Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Esthetiek gaat in op de kleine details. Implantaten moeten daarbij eenzelfde niveau halen als de originele elementen. Erg lastig, aangezien bij natuurlijke elementen de gingiva bijna verkleeft met de elementen. Welke factoren spelen er mee?

‘Avoiding aesthetic failures preventing soft tissue complications around teeth and implants’

Breed kijken bij diagnose

De eerste stap voor een goed eindresultaat is om breed te kijken naar het probleem van de patiënt en niet direct in te zoomen op de details. De witte en roze esthetiek moet in harmonie zijn. Daarvoor is een goede diagnose van belang, maar ook het juiste volume van de harde en zachte weefsels.

Waarom is roze esthetiek zo belangrijk? Waarom is een bepaald volume aan weefsel nodig?

Allereerst is de stabiliteit van het weefsel op zichzelf belangrijk. Er moet een bepaalde ratio zijn van de afstand van de zachte weefsels ten opzichte van implantaten. Daarnaast geldt dat hoe dikker de weefsels aan de buccale zijde van het implantaat zijn, hoe kleiner het risico op recessies op de lange termijn. Dit geldt ook voor natuurlijke elementen, waarbij bij een dun biotype gingiva de kans op weefselveranderingen en het ontstaan van recessies groter is dan bij een dik biotype gingiva. Daarnaast is het doorschijnen van weefsels van belang. Wanneer er een implantaat of donkere wortel aanwezig is, kan dit doorschemeren. Zodra er meer dan drie milimeter zacht weefsel aanwezig is, maakt het niet meer uit welke kleur de ondergrond heeft.

Als laatste is het schaduweffect belangrijk. Dit komt oorspronkelijk uit de fotografie en gaat uit van het effect dat er met minder licht grijze zones rond brugpontics of implantaten ontstaat. Dit wordt veroorzaakt door de concaviteit en de schaduw die hierdoor ontstaat. Deze geeft een grijze schemering. Het is van belang dat bij kijken van lateraal geen concaviteit zichtbaar is, omdat dit effect dan niet optreedt.

Oorzaken gingivarecessies

De oorzaken van gingiva recessies zijn altijd multi-factorieel, maar vaak is een dun biotype gingiva een onderliggende oorzaak.

De oplossing hiervoor is een bindweefseltransplantaat uit het palatum of de tuber wat verplaatst wordt naar de recessie. Veel patiënten hebben interesse in een dergelijke behandeling, maar er is maar een klein indicatiegebied. Op het moment dat de papillen afwezig zijn, is dit niet meer mogelijk en roken is een absolute contra-indicatie. Het slagingspercentage bij rokers ligt veel lager door de verminderde doorbloeding, waardoor de kans op ingroei veel kleiner is.

Bij deze ingreep wordt ook de dikte vergroot wat de kans op recessie in de toekomst vermindert.

Aanpassen roze weefsels

Tandarts Van de Velde krijgt vaak patiënten doorgestuurd voor het aanpassen van de roze weefsels voordat een restauratie vervaardigd wordt. Hierbij wordt de dikte van het weefsel vergroot, zodat kans op recessie na restauratieve behandeling kleiner is.

Wanneer er dikte van de mucosale weefsels gecreëerd wordt, maakt het niet meer uit wat er onder de gingiva aanwezig is, omdat er geen doorschemering meer is. Voor het plaatsen van een definitieve kroon wordt eerst een noodkroon geplaatst om te controleren of het onderliggende weefsel  gezond is. De grens van de kroonrand mag bij de noodkroon niet verder naar apicaal gelegd worden. Dit omdat eerst gecontroleerd moet worden of de weefsels gezond zijn. Nadat dit geconstateerd is, kan de grens naar apicaal verplaatst worden.

De dikte wordt vergroot door een klein zakje te maken rondom het element aan de buccale zijde. Dit wordt de ‘poutch’ genoemd. Het is van belang dat het weefsel niet te dun gemaakt wordt, omdat anders de doorbloeding gecompromitteerd wordt. Het bindweefseltransplantaat wordt vervolgens met hechtingen in de poutch getrokken en met deze hechtingen wordt het transplantaat ook gestabiliseerd. Er mag geen beweging in het transplantaat zitten bij functioneren. Na een week worden de niet-resorbeerbare hechtingen verwijderd. Het is beter om te veel weefsel  te creëren dan te weinig. Wegnemen is makkelijker dan het opnieuw creëren.  Dikte kun je weer afnemen met een diamantboor. Dit noemen we sculpteren. Dit gebeurt zonder waterkoeling, omdat anders de diamantboor met het weefsel verkleeft.

De uiteindelijke vraag die rijst: Blijft die opbouw van tandvlees ook bestaan op de lange termijn?

Er zijn inmiddels studies die aantonen dat de dikte behouden blijft.

Weefselvolume rondom implantaten

Wanneer we een element extraheren, vinden biologische reacties plaats waardoor harde en zachte weefsels verminderen. Als we hier niet op inspelen dan heeft dit grote esthetische consequenties. Wanneer het de bedoeling is om te implanteren is het zaak dat het optreden van deze weefselreacties verhinderd wordt. Het is nu eenmaal eenvoudiger om ziekte te vermijden dan de behandeling op te starten.

De eerste manier om dit te doen is socketperservation. Hierbij wordt biomateriaal (bijvoorbeeld bio-oss) in de alveole geplaatst om de harde weefsels in volume te behouden. De buccale zijde heeft minder functie dan de palatinale zijde, waardoor hier altijd iets resorbeert. Het kritische is niet het plaatsen van het biomateriaal, maar de hoeveelheid trauma die bij extractie wordt aangedaan. Hoe minder traumatisch de extractie, hoe minder botverlies. Zo is er minder botverlies wanneer er geëxtraheerd wordt zonder flap dan met. Het is daarom enorm van belang om zo atraumatisch mogelijk te werken.

Op het moment dat de harde weefsels middels socketperservation behandeld worden en de zachte weefsels opgebouwd worden, blijkt dat het totale volume niet afneemt. Relatief komt er iets meer zacht weefsel dan hard weefsel, omdat er altijd nog wat resorptie optreedt. Zo creëer je een zo gunstig mogelijke situatie voor toekomstige implantologie.

De conclusie die hieruit getrokken kan worden: Hoe traumatischer een extractie, hoe meer weefselveranderingen en hoe meer negatieve consequenties na behandeling optreden.

Wanneer met biomaterialen een tandvleesopbouw wordt ingegrepen ontstaat een betere situatie maar er treedt nog steeds vermindering op.

Socket shield technique

Wanneer een element nog geëxtraheerd moet worden, zijn er nog andere technieken om te voorkomen dat de weefsels gaan veranderen. Eén hiervan is de partiële extractie therapie of ‘socket shield technique’. Hierbij wordt een deel van de tand behouden. Dit zorgt voor de ondersteuning van de weefsels en hierdoor ontstaat geen resorptie. Deze behandeling is echter alleen geïndiceerd in selecte cases en is geen standaard behandeling.

Breuk is een goede indicatie voor een partiële extractietherapie. Het coronaire deel van de tand wordt verwijderd. Met diamantboren wordt een horizontale mesio-distale preparatie gemaakt om het apicale en palatinale deel van wortel te extraheren. Het buccale gedeelte wordt uitgehold (vandaar socket shield) tot een schildje. Nadien wordt een implantaat geplaatst. Op het implantaat wordt een tijdelijke voorziening gemaakt. De natuurlijke tand kan gebruikt worden om te verkleven aan de tijdelijke kroon.

Weefsel opbouwen

Wanneer er al veranderingen zijn opgetreden en resorptie van harde en zachte weefsels opgetreden is, moeten die weefsel opgebouwd worden. Dit kan met autoloog bot of biomaterialen. Ook zachte weefsels kunnen opgebouwd worden. Er worden betere resultaten behaald met bindweefseltransplantaten dan met gingivale grafs.  Daarnaast is er een voorkeur voor bindweefsel van de tuber ten opzichte van de maxilla. Dit is heel dicht en weinig doorbloed weefsel, terwijl bij het palatum meer vetweefsel aanwezig is.

Hebben we nu bindweefseltransplantaten nodig bij iedere patiënt?

Wanneer aan de hand van de literatuur geprobeerd wordt om deze vraag te beantwoorden wordt dit vaak gedaan met een PES-score. Deze score heeft een maximum van 14. De scores lopen uiteen van 7,8 tot 12,5. Maar uiteindelijk gaat het om de patiënt en hun mening is vaak niet in een score uit te drukken. Of ze zijn wel tevreden of ze zijn niet tevreden.

Voor Van de Velde hoort de score bij de implantaatbehandeling in de esthetische zone, maar hij past het toe bij iedere behandeling. Natuurlijk is het niet voor alle patiënten geïndiceerd. Niet iedereen is geïnteresseerd in het hele esthetische verhaal. Het is voornamelijk belangrijk goed te luisteren naar de patiënt en of patiënt er waarde aan hecht.

Hoe kunnen we de technieken voor weefselopbouw optimaliseren?

Er zijn technieken die gebruik maken van ‘smart blood concentrates’. Hierbij wordt bij patiënten bloed afgenomen, wat vervolgens bewerkt wordt. Bepaalde cellen en groeifactoren worden eruit gefilterd en deze worden verder bewerkt. Vervolgens wordt dit geplaatst op het gebied waar je genezing wilt bevorderen.

Er is veel literatuur hierover beschikbaar, maar geen dentale literatuur.

De literatuur die er is, geeft aan dat dit bijdraagt aan de genezing van zachte weefsels en dat de wondgenezing beter gaat. Op het moment dat PRF-membranen gemaakt middels deze techniek, aangebracht worden, blijkt dat er snellere bloedvatingroei is en dat deze sneller en beter matureren. De meeste studies concentreren zich op de zachte weefsels en over harde weefsels is nog minder bekend.

Weefsels optimaliseren

Daarnaast zijn er nog andere manieren waarop de weefsels geoptimaliseerd kunnen worden. Eén daarvan is een andere vorm van implantaten. Er zijn implantaten die in het coronaire gedeelte een driehoekige vorm hebben, waardoor er meer ruimte is voor weefsel is op de plaatsen waar je het nodig hebt. Wanneer de vlakke kant naar buccaal staat is, er hier meer ruimte voor weefsels en interdentaal ook. Wanneer er meer plaats is voor weefsel, is er meer stabiliteit en hierdoor is het resultaat beter.

Bovendien moet er tijdens de prothetische behandeling rekening gehouden worden met de zachte weefsels. Het is voordelig als abutments snel geplaatst worden en deze er zo min mogelijk op en af geschroefd worden. Daarnaast zijn materialen die gebruikt worden in de buurt van de zachte weefsel van belang.  Zo is lithiumdisilicaat iets minder gunstig dan zirkonium en iets minder biocompatibel.

Biocompatibele restauratiematerialen

Op het moment wordt er in de implantologie druk gezocht naar biocompatibele restauratiematerialen. Een ontwikkeling in de goede richting zijn de technieken om zirkonium met lithiumdisilicaat te verkleven. Dan kan de plaktandheelkunde richting de implantologie komen.

Het is belangrijk om vooraf prothetisch te plannen waar het implantaat en de uiteindelijke opbouw moet komen. Wanneer het implantaat geplaatst wordt met een zirkoniumabutment met hierop een lithiumdisilicaatkapje, kan de eigen tand gecementeerd worden op deze opbouw. Hierdoor is het zo biocompatibel mogelijk. In eerste instantie kan dit gebruikt worden als tijdelijke voorziening. Op het moment dat deze voorziening faalt, kunnen verschillende dingen gedaan worden. Faalt het eigen element dan kan een lithiumdisilicaat facing gemaakt worden. Faalt de hechting tussen zirkonium en lithiumdisilicaat dan kan een nieuwe kroon gemaakt worden. Als laatste optie kan de hele opbouw eraf gehaald worden en kan een nieuwe opbouw gemaakt worden, zodat ook het emergence profile nog aangepast kan worden.

Tommie van de Velde is tandarts in Antwerpen.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Tommie van de Velde tijdens het congres Is de casus complex? Relax! van Dr G.J. van Hoytema Stichting.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Taakdelegatie heeft u het goed vastgelegd

Taakdelegatie: heeft u het goed vastgelegd?

Binnen het mondzorgteam zijn steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit aantoonbaar vastgelegd? Uitleg en checklist.

De rol en positie van de tandarts zijn aan het veranderen, doordat het werken in teamverband toeneemt. Zo zijn binnen het mondzorgteam steeds meer verschillende functies vertegenwoordigd waardoor ook meer werkzaamheden worden gedelegeerd, terwijl de eindverantwoordelijkheid uiteraard bij de tandarts ligt. Echter, voldoet uw taakdelegatie wel aan de gestelde voorwaarden? En heeft u dit goed (/ aantoonbaar) vastgelegd? Dit artikel geeft een praktische uitleg met een checklist voor de praktijk.

Wie heeft de regie?

Binnen de zorgverlening zal het werken in teamverband verder toenemen. Door een toename van het aantal zorgverleners, neemt de behoefte aan een goede centrale regie toe. De tandarts is de regievoerder voor de mondgezondheid van de patiënt. Deze centrale regie heeft vooral betrekking op de diagnose en indicatiestelling. De tandarts heeft namelijk samen met de patiënt een duidelijk zorgplan besproken en vastgesteld, waarop de te leveren zorg wordt afgestemd. De uitvoering van de zorg kan gedeeltelijk worden gedelegeerd volgens de voorwaarden vanuit de Wet BIG.

Wet BIG

Doel van de Wet BIG is de kwaliteit van de beroepsbeoefening te bevorderen en te bewaken, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. De wet maakt onderscheid in voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen.

Voorbehouden handelingen zijn handelingen die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de patiënt meebrengen als ze door ondeskundigen worden uitgevoerd. Tandartsen zijn zelfstandig bevoegd voor het uitvoeren van de volgende voorbehouden handelingen:

  • Heelkundige handelingen
  • Injecties
  • Narcose (voor zover dit behoort tot de deskundigheid van de tandarts)
  • Gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling
  • Voorschrijven van geneesmiddelen (alleen op recept) binnen deskundigheidsgebied

Tandartsassistenten zijn niet zelfstandig bevoegd, maar mogen wel in opdracht van een tandarts onder bepaalde voorwaarden deze voorbehouden handelingen uitvoeren. Oftewel, taakdelegatie.

Geregistreerd-mondhygiënisten

Sinds 1 juli 2020 mogen geregistreerd-mondhygiënisten die aan de voorwaarden voldoen bij wijze van experiment drie voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren: anesthesie geven, röntgenfoto’s maken en primaire cariës behandelen. Ook mogen zij deze handelingen delegeren aan een tandartsassistent. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een tandarts.

Voorwaarden bij taakdelegatie

Bij taakdelegatie gaat het om taken die niet behoren tot het deskundigheidsgebied van de persoon aan wie de taken worden gedelegeerd (oftewel, een assistent die handelingen gedelegeerd krijgt van een tandarts). In dat geval kan het zowel gaan om voorbehouden als om niet-voorbehouden handelingen.

Aan het delegeren van voorbehouden handelingen zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • De tandarts is deskundig en bekwaam tot indicatiestelling;
  • De tandarts geeft opdracht per patiënt en indien nodig aanwijzingen en evalueert de uitvoering; de opdracht wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol;
  • De tandarts stelt vast dat de assistent bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De tandarts is fysiek in de praktijk aanwezig voor overleg, advies en de mogelijkheid van tussenkomst;
  • De assistent handelt uitsluitend in en na opdracht van de tandarts;
  • De assistent handelt volgens de gegeven aanwijzingen;
  • De assistent stelt zelf vast of zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • De assistent informeert de patiënt dat hij de voorbehouden handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en vraagt de patiënt toestemming voor deze behandeling.

Wanneer ben je bekwaam?

Belangrijke voorwaarde uit bovenstaande lijst is de bekwaamheid van de assistent (/ de opdrachtnemer). De beoordeling van de bekwaamheid laat de Wet BIG over aan de tandarts en de assistent zelf. Uit tuchtrechtspraak volgt dat het gaat om subjectieve maar ook objectieve bekwaamheid. Oftewel, zowel de eigen (subjectieve) beleving als ook aantoonbare (objectieve) scholing en ervaring.

Hoe zit het bij niet-voorbehouden handelingen?

Niet-voorbehouden handelingen kunnen worden verdeeld in risicovolle en niet-risicovolle handelingen. Aan het delegeren van niet-voorbehouden handelingen zijn niet zoveel eisen gesteld. Dit betekent echter niet dat iedereen zomaar deze handelingen mag uitvoeren. Immers de tandarts moet ook waarborgen dat de patiënt kwalitatief goede zorg ontvangt. Advies voor de tandarts / praktijkhouder is dan ook om bovengenoemde voorwaarden ook van toepassing te verklaren op het delegeren van niet-voorbehouden handelingen.

Checklist vastleggen taakdelegatie

Hoewel vele tandartsen voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen delegeren, blijkt echter uit ervaring dat de tandarts maar zelden zich (aantoonbaar) heeft vergewist van de bekwaamheid van de assistent. Daarom deze checklist voor het aantoonbaar vastleggen van de taakdelegatie.

Volg de volgende stappen om de bekwaamheidstoets aantoonbaar vast te leggen:

  1. Inventariseer per medewerker welke voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen in de praktijk worden gedelegeerd.
  2. Breng de bekwaamheid van de assistent in kaart op basis van gevolgde opleidingen, cursussen en werkervaring.
  3. Evalueer de uitvoering door de assistent om bekwaamheid in de praktijk te beoordelen.
  4. Laat de assistent vaststellen of hij/zij zichzelf daadwerkelijk bekwaam acht om de handeling naar behoren uit te voeren.
  5. Zorg ervoor dat er per gedelegeerde handeling ook daadwerkelijk een protocol (de schriftelijke instructie) uitgeschreven is.
  6. Herhaal deze stappen periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per jaar).

Aantoonbaar bewijs

Veel praktijken voldoen veelal aan bovengenoemde voorwaarden. Echter, praktijken kunnen dit lang niet altijd aantonen. Advies is de interne afspraken (/ werkwijze) rondom taakdelegatie uit te schrijven en ook de voorwaarden per medewerker aantoonbaar ‘dicht te timmeren’.

Bronnen:
Rijksoverheid.nl

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo zijn in de Toolkit opgenomen:

Videotraining: Uitleg taakdelegatie
Voorbeeld beleid Taakdelegatie
Formulier Taakdelegatie

Lees ook: Voorbehouden handelingen en taakdelegatie: hoe zit het ook alweer? 

Dit bericht is ge-update in april 2024 met informatie over geregistreerd-mondhygiënisten.

Lees meer over: Ondernemen, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Mondzorgprofessionals zijn een groot deel van de dag zittend aan het werk. De werkstoel is van grote invloed op de werkhouding en daarmee op het al dan niet ontwikkelen van fysieke klachten. Waaraan moet een goede werkstoel voldoen? Jacqueline Bos-Huizer, bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch adviseur, licht toe waarop je bij de aanschaf van een werkstoel moet letten.

Werkstoel

Niet alle werkstoelen doen wat ze moeten doen. De meeste stoelen geven geen ondersteuning waar dat nodig is en provoceren de gebruiker in intensieve, zelfs ongunstige houdingen. Dan wordt het een vorm van sport om te proberen daar gedurende een werkdag goed op te zitten. Dat moet natuurlijk voorkomen worden.

Geen zadelvorm

De werkstoel moet een neutrale werkhouding ondersteunen. Allereerst is het heel belangrijk dat de zitting geen zadelvorm heeft. Dit veroorzaakt te veel spreiding van de benen, wat als gevolg heeft dat de heupbuigers aanspannen en het bekken te veel voorover kantelt. Dit geeft aanvankelijk een verbetering voor mensen die jaren met een ongunstige C-kromming van de wervelkolom aan de stoel hebben gezeten. Iemand gaat immers uit zijn voorkeurspatroon, en dat geeft verlichting. Het voorover gekantelde bekken resulteert echter in een hyperlordose (holling) van de onderrug. Langdurig werken met te veel holling van de onderrug resulteert in rugklachten. Vooral vrouwen tijdens en na de zwangerschap, waarbij spieren en banden een grotere laxiteit (mobiliteit) vertonen, ervaren direct de ongemakken bij het zitten op een zadelkruk.

Grotere heuphoek

Uit onderzoek blijkt dat een grotere heuphoek (de hoek tussen de romp en bovenbenen is groter dan 90 graden) bevorderlijk is voor de bekkenstand. Deze komt daardoor meer in zijn natuurlijke neutrale stand. Daarnaast heeft dit als voordeel dat de schuin aflopende bovenbenen gemakkelijk onder de patiëntenstoel geplaatst kunnen worden. Dit kan optimaal bereikt worden met een werkstoel waarvan de zitting onder het bekken horizontaal is en schuin afloopt aan de voorzijde van de zitting (het deel onder de bovenbenen). Deze hoek moet individueel instelbaar zijn; een lange tandarts heeft een veel grotere hoek nodig dan een kleine tandarts.

Goede rugleuning

Verder moet een stoel voorzien zijn van een goede rugleuning, die optimaal steun geeft in de regio van de kuiltjes in de rug (de SIPS: spina iliaca posterior superior). Eigenlijk zou je moeten spreken van een bekkensteun in plaats van een rugleuning. Tijdens het werk in de tandheelkunde/mondzorgkunde is een actieve neutrale lichaamshouding nodig. Een bekkensteun zorgt ervoor dat het bekken en de onderrug in de middenstand blijven, zonder dat hier tijdens het werk veel aandacht aan gegeven hoeft te worden. Voor een beschrijving van de ergonomische eisen aan de werkstoel, zie de checklist ‘Ergonomisch werkwijze tandheelkunde’

Fysieke training

Het is niet alleen van belang om een ergonomische stoel te hebben; deze moet ook goed ingesteld en gebruikt worden. Indien een neutrale werkhouding geen gewoonte is, moet dit eerst aangeleerd worden, zodat iemand weet hoe deze houding opgebouwd moet worden. Daarnaast is duurtraining nodig van het spierkorset om ervoor te zorgen dat de neutrale werkhouding enige tijd aangenomen kan worden. Een grove stelregel is dat iemand gemakkelijk 15 tot 30 minuten een neutrale houding moet kunnen aannemen. Als dat niet het geval is, is het tijd om het spierkorset te trainen.

Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Train het spierkorset bijvoorbeeld door te ‘planken’

Voldoende afwisseling van belang

Het werken vanuit neutrale werkhoudingen is niet voldoende om de fysieke belasting bij mondzorgprofessionals te minimaliseren. Het is van groot belang om voldoende afwisseling aan te brengen in de belasting van het bewegingsapparaat. Het lichaam is immers gemaakt om te bewegen. Dit kan in het klein door een of enkele seconden een andere beweging te maken (micro-breaks). Het is nodig om elke 30 minuten minimaal 2-5 minuten andere bewegingen te maken dan datgene dat de hele dag aan de stoel gedaan wordt (mini-breaks). Dus voor alles wat niet in de mond gedaan moet worden: opstaan en andere bewegingen maken. Voorzie bijvoorbeeld voor beeldschermwerk in een werkplek voor staande invoer. En zorg ervoor om na maximaal 2 uur werken, minimaal 10 minuten andere bewegingen maken.

Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Pauzes zorgen voor herstel

Mentale ontspanning

Bedenk dat naast fysieke ontspanning ook mentale ontspanning van belang is. Mentale inspanning en stress beïnvloeden de spierspanning in het lichaam. Dus een echte pauze van fysieke én mentale ontspanning geeft optimaal herstel, waarna weer uitgerust verder gewerkt kan worden. Sport en bewegen in de vrije tijd verhoogt de belastbaarheid en mentale veerkracht.

Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Jacqueline Bos-Huizer, bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch adviseur, richtte in 2005 BBO-ergo op. BBO-ergo verzorgt ergonomisch onderzoek, participeert in wetenschappelijk onderzoek, verzorgt ergonomische training op de werkplek en begeleidt bij het inrichten of aanpassen van werkplekken voor tandartsen, medisch specialisten en dierenartsen. Jacqueline spreekt (inter)nationaal over tandheelkundige ergonomie en de specifieke aspecten voor de diverse specialisaties zoals endodontologie, orthodontie, parodontologie, implantologie, kindertandheelkunde, microchirurgie en mondhygiëne. Jacquelines missie is mensen een gezonde werkwijze aan te leren. Vanuit haar achtergrond als oefentherapeut is ze in staat om een comfortabele, gezonde en efficiënte manier van werken aan den lijve te laten ervaren.

De foto van de werkstoel bovenin is eigendom van Jacqueline Bos-Huizer, BBO-ergo®

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Grootste veranderingen in zorg naar verwachting door Amazon

Grootste veranderingen in zorg naar verwachting door Amazon

Binnen de Verenigde Staten wordt door een ruime meerderheid van de zorgbestuurders verwacht dat Amazon de grootste veranderingen binnen de zorg zal gaan bewerkstelligen. Ruim 60 procent denkt dat zij de grote game changer zullen zijn, waar slechts 14 procent inzet op Apple en 8 procent op Google.

Amazon’s distributiecapaciteit

Het feit dat Amazon door zo’n hoog percentage van de zorgbestuurders wordt gekozen als naar verwachting de grootste gamechanger komt hoogstwaarschijnlijk voort uit de enorme distributiecapaciteit die Amazon heeft. Google en Apple zijn namelijk ook zeer actief binnen de zorgtechmarkt.

Sterkere positie door overnames en samenwerkingen

Hiernaast heeft Amazon zijn positie in de gezondheidsmarkt sterk verbeterd door overnames en samenwerkingen met belangrijke Amerikaanse zorgbedrijven. Zo heeft het bedrijf recentelijk de online apotheek PillPack overgekocht. Hierdoor is Amazon nu in staat om iedereen in de Verenigde Staten medicijnen te leveren op recept. Deze overname betekende dat een aantal grote apothekersketens hun beurskoersen met bijna 10 procent zagen dalen. Ook dental INFO schreef al eerder over de toenemde concurrentie van Amazon toen het bedrijf de tandheelkundige markt betrad.

Ook is Amazon een samenwerking aan gegaan met Xealth – een digitaal zorgbedrijf waar artsen hulpmiddelen voorschrijven, zoals verband, beugels en medicijnen zonder recept. Deze middelen worden vervolgens nog op dezelfde dag door Amazon naar de patiënt gestuurd. Tenslotte is Amazon ook druk bezig met de ontwikkeling van eigen ziekenhuizen voor medewerkers. Het eerste Amazon ziekenhuis wordt nu gebouwd in Seattle. Hiermee hoopt Amazon de medische kosten in de hand te houden, aangezien deze vaak niet door Amerikaanse verzekeraars worden vergoed.

Vaststellen van hartritmestoornissen bij Apple

Toch maken ook Apple en Google grote ontwikkelingen door in de Amerikaanse zorgmarkt. Zo is ook Apple druk bezig met de ontwikkeling van eigen ziekenhuizen, en biedt het toegang tot persoonlijke medische dossiers via iPhones en iPads. Deze gegevens worden gecombineerd met gegevens afkomstig uit bestaande health-apps. Hiernaast kan de Apple Watch door een sterke ontwikkeling van slimme algoritmes onder andere apneu, een hoge bloeddruk en hartritmestoornissen met een hoge nauwkeurigheid vaststellen.

Nauwkeurige schatting overlijdensrisico bij Google

Google ontwikkelt ook, en kan door verschillende leermethodes inmiddels al het risico op het overlijden van een patiënt voorspellen met een hogere nauwkeurigheid dan ziekenhuizen. De betrouwbaarheid van het Google-systeem komt onder andere voort uit een beoordeling van alle medische dossiers van een patiënt. Ook oudere pdf’s en notities van artsen worden hierbij meegenomen.

Bron:
Tech.qruxx.com

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Prestaties van topatleten negatief beïnvloed door gebitsproblemen

De oorzaak van aandoeningen in de mond onder sporters

Tijdens Europerio werd bekend dat een nieuwe studie heeft aangetoond dat een groot deel van de topatleten last heeft van parodontale aandoeningen. Een derde van de topatleten geeft aan dat de staat van hun mondgezondheid hun prestaties negatief beïnvloedt.

Eerdere studies omtrent Olympische atleten en professionele voetballers in Engeland toonde al aan dat veel atleten een slechte mondgezondheid hebben, en dat dit kan worden gelinkt aan een zelf-gerapporteerde slechte invloed op het welzijn, trainen en prestaties.

De studie werd uitgevoerd voorafgaand aan de zomer olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016, en bevatte 325 atleten van verschillende disciplines, waaronder atletiek, rugby en voetbal. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 25 (verschillend tussen de 18 en 29). 67 procent van de deelnemers waren mannen.

Slechts 1,1 procent van de deelnemers bleek een ‘uitstekende’ parodontale gezondheid te hebben.Hiernaast gaf 39 procent van de atleten aan last te hebben van bloedend tandvlees, een teken van ontsteking, bij het poetsen van de tanden.

Uit de eerdere onderzoeken bleek het volgende:

  • Olympische Spelen Londen in 2012, onderzoek onder 302 deelnemers:

  • Caries: 55%
  • Erosie: 45%
  • Gingivitis: 70%
  • Parodontitis: 15%

40% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid. 28% vond dat het hun levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 18% had hun mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

  • Engelse voetbalprofessionals in 2014, onderzoek onder 187 deelnemers:

  • Caries: 37%
  • Erosie: 53%
  • Gingivitis: 80%
  • Parodontitis: 5%

45% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid en 20% vond dat het de levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 7% van de deelnemers had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De cijfers van het nieuwe onderzoek, gepresenteerd tijdens Europerio zijn als volgt:

  • Caries: 49%
  • Erosie: 42%
  • Gingivitis: 77%
  • Parodontitis: 22%

Bij 32% had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De mondgezondheid van topsporters is slecht. Zij hebben beduidend meer mondaandoeningen dan gemiddeld over de hele populatie. Bovendien werd door de topsporters zelf aangegeven dat zij de impact van hun mondgezondheid merkten tijdens training of op sportresultaten.

Needleman: “Interessant is dat 97 procent van de atleten aangaf hun tanden gewoon tweemaal per dag te poetsen en 40 procent ook beweert de ruimtes tussen hun tanden dagelijks schoon te maken. Deze getallen zijn hoger dan de gemiddelden van de gehele Britse bevolking, maar toch hebben ze in grote maten last van gebitsproblemen.”

Een mogelijke reden hiervan zou het voedingspatroon van atleten kunnen zijn, aangezien deze vaak veel koolhydraten bevat, welke ontstekingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast zou bij sporten zoals wielrennen en hardlopen de zware ademhaling een reden kunnen zijn, aangezien deze de mond droog maakt en ervoor zorgt dat speeksel minder goed zijn beschermende taken uit kan voeren.

Oorzaken slechtere mondgezondheid sporters

De slechtere mondgezondheid wordt veroorzaakt door factoren die pro-inflammatoir zijn en dysbiose veroorzaken. Door training ontstaat er een verminderde immuunrespons (uitputting). Ook is er vaak sprake van dehydratie en een droge mond. Het dieet van sporters bevat vaak sportdrank en energie suppletie. Maar ook sociale factoren spelen een rol zoals levensstijl, precontemplatie en priorisering, mate van toegang tot zorg en zorgkosten.

Wat betekent de mondconditie voor sporters op psycho-sociaal gebied?

49% merkt een psychosociale impact en 35% heeft moeilijkheden met eten en drinken.

15% heeft moeite om te relaxen (inclusief slapen).

17% schaamt zich voor het uiterlijk van het gebit. Hierdoor hebben zij moeite met de tanden bloot te lachen.

Dus sociale factoren beïnvloeden de mondgezondheid en de mondgezondheid beïnvloedt sociale factoren. Het werkt dus beide kanten op.

Slechte mondgezondheid als risicofactor

Een slechte mondgezondheid is een risicofactor voor een lagere sportieve conditie, cardiorespiratoir gezien. Dit bleek uit een onderzoek onder gezonde mannen in de leeftijd van 45-65 jaar. Hun fysieke activiteiten werden met behulp van een gevalideerde vragenlijst uitgevraagd. Deze werden opgezet naar Metabolic Equivalent of Task scores (MET). Hun parodontale status werd vast gelegd. Tijdens een gestandaardiseerde oefening werd de maximale zuurstofconsumptie gemeten.

Een slechte mondgezondheid reduceert positieve effecten op leefstijlinterventies bij diabeten. Hierbij werden vrouwen en mannen tussen de 19-79 oud met diabetes onderzocht. Hun parodontale status werd onderzocht en hen werd geadviseerd om gedurende zes maanden een gecontroleerd. conditioneel programma te volgen. De bloedsuiker werd gedurende zes maanden gecontroleerd.

Een slechte mondgezondheid reduceert de positieve effecten van fysieke activiteit. De celdeling stopt sneller en dus overlijdt men sneller.

Evenwicht voor algehele gezondheid

Fysieke activiteit blijft natuurlijk wel belangrijk voor de algehele gezondheid. Maar extensieve activiteit kan leiden tot lichamelijke schade en inadequaat herstel. Als na de acute fase de phagocyten onvoldoende leiden tot het brengen van homeostase (normale status van het weefsel) dan is er sprake van chronische infectie, systemische ziekte en dit resulteert in zelfdestructie.

Als resultaat van fysieke activiteit, is weefselschade nodig om tot adaptie (bijvoorbeeld groei van de spier) te komen. Verhoogde ontstekingsactiviteit en herstel resulteren in een gebalanceerde fysieke activiteit. Er is dus een relatie tussen fysieke activiteiten en gezondheid. Het risico op een hartaanval vermindert met 30-50%, de bloeddruk verlaagt, de insuline-sensitiviteit neemt toe en ga zo maar door. CRP-levels verlagen ook door fysieke activiteit. Dat is interessant want, een verhoogde CRP-waarde komt voor bij infecties en ontstekingen. Als er ergens in het lichaam een ontsteking ontstaat, circuleert er binnen 6 tot 8 uur veel CRP in het bloed. Het eiwit CRP (afkorting voor ‘C-reactief proteïne’) wordt door de lever aangemaakt als reactie op een ontsteking of een infectie en het komt vervolgens in de bloedbaan terecht. Een verhoogde CRP-waarde in het bloed betekent dat er ergens in het lichaam een ontsteking of infectie actief is. Parodontitispatiënten hebben verhoogde CRP-waardes en dit verhoogt het risico op een hartinfarct.

Fysieke belasting leidt tot aanmaak van lipoxin A4. Bij de fysieke belasting ontstaat een ontstekingsreactie. Bron voor de lipoxin zijn bloedplaatjes en neutrofielen. Lipoxinproductie gedurende fysieke inspanning zal waarschijnlijk voor balans zorgen tussen ontsteking en preventie van celschade. Aspirine heeft ook dit effect. Tijdens de vorige editie van Europerio werden al onderzoeken besproken waaruit zou blijken dat bepaalde pijnstillers parodontitis zouden kunnen voorkomen.

Reactie van een huisarts op mondzorg voor sporters

Een fanatiek wielrennende huisarts reageert: Dit is bekend binnen de wielrenwereld als ‘overreaching’. Dit is de situatie wanneer de balans tussen de normale trainingstress en adequaat herstel is verstoord. De acute vermoeidheid kan resulteren in verminderde prestatie, wat opgevolgd wordt door overcompensatie. Dit wordt functionele overreaching genoemd: voortdurende verminderde prestaties geassocieerd met andere stressfactoren veroorzaken nog slechtere prestaties en verlengen de herstelfase. Hiermee komt de sporter in een vicieuze cirkel terecht.
Het disfunctioneren van het immuunsysteem na fysieke inspanning verergert als de inspanning voortdurend is, te intensief en met een niet-passend dieet. Dus het is zeker mogelijk dat gecombineerde effecten van veranderingen in de immunologische parameters parodontitis kunnen (mede) veroorzaken.

De huisarts:” Ik adviseer wielrenners om na het seizoen goed in het gebit te investeren en het daarna goed bij te houden. Als een sporter last heeft van zijn tandvlees, dan moet hij de hersteltraining in.” Echter wordt tandvleesontsteking lang niet altijd waargenomen. “Dus voor (top)sporters is het belangrijk om regelmatig het tandvlees te laten controleren bij de tandarts of mondhygiënist.”

Naast tandvleesontsteking zijn stemmingswisselingen en slaapstoornissen een teken van non-functionele overreaching.

Bronnen:
1. EuroPerio9 Abstract PD125, Periodontal health of UK elite athletes and impact on performance, Prof Ian Needleman, UCL Eastman Dental Institute, UK. Abstract presented in Session “Oral and periodontal medicine” on 21 June 2018 at 12:30.

2. Needleman, Ian et al (2014). Oral health and elite sport performance.  British Journal of Sports Medicine49(1). September 2014. DOI: 10.1136/bjsports-2014-093804

3. Needleman, Ian, et al (2015). Poor oral health including active caries in 187 UK professional male football players: clinical dental examination performed by dentists. British Journal of Sports Medicine. 50. bjsports-2015. 10.1136/bjsports-2015-094953.

4. Chadwick B, White D, Larder D & Pitts N. 5. Preventive behaviour and risks to oral health – a report from the Adult Dental Health Survey 2009. The Health and Social Care Information Centre.

5. Een huisarts die dental INFO sprak. De huisarts wilde niet met naam genoemd worden in het artikel.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
prik - vaccin

Onderzoek naar verplichten griepprik bij zorgpersoneel

Binnenkort zal er op verzoek van staatssecretaris Paul Blokhuis een onderzoek van start gaan naar het verplichten van de griepprik bij zorgpersoneel. Hiernaast zal ook worden gekeken naar overige manieren om de vaccinatiegraad weer te verhogen.

Steeds minder mensen nemen griepprik

De afgelopen jaren is er een duidelijke trend te zien in een afnemend animo voor de griepprik. Waar tien jaar geleden nog 72 procent van de Nederlanders met risico op complicaties een griepprik haalde, is dit inmiddels nog maar de helft. Met name mensen met chronische aandoeningen en zestigplussers vallen in de risicogroep. Van de groep 65plussers met hoog risico op complicaties haalde vorig jaar nog wel 70 procent de griepprik. Gezondheidsinstituut Nivel baseerde deze cijfers op een onderzoek onder 800.000 patiënten van 205 verschillende huisartspraktijken.

Verhogen vaccinatiegraad

Staatssecretaris Blokhuis streeft om de vaccinatiegraad weer zo hoog mogelijk te krijgen – met name onder zorgpersoneel. Dit jaar zal de griepprik weer onder aandacht worden gebracht tijdens de jaarlijkse griepcampagne. Volgend jaar zal het onderzoek van start gaan. Ook de KBO-PCOB, de grootste Nederlandse seniorenorganisatie, pleit voor het doorvoeren van een verplichte griepprik bij zorgpersoneel, om zo ook oudere patiënten beter te beschermen.

Bron:
Skipr
NRC
Medisch Contact

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z
berekenen - premie

Hogere premies voor tandartsverzekeringen België

De premies voor dentale verzekeringen gaan volgend jaar flink omhoog. In Vlaanderen geeft het liberale ziekenfonds nu na marktleider CM ook aan dat het met de huidige premies van verplichte ziekteverzekeringen niet meer mogelijk is om de tandarts voor iedereen betaalbaar te houden.

De Vlaamse ‘Liberale Mutualiteit’ kan nog niet zeggen met welk percentage de premie dit jaar precies zal verhogen. Wel is bekend dat de premie op dit moment al 18 procent hoger is dan dat vijf jaar geleden het geval was, waar de inflatie in deze periode slechts 7 procent was.

Weinig investering tandzorg

De oorzaak hiervan is niet verrassend. Frank Herrebout van de Vlaamse Beroepsvereniging voor Tandartsen (VBT): ‘Vanuit de verplichte ziekteverzekering is de afgelopen tien jaar weinig geïnvesteerd in tandzorg. Er zijn zelfs extra beperkingen ingevoerd, zoals voor extracties. Volwassenen onder de 53 jaar oud krijgen het trekken van een tand nu bijvoorbeeld over het algemeen niet meer terugbetaald, en betalen de volle 40 euro, in plaat van 7 of 14 euro. Een medische logica zit daar niet achter.’

Ziekteverzekeringen in België

In België werkt de vergoeding van mondzorg op zo’n manier dat een deel van de tandartsbezoeken en -behandelingen wordt terugbetaald door de wettelijke ziekteverzekering. Voor veel behandelingen is dit echter ook niet het geval. Om een deel van die kosten toch te dekken kan een tandzorgverzekering worden afgesloten. Ook deze aanvullende verzekering dekt echter slechts 57 procent van de behandelingen. Dit is dus anders dan in Nederland, waar alle volwassenen zelf voor hun mondzorg moeten betalen of zich hier aanvullend voor moeten verzekeren.

Meer inspanning noodzakelijk

Wat betreft Herrebout is de bodem bereikt. Hij vindt dat de overheid per direct toenemende inspanningen moet doen om tandzorg voor iedereen betaalbaar te kunnen houden. Volgens Maggie de Block, de Vlaamse Minister van Volksgezondheid zijn er, los van de algemene besparingen binnen de gezondheidszorg, de afgelopen jaren geen extra inspanningen gevraagd aan tandartsen, en is er tussen 2014 en 2018 zelfs €100 miljoen extra geïnvesteerd. Toch moeten verzekeraars hun polissen noodgedwongen steeds duurder maken.

Bron:
Nieuwsblad.be

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatige herinneringen, zoals sms-berichten, zijn een effectieve manier om mondkanker te bestrijden. Dit bleek uit een recentelijk onderzoek dat gepubliceerd werd in de South Asian Journal of Cancer.

Regelmatige sms

Tijdens het onderzoek stuurden onderzoekers regelmatig een sms naar patiënten om hun eigen mond te controleren op mondkanker. Uit de resultaten bleek dat het aantal patiënten dat zelfonderzoek deed naar vroege waarschuwingssignalen significant verbeterde.

Eerdere diagnose

Degenen die vroege waarschuwingssignalen of iets ongewoons vonden, bezochten dan ook vaker een arts of tandarts, waar bevindingen bevestigd en gediagnosticeerd konden worden.

Bestaande patiënten

‘Tot dusverre is dit alleen op bestaande mondkankerpatiënten uitgeprobeerd om hen alert te houden op eventuele herhaling’, zei dr. Nigel Carter, chief executive van de Oral Health Foundation in het Verenigd Koninkrijk.

Eenvoudig maar effectief

‘Ik twijfel er niet aan dat sms-berichten een veel bredere toepassing kunnen hebben om diegenen te waarschuwen waar het risico het grootst is, om zichzelf regelmatig te controleren op de eerste tekenen van mondkanker. Zoiets eenvoudigs als een sms kan een snelle en goedkope manier zijn om mondkankerpatiënten in een eerder stadium te identificeren’.

Tijd voor verandering

‘Het aantal mensen met mondkanker is mogelijk sterk gestegen, maar de proportie van degenen die de ziekte hebben verslagen is in de afgelopen 40 jaar nauwelijks verbeterd. Vaker wel dan niet: dit komt door een late diagnose’, aldus dr. Carter.

 

Bron:
South Asian Journal of Cancer
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
De eerste tandarts met een robotassistent is een feit

De eerste tandarts met een robotassistent is een feit

De toekomst van tandheelkundige implantatie is aangebroken en Dr. Eddie Kotary van State College Pennsylvania is een pionier van deze nieuwe technologie. Kotary is namelijk de eerste tandarts in de wereld die een robot assistent in zijn kantoor heeft.

Slechts een gids

Yomi is een door de FDA goedgekeurde robotassistent die als gids dient tijdens tandheelkundige implantaties. U vraagt zich nu misschien af of u een robot met dit werk zou vertrouwen. Kotary zegt echter dat niemand zich hier zorgen over hoeft te maken. “Een veel voorkomende misvatting bij patiënten is dat de robot de operatie uitvoert,” zei hij. “Ik voer nog steeds de operatie uit en de machine helpt mij met het bepalen van de richting.”

Succes

Yomi is gecreëerd door Neocis, een in Miami gevestigd bedrijf. De machine heeft de tandheelkundige wereld geïnnoveerd, met name wanneer het op implantatie aankomt. Yomi maakt deze implantaties namelijk minder ingrijpend, minder duur en preciezer. Inmiddels heeft hij 10 succesvolle tandheelkundige implantaties afgerond met behulp van Yomi.

Patiënten-tracker

Kotary beschrijft de machine als twee robots in één. “Yomi heeft een robotarm en een patiënten-tracker.” Mensen hoeven zich dus geen zorgen te maken over terughoudendheid als gevolg van een enge uitrusting. De patiënt kan zijn of haar hoofd vrij bewegen tijdens de scan, aangezien Yomi in staat is om bij het maken van de CT-scan de positie van de mond van de patiënt te volgen.

Nauwkeurigheid

Deze machine kan een CT-scan van de mond van een patiënt bestuderen en formatteren om exact te kunnen weten waar een implantaat geplaatst moet worden. Dit wordt gedaan met een nauwkeurigheid van 0.2mm. Yomi weet precies waar zich het bot bevindt tijdens een operatie, waardoor Kotary niet langer het tandvlees eerst hoeft terug te trekken. Dit zorgt voor een snellere genezing voor de patiënt en elimineert het eerdere giswerk.

Betere tandarts

Niet alleen helpt het gebruik van Yomi om de duur van het herstel te verminderen, het vermindert ook de totale kosten van een implantaat met ongeveer 500 dollar (430 euro). Daar komt wel bij dat Yomi zelf niet bepaald goedkoop is. “Voor mij is het de moeite waard omdat het ongelooflijk nauwkeurig is en het mij helpt een betere tandarts te zijn,” aldus Kotary.

Bron:
centredaily.com

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z, Video
Start toezicht op gunstbetoon bij dentale implantaten in najaar 2018

Start toezicht op gunstbetoon bij dentale implantaten in najaar 2018

Waar er sinds 1 januari 2018 een verbod is gezet op gunstbetoon wordt hier vanaf het najaar 2018 ook toezicht op gehouden. Binnenkort zal de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een onderzoek starten naar gunstbetoon bij leveranciers van medische hulpmiddelen.

Wat is gunstbetoon?

Gunstbetoon betreft het aanbieden van geld, diensten of goederen ten behoeve van de bevordering van de verkoop van medische hulpmiddelen. Voorbeelden hiervan kunnen ook zijn het geven van cadeaus of een vergoeding voor diners, reiskosten en deelname aan congressen.

Verbod op gunsten voor medische hulpmiddelen

Begin dit jaar is officieel een verbod ingesteld voor partijen zoals fabrikanten en leveranciers, die een commercieel belang hebben bij de toepassing van medische hulpmiddelen. Het verbod geldt ook voor alle beroepsgroepen die de keuze van een medisch hulpmiddel kunnen beïnvloeden, zoals artsen, verpleegkundigen en zorgverzekeraars. De regels gelden beide kanten op: er mag niet worden gegeven, maar ook niet worden genomen.

Uitzonderingen verbod gunstbetoon

Het verbod kent wel een aantal uitzonderingen. Zo is de vergoeding van de kosten van bijvoorbeeld deelname aan een product gerelateerd congres toegestaan, mits dit beperkt blijft tot de noodzakelijke kosten voor deelname. Hiernaast zijn passende dienstverleningsrelaties vastgesteld in een schriftelijke dienstverleningsovereenkomst, en zijn geschenken met een kleine waarde die nuttig zijn voor de uitoefening van het beroep wel toegestaan. Tenslotte mogen er branche gerelateerde kortingen en bonussen met betrekking op de inkoop van medische hulpmiddelen worden gegeven.

Start onderzoek najaar 2018

Dit najaar gaat het onderzoek van IGJ naar gunstbetoon bij leveranciers van medische hulpmiddelen van start. Voor dit onderzoek wordt gekeken naar drie verschillende deelsegmenten, namelijk cardiologie, orthopedie en dentale implantaten. Er zal worden gekeken naar de dienstverleningsovereenkomsten die professionals binnen deze gebieden hebben gesloten met leveranciers. Bij overtreding zal er waarschijnlijk een bestuurlijke boete worden opgelegd. De resultaten worden verwacht begin 2019.

Bron:
IGJ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
3D printen in de tandheelkunde. Waar hebben we het eigenlijk over?

3D printen in de tandheelkunde. Waar hebben we het eigenlijk over?

3D printen heeft een grote impact gehad op de wijze waarop vele maakindustrieën in de wereld hun productieprocessen hebben ingericht of in de nabije toekomst gaan inrichten. Maar wat is 3D printen en hoe werkt het eigenlijk? Prof. dr. Wismeijer legt het uit.

CAM en CAD

Alle 3D-printtechnieken zijn gebaseerd op de algemene term ‘additive manufacturing’ (AM). Deze Computer Aided Manufacturing (CAM) technologie is gebaseerd op het laag voor laag opbouwen van een product uit een materiaal. Zo ontstaat een gestapelde laag materiaal, dat als het in het geheel is opgebouwd een product belichaamt. In de natuur zien we dat in sedimentlagen in gesteente. Door sedimentafzetting of bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen ontstaan de nieuwe volgende lagen in het gesteente. Ook stalagmieten en stalactieten in grotten ontstaan op zo’n manier. Doordat waterdruppels met daarin mineralen jarenlang vallen en de mineralen achterlaten, worden gelaagde structuren opgebouwd.

Bij 3D-printtechnologie is de opbouw van het product niet door de natuur gestuurd, maar door software. In designsoftware (Computer Aided Design of CAD) wordt het product ontworpen. Meestal wordt het ontwerp door de ontwerpsoftware weggeschreven in een Standard Tessellation Language (STL) format. Deze STL-file stuurt de printer aan, die dan selectief het materiaal op bepaalde plaatsen in het te bouwen object neerlegt. Zo wordt het ontworpen object laag voor laag opgebouwd.

3D printtechnologie in de tandheelkunde

Wat zouden we in de tandheelkunde allemaal kunnen gaan maken met 3D-printtechnologie? Eigenlijk bijna alles wat we in de tandheelkunde gebruiken. 3D printen is immers de ideale technologie om producten met hoge precisie in een beperkte oplage te produceren en het liefst in een beperkte tijd. Dat is tandheelkunde ten voeten uit. Te denken valt aan kroon- en brugwerk, de metalen basis voor frames, aligners, modellen, boorsjablonen voor de orale implantologie, tijdelijke voorzieningen, maar ook de gebitsprothese. Op ACTA  gebruiken we  deze technologie om een patiënt specifieke  geprinte tandwortelimplantaat CAD/CAM te maken. Met behulp van 3D-planning en 3D printen wordt het zo vorm specifiek gemaakt dat het exact in het bot  van de patiënt geplaatst kan worden.

We kunnen dus diverse materialen printen. Daarvoor zijn echter verschillende 3D-printtechnologieën nodig.

Stereolithography (SLA)

Eén van de oudste printtechnologieën is Stereolithography (SLA). Dit systeem is in 1986 voor het eerst beschreven door Chuck Hull. Hij wordt internationaal wel gezien als de grondlegger van het 3D printen. Bij SLA gaat een laser over een bak met vloeibaar hars. Doordat het licht langs een specifieke baan wordt gestuurd, worden delen van het hars uitgehard op plaatsen die door de computer zijn bepaald. De bouwplaat zakt dan omlaag over een afstand die de dikte van de volgende laag bepaalt. Vervolgens wordt er opnieuw een dunne laag hars over de bouwplaat uitgerold. Ook deze wordt door de laser belicht en uitgehard. Het CAD-ontwerp wordt zo laagsgewijs gebouwd, waarbij het object dat geprint wordt langzaam in de bak hars omlaag gaat. Deze technologie wordt onder andere gebruikt om grote modellen te maken zoals schedels. Deze kan de MKA-chirurg als set-up voor chirurgische ingrepen gebruiken. Met deze technologie kunnen ook in grote series gebitsmodellen voor de tandheelkunde worden geproduceerd.

Digital Light Processing(DLP)

Een andere in de tandheelkunde vaak gebruikte technologie is Digital Light Processing(DLP). Ook deze technologie werkt met fotopolymeren. Het belichtingsprincipe is echter anders. Hierbij wordt het object van onder belicht door een lichtbron. Door een prisma wordt het licht als het ware gebroken en door een lens naar de printbak gestuurd. Door de lichtbron het object op verschillende plaatsen door de software selectief te laten belichten, wordt het lichtgevoelige kunsthars op verschillende plaatsen belicht. Het te bouwen product gaat dan over de laagdikte in de bak omhoog. Zo wordt de volgende laag belicht en opgebouwd. Met DLP-technologie kan een meer gedetailleerd product worden vervaardigd met minder materiaalverlies dan doorgaans met de SLA-technologie.

Fused deposition modeling (FDM) of Fused Fillament Fabrication (FFF)

Fused deposition modeling (FDM) of Fused Fillament Fabrication (FFF) is een technologie die met een draad werkt. De draad wordt gesmolten, terwijl het de verschillende lagen van het materiaal opbouwt. Het is een extrusietechniek, waarbij de software bepaalt hoe dik de lagen worden en waar de lagen van het te bouwen product worden neergelegd. De kwaliteit van de printer en het materiaal dat wordt gebruikt bepalen de kwaliteit van het product. In de tandheelkunde wordt deze technologie weinig toegepast.

3D-jetting

Het nadeel van de voorgaande technologieën is dat er maar met een materiaal tegelijk kan worden geprint. De producten die uit deze printers komen, hebben dan ook maar een kleur. Producten waaraan esthetisch hoge eisen worden gesteld, zijn met deze technologieën moeilijk of onmogelijk te realiseren.

3D-jetting is een technologie die nu in opkomst is, waarmee wel producten met verschillende kleuren gemaakt kunnen worden. Net als bij inktjetprinters worden hierbij printheads gebruikt om verschillende kleuren te spuiten op een bouwplatform. Elke laag wordt daarbij uitgehard. Zo kunnen verschillende lagen van verschillende kleuren in verschillende dieptes worden opgebouwd. Deze technologie wordt nu doorontwikkeld om multicolor-3D-printing in de tandheelkunde mogelijk te maken. Esthetische werkstukken kunnen zo in de nabije toekomst ook 3D geprint worden.

Selective laser melting (SLM)

Selective laser melting (SLM) bouwt op basis van de CAD-data een 3D-object op door met een laser metaalpoeder samen te smelten. Het poeder wordt volledig samengesmolten tot het te bouwen 3D-object. Het metaalpoeder wordt als het ware als een wat dikke stoflaag op de bouwplaat neergelegd. De hoge-energielaser smelt dan het poeder volgens een door de CAD-software bepaald patroon. Zo ontstaat een vastmetaalobject, dat in het niet-gesmolten materiaal ligt. Een volgende laag metaalstof wordt vervolgens op het al gesmolten materiaal aangebracht en ook met de laser gesmolten.

Zo neemt het volume toe. Deze technologie wordt vaak gebruikt bij het vervaardigen van complexe structuren met kanalen en onderschrijdingen die met conventionele technieken niet kunnen worden vervaardigd. Metalen die bij SLM gebruikt kunnen worden en voor de tandheelkunde relevant zijn, zijn onder andere kobalt, chroom en titanium.

Omvang 3D printen in tandheelkunde

Er wordt in de tandheelkunde al op grote schaal gebruik gemaakt van 3D printen. In een rapport dat in mei 2015 door  Smar Tech is uitgebracht, komt naar voren dat in 2017 printen in de tandheelkunde al ongeveer een bedrag van 780 miljoen dollar vertegenwoordigde. Naar verwachting zal dat in 2020 naar 3,1 Miljard gaan. SmarTech Markets Publishing analyseert de industrie en komt met voorspellingen voor de 3D Printing en Additive Manufacturing Industrie.

Smar Techvoorspelt dat de verkoop van 3D-printers aan tandtechnische laboratoria van 240 miljoen nu naar 480 miljoen in 2020 gaat. Men verwacht dat in 2025 meer dan 60% van de productie van de tandtechniek 3D geprint zal zijn.

Effecten op de dentale industrie

De kosten voor 3D-printers zullen zeker gaan dalen als de vraag naar deze producten toeneemt. Ook de precisie en de productiemogelijkheden zullen stijgen. De productie van een aantal producten zal mogelijk van de tandtechnisch laboratoria verschuiven naar de tandartsenpraktijk. We zagen dit al eerder gebeuren met chairside milling (CEREC). De kosten van een 3D-printer zijn echter aanzienlijk lager dan van een mill en het aantal dat gemaakt kan worden is hoger (productiediversiteit). De drempel om in te stappen zal daarom voor de tandarts lager zijn. Doordat een 3D-printer minder afval produceert dan een mill, is deze ook efficiënter in het gebruik. De materiaalkosten van een provisorische kroon bijvoorbeeld zijn minder dan 50 eurocent. De nieuwste generatie 3D-printers kunnen nu in ongeveer 10-12 minuten een printrun draaien. Dat is een relatief korte tijd om op een voorziening te hoeven wachten. Als een patiënt belt dat zijn prothese is gebroken, kan direct nadat de patiënt heeft opgehangen, begonnen worden om met de bestaande file een nieuwe te printen.

Nieuwe rol tandtechnicus

Nu zullen niet alle tandartspraktijken kunnen en willen investeren in 3D-printers en designsoftware of tijd en geld willen steken in het 3D ontwerpen of het opleiden of inhuren van een medewerker die dit in de praktijk zal gaan doen. Daar komt dan de nieuwe rol voor de tandtechnicus in zicht. Dit zal betekenen dat het TTL naast productielab misschien ook meer als een ‘serviceprovider’ moet gaan functioneren. Kan het lab inderdaad snel het product leveren en tegen een concurrerende prijs? Heeft het lab een ambulante medewerker die bij de tandarts in de praktijk een deel van het ontwerpen komt doen? Hebben we een goede en ‘beveiligde cloud-omgeving’, waarin we informatie kunnen uitwisselen tussen de praktijk en het TTL?

Nieuwe technologieën eigen maken

Wil de tandarts in de toekomt mee blijven doen, dan zal hij of zij zich ook anders moeten gaan ontwikkelen. Leren, ontleren en nieuw leren is het PAOT-credo van de toekomst. Door de snelheid waarmee de techniek zich ontwikkelt moet de tandarts zich steeds vaker nieuwe technologieën eigen gaan maken. Dan gaat het niet alleen om een nieuwe software-update, maar ook over een geheel nieuwe techniek om bijvoorbeeld een kroonafdruk te maken met een intra orale scanner, een gebitsprothese te vervaardigen met digitale technieken of een kroon te ontwerpen en te vervaardigen. Doordat technologie evolueert, verandert de wijze waarop de tandheelkunde wordt uitgeoefend. De tandarts zal zich daaraan moeten aanpassen door zich de nieuwe technologieën eigen te maken.

 

Prof. dr. Daniël Wismeijer rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KUN en werkte daar in het CBT tot 1994. In 1995 ging hij naar ACTA waar hij promoveerde. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd tot Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan ACTA. Speerpunten van het onderzoek zijn CAD/CAM in de implantologie en prothetiek, het stimuleren van botgroei in botdefecten en rondom implantaten, de behandeling van peri-implantitis en het 3D printen van tandheelkundige restauraties, implantaten en botsubstituten. In 1985 is hij de tandartsenpraktijk Ellecom gestart en in 1991 de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwezoom. Deze verwijspraktijk is nu ondergebracht in een groepspraktijk in Dieren waar 4 tandartsen werkzaam zijn.

Lees meer over: 3D-printen, Thema A-Z
Inspectie beëindigd aanwijzing 0900Dentist 

Inspectie beëindigt aanwijzing 0900Dentist 

De IGJ heeft de aanwijzing aan tandartspraktijk 0900Dentist in Amsterdam beëindigd. De tekortkomingen op het gebied van radiologie en infectiepreventie zijn volgens de inspectie opgelost.

In juli legde de IGJ een bevel op aan 0900Dentist voor tekortkomingen op het gebied van infectiepreventie, radiologie, zorg (dossiervoering), organisatie en taakdelegatie. De praktijk mocht toen per direct geen zorg meer verlenen. In augustus werd het bevel omgezet in een aanwijzing omdat een aantal zaken wel waren opgelost maar er nog te weinig verbetering was op het gebied van radiologie en infectiepreventie. Ook deze laatste punten zijn nu verbeterd waardoor de aanwijzing is beëindigd. De inspectie zal de verbetermaatregelen wel blijven volgen, bijvoorbeeld met een onaangekondigd bezoek, meldt de inspectie op haar website.

Bron:
IGJ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Opnieuw bewezen verband tussen mondgezondheid en algehele gezondheid

Natuurgetrouwe composietrestauraties met de ‘bio-emulatie methode’

Het werken met composiet volgens de zogenaamde ‘bio-emulatie methode’ vormt de basis voor het maken van mooie maar vooral natuurgetrouwe restauraties. Dat geldt voor zowel het ‘jonge’ als het ‘oude’ gebitselement. Javier Tapia hanteert hierbij de zogenaamde ‘penta-lamineer techniek’, een laagsgewijze opbouw. Een goede analyse van de verschillende stadia van veroudering van de dentitie is hierbij erg belangrijk. Het goed begrijpen van de verouderingsprocessen van de natuurlijke elementen maakt het mogelijk om met deze techniek zo goed mogelijk gelijkende ‘natuurgetrouwe’ restauraties in composiet te bouwen.

Verslag van de lezing van Javier Tapia, tandarts gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde en spreker op internationale congressen.

There is an apt quote from Albert Einstein that represents the bio-emulation philosophy very well:

“Look deep into nature, and then you will understand everything better.”

Tandweefsel en veroudering

Glazuur en dentine bestaan beide uit hydroxyapatiet, organisch weefsel en water. De proporties van glazuur en dentine zijn echter verschillend. Omdat dentine minder gemineraliseerd is, is de verstrooiing van licht sterker voor dentine in vergelijking met glazuur. Voor zowel dentine als glazuur geldt dat de opaciteit afneemt met leeftijd. Chroma en translucentie nemen toe met leeftijd.

Gepolariseerd licht

Licht kan onze waarneming voor de gek houden. Bij gebruik gepolariseerd licht worden de reflecties en verstrooiingen weggefilterd en geeft daarom een beter beeld van de opbouw en kleuren van een gebitselement. Om gepolariseerde foto’s te kunnen maken, kan er een speciaal camera-filter gebruikt worden (‘polar eyes’). Op een gepolariseerde foto zal beter zichtbaar worden dat het cervicale deel van het element lichter van kleur is dan het incisale deel, met gewoon licht lijkt dit vaak andersom.

Penta-lamineer concept

Een gebitselement is uit de volgende lagen opgebouwd:

Dentine laag 1: hoge opaciteit, lage chroma

Dentine laag 2: medium opaciteit, hoge chroma

Overgang dentine naar glazuur: transparant

Glazuurlaag 1: medium translucentie

Glazuurlaag 2: hoge translucentie

Het principe van het penta-lamineer concept is dat je bij een dieper defect meer lagen/kleuren moet gebruiken. Als gevolg van gebruik en blootstelling treden er veranderingen op met het ouder worden van de tand. Daarom speelt ook de leeftijd van de patiënt een grote rol bij het bepalen van de kleuren en manier van het aanbrengen van de verschillende lagen. Jonge tanden zijn erg uniform: er is weinig verschil tussen cervicaal en incisaal. In oudere tanden is meer chroma aanwezig:  dentine laag 1 wordt dunner met leeftijd en de kleur van dentine laag 2 bepaalt dan hoofdzakelijk de kleur. Daarnaast wordt ook de glazuurlaag 2 dunner met de jaren en wordt de tand daardoor steeds transparanter.

Praktische implementatie

Omdat natuurlijke gebitselement uit de bovengenoemde 5 lagen zijn opgebouwd en de chroma, opaciteit en translucentie per laag en per leeftijd verschilt, lijkt het ingewikkeld om gebitselementen te restaureren met composiet. Gelukkig is het minder ingewikkeld dan het lijkt omdat niet alle combinaties voorkomen. Jong dentine is bijvoorbeeld altijd licht van kleur en opaque en daarom is er geen lichte translucente dentine kleur nodig. Hier is rekening mee gehouden en daarom kan met behulp van de volgende dentine en glazuur kleuren de juiste combinatie gemaakt worden:

Glazuur: light enamel, dark enamel (hoe ouder, hoe donkerder)

Dentine: light dentin, medium dentin, dark dentin (hoe ouder, hoe donkerder)

Aan zowel dentine- als glazuurcomposiet worden verschillende eisen gesteld.

Dentine composiet:

  • Grotere partikels met verschillende brekingsindex
  • Micro-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor verstrooiing van het licht
  • Opaque tot translucent dentine effect

Glazuur composiet:

  • Kleinere partikels met hoge brekingsindex
  • Nano-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor polijsten en behoud van glans
  • Transparant en opalescent

Klinische toepassing klasse IV restauratie

Als eerst moet de kleur bepaald worden. Het is aan te raden om zelf een kleurenschaal te maken met verschillende combinaties van dentine- en glazuurcomposiet. De huidig beschikbare kleurenschalen houden namelijk geen rekening met veroudering (opaciteit is het zelfde voor alle kleuren) en zijn daarom praktisch niet handig. Bij een klasse IV restauratie wordt eerst een bevel aangebracht. Vervolgens wordt eerst de palatinale en cervicale glazuurlaag aangebracht gevolgd door dentine laag 1 (lichte dentine kleur, lage chroma) en dentine laag 2 (donkere dentine kleur, hoge chroma). Bij jonge tanden bestaat de dentinelaag van cervicaal naar incisaal vrijwel alleen uit dentine laag 1. Hoe ouder de tand, hoe minder ver de dentine laag naar incisaal wordt aangebracht en hoe meer dentine laag 2 wordt gebruikt. Optioneel kan er een opalescente laag worden gebruikt voordat de laatst buccale glazuurlaag aangebracht wordt. Tot slot kan er optioneel een ‘stain’ gebruikt worden. Polijsten wordt respectievelijk gedaan met soflex-schijfjes, paarse spider en witte spider zonder waterkoeling. Vervolgens kan de oppervlakte structuur aangebracht worden met een grove diamantboor. Hierbij wordt weer rekening gehouden met leeftijd omdat bij een jongere tand meer oppervlakte structuur aanwezig is. Daarna wordt nogmaals de witte spider gebruikt en als laatst de ‘goat-brush’. Na 48 uur kan de kleur pas echt goed beoordeeld worden.

Javier Tapia Guadix studeerde in 2003 af als tandarts aan de Universiteit van Madrid. Hij werkte daarna als wetenschappelijk medewerker aan de afdeling prothetiek. In 2005 begon hij met het maken van professionele computeranimaties voor het visualiseren van tandheelkundige behandelingen. In 2011 was Javier mede oprichter van de Bio-Emulation Group, een internationale groep van zeer vooruitstrevende tandartsen en wetenschappers op het gebied van restauratieve tandheelkunde. Hij werkt nauw samen met verschillende Europese universiteiten. Javier heeft zijn eigen praktijk in Madrid, gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde. Hij is een veelgevraagd spreker op internationale congressen en heeft verschillende publicaties op zijn naam staan op het gebied van restauratieve tandheelkunde, mondfotografie en dentale computertechnologie

Verslag door Marieke Filius, tandarts, voor dental INFO van de lezing dr. Javier Tapia Guadix tijdens het congres Restauren2018 van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Mondzorg doe je samen

Mondzorg doe je samen

Tijdens de alumnimiddag van de opleiding Mondzorgkunde aan de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) werden oud-studenten, stagebegeleiders en andere geïnteresseerden bijgepraat over de ontwikkelingen in de opleiding Mondzorgkunde. Thema van de middag was: mondzorg doe je samen.

Interprofessioneel werken binnen de mondzorg

Agnes van Boxtel (hoofd opleiding Mondzorgkunde) en Ria Schipper (docent en voorzitter examencommissie Instituut Paramedische Studies) lieten zien hoe HAN Mondzorgkunde steeds meer vorm geeft aan interprofessioneel werken. De opleidingen Mondzorgkunde en Tandheelkunde hebben de taak om studenten voor te bereiden op hun professionele rol binnen de taakherschikking in de beroepskolom. Begin deze eeuw is er gestart met het pilot ‘teamconcept’. Dit is doorgeëvalueerd naar I-Team . In deze praktische onderwijsvorm werd samengewerkt door zesdejaarsstudenten Tandheelkunde en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde. Het team bestond hierbij uit twee à drie studenten, waarbij de zorg voor de patiënt over de studenten werd verdeeld. Dit heeft zich verder ontwikkeld naar de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Ook is er een samenwerking met andere paramedische studies in het honneursprogramma. Dit programma is bedoeld voor studenten die extra willen presteren en tijd en zin over hebben om naar meer diepgang en samenhang met andere paramedische studies in casuïstiek te zoeken.

Mondzorg doe je samen HAN

Onderwijsvorm ‘Masterklinieken’

In september 2017 is gestart met de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Bij deze onderwijsvorm wordt samengewerkt door de opleidingen Mondzorgkunde van de HAN en Tandheelkunde van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Wereldwijd is dit uniek, in omvang en intensiteit. Bij deze samenwerking zijn 204 masterstudenten Tandheelkunde en 102 derde- en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde betrokken. Ze krijgen gezamenlijke les en begeleiding tijdens het kliniekonderwijs van 28 docenten Tandheelkunde en 14 Mondzorgkunde in Nijmegen en Arnhem. Gezamenlijk behandelen zij in totaal 8000 patiënten. Het gebouw bleek van invloed op de samenwerking. Daarom is bij de verbouwing in Nijmegen hiermee rekening gehouden. Een Masterkliniek heeft ongeveer 500 patiënten en wordt gerund door tien tandheelkundestudenten en zes mondzorgkundestudenten. De studenten zijn ingedeeld in clusters. In een cluster zitten drie klinieken. Per cluster is er een zesdejaarsstudent Tandheelkunde die het totaal overziet. Hij weet bijvoorbeeld of er pijnklachten zijn en kan de patiënten zelf behandelen en/of verdelen onder zijn medewerkers. Dit kunnen de Mondzorgkundestudenten en lagerejaarsstudenten Tandheelkunde niet. Andere Tandheelkunde- en Mondzorgkundestudenten kunnen wel casemanager van een individuele patiënt zijn, die de volgorde van handelen coördineert.

Theoretisch deel Masterklinieken

Het theoretische onderdeel van de Masterkliniek bestaat uit het Academisch Klinisch Redeneren (AKR), waarvoor studenten uit de Masterklinieken één dagdeel in de week samenkomen. Het AKR-dagdeel bestaat uit themadiscussies en behandelplanbesprekingen in kleine groepen.
De studenten leren elkaar zo herkennen en erkennen. Het wordt helder wie wat doet, wie waarin verantwoordelijkheid neemt. De samenwerking wordt niet alleen bewerkstelligd door samen in een kliniek te zitten, maar ook door de dialoog aan te gaan. Het doel is om betere zorg te leveren aan de patiënt. Dit kan door efficiënt te werken, door de expertise van Mondzorgkunde en Tandheelkunde op de juiste manier in te zetten en door de zorg goed op elkaar af te stemmen.

Honneursprogramma

Aan studenten Mondzorgkunde die een extra uitdaging kunnen gebruiken, wordt een honneursprogramma aangeboden. Een van hen is Liza van Loo. Op maandagavond krijgt ze workshops van diverse professionals. Studenten afkomstig van verschillende paramedische studies van de HAN zoals Fysiotherapie, Ergotherapie, Logopedie, Voeding en Diëtetiek en Mondzorgkunde doen dan diverse projecten. Liza is derdejaars Mondzorgkunde. Ze heeft zich verdiept in voeding en diëtiek en samengewerkt met twee studenten van deze opleiding. Zij hebben onderzoek verricht naar richtlijnen over voeding en mondgezondheid in binnen- en buitenland. In een artikel hebben zij de voedingsadviezen ter preventie van mondziekten vergeleken tussen Nederland en de V.S. Zij kwamen op niet heel veel verschillen uit, behalve dat in de V.S. veel melk drinken en xylitolkauwgom wordt aanbevolen. De nadruk ligt in de V.S. een stuk minder op het aantal voedingsmomenten. Op dit moment is Liza samen met logopediestudenten bezig om studiemateriaal te schrijven voor de opleiding Voeding en Diëtiek, zodat er een college kan komen ove r de overlap tussen mondzorg en logopedie.

Mondzorg doe je samen HAN

Beter met capaciteit omgaan

Miranda Laurant (lector van het Lectoraat Organisatie van Zorg en Dienstverlening HAN) presenteerde tot slot ‘Skillmix: naar een optimale inzet van professionals in de mondzorg’. Hierin legde ze uit dat volgens het ministerie van VWS taakherschikking het middel is om beter om te gaan met de capaciteit. Samenwerken – multiprofessioneel en interprofessioneel – moet daarbij al vroeg worden aangeleerd. Met capaciteit wordt het aantal mondzorgverleners bedoeld ten opzichte van de zorgvraag.

De redenen waarom er beter met de capaciteit moet om worden gegaan, zijn:
1. Vergrijzing: steeds meer ouderen behouden hun gebit.
2. Jeugd moet goede preventieve mondzorg ontvangen.
3. Preventie wordt in de zorg steeds belangrijker. Daar is de mondhygiënist bij uitstek de beroepskracht voor.
4. Ziektes zijn te herkennen in de mond. Mondziektes kunnen veroorzaakt worden door algehele ziektes en vice versa.
5. Technologische ontwikkelingen leiden tot bepaalde specialisaties; er is meer kennis nodig om mondzorg goed uit te voeren.
6. Er moet voorkomen worden dat de kosten verder stijgen; middelen moeten daarom efficiënt ingezet worden.
7. Er is schaarste aan tandartsen in Nederland; de zorg moet daarom slimmer georganiseerd worden.
8. Er is een te snelle uitstroom van mondhygiënisten. Mondhygiënisten moeten dus tevreden worden gehouden.

Skillmix

Dit zal moeten leiden tot ‘skillmix’. Dit betekent de patiënt centraal zetten door te vragen wat de behoeftes van de patient zijn en ons afvragen hoe we de juiste skills hierbij vinden. Tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten moeten een team vormen om goede patiëntenzorg te kunnen geven. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk. Door taakherschikking wordt er recht gedaan aan de opleiding die er is genoten. Op dit moment is er een onderbenutting van de capaciteit van mondhygiënisten. Hun functionele bevoegdheid wordt lang niet altijd toegepast. Er is sprake van een overlap van uitvoerende taken en dat kan leiden tot dubbele behandelingen. Men zou juist complementair aan elkaar moeten zijn. Optimaal samenwerken komt nu onvoldoende van de grond. Er is een stagnatie in de manier waarop samenwerking in de mondzorg wordt georganiseerd. Door taakherschikking kan verdere stagnatie worden voorkomen. Het beroep en de opleiding tot mondhygiënist zijn volop in ontwikkeling. Het al heel vroeg samenwerken komt ten goede aan de dagelijkse praktijk. De patiënt wordt centraal gezet. Iedereen moet zich afvragen: “Ben ik de juiste professional op dit moment?”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de alumnimiddag van de HAN ‘Mondzorg doe je samen’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
6 manieren waarop nanodeeltjes de toekomst van tandheelkunde verbeteren

6 manieren waarop nanodeeltjes de toekomst van tandheelkunde verbeteren

Nieuw onderzoek uit Maleisië claimt dat nanodeeltjes potentie hebben om bijna elk aspect van de tandheelkunde te verbeteren: van het maken van radiografische beelden tot gebitsbehandelingen en -restauraties. In dit artikel worden zes manieren toegelicht waarom nanodeeltjes de toekomst zijn.

‘Recente ontwikkelingen in nanodeeltjes en nanobuisjes en operationele tandheelkunde, endodontie en parodontologie zullen een cruciale rol gaan krijgen in de tandheelkunde,’ aldus Ranjeet Bapat en zijn team van onderzoekers van de International Medical University School of Dentistry in Kuala Lumpur, Maleisië.

Ze denken dat nanodeeltjes op de volgende zes manieren de operatieve tandheelkunde kunnen verbeteren:

  1. Betere vulmaterialen

Met behulp van nanodeeltjes kunnen vulmaterialen worden gemaakt die sterker en flexibeler zijn dan traditionele composieten. Daarnaast heeft een ander onderzoek aangetoond dat hydroxyapatiete nanodeeltjes kunnen worden gebruikt om het effect van glasionomeer te verbeteren.

  1. Kunstgebitten die infecties voorkomen

Meerdere soorten nanodeeltjes hebben antibacteriële en antimicrobiële eigenschappen, die van pas kunnen komen bij biofilm formatie. De auteurs denken bijvoorbeeld dat zilveren nanodeeltjes (AgNP’s) kunnen helpen voor de lokale toediening van geneesmiddelen. Hiernaast zouden deze deeltjes ook van pas kunnen komen bij de behandeling van stomatitis bij protheses. De deeltjes kunnen dus helpen bij het voorkomen van infecties bij mucosale weefsels.

  1. Efficiënter toedienen van medicijnen

Naast zilveren deeltjes, bevatten goude nanodeeltjes ook antimicrobiële, antibacteriële en antifungale eigenschappen. Deze kunnen worden gebruikt voor zowel medische als dentale toepassingen, bijvoorbeeld om wonden sneller te laten helen. Daarnaast werd bevonden dat chitosan nanodeeltjes gedurende 48 uur chlorexidine langzaam los kunnen laten komen, en dat polymeren nanodeeltjes dit zelfs over een periode van vier weken kunnen doen. Hiernaast zouden calcium fluoride nanodeeltjes (CaF2) ook fluoride beter kunnen laten aankomen dan conventionele systemen.

  1. Betere beelden

Naast dat nanodeeltjes een positieve invloed kunnen hebben op de directe orale omgeving, kunnen ze ook worden gebruikt om tandheelkundige beelden te verbeteren. Zo kunnen de deeltjes bijvoorbeeld worden gebruikt in de vorm van een coating die op het gebit kan worden aangebracht, waardoor op (radiografische) beelden het contrast tussen tanden, het tandvlees en andere structuren beter kan worden onderscheiden.

  1. Betere implantaten

Hiernaast kunnen nanodeeltjes worden gebruikt om een coating aan te brengen over implantaten, waardoor de vorming van bacteriën kan worden voorkomen en integratie met het bot wordt gestimuleerd. Zowel zilveren, ijzer oxide en koperen nanodeeltjes hebben antibacteriële eigenschappen, waardoor deze allemaal als effectieve coating kunnen worden ingezet. Gouden deeltjes stimuleren ook de bot integratie.

  1. Remineraliseren

Naast de vijf bovengenoemde toepassingen, zijn nanodeeltjes ook in staat om het gebit te helpen aan mineralen. Een van de studies vond namelijk dat de silica en siliconen dioxide deeltjes kunnen helpen om gedemineraliseerde dentine weer terug te brengen naar maar liefst 20 procent van het originele fosfaat niveau. Daarnaast werd in dit onderzoek ook gevonden dat de deeltjes kunnen helpen bij het verminderen van de scheiding van mineralen. Met deze ontdekking zouden bijvoorbeeld remineraliserende tandpasta’s kunnen worden ontwikkeld.

Bron:
Drug Discovery Today
DrBicuspid

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Vergoeding bijzondere tandheelkunde vaak niet toegekend aan kankerpatiënten

Vergoeding bijzondere tandheelkunde vaak niet toegekend aan kankerpatiënten

Het televisieprogramma Radar berichtte onlangs over kankerpatiënten met gebitsproblemen, die de tandheelkundige kosten niet vergoed krijgen. De vergoeding bijzondere tandheelkunde, die in de basisverzekering is opgenomen, wordt vaak niet toegekend. Gebrek aan bewijs van een causaal verband tussen de gebitsproblemen en de ziekte lijkt hiervan de oorzaak te zijn.

Gebitsproblemen kankerpatiënten

Na een behandeling met chemotherapie ervaren kankerpatiënten vaak problemen met hun mond of gebit. Volgens de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) gaat het om ruim twee derde van de kankerpatiënten. Het gaat dan vooral om problemen die optreden door een droge mond tijdens de chemotherapie. Door de droge mond ontstaan heel snel gaatjes die zich snel uitbreiden, waardoor vaak kiezen afbrokkelen. Ook hebben deze patiënten veel sneller last van schimmelinfecties.

Vergoeding bijzondere tandheelkunde

Uit een onderzoek van de NFK bleek dat voor 79% van de patiënten met gebitsproblemen een tandheelkundige behandeling nodig was. Slechts 6% van hen kregen de kosten hiervan terugbetaald vanuit de vergoeding bijzondere tandheelkunde in de basisverzekering.

Probleem is dat van de patiënten verwacht wordt dat zij zelf het causaal verband tussen de chemotherapie en de gebitsproblemen aantonen. Dat een patiënt altijd twee keer per jaar naar de tandarts is geweest, is hiervoor niet voldoende. Er moet sprake zijn van een nulmeting het liefst vergezeld van foto’s. Patiënten die net de diagnose kanker hebben gekregen, hebben echter meestal wel wat anders aan hun hoofd.

Toetsingskader

De beoordeling gebeurt nu door de zorgverzekeraars. In de praktijk blijkt de ene zorgverzekeraar de vergoeding sneller toe te kennen dan de andere. Een toetsingskader ontbreekt. Ook als de behandelend arts aangeeft dat er een causaal verband is, worden de tandheelkundige kosten vaak niet vergoed.

Reactie Zorginstituut Nederland

Volgens Zorginstituut Nederland zijn de regels wel duidelijk. In een reactie laat Zorginstituut Nederland het volgende weten: “Voor medisch gecompromitteerden geldt dat de tandheelkundige behandeling noodzakelijk moet zijn voor het succes van de behandeling van een medische, niet tandheelkundige aandoening. Ook wanneer de verzekerde aantoonbaar tandheelkundige schade heeft opgelopen door de niet tandheelkundige aandoening of door de behandeling daarvan, behoort compensatie van deze schade tot de aanspraak op bijzonder tandheelkundige hulp. Schade die al vóór de aandoening of behandeling aanwezig was kan niet in dit kader worden hersteld.”

Om dit te kunnen bepalen is een nulmeting noodzakelijk.

Opgenomen aandoeningen en therapieën

In 2010 heeft Zorginstituut Nederland in Tandheelkundige zorg voor medisch gecompromitteerden al opgenomen welke aandoeningen en therapieën voor de vergoeding bijzondere tandheelkunde in aanmerking komen.

Aandoeningen:

  • hartaandoeningen;
  • diabetes mellitus;
  • lichen planus;
  • multiple sclerose;

Therapieën:

  • radiotherapie in het hoofd-halsgebied;
  • chemotherapie;
  • intraveneuze bisfosfonaten;
  • Calcium-antagonisten;
  • Diphantoine-achtige preparaten.

 

Verder is het ontstekingsvrijmaken van de mond geïndiceerd:

  • bij oncologische patiënten bij wie de algemene weerstand gevaar loopt;
  • bij parodontitis als complicatie van immuun-, bloed-, of stofwisselingsziekte;
  • in het kader van de preventie van systematische complicaties bij endocarditis, hartklepaandoeningen, stamceltransplantatie, nierinsufficiëntie en orgaantransplantatie.

Reactie KNMT

De KNMT steunt de oproep van het Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde (Cobijt) tot het maken van betere afspraken met de zorgverzekeraars over de vergoeding. Volgens Cobijt-voorzitter Rick van der Pas moet er meer uniformiteit komen in de vergoeding, zodat ook zorgverleners hun patiënten duidelijkheid kunnen verschaffen over de kosten en de vergoeding. De KNMT wil dit aan de orde stellen bij Zorginstituut Nederland en het College van Adviserend Tandartsen van de gezamenlijke zorgverzekeraars

Bronnen:
Radar
ANT
KNMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Bacteriële bescherming voor aligners beugels

Bacteriële bescherming voor aligners beugels

Het gebruik van aligners beugels wint aan populariteit. Om ze beter bestand te maken tegen bacteriën en tevens duurzamer te maken, hebben Zuid-Koreaanse onderzoekers een nieuwe ‘coating’ ontwikkeld.

Broeiplaats voor bacteriën

Slijtage van aligners beugels komt veel voor door blootstelling aan extreme krachten. De ruwe oppervlakken die hieruit ontstaan, voorzien bacteriën vervolgens weer van een goede voedingsbodem.

Beschermfolie

Het Zuid-Koreaanse team van de Yonsei Universiteit kwam met een mogelijke oplossing. Geïnspireerd door ontwerpen voor medische apparaten, creëerden zij een verbinding van meerdere lagen.

Soepel en duurzaamali

Het resultaat is een super-hydrofiel oppervlak dat altijd soepel blijft door zijn aantrekkingskracht op water. Op deze manier kan de hechting van bacteriën worden voorkomen. Dit nieuwe product heeft tevens een positief effect op het plastic van de aligners beugels in termen van duurzaamheid.

Bron:

ACS – Chemistry for life

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Tandpastaproducent gedwongen zich te verontschuldigen voor ‘spugen of slikken’ advertentie

Tandpastaproducent gedwongen zich te verontschuldigen voor ‘spugen of slikken’ advertentie

Een Brits bedrijf dat abonnementen voor tandenborstels afsluit, heeft zich moeten verontschuldigen voor een nieuwe advertentie die verspreid werd onder universiteitsstudenten. De advertentie staat op een bierviltje dat in het welkomstpakket voor de studenten zit.

Vrouwonvriendelijk

Op het viltje staat een afbeelding van een vrouw waarbij een mengsel van tandpasta en spuug uit haar mond loopt. Op de achterkant staat: “Of je nu spuugt of doorslikt als onderdeel van je (tweemaal…) dagelijkse orale regime, plaats je mondgezondheid op de automatische piloot met Brushbox.”

Tandpastaproducent gedwongen zich te verontschuldigen voor ‘spugen of slikken’ advertentie

 

Misplaatst

“Het spijt ons heel erg dat men zich beledigd voelt door de afbeelding gebruikt voor deze advertentie,” zei een woordvoerder van Brushbox. “We realiseren ons nu dat het ongepast en misplaatst was om dit type beeld te gebruiken om het bewustzijn omtrent gebitsproblemen te vergroten.” Tevens voegde de woordvoerder hieraan toe dat het nooit de bedoeling was geweest een vrouwonvriendelijk beeld neer te zetten.

Campagne voor studenten

Brushbox is een van de eerste tandpasta- en tandenborstel-abonnementenservices binnen het Verenigd Koninkrijk. Om de twee maanden bezorgen zij pakketten die bestaan uit vier tandenborstels, flosdraad en twee tubes tandpasta. De campagne was volgens het bedrijf dan ook slechts bedoeld om meer bewustzijn rondom mondhygiëne te creëren op de universiteit.

Bron:
dentistry.com

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
yoghurt

Sommige yoghurts bevatten meer suiker dan cola

Sommige yoghurts bevatten meer suiker per 100 gram dan cola. Dit bleek uit de resultaten van een nieuwe studie van de Britse Leeds University. De enige yoghurts met weinig suiker (minder dan 5 gram suiker per 100 gram) waren naturel en Griekse yoghurts.

Verschillende voedingswaardes per type yoghurt

Dr. Bernadette Moore, hoofdonderzoekster, van Leeds University: ‘Er is veel bewijs dat yoghurt voordelig is voor de gezondheid. Verschillende versies komen echter met grote verschillen in voedingswaarde. Sommige yoghurts die als biologisch worden bestempeld kunnen bijvoorbeeld worden gezien als de gezondste optie, terwijl hier wel veel suikers aan zijn toegevoegd’.

Nieuwe wetgeving etiketten

De auteurs van de studie benadrukken dat de consumptie van suikerrijke producten bijdraagt aan een obesitas en een slechtere mondgezondheid. Ze pleiten daarom voor een verandering in de wetgeving rondom etiketten, om de bevolking beter in te kunnen lichten over de echte inhoud van producten. Op dit moment is het bijvoorbeeld niet verplicht om toegevoegde suikers op de etiketten van producten te vermelden.

Yoghurt consumptie bij kinderen

Dr. Barbara Fielding, medeonderzoeker van de studie: ‘In het Verenigd Koninkrijk eten kinderen gemiddeld meer yoghurt dan volwassenen. Met name kinderen jonger dan drie jaar oud hebben een hoge yoghurt consumptie. Dit kan een goede bron zijn van eiwitten, calcium en vitamine B12. Hiernaast kan één portie yoghurt echter ook al tot de helft van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid suiker voor een kind bevatten.’ De auteurs benadrukken dat het daarom voor ouders belangrijk is om goed op het type yoghurt te letten.

Bron:
University of Leeds

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid

Eerste en Tweede Kamer stellen vragen over taakherschikking

Zowel de Eerste als Tweede Kamer leggen zich niet zomaar neer bij het experiment van minister Bruins om mondhygiënisten zelfstandig caviteiten te laten behandelen, röntgenfoto’s te laten maken en verdoving te laten geven.

Vragen Tweede Kamer over taakherschikking

Op 27 september stelden meerdere partijen – waaronder de VVD, CDA, D66, Christenunie en SP en PVV, minister Bruins vragen over zijn plannen voor de taakherschikking. Zij vragen de minister hoe hij denkt de kwaliteit te kunnen waarborgen en hoe voorkomen kan worden dat patiënten van de mondhygiënist moeten worden doorgestuurd naar de tandarts. Daarbij vragen de partijen zich af waarom minister Bruins tot het expiriment van de taakherschikking is gekomen terwijl de benodigde capaciteit in de mondzorg nog wordt onderzocht.

Ook Eerste Kamer stelt vragen

Na de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer zich op 28 september aangesloten met vragen over de taakherschikking. In een brief roepen de leden van de Eerste Kamer de minister op de maatregel uit te stellen en eerst de conclusies van het Capaciteitsorgaan af te wachten. Zij vragen zich af of de taakherschikking het juiste antwoord is op het capaciteitsvraagstuk.

Bron:
Eerste Kamer
ANT
KNMT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z