ontwikkeling
Al eerder hebben de KNMT en het Zilveren Kruis overlegt over de eventuele mogelijkheden en vervolgstappen binnen de ontwikkeling van spiegelinformatie.

Bron:  ANT & KNMT

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Samenwerkingsvormen voor tandartsen

De ANT heeft in samenwerking met advocatenkantoor KBS een overzicht gemaakt van mogelijke samenwerkingsvormen in de mondzorg. De beroepsvereniging wil daarmee de twijfels en vragen onder tandartsen over de wet DBA wegnemen.

Sinds de invoering van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) stromen de vragen van praktijkhouders en tandartsen zonder praktijk binnen bij de beroepsvereniging. Voor veel leden is het immers niet meer duidelijk wat nu de beste, wettelijke toegestane samenwerkingsvorm is zonder het risico op verlies ondernemerschap, boetes en naheffingen.

Uitstel, geen afstel
Ook in andere branches heeft de wet DBA veel onrust gecreëerd. Genoeg reden voor staatssecretaris Wiebes van Financiën om handhaving van de Wet DBA uit te stellen tot 1 januari 2018. Opschorting betekent echter alleen dat tandartsen en praktijkhouders langer de tijd hebben om hun contractuele relatie in orde te maken. Van afstel is geen sprake; ze zullen alsnog op zoek moeten naar de beste samenwerkingsvorm.

Met de Notitie Samenwerkingsvormen, opgesteld in samenwerking met advocatenkantoor KBS, wil de ANT inzicht geven in de voor- en nadelen van de verschillende samenwerkingsvormen, zoals een maatschap, overeenkomst van opdracht met een zzp’er, een arbeidsovereenkomst en een zzp-maatschap.

Ondernemerscheck
Na een recente gerechtelijke uitspraak zijn er ook veel vragen gekomen over het feit of een tandarts zzp’er met één opdrachtgever wel gezien kan worden als een ondernemer. De belastingdienst heeft voor dit soort vragen een handige checklist ontwikkeld. Uit de checklist volgt dat indien aan alle andere voorwaarden wordt voldaan, een zzp’er met geringe investeringen en één opdrachtgever ook gezien wordt als ondernemer.

Zzp-maatschap
De laatste, de zzp-maatschap, is een slimme, relatief nieuwe samenwerkingsvariant tussen een praktijkhouder met een tandheelkundig bedrijf van tandartsen. Tandartsen zonder eigen praktijk vormen gezamenlijk een maatschap, met als doel het voor gezamenlijk rekening en risico verrichten van tandheelkundige diensten in opdracht van tandartsen. De maatschap wordt door de praktijkhouder gecontracteerd voor het uitvoeren van tandheelkundige behandelingen bij patiënten van de praktijkhouder. De maatschap mag zelf bepalen welke tandarts de behandelingen namens de maatschap verricht. Ook de verantwoordelijkheid voor het juist uitvoeren van de opdracht rust bij de maatschap. De vergoeding die de maatschap ontvangt, is veelal gebaseerd op een percentage van de omzet en de maatschap verdeelt de omzet onderling volgens een afgesproken verdeelsleutel.

Bron:
ANT

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Personeel, ZZP-er
werkkostenregeling fiets van de zaak

Werkkostenregeling: een fiets van de zaak

Bewegen heeft een positief effect op het zelfvertrouwen en op de werkprestaties. De Werkkostenregeling biedt de werkgever daarom een aantal mogelijkheden om de werknemer te stimuleren om met de fiets naar het werk te komen. Deze regeling is in 2015 verplicht gesteld en per 1 januari 2016 aangescherpt.

Werkkostenregeling
Het bekende Nationale Fietsplan valt onder de Werkkostenregeling (WKR). Als werkgever mag u 1,2 procent van de totale  fiscale loonsom gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel. Waaronder dus een fiets van de zaak.

Fiscale ruimte
In de regelgeving van de WKR vergoedt de werkgever belastingvrij het aankoopbedrag van de fiets vanuit het forfait. De forfaitaire ruimte bestaat uit 1.2 procent van de totale fiscale loonsom van een organisatie. Daarnaast wordt er geen maximaal bedrag van een nieuwe fiets gehandhaafd en zijn er geen verdere voorwaarden aan verbonden betreft het gebruik van de fiets voor de werknemer. Een werkgever kan er ook voor kiezen om de kosten van bijvoorbeeld 10 fietsen onder 1 boeking te laten vallen in de vrije ruimte van 1,2 procent. Op deze manier wordt het hele bedrag in 1 keer geboekt als eindheffingsloon in de financiële administratie.

