De juiste positie van de patiënt

tandarts - stoel

Het is essentieel voor de behandelaar om een juiste werkhouding aan te nemen. Dit zorgt ervoor dat er op een gezonde manier gewerkt wordt. De houding en comfort van de patiënt zijn ook van belang, maar de positie van de tandarts staat centraal. De patiënt kan de ongemakken in de stoel tijdens de behandeling accepteren wanneer er over wordt gecommuniceerd en redenen worden benoemd voor het juist zitten van de tandarts.

De patiënt

Om een liggende patiënt te behandelen en daarbij een juiste houding aan te nemen als behandelaar is vooral de houding van het hoofd belangrijk. Wanneer er four-handed wordt gewerkt, is het uitgangspunt dat de lijn tussen het hoofd en de voeten van de patiënt evenwijdig loopt aan de vloer. Verder worden er instructies gegeven over de positionering van het hoofd voor behandeling in de boven- of onderkaak, maar deze zijn vooral gericht op het comfort van de patiënt.
Bij behandeling in de onderkaak is het van belang dat de kin op de borst wordt geplaatst door de patiënt. In vele gevallen wordt dit niet voldoende gedaan, maar wordt juist de rugleuning van de stoel aangepast. Het gevolg hiervan is dat het hoofd van de patiënt vaak te hoog is, de mond is te ver naar voren gericht, de benen van de behandelaar hebben weinig ruimte door de scheve rugleuning, de behandelaar moet zijn armen en schouders opheffen en de linkerarm moet als een knuffel om de hoofdsteun worden gebogen. Hierdoor is de houding van de tandarts gefixeerd en wordt er geen gezonde werkhouding aangenomen.

Symmetrische werkhouding

De ideale werkhouding van de behandelaar is wanneer de behandelaar rechtop zit en de mond van een horizontaal liggende patiënt symmetrisch ongeveer 20 cm voor de patiënt uitsteekt. De oog-tot-object afstand is idealiter 35 tot 40 cm. Het werkgebied moet worden weergegeven door het hoofd van de patiënt zo te positioneren dat het hoofd loodrecht staat. Dit zorgt ervoor dat beide ogen van de behandelaar een gelijkmatig zicht hebben op het werkgebied.

Pas het hoofd van de patiënt aan

Het hoofd van de patiënt kan in drie richtingen worden bewogen; naar voren of achteren, zijdelings naar links of rechts en om de lengteas naar links of rechts. Een hoofd- of schouderkussen kan helpen om de nek van de patiënt te ondersteunen tijdens de behandeling.

Bron:
ZM online

 

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z