Gebruikelijkheidstoets
Een fiets kan dus worden verstrekt zonder aanvullende eisen. Wel geldt de gebruikelijkheidstoets. Dit houdt in dat het aanwijzen van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon niet meer dan 30 procent mag afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. De belasting beschouwt de vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar als gebruikelijk.

Cafetariaregeling
De werknemer kan er ook nog steeds voor kiezen om belast loon in te zetten in een onbelaste vergoeding of verstrekking voor bijvoorbeeld een fiets. Het cafetariasysteem is ingebed in de regelgeving van de WKR, dus de waarde van de uitruil gaat dan wel ten koste van de vrije ruimte van de WKR.

Renteloze lening
Binnen de WKR bestaat de optie om de niet uitgekeerde reiskosten te gebruiken voor het aflossen van een renteloze personeelslening, waarmee een fiets kan worden aangeschaft. Dit gaat buiten het forfait van de WKR om. De werknemer kan dan gedurende een periode van bijvoorbeeld drie jaar via zijn vergoeding woon-werkverkeer de fiets terugbetalen.

Bronnen:
bc.nl
cnvvakmensen.nl

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
praktijkkosten

Inzicht in uw praktijkkosten

Zijn mijn kosten niet te hoog? Hoe kan ik de kosten beter beheersen? Zomaar wat vragen over de bedrijfsvoering waar iedere praktijk mee te maken heeft. Zonder inzicht in uw cijfers, heeft u geen onderneming.

Kostencategorieën
De totale praktijkkosten kunnen worden onderverdeeld in een aantal kostencategorieën. De belangrijkste categorieën zijn de materiaal- en techniekkosten en personeelskosten. Andere kostensoorten zijn afschrijvingen, huisvestingskosten, algemene kosten en de financieringslasten. Het is belangrijk hierbij onderscheid te maken in vaste en variabele kosten.

De materiaal- en techniekkosten kunnen worden onderverdeeld in techniekkosten in eigen beheer, ingekochte techniekkosten en kosten materiaal. De personeelskosten zijn onder te verdelen in lonen en salarissen, kosten van waarneming en de kosten van inhuur van ZZP-ers.

Kostenstructuur
Het is van belang om periodiek uw kostenstructuur te beoordelen. Hoe flexibel bent u qua kosten? Met andere woorden kunt u uw kosten eenvoudig aanpassen? Kunt u bijvoorbeeld uw personeelsbestand wijzigen als dit nodig mocht zijn? U kunt uw cijfers periodiek monitoren aan de hand van een gesprek met uw accountant, maar u kunt dit ook zelf doen aan de hand van speciaal ontwikkelde tools. Hierdoor hebt u 24/7 inzicht in uw financiële cijfers en kunt u bijsturen waar nodig. Het is uiteindelijk de bedoeling dat u de kostprijs van uw praktijk in beeld hebt.

Beoordelen
U kunt de kostenstructuur beoordelen door uw cijfers te vergelijken met een voorgaande periode, bijvoorbeeld vorige maand, vorig kwartaal of vorig jaar. Aan de hand van budgetten kunt u uw verdiensten zo hoog mogelijk houden, maar ook uw kosten beperken (kostenbeheersing). En door te budgetteren wordt u gedwongen na te denken over uw kosten en de eventuele vervolgacties hieromtrent.

Periodiek
Om inzicht te krijgen in uw kosten is het van wezenlijk belang dat u een goed bijgehouden administratie heeft. Dit houdt niet in dat u de administratie een keer per jaar bijwerkt, maar periodiek. Bij voorkeur wekelijks, maar in ieder geval maandelijks. Alleen dan hebt u snel de beschikking over uw omzet, kosten en resultaten van uw onderneming. Hierdoor kunt u snel inspelen op ontwikkelingen en waar nodig bijsturen.

Door uw cijfers te vergelijken met andere praktijken (benchmark) krijgt u eveneens inzicht in onder andere uw kosten, maar dan vooral hoe deze kosten zich verhouden tot die van uw collega’s.

Door: Lennert Bruil

Senior klantbeheerder, Alfa Accountants en Adviseurs Dodewaard

Voor de monitoring van uw omzet en kosten heeft Alfa Accountants en Adviseurs het Alfa Management Paneel (AMP). Met deze tool kunt u uw bedrijfsvoering optimaliseren. Voor elk type bedrijf in het midden- en kleinbedrijf voorziet AMP in uw behoefte aan meer inzicht: 24/7, veilig en in de Cloud. Zo bent u altijd op de hoogte van de cijfers van uw praktijk.

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen